Nieuwsbrief
nr. 29, december 2009
Monumentenzorg en archeologie
Terugblik Open Monumentendag 2009 de jeugd, is in één keer bereikt. De wedstrijd werd gehouden onder negen Alkmaarse groepen 7 die zeer enthousiast aan de slag gingen. De opdracht was het maken van een kunstwerk over een monument. Deze werden vooraf bezocht onder begeleiding van een expert. Dit leverde negen originele creaties op, waar de jury nog een zware dobber aan had om te bepalen wie de winnaar werd. Het kunstwerk dat groep 7 van ‘De Fontein’ maakte van het Wildemanshof en haar 24 bewoonsters kreeg de hoogste waardering van de jury. De publieksprijs ging naar het Huis met de Kogel, gemaakt door groep 7B van de St. Adelbertus. Het thema van Open Monumentendag 2009 was ‘Op de kaart’. Dankzij de vele vrijwillige deelnemers en surveillanten zijn de Alkmaarse monumenten op feestelijke wijze op de kaart gezet.
Een terugblik …
Open Monumentendag 2009 telde ruim 10.000 bezoekers. De bezoekers konden kiezen uit zo’n tachtig druk bezochte open monumenten. Naast de openstellingen waren uiteenlopende activiteiten georganiseerd. Zo was voor de jeugd een speurtocht uitgezet in en om de monumenten. Er was een stadswandeling, verschillende tentoonstellingen, een Korenfestival, lezingen, rondleidingen, historische films etc.
Het was een zeer geslaagde dag met gelukkig goede weersomstandigheden! Graag tot ziens in 2010 bij de 25e editie van de Open Monumentendag met het landelijke thema ‘De smaak van de 19e eeuw’. Afdeling Monumentenzorg & Archeologie
Noviteiten
Op Open Monumentendag waren er ook vier extra feestelijke gebeurtenissen: Als eerste kreeg het Regionaal Archief van de Vrienden van de Grote Kerk, uit handen van Joost Cox een 18de eeuwse tekening van Cornelis Pronk van het interieur van de Grote Kerk; De tweede actie was dat de wethouder van Monumentenzorg, Nico Alsemgeest met een ludieke actie de ‘Monumentenwijzer’ in de lucht. Hij opende hiermee het digitaal te bezoeken register van de monumentale bebouwing in Alkmaar. Die dag op locatie en nu op internet raad te plegen. Ook werd tijdens Open Monumentendag de website ‘Living History’ gelanceerd. Op internet ‘spreken’ de monumenten door verhalenvertellers die ‘live’ verslag doen uit het verleden. Tot slot is er op initiatief van ‘Van Alckmaer voor Wonen’ een monumentenwedstrijd georganiseerd. Het doel, om monumenten op de kaart te zetten bij 1
Verder in dit nummer • De bouwhistorische kaart • Eenopgraving bij Laat 233-237 • Het strategisch plan van Bergama • Een beerput aan de Doelenstraat • Voormalige brugpost aan de Helderseweg • Een sluisje bij de Omval • Dakkapel Oudegracht 221 • Bijzondere bodemvondsten
2 3 4 5 6 6 7 8
Aangenaam…
De bouwhistorische verwachtingskaart…waarom?
Monumenteninspecteur, Bram Berkenpas.
Een praktijkvoorbeeld
Het voormalige pand van campingshop Roobeek aan de Laat 119 maakt plaats voor een nieuw op te trekken pand. Aanvankelijk werd gedacht dat dit pand, dat sinds de bouw al verschillende transformaties heeft ondergaan, geen bouwhistorische waarden meer bevatte. Toen de sloop echter al in volle gang was, kwam er achter de 20ste-eeuwse gevel toch nog een 16de-eeuwse balkenlaag te voorschijn. Afgezien van het feit dat het pand zich in de binnenstad bevind en daarmee binnen het beschermd stadsgezicht valt, genoot het pand geen bescherming.
‘Vertel Bram, wat doe je nou allemaal voor werk als
monumenteninspecteur’? Teveel om op te noemen: o.a. adviezen over restauraties geven, actief eigenaren benaderen voor restauratieplannen, financiële zaken regelen omtrent subsidies, controleren en handhaving maar ook de financiële afhandeling verzorgen. Verder het begeleiden van restauratiewerken, deelnamen aan bouwvergaderingen en het ‘lospeuteren’ van subsidies van het Rijk in Amersfoort en de Provincie. Ik maak vergunningbeschikkingen en coördineer als extra werk het totale onderhoud voor de Grote Kerk.
Doe je dit werk al lang?
Nu vier jaar. Maar ik werk al veel langer bij de gemeente, want ik ben begonnen bij het ingenieursbureau Civieltechniek en Volkshuisvesting en Bouwnijverheid (Bouw en Woningtoezicht). Daarna is Volkshuisvesting meegegaan in afdeling Wonen en deed ik daar woningverbetering en woninginpassing voor gehandicapten en woningtoezicht (klachten). De afdeling Monumentenzorg ontstond pas later, omdat het eerst onder de toenmalige afdeling Bouwkunde viel en Monumentenzorg nog min of meer een ‘ondergeschoven kindje’ was. Voor mij kwam er een kans toen er een monumenteninspecteur vertrok. Ik heb toen op mijn vijftigste de studie Monumentenzorg en Restauratietechnieken in Den Bosch gedaan. Pittige studie, maar erg interessant.
Bij aankomst werd al snel duidelijk dat er van de historische balklaag weinig over was; de balken waren inmiddels op een grote hoop op het trottoir beland. Gelukkig waren de balken nog niet afgevoerd en konden deze, inmiddels in tweeën gebroken, nader geïnspecteerd worden. Om en om hadden de eiken balken een muurstijl met korbeel en sleutelstuk gehad of een console. Gelukkig waren door de breuk de recente verflagen van de balk gespat en kwam er een historische verflaag tevoorschijn; een schildering van ranken in zwart en oker op een ossenbloedrode achtergrond. Deze schilderingen leken op het eerste gezicht op de renaissance schilderingen die zijn aangetroffen en gerestaureerd in het pand Verdronkenoord 102 uit begin 17de eeuw. Om de vondst nader te kunnen onderzoeken is een deel van de balk met de schildering en een balkeinde met sleutelstuk gered en meegenomen. Eventueel kan dendrochronologisch (jaarringen)onderzoek meer duidelijkheid geven over de precieze datering. Naast de historische balkenlaag is er in de voormalige steeg ook nog een schuifraam aangetroffen uit de naar verwachting 18de-eeuw en bleken de muren van het pand ook nog origineel 16de-eeuws. Hoewel een 16de-eeuws houtskelet in Alkmaar niet zo’n unieke vondst is, is de bouwhistorische waarde van de balken, de schildering, de muren en het raamkozijn groot. Bij toeval en door het vriendelijk meewerken van het sloopbedrijf kon deze waarde gedeeltelijk worden gedocumenteerd, maar in een vergelijkbare situaties zijn in het verleden al veel bouwhistorische waarden (ongedocumenteerd) verloren gegaan. De bouwhistorische verwachtingskaart, die op dit moment in ontwikkeling is, moet om door het juridisch verankeren van bouwhistorisch onderzoek in het bestemmingsplan, de tendens van ongecontroleerd slopen doorbreken. De visie voor de lange termijn is dat initiatiefnemers alert worden op mogelijk aanwezige bouwhistorische waarden en dat deze door middel van onderzoek vooraf ter plaatse kunnen worden behouden. Jelle Oud, stagiair M&A
Waar zie jij jezelf over vijf jaar?
Afgezien tegen het bezwaar tegen mijn functie-indeling is het vak mooi zeer boeiend en interessant maar ook zorgelijk omdat naast de vele geslaagde restauraties er altijd zaken zijn waar een stukje historie verdwijnt meestal door onachtzaamheid van een eigenaar of gebrek aan vakkennis. Als monumenteninspecteur moet je er constant bovenop zitten en zorgen dat je partner wordt van het geheel. Voorlopig voel ik me nog als een vis in het water hier en is er nog genoeg te doen in het monumentale en prachtige Alkmaar! 2
een opgraving bij Laat 233-237 en 1 meter diep zijn geweest. Ze waren door zandverstuivingen steeds snel opgevuld. De jongste greppel bevatte nog een paar scherven 13de-eeuws protosteengoed. Ze sluiten precies aan op een reeks Noord-Zuid greppels in de opgraving Laat 208-212 aan de overzijde van de straat. Het lijkt erop dat deze greppels onderdeel zijn van een oude verkaveling. De Koorstraat is onderdeel van een oude weg langs de rand van de zandrug die als akkerland diende ( de ‘geest’). Blijkbaar lagen aan Greppels en een waterput zichtbaar in het gele de oostkant van de zand, met op de achtergrond een beerput. Koorstraat in de 11de/12de tot 13de eeuw erven van ongeveer 25 tot 30 meter breed. Er waren ook diverse oost-west gerichte greppels in de opgraving, maar daar is geen bundeling van te zien die op een standvastige verkaveling zou kunnen duiden. Bij deze bewoningsfasen horen een drie- of viertal houten tonputten, enkele verspreide paalsporen en andere vage kuilen. Begin 14de eeuw vonden er bouwactiviteiten plaats langs de Koorstraat. Aan de achterzijde van de panden Koorstraat 45/47 (hoekpand Laat) en 49/51 werden funderingen en kleivloeren gevonden uit deze periode. De huizen waren resp. 16,5 en Achtergevels (ooit tussenmuren) van Koorstraat 15 meter lang. 49/51 en (rechts) 45/47. De 15de/16de-eeuwse Het achterhuis van huizen staan letterlijk gefundeerd op de resten het pand Koorvan hun oudere voorgangers. straat 49/51 had een kleivloer met bakstenen stookplaats in het midden. Hoekpand Koorstraat 45/47 had een brandmuur die het achterhuis scheidde van het voorgedeelte, met een brede schouw achter tegen de brandmuur. Beide huizen zijn naderhand op de oude funderingen herbouwd, mogelijk in de 15de eeuw. Het hoekpand Koorstraat 49/51 kreeg een nieuwe brandmuur op dezelfde plek als de oude – dit is de huidige achtergevel van het hoekpand (ijssalon Laan). Van origine was het huis erg laag, zonder verdieping en zonder borstwering van de zolder, maar later (mogelijk in de 18de eeuw) is het met een hele verdieping verhoogd.
Voor de bouw van een nieuwe winkel werden drie panden gesloopt aan de zuidzijde van de Laatzuidzijde, direct aangrenzend aan opgravingsterreinen uit 2004 (Laat 229231) en 2002 (Koorstraat 59). De sporen sluiten bovendien aan op de bevindingen uit 1998 aan de overzijde van de straat (Laat 208-212). Het terrein is door de gemeente opgegraven onder leiding van Annelies van Benthem die hiervoor van het Archeologisch Diensten Centrum werd ingehuurd. Gesitueerd op de oostflank van de strandwal, leverde de locatie sporen op vanaf de 11de of 12de eeuw. Helaas kwam er geen herkenbare huisplattegrond aan het licht maar wel talrijke greppels, waarvan sommige een merkwaardige gebogen vorm hadden. Ook bij Laat 229-231 waren dergelijke gebogen Een bundeling van rechte noord-zuid lopende greppels gevonden 11de-13de-eeuwse sloten, met op de achter- – het is de vraag of grond het gebouw waaronder in 1998 het dit erfgreppels vervolg ervan was opgegraven. waren of wellicht afwateringsgreppels onderlangs rieten daken van huizen. Een paar greppels bij Laat 233-237 bleken de hoek van een erf te vormen, met de achterzijde ervan op circa 8 meter vanaf de huidige rooilijn van de straat. Waarschijnlijk bestond de Laat destijds nog niet als waterloop (de huidige straat ontstond door demping van de gracht in 1872) en ook nog niet als weg. Aan de oostkant van de opgraving liep een hele bundel van elkaar opvolgende greppels in noord-zuid richting. De meeste moeten omstreeks 1,5 tot 2 meter breed
Een compleet rood aardewerken bord komt uit een laat-16de- of vroeg17de-eeuwse tonput. 3
Van de bebouwing langs de Laat is door latere activiteiten vrijwel niets terug gevonden. Wel werd er van de twee ‘kamer’woningen die hier in de 17de eeuw gestaan moeten hebben, een 16de/17de-eeuws (gedeeld?) riool aangetroffen richting de gracht van de Laat. Een aardige vondst was een tonput waarin secundair wat 15de-eeuws afval was gedeponeerd, waaronder een complete rood aardewerken vetvanger. Van de aangetroffen beerputten kunnen er een paar opeenvolgende toegeschreven worden aan het pand Koorstraat 53/55 (het tweede vanaf de hoek Laat). De oudste vondsten
hieruit zijn 15de-eeuws. Middenachter Koorstraat 49/51 bevond zich beerput 3, waarvan de beerlaag enig vondstmateriaal opleverde uit de 15de en 16de eeuw. Een bijzonder stuk was een complete rood aardewerken ‘drinkuit’, een bijzondere bodemvondst waarover in een vorige nieuwsbrief al is geschreven. Het hoekpand Laat/Koorstraat 45/47 leverde geen beerput op – het had vermoedelijk een riool naar de gracht. Peter Bitter
Het Strategisch Plan van Bergama historisch stadscentrum. Hierin bevinden zich behalve de imposante romeinse Rode Basilica en drie gigantische prehistorische grafheuvels (tumuli van koningen van het antieke Pergamon!) ook enkele honderden beschermde rijksmonumenten uit de ottomaanse tijd (tot 1923). Een groot aantal stamt zelfs nog uit de 14de, 15de en 16de eeuw, zoals moskeeën, badhuizen (twee zijn pas gerestaureerd en kunnen door eenieder bezocht worden voor een authentieke badervaring), karavanserai, openbare fonteinen en een paar honderd eeuwenoude huizen. Bergama is van oudsher het marktcentrum van de regio, met een zeer authentiek winkelgebied, de bazaar. Hier voeren de gemeente en het Ministerie van Cultuur en Toerisme de afgelopen paar jaar grootschalige restauraties uit van de doorgaans ruim een eeuw oude winkeltjes. Helaas profiteerde de stad tot dusverre weinig van de honderdduizenden (!) bustoeristen die jaarlijks de monumenten op de berg en net buiten de stad bezoeken. Het Strategisch Plan is een combinatie van een beleidsnota (de eerste van de gemeente op dit gebied) en een extreem beschermend bestemmingsplan voor de archeologische gebieden inclusief de binnenstad. Een bijzonder onderdeel zijn de plannen voor het verbeteren van het toerisme (van dagbezoek naar verblijfstoerisme: ook in Alkmaar een hot issue), waarin o.a. wordt voorzien in de aanleg van twee busparkings, een open-lucht Archeopark (voor monumentaal beeldhouwwerk en grote modellen van klassieke monumenten), een bezoekerscentrum bij een opgraving-in-actie, informatiepunten, toeristentreintjes naar en door monumentale plaatsen inclusief de binnenstad en een kabelbaan vanuit de binnenstad naar de Akropolis op de bergtop (de bouw hiervan is trouwens al vergund en begonnen!). Momenteel vindt een inspraakprocedure plaats voor het plan en dan gaat het naar de raad en het Ministerie voor goedkeuring. Er is al steun gevonden bij allerlei lokale en nationale instellingen en ook bij het Deutsches Archäologisches Institut (vestiging Istanbul), dat in Bergama al jarenlang opgravingen en restauraties doet. De ambitieuze plannen zouden in 2010-2011 uitgewerkt moeten worden. Streefdatum is 2025. Peter Bitter
V.l.n.r. Ismaïl Köseoglu, bureauhoofd monumentenzorg van Bergama, tolk/ adviseur Jelle Verheij en Alkmaars projectleider Jan Visser presenteren het concept Strategic Plan informeel aan de burgemeesters Mehmet Gönenc en Piet Bruinooge van Bergama en Alkmaar
In 2008 en 2009 hebben medewerkers van de afdeling Monumentenzorg & Archeologie deelgenomen aan een uitwisselingsproject met de afdeling monumentenzorg van onze zusterstad Bergama in west-Turkije. Het project is op dit momente in de afrondende fase. Daarom is in oktober jl. een bezoek aan Bergama gebracht o.a. samen met de burgemeester. Bergama is de antieke stad Pergamon, een hoofdstad die op haar hoogtepunt in de Romeinse tijd maar liefst 150.000 inwoners telde. De plaatsnaam is ook verbonden aan het perkament, dat er in de 2de eeuw v. Chr. is uitgevonden. Het uitwisselingsproject is een vervolg op een eerste project uit 2007, beide gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse zaken via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dankzij een wetswijziging uit 2005 wordt er in Turkije een begin gemaakt met decentralisatie van de monumentenzorg vanuit het rijk naar de gemeenten. In 2006 is dan ook in Bergama een bureau monumentenzorg opgericht bij de afdeling Planologie en men wil beslissingsbevoegdheid verwerven over vergunningen en subsidies (nu via een stroperige districtscommissie in Izmir). In het eerste project werd steun geboden bij de inventarisatie van monumenten en het leggen van contact met eigenaren en bewoners. In het nu lopende vervolgproject wordt het beleid voor de komende jaren opgezet in een ‘Strategic Plan’. Aan de rijke historie dankt de stad een groot aantal beroemde klassieke monumenten, zoals de Akropolis (verlaten stad op de berg, met o.a. tempels en herkomst van het naar Berlijn ‘geëxporteerde’ Zeus-altaar) en het Askleipion (beroemd hospitaal net buiten de stad), maar ook een
Bureauhoofd monumentenzorg Ismail Köseoglu presenteert zijn concept Strategic Plan 4
Een beerput aan de Doelenstraat: het hof van Holland in Alkmaar
door een nieuwe en opgeschoven naar het noorden. Het vondstmateriaal uit deze koker is minder gevarieerd. In het tweede kwart van de 17de eeuw is de put in onbruik geraakt.
Op 5 en 6 februari 2009 werd op de hoek met de Doelenstraat en de Koningsweg een klein archeologisch onderzoek verricht. Aanleiding was het verwijderen en vernieuwen van de vloer van een aanbouw van ongeveer 5 bij 5 meter. Het betreft een voormalige binnenplaats welke aan de noordzijde grenst aan een 17de eeuws achterhuisje aan de Koningsweg.
Het Hof van Holland
Uit de historische gegevens die van het pand zijn opgezocht bleek dat de eerste bouwdatum op de hoek Doelenstraat met de Koningsweg rond 1602/1604 moet zijn geweest. Aan Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat de zijgevel van een zekere Frans Fransz. De Vries wordt toegestaan om 2 dit achterhuisje ooit ongeveer één meter naar het noorden kamers, 2 woningen en een huis te mogen bouwen aan de is verzet. De vroegere achtergevelfundering was nog volnoordzijde van het Kruithuis. Het huis heet in de 17de eeuw ledig aanwezig. Tegen deze fundering werd een vroeg 17de “het Hof van Holland”. eeuwse waterput aangetroffen met een gemetselde koepel, Het in onbruik raken van de put ergens in het tweede kwart waaruit het water door middel van een zwengelpomp zal van de 17de eeuw blijkt ook te koppelen aan historische gezijn bediend. De put is verder niet onderzocht omdat deze gevens. Rond 1638 blijkt de eigenaar van het huis genaamd tot vrij recent (20ste eeuw) nog in “het Hof van Holland” mede werking moet zijn geweest. eigenaar te zijn geworden van het noordelijke buurpandje aan Onderzoek beerput de Koningsweg waardoor het De beerput die werd aangetrofmogelijk werd om het terrein fen in de zuidwest hoek is wel richting noorden uit te breiden. onderzocht. Hij had een diameZeer waarschijnlijk is de beerput ter van 2.25 meter en de bodem in onbruik geraakt bij het sabevond zich op 1.90 meter onder menvoegen van de twee panden het maaiveld. De koepel van de waarbij de tussenmuur en stortTwee kleine benen dobbelsteentjes gevonden in de beerput van beerput was grotendeels verwijkoker werden verwijderd. Doelenstraat 2. Let op de linker dobbelsteen....VALS spel! derd en de put bleek dichtgeLater, in de 19de eeuw, is het gegooid met zand, gezien het vondstmateriaal in de demheel weer opgesplitst en kwam de erfafscheiding weer terug pingsgrond in de vroege 18de eeuw. Later bleek dat de put op ongeveer de locatie van voor 1638. al ver voor die tijd in onbruik moet zijn geraakt. In de meest Op dit moment is de uitwerking van het vondstmateriaal zuidoostelijke hoek werd een uitgebouwde stortkoker aannog in volle gang. Het gevondene maakt in samenhang met getroffen met een scala aan vondstmateriaal uit de periode de historische gegevens en de vele afbeeldingen die er in de 1600-1625. Het gevonden materiaal was zeer divers met imeeuwen van deze hoek van de stad zijn vervaardigd, van het port producten uit oa. China, Italië en Duitsland. De indruk geheel een tastbaar stukje Alkmaars verleden. op dat moment is huisraad van bewoners in goeden doen, maar er zijn ook aanwijzingen dat het materiaal afkomstig is van een herberg. Zo was een steengoed kruikje uitgevoerd Rob Roedema met een ijkloodje in de hals, iets wat tot nu toe enkel bij herbergen en tapperijen is terug gevonden. In de periode Met dank aan Jan Klinkert voor het aanleveren van de archiefgege1625-1650 blijkt de primaire stortkoker te zijn vervangen vens van het ontstaan in de vroege 17de eeuw tot in de 20ste eeuw 5
Voormalige brugpost aan de Helderseweg in restauratie !
Een sluisje bij de Omval In februari 2008 werd door een buurtbewoner, Piet van Veen, bij de gemeente melding gedaan van funderingen die aan het licht kwamen bij de aanleg van een nieuw riool vlak voor het huis Omval 36. In goed overleg met de gemeentelijk opzichters en de aannemer konden enkele waarnemingen worden gedaan tijdens het werk. Het bleken delen te zijn van een oeroude inwateringssluis.
Na jaren van verval en verwaarlozing wordt de voormalige brugpost gelegen bij de spoorwegovergang en spoorbrug aan de Helderseweg gerestaureerd.
Pro rail draagt zorg voor de restauratie, onder toezicht van de afdeling Monumentenzorg & Archeologie. Het gebouw dateert uit 1958 en is een ontwerp in functionalistische stijl naar ontwerp van Ir Huizer toenmalig medewerker architectuur bij de N.S. De bouwkosten bedroegen toen 38.000 gulden (17.272,27 euro) In 1979 heeft het gebouw zijn functie verloren. Het heeft daarna nog jaren als kantine en opslagplaats gediend voor een schoonmaakbedrijf dat verbonden was aan de NS. Sinds een aantal jaren stond de brugpost leeg, wat het gebouw niet ten goede kwam. Veel sein- en brugposten zijn in de loop der jaren gesloopt, maar doordat er in de brugpost ook een PENhuis is ondergebracht is er nooit tot sloop over gegegaan. In de jaren 90 van de vorige eeuw is het huisje door zijn bijzondere architectuur op de gemeentelijk monumentenlijst geplaatst. Na de grondige restauratie bestaat er een kans dat een ingenieursbureau zich in de brugpost vestigt. Het heeft even geduurd maar er is (weer) een alleraardigst (in Nederland zeldzaam geworden) spoorweggebouw voor het nageslacht bewaard!
Uitsnede uit kadastrale minuutplan van 1885
Aan de westelijke rand van de droogmakerij Schermer (1635) ontstond in de loop van de 17de eeuw een klein buurtschap, de Omval. Het was een rijtje huizen aan het uiteinde van de Noordervaart, een hoofdwaterloop in de droogmakerij vrijwel in het verlengde van het Zeglis. Met behulp van een overhaal konden scheepjes bij de Omval vanuit de Schermer naar Alkmaar komen. De Noordervaart werd vanouds de Alkmaarder Vaart genoemd. In de jaren 1920 is het deel van de Noordervaart bij de Omval gedempt. De wegen die aan weerszijden langs het water lagen, bevinden zich er nog steeds omdat de vaart werd omgevormd tot plantsoen. Aan de zuidkant van de zuidelijke weg lag nog een bermsloot tot 1964, toen deze werd gedempt om er een riool in te leggen. Dit riool was inmiddels nodig aan vervanging toe. In 2008 werden bij de aanleg van een nieuw riool onder de zuidelijke weg funderingen gevonden. Het bleken delen te zijn van een sluisje tussen de Noordervaart en een slotenstelsel ten zuiden van de weg. Kennelijk waren er in dit gebied verschillende waterpeilen. De weg lag ook op een soort dijkje. Op 19de-eeuwse kaarten is de sluis afgebeeld en in 1885 is in het kadaster erbij vermeld dat het sluisje diende voor inwatering. Van Noordervaart tot sloot was de sluis ongeveer 15 meter lang. Hij bestond uit twee muren van 80 cm dik met een tussenruimte van maar liefst 3,30 meter. De sluis had aan de noordzijde twee gemetselde vleugels, onder 45 graden ten opzichte van de sluis, naar de kade van de Noordervaart. Deze waren in de vorige eeuw al grotendeels weggebroken. Omdat het riool er doorheen moest komen, moest er nu nog eens drie meter van de sluis gesloopt worden. De sluiswanden waren gefundeerd op 40 cm brede grenen delen en
Henk Krabbendam
Vastgestelde beleidsnota op het web Op 10 september 2009 heeft de gemeenteraad de nota Cultuurhistorie Alkmaar Beleidskader 2009-2019 ' Authentiek door dynamiek' unaniem vastgesteld. Hierin is het beleid voor de komende 10 jaar geformuleerd. Centraal in deze beleidsvisie staat de samenhang tussen de vakgebieden archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg. De nota en de bijlagen zijn via de website van de gemeente te raadplegen. U vindt de pagina’s van monumentenzorg en archeologie via dit icoon op de voorpagina van www.alkmaar.nl 6
pakket opgebracht zand; daaronder kwam van 0,8 tot 1,8 meter diepte een veenlaag, met daaronder klei en zandlagen. Kennelijk is de Omval aangelegd op een oude strook ‘buitendijks’ land langs de Schermer. De bovenlaag veraard veen zal ooit heel veel dikker (en slapper) zijn geweest. Dit buitendijks land staat op 17de-eeuwse kaarten van de Schermer veel kleiner Een deel van het sluisje is ontgraven. afgebeeld, maar was dus omvangrijker.
rustten op een rij heipalen om de halve meter. Op 1,7 meter diepte werden delen gevonden van een zware grenenhouten bodem (in het verleden al grotendeels weggebroken). In het omgewoelde slib onderin bevond zich een mengeling van aardewerk van de 17de tot de 19de eeuw. Wellicht is het sluisje in eerste aanleg dus nog 17e eeuws. Er resteert in de voortuin van Omval 36 nog een stuk van ongeveer 5 meter van de sluis, tot aan het riool van 1964. Van een sluisdeur of schuif zijn helaas geen resten of bevestiging gezien. In de rioolput bleek in de ondergrond nog een dik veenpakket aanwezig. Vanaf het huidige maaiveld was er eerst een
Peter Bitter Met dank aan Piet van Veen voor de hulp en de archiefgegevens.
Dakkapel Oudegracht 221 in ere hersteld
werd. Het heeft de nodige tijd geduurd, maar in 2006 is het plan door de eigenaar van het pand weer opgepakt en is een bouwaanvraag ingediend. Met de gemeente is overleg gevoerd over de aanpak en over het al dan niet herplaatsen van de originele ornamenten. Met het oog op duurzaamheid is gekozen om de originele ornamenten beperkt te restaureren en hiervan een exacte kopie te maken. De originele ornamenten zijn behouden en in de Monumentenloods te bewonderen. Met name de uitvoeringsdetails van de dakkapel hebben nog de nodige aandacht gevergd om uit te werken. Zo zijn bijvoorbeeld piepschuim mallen gemaakt om aansluitdetails en verhoudingen inzichtelijk te maken. Dit is in nauw overleg geschied met de afdeling Monumentenzorg. Opvallend is dat een vergelijkbare dakkapel nergens in archieven is gevonden, blijkbaar een redelijk uniek exemplaar. De maatvoering is volledig gebaseerd op de originele tekening. Eind november 2008 is de dakkapel met ornamenten in de huidige kleurstelling van pand succesvol geplaatst, een aanwinst voor de gevel. Bewoner Oudegracht 221
Na circa honderd jaar van de gevel te zijn verdwenen, is in het najaar van 2008 de dakkapel op het pand Oudegracht 221 herplaatst. Aan deze restauratie gaat een kleine geschiedenis vooraf. Het pand wisselde in augustus 1970 van eigenaar, op dat moment was het gekraakt door de Kabouter beweging. Het werd als één van de eerste panden in Nederland ontruimd, hetgeen zelfs tot Kamervragen heeft geleid. Bij de toenmalige overdracht van het huis met kantoor werden blauwdrukken overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Hierbij zat toen ook een verbouwingstekening van de vensters met daarop getekend een dakkapel. Vanaf dat moment heeft deze tekening ingelijst in de woning gehangen. Dagelijks geconfronteerd met dit mooie beeld, heeft de eigenaar steeds met de gedachte gespeeld de dakkapel te herplaatsen. Op een gegeven moment is een prent van de Oudegracht van J.A. Crescent opgedoken waarop duidelijk te zien was dat een dakkapel op het pand stond. Toendertijd, eind jaren zeventig, is gevraagd of het mogelijk was de dakkapel weer te plaatsen. Dit bleek erg lastig gezien de status van Rijksmonument. Er was trouwens geen enkel bewijs dat de dakkapel er ooit op had gestaan. De verbouwing had nooit zo plaatsgevonden en de prent was vrijheid van de kunstenaar, zo luidde het bezwaar. Jaren later was daar ineens de ommezwaai. Bij het opruimen van de zolder van het Gemeentemuseum bleek een sierlijst van een dakkapel te zijn gevonden. Maar waar kwam die vandaan? Na ruim een half jaar speurwerk van de afdeling Monumentenzorg & Archeologie leek de lijst overeen te komen met die op ‘een prent’ van de Oudegracht. Toen de betreffende ambtenaar bij navraag ter plaatse met de tekening werd geconfronteerd, was het cirkeltje rond. Het zou natuurlijk mooi zijn als de dakkapel weer geplaatst 7
bijzondere bodemvondsten Hand op de knip! Van de leervondsten, die regelmatig in Alkmaar worden opgegraven, zijn (delen van) schoenen de hoofdmoot. Wij zijn dan ook verrast, als een afwijkende leervondst wordt gevonden. Postuum is de publicatie ‘Purses in Pieces‘ over leren beurzen, buidels, tassen en houders van Olaf Goubitz verschenen. Deze welkome publicatie geeft ons inzicht om afwijkende leervondsten te ontrafelen. Bij opgravingen aan de Schermerweg (Jaagpad) in 2004 en aan de Wageweg (Victoriepark) in 2008 zijn delen van een gordelbeurs en gordeltas aangetroffen. In de binnentuin van het Stadhuis aan de Langestraat werd in 2003 een fraaie bronzen beugel van een beurs opgegraven.
Onderdeel van een gordelbeurs, 16de/17de eeuw (08WAG704)
in het Victoriepark, is vermoedelijk een onderdeel van een gordelbeurs van kalfsleer opgegraven (08WAG704). Waarschijnlijk gaat het om de voorzijde, 16 cm x 10.5 cm. Hij kan gedateerd worden in de 16de of 17de eeuw. Opvallend is de textielindruk aan de achterkant van het leerfragment. Een gordelbeurs kan uit meerdere vakken bestaan, voor de binnenvakken werd dun leer en textiel gebruikt. Normaal gesproken vergaat textiel van plantaardige afkomst. Het mooie van textiel is de rekbaarheid; de gebruiker kon zijn gordelbeurs flink vullen! Tenslotte is er een sierlijke bronzen tasbeugel uit een 16de-eeuwse beerkelder opBronzen tasbeugel, 16de eeuw gediept in de binnentuin van (03STHBP2) het Stadhuis (03STHBP2). Het gaat om een rechttoe-rechtaan model met een soort veersluiting. De beugel is 13,5 bij 7 cm. Dit type beugel werd gekoppeld aan de gordel met één of meerdere haakjes of lusjes. Waarschijnlijk heeft de tasbeugel aan een man toebehoord, gezien de afmetingen en het model.
Aan de gordel
Het hoogtepunt van het gebruik van beurzen, geldbuidels, tassen, kokers en doosjes was in de late Middeleeuwen. Aan een leren gordel werden beurzen en geldbuidels gehangen, maar ook aparte kokers en doosjes waren geliefd om allerlei gebruiksvoorwerpen mee te nemen zoals messen, brillen, naalden, wassen schrijfplankjes, etc. Deze voorwerpen kregen eveneens een plekje aan de gordel. Een gordelbeurs of gordeltas was onontbeerlijk in grote handelssteden. Zij waren van de 14de tot in de 17de eeuw populair onder alle geledingen van de bevolking voor zowel mannen als vrouwen. Gedragen over de kleding heen, volgde men ook de nieuwste modetrends.
Tas en knip
Aan de Schermerweg (Jaagpad) werd in de storthoop een onderdeel van een gordeltas gevonden. Hij komt waarvoorkant van een gordeltas, eind 16de eeuw schijnlijk uit de (04SCHW39) laat-16de-eeuwse ophogingsgrond (04SCHW39). Het gaat vermoedelijk om de voorzijde, vervaardigd van kalfsleer en versierd met ingekerfde diagonale lijnen. Hij is 8,5 cm hoog, de bovenzijde is 10 cm breed en loopt uit naar 13,5 cm aan de onderzijde.
Het dragen van een gordeltas is de herkomst van de uitdrukking: Houdt de hand op de knip! Het afhandig maken van dit kleinood was de middeleeuwer dus niet vreemd. Zij hadden bovendien met beurzensnijders van doen! Karin Beemster Literatuur: Goubitz, O., 2007: Purses in Pieces. Archaeological finds of late medieval and 16th-century leather purses, pouches, bags and cases in the Netherlands, Zwolle. Roedema, R., 2004: Een beerput bij de Zijpse kamer, in: J.C.M. Cox e.a., “Onse heerlijcke Stadthuys binnen Alckmaer”, Alkmaar, 83-93, 174-176.
Uit de gedempte middeleeuwse vestinggracht, onderzocht
Colofon
Deze nieuwsbrief is een gratis uitgave van de gemeentelijke afdeling Monumentenzorg & Archeologie. Afbeeldingen eigen collectie i.s.m. Regionaal Archief Alkmaar / Vorm en Opmaak: Team DTP Gemeente Alkmaar / Druk: Tijl Uilenspiegel, Alkmaar Informatie monumentenzorg: Gemeente Alkmaar, Afdeling M&A, Postbus 53, 1800 BC Alkmaar / Secretariaat: 072-5488724 / Restauratieadviseurs: Bram Berkenpas (072-5488812), Frans Borst (072-5488589), Henk Krabbendam (072-5488814) / Monumentenloods: 06 - 113 26 174 / Bouwhistorie: Carolien Roozendaal (072 - 5488816). E-mailadres:
[email protected] Website: www.alkmaar.nl/monumenten en archeologie. Informatie archeologie en gratis abonnement: Archeologisch Centrum C.W. Bruinvis, Oudegracht 245, 1811 CG Alkmaar, 072 - 515 4115. E-mailadres:
[email protected]. Openingstijden archeologisch centrum: van 1 april tot 1 oktober op de donderdag van 10.0016.00 uur en gesloten tussen 12.00-13.00 uur. In de overige maanden na telefonische afspraak. 8