NIEUWSBRIEF APRIL 2013 Turbulente wijzigingen voor de woningmarkt Het afgelopen jaar was een spannend jaar voor de (potentiële) woningeigenaar. Hoe zou het aflopen met de hypotheekrenteaftrek? Komen starters straks nog wel aan bod? Hieronder treft u een overzicht aan van alle nieuwe maatregelen voor de hypotheekrenteaftrek die gelden vanaf 2013. Hypotheekrenteaftrek Vanaf 1 januari 2013 krijgt u alleen nog renteaftrek voor een hypotheek die u in dertig jaar volgens een annuïtair schema volledig aflost. Wie toch voor een andere hypotheekvorm kiest, verliest in beginsel zijn recht op hypotheekrenteaftrek. Leningen die verder gaan dan een annuïtaire aflossing, zoals het lineaire model, komen ook in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek. Wanneer u al een hypotheek heeft, verandert er na 1 januari 2013 in grote lijnen niets. Ook niet als u verhuist en uw bestaande hypotheek meeneemt of uw hypotheek volledig oversluit. Leent u een extra bedrag, dan gelden de nieuwe regels voor dit bedrag wel. Verder zijn de volgende aandachtspunten belangrijk: De oude fiscale regels blijven gelden voor woningen die zijn gekocht op of voor 31 december 2012. Essentieel is dat de onherroepelijke schriftelijke koopovereenkomst binnen deze termijn valt. De lening moet wel voor 1 januari 2013 zijn aangegaan en de levering van de woning moet dit jaar plaatsvinden. Wanneer u uw woning in 2012 heeft verkocht, nu tijdelijk huurt en in 2013 opnieuw een huis koopt, valt u onder een overgangsregeling. Voor de hypotheekschuld gelden de oude regels, voor zover deze niet hoger is dan de eigenwoningschuld die u had net voor de verkoop van uw woning. Wanneer u in 2012 een verbouwing bent begonnen waar u pas in 2013 de financiering van heeft kunnen regelen, valt de rente van deze financiering ook onder de oude regels. Wel moet u een schriftelijke overeenkomst van de aannemer kunnen overleggen. Bovendien moet de verbouwing in 2013 zijn afgerond. Wilt u uw bestaande aflossingsvrije hypotheek geheel of gedeeltelijk omzetten in een (bank)spaar- of beleggingshypotheek, dan kon dit nog zonder gevolgen tot 1 april 2013. Minder lenen voor een huis Er zijn nog andere zaken waarmee u rekening moet houden als u dit jaar een huis gaat kopen. Zo zult u voldoende eigen geld moeten meenemen voor de aankoop van een huis. Het kabinet heeft namelijk bepaald dat de maximale lening die u kunt aangaan 105% (was 106%) bedraagt van de woningwaarde. Bijkomende kosten moet u dus zelf financieren. Het maximale financieringspercentage wordt uiteindelijk 100%.
Ook de inkomensnormen voor hoeveel u mag lenen zijn verder aangescherpt. Houd er dus rekening mee dat u minder kunt lenen voor het huis. Voor starters is er een versoepeling. Zij kunnen een ruimere hypotheek krijgen als zij binnen enkele maanden of jaren een verhoging van hun salaris verwachten. Drie extra versoepelingen Tot slot kunnen de volgende drie maatregelen nog interessant zijn voor u: 1. Mensen die na verkoop van hun eigen woning met een restschuld blijven zitten, mogen de rente over deze restschuld maximaal tien jaar in aftrek brengen in box 1. Het gaat om restschulden die zijn ontstaan vanaf 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017. 2. Twee crisismaatregelen zijn met een jaar verlengd: wie gaat verhuizen, kan wat langer gebruikmaken van de verhuisregeling en de hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur wordt ook met één jaar verlengd. 3. De doorverkooptermijn voor de overdrachtsbelasting is vanaf 1 september 2012 verruimd van 6 naar 36 maanden.
Hoe nu verder met de levensloopregeling? Heeft u werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling, dan moet u rekening houden met de nodige wijzigingen dit jaar. Voor sommige deelnemers is het tegoed definitief vrijgevallen per 1 januari 2013. Anderen mogen blijven deelnemen. Voor u als werkgever is het belangrijk dat u de veranderingen goed verwerkt. Levensloopregeling in vogelvlucht Op 1 januari 2006 is de levensloopregeling ingevoerd. Hiermee konden werknemers een deel van hun brutosalaris sparen voor onbetaald verlof of om eerder met pensioen te gaan. Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling afgeschaft, maar er is wel een overgangsregeling. Met deze overgangsregeling krijgt u nu te maken. Deelnemers met een tegoed van minder dan € 3.000 Heeft uw werknemer deelgenomen aan de levensloopregeling en was zijn levenslooptegoed op 31 december 2011 minder dan € 3.000, dan is het tegoed definitief vrijgevallen op 1 januari 2013. Deze vrijval is belast. U moet loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. Het rendement dat sinds 1 januari 2012 is opgebouwd over het levenslooptegoed, moet u volledig belasten. Tot 2012 bouwde uw werknemer ook levensloopverlofkorting op over zijn inleg. Bij de berekening van de loonheffingen moet u rekening houden met deze opgebouwde levensloopverlofkorting. Deelnemers met een tegoed van € 3.000 of meer Bedroeg het levenslooptegoed op 31 december 2011 € 3.000 of meer, dan mag uw werknemer tot 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Hij mag dus gewoon door blijven sparen.
Let op!! Per 1 januari 2013 is een eventuele inleg in de levensloopregeling aftrekbaar voor alle loonheffingen, dus ook voor de werknemersverzekeringen. Uw bijdrage is geen loon. Daar staat tegenover dat een eventuele opname loon is voor alle loonheffingen. U betaalt als werkgever dus ook premies werknemersverzekeringen over de opname. Is uw werknemer op 1 januari 2013 61 jaar of ouder, dan geldt een afwijkende regeling. Als uw werknemer zijn levenslooptegoed in 2013 in één keer volledig wil opnemen, dan profiteert hij van de 80%-regeling. U moet dan loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. De eis dat levenslooptegoed alleen kan worden opgenomen voor verlof is komen te vervallen. Uw werknemer mag het levenslooptegoed dus ook voor andere doeleinden opnemen. Het tegoed dat uw werknemer heeft opgebouwd vanaf 1 januari 2012 moet u volledig belasten. Ook hier moet u bij de berekening van de loonheffingen rekening houden met de opgebouwde levensloopverlofkorting. Heeft uw werknemer zijn volledige tegoed in 2013 opgenomen, dan kan hij niet meer bijstorten op de levenslooprekening. De levensloopregeling eindigt dan. Tot slot moet u als werkgever ook loonheffingen inhouden voor uw ex-werknemer met een levenslooptegoed die na zijn vertrek geen nieuwe werkgever heeft gevonden.
Tijdelijke oplossing voor bijbetalingsplicht bij waardeoverdracht pensioen Een werknemer die van werkgever verandert, mag zijn opgebouwde pensioenaanspraken meenemen naar de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. Hij moet dit dan wel binnen zes maanden aanvragen. Deze waardeoverdracht kan voor de oude of nieuwe werkgever grote financiële gevolgen hebben. Om deze gevolgen te beperken, is er nu een tijdelijke oplossing voor de 'kleine' werkgever. Soms forse bijbetalingslasten bij waardeoverdracht Een werknemer heeft wettelijk het recht om zijn, bij de oude werkgever, opgebouwde pensioen onder te brengen bij de pensioenuitvoerder van zijn nieuwe werkgever. Dit heet waardeoverdracht en kan, afhankelijk van de regeling (zoals een middelloon- of eindregeling), al dan niet voordelig uitpakken voor de werknemer. Door de financiële crisis kampen veel pensioenfondsen op dit moment met te lage dekkingsgraden. Dat betekent dat een waardeoverdracht dan niet mogelijk is. Zodra dit wel weer kan, vindt dit dan alsnog met terugwerkende kracht plaats. Bij waardeoverdracht kan een werkgever geconfronteerd worden met bijbetalingslasten, die soms oplopen tot enkele tienduizenden euro's. Vooral ‘kleine’ werkgevers kunnen hierdoor in financiële problemen komen. Daarom wordt de plicht tot bijbetaling voor deze werkgevers nu tijdelijk beperkt, totdat er een structurele oplossing is.
Beperkte bijbetalingsverplichting U bent in dit verband een kleine werkgever als u een premieplichtig loon heeft van maximaal € 755.000 (2012). Dit loon staat op de premienota voor de sociale verzekeringen van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). Bedragen voor u als kleine werkgever de bijbetalingslasten bij een individuele waardeoverdracht meer dan € 15.000 en meer dan 10% van de overdrachtswaarde, dan hoeft u de bijbetalingslasten niet te betalen. De pensioenuitvoerder is dan ook niet verplicht om mee te werken aan de waardeoverdracht. U mag de bijbetalingslasten wel vrijwillig betalen. Extra gegevens aanleveren Bij een verzoek om waardeoverdracht zal de pensioenuitvoerder moeten weten of de grens van € 15.000 en 10% van de overdrachtswaarde wordt overschreden. Tevens zal de pensioenuitvoerder bij u aankloppen om te bepalen of u een kleine werkgever bent en zo ja, of u bij overschrijding van de grens bereid bent om de bijbetalingslasten vrijwillig te voldoen. Krijgt u van de ontvangende pensioenuitvoerder een verzoek tot uitvraag van informatie, dan moet u hier binnen een maand op reageren. Als u niet binnen deze termijn met bewijsstukken kunt aantonen dat u een kleine werkgever bent, dan gaat de waardeoverdracht door en bent u verplicht tot bijbetalen.
Uw pensioen in eigen beheer bij echtscheiding Maar liefst één op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Bij een echtscheiding moeten er allerlei zaken worden geregeld. Een daarvan is het verdelen van het ouderdomspensioen en dat heeft gevolgen voor het pensioen dat u opbouwt in eigen beheer. Verdeling van opgebouwd pensioen Bij een echtscheiding heeft uw ex-partner in principe recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Daarnaast heeft uw ex-partner recht op een bijzonder partnerpensioen/nabestaandenpensioen. U kunt echter samen een andere verdeling afspreken of zelfs besluiten niet tot verdeling van het pensioen over te gaan. Wijkt u af van de standaardverdeling, dan moet dit wel zijn vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Pensioen in eigen beheer Bij pensioen in eigen beheer blijft uw ex-partner voor zijn of haar deel van uw opgebouwde pensioen tijdens het huwelijk afhankelijk van het reilen en zeilen van uw bv. De bv is immers in dit geval de pensioenuitvoerder. Omdat dit nadelig kan zijn voor uw ex-partner, kan deze eisen dat het pensioenaandeel elders wordt ondergebracht. U en uw bv moeten hieraan meewerken. Dit is alleen anders als door afstorting van het pensioen de continuïteit van uw onderneming aantoonbaar in gevaar komt. Of de bv op dat moment nu wel of niet voldoende liquide middelen heeft, speelt geen rol. Pas als er geen financiële middelen zijn en deze ook niet kunnen worden verkregen, hoeft niet te worden afgestort.
Afstorten en waardering Bij afstorten wordt vaak gedacht aan de helft van de fiscale pensioenreserve, maar dat is niet zo. In de praktijk moet er een veel groter bedrag worden afgestort. De fiscale waardering is niet maatgevend, maar dat wat er in de Pensioenbrief staat. Hierin zijn, bij het aangaan van het pensioen in eigen beheer, de afspraken vastgelegd over de pensioentoezegging van uw bv aan u. Bovendien zal de externe pensioenverzekeraar berekenen hoeveel er moet worden afgestort om te zijner tijd pensioen te kunnen uitkeren. Ga hier echter niet zomaar automatisch mee akkoord. Laat u goed informeren, want voor de berekening worden verschillende methodes gehanteerd die bepalend zijn voor de hoogte van het af te storten bedrag. Laat u goed informeren De fiscale en financiële consequenties zijn groot bij een echtscheiding. Dat geldt zeker ook bij de verdeling van het pensioen. Laat u goed informeren over de mogelijkheden. Zo voorkomt u onnodig financieel leed achteraf.
Auto van de zaak ‘De vervuiler betaalt’. Wat geldt als een algemene regel in Nederland, geldt in het bijzonder voor de auto van de zaak. Vuile auto’s, of beter gezegd minder zuinige auto’s, worden in 2013 zwaarder belast. De CO2-normen zijn voor dit jaar opnieuw aangescherpt. Wilt u dit jaar een nieuwe auto van de zaak aanschaffen waarin u ook privé gaat rijden, dan loont het de moeite om te kijken naar de CO2-uitstoot van de nieuwe auto. Het kan u een hoop geld besparen en u bewijst het milieu een dienst. Bijtelling Rijdt u privé met een auto van de zaak, dan moet u een bedrag bij uw inkomen tellen voor het privégebruik, tenzij u kunt aantonen dat u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden. Deze bijtelling is bijna altijd een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Er zijn diverse categorieën die, oplopend naar vervuiling (of minder milieuvriendelijk), het percentage weergeven van de bijtelling: van zeer zuinig (0%) via de tussenstappen 14% en 20% naar de minst milieuvriendelijke categorie van 25%. Dit bijtellingspercentage is weer afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Bovendien maakt men onderscheid tussen diesel en andere brandstoffen. Dit onderscheid vervalt overigens vanaf 2015. Let op!! Voor een auto die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, geldt een bijtelling van 35% van de waarde van de auto in het economisch verkeer.
Bijtellingspercentage 60 maanden vast De CO2-normen worden jaarlijks aangescherpt. Als u uw nieuwe auto in 2013 op kenteken laat zetten, houdt u dan rekening met het volgende: Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km (dus ook elektrische auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gr/km) geldt gedurende 60 maanden een 0%-tarief voor de bijtelling. Doet u de aanschaf pas in 2014 of 2015, dan bedraagt het bijtellingspercentage 7%. De periode van 60 maanden geldt ook voor de andere bijtellingscategorieën. Deze periode gaat in op de 1e dag van de maand die volgt op de maand waarin voor het eerst een kenteken is afgegeven. Na afloop van de 60 maandenperiode wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden. Uw autodealer kan u voorlichten over de diverse CO2-normen en de gevolgen daarvan voor de bijtellingscategorie. BPM en CO2-uitstoot Ook de BPM wordt door de overheid gebruikt om u te stimuleren een zuinige en schone auto aan te schaffen. Nieuw dit jaar is dat de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) uitsluitend nog berekend wordt op basis van de absolute CO2-uitstoot. Ook het tarief van de CO2-afhankelijke dieseltoeslag is per 1 januari 2013 aangescherpt en bedraagt nu € 56,13 per gram CO2-uitstoot vanaf 70 gram/km. Tot slot zijn de tarieven van de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor 2013 gestegen met 2,2%. De vrijstelling voor zeer zuinige auto’s blijft tot 1 januari 2014 gelden.
IBAN: Pas uw administratie en software tijdig aan! Consumenten en bedrijven moeten binnenkort verplicht gebruikmaken van een langer rekeningnummer van 18 tekens. Het gaat hier om het International Bank Account Number, oftewel IBAN. Ook komen er nieuwe standaarden voor overschrijvingen en incasso’s. Dit heeft consequenties voor bijvoorbeeld uw bedrijfsadministratie. Onderneem daarom nu al actie, zodat uw bedrijf op tijd klaar is. Ons land gaat op 1 februari 2014 helemaal over op het Europese betalingssysteem SEPA. Daarmee kunnen ondernemers en particulieren in het hele eurogebied op dezelfde manier betalen. Door de invoering van SEPA (Single Euro Payments Area) vervallen de vertrouwde Nederlandse rekeningnummers en worden ze vervangen door hun Europese tegenhanger IBAN. Actie geboden De Nederlandsche Bank heeft eerder dit jaar gewaarschuwd dat veel mkb-bedrijven niet moeten wachten tot het laatste moment. Het gevaar bestaat immers dat u als ondernemer onvoorziene wijzigingen in uw administratie of software niet op tijd heeft doorgevoerd.
Waar moet u aan denken? Een lijst met enkele aandachtspunten: Aanpassing van uw softwarepakketten voor administratie- en facturatiesystemen aan het nieuwe rekeningnummer. Voor incassoprocessen hebben de veranderingen de grootste gevolgen. Zo veranderen de termijnen voor een eenmalige incasso en de doorlopende machtigingen. Ook de Europese incassoregels wijzigen. Order- en factuurpapier en andere communicatiemiddelen (denk aan uw website) waarop het nieuwe rekeningnummer moet worden vermeld. Houd rekening met eventuele liquiditeitskwesties na 1 februari 2014, omdat het betalingsverkeer en de incassoprocessen mogelijk trager verlopen door invoering van IBAN. Voor de populaire online betalingsmethode IDEAL is er een SEPA-variant. Ondernemingen die met IDEAL werken voor onlinebetalingen, bijvoorbeeld in combinatie met een webshop, kunnen hiervan gebruikmaken. Deze lijst omvat uiteraard niet alle zaken waaraan u moet denken bij de SEPA-migratie. De website www.overopIBAN.nl bevat alles wat u nodig heeft voor een soepele overgang. Denk aan een checklist, een toolkit en veelgestelde vragen. Tip Maak gebruik van de IBAN BIC Service (www.ibanbicservice.nl) om voor bestaande Nederlandse rekeningnummers van bijvoorbeeld klanten en leveranciers de juiste bijbehorende IBAN en BIC op te zoeken.
Tips 1.
Gebruikelijk loon omhoog
Dit jaar is het gebruikelijk loon voor onder anderen de directeur-grootaandeelhouder (dga) vastgesteld op € 43.000 (2012: € 42.000). Het gebruikelijk loon is het loon dat u minimaal moet verdienen en wat hoort bij de duur en het niveau van uw werk. Afhankelijk van uw eigen situatie kan het loon hoger of lager zijn (bijvoorbeeld als u in deeltijd werkt). Uit onderzoek is gebleken dat een dga bij een ongewijzigd salaris dit jaar netto minder overhoudt. Dit komt onder meer door verhoging van de eerste tariefschijf in de inkomstenbelasting, door een hogere premie Zorgverzekeringswet en een verlaging van de maximale arbeidskorting voor hogere inkomens. Bij een gebruikelijk loon van € 43.000 op jaarbasis gaat u er ongeveer € 95 netto per maand op achteruit.
2. Werkgeversheffing voor hoge inkomens ook in 2014 De dit jaar geïntroduceerde werkgeversheffing voor hoge inkomens wordt in 2014 gecontinueerd. Dit is één van de maatregelen in een aanvullend bezuinigingspakket van € 4,3 miljard waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Voor 2014 zijn extra budgettaire maatregelen volgens het kabinet onvermijdelijk. De ministerraad heeft ingestemd met een aanvullend bezuinigingspakket dat in 2014 in moet gaan. Het gaat daarbij om de volgende maatregelen: Het bevriezen van belastingschijven en heffingskortingen; De dit jaar geïntroduceerde werkgeversheffing voor hoge inkomens wordt in 2014 gecontinueerd (€ 500 miljoen); Geld dat gereserveerd was voor lastenverlichting voor bedrijven (ter compensatie van vergroeningsmaatregelen) wordt ingezet om het begrotingstekort terug te dringen (€ 640 miljoen); Een extra jaar nullijn voor rijksambtenaren; Ook komt er geen inflatiecorrectie voor prijsgevoelige overheidsuitgaven (€ 700 miljoen). Het kabinet reserveert jaarlijks € 300 miljoen om het koopkrachtverlies van mensen met een laag inkomen te beperken (koopkrachtpakket). Ook is er in 2014 € 500 miljoen beschikbaar voor een investeringspakket dat de economie moet aanjagen. Dit alles leidt ertoe dat het begrotingstekort (EMU-saldo) in 2014 en verder weer binnen de Europese grens van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) komt. 3. 50% afschrijven op bedrijfsinvesteringen in 2013 Het kabinet wil een flinke eenmalige impuls op bedrijfsinvesteringen. “Bedrijven kunnen in 2013 direct 50% van hun investering afschrijven, normaal is dat maximaal 20%”, aldus staatssecretaris Frans Weekers van Financiën. In essentie wordt door deze maatregel pas later belasting over de winst betaald. Het doel van de hogere afschrijving is om bedrijven tijdelijk meer financiële armslag te geven voor het doen van investeringen en daarmee een bijdrage te leveren aan de binnenlandse economische groei. Dat voordeel bedraagt € 630 miljoen in 2013 en € 165 miljoen in 2014. De regeling is onderdeel van het pakket aan maatregelen dat binnenkort door het kabinet aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. Daarnaast gaat Weekers samen met banken en institutionele beleggers onderzoeken hoe de Nederlandse export een extra steuntje in de rug kan worden gegeven. Veel grotere en kleinere Nederlandse bedrijven zijn als producent of toeleverancier betrokken bij producten die worden geëxporteerd. Doordat banken echter hun balansen opschonen, wordt het voor hen lastiger om tegen scherpe tarieven kapitaal beschikbaar te hebben voor de financiering van middel- en langetermijn exporttransacties. Om de exportgoederen tegen concurrerende financieringsvoorwaarden te kunnen blijven aanbieden, wil Weekers samen met banken en institutionele beleggers onderzoeken hoe de bestaande kredietgaranties zo innovatief en slim mogelijk kunnen worden ingezet om exportfinancieringen te verkrijgen.
4. Verlaagde BTW-tarief geldt ook voor tuinklussen en bouwtekeningen architecten Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft per 1 maart 2013 tijdelijk het btw-tarief voor renovatie en herstel van woningen ouder dan twee jaar verlaagd. In tegenstelling tot de eerdere btw-verlaging in 2010-2011 valt dit keer ook het aanleggen en onderhouden van tuinen onder de verlaging. Het verlaagde btw-tarief geldt voor een periode van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014. Staatssecretaris Weekers: ‘Met deze maatregel verwachten we mensen over de streep te trekken te investeren in huis en tuin. Bij de eerdere btw-verlaging waren in mijn ogen nog te veel zaken uitgesloten. Daarom wordt dit keer het verlaagde tarief ruimer toegepast.’ Het 6%-tarief is van toepassing op alle renovatie- en herstelwerkzaamheden in en aan een woning. Onder deze werkzaamheden wordt verstaan: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning en de aanleg en onderhoud van de tuin. Het verlaagde tarief is uitsluitend van toepassing op de arbeidskosten en niet op de gebruikte materialen. In het besluit over het verlaagde BTW-tarief dat 28 februari jl. werd gepubliceerd wordt ook goedgekeurd dat het verlaagde tarief wordt toegepast op het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen door architecten en dergelijke ondernemers mits zij tevens de renovatie van de woning begeleiden. 5. Jaarlijkse bijdrage KvK afgeschaft Dit jaar krijgen ondernemers geen factuur meer van de Kamer van Koophandel (KvK) voor de jaarlijkse bijdrage. De activiteiten van de Kamers van Koophandel worden vanaf 2013 gefinancierd uit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken. Uiteraard blijft u wel betalen voor de activiteiten van de KvK, maar dat gaat u doen via de reguliere belastingen die u nu al betaalt. De speciale diensten van de KvK, zoals een uittreksel of seminar, blijven rechtstreeks geld kosten. Hiervoor ontvangt u gewoon een factuur. Wordt in deze factuur toch verwezen naar de jaarlijkse bijdrage, dan heeft u mogelijk nog een openstaande post voor de jaarlijkse bijdrage van voorgaande jaren. Maar let op: de KvK waarschuwt ook voor valse facturen met een jaarlijkse bijdrage die uit naam van de KvK worden verstuurd. 6. Bouwrente blijft fiscaal aftrekbaar Vanwege de nieuwe regels rond de hypotheekrenteaftrek per 1 januari dit jaar was het onduidelijk of de te betalen bouwrente bij nieuwbouwwoningen nog wel aftrekbaar zou
blijven. Onlangs is hier meer duidelijkheid in gekomen. De bouwrente die voorheen aftrekbaar was, blijft ook onder de nieuwe regels aftrekbaar. Als koper van een nieuwbouwwoning betaalt u vaak bouwrente in de periode tussen het sluiten van een koop-aanneemovereenkomst en het passeren van de definitieve leverings- en hypotheekakte. Deze bouwrente blijft dus gewoon aftrekbaar, mits de daarna te sluiten hypotheek wel voldoet aan de nieuwe regels.
7. Extra voordeel voor de gulle gever Heeft u in 2012 geld gedoneerd aan een als culturele instelling aangemerkte ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling), dan levert u dat een extra belastingvoordeel op. U mag het bedrag van de gift in uw aangifte inkomstenbelasting verhogen met 25%. De verhoging is echter maximaal € 1.250. Deze 'multiplier' levert u dus een extra hoge giftenaftrek op. In de vennootschapsbelasting geldt zelfs een verhoging van 1,5 keer het bedrag van de gedane gift. Voor deze verhoging geldt een maximum van € 2.500. Officieel moet de Europese Commissie de multiplier nog goedkeuren. In uw aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over 2012 mag u hier echter al wel een beroep op doen. 8. Schenken in 2013 Dit jaar mag u een maximumbedrag van € 5.141 belastingvrij schenken aan uw kinderen. Is uw zoon/dochter of diens partner tussen de 18 en 40 jaar oud, dan mag u eenmalig belastingvrij een bedrag schenken van € 24.676. Deze eenmalig verhoogde vrijstelling kan nog verder worden verhoogd tot € 51.407 als uw kind het geld gebruikt voor een buitengewoon dure studie of voor de eigen woning. Opa en oma mogen hun kleinkinderen dit jaar verrassen met een belastingvrije schenking van maximaal € 2.057. 9. Filesharing Binnenkort hebben wij de mogelijkheid via onze software om documenten, zoals uw aangifte inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting of omzetbelasting digitaal voor u “klaar te zetten”. U krijgt, zodra wij iets voor u “klaargezet” hebben, een e-mailbericht met een link. Met deze link kunt u het betreffende document inzien, downloaden en goedkeuren. Wij krijgen daar vervolgens bericht van en zullen uw aangifte dan indienen. Het enige wat wij hiervoor nodig hebben, is uw e-mailadres, zowel privé als van degene die verantwoordelijk is voor de aangifte van uw onderneming. Wij hebben u onlangs aangeschreven om deze procedure in gang te gaan zetten.