Boerenpad 5 2322 LA Leiden Tel.: 071-5803350 E-mail:
[email protected] Internet : www.lba-leiden.nl
NIEUWSBRIEF 4e kwartaal 2010
CONGRES LBA Op donderdag 9 december 2010 zal het 64e congres van de LBA worden gehouden in het Bondsgebouw, Boerenpad 5 te Leiden. Aanvang: 20.00 uur. Onder andere zal de begroting voor 2011 worden besproken en worden de winnaars van de complex- en tuinkeuringen mede door middel van een power point presentatie bekend gemaakt en worden de bekers uitgereikt.
castellum roomburgh (vervolg) De jaarlijkse tentoonstelling van bloemen, groenten en fruit bij tuinvereniging Roomburg was een enorm succes. Er werden prachtige bloemstukken gemaakt – ook in opdracht. Er was een drukbezochte rommelmarkt en er werd honing verkocht. Alle producten van de tuin werden zeer “smaakvol” tentoongesteld in het verenigingsgebouw met als thema “Asterix en Obelix”. Complimenten!
Foto’s: Hans Pieters en Leo van der Veer
Bloemendag
Foto’s: Dirk van den Hoek
Ook de jaarlijkse bloemendag (11 september) waarop de ouderen onder ons met zelfgemaakte bloemstukjes werden verrast, was wederom een groot succes.
Het afrikaantje Afrikaantjes tegen wortelaaltjes (C. Bodijn) Aaltjes zijn meercellige diertjes. Ze komen niet alleen voor in de bodem, maar ook in planten, mensen, dieren en water. De wetenschappelijke verzamelnaam is Nematoden. De meeste soorten die in de grond leven, zijn niet groter dan 1-2 millimeter. Met het blote oog zijn aaltjes niet waarneembaar. Aantasting door aaltjes verzwakt de plant of doet die zelfs afsterven. Maar er is geen reden voor paniek, want afrikaantjes (Tagetes), ook wel stinkertjes genoemd, bezitten een werkzame stof die door wortel-aaltjes besmette grond kunnen ontsmetten. Meer aaltjes dan mensen Onder de microscoop blijken ze niet dikker te zijn dan 1/20 millimeter. In een gezonde bodem leven naar schatting 20-50 aaltjes per kubieke centimeter; dit betekent dat er per vierkante meter bouwgrond toch al gauw zo’n 4 tot 10 miljoen van die beestjes aanwezig zijn! Aaltjes leven van organisch materiaal, schimmels, bacteriën, bodeminsecten en parasieten. Ze bewegen zich in de grond voort in het hangwater van de poriën rond een aardkorrel. Dauw en regen zijn gunstige factoren voor aaltjes om zich snel te verplaatsen. In het water zijn het langgerekte buisvormige beestjes die zich door samentrekkende bewegingen van het lichaam verplaatsen. Aaltje is een verzamelnaam voor een groot aantal verschillende soorten meercellige dieren met elk hun specifieke eigenschappen. Grote verschillen in aaltjessoorten zijn bijna recht evenredig met de wijze waarop zij schade veroorzaken aan planten. Planten worden onder meer gebruikt als kraamkamer. De ontwikkeling van ei tot volwassen aaltje duurt slecht 10-13 dagen (afhankelijk van de soort). Ieder vrouwelijk dier kan wel 25-30 eieren leggen. Er groeien verscheidene generaties per jaar. De groepen aaltjes die planten schade toebrengen, hebben allemaal als kenmerk dat ze een stekel voor op het lichaam hebben, waarmee ze plantencellen kunnen aanprikken. Sommige aaltjessoorten dringen in de cel en leven daar endoparasitisch. Andere daarentegen prikken alleen de cel aan en blijven aan de buitenkant en leven dus ectoparasitisch. Schade Dat hangt af van het soort/groep aaltjes. Beelden die samen hangen met aantastingen zijn onder andere: rotten van de plant, woekeringen aan het blad of wortel, gallen op bladeren, knollen en wortels, een slechte toestand van een of meer planten en dikwijls verkleuringen in het blad van planten door weefselaantasting. Bladaaltjes (Aphelenchoidessoorten) Tasten vooral bladeren aan. Daarnaast veroorzaken zij ook afwijkingen aan bloemen, stengels, bollen en knollen. De aantastingen beginnen meestal aan de onderste bladeren. In het blad ontstaan verkleuringen die vanuit de bladvoet uitstralen naar de rest van het blad. Tussen het nog gezonde
bladdeel en het bruin verkleurde deel in vindt de sterkste vermenigvuldiging van aaltjes plaats. In droge perioden is aantasting door aaltjes veel minder. Planten die last hebben van bladaaltjes zijn onder meer: chrysant, anemone, aardbei en voorjaarszonnebloem. Stengelaaltjes (Ditylenchussoorten) Veroorzaken gekromde stengels met verkleuring en verkroezing van blad. Uiteindelijk kan verrotting van de plant het gevolg zijn. Onder vaste planten komt deze aantasting nogal eens voor. Gevoelige soorten zijn bijvoorbeeld: vuurpijl, liatris, phlox, anemone, anjersoorten en wederik. Wortelknobbelaaltjes (Meloidogynesoorten) Dringen in de wortels en veroorzaken galvorming of knobbelvorming aantastingen. Als reactie hierop vormt de plant merkwaardig genoeg veel meer zijwortels dan normaal. Soms ontstaat hieruit wortelrot maar op z’n minst blijft de groei van de bovengrondse delen van de plant sterk achter. De aantasting is zeer besmettelijk voor veel andere planten. Aantastingen komen nogal eens voor op: pyrethrum, anemone, koeienoog, chrysant, phlox, scharnierplant, schurftkruid, maagdenpalm, viooltje, zenegroen, pioen, ridderspoor en duifkruid. Vrij levende wortelaaltjes (Pratylenchus- en Rotylenchussoorten) zijn het meest voorkomend onder vaste planten. Door aantasting ontstaan bruine vlekjes aan wortels, die zich snel kunnen uitbreiden, zodat de gehele wortel bruin wordt en afsterft. Doorgaans vormt ook hierbij de plant veel meer wortels dan normaal. Die hebben bij nadere beschouwing veel weg van een wattige pruik. Een afdoende bestrijding is nog niet goed mogelijk. Een extra gift aan stalmest heeft weleens een gunstig effect op de groei van de plant. Een buitengewoon opvallende aantasting van dit type aaltje is, dat de groei sterk terugloopt. Bij de bollenteelt vermindert de opbrengst en de omvang van de bloembollen. Ook blijft de opbrengst bij de oogst van aardappelen achter en wordt de (bewaar) kwaliteit minder, wanneer de grond door dit type aaltje is aangetast. Vaste planten die zijn voor deze aaltjessoorten zijn onder andere: anjer, pyrethrum, scheefbloem, trollenbloem, korenbloem, lelietje der dalen, voorjaarszonnebloem, kerstroos, schurftkruid, scharnierbloem en naald van Cleopatra. Voor aaltjes gevoelige bolgewassen zijn: narcis, ranonkel, lelie, tulp, gladiool, krokus, crocosmia en amaryllis. Den en levensboom zijn coniferen die er ook door aangetast kunnen worden. Dus afrikaantjes helpen Spanjaarden voerden het afrikaantje vanuit Mexico in. Binnen Europa is vanuit Tunesië en Spanje de plant verder verspreid ten tijde van keizer Karel V. Van de afrikaan zijn in Nederland twee soorten van het geslacht Tagetes van belang: Tagetes patula en Tagetes erecta. In de tuin worden afrikaantjes als eenjarige aangeplant. De plant bloeit zeer rijk en is verkrijgbaar in geel, oranje, bruinrood of mengingen daarvan. Afrikaantjes worden door zaaien verkregen of in pot gekocht. De dodende werking van afrikaantjes op wortelaaltjes berust op de reactie van wortelcellen in de endodermis. In deze endodermis komen zwavelverbindingen (thiofenen) voor. Als een aaltje deze cel binnendringt, vormt de plant peroxidase. De combinatie van peroxidase en de zwavelverbinding zorgt ervoor dat er ozon (O3) wordt gevormd. Deze agressieve vorm van zuurstof leidt tot verbranding van het aaltje. Het planten van afrikaantjes blijkt dus een veilig en natuurlijk middel om ingezet te worden in de strijd tegen wortelaaltjes. Vooral plaatsen in de tuin waar ieder jaar bloembollen worden geplant, zijn gebaat bij het houden van afrikaantjes in de zomer
N.B.: naar aanleiding van het stukje over de stippelmot in de vorige Nieuwsbrief, deelt de LBA mede het gebruik van vergiften niet te propageren.
Oostvlietpolder (voortgang) De begeleidingscommissie Oostvlietpolder heeft in oktober tweemaal vergaderd met de vertegenwoordigers van de gemeente Leiden. De bestektekeningen voor de nieuwe volkstuinen zijn gereed en de gemeente hechtte eraan om alle details nog een keer na te lopen. Hierbij is een volledige overeenstemming over de aanleg van riolering, waterleiding, bruggen, duikers en oppervlakte van de tuinen. Binnenkort zal de aanbesteding plaatsvinden. Verondersteld wordt dat in het voorjaar van 2011 een begin kan worden gemaakt met de uitvoering. Tijdens de tweede vergadering werden de uitslagen van het milieu- en het archeologisch onderzoek besproken. Beide onderzoeken zijn afgerond en de uitkomst hiervan is positief voor de voortgang van het project. Er is geen bijzondere vervuiling in de grond aangetroffen en de grond kan worden vrijgegeven voor het verbouwen van groenten, planten, enz.. Ook bevinden zich geen voorwerpen in de grond die van historisch belang zijn. Al met al goed nieuws, waardoor de verwachte opleverdatum van de nieuwe tuinen niet in het geding is: voorjaar 2012.