Newsletter Camera Consult : Nummer 1
Inhoud 1 De Directie Lokale Integrale Veiligheid biedt nog meer steun aan de steden en gemeenten met interesse in camerabewaking ............................................................. 2 2 Is camerabewaking efficiënt? Lancering van een nationaal kwantitatief wetenschappelijk onderzoek ....................................................................................... 3 3
Een cartografie van camerabewaking in België ...................................................... 3
4
Verslag: Colloquium Evaluatie van de projecten camerabewaking ......................... 4
5
Nieuwigheden ....................................................................................................... 7
6
Het woord is aan u! ............................................................................................... 8
7
FAQ ....................................................................................................................... 9
8
Interessante onderzoeken, publicaties, websites en links .................................... 10
1
De Directie Lokale Integrale Veiligheid biedt nog meer steun aan de steden en gemeenten met interesse in camerabewaking
Het zoeken naar vernieuwende efficiëntere en effectievere strategieën om lokale overheden, politiezones en alle andere relevante actoren actief in het lokaal integraal veiligheidsbeleid te ondersteunen en adviseren is voor de Directie Lokale Integrale Veiligheid een continue opdracht. Het project Camera Consult is één van de voorbeelden van hoe de Directie samen met de nationale expertengroep en partners een kwalitatief aanbod ontwikkelt naar burgemeesters, preventiediensten, politie en particuliere of private actoren om doordacht om te gaan met het installeren van camerabewaking in openbare ruimtes. We stellen vast dat er heel wat informatie bestaat over de toepassing van camerabewaking in ons land, maar ook in de ons omringende landen. Informatie die niet altijd zijn weg vindt naar de lokale overheden en politiezones. Met de newsletter Camera Consult willen wij u gidsen door de veelheid aan informatie over de verschillende aspecten van camerabewaking: van de voorbereidende fase (is camerabewaking de beste oplossing voor de problematiek waarmee de lokale overheden of de politiezones geconfronteerd worden?) tot de evaluatie ervan (wat leert camerabewaking ons en in welke mate kunnen wij het systeem via een integrale aanpak verbeteren?). Daarnaast willen we u ook informeren over de acties die de Directie Lokale Integrale Veiligheid samen met de expertengroep ontwikkelt in het kader van het project Camera Consult. Via deze newsletter geven wij ook het woord aan u, de lokale overheden, want u beschikt over de goede praktijken inzake camerabewaking in het algemeen of aangaande bepaalde van haar concrete aspecten. Komen ook aan bod: de goede praktijken uit het buitenland en zeker ook de vele vragen die door de actoren op het terrein worden gesteld. De uitnodigingen en verslagen van studiedagen zal u hier eveneens aantreffen. Kortom, wij doen er alles aan om u concreet op de hoogte te houden van alles wat er in ons land op vlak van camerabewaking gebeurt. Tenslotte wensen wij dat deze newsletter zo goed mogelijk aan uw verwachtingen voldoet. Daarom vragen wij u om ons al uw vragen, opmerkingen en/of suggesties over deze newsletter mee te delen. Vertel ons wat u graag in deze publicatie zou terugvinden. Hiervoor kunt u een mail sturen naar
[email protected] of naar één van de contactpersonen, Sylvie Murengerantwari
[email protected] of Julien Vandenhoucke
[email protected].
2
Is camerabewaking efficiënt? Lancering van een nationaal kwantitatief wetenschappelijk onderzoek
De FOD Binnenlandse Zaken heeft in december 2011 samen met de KATHO (Katholieke Hogeschool Zuid-West Vlaanderen) een nieuw wetenschappelijk onderzoek gelanceerd met als doel een kwantitatief antwoord te vinden op de kwestie van de impact van camerabewaking op de veiligheid in de openbare ruimte en op het veiligheidsbeleid van een gemeente. Ook de effecten op de criminaliteit, de overlast en het onveiligheidsgevoel zullen geanalyseerd worden. Hierbij willen we volgende specifieke onderzoeksvragen beantwoord zien: Wat is het effect van camerabewaking in de publieke ruimte op de criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens in een afgebakend gebied, een buurt en een stad in het algemeen en voor specifieke criminaliteitsvormen? In welke mate is er een verplaatsingseffect of andere onvoorziene effecten door camerabewaking? In welke mate heeft camerabewaking een impact op de bestuurlijke aanpak en het politioneel optreden, met name op het vroegtijdig signaleren, lokaliseren en inspelen op feiten en op de interventie? In welke mate draagt camerabewaking bij tot het vatten van daders en de bewijsvoering van feiten? In dit onderzoek heeft men geopteerd voor gevalstudies in steden en gemeenten met camerabewaking in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Het onderzoek verloopt in 3 fasen: In een eerste fase zal men overgaan tot de keuze van de steden en gemeenten en zal men de onderzoekssite, de aangrenzende site en de controlesite voor elk van die steden vastleggen. Daarna wordt in een volgende fase de objectieve parameters verzameld en geanalyseerd: Analyse van de effecten Analyse van de verplaatsings- en ‘diffusion of benefits’ effecten Analyse van de bijdrage van cameratoezicht tot bewijsvoering van feiten In een derde fase wordt de perceptie van de bewoners van de sites met betrekking tot de veranderingen in de veiligheidssituatie verzameld en geanalyseerd.
3
Een cartografie van camerabewaking in België
Naar aanleiding van de verspreiding van de cameragids ‘Hoe een systeem van camerabewaking in openbare ruimtes installeren?’ hebben we alle 589 burgemeesters van ons land aangeschreven. Hiermee wilden we enerzijds het project Camera Consult en de cameragids presenteren, anderzijds ons netwerk verder uitbreiden door te peilen naar de lokale contactpersonen voor camerabewaking. We willen op de ingeslagen weg verder gaan door te peilen welke steden en gemeenten nu camerabewaking hebben geïnstalleerd in hun openbare ruimtes (de voor het publiek toegankelijke plaatsen volgens de Camerawet van 2007) en welke dit niet of nog niet hebben gedaan. Kortom alle
lokale overheden zijn hierin belangrijk. Is het niet om te leren van hun kennis, expertise en ervaringen dan is het om andere(n) bij te staan in de ontwikkeling of optimalisering van een systeem van camerabewaking. Dit zijn allemaal interessante elementen die het mogelijk maken om het ondersteuningsaanbod van onze Directie aan de lokale overheden en politiezones te verrijken. Daarom vragen wij aan alle steden en gemeenten die geen strategisch veiligheids- en preventieplan hebben om deze vragenlijst in te vullen en vóór 31 maart 2012 terug te sturen naar
[email protected]. Nr. van de politiezone Naam van de politiezone Naam van de stad of gemeente Beschikken jullie over een systeem van Ja/neen camerabewaking in de openbare ruimte? Indien wel, aantal camera’s en met welke doeleinden? Indien niet, wordt een dergelijk systeem op korte, middellange of lange termijn overwogen? Beschikken jullie over een automatisch Indien wel, hoeveel en met welke doeleinden? nummerplaat herkenningssysteem (ANPR)? Indien niet, wordt het ontwikkelen van een dergelijk systeem op kort, middellang of lange termijn overwogen? Contactgegevens Naam en voornaam, functie, adres, mailadres en telefoonnummer
4
Verslag: Colloquium Evaluatie van de projecten camerabewaking
Op 27 juni 2011 organiseerde de Directie Lokale Integrale Veiligheid tijdens de ’Week van de Integrale Veiligheid’ haar tweede colloquium van het jaar rond camerabewaking. Het colloquium focuste zich op de evaluatie van camerabewaking in openbare ruimtes in binnen- en buitenland. We gingen op zoek naar antwoorden op de vragen hoe of in welke mate camerabewaking in steden en gemeenten geëvalueerd wordt en welke resultaten dit oplevert met betrekking tot de criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens. De evaluatie van camerabewaking maakt het immers mogelijk om na te gaan of de vooropgestelde doelstellingen van het camerabewakingsproject behaald worden en de hele structuur procesmatig goed verloopt.
Voor dit colloquium werd gekozen voor een mix van experten uit de wetenschappelijke en onderzoekswereld enerzijds en ervaringsdeskundigen, mensen die dagdagelijks bezig zijn met de toepassing van camerabewaking, anderzijds. Dit alles werd bekeken vanuit een internationaal perspectief, met de aanwezigheid van experten uit onze buurlanden Nederland en Frankrijk.
De camerabewaking in openbare ruimten: stand van zaken van ondernomen evaluaties in de wereld door Tanguy Le Goff, socioloog, Institut d’aménagement et d’urbanisme d’Ile de France Conclusie: 1. Uit zijn literatuurstudie blijkt dat camerabewaking een variabele invloed heeft naargelang de types plaatsen: een beperkte afschrikkende invloed in open en complexe plaatsen, maar omwille van specifieke redenen een doeltreffende invloed in gesloten ruimtes zoals parkings. Daarnaast ook een veranderlijk effect naargelang de aard van de criminaliteit. Er zijn tenslotte drie scenario’s mogelijk omtrent de ruimtelijke verplaatsing van de criminaliteit. 2. Hij besluit dat het toezicht door operatoren op afstand slechts in beperkte mate bijdraagt tot het goede beheer van criminaliteit en verstoringen van de openbare orde. Dit omdat het een illusie is dat camerabewaakte plaatsen continu onder toezicht staan van operatoren. Operatoren besteden in werkelijkheid slechts een beperkte hoeveelheid van hun werktijd aan passief (kijken naar de beelden) of actief toezicht (op heterdaad betrappen). Dit gedeelte van de werktijd is qua efficiëntie dan weer erg beperkt door technische factoren, weersomstandigheden, menselijke omstandigheden (al dan niet gebaseerd op hun relaties met federale of lokale politie). Bovendien wordt een groot deel van hun tijd besteed aan nietwerkgerelateerde taken binnen het werk om verveling tegen te gaan en krijgen ze bovendien weinig erkenning door hun hiërarchie.
Cameratoezicht binnen het lokaal veiligheidsbeleid: doelstellingen, effecten, succesfactoren en evaluatie in twee Vlaamse Steden - Gudrun Vande Walle, associatieonderzoeksgroep Governance of Security, België Conclusie: Beide steden (Mechelen en Lokeren) hebben heel wat raakvlakken. Ze hebben een relatief groot aantal camera’s (30 en 60) die niet onder permanente bewaking staan. Het politiek draagvlak voor camerabewaking is er ook erg groot en de toepassing van de camerabewaking wordt in de toekomst nog verder uitgebouwd. De camera’s hangen er vooral voor de aanpak van overlast, hebben vooral een preventieve functie, worden als nuttig ervaren voor de identificatie van daders. Het integraal en geïntegreerd karakter van camerabewaking kan verder uitgewerkt worden door een aantal cruciale partners mee te betrekken. Beide steden hebben voorlopig nog geen grondige evaluatie van hun camerabewakingssysteem uitgevoerd. Er zijn onvoldoende objectieve gegevens ter beschikking die genuanceerde conclusies omtrent de effectiviteit van camerabewaking mogelijk maken.
Hoe camerabewaking in openbare ruimtes evalueren? Debat over de ervaringen in België, Nederland en Frankrijk. Moderator: Sander Flight, Onderzoeker Veiligheidsbeleid, DSP Groep, Nederland Panel: Alfons Claes, commissaris politiezone Lier; Rupesh Ramkisoensing, adviseur cameratoezicht, Directie Veiligheid, Rotterdam en Emilie Thérouin, Schepen van Veiligheid en Preventie van stedelijke risico’s, Amiens Nederland: Rotterdam: grootste aantal camera’s van de drie steden van het onderzoek (342). De stad heeft een grondige kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van hun camerabewaking laten doen door een extern en onafhankelijk studiebureau. De resultaten vormen de basis voor de bijsturing van hun camerabewakingssysteem. Het effect van camerabewaking wordt als positief ervaren omdat het aantal geregistreerde incidenten sterk is gestegen. Het blijkt echter moeilijk aan te tonen of dit effect werkelijk aan camerabewaking toe te schrijven is, omdat het deel uitmaakt van een breder pakket van maatregelen en dus breder beleid. Bovendien kan een stijging van het aantal registraties door camerabewaking als positief worden ervaren, het tegenovergestelde effect kan dezelfde conclusies opleveren. Het onveiligheidsgevoel in de gebieden met camerabewaking wordt door ruim de helft van de inwoners als vergroot omschreven. Het aantal daalt over de jaren echter wel. Niettemin percipieert 80 % van de bevolking de camerabewaking als positief. Frankrijk: Amiens: stad met tweede grootste aantal (48) camera’s. De eerste Franse stad die een grootschalige kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van hun camerabewaking heeft gelanceerd door een extern en onafhankelijk studiebureau. De resultaten laten nog op zich wachten maar zullen gebruikt worden als maatstaf voor het voortbestaan of bijsturen van hun camerabewaking. De bevoegde schepen is kritisch ten aanzien van camerabewaking, staat hierover lijnrecht tegenover het vorige beleid dat pro camerabewaking en pro de uitbreiding ervan was. Ze hoopt via het onderzoek concrete elementen te te krijgen voor de ontwikkeling van het toekomstig veiligheidsbeleid. België: Lier: stad met het minste aantal camera’s (10). De stad heeft een beperkte interne evaluatie gedaan van haar camerabewakingssysteem. Deze evaluatie maakt het echter niet mogelijk om de effectiviteit van de camerabewaking te meten en conclusies omtrent impact op overlast, criminaliteit en onveiligheid te meten. Bepaalde operationele aanpassingen werden als gevolg hiervan wel gedaan. Het beleid meent dat camerabewaking een zekere meerwaarde heeft. De burgers percipiëren de camerabewaking als positief. De camerabewaking wordt op beleidsmatig niveau niet in vraag gesteld.
Aanbevelingen/conclusies – Sander Flight Iets meer dan één vierde van de steden of gemeenten in Nederland heeft camera’s in haar openbare ruimte. Iets meer dan de helft van de Nederlanders woont in een stad of gemeente met camera’s. Flight haalt aan dat ondanks de wettelijk tijdelijkheid van de toepassing van camerabewaking in de praktijk, geen enkele stad noch camera’s heeft weggehaald noch er volledig mee gestopt is, ongeacht wat uit de eventuele evaluaties kan worden geconcludeerd.
In Nederland blijkt uit de uitgevoerde evaluaties geen éénduidig beeld. Soms neemt veiligheid toe, soms neemt het af. Dit geldt zowel voor de objectieve als de subjectieve veiligheid. Uit de bestudeerde evaluaties blijkt tevens dat slechts in 9 van de 60 steden/gemeenten goed onderzoek werd gedaan. Slechts 29 % heeft haar beleid aangepast na de evaluatie. Sander Flight sloot af met enkele tips en aanbevelingen: Zijn tips: doe zelf alles goed, technisch, reactief en repressief; denk als een dader; denk als een burger. Zijn aanbevelingen: Doe een kosten-batenanalyse per camera. Doe aan cameraprojecten (dus camera als tijdelijke maatregel) Communiceer de criteria vanaf het begin Stel een bovengrens in voor het totaal aantal camera’s per stad of gemeente Evalueer de camera’s op hun directe resultaten en het veiligheidsbeleid op de effecten. Voor meer concrete informatie over dit colloquium kunt u mailen naar
[email protected], de contactpersonen Sylvie Murengerantwari
[email protected] en Julien Vandenhoucke
[email protected] . Alle powerpointpresentaties staan op de website www.besafe.be en zijn te consulteren op volgende pagina https://besafe.ibz.be/NL/Politie/bel-week/Pages/Dag1.aspx
5
Nieuwigheden
Gids Camera Consult: publicatie van het 6de deel van de gids met de synthese van het wetenschappelijk onderzoek Urban eyes Het 6de deel van de cameragids is verschenen. Het draagt de titel ‘Wetenschappelijk onderzoek: Urban Eyes’ en bevat zoals de naam reeds doet vermoedden, de synthese van het kwalitatief wetenschappelijk onderzoek ‘Urban Eyes: Onderzoek met het oog op een doordacht en adequaat beleid inzake stedelijke camerabewaking’ dat de Universiteit van Namen in opdracht van de Directie Lokale Integrale Veiligheid heeft uitgevoerd. Naast de beschrijving van het methodologisch dispositief van het onderzoek, wordt dieper ingegaan op de resultaten van het onderzoek. De volgende onderzoeksvragen stonden in dit onderzoek centraal: Wie gebruikt camerabewaking? Welke zijn de doelstellingen van camera’s? Wat zijn de moeilijkheden vastgesteld tijdens een camerabewakingsproject? Welke resultaten of bijkomende gevolgen werden verkregen? Tot slot worden door de onderzoekers concrete aanbevelingen geformuleerd voor de actoren die beleidsmatig en operationeel betrokken zijn in het project camerabewaking.
Deze aanvulling op de gids wordt in de loop van februari verspreid naar alle gouverneurs, burgemeesters en korpschefs. De overige actoren (die al over de gids Camera Consult beschikken) die eveneens een exemplaar wensen te ontvangen ontvangen, kunnen dit aanvragen via
[email protected].
6
Het woord is aan u!
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw : Tom De Schepper Vlaamse steden en gemeenten maken steeds meer gebruik van cameratoezicht Uit een recente steekproef van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) blijkt dat het cameratoezicht in Vlaamse steden en gemeenten aan een sterke opmars bezig is. Die stijgende tendens konden we de voorbije jaren al afleiden uit talrijke berichtgeving in de lokale en nationale pers en natuurlijk ook uit de cijfergegevens over het aantal aangiften van camerasystemen die de Privacycommissie geregeld verspreid. Uit de gegevens van de VVSG blijkt dat niet alleen het private cameragebruik in een stijgende lijn zit, maar ook het cameratoezicht in de publieke sector de voorbije jaren sterk toegenomen is. Diverse vormen van cameratoezicht zijn vandaag onder meer in werking op bussen en trams, in stations, parkings, openbare wegen, gebouwen en pleinen. Uit verdere studie is gebleken dat momenteel de helft van de Vlaamse steden en gemeenten gebruik maakt van één of andere vorm van publiek cameratoezicht of dat op heel korte termijn zullen doen. Vooral cameratoezicht op niet-besloten plaatsen (meestal festivals, straten en parken) wordt her en der toegepast, maar ook cameratoezicht op besloten plaatsen (meestal sporthallen, jeugdhuizen, fietsenstallingen en openbare gebouwen). Nieuwe vormen van cameratoezicht zoals de mobiele (en verplaatsbare) camera worden ook gebruikt, maar opvallend is dat steeds meer politiezones gebruik maken van automatische nummerplaatlezers (ANPR). Dat de helft van de Vlaamse steden en gemeenten actief bezig is met cameratoezicht, betekent ook dat in de andere helft van de Vlaamse steden en gemeenten cameratoezicht geen item is en andere middelen gebruikt worden om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Deze resultaten werden verspreid op een studiedag van de VVSG op 6 oktober 2011. De presentaties van deze studiedag en meer informatie vindt u op de volgende link terug : http://www.vvsg.be/veiligheid/camera/Pages/default.aspx.
Nieuwe praktijkgids cameratoezicht voor preventiediensten en beleidsmedewerkers. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) merkt, net als tegenhangers in Wallonië en Brussel, dat zowel medewerkers van lokale politiezones, steden en gemeenten als lokale mandatarissen steeds meer aandacht hebben voor de inzet van cameratoezicht op het openbaar domein en daarbij nood hebben aan de uitwisseling van ervaringen, inspirerende voorbeelden en juridische ondersteuning.
Deze medewerkers komen met hun vragen onder meer terecht bij de verenigingen van steden en gemeenten. Op basis van onze ervaringen, talrijke contacten met preventieambtenaren en cameraspecialisten op het terrein en een grondige doorlichting van de wetgeving over de materie heeft de VVSG in samenwerking met uitgeverij Politeia een praktijkgids cameratoezicht uitgebracht. Met dat handboek en het ledenadvies tracht de VVSG een aantal veelvoorkomende vragen uit het werkveld op te lossen. Waar vind ik een model van voorbereidend dossier cameratoezicht? Hoe verloopt de vervolging bij klachten? Hoe verhoudt de camerawet zich tegenover andere regelgeving? Welke gemeenten maken gebruik van ANPR? Mag ik een camera plaatsen tegen sluikstorten in het stadspark? Het zijn maar enkele van deze vragen waarop de praktijkgids een antwoord probeert te bieden. Daarnaast bespreken we ook bepaalde rechtspraak over de materie en bieden we concrete praktijkfiches aan. De VVSG werkt evenwel nauw samen met de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken om in de toekomst gezamenlijke initiatieven op te zetten op vlak van cameratoezicht voor de steden en gemeenten. Indien u dit losbladig handboek wenst te verkrijgen of indien u wenst in te tekenen op de bijwerkingen van dit handboek, kunt u contact opnemen met uitgeverij Politeia (
[email protected] of Tel.02/289.26.16). Meer info vindt u op volgende link terug : http://www.vvsg.be/veiligheid/camera/Pages/default.aspx
7
FAQ
In elke Newsletter staan één of meer Frequently Asked Question(s) (FAQ). Het zijn vragen die ons werden gesteld en waarvan wij het nuttig vonden die met u te delen. Wat is het verschil tussen een mobiele bewakingscamera en een voorlopig vaste bewakingscamera? Een mobiele bewakingscamera is een bewakingscamera die tijdens de observatie verplaatst wordt om vanaf verschillende plaatsen en posities te filmen. Het adjectief “mobiel” slaat dus slechts op de camera's die niet op een plaats zijn vastgemaakt tijdens de bewakingstijd, met andere woorden camera’s die tijdens de observatie worden verplaatst, terwijl de beelden worden verzameld. Mobiele bewakingscamera’s mogen enkel in het kader van grote volkstoelopen, zoals bedoeld in art.22 van de wet op het politieambt, door de politie gebruikt worden. Het gebruik van mobiele bewakingscamera’s kan uitsluitend bij niet-permanente opdrachten die in uitvoeringstijd beperkt zijn in niet-besloten plaatsen en voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen. Specifieke regelgeving voor het gebruik van mobiele bewakingscamera’s is voorzien in de camerawet en verschilt op verschillende vlakken van deze van de vaste bewakingscamera’s. De bewakingscamera's die voorlopig geplaatst worden om een plaats te filmen tijdens enkele dagen (bijvoorbeeld tijdens een festival), één of meerdere weken, zelfs meerdere maanden zijn vaste camera’s. De bewakingscamera’s worden, ook als deze hiervoor geschikt zouden zijn, niet verplaatst, en zijn dus
op een plaats vastgemaakt, tijdens de observatie of het filmen. De verplaatsing kan slechts gebeuren eens de beslissing genomen is om er geen beroep meer op te doen op deze plaats. Dit betekent dat vanaf het moment waarop de bewakingscamera('s) vanaf dezelfde plaats of dezelfde positie (zelfs indien deze op verschillende manieren kunnen worden gericht) film(t)(en), alle verplichtingen, die zijn voorzien voor de vaste bewakingscamera's, worden gerespecteerd.
8
Interessante onderzoeken, publicaties, websites en links
In dit stuk komen interessante nationale en internationale onderzoeken, publicaties, websites en links aan bod. Aansluitend op de conclusies van het colloquium camerabewaking tijdens de week van de integrale veiligheid 2011, beginnen we graag met de pas verschenen publicaties van de onderzoeken die werden toegelicht door respectievelijk Tanguy Le Goff en Gudrun Vande Walle. 1. De toelichting van Tanguy Le Goff tijdens het colloquium op de week van de integrale veiligheid. De link naar het onderzoek van Tanguy Le Goff dat rond operatoren is verschenen: http://www.iau-idf.fr/fileadmin/Etudes/etude_860/Surveiller_a_distance.pdf. 2. In het Handboek Politiediensten zijn in september 2011 de resultaten van het kwalitatief onderzoek ‘Cameratoezicht binnen het lokale veiligheidsbeleid. Doelstellingen, effecten, succesfactoren en evaluatie in twee Vlaamse steden.’ (Noppe, Vande Walle en Easton, 2011) verschenen. Deze publicatie kent zijn oorsprong in een Masterproef die Karel Noppe in het kader van het behalen van zijn Master in Bestuurskunde en Publiek Management aan de Hogeschool Gent heeft geschreven. NOPPE, K., VANDE WALLE, G. en EASTON, M. (2011). Cameratoezicht binnen het lokaal veiligheidsbeleid: doelstellingen, effecten, succesfactoren en evaluatie in twee Vlaamse steden. In: Handboek Politiediensten, Kluwer, Mechelen, Afl.99, 437, september 2011. 3. Een interessante website gewijd aan cameratoezicht en camerabewaking is de BelgischNederlandse website van het Nederlandse DSP-Groep en Panopticam en het Belgische Optimit. De website bevat al het nieuws omtrent camerabewaking en cameratoezicht in België en Nederland, gebaseerd op een screening van wat in de media is verschenen. Daarnaast worden de belangrijkste aspecten omtrent camerabewaking dossiermatig gepubliceerd en becommentarieerd: wetgeving, ANPR, openbaar vervoer, opiniestukken, innovaties, verlengde en gestopte projecten, evaluaties, privacy, uitgaansgebieden,… Er is tenslotte ook een stuk rond adviesverlening dat ondermeer bestaat uit de keten van cameratoezicht, onderzoek en lezingen. http://www.slimbekeken.nu/
4. Sander Flight is een gekende Nederlandse opinieschrijver over camerabewaking en cameratoezicht. Op deze website vindt u op regelmatige basis interessante opiniestukken die een meer genuanceerd bieden op de mogelijkheden en beperkingen van camerabewaking. http://www.sanderflight.nl/