Nieuwsmail Uitvoering Langdurige zorg Nr. 9, december 2014 Aan:
Zorgkantoren Actiz VGN GGZ-NL BTN
Het Zorginstituut bevordert de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de langdurige zorg. Dit betekent dat we voorwaarden scheppen – en soms ook regels stellen – op het terrein van onder meer de financiering van de zorgverlening, registratie en gegevensuitwisseling in de keten en de uitvoering van de eigen bijdragen. Via deze nieuwsmail informeren we u een aantal malen per jaar over wat er speelt op dit terrein. We sturen deze mail aan (1) de zorgkantoren en (2) de koepelorganisaties van zorgaanbieders, zodat zij hun leden kunnen informeren door bijvoorbeeld de nieuwsmail op hun website te plaatsen. Wilt u ook op de verzendlijst? Een mail naar Marcel van der Lee (
[email protected]) is voldoende.
In deze nieuwsmail behandelen we de volgende onderwerpen: • Uitstroom AWBZ-cliënten • Subsidieregelingen • Brochure leveringsvormen • Wlz-kompas • FAQ overgangsrecht buitenland • Overgangsrecht
Uitstroom AWBZ-cliënten In de vorige nieuwsmails hebben we u geattendeerd op de uitstroomtabel. Een nieuwe versie staat inmiddels op www.istandaarden.nl. Aan de hand van deze uitstroomtabel heeft het Zorginstituut inmiddels twee nieuwe toepassingen ontwikkeld: • De module uitstroom. Hiermee krijgen aanbieders inzicht in welk zorgdomein hun cliënten na de invoering van de Wlz en de decentralisatie in 2015 vallen: Wlz, Zvw, Wmo, Jeugdwet, of een combinatie. Lees verder op www.istandaarden.nl/istandaarden/Modules/Module-Uitstroom-AWBZ • De Uitstroom AWBZ-app. Deze app geeft professionals in de zorg een handvat om vragen van cliënten over de veranderingen in de zorg te beantwoorden. Zie verder www.istandaarden.nl/istandaarden/Nieuwsoverzicht/Uitstroom-AWBZ-app
Subsidieregelingen Per 1 2 3
1 januari 2015 worden de volgende drie subsidieregeling van kracht op basis van de Wlz: Subsidieregeling eerstelijns verblijf 2015 Tijdelijke subsidieregeling behandeling Subsidieregeling ADL-assistentie.
De subsidieregelingen eerstelijnsverblijf en behandeling worden uitgevoerd door de zorgkantoren, de ADL-subsidie door het Zorginstituut. Voor meer informatie over de subsidieregelingen verwijzen we u naar onze webpagina.
Eerstelijnsverblijf 2015: www.zorginstituutnederland.nl/pakket/awbzkompas/eerstelijnsverblijf Behandeling: www.zorginstituutnederland.nl/pakket/awbz-kompas/extramurale+behandeling De subsidieregelingen worden een dezer dagen gepubliceerd in de Staatscourant.
Brochure leveringsvormen Het Zorginstituut heeft de brochure leveringsvormen samen met ketenpartijen opgesteld, om nieuwe cliënten te helpen bij het maken van een keuze tussen pgb, zorg thuis, of zorg met verblijf. Deze brochure zal op de site van het CIZ worden gepubliceerd, bij het aanvraagformulier voor de Wlz. Daarnaast wordt de tekst opgenomen bij het Wlz kompas (zie hieronder). In bijlage 1 treft u de tekst aan van de brochure.
Wlz-kompas Het Zorginstituut zal het AWBZ-kompas (zie http://www.zorginstituutnederland.nl/pakket/awbz-kompas) in de komende tijd aanpassen naar een Wlz-kompas. Dat zal in eerste instantie een groeidocument zijn, dat naar verwachting in de loop van het eerste kwartaal van 2015 een meer definitieve vorm zal krijgen.
FAQ overgangsrecht buitenland Er zijn naar aanleiding van de hervorming van de langdurige zorg een aantal gevolgen voor buitenlandgroepen. Zij krijgen per 1-1-2015 allen een vorm van overgangsrecht, daar zij dan geen recht meer hebben op de aanspraken die worden overgeheveld naar de gemeenten. Dit betreft: 1 AWBZ-verzekerden in het buitenland 2 Verdragsgerechtigden, die zorg afnemen in Nederland 3 De groep die recht heeft ingevolge de overgangsregeling 2006. De uitvoering van groepen 2 en 3 is in 2014 belegd bij Achmea, en zal in 2015 ook belegd worden bij één uitvoerende partij. De zorgafname van AWBZ verzekerden in het buitenland wordt geregeld door de zorgverzekeraars voor hun eigen verzekerden. Hiervoor is een traject in gang gezet om de zorgverzekeraars te mandateren voor uitvoering van het overgangsrecht. Hier zijn nog veel vragen over, vandaar dat er vanuit het Zorginstituut een lijst is opgesteld met veelgestelde vragen. Deze vragen treft u als bijlage 2 aan.
Bevoorschotting Het Zorginstituut stelt beleidsregels vast over de bevoorschotting van en afrekening met AWBZ(/Wlz)-instellingen door de zorgkantoren. Op dit moment gelden hiervoor de volgende circulaires: • 02/08 d.d. 20 februari 2002 “Bevoorschotting/afrekening instellingen AWBZ met ingang van 1 januari 2002 en afwikkeling oude jaren”; • 04/70 d.d. 22 december 2004 “Bevoorschotting instellingen AWBZ”; en • 05/30 d.d. 19 oktober 2005 “Bijstelling maandelijkse bevoorschotting” • 11/01 d.d. 26 oktober 2011 “Wijziging bevoorschotting zorgaanbieders AWBZ in 2012”. Deze circulaires kunt u vinden op: www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/circulaires. De voorschriften die gelden voor de AWBZ, gelden vanaf 1 januari 2015 voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Circulaire 02/08 bevat de volgende passage: “Zolang in een nieuw jaar nog geen tariefbeschikking is afgegeven, zal de bevoorschotting over de eerste maanden van jaar t plaatshebben op basis van het laatste voorschotniveau t-1.” Omdat er in 2015 in de Wlz ten opzichte van 2014 in de AWBZ sprake is van een smaller
aansprakenpakket, zou dit in een aantal situaties tot een te hoge bevoorschotting leiden. We hebben daarom de zorgkantoren ten overvloede gevraagd om deze circulairetekst niet letterlijk te nemen, maar de Wlz-voorschotten met ingang van 2015 in voorkomend geval te verlagen of stop te zetten in verband met overheveling van aanspraken naar respectievelijk Zvw, Jeugdwet en Wmo 2015. Het is immers niet de bedoeling dat via de Wlz bijvoorbeeld Wmo-voorzieningen worden bevoorschot.
Overgangsrecht Het spreekt voor zich dat er veel vragen zijn over het overgangsrecht. Hieronder schetsen we een aantal veel voorkomende situaties. Cliënten met een indicatie voor een laag ZZP hebben zogenoemd laag overgangsrecht. • Dat houdt in dat in 2015 bij een geldig indicatiebesluit alle leveringsvormen mogelijk zijn: mpt, vpt, pgb en verblijf. Als hun indicatie in 2015 afloopt, kunnen zij kiezen voor verblijf in de Wlz of zorg vanuit de Zvw en/of Wmo. • Vanaf 1-1-2016 is het voor mensen met een indicatie voor een laag ZZP niet meer mogelijk hun Wlz-zorg thuis te ontvangen. Dan is verblijf de enige optie in de Wlz. Als zij kiezen voor zorg thuis na 1-1-2016, dan krijgen zij zorg vanuit Zvw en/of Wmo. • Op basis van het feit dat zij op 31-12-2014 een laag ZZP hadden, mogen deze mensen hun leven lang kiezen voor verblijf. Hier is geen nieuwe indicatie van het CIZ voor nodig. Ook na het aflopen van de indicatie, mogen zij dus verblijven. De lage ZZP’s zijn: • VV 01 t/m 03 • VG 01 en 02 > 18 jaar • LG1 en LG 3 • ZGaud 1, ZGvis 1 Voor de lage ZZP's is per ingang van 2015 geen nieuwe instroom mogelijk, met uitzondering van de ZZP's LG 1, LG 3 en ZGvis 1 en ZGaud 1. Cliënten met een indicatie voor een hoog ZZP’ hebben zogenoemd hoog overgangsrecht en krijgen toegang tot de Wlz, ongeacht de vraag of zij verblijven in een instelling, of hun zorg in een andere vorm ontvangen. De hoge ZZP's zijn: • VV 04 t/m 10 • VG 03 t/m 08 (≥ 18 jaar) • VG 04 t/m 08 (< 18 jaar) • SGLVG 01 • LG 02 en 04 t/m 07 • ZG aud 02 t/m 04 • ZG vis 02 t/m 05 • LVG 01 t/m 05 ≥ 18 jaar Voor de hoge ZZP's is in 2015 en daarna nieuwe instroom mogelijk. Cliënten met een GGZ-B indicatie Cliënten van 18 jaar of ouder die in een instelling verblijven met een indicatie voor een GGZ-B pakket blijven in de Wlz. De einddatum van de indicatie wordt ambthalve gesteld op 31-122017 (artikel 11.1.3, eerste lid). De cliënten van 18 jaar en ouder met een indicatie voor een GGZ-B pakket en die een PGB hebben, blijven op grond van artikel 11.1.3, tweede lid in de Wlz. De overige cliënten met een GGZ-B indicatie (dus cliënten nog geen 18 zijn, cliënten die niet in zorg zijn of die zorg thuis ontvangen) stromen uit. Herstelzorg na ziekenhuisopname (ZZP VV3) In 2014 is ZZP VV3 opengesteld voor cliënten die na ziekenhuisopname kortdurend herstelzorg nodig hebben. Deze groep behoort tot de groep cliënten met laag overgangsrecht. Bij een geldig indicatiebesluit mogen ze in 2015 de zorg zowel in een instelling als thuis (vpt,
mpt of pgb) ontvangen. Ze houden levenslang recht om te verblijven. Indicaties met beperkte geldigheid De indicaties van de nieuwe instroom van de volgende indicaties zijn niet onbeperkt geldig: - LVG, SGLVG en GGZ-B: maximaal 3 jaar - VV9b: maximaal 6 maanden Voor de overgangscliënten krijgen de cliënten met de volgende indicaties een beperkte indicatieduur mee: - GGZ-B: einddatum indicatie wordt ambtshalve op 31-12-2017 gesteld - LVG indicaties behouden hun einddatum Bestaande AWBZ cliënten met indicatie SGLVG en VV9b hebben hoog overgangsrecht.
Mailbox ‘uitvoering’ Vragen over de uitvoering van de Wlz kunt u mailen aan:
[email protected] Deze mailbox is bedoeld voor: • Uitleg van wet en regelgeving, circulaires • Melding van lacunes in de uitvoering • Arbitrage bij verschillen van inzicht tussen zorgaanbieders en zorgkantoren Indien een vraag niet tot het werkterrein van het Zorginstituut behoort, dan kunnen we u in de meeste gevallen de weg wijzen.
BIJLAGE 1 Hoe wilt u uw zorg in 2015 geleverd hebben in de Wet langdurige zorg? Om een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz) aan te vragen, kunt u gebruik maken van het aanvraagformulier van het CIZ. Bij vraag 10b van dit formulier staat: “Hoe wilt u deze zorg geleverd hebben?” U kunt hier één van de volgende mogelijke leveringsvormen aanvinken: 1. Ik wil de zorg zelf regelen met een persoonsgebonden budget (pgb) 2. Ik wil dat het zorgkantoor mijn zorg regelt (Zorg In Natura) a. Door verblijf in een instelling (opname) b. Door de zorg thuis te ontvangen Als u blijvend wordt opgenomen in een zorginstelling, is het niet mogelijk om de zorg zelf met een pgb te regelen. In deze brochure krijgt u uitleg over de mogelijke leveringsvormen. We hopen dat u met deze informatie een goede keuze kunt maken. Het gaat hier niet om de subsidieregelingen ADL, behandeling en eerstelijnsverblijf. Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, of u kunt nog geen keuze maken, dan kunt u contact opnemen met uw zorgkantoor. Als u meer wilt weten over de zorg die in de Wlz wordt geleverd, verwijzen wij u naar het Wlzkompas van Zorginstituut Nederland. U kunt dat vinden op www.zorginstituutnederland.nl, klik op pakket en vervolgens op Wlz-kompas. 1 Ik wil de zorg zelf regelen met een persoonsgebonden budget (pgb) Met een pgb kunt u zelf uw zorg inkopen. Dit kan bij een zorgaanbieder, een thuiszorgorganisatie of een kleinschalige woonvorm. U mag uw pgb ook gebruiken om mantelzorgers te betalen voor hun hulp en zorg. U kunt uw budget alleen besteden aan: • verpleging; • verzorging; • begeleiding (individueel en/of dagbesteding) • hulp bij het huishouden; • logeeropvang (dat mag alleen bij een toegelaten zorginstelling); • vervoer naar dagbesteding. Een pgb kan voor u de juiste keuze zijn wanneer u zelf wilt bepalen door wie, wanneer en waar de zorg verleend wordt. U kunt ook afspraken maken met meerdere zorgaanbieders. Het pgb biedt u de vrijheid om zelf uw zorg te regelen. Maar u moet ook zelf een aantal zaken regelen. Daarom is een pgb niet voor iedereen geschikt. Wanneer u kiest voor een pgb, bekijkt het zorgkantoor samen met u of dit de juiste keuze voor u is. Dit heet het bewust-keuzegesprek. Met een pgb moet u het volgende zelf regelen: • U moet een budgetplan opstellen, waarin u de zorg beschrijft waarvan u gebruik wilt maken. • U moet met elke zorgverlener een zorgovereenkomst afsluiten. In de zorgovereenkomst vermeldt u welke soort zorg u hebt afgesproken en het bedrag dat u daarvoor gaat betalen. Deze zorgovereenkomst moeten u én uw zorgverlener ondertekenen. • U moet voor elke zorgverlener een zorgbeschrijving opstellen. Hierin geeft u aan welke zorgbehoefte u hebt en welke zorg de zorgverlener geeft. Ook de zorgbeschrijving moet worden ondertekend door u en de zorgverlener. • U moet tijdig de declaraties over de geleverde zorg indienen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
De vereniging “Per Saldo” kan u hierbij helpen. Per Saldo is een vereniging voor mensen met een pgb. U kunt bij Per Saldo terecht wanneer u meer informatie wilt over het pgb (zie www.pgb.nl). Uw budget wordt gestort op rekening van de SVB. De SVB beheert uw budget. U moet de declaraties over de geleverde zorg naar de SVB toesturen. De SVB betaalt uw zorgverlener(s). In de 7-stappen folder van Zorginstituut Nederland vindt u meer informatie over de stappen die u moet nemen als u kiest voor het pgb. U kunt deze folder vinden op www.zorginstituutnederland.nl, klik op pakket en vervolgens op Wlz-kompas.
2a. Ik wil dat het zorgkantoor mijn zorg regelt door verblijf in een instelling Soms kunt of wilt u niet meer thuis blijven wonen en moet u opgenomen worden in een zorginstelling, bijvoorbeeld een verpleeghuis of een instelling voor gehandicaptenzorg. U kunt aangeven welke instelling uw voorkeur heeft. Soms is er een wachtlijst voor de instelling van uw voorkeur. Het zorgkantoor helpt u dan bij het zoeken naar de meest passende oplossing. Wanneer u niet direct kunt worden opgenomen in de instelling van uw voorkeur, bekijkt het zorgkantoor of u in de tussentijd het beste naar een andere instelling kunt gaan of dat u nog even thuis kunt blijven wonen met zorg thuis.
2b. Ik wil dat het zorgkantoor mijn zorg regelt door de zorg thuis te ontvangen Het zorgkantoor regelt dat u thuis de zorg krijgt die past bij uw zorgbehoefte. U kunt zelf aangeven welke zorgaanbieder de zorg moet leveren. Uw wens wordt zoveel mogelijk nagekomen. Maar dit is niet altijd mogelijk. U kunt namelijk alleen gebruik maken van zorg van zorgaanbieders met wie het zorgkantoor een contract heeft. De zorgaanbieder komt bij u thuis om de zorg te bespreken. U bespreekt welke zorg de zorgaanbieder precies verleent, wie er komt, hoe laat, etcetera. Die afspraken legt de zorgaanbieder samen met u vast in een zorgplan. U kunt ook zelf een zorgplan maken. In het zorgplan staan afspraken over de eventuele hulp die uw mantelzorger(s) bieden en over wat u belangrijk vindt (bijvoorbeeld privacy, geloofsovertuiging). U bespreekt het zorgplan regelmatig met de zorgaanbieder. Indien u dat wenst, kan het zorgkantoor u ook ondersteunen bij de zorgplanbespreking. Het zorgkantoor kan de zorg thuis op twee manieren regelen: 4 als een volledig pakket thuis (vpt) 5 als een modulair pakket thuis (mpt) De zorgaanbieder bespreekt met u wat de mogelijkheden zijn voor u. Uiteindelijk beoordeelt het zorgkantoor of het vpt of het mpt in uw situatie haalbaar is en neemt hierover een besluit. Het zorgkantoor stelt u hiervan op de hoogte. Het Het in: • • • • • • •
volledig pakket thuis (vpt) vpt bevat bijna alle zorg die u ook in een instelling zou krijgen, maar dan thuis. Dat houdt verpleging; persoonlijke verzorging; begeleiding (individueel en/of dagbesteding); Wlz-behandeling; vervoer naar behandeling en/of dagbesteding; maaltijden (eten en drinken); hulp bij het huishouden.
Het modulair pakket thuis (mpt)
Het • • • • • Het wilt
mpt kan de volgende zorg of delen ervan bevatten: verpleging; persoonlijke verzorging; begeleiding (individueel en/of dagbesteding); Wlz-behandeling; vervoer naar behandeling en/of dagbesteding. mpt is zonder maaltijden en zonder hulp bij het huishouden. Wanneer u ondersteuning bij de maaltijdvoorziening of bij het huishouden, kunt u terecht bij de gemeente.
Het mpt is voor u geschikt als: • u wilt dat een deel van de benodigde zorg verleend wordt door de mantelzorger(s). Dat betekent dus dat de zorgaanbieders minder zorg hoeven te verlenen. Als u dit wilt, kiest u voor 2b. Door zorg thuis te ontvangen; • u gebruik wilt maken van meerdere zorgaanbieders. Als u dit wilt, kiest u voor 2b. Door zorg thuis te ontvangen; • u voor sommige Wlz-zorgonderdelen een pgb wilt en voor andere Wlz-zorgonderdelen wilt dat het zorgkantoor het regelt. Als u dit wilt, kiest u voor 1. Ik wil de zorg zelf regelen met een persoonsgebonden budget (pgb). Het zorgkantoor neemt dan contact met u op. De zorg die u met het pgb inkoopt, hoeft niet verleend te worden door zorgaanbieders waar het zorgkantoor een contract mee heeft.
3. Eigen bijdrage Als u zorg ontvangt uit de Wet langdurige zorg, moet u een eigen bijdrage betalen. U krijgt van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) een rekening met het bedrag dat u als eigen bijdrage moet betalen. Op www.hetcak.nl vindt u hierover alle uitleg. Hoeveel u zelf moet betalen, hangt af van uw inkomen, uw vermogen en de manier waarop uw zorg geleverd wordt. Als u nu alvast wilt weten hoe hoog uw eigen bijdrage wordt, kunt u op www.hetcak.nl een proefberekening maken.
BIJLAGE 2 FAQ overgangsrecht buitenland Waarom is er voor Wlz verzekerden die wonen in het buitenland overgangsrecht? Wlz verzekerden wonend in het buitenland hebben in 2014 recht op de vergoeding van de kosten van zorg die valt onder de AWBZ en Zvw. Per 1 januari hebben zij geen recht meer op de vergoeding van kosten van de zorg die wordt overgeheveld naar de gemeenten (naar zowel Wmo als Jeugdwet). Deze groep heeft maximaal 1 jaar overgangsrecht (afhankelijk van geldigheidsduur indicatie). Voor de duidelijkheid, het gaat in het overgangsrecht om Wlz verzekerden wonend in het buitenland die op 31-12-2014 een geldende indicatie hadden voor zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo of Jeugdwet. Het gaat hierbij om een zeer beperkte groep. De totale zorgkosten die hiermee gemoeid zijn, worden geschat op 2 miljoen euro. Op welke artikelen is dit overgangsrecht gebaseerd? • Artikelen 10.1, 10.2, en 10.2a in de Jeugdwet. Via de invoeringswet Jeugdwet (kamerstuk 33983, nummer 7) wordt artikel 10.2a ingevoegd. • Artikel 8.3 in de Wmo. Via de Invoeringswet Jeugdwet wordt artikel 8.3 gewijzigd en worden leden 8 en 9 toegevoegd. Wat gebeurt er met ‘nieuwe instroom’ van Wlz verzekerden wonend in het buitenland die na 31-12-2014 vraag hebben naar zorg die per 1-1-2015 valt onder de Jeugdwet of Wmo? Als zij op 31-12-2014 geen geldende CIZ indicatie hiervoor hadden, hebben zij hier geen recht meer op en kan deze zorg niet vergoed worden. Wat gebeurt er als de indicatie van iemand met overgangsrecht eindigt in de loop van 2015? Het overgangsrecht eindigt als de geldigheid van de indicatie afloopt. Diegene kan dan nog wel beroep doen op het woonlandpakket, voor zover diegene in een verdragsland woont. Hiervoor geldt wel de voorwaarde dat diegene met het daarvoor bestemde verdragsformulier is aangemeld bij het ziekenfonds in het woonland. Gaat het erom dat de zorg wordt geleverd op 31-12-2014 of dat er een geldende indicatie was op 31-12-2014? Het gaat om de indicatie. Is een zorgverzekeraar verplicht om dit overgangsrecht uit te voeren? Een zorgverzekeraar is hiertoe niet verplicht. Er wordt gewerkt met een mandaatbesluit en een contract die een zorgverzekeraar niet hoeft te ondertekenen. Er zijn verschillende redenen waarom het wel wenselijk is dat de zorgverzekeraar dit uitvoert. De dossiers voor de mensen waarvan de verzekeraar de zorg vergoedt moeten anders worden overgedragen naar het Zorginstituut of naar een andere uitvoerende partij. De verzekeraar zal hierbij meer informatie moeten aandragen dan bij de eigen uitvoering. Bovendien zult de verzekeraar nog steeds de nota's van deze groep moeten restitueren voor de zorg die onder de Wlz en Zvw valt. Gaat het Zorginstituut tarieven afgeven voor deze zorg? In 2014 is de vergoeding gemaximeerd op de kosten die in de Nederlandse marktomstandigheden passend zijn te achten, net zoals bij de Zorgverzekeringswet. De zorgverzekeraar dient dat zelf te beoordelen. Dit geldt ook voor de zorg die valt onder het overgangsrecht voor Wlz verzekerden wonend in het buitenland. Dus hierin treedt geen verandering op ten opzichte van 2014. Het Zorginstituut geeft geen tarieven af. Moet er gebruik gemaakt worden van een aparte declaratiecode of een andere declaratiesystematiek? Voor de verantwoording is van ons alleen de invulling van de totale kosten en totale aantallen
in het exploitatieformulier van belang. Wij zullen daarvoor geen eisen stellen ten aanzien van declaratiecodes. Dat is aan de zorgverzekeraar zelf. Er worden vanuit het Zorginstituut geen eisen gesteld aan een administratief systeem, wij vragen alleen totale kosten en het totale aantal mensen dat zorg ontvangt. Wie informeert de verzekerden? In principe informeren de zorgverzekeraars de verzekerden. Mocht het handig zijn dat het Zorginstituut meewerkt aan de inhoud van voorlichtingsmateriaal, zijn we daartoe uiteraard bereid. Ook zal er informatie beschikbaar komen op de website van Zorginstituut Nederland over het overgangsrecht, als u daar suggesties voor heeft horen wij dat graag zodat de zorgverzekeraar eventueel naar de website kan verwijzen.