2
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Net Station 5 Geodesic EEG-software
Gebruikershandleiding
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
3
Electrical Geodesics, Inc. (EGI) geeft, hetzij uitdrukkelijk of niet uitdrukkelijk, geen garantie wat betreft deze handleiding, de kwaliteit, nauwkeurigheid, verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel ervan; en representeert zich ook niet via deze handleiding. In geen enkel geval is Electrical Geodesics verantwoordelijk voor directe, indirecte, speciale, incidentele of voortvloeiende schade als gevolg van enige ontoereikendheid of onnauwkeurigheid in deze handleiding, zelfs als voor de mogelijkheden van een dergelijke schade is gewaarschuwd. Copyright 2014 door Electrical Geodesics, Inc. Alle rechten voorbehouden.
4
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Inhoud Inleiding 1.
Veiligheids- en gebruiksvoorwaarden 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
14 14 15 15
17
Systeemvereisten Installatie
Net Station 5-interfaces 3.1 3.2 3.3
13
Bedoeld gebruik Functies Overeenkomstig de wet Veiligheidswaarschuwingen
Software 2.1 2.2
3.
7
Interface voor registratie Interface voor analyse Interface voor hulpmiddelen
17 17
19 20 21 22
4.
Workflow voorbeeld
23
5.
Registratie gebruiken
27
5.1 5.2
Commando's en hulpmiddelen bij registratie Bedieningspanelen voor registratie
27 29
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
5
6.
Analyse gebruiken 6.1 6.2 6.3
7.
6
Analyse van commando's en weergaven 35 Bedieningspaneel voor analyse 38 Toetsenbordsnelkoppeling 42
Hulpmiddelen gebruiken 7.1
35
Bedieningspanelen voor hulpmiddelen
45 45
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Inleiding W
elkom bij de Net Station™ 5-software van Electrical Geodesics, Inc. (EGI). De Net Station-software functioneert binnen de Geodesic EEG Systems™ (GES-systemen) van EGI met de Net Amps™versterkers (300 of 400 series) en de HydroCel Geodesic Sensor Nets™ (HCGSNs, GSNs, of Netten) voor registratie van elektroencefalografische (EEG) gegevens. Net Station 5 is een compleet softwarepakket voor registratie, analyse en bewerking van EEG-gegevens. U gebruikt afzonderlijke Net Station-modules voor het werken met uw EEG-gegevens: Net Station Registratie, Net Station Analyse, and Net Station Hulpmiddelen. GeoSource™ is te verkrijgen als een optionele elektrobron schattingsapplicatie. Net Station legt van lage tot hoge dichtheid (32 tot 256 kanalen) van routine (korte termijn) en LTM (lange termijn monitoring) EEGgegevens vast, samen met gelijktijdige video, perifere zenuwstelsel (PZS), of externe signaalgegevens.
NIET ALLE SYSTEMEN OF SOFTWARE FUNCTIES ZIJN IN ALLE LANDEN OF OP ALLE MARKTEN VOOR VERKOOP OF GEBRUIK BESCHIKBAAR.
Voor alle veiligheids- en gebruiksvoorwaarden voor het gebruik van uw EGIsyteem, zie de handleidingen en instructies die zijn meegeleverd met uw GESsysteemconfiguratie.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
7
Tabel P-1. Lijst met onderdelen voor de Net Station-software
Onderdeel
Hvld
Mfr
Mfr P/N
EGI P/N
Net Station (NS)software
1
EGI
HASP-sleutel
1
Veiligheidsnet
Handleiding
1
EGI
8100050
1
EGI
4602001
3104200 YWRGC
6158560
Optionele applicatie GeoSource
Over deze handleiding Deze handleiding biedt beknopte informatie voor het gebruik van NetStation-software voor registratie, analyse en bewerking van EEG-gegevens. Voor de handleiding is voorkennis en vakkundigheid met EEG- en computersystemen nodig. Opmerking: De term patiënt wordt gebruikt voor het verwijzen naar onderzoekspersonen, deelnemers of klinische patiënten. Een speciale EGI-medewerker of geautoriseerde technicus installeert en configureert uw EGI-systeem, inbegrepen alle verbindingen die voor de werking zijn vereist. Tijdens de eerste installatie geeft de speciale EGI-medewerker of geautoriseerde technicus ook het personeel ook een training over de werking. Op enig moment dat uw verdere vragen heeft of nascholing wenst, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI (tabel P-2).
Afspraken over lettertype:
8
Cursiefgedrukte letters worden gebruikt voor definities of nieuw geïntroduceerde termen.
Vet- en cursiefgedrukte letters worden gebruikt voor belangrijke concepten of bij speciale nadruk.
Vetgedrukte letters worden gebruikt voor het geven van commando's voor een pad (bijvoorbeeld, Bestand > Open).
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Waarschuwing, Opgelet en Opmerkingen Het volgende wordt gebruikt voor het aangegeven van belangrijke informatie: WAARSCHUWING: Waarschuwingen geven belangrijke informatie die, indien niet opgevolgd, ernstig lichamelijk letsel, dodelijke gevolgen, of storing van de apparatuur tot gevolg kunnen hebben. OPGELET: Opgelet geeft belangrijke informatie die, indien niet opgevolgd, het gebruik van het product, een functie of een procedure kan hinderen, of lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur tot gevolg kan hebben. Opmerking: Opmerkingen geven verklarende informatie over een product, functie of procedure.
Ondersteuning, reparaties en documentatie Mocht u vragen hebben, wilt u dan a.u.b.:
in dringende gevallen tijdens registratie direct contact opnemen met EGI.
in niet dringende gevallen, het volgende doen vóór u contact opneemt met EGI: –
Isoleer het probleem. Probeer het probleem te herhalen en te definiëren.
–
Documenteer het probleem. Beschrijf nauwkeurig de opeenvolgende details van het probleem.
–
Doe verslag van het gedefinieerde probleem. Neem contact op met EGI.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
9
Table P-2. EGI contactinformatie
Webpagina voor de technische ondersteuning van EGI
www.egi.com/support
E-mail technische ondersteuning
[email protected]
E-mail van verkoop Telefoon
+1.541.687.7962
Fax
+1.541.687.7963
Adres
10
[email protected]
Electrical Geodesics, Inc. (EGI) 500 E 4th Avenue, Suite 200 Eugene, OR 97401 USA
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Typisch GES-systeem De Net Station-software functioneert binnen de GES-systemen van EGI, die EEG-gegevens van een enkele Net Amps-versterker of gelijktijdige EEG-gegevens van een of meer versterkers tussen twee verschillende signaalbronnen vereisen.
Afbeelding P-1. De kernelementen van een typisch GES-systeem - alleen EEG
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
11
12
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
1. Veiligheids- en gebruiksvoorwaa rden Voor alle veiligheids- en gebruiksvoorwaarden voor het gebruik van uw EGIsyteem, zie de handleidingen en instructies die zijn meegeleverd met uw GESsysteemconfiguratie.
Werk niet met uw GES-systeem, inbegrepen de Net Station-software, totdat u volledig bent getraind en totdat u begrijpt wat alle waarschuwingen, opgelet, en gebruiksvoorwaarden die worden aangeboden in de EGI-handleidingen betreffende de onderdelen van uw GES-systeem betekenen. Mocht uw vragen hebben, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI (table P-2). WAARSCHUWING: Alle onderdelen van het EGI-systeem dienen te worden geïnstalleerd en geconfigureerd door een speciale EGI-medewerker of geautoriseerde technicus. Wanneer u afwijkt van de configuratie zoals gegeven door de technische ondersteuning, of dat u het systeem laat functioneren gekoppeld aan onderdelen die niet zijn goedgekeurd door EGI, kan dit gevaren of onverwachte resultaten tot gevolg hebben. Merk op dat de informatie die in deze handleiding wordt gegeven aan verandering onderhevig is, zonder vooraankondiging. De fabrikanten nemen geen verantwoordelijkheid voor de veiligheid, aansprakelijkheid en resultaten van het EGIsysteem wanneer dit niet wordt gebruikt volgens de EGI-documentatie.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
13
1.1
Bedoeld gebruik
De Net Station-software is bedoeld voor het meten en opnemen van de elektrische activiteit van de hersenen. Het kan worden gebruikt voor volwassenen, kinderen en jonge kinderen. Alleen Rx.
1.2
Functies
Een compleet softwarepakket voor registratie, analyse en bewerking van EEG-gegevens
Intuïtief bedieningspaneelinterface met gestandaardiseerde bedieningspanelen
Voor routine- en LTM EEG-opnames
Voor multimodaal afbeelden met externe signalen
Geoptimaliseerd voor standaard workflow
Gemakkelijk aan te passen
Detecteert automatisch aangesloten hardware en configureert de software met standaardinstellingen
Synchroniseert EEG, video, PZS en externe signalen
Eenvoudige analyse van de gegevens in gekoppelde of niet gekoppelde afbeeldingen
Er zijn meer dan 15 hulpmiddelen voor golfvormen beschikbaar
Het metabestandsformaat (MBF) van EGI voor snellere verwerking, efficiënter comprimeren van gegevens, geen limiet voor bestandsgrootte en uitgebreide onderlinge uitwisselbaarheid met API's
14
Export naar vele bestandsformaten, inclusief EDF+, MATLAB en Persysto
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Naadloze overgang met de optionele GeoSource elektrobron schattingssoftware
Voor lage tot hoge EEG-dichtheid (32 tot 256 kanalen)
1.3
Overeenkomstig de wet
1.3.1
Europese Unie (EU) Goedgekeurde Vertegenwoordiger Contact Gerhard Frömel
Telefoon011 / + 49 6442 962073 Fax 011 / + 49 6442 962074 E-mail
[email protected]
Postadres MPS Medical Product Service GmbH Borngasse 20 35619 Braunfels Germany
1.4
Veiligheidswaarschuwingen
1.4.1
Gegevensregistratiecomputer (GAC) OPGELET: Voordat u uw EGI-systeem (computer, systeem of EGI-software) opwaardeert, zorg voor bevestiging van de compatibiliteit door de technische ondersteuning van EGI (tabel P-2).
1.4.2
Analyseren en bewerken van EEG-gegevens OPGELET: Varieer de bestandsnamen in de eerste 22 tekens. Wanneer u gegevens naar de tekstbestanden exporteert, kort Net Station de bestandsnamen in die langer zijn dan 22 tekens. Als ingekorte bestandsnamen hetzelfde zijn, kunnen deze elkaar overschrijven
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
15
16
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
2. Software EGI beschermt haar software tegen ongeautoriseerd gebruik door het encoderen van de licentiegegevens in een HASP-sleutel (vergelijkbaar met een USB-stick). Alle geautoriseerde gebruikers van de EGI-software hebben een HASP-sleutel die in een van de USB-poorten van enige computer met EGI Mac OS-systeem passen, zodat toegang kan worden verkregen tot de gekochte applicaties die een licentie hebben voor die HASPsleutel.
2.1
2.2
Systeemvereisten Net Amps-versterkers (300 of 400 series) Macintosh met Intel met een Mac OS X (10.6 of later) 2 GHz processor (minimum) 4 GB RAM (minimum)
Installatie
De Net Station-software is al geïnstalleerd op de GESsysteemcomputer. Wanneer u de software opnieuw moet installeren, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI (table P-2).
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
17
18
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
3. Net Station 5interfaces De modules voor registratie, analyse en hulpmiddelen van Net Station hebben meestal interfaces met een standaard bedieningspaneel. De standaard bedieningspanelen werken volgens verwachting. De niet standaard bedieningspanelen wordt uitgelegd in de hoofdstukken 5,6 en 7. Als u aanvullende training of ondersteuning wenst betreffende Net Station, neem contact op met de technische ondersteuning van EGI (tabel P-2).
Verkrijg toegang tot de modules van Net Station via: Applicaties/Net Station 5/.
Net Station Registratie (zie 3.1)
Net Station Analyse (zie 3.2)
Net Station Hulpmiddelen (zie 3.3)
Opmerking: De GeoSource-software is een optionele applicatie. Gebruikers met een licentie worden verwezen naar de GeoSource-handleiding (8103101).
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
19
3.1
Interface voor registratie
De interface voor Net Station Registratie wordt gebruikt voor het verkrijgen van EEG-gegevens.
Afbeelding 3-1. Interface Net Station Registratie
20
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
3.2
Interface voor analyse
De interface voor Net Station Analyse wordt gebruikt voor het analyseren van EEG-gegevens.
Afbeelding 3-2. Interface Net Station Analyse
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
21
3.3
Interface voor hulpmiddelen
De interface voor Net Station Hulpmiddelen wordt gebruikt voor het bewerken van EEG-gegevens.
Afbeelding 3-3. Interface Net Station Hulpmiddelen
22
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
4. Workflow voorbeeld Workflows zijn slechts ter referentie gegeven. De gebruikers dragen de verantwoording voor het naleven van wetten en regelgeving van het land waar zij zijn gevestigd. EGI ondersteunt geen ongewenst of ongeoorloofd ("off-label") gebruik van haar producten.
Het voorbeeld van een workflow in tabel 4-1 geeft de typische stappen die nodig zijn voor het verwerven en analyseren van EEGgegevens. Uw eigen werkwijze kan anders zijn. Neem contact op met de technische dienst van EGI (tabel P-2) voor:
specifieke workflows voor routine, LTM of andere opnames, en
details voor het gebruiken van de hulpmiddelen van Net Station Hulmiddelen.
Alle verbindingen die nodig zijn voor het laten functioneren van uw EGI-systeem worden tijdens de installatie door een speciale EGI-medewerker of een geautoriseerde technicus gemaakt. Nadat een speciale EGI-medewerker of een geautoriseerde technicus de installatie heeft uitgevoerd en u heeft getraind in het gebruik van het EGI-systeem, inclusief de Net Station-software, is het klaar voor gebruik met een minimum aan voorbereiding.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
23
Tabel 4-1. Voorbeeld van een workflow voor een typische EEG-routine
I – EEG-registratie met Net Station Registratie (zie afbeelding 3-1) Instellen EEG-systeem Controleren van de kwaliteit van de gegevens Opname
1
EEG-systeeminstelling: Verzeker u ervan dat alle GES-apparatuur is ingesteld en correct functioneert. Breng de GSN ( en de PZS-sensoren, indien deze worden gebruikt) aan.
2
Start Net Station Registratie..
3
Voer de Patiënt-ID in.
4
Verander enige kanaal/sessie-instellingen naar wens.
5
Wanneer PZS wordt opgenomen, selecteer het apparaat en de instellingen.
6
Klik op Directe weergave aan voor het starten van het direct weergeven van gegevens.
7
Controleer de kwaliteit van de gegevens en meet de impedantie.
8
Klik op Opname voor het starten van de opname.
9
Monitor de gegevens en voer de gebeurtenissen (indien markering) in.
10
Klik op Stop voor het stoppen van de opname.
11
Klik op Directe weergave uit voor het stoppen van het direct weergeven van gegevens.
24
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
(optioneel)
Lokaliseer sensoren met Geodesic fotogrammetrie systeem (GFS) Registratie afbeeldingen • Modelsensoren • Los 3D-posities op Als u een gebruikerslicentie heeft voor GFS, zie de GFS-handleiding (8103002) en/of neem contact op de technische ondersteuning van EGI voor meer informatie (tabel P-2)
II – EEG-analyse met Net Station Analyse (zie afbeelding 3-2) Open bestand Instellen van de beeldschermparameters Invoeren van gebeurtenisssen
1
Start Net Station Analyse.
2
Open een bestand.
3
Stel de beeldschermparameters in (bijv. tijd, amplitude, montage, filters, polariteit, selectiegrootte, categoriën, etc.).
4
Geef de video weer, indien dit bestaat voor dit bestand.
5
Navigeer door de gegevens.
6
Invoeren van gebeurtenissen.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
25
(optioneel)
Bewerk gegevens met Net Station Hulpmiddelen Segment • Opnieuw monteren • Detecteer artefacten • Corrigeer slechte kanalen • Gemiddelde • Opnieuw refereren Neem contact op met de technische dienst van EGI (tabel P-2) voor meer informatie.
(optioneel)
Schat bronnen met GeoSource Als u een gebruikerslicentie heeft voor GeoSource, zie de GeoSource-handleiding (8103101) en/of neem contact op de technische ondersteuning van EGI voor meer informatie (tabel P-2)
26
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
5. Registratie gebruiken Het interface voor registratie van Net Station stelt u in staat EEGgegevens op het beeldscherm te zien en op te nemen door gebruik te maken van standaardinstellingen of aangepaste instellingen. Na registratie is het opgenomen bestand onmiddelijk beschikbaar voor analyse. Voor de stap-voor-stap instructies voor het gebruik van uw EGI-syteem, zie de handleidingen en instructies die zijn meegeleverd met uw GESsysteemconfiguratie.
5.1
Commando's en hulpmiddelen bij registratie
De gewoonlijk gebruikte commando's en weergaven voor registratie zijn gemakkelijk te bereiken via de interface voor registratie. De bedieningspanelen worden beschreven in onderdeel 5.3.
5.1.1
Registratiecommando's
Afbeelding 5-1. Commando's van de interface voor registratie
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
27
Tabel 5-1. Registratiecommando's
Opnoe men
5.1.2
Commando geven
Beschrijving
Directe weergave aan/uit
Zet de versterkers aan/uit.
Gebeurtenissen/ Sporen
Maakt het mogelijk een gebeurtenis in te voeren en laat afzonderlijke gebeurtenissporen zien of verbergt deze.
Opname ( ) en Stop ( )
Start/stopt de opname van EEG.
Tijd/Klok
Geeft de verlopen tijd tijdens de registratie weer. De achtergrond verandert van kleur tijdens de registratie.
Gevoelige informatie
Laat zien/verbergt patiënteninformatie.
Panelen
Laat zien/verbergt de panelen aan de onderkant en de rechterkant van de interface.
Registratieweergaven
Afbeelding 5-2. Pictogrammen van de interface voor registratie Tabel 5-2. Registratieweergaven
Opnoe men
28
Weergave
Beschrijving
Versterkergel uid
Geeft een venster weer voor het meten van het geluid van de versterker, dat diagnostisch is voor de prestatie van de versterker.
Net-geluid
Geeft een venster weer voor het meten van het Netgeluid, dat diagnostisch is voor de Net-prestatie.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Opnoe men
5.2
Weergave
Beschrijving
Resultaten
Geeft een venster weer voor het meten van de versterking, dat diagnostisch is voor de prestatie van de versterker.
Impedanties
Geeft een venster weer voor het meten van de impedanties, dat diagnostisch is voor de kwaliteit van Net-applicatie.
Video
Geeft een venster weer voor het bekijken van video.
Bedieningspanelen voor registratie
Indien wenselijk kunt u de standaardinstellingen van de kenmerken van het bedieningspaneel veranderen, zodat u de wijze waarop de EEG-gegevens worden getoond, geïdentificeerd en opgenomen, kunt aanpassen.
5.2.1
Patiënt-ID
Het oproepteken van de Patiënt ID wordt gegeven vóór toegang tot de Registratie om er zeker van te zijn dat het patiënt-ID wordt bijgevoegd aan alle opnames.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
29
5.2.2
Patiënteninformatie
Alle vermelde patiënteninformatie wordt opgeslagen in opnames. De PatiëntID is vereist en wordt ingevoerd vóór het begin van de opnames en kan later niet worden veranderd. Alle andere velden zijn optioneel en te veranderen tijdens de opname.
5.2.3
Bestandsbestemming
De standaard bestandsnaam voor een EEG-opname is gebaseerd op de opnametijd. U kunt zowel de naam als de bestemming van een EEG-opnamebestand veranderen in het tekstvakje vóór de registratie.
30
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
5.2.4
Algemeen
Gebruik dit bedieningspaneel voor het uitfilteren van ongewenste frequenties van de weergave op het beeldscherm. Deze beïnvloeden niet hoe de gegevens worden opgenomen of bewaard. Opmerking: Alleen die frequenties binnenin de band tussen de hoogpass en laag-pass filterinstellingen worden verzwakt, niet de frequenties bij die instellingen.
5.2.5
Hardware-instellingen
Het voornaamste gebruik van dit bedieningspaneel is het aanpassen van de steekproefsnelheid. De gekoppelde hardware (HCGSN-model, versterker en PIB) wordt automatische gedetecteerd en vermeld. U kunt echter dit bedieningspaneel Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
31
gebruiken voor het overschrijven van deze instellingen.
5.2.6
Gebruikergebeurtenissen
Gebruik dit bedieningspaneel gedurende registratie voor:
het toevoegen van gebeurtenismar kers. het klikken op + (plus) voor het toevoegen van nieuwe gebeurtenissen.
het invoeren van gebeurtenissen.
het invoeren van gebeurtenissen tijdens registratie: 1. het selecteren van een gebeurtenisinstelling. 2. Klik op een gebeurtenisknop. Een gebeurtenis wordt toegevoegd op het moment dat er op de gebeurtenisknop wordt geklikt.
32
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
5.2.7
MR-filter
Alleen voor MR verantwoordelijke GES MR-systemen
Wanneer u een GES MR-systeem gebruikt, klik op Aan zodat Net Station de artefacten van de MR-scanner verzwakt door gebruik te maken van de TR-slagen van de testscan van de scanner voor het bouwen van een template.
TR's per volume: Stelt het aantal verwachte TR-slagen per scan in. Een volume is één scan. Let erop dat sommige MRIscanners een TR-slag aan het begin van ieder scan uitzenden, waar andere een TR-slag aan het begin van elke verandering van richting uitzenden.
Gemiddelde volumes: Stelt het aantal volumes vast bij het bepalen van het gemiddelde.
Gemiddelde type:
Een exponentieel gemiddelde gebruikt een TRslaggebeurtenissen serie (te beginnen met een gemiddelde van de eerste 10 TRslaggebeurtenissen) en telt alle daaropvolgende TR-slaggebeurtenissen met een verhouding van 90% van de TR-slaggebeurtenissen serie tot 10% van de afzonderlijke opvolgende TRslaggebeurtenissen voor het verkrijgen van een exponentieel gemiddelde voor het verwijderen van de MR-artefacten.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
33
5.2.8
Een bewegend gemiddelde gebruikt een geselecteerd aantal TR-slaggebeurtenissen voor het verkrijgen van een bewegend gemiddelde voor het verwijderen van MR-artefacten.
ECI-gebeurtenissen
Gebruik dit bedieningspaneel voor de TCP/IPcommunicatie tussen externe signalen van apparatuur en de DAC.
5.2.9
Diagnostiek van de versterker
Gebruik dit bedieningspaneel voor diagnostiek, niet voor uitvoering. Voor assistentie, neem contact op met de technische dienst van EGI (tabel P-2).
34
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
6. Analyse gebruiken Via de interface voor analyse van Net Station kunt u EEG-gegevens analyseren met flexibele weergave, navigatie en gemodificeerd bedieningspaneel. Opmerking: De veelvoudige weergaven in hetzelfde venster zijn aan elkaar gekoppeld. Voor het niet langer verbinden van een weergave, opent u het in een nieuw venster.
6.1
Analyse van commando's en weergaven
De gewoonlijk gebruikte commando's en weergaven voor analyse zijn gemakkelijk te bereiken via de interface voor analyse. De bedieningspanelen worden beschreven in onderdeel 6.2.
6.1.1
Analysecommando's en bestandsinformatie
Afbeelding 6-1. Commando's van de interface voor analyse
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
35
Tabel 6-1. Analysecommando's
Opnoe men
Commando geven
Beschrijving
Gevoelige informatie
Laat zien/verbergt patiënteninformatie.
Tijd/Klok
Laat de verlopen tijd en versterking zien op punten in de opname.
Panelen
Laat zien/verbergt de panelen aan de onderkant en de rechterkant van de interface.
Bestandspaneel
Accepteert geopende of gesleepte bestanden voor analyse. Opmerking: Een bestandsnaam in rood, is niet beschikbaar. Controleer de instellingen en de comptabiliteit.
36
Bestandsinform atie
Geeft patiënteninformatie en -geschiedenis voor het nu geselecteerde bestand.
Sensoropmaak
Laat de sensoropmaak zien voor het bestand dat wordt geanalyseerd.
Bedieningspane el voor gebeurtenissen
Laat zien/verbergt afzonderlijke gebeurtenissporen en maakt invoering gebeurtenissen mogelijk.
Gebeurtenisspo or/sporen
Laat de geschikte gebeurtenissporen zien.
Navigatiebedie ningspaneelstrip
Staat tijdelijke navigatie door gegevens met een lijn langs de tijdsschaal toe.
Weergaveindicatie
Laat de weergave (grafiek, vlinder, schetsvoorstelling, schetsmap of gebeurtenis) zien van het actieve venster.
Bedieningspanelen
Biedt het bedieningspaneel van de gegevensweergave. Zie onderdeel 6.2.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
6.1.2
Analyseweergaven
Afbeelding 6-2. Pictogrammen van de interface voor analyse Tabel 6-2. Analyseweergaven
Opnoe men
Weergave
Beschrijving
Grafiek
Laat de EEG-gegevens zien in traditionele golfvormen.
PZS
Laat de PZS-gegevens zien in traditionele golfvormen.
Vlinder
Laat alle EEG-kanalen zien als overlapte golfvormen voor het markeren van slechte kanalen en pieken van activiteit en voor het controleren van correctie van de basislijn.
Schetsvoorstelling
Laat alle EEG-kanalen zien als ruimtelijke en tijdelijke patronen van kortere selectie van gegevens georganiseerd naar plaats op het hoofd.
Schetsmap
Laat alle EEG-kanalen zien als een ruimtelijke voltagemap met amplitudes die worden weergegeven door kleuren en de amplitudes tussen de sensoren worden geïnterpoleerd voor het afbeelden van het volledige oppervlakte van het hoofd.
Video
Laat de video zien die tegelijkertijd met de EEG heeft opgenomen.
Gebeurtenissen
Vermeldt alle gebeurtenissen die zijn gemarkeerd in de EEG.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
37
6.2
Bedieningspaneel voor analyse
Hier volgen de standaard bedieningspanelen voor analyse. Opmerking: Sommige bedieningspanelen veranderen volgens de geselecteerde weergave (grafiek, PZS, vlinder, schetsvoorstelling, schetsmap of gebeurtenis).
6.2.1
Algemeen
Gebruik dit bedieningspaneel voor het uitfilteren van ongewenste frequenties. Deze beïnvloeden alleen hoe de gegevens op het scherm worden afgebeeld en niet hoe deze worden opgenomen of bewaard. Opmerking: Alleen die frequenties binnenin de band tussen de hoog-pass en laag-pass filterinstellingen worden verzwakt, niet de frequenties bij die instellingen.
38
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
6.2.2
Navigatie
Gebruik dit bedieningspaneel voor het navigeren in de gegevens per pagina, automatisch scrollen of per gebeurtenis (opeenvolgend of gemarkeerd).
6.2.3
Weergaveopties
Gebruik dit bedieningspaneel voor het veranderen van het uiterlijk van het gegevensweergavepaneel .
Seintje: Laat zien/verbergt informatie over gegevenspunten bij muisbeweging.
Meethulpmiddel: Laat zien/verbergt de amplitude en tijdschaallijn die wordt gebruikt voor het meten van golfvormen.
Tijdsynchroonmarker: Laat zien/verbergt de tijdsynchroonmarker.
Kanaalstatus: Mogelijk/onmogelijk maken van het vermogen de status van de afzonderlijke kanalen te veranderen.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
39
Zwevende vensters: Houdt de niet gekoppelde vensters vóór alle andere vensters.
Selectiegrootte: Verandert de vooraf ingestelde grootte tussen een variabele (hoe groot u sleept) en een vastgestelde tijdshoeveelheid.
6.2.4
Categorieën
Wanneer deze mogelijkheid actief is, wordt dit bedieningspaneel gebruikt voor het bekijken van en navigeren in gegevens met één segment per keer binnen de geselecteerde categorie, en voor het veranderen van de status van de segmenten (indien gewenst).
40
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
6.2.5
Gebeurtenissen
Gebruik dit bedieningspaneel gedurende analyse:
voor het toevoegen van gebeurtenismar kers. voor het klikken op + (plus) voor het toevoegen van nieuwe gebeurtenissen.
voor het kiezen hoe gebeurtenissen worden weergegeven. Voor het klikken op Adv voor toegang tot de dialoog van Geavanceerd Gebeurtenissenbedieningspaneel.
het invoeren van gebeurtenissen.
Voor het invoeren van gebeurtenissen tijdens analyse: 1. Selecteer een invoegmodus. 2. Selecteer een gebeurtenisinstelling. 3. Klik op een tijdspunt of tijdsselectie in de tijdslijn of in het gegevensweergavepaneel. 4. Klik op een gebeurtenisknop. Opmerking: Wanneer u probeert een nieuwe gebeurtenis in te voeren die een bestaande gebeurtenis overlapt op hetzelfde tijdspunt en in hetzelfde spoor, krijgt u een bericht en de mogelijkheid dit te vervangen of te annuleren.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
41
Voor het bewerken van gebeurtenisvariabelen (code, label, beschrijving, duur of spoor) of voor het verwijderen van specifieke gebeurtenissen, ga naar Gebeurtenisweergave. Zie 6.1.2.
6.2.6
GeoSource (optioneel)
Als u een gebruikerslicentie heeft voor GeoSource, zie de GeoSourcehandleiding (8103101) voor alle informatie.
6.3
Toetsenbordsnelkoppeling
De volgende toetsenbordsnelkoppeling dupliceert gewone bediening en commando's voor het helpen van het analyseren van uw gegevens.
Afbeelding 6-3. Afbeelding toetsenbordsnelkoppeling
42
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Tabel 6-3. Standaard toetsenbordsnelkoppeling
Icoon
Naam
Sleutel
Beschrijving
Markeer segment slecht
F1
Geeft aan dat de artefactstatus van het segment slecht is
Markeer segment goed
F2
Geeft aan dat de artefactstatus van het segment goed is
Onbekend segment
F3
Geeft aan dat de artefactstatus van het segment onbekend is
Gebeurtenis 1
1
Voegt de eerste gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 2
2
Voegt de tweede gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 3
3
Voegt de derde gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 4
4
Voegt de vierde gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 5
5
Voegt de vijfde gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 6
6
Voegt de zesde gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 7
7
Voegt de zevende gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 8
8
Voegt de achtste gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 9
9
Voegt de negende gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Gebeurtenis 10
0
Voegt de tiende gebeurtenis in de huidige Gebeurtenisinstelling in
Speel langzaam af
sp
Laat de weergave langzaam vooruitgaan
Langzaam achteruitgaan
,
Laat de weergave met een pixel achteruitgaan
Langzaam vooruitgaan
.
Laat de weergave met een pixel vooruitgaan
m
Laat de weergave met een halve pagina achteruitgaan
/
Laat de weergave met een halve pagina vooruitgaan
Halve pagina terug Halve pagina vooruit Een pagina terug
Laat de weergave met een pagina achteruitgaan
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
43
Icoon
44
Naam
Sleutel
Beschrijving
Pagina vooruit
Laat de weergave met een pagina vooruitgaan
Naar het begin
Laat de weergave teruggaan naar het begin
Naar het einde
Laat de weergave vooruitgaan tot het einde
Amplitudeschaal: Zoom uit
–
Laat de hoogte van de golfvorm oplopend verminderen door het verhogen van de schaalwaarde van de amplitude
Amplitudeschaal: Zoom in
=
Laat de hoogte van de golfvorm oplopend vermeerderen door het verlagen van de schaalwaarde van de amplitude
Tijdsschaal: Zoom uit
[
Laat de breedte van de golfvorm oplopend verminderen door het verhogen van de schaalwaarde van de tijd
Tijdsschaal: Zoom in
]
Laat de breedte van de golfvorm oplopend vermeerderen door het verlagen van de schaalwaarde van de tijd
Selectie: Langzaam naar links gaan
i
Beweegt de selectie een pixel naar links
Selectie: Langzaam naar rechts gaan
o
Beweegt de selectie een pixel naar rechts
Tijdssynchroon: Langzaam achteruitgaan
k
Beweegt tijdssynchroon een pixel terug
Tijdssynchroon: Langzaam vooruitgaan
l
Beweegt tijdssynchroon een pixel vooruit
Gebeurtenis: Vorige
z
Beweegt de weergave naar een vorige gebeurtenis
Gebeurtenis: Volgende
x
Beweegt de weergave naar een volgende gebeurtenis
Gebeurtenis: Huidige
c
Beweegt de weergave naar de huidige gebeurtenis
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
7. Hulpmiddelen gebruiken Door de interface van hulpmiddelen van Net Station kunt u specificaties en scripts van hulpmiddelen voor golfvormen maken en uitvoeren op uw bestanden en zo EEG-gegevens bewerken.
7.1
Bedieningspanelen voor hulpmiddelen
Hier volgen de standaard bedieningspanelen voor hulpmiddelen.
7.1.1
Invoerbestanden
Toevoegen en verwijderen van bestanden die met geselecteerde specifieke hulpmiddelen of scripts moeten worden uitgevoerd.
7.1.2
Uitvoerknop
Gebruik de startknop zodat de uitvoering op een geselecteerd Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
45
bestand van een geselecteerd specifiek hulpmiddel of script wordt gestart.
7.1.3
Hulpmiddelengroepen
Indien gewenst, gebruik dit bedieningspaneel voor het maken van unieke collecties van specifieke hulpmiddelen.
7.1.4
Specifieke hulpmiddelen
Gebruik dit bedieningspaneel voor het maken, het bekijken van de instellingen of het selecteren van specifieke hulpmiddelen en scripts.
46
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
7.1.5
Specifieke hulpmiddelen maken
Selecteer een type van een specifiek hulpmiddel dat u wilt maken. Een Script-hulpmiddel voert een gespecificeerde serie van specifieke hulpmiddelen in een bepaalde volgorde uit. Alle andere specifieke hulpmiddelen worden afzonderlijk uitgevoerd.
7.1.6
Uivoeringsstatusindicatie
Geeft de status van de uitvoering van een specifiek hulpmiddel of script weer.
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
47
7.1.7
Instellingen, resultaten en logtabs
Hulpmiddeleninstellinge n Weergave van de instellingen van een specifiek hulpmiddel.
Opdrachten/Resultaten Geeft de bestanden die in de wachtrij staan om te worden uitgevoerd en/of de resultaten van het laten uitvoeren van een specifiek hulpmiddel of script op een bestand weer. Log Vermeldt de status van alle wachtende, afgewerkte, of mislukte opdrachten.
48
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-51 15 september 2014
49
50
Net Station 5 Gebruikershandleiding | 8100503-50 10 februari 2014