NIEUWSBRIEF (V)MBO
Werkdruk en werkverdeling Belangrijk punt in deze onderhandelingen was de vermindering van de werkdruk in het MBO. Daarvoor hebben we tenslotte ook gestaakt in het MBO! Waar tot op heden de cao weinig tot geen houvast biedt voor het inperken van taken en lessen, zijn de vakbonden en de MBO Raad nu een inzetbaarheidskader overeengekomen dat de individuele werknemer in de cao een recht geeft en beschermt. In het kader van de inzetbaarheid en de werkverdeling van het team geldt in eerste instantie dat de professionals in een teamproces de werkzaamheden verdelen: de werkverdeling (A). Wanneer het team geen overeenstemming bereikt over deze werkverdeling wordt overgegaan tot de werktoedelingsoptie (B). A. Werkverdeling Bij de werkverdeling geldt het kader dat vooraf is vastgesteld; het zogenaamde inzetbaarheidskader. Dit houdt in dat de normjaartaak van 1659 uur in twee compartimenten is verdeeld met daartussen een ‘schot’. Het eerste compartiment bestaat uit 1200 uur en bevat de taken voor de uitvoering van het onderwijsprogramma. Het tweede compartiment bestaat uit 459 uur en bevat de taken voor de organisatie van het onderwijs. Tussen deze twee compartimenten kan niet worden overgeheveld. In schema: Taken binnen de 1200 uur; uitvoering van het onderwijsprogramma (niet limitatief) lessen conform definitie (zie hieronder) voor- en nazorg studiebegeleiding stagebegeleiding (BPV) studieloopbaanbegeleiding (SLB)/mentoraat afnemen van/toetsen van examens
Taken binnen de 459 uur; organisatie van het onderwijs (niet limitatief) 59 uur individuele deskundigheidsbevordering 107 uur (per fte) teamontwikkeling ontwerpen en onderhouden onderwijsprogramma werkoverleg bedrijvenstages open dagen/intakes peer review coördineren en afstemmen 50 uur duurzame inzetbaarheid
Tijdens het werkverdelingsproces bepaalt het team de weging van taken en de verdeling daarvan. De bepalende rol van het team in de weging van de zwaarte van taken wordt expliciet in de cao opgenomen/vastgelegd. De leidinggevende heeft in dit
CNV Onderwijs
Op 4 juni 2014 hebben de vakbonden en de MBO Raad een onderhandelaarsakkoord bereikt over de CAO MBO 2014-2015. Deze cao is van toepassing op de medewerkers in het MBO, de Volwasseneneducatie en de VOafdelingen van scholen voor beroepsonderwijs die onder de CAO MBO vallen. In dit akkoord zijn de afspraken over werkdruk, duurzame inzetbaarheid en professionalisering, een structurele seniorenregeling met een overgangsregeling en de loonsverhoging verwerkt. In het Regeerakkoord heeft het kabinet eisen gesteld aan modernisering van arbeidsvoorwaarden om in aanmerking te komen voor middelen voor het MBO. Met deze afspraken is daaraan voldaan. Daarnaast hebben de overlegpartijen procesafspraken gemaakt om meteen door te gaan met het overleg over de volgende cao. Daarin zal de duurzame inzetbaarheid nader worden ingevuld/uitgebreid en komen onderwerpen als gebruik van flexcontracten en de gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid aan de orde.
CAO MBO 2014-2015
Onderhandelaarsakkoord bereikt over CAO MBO 2014– 2015
werkverdelingsproces een faciliterende en toetsende rol, die ook expliciet in de cao wordt opgenomen/vastgelegd. Voor de 1200 uur kan geen invullingsnormering vooraf worden vastgesteld of opgedragen door bijvoorbeeld de leidinggevende of de OR. Alleen wanneer het team unaniem instemt, kan het team collectief afwijken van het inzetbaarheidskader van 1200 uur/459 uur. Van unanieme instemming is pas sprake als ieder individueel teamlid, schriftelijk, zijn instemming heeft gegeven.
In schema: Taken binnen de 1200 uur; uitvoering van het onderwijsprogramma (niet limitatief) lessen conform definitie (zie hieronder) tenminste 40% opslag voor- en nazorg studiebegeleiding stagebegeleiding (BPV) studieloopbaanbegeleiding (SLB)/mentoraat afnemen van/toetsen van examens
Taken binnen de 459 uur; organisatie van het onderwijs (niet limitatief) 59 uur individuele deskundigheidsbevordering 107 uur (per fte) teamontwikkeling ontwerpen en onderhouden onderwijsprogramma werkoverleg bedrijvenstages open dagen/intakes peer review coördineren en afstemmen 50 uur duurzame inzetbaarheid De definitie van lessen is als volgt: alle ingeroosterde groepsgebonden contactactiviteiten voor de realisatie van begeleide onderwijstijd (groepslessen). Wanneer een compartiment ‘vol’ is kan men niet vanuit het andere compartiment uren of taken overhevelen. Opgedragen taken binnen het compartiment van 1200 uur bepalen dus tevens hoeveel uur men nog les kan/mag geven. Voorbeeld 1: Een docent krijgt 857 uur lessen opgedragen volgens de bovenstaande definitie. Op grond van de opslagfactor van tenminste 40% heeft deze docent recht op 343 uur opslag voor voor- en nazorg. Dit betekent dat het gehele compartiment van 1200 uur is gevuld met lessen en voor- en nazorg en deze docent dus geen andere taken binnen het compartiment van de 1200 uur meer kan verrichten. Voorbeeld 2: Een docent krijgt voor 200 uur BPV-taken opgedragen en voor 200 uur taken studieloopbaanbegeleiding. Binnen het compartiment van de 1200 uur resteren dan nog 800 uur, waarvan maximaal 571 uur nog met lessen kan worden gevuld met de verplicht opslag van tenminste 40% van 229 uur. Daarmee is het compartiment van 1200 volledig gevuld.
Indien op dit moment gebruik wordt gemaakt van de ‘terugvaloptie’ (artikel F6 van de huidige CAO BVE) en daarbij tussen de werkgever en de Ondernemingsraad (OR) afspraken zijn gemaakt over een lagere opslagfactor dan het nu afgesproken minimum van 40%, hebben die werkgever en OR tot uiterlijk 1 januari 2015 de tijd om dit percentage aan te passen aan de nieuwe afspraak van tenminste 40% en moet de organisatie daarop vóór 1 januari 2015 ook zijn afgestemd/ingericht. Duurzame inzetbaarheid (DI); een persoonlijk budget Per 1 augustus 2014 krijgen alle personeelsleden binnen de normjaartaak een persoonlijk budget van 50 uur (deeltijders naar rato) per cursusjaar, dat zij naar eigen 2
CNV Onderwijs
Ook hier geldt weer het inzetbaarheidskader met de twee aparte compartimenten binnen de normjaartaak van 1659 uur, die gescheiden zijn door een ‘schot’. Het verschil tussen deze twee compartimenten en de compartimenten bij de werkverdeling is de verplichte ondergrens van 40% opslag voor voor- en nazorg bij de ‘lessen’ volgens de definitie. Dit is een individueel recht van de werknemer dat in de cao is vastgelegd.
CAO MBO 2014-2015
B. Werktoedelingsoptie Wanneer het team na de gehele werkverdelingsprocedure (zoals die stapsgewijze in de cao staat vermeld) geen overeenstemming bereikt over de werkverdeling, komt de optie van de werktoedeling aan bod. Bij de werktoedelingsoptie neemt de leidinggevende zijn verantwoordelijkheid voor de werktoedeling, waarbij voor iedere individuele werknemer een opslagfactor van tenminste 40% voor voor- en nazorg geldt.
inzicht kunnen besteden aan duurzame inzetbaarheid. Deze 50 uur worden in overleg met de leidinggevende op herkenbare dagdelen opgenomen (ingeroosterd), maar de werknemer vult deze uren zélf in en legt over deze invulling achteraf verantwoording af. Het is dus een individueel recht van de werknemer dat in de cao wordt opgenomen.
Regeling seniorenverlof De vakbonden en de MBO Raad zijn een nieuwe structurele seniorenregeling overeengekomen die wordt opgenomen in de cao. Het afschaffen van de BAPO en het afspreken van een nieuwe seniorenregeling was een voorwaarde van het kabinet om in aanmerking te komen voor toekomstige investeringen voor het MBO. De nieuwe regeling seniorenverlof geldt voor het onderwijsgevend personeel (leden van het onderwijsteam) en het onderwijsondersteunend personeel en is een individueel recht in de cao. Het verlof bedraagt 170 uur per cursusjaar (deeltijders naar rato) vanaf de 57-jarige leeftijd tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Het verlof wordt toegekend/opgenomen in hele of halve dagen (in overleg vast te stellen), verspreid over het cursusjaar. De eigen bijdrage van de werknemer bedraagt: 45% (voor salarisschaal 9 en hoger) over het salaris, zoals ook nu wordt berekend 30% (voor salarisschaal 8 en lager) over het salaris, zoals ook nu wordt berekend. Hierbij blijft de werktijdfactor van de werknemer ongewijzigd en alle salarisaanspraken (en overige aanspraken) blijven berekend worden op basis van deze ongewijzigde werktijdfactor. Om voor dit seniorenverlof in aanmerking te komen moet men aan de volgende voorwaarden voldoen: de werknemer is 57 jaar of ouder de werknemer heeft een werktijdfactor van 0,4 of hoger de werknemer is voorafgaande aan de gebruikmaking van de seniorenverlofregeling ten minste 5 jaar aaneengesloten, op basis van een arbeidsovereenkomst, in dienst bij een werkgever die onder de werkingssfeer van de CAO MBO valt en/of bij een werkgever in de MBO-sector die niet onder de werkingssfeer van deze cao valt, maar gelieerd is aan een werkgever die wel onder deze cao valt. Indien de werknemer gebruik maakt van de seniorenverlofregeling heeft hij géén recht meer op de 50 uur voor duurzame inzetbaarheid. Het is dus óf 50 uur persoonlijk budget duurzame inzetbaarheid (dit is géén verlof, maar gratis) óf seniorenverlof (dit is wél verlof, maar men betaalt een percentage eigen bijdrage over de volledige 170 uur). De werknemer die aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, kan vanaf de 60-jarige leeftijd 170 uur extra verlof opnemen tegen 100% eigen bijdrage ofwel geheel voor eigen rekening. De werkgever betaalt alleen het werkgeversdeel van de pensioenpremie. De overige salarisaanspraken worden over de, met deze 170 uur, verminderde betrekkingsomvang berekend. De opname van het seniorenverlof is onomkeerbaar; heeft men eenmaal gekozen voor verlof, dan moet men dat ook houden (behoudens bijzondere omstandigheden). Diegene die gebruik maakt van de seniorenverlofregeling (geldt zowel voor de nieuwe regeling als voor de overgangsregeling) heeft geen recht meer op de leeftijdsdagen zoals die op dit moment gelden (dit is het huidige artikel E-22 van de CAO BVE).
3
CNV Onderwijs
Voor onderwijsondersteuners geldt dat de werknemer deze uren inzet voor professionalisering en loopbaanontwikkeling en hieraan gerelateerde werkzaamheden. Dit kan dus zijn voor extra deskundigheidsbevordering, scholing of taken die voor de verdere loopbaan van belang zijn.
CAO MBO 2014-2015
Voor leden van het onderwijsteam (dit zijn alle personeelsleden die direct zijn betrokken bij het primaire proces en benoemd in een functie met carrièrepatroon 7 of hoger) ofwel het onderwijsgevend personeel, geldt dat de werknemer niet tijd- en plaatsgebonden werkzaamheden verricht in het kader van de 459 uur. Dit kan dus zijn voor extra deskundigheidsbevordering, scholing of extra tijd voor taken als intakegesprekken, bedrijvenstages, enz.
Het halve uur verlof per dag voor OOP/OBP vanaf 60 jaar (het huidige artikel E-20 CAO BVE), geldt vanaf 1 augustus 2014 alleen nog maar OOP/OBP in de carrièrepatronen 1 t/m 8, maar dan wel voor voltijders én deeltijders (voor deeltijders naar rato).
Werknemers
Voorwaarden
Recht op
Gebruikers Rechthebbenden Gebruikers Rechthebbenden Gebruikers
Huidige/oude Nieuwe Huidige/oude Nieuwe Huidige/oude
170 170 170 170 340
------------------60 jaar of ouder (indien BAPOverlof niet max opgenomen)
-------------------Gebruikers
---------------Nieuwe
-----------------100
59 jaar of ouder
Rechthebbenden
Nieuwe
------------+ max 170 uur extra verlof (totaal max 340 uur) 170 uur
------------------60 jaar of ouder
-------------------Rechthebbenden
----------------
------------+ max 170 uur extra verlof (totaal max 340 uur)
-----------------100
uur uur uur uur uur
% Eigen bijdrage 45/30 45/30 45/30 45/30 45/30
45/30
Verklaring gebruikte benamingen in het schema. o Een gebruiker is diegene die een BAPO recht had en dat ook daadwerkelijk heeft aangevraagd vóór 1 juni 2014. Voor deze persoon gelden (over de aangevraagde, ‘bevroren’ uren) de huidige (of ‘oude’) voorwaarden, maar het nieuwe percentage. o Een rechthebbende is diegene die aan de leeftijdseis voldoet, maar zijn bapo-verlof niet heeft aangevraagd (of slechts een deel daarvan). Deze persoon heeft op dit moment geen bapo-verlof (of slechts een deel), maar had dit wel (volledig) kúnnen hebben. Voor deze persoon gelden bij aanvraag de nieuwe voorwaarden en het nieuwe percentage. o Voor zowel gebruikers van 60 jaar of ouder (als men niet maximaal de 340 uur had opgenomen) als rechthebbenden van 60 jaar of ouder geldt voor het opnemen van het extra verlof van 170 uur de eigen bijdrage van 100%. Extra overgangsregeling voor diegenen die op 31 juli 2014 55 of 56 jaar zijn o Diegenen die op 31 juli 2014 55 of 56 jaar zijn en die vóór 1 juni 2014 een aanvraag hebben ingediend voor bapo-verlof, kunnen nog gebruik maken van de bapo-regeling op grond van de huidige/’oude’ voorwaarden en het nieuwe percentage van 45% of 30%. o Diegenen die op 31 juli 2014 55 of 56 jaar zijn, maar geen aanvraag hebben ingediend voor bapo-verlof, kunnen toch nog gebruik maken van de nieuwe seniorenregeling op grond van de nieuwe voorwaarden en het nieuwe percentage van 45% of 30%. De vakbonden en de MBO Raad hebben afgesproken dat het geld dat vrijvalt door afschaffing van de bapo-regeling en het invoeren van de soberdere regeling seniorenverlof, de komende jaren wordt ingezet voor de uitbreiding en nadere invulling van het persoonlijk budget voor duurzame inzetbaarheid dat voor werknemers in alle 4
CNV Onderwijs
In schema: Leeftijd op 31-7-2014 55-56 jaar 55-56 jaar 57-59 jaar 57-59 jaar 59 jaar of ouder
CAO MBO 2014-2015
Overgangsregeling huidige gebruikers en rechthebbenden Voor diegenen die op dit moment BAPO genieten of dit hádden kunnen genieten, geldt een overgangsregeling. Het recht op de verlofuren van de huidige BAPO-gebruikers wordt op 1 augustus 2014 ‘bevroren’. Het percentage van eigen bijdrage is gelijk aan dat van de nieuwe regeling. Een werknemer kan vanaf de 60-jarige leeftijd extra verlof van 170 uur bijkopen (tot een maximum van 340 uur), maar dan geldt voor die extra verlofuren de nieuwe regeling van 100% eigen bijdrage.
leeftijdscategorieën geldt.
De overheid heeft nieuwe regels gesteld die van invloed zijn op de hoogte van de pensioenpremie voor 2015. Hierdoor zullen gelden vrijvallen. De vakbonden en de MBO Raad voeren, zodra de gevolgen van de nieuwe pensioenregeling bekend zijn, op overeenstemming gericht overleg in welke mate en op welke wijze de vrijval van gelden beschikbaar is voor de ontwikkeling van de lonen.
Looptijd De looptijd van de CAO MBO 2014-2015 is van 1 augustus 2014 tot en met 30 juni 2015. De werkgroep van het cao-overleg gaat de komende tijd de gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) voor de CAO MBO in kaart brengen. De overlegpartijen hebben afgesproken dat de CAO MBO 2014-2015 vóór 30 juni 2015 zal zijn aangepast op grond van bovengenoemde wetswijziging voor zover dit noodzakelijk en/of gewenst is.
Laat jouw stem horen CNV Onderwijs gaat de komende weken de leden informeren en raadplegen over dit onderhandelaarsakkoord. Tijdens vijf ledenbijeenkomsten zullen wij met jullie in gesprek gaan hierover. Deze bijeenkomsten zullen plaatsvinden van 17.00 uur tot 19.00 uur op: • 24 juni in Utrecht • 25 juni in Zwolle • 26 juni in Nijmegen • 30 juni in Breda, Florijn College, Wilhelminasingel 33 • 1 juli in Roermond, ROC Gilde Opleidingen, Locatie Kasteel Hillenraedstraat Informatie over de andere exacte locaties volgt nog via onze site.
Digitaal stemmen Als MBO lid van CNV Onderwijs kun je digitaal je stem uitbrengen, waarmee je ons laat weten of je wel of niet instemt met het onderhandelaarsakkoord. Hiervoor ontvang je per e-mail – binnen één dag na deze nieuwsbrief – een link, waarmee je digitaal je stem kunt uitbrengen. Je kunt maar één keer stemmen. Als je dus eerst een van de ledenbijeenkomsten wilt bijwonen, kun je pas ná die bijeenkomst stemmen. Het digitale stemmen is mogelijk vanaf het moment dat je de link krijgt toegestuurd tot 2 juli 2014.
Ook voor jouw collega’s Heb je collega’s die nog geen lid zijn van CNV Onderwijs? Je kunt ze via deze nieuwsbrief informeren en wijzen op het belang en het voordeel van het lidmaatschap (zie ook www.cnvo.nl; voor specifieke informatie over het (v)mbo: arbeidsvoorwaarden >> cao’s >> mbo én de actiesite MBO (www.cnvo.nl/mbo). Leden kunnen meepraten en meebeslissen in het gehele proces, ook in dit traject op weg naar de nieuwe CAO MBO 2014-2015. CNV Onderwijs maakt zich sterk voor het (V)MBO en de (rechts)positie van het personeel in die sector. Daarbij is de actieve 5
CNV Onderwijs
Loonsverhoging Per 1 augustus 2014 worden de lonen in het MBO structureel verhoogd met 1,2%. De loonruimte die het kabinet vaststelt in de ruimtebrief 2015 wordt ingezet voor een loonsverhoging in 2015. De loonsverhoging van 1,2% in 2014 maakt hiervan deel uit.
CAO MBO 2014-2015
Bepalingen inzake medezeggenschap Partijen hebben afgesproken de begrippen taakbelastingsbeleid, taakverdelingsbeleid, meerjarig financieel beleid, formatiebeleid, arbeidsomstandighedenbeleid en de wijze van vaststelling van de onderwijsteams in de CAO MBO 2014-2015 nader en meer expliciet te omschrijven. Daarbij zal bij het begrip taakbelastingsbeleid in de cao de weging van de zwaarte van de taken uitputtend worden geregeld. Ook komt er een adviesrecht voor de OR bij het voor de gehele instelling generiek vaststelling of wijziging van de omvang van de roostertijden voor deelnemers.
steun en kritische inbreng van leden van groot belang. We verzoeken je dan ook deze nieuwsbrief te verspreiden onder je collega’s.
Joany Krijt, bestuurder MBO Anja Bartholomeus, onderhandelaar MBO
CNV Onderwijs
CAO MBO 2014-2015
CNV Onderwijs www.cnvo.nl Heb je nog vragen over deze nieuwsbrief en/of wil je opmerkingen aan ons kwijt, dan kun je deze sturen naar
[email protected]
6