Februari 2015 Voorwoord van de voorzitter
VVG-PGB verwelkomt ruim 6700 nieuwe leden en komt op voor hun belangen
Pagina 1
NIEUWSB R I E F Een heel bijzonder bulletin dit keer. Vanaf 1 januari hebben we bijna 6700 nieuwe leden kunnen verwelkomen. Onze VVG-PGB telt nu ruim 10.500 leden. Fantastisch! We verwelkomen ruim 6000 leden door een wervingsactie onder de gepensioneerden van het Pensioenfonds PGB. En begroeten nog eens bijna 500 leden van de Vereniging van Gepensioneerden van Belangenvereniging Pensioen Vereenigde Glasfabrieken, die per 1 januari met onze vereniging is samengegaan. Welkom allen, het bestuur zal zijn uiterste best doen om uw vertrouwen niet te beschamen. De snelle groei is niet ongemerkt gebleven in Pensioenland. Het bestuur van FNV Kiem vond het zelfs nodig om hun leden een brief te sturen: lidmaatschap van onze vereniging zou geen toegevoegde waarde hebben en alleen maar onnodig geld kosten. Mijn antwoord daarop: de VVG is juist opgericht om uitsluitend het belang van gepensioneerden te behartigen en nergens anders voor. De vakbonden moeten denk ik meerdere doelen dienen: van de jongeren, van alle werkenden, van de slapers, noem maar op. Wij hebben maar één belang. Namelijk dat onze positie als gepensioneerde zo goed mogelijk wordt behartigd. Ik zou een soortgelijk advies als FNV Kiem kunnen geven, maar ik blijf liever wat meer terughoudend. Te lang zijn de pensioenfondsen uitsluitend bestuurd door werkgevers- en werknemersorganisaties. Begrijpelijk dat ze nog even moeten wennen dat de gepensioneerden, wettelijk verankerd, nu ook een stem in het kapittel hebben. Op basis van de getalscriteria willen wij nu ook een extra plek in het VO, het Verantwoordingsorgaan. Wij hebben meer leden dan alle vakbonden samen onder de gepensioneerden van het Pensioenfonds PGB. Reden genoeg om dus ook meer invloed trachten uit te oefenen. Financiële situatie Van een aantal nieuwe leden hebben we de vraag gekregen wat wij allemaal met het geld van de contributie denken te gaan doen. Weest u er verzekerd van, dat wij zuinig met uw centjes omgaan. Met zoveel leden zullen wij wat professioneler moeten worden. De bestuursleden werken als vrijwilligers, met normale kostenvergoedingen. Maar wij willen nog meer en beter met u communiceren, u op de hoogte houden van wat er allemaal speelt. Daarvoor moeten we wellicht professionele hulp inhuren. Ook het versturen van de nieuwsbrieven met de PostNL kost geld. We zullen onze website trachten zo actueel mogelijk te houden, met verwijzingen naar nieuws over het wel en wee van het pensioen op andere sites. Wij betalen een gedeelte van uw contributie aan onze Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden, de KNVG, want wij willen op landelijk niveau uw stem duidelijk laten horen en uw belangen vertegenwoordigen. Er zijn nog heel veel plannen in den Haag met onze pensioenfondsen. Daarom houden wij in ieder geval een oorlogskas aan, voor het geval wij, samen met onze koepel uiteraard, denken te moeten gaan procederen tegen besluiten van de overheid of van de Nederlandsche Bank. Uiteindelijk leggen wij op onze jaarvergadering 21 april aanstaande (zie verderop in deze nieuwsbrief), verantwoording af aan de leden over ons financiële beleid. Als leden stelt u natuurlijk zelf uiteindelijk de contributie vast. Mochten we geld overhouden, dan zal het bestuur uiteraard voorstellen om de contributie nog verder te verlagen.
Beleggingsresultaat van ons pensioenfonds 18.3 %. Door wettelijke voorgeschreven rekenrente nog steeds een te lage dekkingsgraad waardoor indexering helaas nog steeds niet mogelijk is.
Victor Doorn
Ledenvergadering Noteer 21 april vast in uw agenda!
Pagina 2
Focus op belangen De KNVG heeft onlangs een brandbrief naar de Eerste Kamer en de Nederlandsche Bank gestuurd, waarin onze koepelorganisatie aandringt op het voorschrijven van kostendekkende premies. Er zijn nu fondsen die dat principe loslaten. Dat betekent uiteraard uitholling van het eigen vermogen. In de jaren ’80 van de vorige eeuw, werd er onder minister-president Ruud Lubbers ook gedacht dat de werkgevers en werknemers wel minder premie konden betalen. Daardoor lopen we nu indexeringen mis. Als iedereen ons mooie pensioenstelsel denkt te kunnen invullen op zijn eigen manier in plaats van solidair te zijn, dan wordt de bijl gezet aan de wortel van de pensioenboom. Helaas heeft de sterke lobby van alle koepels van gepensioneerden niet kunnen voorkomen, dat de nieuwe wet inzake de pensioenfondsen door de Tweede en Eerste Kamer is gekomen. De pensioenfondsen moeten nu toch nog hogere buffers aanhouden terwijl de dekkingsgraad al zeer conservatief wordt berekend, op basis van de huidige steeds lagere wordende rente (recent van 2,1 naar 1,8 %). Ons pensioenfonds maakt wel heel mooie beleggingsresultaten, in 2014 zelfs 18,3 %, maar we zien daar nog niets van terug in de vorm van indexering. In ieder geval kunt u de jonge mensen in uw omgeving verzekeren dat wij, als ouderen, zeker de pensioenpotten niet leeg eten. Eerder overstromen de kassen. We moeten wel hopen dat de rente op afzienbare termijn gaat stijgen, want dan hebben we weer kans op indexering. En iedereen schijnt te vergeten dat juist de werkenden een nog groter belang hebben bij indexering, dan de gepensioneerden. Zij kunnen een veel hoger pensioen opbouwen als er normaal geïndexeerd wordt. Wij blijven strijden voor een rechtvaardige verdeling van de pensioenpot, voor het zo snel mogelijk weer indexeren van ons pensioen. En zodra het maar even kan: ook het inhalen van de gemiste indexering. Daarover, met name over behoud van de individuele rechten, loopt ook een discussie tussen het Verantwoordingsorgaan en het bestuur van ons Pensioenfonds. Daarnaast zullen wij via de KNVG op landelijk niveau in de bus blijven blazen, omdat er nog heel veel discussie is over het huidige pensioenstelsel en er nog allerlei stelselwijzigingen besproken worden. En alleen door de macht van het getal, dus met uw steun door middel van het lidmaatschap van onze vereniging, kunnen wij het belang van de gepensioneerden bij het Pensioenfonds - en via de KNVG in Den Haag - blijven dienen. Nieuws Pensioenfonds Ondertussen groeit het Pensioenfonds PGB als kool. In het Verantwoordingsorgaan moeten wij iedere vergadering advies geven over een aantal nieuwe aansluitingen. Het PGB bestuur doet dat goed, het belegd vermogen is al gegroeid tot 19,3 miljard euro. De kosten per deelnemer gaan daar mee omlaag en er is ook voldoende financiële ruimte om een broodnodig nieuw automatiseringssysteem te kopen, omdat de nieuw toegetreden pensioenfondsen vaak ook net wat andere regelingen kennen. En het aantal actieve deelnemers neemt daardoor sterk toe, in tegenstelling tot de grafische sector, waar alleen maar terugloop plaatsvindt. Het Verantwoordingsorgaan heeft onlangs een gesprek gehad met de Raad van Toezicht (RvT) van het Pensioenfonds PGB, die ook per 1 juli is aangetreden, evenals uw vertegenwoordigers in het Verantwoordingsorgaan, Tonnie Klein Hemmink en ondergetekende. We kregen het idee dat de RvT goed bezig is en fungeert als een goede sparringpartner van het bestuur. De dekkingsgraad van het pensioenfonds PGB was op 31 december 104,2 en dat is net voldoende, dus we kunnen wel wat rentestijging gebruiken. Verder vindt u in deze nieuwsbrief nog vele zaken. Bijvoorbeeld een interview met ons nieuwe bestuurslid Thijs Reuder, die voorzitter was van de Vereniging van Gepensioneerden van de Vereenigde Glasfabrieken. Bestuurder Reuder wordt aan u voorgedragen tijdens de ledenvergadering van 21 april. Ik wens u nog veel leesplezier en zie u graag verschijnen op onze jaarvergadering, waar de bestuursleden van het pensioenfonds uitgebreid zullen toelichten wat die nieuw wetgeving allemaal voor ons betekent. Voor dat doel gaan we ook nog twee regio bijeenkomsten organiseren. Victor Doorn Voorzitter van de VVG-PGB, email:
[email protected]
In onze nieuwsbrief van oktober jl. is aangekondigd dat wij de Jaarlijkse Ledenvergadering wederom in het Beatrix gebouw van de Jaarbeurs in Utrecht willen houden. Wij hebben hiervoor gekozen vanwege de centrale ligging. De vergadering vindt plaats op 21 april. Aanvang 14.00 uur. Om leden die ver weg wonen, of die niet in de gelegenheid zijn 21 april naar Utrecht te komen, de mogelijkheid te bieden om met ons te spreken, houden wij twee regiobijeenkomsten en wel op 24 april in Tilburg en op 30 april in Zwolle. Alle bijeenkomsten starten om 14.00 uur. Over de agenda en de locaties ontvangt u te zijner tijd nader bericht.
De regiobijeenkomsten zijn bedoeld om contact te leggen met onze leden en hen bij te praten over wat er in de ledenvergadering is besproken (en besloten). Het zijn geen officiële ledenvergaderingen. Het voltallige bestuur zal bij beide bijeenkomsten aanwezig zijn. Wij willen u tevens vragen wat u van ons verwacht. Dit ook ten aanzien van onze website. Bent u geïnteresseerd in al het nieuws over de pensioenen en pensioenfondsen? Of vind u het allemaal prima als uw belangen maar goed behartigd worden. Kortom wat verwacht u van ons. Wat moeten/kunnen wij allemaal voor u betekenen. Wij hopen dat u daar over nadenkt en ons uw standpunt laat weten tijdens de ledenvergadering.
Ledenvergadering 2014
Thijs Reuder (Vereenigde Glasfabrieken)
Pagina 3
”Extra eisen dekkingsgraad zijn ongegrond” Rotterdam – Nadat bijna 500 leden van de Vereniging van Gepensioneerden van NV Vereenigde Glasfabrieken (BPVG), per 1 januari zijn toegetreden tot de VVG-PGB is door het bestuur besloten de voorzitter van deze vereniging voor te dragen als nieuw bestuurslid. BPVG staat voor Belangenvereniging Pensioen Vereenigde Glasfabrieken. De vereniging hield zich niet alleen bezig met gepensioneerden, maar zette zich ook in voor actieve, werkzame leden. Het toetreden van BPVG is een forse ledenimpuls. De afgelopen maanden groeide het ledental van de VVG-PGB toch al van 3800 naar ruim 10.000 leden. Met de komst van BPVG neemt de importantie van de VVG-PGB alleen maar toe. De KNVG zal zich gesterkt voelen met deze aanzienlijke aanwas van leden. De plannen in Den Haag moeten in de kiem gesmoord worden, luidt het adagium. Dat kan alleen maar wanneer gepensioneerden zich in groten getale organiseren om een vuist te maken tegen de snode plannen van Staatssecretaris Klijnsma. De VVG-PGB is zo’n vereniging die aan de weg timmert voor het werven van nieuwe leden. Tijd om ook eens kennis te maken met de nieuwe bestuurder in spé: Thijs Reuder. Het was even zoeken in de oude kern van Hillegersberg, even ten noorden van Rotterdam. In de verte was het statige pand aan de singel, waar het interview gedaan moest worden, door de vele zandbergen moeilijk te zien. De straatrenovatie in de wijk was in volle gang. Na enig geklauter kon worden aangebeld. Even later zaten we gedrieën aan tafel in de woonkamer van Matthijs Reuder (66), voorzitter van de Vereniging van Gepensioneerden van de Vereenigde Glasfabrieken (BPVG) Belangenvereniging Pensioen Vereenigde Glasfabrieken en mét Geer Meershoek-Jansen Bestuurslid Vereniging van Gepensioneerden Pensioenfonds Grafische Bedrijven, VVG-PGB. Zonder dat ze het wisten, wonen beiden op enkele ’’meters’’ van elkaar. En dat is altijd makkelijk gezien de gezamenlijke plannen en ambities die beiden voor ogen hebben. Het is niet onopgemerkt gebleven in het land der gepensioneer-
Thijs Reuder wordt 21 april voorgedragen als nieuw bestuurslid
Thijs Reuder
Acties VVG-PGB € 5.00 korting op het boek Kranten, ego’s, kapitaal
PGB Nieuws
Pagina 4
den dat de VVG-PGB in korte tijd een glorieuze ledengroei meemaakt. ’’Het is’’, zegt Reuder, ’’de bedoeling dat de 450 leden van de BPVG opgenomen worden in de VVG – PGB”. Hij is enthousiast over een bestuursfunctie binnen de VVG-PGB. In zijn loopbaan heeft hij vele jaren commerciële functies bekleed bij het Rotterdamse concern Furness. Reuder werd zelfs voor vier jaar uitgezonden om de commerciële belangen voor dit bedrijf te behartigen in een tankopslag bedrijf in Sao Paulo (Brazilië). Daarna, we schrijven 1983, was hij werkzaam bij de N.V. Vereenigde Glasfabrieken te Schiedam, en werd na enige omzwervingen binnen het bedrijf benoemd tot directeur Inkoop en Logistiek en tot 2011 als directeur Inkoop. Ervaring in de belangenbehartiging van gepensioneerden heeft Reuder zeker. ’’Ik ben al enkele jaren voorzitter van de BPVG. Het is van belang dat gepensioneerden invloed hebben op het Pensioenfonds. Deelnemen in het bestuur, de deelnemersraad en het VO van het fonds spreken voor zich. Door allerlei ontwikkelingen hebben we besloten ons aan te melden bij de VVG-PGB’’. De noodzaak tot een krachtenbundeling dringt volgens Reuder zich steeds meer op. ’’De overheid is bezig de behoedzaam opgebouwde financiële buffers van de pensioenfondsen van de afgelopen jaren met onjuiste argumenten verder op te schroeven. Het zorgt er voor dat indexering van de pensioenen moeilijker wordt. De extra eisen van de dekkingsgraad zijn ongegrond. Veel fondsen zijn ondanks de recessie financieel sterk en gezond gebleven, hebben een positief rendement behaald of zijn zelfs zijn gegroeid’’. Geer Meershoek knikt. ’’De gepensioneerden moeten hun stem laten horen in Den Haag. Het wordt tijd dat de mensen wakker worden. De gepensioneerden moeten zich meer verenigen en hun krachten bundelen om een vuist te maken richting overheid. We laten ons pensioen niet verder afkalven, zeker niet met onjuiste argumenten’’. Als belangrijke taak binnen het bestuur van VVG-PGB ziet Reuder een mogelijkheid om leden te faciliteren met extra voordelen bij het afsluiten van verzekeringen of ziektekostenpremie en kortingen op abonnementen. Kortom, als daar behoefte aan bestaat, zoeken we naar voordelen voor de leden bij acties en aanbiedingen’’. Eén ding staat vast, aldus Reuder. ’’We blijven vechten voor de belangen van de gepensioneerden. We timmeren aan de weg om ieder lid zijn deel te laten krijgen. De overheid moet niet denken dat de inkomens van de gepensioneerden verder aangetast kunnen worden’’. Gerard Gommers – Oud dagblad journalist Sociale Economie bij Sijthoff Pers
De VVG-PGB wil haar leden zo goed mogelijk informeren over het pensioen. Daarnaast vindt onderzoek plaats op welke manier wij onze leden voordelen kunnen bieden in de vorm van acties en of aanbiedingen. Oud-Wegenerleden hebben wij gewezen op het boek Kranten, ego’s, kapitaal dat in 2014 is verschenen. In dit boek worden de opkomst en de ondergang van Mecom en David Montgomery van binnenuit beschreven, vooral vanuit het perspectief van Wegener. Het is een ondernemingsdrama tegen het decor van een bedrijfstak in een bestaanscrisis. Een bedrijfsongeval op een brandend platform. Tegen inlevering van de kortingsbon op pagina 11 kunnen leden van VVG-PGB het boek kopen voor de prijs van 14,99. De bon is nog geldig tot 13 maart 2015.
PGB in bagger en chemie Wat doet baggeraar Boskalis bij een pensioenfonds voor de grafische industrie? Dat wilde een kritisch Kamerlid vlak voor het zomerreces weten van de staatsecretaris en hij bestookte haar met een aantal vragen. Voor PGB klonk dat bijna als een stem uit het verleden. De laatste tien jaar is PGB toch echt uitgegroeid tot een heus multi-sectoraal pensioenfonds. Misschien wel het meest diverse van allemaal.
Om de belangen van de eigen en toekomstige deelnemers zo goed mogelijk veilig te stellen, heeft PGB zich de afgelopen tijd opengesteld voor nieuwe aansluitingen.
Niet iedereen overziet die ontwikkeling zo duidelijk. Inderdaad is het fonds ontstaan in de grafische sector, met een geschiedenis die terug gaat tot een voorloper in 1929. Daar zijn we trots op. Ook nu werken de meeste van onze deelnemers in de Grafimedia, maar ze vormen nog maar net de helft van alle actieve deelnemers. Het opgebouwde vermogen van PGB staat nog wel voor het overgrote deel op naam van mensen uit de grafische industrie, de gepensioneerden en zogenaamde ‘slapers’ meegerekend. Maar de nieuwe instroom aan pensioenpremie komt inmiddels voor 65% van vrijwillig bij PGB aangesloten bedrijven uit andere sectoren. Dat is menigeen in de buitenwereld ontgaan, zelfs sommige journalisten en kamerleden. De eerste niet-grafici kwamen van de uitgeverijbedrijven die hun pensioenregeling bij PGB onderbrachten, dus ook voor de journalisten en het administratieve en commerciële personeel. PCM, Misset, SDU en Wegener om er een paar te noemen. Die nieuwe aansluitingen bleken voor alle partijen profijtelijk. De bedrijven die voor PGB kozen, konden hun eigen kleinere, kwetsbare en kostbare pensioenfonds opheffen en PGB zag zich groeien in plaats van krimpen. De grafische industrie bleek immers van jaar tot jaar kleiner te worden door alle afslankingen en faillissementen. Daarmee dreigde ook het draagvlak onder PGB af te kalven. Dat is gevaarlijk. Schaalgrootte is nodig om de pensioenperspectieven van de zittende deelnemers en gepensioneerden veilig te stellen. Kosten per deelnemer Als het aantal deelnemers te zeer afneemt, stijgen de kosten per deelnemer voor het pensioenbeheer. Datzelfde speelt ook bij het vermogensbeheer: hoe groter het vermogen, des te beter kunnen de kosten worden beperkt. Vrijwillig Om de belangen van de eigen en toekomstige deelnemers zo goed mogelijk veilig te stellen, heeft PGB zich de afgelopen tijd dus opengesteld voor nieuwe aansluitingen. Na de uitgeverijen kwamen hele bedrijfstak pensioenfondsen uit andere sectoren over: zoals de ’kartonnage en flexibele verpakkingen’ en de ’verf en drukinkt’. Sociale partners beslisten daar zelf toe. Industrieën uit de chemie en farmacie, de kunststof- en rubberindustrie, de groothandel en de papierproducenten volgden vrijwillig en zochten eveneens onderdak bij PGB. Allemaal volgens de geldende regels voor gelijkwaardige dekkingsgraad en premiebetaling, zodat noch de zittende noch de nieuwe deelnemers nadeel ondervinden. De Nederlandsche Bank ziet overigens nauwlettend toe op dit soort transacties. Werkingssfeer Om dit mogelijk te maken heeft PGB de werkingssfeer in zijn statuten aangepast. Dit alles natuurlijk netjes binnen de wet. Zo heeft medio 2014 Boskalis zijn pensioenregeling bij PGB ondergebracht, een bedrijf vooral bekend van de grote baggerwerkzaamheden over de gehele wereld. De werkingssfeer van PGB vermeldt in dat verband ‘maritieme aannemerij en dienstverlening’. Terughoudend Nogmaals: wat heeft Boskalis bij PGB te zoeken? Het bedrijf was op zoek naar een goede en flexibele uitvoerder voor zijn pensioenregeling en vond die, na vergelijking met andere opties, bij PGB. Is Boskalis een grafisch bedrijf? Nee, natuurlijk niet. Evenmin als een bedrijf uit de chemie dat is. Je zou hoogstens kunnen zeggen: vuile handen kun je overal maken, niet alleen in een drukkerij. De staatssecretaris heeft het bewuste Kamerlid inmiddels uitgebreid geantwoord en daarbij ook gewezen op de consolidatie die zich in de pensioensector voltrekt en voortzet. Steeds meer sociale partners en bedrijven zoeken naar mogelijkheden om hun pensioenregeling elders onder te brengen. Mede daarom is de wetgever zelf bezig wettelijk een nieuw type ‘Algemeen Pensioen Fonds’ (APF) voor te bereiden. Ze heeft PGB gevraagd zich tot die tijd ‘terughoudend’ op te stellen bij het verder uitbreiden van de werkingssfeer. Daar zal PGB zeker rekening mee houden. Misschien moeten we toch ook eens kijken naar het gebruik van de naam. Met de afkorting PGB is niets mis. Die kan ook staan voor bijvoorbeeld Pensioenfonds Geassocieerde bedrijven. Maar wellicht moeten we het woord ‘grafisch’ voortaan wat minder benadrukken, hoezeer me dat ook persoonlijk aan het hart gaat. Zo geef je meer ruimte aan bagger en chemie en allerhande dienstverlening.
Arnold Verplancke
Pagina 5
Arnold Verplancke - (bestuurslid PGB namens VVG-PGB)
PGB nieuws
Dekkingsgraad lager ondanks rendement PGB haalde in 2014 een rendement van 18,3 procent op zijn beleggingen. Desondanks daalde de dekkingsgraad van 104,8 procent (eind 2013) naar 104,2 procent op 31 december 2014. Dat komt door de lagere rente. Hierdoor moet PGB meer geld reserveren voor de uitbetaling van de pensioenen. Rente is belangrijk voor dekkingsgraad De dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds voldoende geld heeft om alle pensioenen nu en in de toekomst uit te betalen. Met een dekkingsgraad van 104,2 procent is er voor elke 100 euro die nu en straks moet worden betaald: 104,20 euro aan pensioenvermogen beschikbaar. Als de rente daalt, is er meer geld nodig om de pensioenen in de toekomst te kunnen betalen. Daarom heeft rente veel invloed op de dekkingsgraad. Ontwikkeling deelnemers Het aantal deelnemers dat pensioen opbouwt of krijgt, nam in 2014 met 16.654 toe tot 116.892. Dat komt omdat een aantal nieuwe werkgevers zich bij ons aansloot. Dekkingsgraad De dekkingsgraad daalde in het vierde kwartaal van 2014 van 104,8 procent op 30 september 2014 naar 104,2 procent op 31 december 2014. De dekkingsgraad ging omlaag ondanks een positief rendement van 4,8 procent in het vierde kwartaal. De oorzaak was de verdere daling van de rente. Als de rente daalt, is er volgens de rekenregels meer geld nodig om de pensioenen in de toekomst te kunnen betalen. Aan het begin van 2014 stond de dekkingsgraad nog op 104,8 procent. Over het hele jaar gezien daalde de dekkingsgraad 0,6 procent. Ruud Degenhardt, bestuursvoorzitter PGB: “Het afgelopen jaar haalden we een mooi rendement van 18,3 procent op onze beleggingen. Doordat in 2014 de rente daalde, zijn onze verplichtingen echter harder gestegen dan onze beleggingen. Hierdoor is de dekkingsgraad per saldo gedaald. We kunnen helaas geen toeslag geven per 1 januari 2015. Onze financiële situatie laat dat niet toe. Omdat veel nieuwe bedrijven zich bij ons aansluiten, kunnen we de krimp in de grafische sector opvangen. Dit is goed nieuws voor onze deelnemers en gepensioneerden, omdat we zo de kosten met meer mensen kunnen delen.” Rendement De beleggingen leverden in het vierde kwartaal een rendement op van 4,8 procent. De waarde (in euro’s) van de aandelenportefeuille steeg 3,5 procent. Het vermogen in de portefeuille alternatieve beleggingen nam toe met 1 procent. Omdat de rente daalde, steeg de waarde van de obligatieportefeuille (met staats- en bedrijfsleningen) met 6,2 procent. Exclusief de afdekkingsportefeuilles voor het rente- en valutarisico kwam het rendement uit op 4,4 procent, inclusief deze afdekking bedroeg het rendement 4,8 procent. Over heel 2014 is een rendement behaald van 18,3 procent. Ook dekkingsgraden grote pensioenfondsen onder druk Ook de grote pensioenfondsen hebben hun financiële positie zien verslechteren het afgelopen jaar. Vier van de vijf grootste fondsen stonden eind 2014 in onderdekking. Zo blijkt uit de verschenen kwartaalberichten van deze fondsen. Voor kortingen hoeven de deelnemers voorlopig echter niet te vrezen. In het nieuwe regime zijn kortingen minder snel nodig. Dat neemt niet weg dat de grote fondsen bezorgd zijn. Men hoeft geen maatregelen te nemen die de deelnemers treffen, maar de verwachte ontwikkeling in 2015 baart ook het ambtenarenpensioenfonds ABP zorgen.
Pagina 6
Dalende rente Reden voor de verslechtering is de alsmaar dalende rente. Hierdoor stijgen de verplichtingen van de pensioenfondsen. Dat drukt de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft weer in hoeverre pensioenfondsen in staat zijn de pensioenen in de toekomst te betalen. Bij zorgfonds PFZW is de dekkingsgraad door de lage rente liefst 3%-punt gedaald in het afgelopen kwartaal tot 102%. Ook bij het ABP ging het hard, daar zakte de dekkingsgraad met 2 %-punt tot 101,1%. Beide fondsen hebben het risico op rentedaling relatief weinig afgedekt. Metaalfondsen PME en PMT eindigden het jaar met dekkingsgraden van respectievelijk 102% en 103%. Alleen bpf Bouw stond er aan het eind van het jaar goed voor met een dekkingsgraad van 114,5%. Bpf Bouw heeft daarom de pensioenen op kunnen hogen. De rendementen waren over 2014 opvallend hoog. Zo behaalde metaalfonds PMT een rendement van maar liefst 20,6% over het hele jaar en zorgfonds PFZW 15,5%. Aandelen deden het goed, evenals vastgoed, maar de grootste winsten werden behaald op vastrentende waarde. Door de lage rente was het
rendement op obligaties hoog. De verplichtingen stegen door de lage rente echter nog harder, waardoor de hoge rendementen zich niet vertaalden in hoge dekkingsgraden. Spreiding Sinds 2015 gelden er nieuwe regels voor pensioenfondsen. Zo mogen tekorten over tien jaar worden gespreid, waardoor er minder snel kortingen nodig zijn. Deelnemers zullen daarom materieel nu weinig merken van de lage dekkingsgraden. De premies zijn echter hoog en er is voorlopig geen sprake van indexatie. De dekkingsgraden worden dit jaar anders berekend. Voortaan wordt er naar de gemiddelde dekkingsgraad over het afgelopen jaar gekeken. Deze ligt soms aanzienlijk hoger, bij PFZW bijvoorbeeld op 108% in plaats van 102%. De verwachting is echter wel dat deze gedurende het jaar gaat dalen, als de rente laag blijft.
KNVG/NVOG nieuws Volgende parlementaire enquête zal gaan over pensioenen
Pensioenperspectief ouderen én werkenden verdampt De ouderenorganisaties KNVG, NVOG en CSO verwachten al over enkele jaren een parlementaire enquête over de gang van zaken rond de pensioenvoorstellen van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken, die gisteren door de Eerste Kamer zijn aangenomen. Zodra tot de werkenden van nu doordringt dat hun pensioenen - ondanks de overvolle pensioenpotten - veel lager zullen zijn dan verwacht, zal grote maatschappelijke onrust ontstaan. Men zal zich afvragen hoe deze wetgeving gebaseerd kon worden op vertrouwelijke cijfers van CPB en inging tegen alle adviezen van de pensioenfondsen, de vakbeweging en de ouderenorganisaties. Zowel werkenden, gepensioneerden als de economie als geheel zullen schade oplopen van de opbouw van overdreven hoge buffers bij de pensioenfondsen. Het is schrijnend dat de beleggingsmachinerie succesvol draait en degenen die hun loon hebben ingebracht onvoldoende meedelen in de hoge rendementen. Sinds het begin van de financiële crisis stromen de pensioenpotten over dankzij een gemiddeld beleggingsrendement van 7%, terwijl de pensioenen achterblijven vanwege de kunstmatig lage rekenrente en de strengere spelregels voor aanpassing van de uitkeringen aan de inflatie. Tijdens het debat in de Eerste Kamer is vastgesteld dat de premies die werkenden betalen niet kostendekkend zijn. Daardoor vloeit geld dat door gepensioneerden bijeen is gebracht naar de pensioenaanspraken van werkenden. Samen met de voortdurend strengere solvabiliteitseisen die aan pensioenfondsen gesteld worden, betekent dit dat de uitkeringen in de loop van de komende tien jaar tot tientallen procenten dalen in koopkracht wegens niet-indexering. De ouderenorganisaties zijn daarnaast verontwaardigd over de voortgaande aanslag op de inkomens van ouderen. De maatregelen die speciaal ouderen treffen stapelen zich jaar na jaar op. Door de jongste pensioenmaatregelen van staatssecretaris Klijnsma kunnen alle gepensioneerden indexering van hun pensioen voor de rest van hun leven vergeten. Anders gezegd: gepensioneerden worden vanaf nu jaar na jaar armer. Voor commentaar zijn beschikbaar: KNVG - voorzitter Martin van Rooijen (0652342050), NVOG - voorzitter Jaap van der Spek (06-22445140) en voorzitter Pensioencommissie CSO Jos Berkemeijer (06-46120660). Ouderen en koopkracht Eind januari werd in de plenaire zaal van de Tweede Kamer een dertigledendebat gehouden. Tot 2011 werd dit type debat een spoeddebat genoemd. De naam ‘dertigledendebat’ geeft aan dat het debat wordt gedragen door een minderheid van de Kamer en het komt tegemoet aan het uitgangspunt dat ook minderheden de gelegenheid hebben een onderwerp te agenderen. Dinsdag 3 februari werd op verzoek van een zevental kamerleden gedebatteerd over de koopkrachtontwikkeling van ouderen. Er werden 6 moties ingediend waarover inmiddels is gestemd.
Pagina 7
KNVG-voorzitter Van Rooijen kandidaat voor Eerste Kamer Martin van Rooijen, de voorzitter van de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden, is kandidaat voor de Eerste Kamer voor de politieke partij 50Plus. Het bestuur van die partij heeft dat zaterdag bekend gemaakt. Van Rooijen staat op een tweede plaats op de lijst en heeft daarmee bij de huidige politieke verhoudingen een goede kans later dit jaar ook gekozen te worden. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de twaalf Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten worden op hun beurt gekozen door de burgers van de provincie. De verkiezingen voor de Eerste Kamer volgen later dit jaar op de verkiezingen voor de Provinciale Staten van 18 maart a.s.
Martin van Rooijen
De dialoog heeft een vracht aan ideeën, visies en voorstellen opgeleverd
De KNVG is zelf geen politieke organisatie. De koepel vertegenwoordigt de belangen van alle ouderen en gepensioneerden met name op het gebied van pensioenen en de zorg. De KNVG voelt zich verwant met elke partij die opkomt voor de belangen van ouderen. Als boegbeeld van de KNVG heeft Van Rooijen de afgelopen jaren in Den Haag bij kabinet, parlement en bij de Sociaal-Economische Raad met kracht de belangen van ouderen verdedigd. Vanwege zijn deskundigheid en betrokkenheid heeft de partij 50Plus Van Rooijen gevraagd kandidaat te willen zijn voor die partij. De KNVG juicht de kandidatuur van haar voorzitter voor de Eerste Kamer toe. Ze beschouwt het als een erkenning van de wijze waarop de KNVG, vaak samen met de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG) in Den Haag heeft geopereerd. Met de persoon van Van Rooijen in de Eerste Kamer kan nog beter stem gegeven worden aan de verdediging van de ouderenbelangen. Om die reden steunt het bestuur de kandidatuur van Martin van Rooijen van harte. Het bestuur ziet ook geen beletsel voor de voortzetting van het voorzitterschap van de KNVG door Martin van Rooijen. Martin van Rooijen is 72 jaar. Hij was staatssecretaris voor Financiën in het kabinet Den Uyl namens het CDA.
Klijnsma rondt pensioendialoog af Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft begin februari de bijeenkomsten in het land in het kader van De Nationale Pensioendialoog met een slotbijeenkomst in Nieuwegein afgerond. De bijdragen tot nu toe zijn samengevat in een vijftal punten. Klijnsma heeft deze opgenomen in een voortgangsrapportage die aan de Tweede Kamer is gestuurd. De staatssecretaris: ’’Er is veel meegepraat en meegedacht. Zonder taboes. En dat was ook precies de bedoeling. De dialoog heeft een vracht aan ideeën, visies en voorstellen opgeleverd. We gaan de komende maanden benutten om de opbrengst te vertalen naar bruikbare bouwstenen en mogelijke beleidsrichtingen voor een pensioenstelsel waarmee we verder de 21ste eeuw in kunnen.” Rode draden De dialoog in het land heeft duidelijk gemaakt dat aanpassingen aan het pensioenstelsel nodig zijn om het goede te kunnen behouden. De veranderende arbeidsmarkt is daarvoor een belangrijke aanleiding. Ook benadrukken veel mensen en organisaties het belang van betere communicatie en het minder complex en transparanter maken van het pensioenstelsel. Verder is er behoefte aan meer aansluiting bij individuele behoeftes. Het pensioen zou beter afgestemd moeten worden op het levenspatroon van de deelnemer. Veel mensen geven aan dat zij meer vertrouwen zouden krijgen als ze meer te zeggen krijgen over hun pensioen. De meeste participanten aan de dialoog vinden solidariteit in beginsel belangrijk, maar verschillen van mening over de mate en de richting waarin die solidariteit wenselijk is. Ten slotte is verantwoordelijkheid een belangrijk punt in de discussie. De opvattingen over wie waar voor verantwoordelijk zou moeten zijn lopen uiteen. Wel verwacht de burger dat de overheid een bestaansminimum garandeert voor de oude dag.
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Pagina 8
De Nationale Pensioendialoog Klijnsma wilde met deze open en brede dialoog van de samenleving, de sector, wetenschappers, belangenvertegenwoordigers en denktanks horen hoe het aanvullend pensioenstelsel nog beter kan aansluiten op de wijze waarop mensen werken en leven in de 21ste eeuw. De focus van de dialoog is vooral de maatschappelijke houdbaarheid van ons stelsel. Demografische, economische, arbeidsmarktgerelateerde en sociaalculturele ontwikkelingen leiden tot fundamentele vragen die de kern van ons pensioenstelsel raken.
Hoofdlijnennotitie De opbrengst van de dialoog in het land met burgers en professionals en de inzichten uit eerdere oriëntaties vormen samen met het nog te ontvangen SER-advies en rapporten van het CPB en SCP de opmaat naar de Hoofdlijnennotitie. In die Hoofdlijnennotie zal het kabinet een aantal mogelijke beleidsvarianten schetsen waaraan het pensioenstelsel aangepast zou kunnen worden. De notitie zal voor de zomer aan de Kamer verzonden worden. De bijdragen aan De Nationale Pensioendialoog zijn terug te lezen op denationalepensioendialoog.nl
Koopkrachtplaatjes zien er zorgelijk uit
‘Koopkracht ouderen stijgt in 2015 helemaal niet’
Pagina 9
Koopkracht ouderen holt verder achteruit: stop de stapeling De koopkracht van ouderen holt al jaren achteruit door de keuzes die Den Haag maakt. De CSO-ouderenorganisaties leveren hiervoor cijfermatig en anekdotisch bewijs aan de politiek. Na zes jaar is de rek er bij veel ouderen echt uit. Voor 2015 komen nieuwe schokkende cijfers naar boven. Daarom onze noodkreet: stop de stapeling – en nu echt! Onze achterban van 500.000 senioren is duidelijk: we zijn zwaar teleurgesteld in het kabinet. De koopkracht van ouderen gaat er wéér verder op achteruit door regeringsmaatregelen. Op maandag 24 november heeft de Kamer zich gebogen over begroting SZW voor 2015. Waarom moeten gepensioneerden keer op keer meer inleveren dan de rest van Nederland? Al sinds jaar en dag bestuderen de CSO-partners Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM de Rijksbegrotingen. De afgelopen jaren worden we daar buitengewoon somber van. Voor het zesde achtereenvolgende jaar staan er veel maatregelen in die specifiek ouderen treffen. Deze stapeling van maatregelen raakt vooral de ouderen met zorgkosten. Nibud-cijfers: min, min, min Het Nibud berekent voor ons – al sinds 2002 – wat de koopkrachteffecten zijn van de voorgestelde regeringsmaatregelen. Voor 2015 zien de koopkrachtplaatjes er voor vrijwel alle 65+ modelhuishoudens opnieuw heel zorgelijk uit. Wij maken ons grote zorgen of gemeenten deze kwetsbare ouderen gaan compenseren voor het koopkrachtverlies dat zij hebben als gevolg van de kabinetsmaatregelen. Schokkende percentages Momenteel buigt de Kamercommissie SZW zich over de begroting 2015. Uit de toelichtende stukken en tabellen blijkt dat 29% van alle huishoudens er in koopkracht op achteruit gaat. Voor de groep ouderen is dit percentage echter veel hoger, namelijk 44%. De cijfers geven bovendien maar een beperkt beeld omdat niet met alle maatregelen rekening is gehouden. Om maar eens wat te noemen: de bezuinigingen in de zorg zijn niet meegenomen. Naar aanleiding van vragen vanuit de commissie gaf de minister een overzicht van de huishoudens met een stapeling van 2 of meer maatregelen. De percentages zijn schokkend. Van de 65-plussers met een inkomen beneden modaal heeft 70% te maken met een stapeling van 2 of meer maatregelen. Voor 75-plussers met een inkomen beneden modaal is dit zelfs 78%. Van de chronisch zieke 75-plussers extramuraal loopt het percentage verder op tot 93% en bij intramuraal tot 99%! Vorig jaar hebben we vele duizenden handtekeningen verzameld en uitgedeeld in de Tweede Kamer. Keer op keer brengen we onze berekeningen onder de aandacht van politiek en pers. We gaan onvermoeibaar door. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Daarom brachten we dit keer ons pleidooi ook in beeld: stop de stapeling – en nu echt! 2 januari 2015 Op basis van berekeningen van loonstrookverwerker ADP meldden meerdere media dat ouderen in 2015 meer te besteden zouden hebben. Dit bericht is volgens de koepel van ouderenorganisaties CSO misleidend. In het bericht wordt namelijk gekeken naar de stijging van het netto inkomen (AOW en eventueel aanvullend pensioen). Maar dat zegt nog niets over de koopkracht. CPB en Nibud zijn er duidelijk over: de koopkracht van ouderen blijft dalen of komt hooguit in sommige gevallen uit op nul. De koopkracht van iemand is namelijk ook afhankelijk van de gemiddelde stijging van de kosten van levensonderhoud (inflatie) en van eventuele extra kosten voor de zorg. Het Nibud hield in zijn berekeningen op Prinsjesdag rekening met een gemiddelde inflatie van 1,25 procent. Maar door ADP en later ook door bijvoorbeeld RTLZ wordt de inflatie niet meegenomen of gebagatelliseerd en de eventuele extra zorgkosten komen helemaal niet aan de orde. Nibud Uit de koopkrachtberekeningen die het Nibud op Prinsjesdag in opdracht van onder meer de NVOG heeft gemaakt, blijkt dat de meeste ouderen er in 2015 in koopkracht op achteruit gaan. Ouderen met (extra) zorgkosten worden het hardst getroffen.
Deze uitkomsten worden bevestigd door het CPB. Uit de decemberraming van het CPB blijkt dat de koopkrachtontwikkeling in 2015 weliswaar iets beter is dan verwacht, ondermeer door een lagere verwachte inflatie, maar negatief blijft voor gepensioneerden, dan wel afgerond wordt naar nul voor een alleenstaande gepensioneerde met alleen AOW. CSO geeft een voorbeeld: bij Nibud had een gepensioneerd echtpaar met AOW + 10.000 euro aanvullend pensioen een koopkrachtdaling van 1,9 procent, en bij het CPB is dat nu geworden (afgerond): een daling van 1,5 procent. En die 1,5 procent betekent ruim vierhonderd euro per jaar minder koopkracht, ondanks de (lichte) stijging van de AOW en de (waarschijnlijk eenmalige) verlaging van de inkomensafhankelijke zorgpremie.
Huidige regeringsmaatregelen treffen de 65-plussers hard In de Volkskrant van 7 januari 2015 is een artikel verschenen van de hand van Bernard van Praag, emiritus-hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en Henk Hemmers, oud-programmamaker van Thales. Op gezette tijden leeft de discussie op dat de inkomenspositie van ouderen het laatste decennium sterk achteruitgegaan zou zijn. Volgens Henk Krol van 50Plus zelfs met 20 procent. Anderen spreken dit heftig tegen of komen met heel andere schattingen. Het SCP acht de daling verwaarloosbaar, terwijl het CBS op een daling voor ouderen komt van circa 4 procent. In nrc.next van 4 december was er weer zo’n discussie, waarbij de redactie op gezag van het CBS de uitspraak van Krol als onjuist beoordeelde. Het is duidelijk dat de discussie niet alleen academische relevantie heeft. De huidige regeringsmaatregelen treffen de 65-plussers hard. We noemen het onmogelijk maken van pensioen-indexatie en de verschraling van de zorg als voorbeelden. Zelfs wanneer de uitgangspositie van 65-plussers gunstiger zou zijn dan die van andere leeftijdsklassen, neemt dat niet weg dat de ouderen er de laatste tien jaar behoorlijk meer op zijn achteruitgegaan dan anderen.
Bernard van Praag De huidige regeringsmaatregelen treffen de 65-plussers hard
Pagina 10
Niet zomaar prullenmand in Op basis van recente CBS-cijfers kan de uitspraak van Krol, en van andere belangenbehartigers van ouderen, toch niet zomaar in de prullenmand worden gegooid. In opdracht van het ministerie van Financiën verscheen in 2013 het IBO-rapport ‘Inkomen en vermogen van ouderen: analyse en beleidsopties’. Hierin wordt bekeken hoe de inkomens van bepaalde leeftijdscohorten zich over de laatste jaren hebben ontwikkeld. Daar komen vreugdevolle constateringen uit. Het blijkt dat ouderen het steeds beter krijgen. Preciezer: de 60-jarige van 2013 heeft het beter dan de 60-jarige in 2003 en dito de 70-jarige. Het gaat hier om de vergelijking van leeftijdscohorten. Dit rapport wordt vaak aangehaald als bewijs dat ouderen niets te klagen hebben. Dat klinkt goed, maar is het relevant voor onze vraag? Wij willen weten hoe een bepaalde persoon die in 2003 65 jaar was er in 2013 voorstaat nu hij 75 jaar is geworden. Het gaat hier om het volgen van een cohort van een bepaald geboortejaar. Daarvoor moet men kijken naar de netto - beschikbare huishoudinkomens, gecorrigeerd voor inflatie. Vergelijking van het netto - besteedbaar huishoudinkomen in 2003 met dat in 2013, zoals gemeld door het CBS, leert het volgende. Het leeftijdscohort 65 - 70 van reeds gepensioneerden verdiende in 2003 gemiddeld 25.300 euro. In 2013, tien jaar ouder geworden, verdiende die leeftijdscategorie (75 - plus) 25.100 euro. Uit de CBS cijfers blijkt dat de totale inflatie over die tienjaarsperiode circa 19 procent bedroeg. Koopkracht Heden ik, morgen gij. In koopkracht van 2013 uitgedrukt komt 25.300 euro in 2003 dus overeen met 30.220 euro. Dat betekent dat dit geboortecohort in tien jaar tijd circa 5.100 in euro’s van 2013 aan koopkracht heeft moeten inleveren, ofwel 17 procent. Dit kan niet worden verklaard uit een eventuele inkomensterugval bij pensionering, omdat het cohort 65 - 70 in 2003 voor het overgrote deel al gepensioneerd was. De terugval kan ook niet verklaard worden doordat er in het beschouwde geboortecohort zoveel weduwen, waarvoor het besteedbaar gezinsinkomen zo’n 25 procent achteruitgaat, bijkomen. Uit de CBS-statistieken valt helaas niet na te gaan hoeveel huishoudens in de bewuste leeftijdscategorie verweduwen. Maar het kunnen er nooit zoveel zijn dat de inkomensachteruitgang erdoor kan worden verklaard. Bekijken we de cijfers voor andere cohorten, dan blijkt de daling van koopkracht niet beperkt tot het cohort 65 - 70 (2003). De daling over de laatste tien jaar zet reeds in ergens tussen de leeftijd 45 - 50, met 4 procent. Na de leeftijd van 50 begint de koopkrachtdaling pas goed, met een gemiddelde van circa 17 procent. Dit staat in schril contrast met de jongere leeftijdsklassen, die overeenkomstig hun leeftijd - inkomensprofiel een stijging hebben van circa 20 procent per tien jaar
in de periode 2003 - 13. Wanneer we rekening zouden houden met de maatregelen in de zorg, dan lijkt het door Krol genoemde percentage van 20 volstrekt realistisch. In dit bestek, zonder te beschikken over de gedetailleerde CBS - cijfers, is een meer verfijnde analyse onmogelijk. Wel kan worden gesteld dat de uitspraak van Krol een grond van waarheid heeft. Sluipend heeft al een aanzienlijke herverdeling plaatsgevonden tussen leeftijdsklassen, ten nadele van ouderen. Het lijkt erop dat deze trend zich doorzet, al of niet met het aanroepen van de heer Piketty. Er is slechts een schrale troost voor 65-plussers. Ze kunnen tegen degenen die na hen komen zeggen: heden ik, morgen gij.
Rijksoverheid Ruime meerderheid Eerste Kamer voor nieuwe pensioenregels
Einde aan een jarenlange discussie
De Eerste Kamer heeft met een ruime meerderheid van VVD, PvdA, D66, Groenlinks en ChristenUnie ingestemd met het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing financieel toetsingskader’(FTK). Hiermee gaat deze wet per 1 januari 2015 in en komt er een einde aan een jarenlange discussie. Staatssecretaris Klijnsma is blij met de brede steun: “Het is goed dat er nu duidelijkheid is. De pensioenfondsen kunnen nu snel aan de slag met de verbeterde regels waar jong en oud baat bij hebben.” De staatssecretaris stemde in met het voorstel om De Nederlandsche Bank te vragen pensioenfondsen toe te laten staan om met de huidige rekenrente (ufr) te blijven rekenen tot begin 2015 en duidelijk wordt met welke rekenrente Brussel komt voor verzekeraars. Zij had de Tweede Kamer al eerder toegezegd te onderzoeken of de verschillende rekenrentes te stroomlijnen zijn. Verder zal zij het nieuwe FTK over 3 jaar evalueren. En zij zal beide Kamers informeren over toekomstige wijzigingen. Het FTK is een onderdeel van de Pensioenwet waarin de wettelijke eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. Het nieuwe FTK voorziet in noodzakelijk ‘technisch onderhoud’ van het pensioenstelsel. De belangrijkste verbeteringen zijn: • Het verspreiden van financiële mee- en tegenvallers over de tijd. Dit zorgt voor meer stabiliteit in de pensioenuitkering van mensen. • Er komen duidelijke, eerlijke en evenwichtige regels voor de indexatie van pensioenen, voor jong en oud. • Er komt een stabiele premie. De pensioenfondsen zullen hun financiële opzet vóór 1 januari, de ingangsdatum van deze wet, moeten aanpassen aan het nieuwe FTK. Klijnsma: “Pensioenfondsen kunnen nu voorkómen dat de pensioenen van gepensioneerden in één klap fors omlaag moeten, terwijl tegelijkertijd wordt geregeld dat er genoeg geld opzij wordt gezet voor de pensioenen van de toekomst. Dat is gunstig voor de jongeren van vroeger en de ouderen van de toekomst.” Het nieuwe FTK is een belangrijke stap vooruit in het pensioendossier, net als de reeds aangenomen wet versterking bestuur pensioenfondsen en de aanpassing van het fiscale kader en het wetsvoorstel aanpassing Pensioencommunicatie dat nu bij de Tweede Kamer ligt.
KORTINGSBON Kranten, ego’s, kapitaal Louis van de Geijn Actienummer: 902-12840
€ 19,99
ISBN: 9789045027173
€ 14,99
Bij inlevering van deze bon bij de erkende boekhandel krijgt u € 5,00 korting
Pagina 11
Geldig van 10/12/2014 t/m 13/03/2015
Colofon VVG-PGB Bestuur:
Voorzitter: Victor Doorn, tel. 055 - 3604796
[email protected] Tweede voorzitter: Hans Brader, tel. 076 - 565 75 97
[email protected] Secretaris: Frits Lahnstein, tel. 024 - 641 99 71
[email protected] Postadres secretariaat: Schellingshof 8, 6573 DK Beek Ubbergen Penningmeester: Tot 31 december 2014 Jan Rabelink, tel. 0541 - 51 49 85
[email protected] Vanaf 1 januari 2015 (onder voorwaarde benoeming op ledenvergadering 21 april 2015) Piet Rietkerk, tel 06- 23340815,
[email protected]
oktober 2014 Van de voorzitter
Pagina 12
Bestuurslid/ledenadministratie: Tonnie Klein Hemmink, tel. 06 - 51605411
[email protected] Postadres ledensecretariaat: Hunzestraat 18, 7555 WB Hengelo Mailadres ledenadministratie:
[email protected] Bestuurslid/communicatie: Geer Meershoek, tel. 06 - 13199587
[email protected] Bestuurslid: (onder voorwaarde benoeming op ledenvergadering 21 april 2015) Thijs Reuder, tel. 06 – 52616833
[email protected] Website: www.vvgpgb.nl Algemeen mailadres:
[email protected]
NIEUWSB R I E F Voor u ligt, of staat op uw beeldscherm, een nieuwe nieuwsbrief van onze Vereniging van Gepensioneerden. Zeker in de huidige tijden met allerlei plannen van dit kabinet om de pensioenfondsen toch weer met zwaardere eisen op te schepen, is het van belang goed contact met u te onderhouden. Dat kabinetsvoornemen wordt in deze nieuwsbrief verder toegelicht. Ik ben echter bang voor de gevolgen. De dekkingsgraad die net weer op peil begint te komen (107.7%) zal, door de zwaardere eisen, weer ver-