december 2015 www.bosatex.nl
Nieuwsbrief
B O S AT E X
b o d e m s a n e r i n g t e x t i e l re i n i g i n g
'n hele zorg minder! 2015: Volop saneringen in uitvoering
(potentiële) spoedlocaties in de periode tot 1 april 2017 in uitvoering komen.
In 2015 is Bosatex druk bezig met de (voorbereiding) van een aantal grote saneringen, die dit jaar of in 2016 in uitvoering worden genomen.
Al in eerdere nieuwsbrieven is geconcludeerd dat de ontwikkelde expertise en werkprotocollen niet altijd garanderen dat een traject op locatieniveau op programmatische wijze kan worden doorlopen. Immers, geen enkele bodemverontreiniging is hetzelfde voor wat betreft de mate van verontreiniging, bodemgesteldheid, infrastructurele omgeving en eventueel aanwezige humane-, ecologische- en/of verspreidingsrisico’s.Tot op heden is voor het overgrote deel van de gevallen in goede samenwerking met de respectievelijke Bevoegde Overheden en deelnemers een effectieve en efficiënte aanpak uitgewerkt c.q. gerealiseerd. Voor enkele locaties wordt dit in de komende periode nog nader uitgewerkt.
Inmiddels zijn er per 10 december 128 locaties in behandeling. Voor ruim de helft van deze locaties is vastgesteld dat het geen ernstig of geen spoedeisend geval betreft, of zijn er andere redenen waarom deelname aan Bosatex niet (meer) aan de orde is. Voor ernstige locaties waar geen spoed is vastgesteld, wordt individueel vastgesteld of saneringsmaatregelen toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld in het kader van een geplande herontwikkeling, verkoop of bedrijfsbeëindiging. Tot op heden is op één nietspoedeisende locatie van bodemverontreiniging toch een sanering uitgevoerd.
Stand van zaken
Van de locaties waar wel sprake is van een geval van spoedeisende bodemverontreiniging is eind 2015 naar verwachting globaal 65% gesaneerd, is de sanering gaande dan wel is de sanering voorbereid om in 2016 te kunnen starten. Voorzien wordt dat vrijwel alle
Aantal aanmeldingen Contracten ondertekend Contracten uitstaand Intakefase
De uitvoering verloopt tot op heden vooruitlopend op de planning. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling over de afgelopen jaren weer.
31-12-2010
31-12-2011 31-12-2012
31-12-2013
31-12-2014
30-06-2015
10-12-2015
289
291
300
310
310
313
313
49 13 178
76 23 137
95 13 136
116 8 77
49
55
56
109
116 14+22R gesloten 22 158
127 3 gesloten 18 165
128 1 gesloten 3 181
Restbak Afmeldingen
2
2
Versnelling projecten Bosatex voortvarend Bosatex is op dit moment vol op bezig met saneren. Hiervoor zijn enkele projecten gestart, waarvoor de pilots inmiddels ook al zijn begonnen.
(ontgravingen, grondspoelingen en substraatinjecties), maar wordt er passief gesaneerd. Dit houdt in dat de verontreiniging van het grondwater door middel van peilbuizen wordt gemonitord, omdat in de meeste gevallen de verontreiniging op een natuurlijke manier zal worden afgebroken. Periodiek wordt de stand van de verontreiniging gemeten en gekeken of de verontreiniging langzaam afgebroken wordt. Mocht de verontreiniging niet natuurlijk worden afgebroken, dan wordt er tegen die tijd gekeken welke aanpak wanneer nodig is om deze wel af te breken.
Project E/GS Het project E/GS (Ernst, Geen Spoed) richt zich vooral op de overdracht van de dossiers die beschikt zijn door het Bevoegd Gezag als Ernst, Geen Spoed. Locaties die beschikt zijn als Ernst, Geen Spoed hoeven niet acuut te worden gesaneerd, maar pas als er herontwikkeling plaatsvindt op de desbetreffende locatie. Bij deze werkzaamheden komen zaken aan de orde die de vooruitgang (soms langdurig) kunnen ophouden. De deelnemer kan er dan voor kiezen om deze locaties pas te saneren wanneer dit ook uitkomt of wanneer er bijvoorbeeld een verbouwing gewenst is. Bosatex draagt er zorg voor het dat het reeds uitgevoerde onderzoek en de verzamelde informatie wordt gedocumenteerd, zodat het te zijner tijd beschikbaar is. Daarom is het project E/GS opgezet. Alle E/GS-locaties worden tot in de puntjes gedocumenteerd en vastgelegd. Belangrijk punt hierin is de schatting van de kosten voor het saneren van deze locaties. Zo kan worden vastgesteld hoeveel geld apart moet worden gehouden voor het moment dat deze locaties gesaneerd kunnen/moeten worden.
Project Rioolbeoordeling Het project Rioolbeoordeling inventariseert de locaties waar een lekkend riool medeveroorzaker is van de verspreiding van de verontreiniging. In dit project wordt gekeken naar de vraag: Wat is de precieze verontreiniging, waardoor is deze veroorzaakt en wie is er verantwoordelijk voor de lekkage van het riool? In sommige gevallen is het namelijk het gemeentelijk riool dat lek is, maar in andere gevallen is het een particulier riool. Per locatie wordt er bij deze rioolkwesties gekeken wie er verantwoordelijk is voor de lekkage. Op basis daarvan wordt met betrokkenen, deelnemers en Bevoegd Gezag overleg gevoerd over de verantwoordelijkheid en aanpak van deze verontreiniging.
Project Eenvoudige Saneringen Het project Eenvoudige Saneringen richt zich op locaties waar nu al op een eenvoudige manier gesaneerd kan worden, zodat deze locaties op een korte termijn al gesaneerd zijn zonder dat er daarvoor herontwikkeling op de locaties heeft hoeven plaatsvinden. Op veel van deze locaties gaat er in beginsel geen actieve sanering plaatsvinden
3
3
Chemische Textielreiniging, bodemverontreiniging en de Wet bodembescherming pas 1 januari 2006 in de wet, maar werd in de praktijk al in de jaren daarvoor toegepast.
Bodemverontreiniging was tot 1980 nauwelijks een bekend begrip. Maar in dat jaar deed zich het gifschandaal in Lekkerkerk voor: daar bleek een wijk van 300 woningen op een zwaar verontreinigde gifbelt te zijn gebouwd. De overheid greep in met het ontruimen van een groot aantal woningen, het tussen de fundamenten afgraven van verontreinigde grond en het tijdelijk huisvesten van de bewoners in caravans (de bewoners spraken spottend van hun “Benzenidorm”).
Met de Wbb werd per 1 januari 1987 ook de zogenaamde zorgplicht ingevoerd. Sinds die datum is degene die handelingen verricht die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken verplicht om die bodemverontreiniging op te ruimen als die zich inderdaad voordoet. Voor bodemverontreiniging van na begin 1987 kan de overheid dus altijd de veroorzaker dwingen de verontreiniging “ongedaan te maken”, zoals de wet het uitdrukt. Dan kan in beginsel dus niet worden volstaan met een functioneel saneringsresultaat. Dus sindsdien geldt: exploitant van een chemische wasserij, wees op uw hoede!
Er werd in hoog tempo een wet in elkaar getimmerd. De Interim-wet bodemsanering die niet alleen regels gaf over onderzoek en sanering van bodemverontreiniging, maar ook over aansprakelijkheid en saneringsbevelen die de overheid kon uitvaardigen tegen bijvoorbeeld de veroorzaker van een ernstige verontreiniging. Die interim-wet werd in 1987 ondergebracht in de meer algemene Wet bodembescherming (Wbb), welke wet op haar beurt sindsdien vele malen is gewijzigd. Een belangrijke wijziging is geweest dat vroeger het saneringsresultaat multifunctioneel moest zijn, hetgeen kort gezegd inhield dat men ook op gesaneerde industriegrond weer sla en boontjes moest kunnen kweken. Na de wetswijziging werd het saneringsresultaat functioneel: aangepast aan het werkelijke gebruik van de bodem. Die wijziging kwam
4
Voor verontreinigingen die dateren van voor 1987, de zogenaamde “historische verontreinigingen”, ligt de algemene juridische situatie gecompliceerder, maar voor locaties waar chemische reinigingsactiviteiten werden uitgeoefend, is de situatie na de laatste wijzigingen van de Wbb in beginsel eenvoudig: de eigenaar van het terrein is zonder meer de klos. Dat hangt samen met de omstandigheid dat vrijwel altijd met PER werd gewerkt en men steeds meer tot het inzicht was gekomen dat kleine hoeveelheden PER ernstige bodemverontreiniging kunnen veroorzaken.
4
dan volgt er een Beschikking Ernst & Spoed van het Bevoegd Gezag. Als in die beschikking staat dat spoedige sanering noodzakelijk is, dan is de eigenaar c.q. de erfpachter van het bedrijfsterrein waar de verontreiniging is ontstaan, verplicht de bodem te saneren (ook al heeft hij zelf part noch deel gehad aan die verontreiniging). Zo zijn de teugels voor bedrijven die in het verleden verontreiniging hebben veroorzaakt steeds verder aangetrokken. Anderzijds is de chemische wasserijbranche er in geslaagd een uniek convenant met de overheid te sluiten waarbij de overheid via Bosatex een stevige hand helpt bij de kosten van onderzoek en sanering! Hoewel dit vroeger veel minder bekend was dan thans, is dit de reden geweest om voor chemische wasserijen en voor vele andere bedrijven waarvan de exploitatie riskant is voor de bodem, in de wet te bepalen dat indien bij een eerste onderzoek er verontreiniging van de bodem is geconstateerd, de eigenaar of erfpachter in ieder geval een “nader onderzoek” dient uit te voeren. En als uit dat nader onderzoek blijkt dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging,
mr. F.H.A.M. Thunnissen
5
5
Bosatex-presentatie “Noordelijke Netwerkdag bodem…” Donderdag 15 oktober jl. werd in Assen de “Noordelijke Netwerkdag bodem…” bijeenkomst georganiseerd door de bevoegde gezagen Wet bodembescherming van de drie noordelijke provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Het jaar 2015 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het “Jaar van de Bodem” met als doel een zo breed mogelijk publiek duidelijk maken dat de bodem waarop wij wonen, werken en recreëren een onderdeel is van de ruimte en omgeving waarin wij leven. Met vertegenwoordigers van landelijke (ministerie), regionale (provincies) en lokale overheden (gemeenten), waterschappen, brancheverenigingen (agrarisch), onderwijsinstellingen, aannemers en milieubureaus werd die dag invulling gegeven aan “bodembewustwording door bodemmers”.
Presentaties In de ochtend werden presentaties gegeven over de bodem met o.a. als thema’s: • “De bodem met haar zelfregulerend vermogen” met aandacht voor o.a. biodiversiteit in relatie tot economisch en duurzaam gebruik. • Het Nationaal Coördinatiecentrum Groningen, gericht op de aanpak van de aardbevingsproblematiek a.g.v. gaswinning in Groningen. • Structuurvisie ondergrond, gericht op het gebruik van de ondergrond in relatie tot o.a. energie, winning grondwater, delfstoffen. • Veranderend landschap door de ogen van een geograaf en ingenieur, gericht op maatschappelijke kaders als o.a. economie, recreatie en leefomgeving.
6
In de middag waren er drie sessierondes waarin per ronde vier verschillende thema’s nader werden toegelicht. Bijvoorbeeld het gebruik van de bodem of de bodem toepassen: • Op het gebied van informatievoorziening van bekende bodemdata in relatie tot grondwerken; • In relatie tot archeologie en gebruik van de bodem als “erfgoed”; • In de nabijheid van verweerde “asbestdaken” van schuren in agrarisch gebied; • De bodem als agrarisch productiemiddel.
6
Bosatex presentatie
• Een aantal locaties die in behandeling zijn. • Het feit dat Bosatex sinds de oprichting in capaciteit aanzienlijk is gegroeid wegens de arbeidsintensiteit van de saneringen en de vele aanmeldingen.
Bosatex presenteerde zich in samenwerking met SBN, Bodemcentrum en de Bodemontzorg Nazorgoranisatie. Daarbij kwam onder meer aan de orde: • De doelstelling van Bosatex om zoveel mogelijk bedrijfsterreinen te saneren in samenwerking met het Bevoegd Gezag en de deelnemer. • De start van Bosatex in 2009 en het verloop sindsdien, inclusief de overdracht naar SBN.
In het provinciehuis van Drenthe in Assen was het uiteindelijk een goed georganiseerde en druk bezochte dag door bodemspecialisten met een grote verscheidenheid aan bodem gerelateerde onderwerpen.
7
7
Praktijkvoorbeeld: Driebergen Aard bedrijf Stomerij
Locatie Traaij 153F
Bevoegd Gezag Provincie Utrecht (Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht)
Aanleiding sanering In de bodem is puur product terecht gekomen. De omvang van de grondwaterverontreiniging neemt met meer dan 1.000 m3 per jaar toe. Op grond van de Wet bodembescherming is de bodemverontreiniging daarom beoordeeld als “spoedeisend”. De sanering diende uiterlijk op 1 oktober 2015 te starten.
Aard verontreiniging De verontreiniging bestaat voornamelijk uit “per” (officiële naam: tetrachlooretheen) dat als reinigingsmiddel door stomerijen wordt toegepast. Door de lokale omstandigheden breekt de verontreiniging op deze locatie niet of nauwelijks van nature af, waardoor bijna geen afbraakproducten worden gemeten.
Omvang In een volume van 59.000 m3 wordt de interventiewaarde voor “per” overschreden. In een volume van circa 600 m3 is puur product in de bodem aanwezig. De verontreiniging heeft zich in stroomafwaartse richting tot op tweehonderd meter verspreid, tot op een diepte van circa 20 meter.
8
Stand van zaken Rondom de stomerij en onder de aangrenzende openbare weg is de verontreinigde bovengrond ontgraven. De diepere bodem zal door middel van chemische oxidatie worden gesaneerd.
8
Bijzonderheden
Met deze techniek wordt de verontreiniging in contact met de “oxidant” afgebroken tot onschadelijke reststoffen.
De sanering vindt in twee fasen plaats. De hier boven beschreven werkzaamheden behoren alle tot saneringsfase 1. Het effect van de saneringsmaatregelen van fase 1 zal door middel van metingen worden gemonitord. Als blijkt dat ondanks de maatregelen risico’s blijven bestaan voor stroomafwaarts gelegen kwetsbare objecten, zal in saneringsfase 2 ook het grondwater stroomafwaarts alsnog actief worden gesaneerd.
In het meest verontreinigde deel van de bodem worden de gassen waterstofperoxide en ozon als oxidant toegepast. Het minder verontreinigde deel van de bodem wordt doorspoeld met een oplossing van permanganaat, een ander middel dat de verontreiniging actief afbreekt.Voor de sanering is een ondergronds filter- en leidingensysteem aangebracht.
9
9
Praktijkvoorbeeld: Doorn Aard bedrijf Stomerij
Locatie Acacialaan 7-9
Bevoegd Gezag Provincie Utrecht (Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht)
Aanleiding sanering In het verleden is de bodem ernstig verontreinigd geraakt met “per” (officiële naam: tetrachlooretheen) dat als reinigingsmiddel door stomerijen wordt toegepast. De belangrijkste oorzaak is vermoedelijk lekkage van het rioleringsstelsel geweest. Vanwege uitdamping naar aangrenzende woningen, de aanwezigheid van puur product in de bodem en verspreiding van meer dan 1.000 m3 per jaar is de bodemverontreiniging op grond van de Wet bodembescherming beoordeeld als “spoedeisend”. De sanering dient uiterlijk op 1 januari 2016 te starten.
In een bodemvolume van tenminste 2.000 m3 is puur product in de bodem aanwezig. De verontreiniging heeft zich via het grondwater tot op tenminste 500 meter verspreid, en tot op een diepte van circa 24 meter.
Stand van zaken Rondom de stomerij, in de tuin van een buurpand en onder de aangrenzende openbare weg zal de verontreinigde bovengrond worden ontgraven. De diepere bodem onder de stomerij zal door middel van chemische oxidatie worden gesaneerd. Met deze techniek wordt de verontreiniging in contact met de “oxidant” afgebroken tot onschadelijke reststoffen. In het meest verontreinigde deel van de bodem worden de gassen waterstofperoxide en ozon als oxidant toegepast.
Aard verontreiniging De verontreiniging bestaat alleen uit “per” (officiële naam: tetrachlooretheen).Door de lokale,zuurstofrijke bodemomstandigheden breekt de verontreiniging op deze locatie van nature niet of nauwelijks af, waardoor bijna geen afbraakproducten worden gemeten.
Omvang In een volume van enkele 100.000-en m3’s wordt de interventiewaarde voor “per” overschreden.
10
Het grondwater stroomafwaarts van de stomerij waar de verontreiniging minder sterk aanwezig is,
10
actieve ventilatie. Ook zijn, deels uit voorzorg, meerdere drinkwaterleidingen vervangen door ondoorlatend materiaal.
zal worden gesaneerd door middel van zogenaamde recirculatie. Hiertoe wordt het grondwater een aantal keer opgepompt en weer geïnfiltreerd. Voorafgaand aan infiltratie worden aan het water bacteriën (en hulpstoffen) toegevoegd, die de verontreiniging onderweg “opeten”. Voor zowel de chemische oxidatie als de recirculatie wordt een ondergronds filter- en leidingensysteem aangebracht.
De sanering vindt in drie fasen plaats. De hierboven beschreven werkzaamheden behoren tot fase 1 (ontgraving, chemische oxidatie) en fase 2 (recirculatie). Het effect van de maatregelen zal door middel van metingen worden gemonitord. Als blijkt dat ondanks de maatregelen risico’s blijven bestaan voor stroomafwaarts gelegen kwetsbare objecten, zal in saneringsfase 3 ook het grondwater stroomafwaarts alsnog actief worden gesaneerd.
Bijzonderheden Eind 2014 en begin 2015 zijn vooruitlopend op de sanering al maatregelen getroffen om uitdamping van verontreiniging naar de buurpanden tegen te gaan. Er zijn isolatiemaatregelen getroffen, zoals schuimbeton in een kruipruimte, het coaten van een kelder en
11
11
Praktijkvoorbeeld: Eindhoven, Trimax Aard bedrijf
voorbereidende fase. Het voormalige bedrijfsgebouw is eerder dit jaar reeds gesloopt. De zogenaamde actieve sanering wordt in de tweede week van december 2015 uitgevoerd. De verharding en de ondergrondse fundatie wordt gecombineerd met de grondsanering verwijderd. Tevens wordt er een ondergrondse buiten gebruik zijnde huisbrandolietank gesaneerd.
Voormalige Wasserij
Locatie Hastelweg 139
Bevoegd Gezag Omgevingsdienst Zuid Oost Brabant / Gemeente Eindhoven
Nadat de verontreinigde grond en de ondergrondse tank is verwijderd, wordt op de bodem in de ontgravingsput een substraatdeken (voedingsbodem voor bacteriën) aangebracht om de natuurlijke afbraak van VOCL te stimuleren. Tevens worden er ter plaatse van de twee bronnen diverse injectiefilters in de verzadigde zone aangebracht om de natuurlijke afbraak opnieuw te stimuleren door middel van toediening van substraat en biomassa.
Aanleiding sanering De aanleiding tot de sanering in Eindhoven is de voorgenomen nieuwbouw op de locatie.
Aard verontreiniging De verontreiniging bestaat voornamelijk uit VOCl (met name PER maar ook afbraakproducten) hoofdzakelijk in het grondwater; de grond zelf is licht tot matig verontreinigd met onder andere VOCL, EOX en minerale olie.
Om eventuele toekomstige humane risico’s te voorkomen als gevolg van uitdamping, zal onder de gehele nieuwbouw een dampfolie worden aangebracht. Om contactmogelijkheden met eventuele achtergebleven restverontreiniging te voorkomen, zal het gehele onbebouwde terreindeel voorzien worden van een schone leeflaag van 1 meter dikte en een aaneengesloten verharding.
Omvang Op de locatie wordt in de bron (ook wel de kern) van de verontreiniging over een oppervlakte van circa 80 m² circa 250 m3 VOCL verwijderd tot het grondwaterniveau op een diepte van circa 3 m-mv. De totale omvang van de sterke grondwaterverontreiniging is circa 6.500 m3. Er bestaan twee bronnen waar sprake is van een sterke grondwaterverontreiniging: één op het perceel nr. 139 en één op het aangrenzend perceel nr. 141.
Het doel van de saneringsmaatregelen is meerledig: het mogelijk maken van de nieuwbouw, de nalevering naar de pluim sterk te verminderen en het stimuleren van de natuurlijke afbraak. Een half jaar na toediening van de substraatinjecties wordt de grondwaterkwaliteit vastgelegd in de bron en in de pluim.
Stand van zaken De sanering van de locatie in Eindhoven is in de
12
12
en verspreiding afneemt of stabiel is en/of dat de afbraak in het brongebied goed verloopt en nalevering naar de pluim verder afneemt.
Middels deze aanpak wordt inzicht verkregen in de voortgang van de natuurlijke afbraak van de VOClverontreiniging in het brongebied (het effect van de biostimulatie) én om de nalevering van het brongebied naar de pluim vast te leggen.
Bijzonderheden Wat bijzonder is aan deze sanering is dat er een “deelsaneringsplan” is opgesteld en een “verkorte procedure” is gehanteerd. Het bevoegd gezag heeft met beide ingestemd.
Afhankelijk van de grondwaterresultaten kan de saneringsaanpak voor de pluim verder worden bepaald. Hierbij kan gedacht worden aan een monitoring van de grondwaterpluim om aan te tonen dat de omvang
13
13
Van BOZO naar Bodembeheer Nederland Uitrol
In de nieuwsbrief van juli 2015 berichtten we al over de oprichting van de stichting BOZO (Bodem OntZorg Organisatie). Inmiddels kunnen we u melden dat de naam definitief is bepaald: de stichting heet (Stichting) Bodembeheer Nederland en gaat opereren vanuit de Brabantlaan 3 in ’s-Hertogenbosch. Henri Schouten is aangesteld als directeur. Henri komt uit de bodemwereld en was de laatste tien jaar werkzaam als projectdirecteur bij Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) in Eindhoven. ABdK hield zich bezig met onderzoek naar en aanpak van de bodemverontreiniging met zware metalen (met name zink en cadmium) in Zuidoost-Brabant en MiddenLimburg.
Bodembeheer Nederland gaat per 1 januari 2016 officieel van start. In eerste instantie gaat de stichting aan het werk met eigen projecten die gericht zijn op bodemsanering, nazorg, risicoafkoop en gebiedsgericht grondwaterbeheer. Medio 2016 zullen de activiteiten en projecten van Nazorg Bodem worden overgenomen. Pas in een later stadium zullen ook Bosatex en Bodemcentrum hun lopende projecten overdragen.
Veranderingen voor deelnemers van Bosatex Bosatex zal eerst zorgdragen voor het vastleggen van alle afspraken tussen haar leden en de overheden. De nazorg en verdere afhandeling wordt te zijner tijd overgedragen aan Bodembeheer Nederland. Na die overdracht verandert er feitelijk niet veel voor de deelnemers van Bosatex. Alleen zal de communicatie over de overgedragen dossiers en projecten vanaf dan via Bodembeheer Nederland gaan lopen.
Doel van Bodembeheer Nederland De nieuwe stichting is opgericht om de krachten van vier bestaande organisaties te bundelen: Bosatex, Bodemcentrum, Nazorg Bodem en SBNS. Bodembeheer Nederland heeft ten doel gesteld: • Het voor Bodemcentrum, Bosatex, Nazorg Bodem en SBNS mogelijk maken hun (rest)activiteiten en verantwoordelijkheden op enig moment over te dragen naar een solide nieuwe organisatie; • Daarna een organisatie bieden die faciliteert bij het vlottrekken van ontwikkelingslocaties waar bodemverontreiniging het belangrijkste knelpunt vormt; • Een organisatie bieden die bedrijven en overheden kan helpen door het overnemen van verplichtingen en risico’s; • Een organisatie bieden die op een goede en verantwoorde manier tot in lengte van dagen nazorg van verontreinigde locaties garandeert.
14
14
Bosatex bijeenkomst 3 februari 2016: "Samen op weg naar 1 april 2017" • Voorstellen van procesmanagers. • Toelichting op het project ten aanzien van de locatie Acacialaan 7 e.o. te Doorn. • Informatie over de in oprichting Stichting Bodemzorg Nederland (SBN) en de wijzigingen bij de overgang van de Wet Bodembescherming naar de Omgevingswet, hetgeen medio 2018 wordt voorzien. • Bespreking van een drietal pilot-projecten, te weten het project dossieroverdracht van ernst/ geen spoed locaties, het project eenvoudige saneringen en het Project Rioolverontreinigingen.
Op 3 februari 2016 wordt er door Stichting Bosatex een bijeenkomst voor alle geïnteresseerde aannemers, adviesbureaus en handhavers, projectleiders, vergunningsverleners van diverse Bevoegde Overheden georganiseerd in het Beatrixgebouw te Utrecht. Met name vanwege de versnelde aanpak van de Bosatex-regeling is het belangrijk dat er zowel inhoudelijk als planmatig een goede afstemming met de bevoegde overheden plaatsvindt. Tijdens de bijeenkomst zal de bureaudirecteur van Bosatex, de heer P. Wennekes de huidige gang van zaken en de plannen voor de toekomst weergeven en nader toelichten. Daarnaast is er die dag ruimte om gezamenlijk na te denken over verscheidene zaken zoals innovatieve saneringstrajecten, de wijze waarop procedures versneld kunnen worden en goedkopere onderzoeken. Onderwerpen, die in de presentaties naar voren zullen komen zijn: • Voortgang van de aangepaste werkwijze bij Bosatex, onder andere over de verhoogde niveau locaties bij complexe/spoedeisende situaties. • Periodiek uitdraaien van de planning en forecast per bevoegd gezag om een duidelijke afstemming te krijgen met alle bevoegde gezagen, zodat zij in hun planning rekening kunnen houden met de aanlevertermijnen van documenten van Bosatex locaties.
15
15
B O S AT E X
Een hele zorg minder
152701
Stichting Bosatex Postbus 10 4060 GA Ophemert Tel.: +31(0)344-65 04 36 Fax: +31(0)344-65 26 65
[email protected] www.bosatex.nl 2015 ® Dit is een uitgave van Stichting Bosatex. Niets uit deze uitgave mag zonder vooraf gegeven schriftelijke toestemming van Stichting Bosatex worden gepubliceerd. Uit deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
