Nieuwsbrief april 2013
Uit het Algemeen Dagblad van 9 maart 2013. In het Algemeen Dagblad staat iedere zaterdag in de bijlage een wekelijkse column van Mark van de Werf, die als onderwijzer voor de klas stond. Deze week stonden er stukjes in van zij-instromers. Een zij-instromer is iemand die zich heeft laten omscholen tot groepsleerkracht. Mandy Pijl (37 en niet werkzaam op de Wilgenstam) was journalist en kwam als zij-instromer in het basisonderwijs terecht. Zij volgde een studie in deeltijd. Na vijf jaar werken in het basisonderwijs hield zij het voor gezien. Haar stuk in het AD wordt integraal weergegeven.
“Ik vind de omgang met kinderen ontzettend leuk en wilde graag iets bijdragen aan hun ontwikkeling. Iets betekenisvols doen. Maar de praktijk viel mij vies tegen. Als beginnend juf werd ik behoorlijk voor de leeuwen geworpen op een school met behoorlijk wat zorgleerlingen, gedragsproblematiek en wisselingen in het team. Ik stond heel onzeker voor de klas; dat voelden de leerlingen. Bovendien was ik ongeveer al de 22ste leerkracht. Collega’s deden wat ze konden om me te begeleiden, maar het bleef enorm heftig. Na een jaar ging ik naar een school die het beter voor elkaar had en waar ik leukere jaren beleefde. Maar ook daar werd te veel van me gevraagd. Je moet als leerkracht niet alleen elke dag voor de klas staan, maar bent op zaterdag ook onkruid aan het wieden in de schooltuin. Buiten werktijd schrijf je rapporten, je wordt geacht op een doordeweekse avond de Kinderboekenweek te openen en de musical van groep 8 bij te wonen. En dan is er nog alle administratie, de handelingsplannen die je per kind moet opstellen, compleet met leerdoelen, toetsingsmethode en evaluatie, en de dyscalcullie- en dyslexiegroepjes die je apart instructie moet geven. Het was een parttime baan, maar het voelde zo fulltime, dat het me te zwaar werd. Ik was inmiddels moeder, en wilde heel graag op vrijdag naar huis zonder een boodschappentas vol nakijkwerk. Het verschil met mijn collega’s, die ik wel dagelijks lachend voor de klas zag staan, werd ook te groot. Toen wist ik het: ik kan hier niet meer vol voor gaan. Het docentschap moet echt een lang gekoesterde droom zijn, een roeping, anders kun je je niet met plezier voor die 300 procent inzetten. Basisschooldocenten krijgen veel voor hun kiezen. Op het schoolplein van mijn kinderen beginnen ouders wel eens een negatief verhaal over de juf af te steken. ‘Een standbeeld voor iedere leerkracht’, is dan steevast mijn reactie.” Nog meer bezuinigingen. De regering heeft aangekondigd de overheid in 2014 opnieuw op de nullijn te zetten. Dit betekent niet alleen dat de salarissen bevroren blijven (sinds 2009), maar ook dat alle verhogingen, waarmee ook het onderwijs geconfronteerd wordt, niet meer gecompenseerd worden. Hierbij moet u denken aan de verhoging van de BTW (dit jaar), verhoging van de energiekosten, verhoging van de kosten van de
schoonmaak, tuinonderhoud etc. Dit betekent nog meer bezuinigingen en nieuwe afwegingen voor het schooljaar 2014-2015. Tot op heden (en ook volgend schooljaar) zijn de bezuinigingen nog redelijk onzichtbaar gebleven, maar vanaf schooljaar 2014-2015 zullen de bezuinigingen van de Overheid echt zichtbaar worden op alle scholen. Wat zou u van bezuinigingen kunnen merken? Grotere groepen, geen instroomgroepen, afvloeien van (vak)leerkrachten, vervuilde lokalen, geen investeringen in nieuwe computers, smart boarden, meubilair. Bij ziekte van een leerkracht worden kinderen direct naar huis gestuurd en aantal lesuren worden naar het wettelijk minimum gebracht. Gelukkig beschikt de Wilgenstam over betrokken ouders die via de OR en MR met de directie meedenken. Het zal van alle partijen (directie, team, OR en MR) veel creativiteit vragen om goede keuzes te maken. Ons doel moet toch blijven: wij bezorgen kinderen een fantastische en leerzame tijd op de basisschool. Dat vraagt wel veel betrokkenheid van alle partijen. Betrokken ouders Er zijn talrijke onderzoeken die aangeven dat de betrokkenheid thuis een grote bijdrage levert aan de ontwikkeling en het leersucces van kinderen. Goede begeleiding vanuit thuis leidt tot meer zelfvertrouwen, betere prestaties in taal en rekenen en de ontwikkeling van sociale competenties. Een warme, open houding van ouders geeft het kind zelfvertrouwen en vormt en belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling. “Kinderen die in zichzelf geloven hebben hogere verwachtingen over hun toekomstige successen, gaan langer door met hun taak en tonen over het algemeen betere resultaten dan andere kinderen die even vaardig zijn, maar minder zelfvertrouwen hebben.” Het is belangrijk dat kinderen feedback krijgen op hun gedrag (“Je hebt je kamer netjes opgeruimd”) en niet op hun persoon (“Wat valt dit mij van jou tegen”, als de kamer niet is opgeruimd). Natuurlijk zijn factoren binnen het gezin en uit de omgeving belangrijk voor de schoolprestaties, maar ook erfelijk bepaalde factoren als intelligentie en capaciteiten spelen een rol. Kenmerken opvoedings- en onderwijsondersteunend gedrag: • Steunen, sturen, stimuleren. Ouders geven hun kinderen ruimte om zelf te ontdekken en te leren (autonomie) en kinderen bouwen hierdoor zelfvertrouwen op. Ouders sporen hun kind aan om nieuwe dingen te leren, vrienden te maken en problemen zelf op te lossen. Ook stellen ze grenzen en houden toezicht als dit nodig is. • Een verdiepende communicatie. Het is belangrijk dat ouders doorvragen naar ervaringen en gevoelens van kinderen, kritisch zijn en gevarieerde gesprekken voeren en soms ook informatie geven tijdens een gesprek. • Hoge reële verwachtingen hebben van het leren van hun kind. Als ouder de prestaties van hun kind volgen en laten blijken dat ze vertrouwen hebben in het kind, zal het kind hiernaar gaan presteren, of in ieder geval zijn best voor doen. Als ouders de schoolprestaties niet volgen of denken dat een kind het toch niet kan, zal het zelfvertrouwen van het kind dalen en bij een laag cijfer zal het kind dan ook denken: “zie je wel dat ik het niet kan?” • Een rijke leef- en leeromgeving voor informeel leren. Ouders kunnen thuis veel verschillende activiteiten aanbieden om te zorgen voor een rijke leeromgeving: voorlezen, zingen, praten over de dagelijkse gebeurtenissen of het delen van gevoelens. Ook bijvoorbeeld samen spelletjes doen zorgt voor een rijke leef- en leeromgeving. De Wilgenstam weet zich gesteund door een grote meerderheid van ouders die hun kinderen goed
steunen en begeleiden. Er zijn ook veel ouders die met de school meedenken om weer een positief klimaat op school krijgen. Dat wordt zeer gewaardeerd. Ouders die moeite hebben met deze ondersteuning kunnen gebruik maken van de ondersteuning van onze ouderconsulent (Fathia Kasmi) of schoolmaatschappelijk werk. (zie ook website van de school) Pesten op school. Op d.d. 6 maart hebben wij het met het team uitgebreid gehad over pesten. Wij hebben geformuleerd wat wij onder pesten verstaan. Pesten is het gedrag waarbij een persoon herhaald en gedurende langere tijd door een of meerdere anderen bejegend wordt op manieren die leiden tot fysieke verwonding en/of psychisch lijden. Dit kan variëren van woordgrapjes tot structureel geweld en afpersing. Tijdens deze vergadering werd het volgende geconstateerd: Het lijkt erop dat het merendeel van het waargenomen gedrag geen pesten is, maar meer ongewenst gedrag. (Het is incidenteel of gebeurt niet gedurende langere tijd.) Dit ongewenst gedrag heeft te maken met negatief gedrag (intimideren) en ook te maken met taalgebruik. Sommige kinderen gebruiken “straattaal”, dat hard (bijv: “ik maak je dood”) en vaak bedreigend overkomt. Dit gedrag komt het merendeel voor in vrije situaties en/of non-verbaal, zowel in school als op het plein. Het team heeft besloten deze straatcultuur uit de school en het schoolplein te houden en kinderen te leren dat deze taal niet acceptabel is. Ook ouders zullen betrokken worden bij het terugdringen van deze straattaal. Wij maken op school gebruik van de methode “De Vreedzame School”, waarin gewerkt wordt met opstekers en afbrekers (wat vindt een ander niet fijn om te horen). Hier zal maandelijks mee gewerkt worden. Met de BSO is afgesproken dat wij alle uitingen rondom geweld (vechtspelletjes en vechtbewegingen) niet meer accepteren. Wij vinden het ook belangrijk de middengroepen (kinderen die niet pesten, noch geplaagd worden) assertiever te maken. Er komt een onderzoek om in deze groep mediators (dit zijn kinderen die bemiddelen bij ruzie) te gaan opleiden. Hierbij moet u denken aan: • Wat kan een mediator betekenen bij ruzies en conflicten? • Vanaf welke groep kan je mediators inschakelen? • Welke kinderen zijn hiervoor geschikt? • Welke “training” en begeleiding moeten zij krijgen? Natuurlijk zijn er ook nog kinderen die gepest worden. De huidige aanpak (kinderen en ouders aanspreken) lijkt succesvol te zijn. Dit is mede te danken aan de alertheid van ouders, die het team en directie attendeerden op mogelijk pestgedrag. Koningsspelen vrijdag 26 april Zoals u ongetwijfeld uit de media hebt vernomen, heeft men ter gelegenheid van de troonswisseling iets leuks bedacht: De Koningsspelen. De dag vindt plaats op vrijdag 26 april 2013 en in heel Nederland en in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden er Koningsspelen georganiseerd, die worden voorafgegaan
door een gezond, maar bovenal feestelijk Koningsontbijt. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft toestemming gegeven om deze dag te organiseren. De Koningsspelen vervangen de reguliere lessen. Wat een leuk initiatief zult u denken. Maar.........Elke school mag zelf bepalen hoe de Koningsspelen worden vormgegeven. Sterker nog: alle scholen worden uitgedaagd de Koningsspelen zo creatief als ze maar kunnen in te richten. De eerste reactie van de directie was: “Dit gaan wij niet doen. Hier zit heel veel extra werk aan vast en wij ervaren al een hele hoge werkdruk”. Gelukkig hebben een aantal leerkrachten zich spontaan gemeld en aangegeven dat zij deze dag gaan organiseren. Joost, Patrick, Els van de Lugt, Denise, Jasper en Remy (vakleerkracht gymnastiek) zullen deze dag gaan organiseren. U krijgt nog verdere informatie.
De tussenschoolse opvang van Rolykids, “Veel meer dan alleen een boterham eten.” Ingezonden stuk van Rolykids
Sinds augustus 2012 verzorgt Rolykids met veel plezier de TSO op de Wilgenstam. Wij vinden het, belangrijk om tussen de middag goede opvang te bieden. Goede tussenschoolse opvang is voor ons meer dan alleen het opeten van een boterham. Kinderen moeten zich veilig en thuis voelen bij ons en daarom is goede pedagogische begeleiding erg belangrijk.
Het eetmoment, aandacht voor gezonde voeding Wij stimuleren de kinderen tijdens het eetmoment zo veel mogelijk om hun brood op te eten. Ze moeten bij ons minimaal een boterham eten, omdat ze deze energie later weer nodig hebben. Daarnaast krijgen de kinderen iets te drinken aangeboden. We bieden altijd verse melk, thee en water aan. Als afwisseling wordt er nog ander drinken aangeboden zoals dik sap, chocolademelk of yoghurt drink. Omdat we het belangrijk vinden dat de kinderen gezond eten bieden we wekelijks iets extra’s aan zoals bijvoorbeeld fruit. We letten er ook op dat kinderen geen zoetigheden bij zich hebben. Als dit wel het geval is dan vragen we dit te bewaren voor thuis.
Aandacht voor buitenspelen, even een frisse neus halen! Na de lunch stimuleren we de kinderen om naar buiten te gaan zodat ze hun energie kwijt kunnen. Naast
het vrije spel met ons buitenspeelgoed mogen de kinderen ook meedoen met aangeboden activiteiten zoals tikkertje, verstoppertje of balspelen zoals bijvoorbeeld volleybal. Na elke vakantie hangt er weer een nieuw activiteitenprogramma bij de TSO met buiten- en binnenactiviteiten. Sommige kinderen vinden het prettig om daarna binnen te spelen. Ze mogen dan knutselen of een spelletje doen onze groepsruimten. Als het slecht weer is maken we ook gebruik van de gymzaal.
Pedagogische begeleiding Wij gaan op een positieve manier met kinderen om. In plaats van te zeggen wat er niet mag vertellen we wat we wel graag willen. Een voorbeeld is dat we zeggen “we lopen binnen” in plaats van “niet rennen!” Daarnaast leren we de kinderen respectvol om te gaan met elkaar. Voorbeelden hiervan zijn dat we elkaar bij de naam noemen, op een normale toon tegen elkaar praten en niets doen wat een ander niet wil. Hierin geven de pedagogisch medewerkers zelf het goede voorbeeld.
Contact met ouders Als er tijdens de TSO dingen gebeuren die belangrijk zijn om zelf aan ouders te melden, dan zullen wij altijd contact met u proberen op te nemen. Verder geven we belangrijke informatie over uw kind door aan de juf of meester, zodat zij ook op de hoogte zijn. Mocht u zelf vragen hebben over de TSO dan kunt u contact met ons opnemen. We zijn tijdens de BSO- tijden telefonisch bereikbaar op het nummer 0648735732. Ook kunt u een mail sturen naar
[email protected]. Natuurlijk kunt u ook langskomen op onze BSO-locatie tijdens de voorschoolse opvang (van 7.30-9.00 uur) en tijdens de naschoolse opvang (van 14.45-18.30 uur).