ISSN 1572-7726
Supp rter N R 2 8 | J A A R G A N G 7 | d e c ember 2 0 0 7 | E E N U I T G A V E V A N N CD O
NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP SUPPORTER ZIE ACHTERZIJDE
K WARTA ALBL AD OVER SPORT & ONT WIKKELINGSSAMENWERKING
Judoka Guillaume Elmont: ‘Via judo ontdek je je grenzen’ Bovennatuurlijke krachten helpen Afrikaans voetbal vooruit Hardloopster Lornah Kiplagat wint Millenniumschoen Award Wielrenlegende Peter Winnen maakt zich sterk voor Ethiopië
in ho udsopgave
Colofon Supporter is het kwartaalblad van het programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking. Doel van het blad is activiteiten op het kruispunt van sport & ontwikkelingssamenwerking onder de aandacht te brengen. Meningen die in artikelen worden weergegeven zijn niet per definitie de meningen van het programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking. Hoofdredactie: NCDO, Helga van Kampen.
Interviews
8
18
GUILLAUME ELMONT > Vechtertjes D e Nederlandse Judo Bond nodigde hem uit om naar Suriname te gaan. Om zijn liefde voor de sport over te brengen aan kinderen. Hij ging. Maar of de oud-wereldkampioen het nog eens zou doen, weet hij niet zeker. PETER WINNEN > Groot wielerhart in Ethiopië H ij werd genomineerd voor de Millenniumschoen Award 2007: een jaarlijkse prijs voor sporters die betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking. Hij won niet, maar was blij met de aandacht voor zijn stichting: Bike 4 All.
Portret
28
Eindredactie en coördinatie: Schrijf-Schrijf tekst en meer, www.schrijf-schrijf.nl Redactieraad: Jan Boessenkool, Judith Kilsdonk en Willem Vissers. Medewerkers: ANP, Eveline Domevscek, Arne Doornebal, Frank van Eekeren, Eric de Frel, Petra van der Heij, Edu Jansing, Ton Koene, Ed Lonnee, Jens Middel, Mari Carmen Oudendijk, Arnold Pannenborg, Olivier Rijcken, Joost Scholten, Margaux Tjoeng, Raf Willems. Redactieadres: Helga van Kampen Mauritskade 63 1092 AD Amsterdam Telefoon: (020) 568 87 88 E-mail:
[email protected]
Opgave van gratis abonnementen: Telefoon: (020) 568 87 88 E-mail:
[email protected]
© NCDO 2007. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Coverfoto: De 26-jarige Guillaume Elmont tijdens een training in Nederland. Twee jaar geleden werd Elmont wereldkampioen judo in de klasse tot 81 kilogram (zie pagina 8). Foto: Ton Koene.
Reportages
12
KAMEROEN > Iedereen doet het Steeds meer Europese voetbalfans ontdekken de charme van de Afrika Cup. Die wordt volgend jaar in Ghana gehouden. Maar weten de fans ook dat Afrikaanse voetbalteams – ondanks alle verboden – hekserij gebruiken?
21
ISSN 1572-7726 Ontwerp: Frank Langedijk BNO, Almere. Lithografie: Q40, Almere. Druk: Drukkerij Bevrijding, Amsterdam.
TANIA MAJOR > ‘Sommige mensen zien mij helemaal niet zitten’ Ze is nog tot eind 2007 ‘Australische Jongere van het Jaar’. Mede omdat ze zich, zonder angst voor controverse, inzet voor haar gemeenschap: de aboriginals. Via sport brengt ze aboriginal-kinderen zelfrespect en assertiviteit bij.
NEDERLAND > De kantine uit, de regen in Hoe maak je 10-jarigen betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Via clinics, meenden de organisaties achter het voorlichtingsproject ‘Sporten met een hoger doel’. Supporter bezocht zo’n clinic. In de stromende regen.
Achtergrondverhalen
4
25
TIBET > Sporten op het dak van de wereld C hina is gastland van de Olympische Zomerspelen in 2008. Met name de hoofdstad Beijing staat in het teken van sport. Maar hoe zit het met de sport in Tibet: het hooggelegen gebied dat door China als eigendom geclaimd wordt? OEGANDA > Eigen league eerst E ngels voetbal is populair in Afrika. Veel populairder dan de eigen competitie, ook al zit die vol talent. In Oeganda wordt hard gewerkt aan een herwaardering van het lokale voetbal – mede dankzij miljoenen dollars televisiegeld.
Columns
3
16
EDU JANSING > Voetbalvrouwen V rouwenvoetbal ontwikkelt zich razendsnel. Binnen, maar ook buiten de Europese grenzen. Zelfs in Afghanistan, waar vrouwen een paar jaren geleden zelfs niet de straat op mochten. Veel steun voor het Afghaanse vrouwenvoetbal komt uit Duitsland.
31
FRANK VAN EEKEREN > Zieltjes N ederland werd dit najaar opnieuw wereldkampioen korfbal. Maar haar dominantie loopt gevaar. De International Korfball Federation, tot voor kort een veredelde hangplek voor Nederlandse en Belgische korfbalbestuurders, wil de sport ‘mondialiseren’.
MARI CARMEN OUDENDIJK > Winnen A lle genomineerden wilden de Millenniumschoen Award mee naar huis nemen. En de jury had er een harde kluif aan. Maar slechts één persoon kon de prijs voor sporters met bijzondere betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking winnen.
En verder
03 STELLING
10 MILLENNIUMSCHOEN AWARD UITGEREIKT
16 NIEUWS
30 POST
Stelling
H
et inhuren van tovenaars en heksen (‘witchdoctors’) om voetbalwedstrijden te winnen, is in veel Afrikaanse landen een heikel onderwerp. Wie zich schuldig maakt aan het gebruik van magie, loopt het risico op arrestatie door de politie of straf van een sportbond. (Zie pagina 12.) De stelling van deze Supporter luidt: ‘Hekserij en magie dienen geen plek te hebben in voetbal en moeten dan ook verboden worden.’ Bent u het eens of oneens met deze stelling? Geef aan waarom en maak kans op het spectaculaire sport-fotoboek ‘One Love’, waarvoor topfotograaf Levon Biss de hele wereld rondreisde. De deadline is 1 januari. Reacties bij voorkeur per e-mail (
[email protected]) onder vermelding van ‘STELLING SUPPORTER 28’.
Winnen Het thema ‘sport & ontwikkelingssamen werking’ koppelen aan een bekende (ex-)sporter. Om dat thema bekender te maken bij het grote publiek. Het werkt. Sterker nog: het werkt behoorlijk goed. NCDO liet dat op 24 oktober zien. Toen werd in Mari Carmen Oudendijk Amsterdam de Millenis presentatrice van onder niumschoen Award voor meer sportprogramma’s, de tweede keer uitgereikt zoals ‘Studio Europa: Live’ – tijdens de Nacht van op betaalzender Sport 1. In de VN. Vorig jaar kreeg 2006 en 2007 was ze jurylid voetballer Aron Winter voor de Millenniumschoen de prijs. Dit jaar waren Award (zie pagina 10). achttien (oud-)sporters door allerlei organisaties voorgedragen. De juryleden, waaronder ikzelf, hadden er een pittige kluif aan. Oud-wielrenner Peter Winnen was bijvoorbeeld voorgedragen door stichting Bike 4 All, waarvan hij actief bestuurslid is. Maar Winnen zet zich onder meer ook vrijwillig in als trainer in Afrika en Azië. [Zie pagina 10!] En neem Lydia la Rivière-Zijdel. Wellicht is ze niet zo bekend bij het grote publiek, maar deze bijzondere vrouw heeft bergen werk verzet sinds zij door een auto-ongeluk in een rolstoel terecht kwam. Zo geeft ze wereldwijd zelfverdedigingcursussen aan gehandicapte vrouwen. Ook voormalig PSV-speler en oud-bondscoach van Zambia Kalusha Bwalya was speciaal overgevlogen naar Nederland. Hij heeft zijn eigen Kalusha Foundation, een stichting die onder andere de Zambiaanse jeugd op speelse manier leert omgaan met de gevaren van hiv/aids, drugs- en alcoholgebruik en criminaliteit. Alle genomineerde sporters houden van winnen en wilden de Millenniumschoen Award 2007 mee naar huis nemen. Maar de prijs ging naar de tot Nederlandse genaturaliseerde Lornah Kiplagat. De hardloopster kocht met het geld van gewonnen wedstrijden een stuk grond in haar vaderland Kenia. Daar bouwde ze een trainingskamp, waar meisjes en vrouwen goede hardlooptraining en onderwijs krijgen. De Lornah Kiplagat Foundation helpt, zodra een recent aangekochte lap extra grond in gebruik is, driehonderd vrouwen. Hulde voor deze krachtige mensen. En als Kiplagat volgend jaar ook nog piekt op de Olympische Spelen van Beijing, kan ze helemaal niet meer stuk. Zeker voor het thema ‘sport & ontwikkelingssamen werking’, dat met Kiplagat in de schijnwerpers alleen maar aan bekendheid wint. Mari Carmen Oudendijk foto: taco smit
col umn
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
achtergrondverh aal
ach tergrondverh aal
De Olympische Zomerspelen naderen. Dus krijgt gastland China steeds meer aandacht van de mondiale media. Bang voor imagoschade probeert de regering berichtgeving over mensenrechtenschendingen te beknotten. Ook over Tibet, dat door Beijing wordt geclaimd als Chinees grondgebied. Supporter gaat na welke rol sport speelt voor de Tibetanen. En hoe in die rol hun relatie met China doorklinkt. Tekst: Eveline Domevscek
Sporten op het dak van de wereld E
Foto: Zhang Ke (CHINAFOTOPRESS / ANP)
en kleine Tibetaanse monnik probeert met zijn hoofd een voetbal in de lucht te houden. Niet in sportkleding, maar in een geel en donkerrood gekleurd, traditioneel gewaad. Dat is het bekende beeld van de voetbalminnende Tibetaan – een beeld dat in 1999 via het arthouse-filmsucces ‘The Cup’ de hele wereld over ging.
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
Indiase sporten Houden Tibetanen inderdaad zo veel van voetbal? Naywang Phuljung kijkt verbaasd op als hij die vraag hoort. ‘Nee’, zegt het 33-jarige bestuurslid van de stichting Tibetaanse Gemeenschap Nederland. Hij vertrok zeventien jaar geleden uit Tibet. ‘Toen ik daar nog woonde, waren basketbal en tafeltennis geliefder onder jongeren.’ Maar ook die halen het volgens Phuljung niet bij de populariteit van traditionele sporten, zoals boogschieten, paarden- en jakraces en gewichtheffen. Tibetoloog Peter Verhagen van de Universiteit Leiden denkt echter dat voetbal wel degelijk populair is onder Tibetanen. Maar dan vooral onder degenen die ooit massaal naar India vluchtten en daar te maken kregen met invloeden uit het Westen. Hetzelfde is volgens Verhagen gebeurd met andere sporten. ‘De Britse invloeden in India verklaren bijvoorbeeld waarom naast voetbal ook cricket een populaire sport is onder Tibetanen. Maar dan wel onder Tibetanen die in India wonen of gewoond hebben.’
De populaire paardrijfestivals in Tibet kennen vaak een artistieke openingsceremonie.
Gedeelde sporten Hu Shuguo van de Chinese ambassade in Nederland bevestigt dat traditionele sporten populair zijn onder de lokale bevolking. Shuguo: ‘Mede door de natuurlijke omgeving van de Tibetanen zijn sporten als paardenraces, polo, boogschieten, worstelen en jakraces goed vertegenwoordigd.’ Verhagen beaamt dat de geografie van Tibet – dat met gemiddeld 5000 meter boven zeeniveau ook wel ‘het dak van de wereld’ wordt genoemd – een belangrijke rol speelt. ‘Heel praktisch bekeken: die geografie laat niet veel platte stukken zien in het landschap. Probeer dan maar eens een groot voetbalveld aan te leggen.’ Shuguo wijst erop dat er een sterk verband is tussen de gebruiken van Tibetanen en hun sportactiviteiten. Ook Verhagen zegt dat Tibetanen niet zozeer sporten om het sporten zelf, maar er de gelegenheid in zien om uiting te geven aan hun cultuur. Het beoefenen van sport is voor hen vrijwel onlosmakelijk verbonden aan festivals. Daar komen Tibetanen van heinde en verre samen om te genieten van dans, zang en sport. Gedurende het jaar wordt bijna wekelijks getraind om mee te kunnen doen aan wedstrijden tijdens festivals als ‘Losar’ (rond het Tibetaanse Nieuwjaar) en ‘Ongkar’ (in de achtste maand van de Tibetaanse kalender). Boeddhistische sporten ‘Als je 7 of 8 jaar bent, begin je als jongen te trainen op paarden of jakken’, zegt Phuljung van de Tibetaanse Gemeenschap Nederland. ‘Per regio in Tibet zijn er maandelijks kleine wedstrijden waarvan de winnaars door mogen naar grotere wedstrijden. Het doel is om uiteindelijk mee te doen aan de wedstrijden S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
achtergrondverh aal
ach tergrondverh aal
Tibetanen leven toe naar hun grote paardrijfestivals, zoals het vijfdaagse Sanjiangyuan Paardrij Festival in Tibet (Noordwest-China) op deze foto.
•
Team Tibet: sport & activisme De Olympische Spelen in China starten op 8 augustus 2008 en zullen twee-en-een-halve week duren: tot 24 augustus. Volgens velen is het evenement voor China dé gelegenheid om te laten zien dat het de bescherming van de mensenrechten in Tibet serieus neemt. Is dat immers niet de geest van de Olympische principes: bouwen aan een vreedzame en betere wereld via sport en cultuur? Onder de naam ‘Team Tibet’ willen Tibet-organisaties overal ter wereld met sportieve acties China op zijn verantwoordelijkheden wijzen. Zo organiseert de Nederlandse Tibet Support Groep een paardrijtocht op het Scheveningse strand, op 20 april het Ticket for Tibet-festival in Amsterdam en heeft ze plannen om onder een Tibetaanse vlag de Nijmeegse Vierdaagse te lopen.
tijdens de festivals.’ De jongens racen op kleine paarden of jakken – afhankelijk van waar de familie over beschikt – totdat ze ongeveer 15 jaar zijn. Dan zijn ze vaak te zwaar geworden om hard te kunnen racen. Volwassen mannen mogen tijdens de festivals laten zien wat ze kunnen vanaf de rug van het paard. Naast het spelen van polo en boogschieten, zijn er ook wedstrijden waarbij de mannen moeten proberen vanaf het paard zoveel mogelijk hada’s (traditionele satijnen shawls) van de grond te rapen. In al deze sporten is het de kunst sterk gefocust te blijven op één punt: de hada, de polobal, de roos. Die concentratie-op-één-punt doet denken aan de meditatietechnieken van het Boeddhisme, dé levensovertuiging in Tibet. ‘Op de festivals zijn ook veel Tibetaanse monniken aanwezig’, zegt Lydia Stilma van de Tibet Support Groep Nederland. Moderne sporten Veel festivalsporten worden door mannen beoefend, zoals worstelen of ‘gewichtheffen’ (het optillen van met zand gevulde zakken). ‘Maar aan touwtrekken, hardlopen, ver- en hoog springen doen ook vrouwen mee’, aldus Phuljung. ‘Zij strijden tegen elkaar, niet tegen mannen.’ Voor de vrouwen is overigens nog een andere rol weggelegd, stelt Stilma. Namelijk ‘mooi wezen en thee drinken.’ De festivals vormen de ideale ontmoetingsplek voor vrijgezelle Tibetaanse mannen en vrouwen. Lachend zegt Phuljung: ‘Dat is nog een reden om goed je best te doen tijdens
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
Foto: Zhang Ke (CHINAFOTOPRESS / ANP)
Meer weten over de actie ‘Team Tibet’? Kijk op www.supportteamtibet.org
het sporten. De winnaars zijn natuurlijk heel populair!’ Dat in zijn geboorteland nu ook ‘moderne’ sporten als basketbal worden beoefend komt volgens de Tibetaanse Phuljung door Chinese invloeden. ‘Met de komst van veel Chinezen naar Tibet, zijn ook hun gebruiken en sporten meegekomen.’ Shuguo van de Chinese ambassade: ‘Moderne sporten als bergbeklimmen, basketbal, volleybal, tafeltennis, badminton en wushu martial arts (een Chinese vechtsport) worden door lokale sportorganisaties geïntroduceerd om de traditionele sportprogramma’s van Tibet te verbeteren. Hierdoor kunnen moderne sporten en traditionele sporten elkaar beïnvloeden en promoten.’ Aangetaste sporten Phuljung schat dat de Tibetaanse festivals toch nog voor zo’n tachtig procent uitingen van de Tibetaanse cultuur zijn. Volgens
de Oostenrijkse onderzoeker en co-auteur van het boek ‘Tibet’, Wolfram Müller, is dat te positief gedacht. ‘Door de jaren heen zijn de traditionele sporten onder Chinese druk veranderd. Zo hebben de Chinezen bijvoorbeeld de regels van het Tibetaanse worstelen veranderd. De Tibetaanse gebruiken worden zo langzaamaan uitgeveegd.’ Shuguo ziet het anders: de traditionele sporten zijn ‘gestandaardiseerd’, zodat ze in moderne competities kunnen worden opgenomen. Daarnaast organiseert Tibet zijn eigen sportfestivals, waar het volgens Shuguo heel goed toe in staat is. Geheel vrij van Chinese inmenging zijn de festivals echter niet, zeggen Phuljung en Tibet Support Groep-woordvoerster Stilma. Zo bepalen Chinese scheidsrechters wie de winnaars van de wedstrijden zijn. Ook dient de registratie voor de festivals te gebeuren bij de Chinese overheid, en moet de organisatie hierbij
een verklaring afgeven dat er geen politieke uitingen zullen worden gedaan. De Tibet Support Groep voert op dit moment actie voor de vrijlating van de Tibetaan Runggye Adak en zijn neef, de monnik Adak Lopoe. Zij werden tijdens een paardenracefestival in augustus opgepakt, nadat Adak had opgeroepen tot terugkomst van de Dalai Lama, Tibets wereldberoemde geestelijk leider.
•
Meer weten over de stichting Tibetaanse Gemeenschap Nederland? Kijk op www.tibetancommunity.nl. Meer weten over de Tibet Support Groep Nederland? Zie www.tibet.nu. Meer weten over de Olympische Spelen in China? Bezoek www.olympic.org / uk / games / beijing
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
interview
interview
Hij was zes toen hij zich voor het eerst in een wit vechtpak hees. ‘Ik was meteen verkocht. Na een paar jaar ging ik toernooien spelen. En omdat ik bleef winnen, reisde ik steeds verder van huis. Eerst binnen de stad, later regionaal, nationaal en uiteindelijk zelfs internationaal.’ In 2005 werd Guillaume Elmont in Egypte wereldkampioen in de klasse tot 81 kilo. Een jaar later stond hij in Suriname, voor een sport & ontwikkelingsproject. Tekst: Eric de Frel / Foto’s: Ton Koene
Vechtertjes
Wat doet de Judo Bond Nederland (JBN) in Suriname? Sinds een paar jaar ondersteunt de JBN de ontwikkeling van het judo in Suriname. Niet alleen de Surinaamse judobond en clubs krijgen hulp, ook aan de ontwikkeling van individuele judoleraren wordt gedacht. Voor elke Surinaamse docent is een persoonlijk ontwikkelingsplan met leerdoelen gemaakt. Daarnaast probeert de JBN de vaste patronen voor examineren en lesgeven in Suriname te doorbreken en meer te laten aansluiten bij de nieuwste ontwikkelingen. Dit soort projecten doet de JBN ook in Zuid-Afrika. Evenals dit jaar, gaan in 2008 opnieuw judoka’s van sportopleidingen naar Zuid-Afrika en Suriname om daar te werken aan JBN-ontwikkelingsprogramma’s. Deze reizen zijn mogelijk dankzij financiële steun van Xplore, een subsidieprogramma van het ministerie van Buiten landse Zaken. Xplore wil jongeren als de judoka-studenten de kans bieden actief bij te dragen aan een betere wereld. Zo creëert het onder die jongeren meer draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking.
Guillaume Elmont heeft een aardje naar zijn vaartje. Zijn vader Ricardo stond in 1976 namens Suriname op de olympische judomat. In juni 2006 vertrok Guillaume met zijn vader en zijn broer Dex – eveneens judoka – naar Suriname voor een sport & ontwikkelingsproject van de Judo Bond Nederland. De Elmonts gaven er clinics en droegen zo hun judo-liefde over aan jongeren. Guillaume: ‘De kinderen vonden het geweldig. Het zijn ook echte vechtertjes. Het was goed om te merken hoe judo de jeugd daar dichter bij elkaar brengt.’ Volgens Guillaume heeft judo veel opvoedkundige voordelen. ‘Je ontdekt je eigen grenzen en die van anderen. En je leert om te gaan met agressie.’ Gaat de wereld nog veel ontwikkelingswerk zien van Guillaume Elmont? ‘Ik heb er nu eerlijk gezegd weinig tijd voor. Maar na mijn carrière, misschien. Als zich mooie kansen voordoen.’ Meer weten over de Judo Bond Nederland? Kijk op www.judobondnederland.nl. Meer weten over Xplore? Kijk op www.xplore.nl. Meer weten over hoe sportbonden sport & ontwikkelingsprojecten kunnen steunen of ontplooien? Mail NCDO:
[email protected]
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
nieuws
nieu ws
Kiplagat wint Millenniumschoen Award Grote teleurstelling, gevolgd door euforie. Zo valt het jaar van Lornah Kiplagat samen te vatten. De Nederlandse topatlete van Keniaanse afkomst moest door een hardnekkige kuitblessure belangrijke hardloopwedstrijden missen. Maar in oktober was ze terug. Ze werd wereldkampioen op de halve marathon. En op 24 oktober kreeg ze de Millenniumschoen Award voor haar persoonlijke betrokkenheid bij sport & ontwikkelings samenwerking. Tekst: Petra van der Heij / Foto: Ed Lonnee
D
e uitreiking van de Millenniumschoen Award maakte deel uit van de ‘Nacht van de Verenigde Naties’: een evenement in de Melkweg te Amsterdam. Hier debatteerden jongeren met politici, academici, artiesten, journalisten en professionals uit de ontwikkelingssector over internationale samenwerking en de toekomst van de VN.
Eigen achtergrond Lornah Kiplagat werd voor de Award genomineerd vanwege haar ‘Lornah Kiplagat Foundation’. Deze stichting, die zij samen met haar man opzette, biedt kansarme meisjes in Kenia via het volgen van hardlooptraining en onderwijs een kansrijk bestaan. Volgens de jury – Mari Carmen Oudendijk (tv-presentatrice), Tom van ’t Hek (sportverslaggever) en Frank van den Wall Bake (adviseur sportsponsoring) – ‘valt Lornah op, omdat zij uit eigen initiatief iets heeft opgezet. De activiteiten staan, in eerste instantie, door haar inzet, door haar financiële bijdrage en door haar kundigheid. Zij is erg betrokken bij haar projecten en zij is kundig door haar eigen achtergrond.’
Adviserende rol Met de uitreiking van de Millenniumschoen Award hield het goede nieuws
Lornah Kiplagat Foundation
Millenniumschoen Award
Lornah Kiplagat richtte in 1999 het High Altitude Training Centre (HATC) op. Dit trainingscentrum in haar geboorteland Kenia heeft als doel jonge, getalenteerde atletes de mogelijkheid te bieden een topsportbestaan in het hardlopen op te bouwen. Naast hardlopen hebben de Keniaanse meisjes er ook de mogelijkheid om te studeren en krijgen ze seksuele voorlichting. Doel is bovendien om talentvolle Keniaanse atletes of studentes mogelijkheden te geven om te studeren in de Verenigde Staten of Europa (waaronder Nederland). Zij kunnen dan later hun opgedane kennis in Kenia uitdragen en gebruiken. Meer weten over de Lornah Kiplagat Foundation? Kijk op: www.lornahkiplagatfoundation.nl
Sport draagt op een constructieve manier bij aan armoede bestrijding. Daarom startte NCDO in 2006 de Millenniumschoen Ontwerpwedstrijd. In deze landelijke uitdaging riep ze mensen op om een sportschoen te ontwerpen. Die schoen moest verwijzen naar één of meerdere VN-millenniumdoelen: afspraken tussen 191 landen om de grootste ontwikkelingsproblemen ter wereld in 2015 opgelost te hebben. Doel van de wedstrijd was de sportieve Nederlander te informeren over de relatie tussen sport en ontwikkelingssamenwerking. Het winnende schoenontwerp was de basis voor de vormgeving van de Millenniumschoen Award. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een Nederlandse topsporter, trainer of coach die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor sport en ontwikkelingssamenwerking. NCDO wil de Nederlandse sportsector en topsporters hiermee laten nadenken over de bijdrage van sport aan de millennium doelen. In 2006 won oud-profvoetballer Aron Winter de allereerste Millenniumschoen Award. In 2007 waren – naast winnares Lornah Kiplagat – de volgende mensen genomineerd: Siegfried Aikman, Roger van Gent, Reinout Wolff, Eric Verboom, Rob Haantjes, Jesse Mahieu, Kalusha Bwalya, Clarence Seedorf, Barbara de Loor, Johann Olav Koss, Hans van Breukelen, Bart Veldkamp, Dirk Kuijt, Lydia La Rivière-Zijdel, Leontien van Moorsel, Mohamed Allach en Peter Winnen. Zie voor een interview met de genomineerde oudwielrenner Peter Winnen: pagina 18
niet op voor Kiplagat. Zo kreeg ze tijdens de Nacht van de VN te horen dat haar Lornah Kiplagat Foundation € 10.000,– subsidie zou krijgen van NCDO. Bovendien kwam minister Bert Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking eveneens met een leuke mededeling: het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) had Lornah Kiplagat benoemd tot ambassadeur ‘Sport & Ontwikkelings samenwerking’. Over de precieze invulling van het ambassadeurschap wordt nog gesproken. In elk geval zal Kiplagat een adviserende rol gaan vervullen.
•
Meer weten over de Nacht van de VN? Kijk op: www.dewereldvandevn.nl / nacht_van_de_vn Hardloopster Lornah Kiplagat toont tijdens de Nacht van de VN trots haar Millenniumschoen Award. Naast haar staat één van de ambassadeurs van deze schoen: vechtsporter Ernesto Hoost.
10
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
11
reportage
reportage
Hekserij en magie in het Afrikaanse voetbal
Iedereen doet het
H
ij leunt nonchalant tegen een muurtje naast de bar bij het stadion. De man is nog relatief jong – zo rond de veertig jaar – en hij draagt een sportief trainingspak, met daaronder een paar blinkend witte sportschoenen. Samen betreden we het Centenary Stadion in het stadje Limbe voor een wedstrijd in de Kameroense bekercompetitie tussen het lokale tweede divisieteam Elec Sport en een eerste divisieteam uit de havenstad Douala. Enkele minuten later maakt het bezoekende team een specta culaire entree door met een hevig rokende en lawaaierige spelersbus het stadion binnen te rijden. De spelers, coaches en teammanager van de ploeg uit Douala negeren het grindpad en springen over de afrastering direct het veld op. Mijn sportieve metgezel lacht, alsof hij het allemaal had zien aankomen. ‘Da’s op advies van hun traditionele dokter,’ zegt hij. ‘Ik ken die man. Hij wist dat Elec Sport een preparaat met zwarte magie bij de ingang had begraven en beval zijn team om er niet overheen te lopen. De magie zou de spelers verzwakken, misschien zelfs ziek maken.’ Spirituele gronden De man in het trainingspak heet Zé. Hij is officieel een mental coach, een motivator – maar in Limbe en ver daarbuiten staat hij bekend als witchdoctor. De witchdoctors zijn mannen – en 12
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
een enkele vrouw – die de geheime kennis over Afrikaanse kruiden en geesten van hun vader of soms van een mentor hebben geleerd. En dat vervolgens onder andere toepassen om voetbalwedstrijden mee te winnen. Volgens teammanager Kalla van eerste divisieteam Olympique de Buea (spreek uit: ‘Boyya’) huren alle teams in Kameroen zulke witchdoctors in. De magie is vooral bedoeld om de tegenstander te verzwakken, niet om de eigen spelers beter te maken. Daarom ook zullen teams niet zo snel afzien van het gebruik van magie: je moet er altijd vanuit gaan dat het andere team iemand heeft ingehuurd. ‘Als beide teams een goede witchdoctor in dienst hebben die de magie van de ander kan neutraliseren, dan kunnen de spelers op het veld ongestoord voetballen’, legt Kalla uit. Eén ding wil Zé nadrukkelijk kwijt. ‘Hou alsjeblieft op mij een witchdoctor te noemen. Dat klinkt zo negatief. Ik ben een spiritueel adviseur en roep onschuldige krachten op. Ik adviseer de coach op spirituele gronden welke spelers wel en welke niet moeten spelen. En ik bepaal welke magie goed is voor het team.’
Afrikaanse teams vinden magie vaak acceptabel om wedstrijden mee te winnen. Datzelfde geldt voor Afrikaanse supporters, zoals deze trommelaar tijdens de meest recente Afrika Cup.
Foto: K arim Jaafar (ANP / AFP PHOTO)
Steeds meer Europese voetballiefhebbers ontdekken de charme van de Afrika Cup. Sommigen zullen volgend jaar zelfs het vliegtuig pakken naar Ghana. Om in januari en februari met eigen ogen de passionele strijd te zien tussen de beste voetballanden van Afrika. Maar snappen ze wel welke wereld zij daar betreden? Weten ze bijvoorbeeld dat Afrikaanse voetbalteams hun wedstrijden mede winnen dankzij bovennatuurlijke krachten? Tekst: Arnold Pannenborg
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
13
reportage
‘Sommige spiritueel adviseurs rijden rond in de nieuwste sportwagens’
‘Hoe win je voetbalwedstrijden in Kameroen?’ Dat is de centrale vraag in het nieuwste boek van tekstschrijver en cultureel antropoloog Arnold Pannenborg. De auteur vertelt hoe het er achter de schermen van voetbalwedstrijden in Kameroen aan toe gaat. Wedstrijden win je namelijk niet alleen met talentvolle spelers en een ervaren coach. Je hebt ook machtige Afrikaanse big men, een budget voor ‘motivatie’ en een potje geld voor ‘spiritueel adviseurs’ nodig. Het boek How to win football matches in Cameroon is (in het Engels) voor € 15,– te koop via het Afrika Studie Centrum.
Politieke macht Olympique de Buea is een club uit de Zuidwest Provincie van Kameroen. Deze provincie hoort samen met de Noordwest Provincie tot het Engelstalige – ofwel Anglofone – gedeelte van het land. De eerste-divisieteams uit deze regio zijn elkaars allergrootste rivalen. Toen Victoria United uit Limbe, ongeveer een half uurtje rijden van Buea, op bezoek kwam bij Olympique de Buea, had de clubvoorzitter van de thuisploeg er alles aan gedaan om de derby te winnen. Volgens Zé had de voorzitter, een rijke Afrikaanse zakenman, iemand helemaal naar Benin gestuurd om magie te halen. Daar betaalde hij het lieve sommetje van twee miljoen CFA franc voor, zo’n € 3.000,–. Met succes. Olympique de Buea versloeg Victoria United met 1-0. Voor clubvoorzitters is het winnen met ‘hun’ clubs van het grootste belang, vooral omdat ze vaak politieke macht willen krijgen dankzij de steun van de lokale supporters in het stadje. Bij voetbalwedstrijden staat bovendien de eer en prestige van
Meer weten over het boek? Kijk op: www.ascleiden.nl / publications / Meer weten over Arnold Pannenborg? Kijk op: www.voetbalinafrika.web-log.nl
Foto: Franck Fife (ANP / AFP PHOTO)
de regio en van het lokale volk op het spel. En dus worden vele spiritueel adviseurs ingeschakeld om de winst veilig te stellen en de andere volkeren af te troeven.
In 2002 won Salomon Olembe (links) met Kameroen de finale van de Afrika Cup tegen Senegal. Een kwestie van beter voetbal of betere witchdoctors?
14
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
Bovennatuurlijke krachten Clubvoorzitters, coaches, teammanagers, spelers en supporters: bij belangrijke wedstrijden is iedereen actief op zoek naar de juiste spiritueel adviseur. Niet alle adviseurs zijn echter even goed; sommige beunhazen doen ‘alsof’ om geld te verdienen. Maar, zo wordt mij steevast verzekerd, magie werkt! Hekserij, tovenarij en magie worden immers aangewend in alle aspecten van het dagelijkse leven; ook in de Afrikaanse zakenwereld, de politieke arena, en zelfs in de liefde. En dus heeft het ook zijn functie in de voetballerij. Een spiritueel adviseur werkt over het algemeen nauw samen met de coach. Sterker nog: vaak wordt de magie van de spiritueel adviseur als belangrijker ervaren dan de tactieken van de coach. Ze verdienen er dan ook goed geld mee. ‘Een gemiddelde voetbalwedstrijd levert zo’n 200.000 CFA franc (ongeveer € 300,–) op,’ zegt Zé. ‘Da’s meer dan wat de spelers en de coach ontvangen. Ik zie sommige collega’s zelfs rondrijden in de nieuwste sport wagens.’ Het publiek krijgt er wel wat voor terug. Voor veel mensen in Buea en Limbe is voetbal zo ongeveer het enige vertier. De wedstrijden winnen is essentieel en daar, zo zeggen zij, is magie bij nodig. Ook de voetballers zelf hebben baat bij magie. Zij hopen om mede dankzij zulke bovennatuurlijke krachten op hogere voetbalniveaus te kunnen spelen. Ivoriaanse Olifanten De magie die tijdens voetbalwedstrijden wordt gebruikt, is meestal van een relatief onschuldige aard. Soms echter wendt de spiritueel adviseur zwaardere, en duistere, vormen van magie aan, die je beter kunt omschrijven als hekserij en tovenarij.
reportage
‘Als de witchdoctors elkaars magie neutra liseren, kunnen de spelers op het veld ongestoord voetballen’ Zo werd een bekende club uit Kameroen, Tonnerre de Yaoundé, een tijdje terug behekst door de weduwe van de overleden club eigenaar. Omdat de nieuwe eigenaar de club niet aan haar wilde geven, liet ze uit jaloezie en woede het team ‘op slot’ zetten. Een paar seizoenen later degradeerde het roemruchte Tonnerre naar de tweede divisie. Ook op nationaal niveau zijn zulke gevallen bekend. Ivoorkust, bijvoorbeeld, won in 1992 de Afrika Cup, naar verluidt dankzij een aantal spiritueel adviseurs uit de hoofdstad Abidjan. Maar toen zij van de voetbalbond geen financiële vergoeding kregen voor hun werk, gooiden de adviseurs het nationale team op slot. Jarenlang wisten de Ivoriaanse Olifanten geen belangrijke wedstrijden te winnen. Een paar jaar terug sloot de regering vrede met de adviseurs door hen een zak geld te overhandigen. Ze beloofden het team met rust te laten. In 2006 stond Ivoorkust opnieuw in de finale van de Afrika Cup. Positieve uitwerking Het inhuren van spiritueel adviseurs voor wedstrijdpreparatie is in veel Afrikaanse landen een heikel onderwerp. In Kameroen levert het springen over de afrastering het team in kwestie meestal een boete op van de voetbalbond. In Tanzania kregen de twee grootste clubs, Yanga en Simba, onlangs ieder een boete vanwege het vermeende gebruik van magie tijdens een onderlinge derby. Ook internationaal is het inhuren van spiritueel adviseurs en het gebruiken van magie niet openlijk toegestaan. Tijdens de Afrika Cup in Mali in 2002 werd de keeperstrainer van de Kameroense Indomitable Lions gearresteerd door de politie omdat hij volgens hen een preparaat op het veld had gegooid. De Malinese regering en de Afrikaanse voetbalbond CAF vonden het gebruik van magie slecht voor het imago van het Afrikaanse voetbal. Veel betrokkenen bij het voetbal in Kameroen zeggen echter dat magie juist een positieve psychologische uitwerking heeft op de spelers. ‘In tegenstelling tot Europa werken in Afrika geen psychologen bij de voetbalclubs,’ zegt Zé. ‘Hier vervullen de spiritueel adviseurs de rol van psychologen.’ Groot toernooi Waar in de lokale Kameroense league vaak één of soms twee tot drie spiritueel adviseurs in dienst zijn van een club, worden de nationale elftallen bijgestaan door niet minder dan zes of zeven
Magie: niet typisch Afrikaans Het begraven van ‘preparaten’ is één van de meest voorkomende vormen van Afrikaanse magie. Voetballer Essomba van eerste-divisieteam Olympique de Buea vertelt dat zijn team vroeger altijd een preparaat bij de cornervlag begroef. ‘Dat bestond uit de kop van een kat, een naald en propjes papier met de namen van de tegenstanders erop. Niemand kon ons toen verslaan! De tegenstanders liepen als slappe vaatdoeken over het veld.’ Westerlingen die dit soort verhalen horen, reageren vaak met scepsis. Hekserij en magie: wie gelooft daar nou nog in? Maar in het westen zelf bestaan óók tal van rituelen om geluk af te dwingen en ongeluk te bezweren. Supporters bezetten hun favoriete stoel, voetballers kussen ’s ochtends voor de wedstrijd steevast hun dochter op het voorhoofd, en zelfs Diego Maradona had naar verluidt tientallen paren ‘magische’ voetbalschoenen – elk met een eigen geschiedenis en specifieke kracht. Het gebruik van hekserij en magie in het Afrikaanse voetbal is grootschaliger dan het Europese ‘bijgeloof’ in de sport. Maar overal ter wereld bestaan individuele of collectieve rituelen voor sporters. Het doel is altijd: het vergroten van vertrouwen en het afdwingen van winst. Soms zijn de overeenkomsten tussen rituelen in Afrika en Europa direct zichtbaar. In Kameroen strooien spelers soms zout over het veld om magie te ‘neutraliseren’. Vroeger strooide de voorzitter van de Italiaanse voetbalclub Pisa zout tussen de doelpalen om het geluk aan zijn zijde te krijgen. In Kameroen mogen vrouwen voor de wedstrijd niet in de buurt komen van de spelers en de magie. In Roemenië verbood de bondscoach een vrouwelijke fotograaf om met het nationale elftal mee te reizen, omdat dit ongeluk over het team zou kunnen afroepen. In Kameroen ‘prepareren’ spiritueel adviseurs soms de wedstrijdbal zodat de tegenstander er geen greep op kan krijgen. En tijdens het EK 2004 wilde het Italiaanse team de wedstrijdbal met heilig water uit het Vaticaan besprenkelen.
adviseurs. Het zijn vaak leden van de voetbalbonden en het ministerie van sport die spiritueel adviseurs inhuren voor de nationale elftallen. Te zien krijg je de spiritueel adviseurs echter niet tijdens de Afrika Cup. In de Kameroense eerste divisie is het al bijzonder lastig om met eigen ogen een adviseur of magie gedurende de wedstrijd te bespeuren, laat staan tijdens een groot toernooi. Het gooien van een preparaat op het veld – of de reactie erop – is wellicht het enige dat je ooit zult zien. Desalniettemin kun je er gerust van uitgaan dat de meeste nationale elftallen tijdens de aankomende Afrika Cup aan wedstrijdpreparatie doen. En dat zal niet zo snel verdwijnen ook – vooral niet in het voetbal, waar heel veel op het spel staat.
•
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
15
column
nie uws
Voetbalvrouwen Een nieuw tijdperk in het voetbal dient zich aan: dat van de vrouw. Sinds in 2002 de eerste Europese kampioenschappen voor vrouwenvoetbal in Frankfurt werden gehouden, is er sprake van een krachtige en sportieve ontwikkeling. Zeker in Duitsland. Niet alleen op eigen bodem, al mag vrouwenclub FFC Frankfurt zich tweevoudig Europees kampioen noemen. Ook internationaal bevordert Duitsland emancipatie, door meisjes Edu Jansing is directeur en vrouwen aan te moedigen het voetbalveld op van de Stichting Meer dan te gaan. Voetbal. Dit initiatief van de Neem bijvoorbeeld Afghanistan. Na de inval KNVB, Eredivisie en Eerste van de Sovjet-Unie in 1979 kreeg het nationale Divisie steunt voetbalclubs, mannenvoetbalelftal van Afghanistan politiek welzijnsorganisaties en asiel in de Duitse universiteitsstad Paderborn. Zij overheden om de kracht van bleven zich voor hun land inzetten via humanivoetbal in te zetten voor een taire, medische en sportieve activiteiten. Met rechtvaardige en tolerante lede ogen moesten de voetballers toezien hoe in samenleving. De stichting hun vaderland de radicaal-islamitische Taliban de werkt in Nederland, maar macht greep. Vrouwensporten werden bestemondersteunt ook bijzondere peld als ‘onzedelijk’ en stadions kwamen alleen buitenlandse initiatieven. nog in het wereldnieuws als executie-oorden. Allemaal onder het motto: Zelfs vandaag de dag, na de val van de Taliban, ‘Voetbal heeft meer dan beperken traditionele rolpatronen nog dikwijls twee doelen’. de toegang tot sport voor vrouwen. Voor meer informatie: zie Ali Askar Lali, voormalig aanvoerder en huidig www.meerdantweedoelen.nl coach van de nationale ploeg, startte daarom een speciaal project. Sinds 2002 richt dit ‘Learn & Play’-project zich in de Afghaanse hoofdstad Kabul en omgeving op de bouw van scholen, de heropvoeding van straatkinderen en de verspreiding van de voetbalsport onder meisjes. De afgelopen vijf jaar rezen in Afghanistan drie scholen uit de grond voor zeshonderd kinderen. Het onderwijs wordt afgewisseld met sporttraining. De Duitse voetbalbond en het Olympisch Comité zorgen voor structurele ondersteuning. Bijvoorbeeld door te investeren in de opleiding van vrouwelijke voetbalcoaches. In 2005 ontvingen de eerste 36 gediplomeerden hun oorkonde uit de handen van Duits sterspeelster Birgit Prinz. Op de FIFA-website verklaarde zij trots: ‘We hebben het meisjesvoetbal in Kabul op de kaart gezet en in de openbaarheid gebracht. Vandaag spelen meer dan duizend meisjes dagelijks voetbal, in het kader van hun opvoeding.’ Voetbal is in Afghanistan nu één van de populairste sporten – nog vóór Kung Fu, bodybuilding en volleybal. Ook het Nederlandse vrouwenvoetbal zou veel kunnen bijdragen aan de verdere groei van de sport in dit land. Waarom werken we niet samen met Duitsland en Afghanistan? Wie neemt de handschoen – of in dit geval de voetbal – op? Edu Jansing
16
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
nieu ws
Nike en Ashoka zoeken sportproject Vind de beste sportprojecten die sociale verandering stimuleren. Dat was het doel van ‘Sport for a Better World’. Deze wedstrijd is een initiatief van sportgoederenfabrikant Nike en Ashoka, een invloedrijke non-profit organisatie voor sociaal ondernemerschap. Organisaties konden zich tussen 17 september en 5 december inschrijven voor de competitie. De aangemelde projecten worden beoordeeld door een jury van grote namen uit de sportwereld. De winnaars krijgen behalve een financiële prijs ook media-aandacht. Dat laatste kan helpen om subsidies te ontvangen. Ashoka is bij de wedstrijd betrokken via haar initiatief Changemakers.net. Deze website is een platform waar oplossingen voor sociale problemen bediscussieerd en aangescherpt worden. Op de site staan ook de aanmeldingen voor ‘Sport for a Better World’. Bezoekers kunnen bovendien meepraten over de deelnemende projecten. Meer weten? Kijk op: www.changemakers.net
Jongeren kritisch tijdens NextStep 2007 De jeugd zet de volgende stap naar een betere toekomst. Tijdens de derde NextStep-conferentie 2007 kregen jongeren dan ook alle ruimte om mee te praten. Deze tweejaarlijkse bijeenkomst was dit keer in Namibië, van 19 tot en met 22 september. De organisatie was in handen van de Britse sportontwikkelingsorganisatie UK Sport, in samenwerking met de Supreme Council for Sport in Africa (SCSA) Zone VI. De conferentie richtte zich op de bijdrage van sport aan een betere en vreedzamere wereld. Ruim 250 internationale gasten bezochten de conferentie, waaronder sleutelfiguren
Bekijk nieuwe website sport & ontwikkeling! Meer overzicht en inzicht. In januari 2008 komt de vernieuwde NCDOwebsite www.sportdevelopment.org online. Op deze site wordt informatie nog overzichtelijker gepresenteerd en krijgen bezoekers meer inzicht in de achtergrond van projecten. De site blijft een bron van kennis voor iedereen die meer wil weten over sport & ontwikkelingssamenwerking. Meer weten? Kijk in januari op: www.sportdevelopment.org De huidige website www.sportdevelopment.org. Deze wordt in januari vernieuwd.
en experts op het terrein van sport & ontwikkelingssamenwerking. Dit jaar bracht de bijeenkomst een nog bredere groep mensen bijeen dan voorheen. Jongeren pleitten voor hun eigen betrokkenheid bij jeugdsportprogramma’s. Dus niet alleen betrokkenheid op het sportveld, maar ook bij het ontwerp en de uitvoering van die programma’s. Hun advies luidde: betrek de doelgroep vanaf het begin, want dat gebeurt te weinig. Ook vertegenwoordigers van nieuwe sectoren – zoals Nike – praatten kritisch mee over het onderwerp sport & ontwikkelingssamenwerking. Verder was de Britse omroep BBC aanwezig om de conferentie breed onder de aandacht te brengen. Zij zond een live radio-uitzending uit vanaf de conferentie. Een wapenfeit van NextStep 2007 is de samenwerking van de sport & ontwikkelingssector met het bedrijfsleven via het IBLF (International Business Leaders Forum). Het IBLF publiceert begin 2008 een rapport waarin het thema ‘investeringen uit het bedrijfsleven in sport & ontwikkelingssamenwerking’ verkend wordt. Meer weten? Kijk op: www.nextstep2007.org
Meer sport voor gehandicapten
Women Win gelanceerd
De Dutch Coalition on Disability and Development wil meer mensen met een beperking bereiken met sportprojecten. Nu laat dit bereik nog te wensen over. En dat terwijl sport juist voor deze mensen een goed middel is om zich te ontwikkelen tot sterke individuen. Zo krijgen ze meer sociale contacten, worden ze zelfverzekerder en neemt hun gezondheid toe. Bovendien is sport een effectieve manier om acceptatie in de samenleving te vergroten. De Dutch Coalition on Disability and Development organiseerde daarom de internationale conferentie ‘Sport and Disability in Development Cooperation’, op vrijdag 14 december in Utrecht. De bijeenkomst bracht ontwikkelings-, gehandicapten- en sportorganisaties bijeen om ervaringen en kennis uit te wisselen. Ook zochten de deelnemers naar mogelijkheden om tot nieuwe actieplannen te komen.
Het eerste internationale fonds dat sport gebruikt om de positie van vrouwen te verbeteren. Dat is Women Win. In november vond de officiële lancering plaats. Het fonds beschouwt sport nadrukkelijk als middel om sociale verandering teweeg te brengen onder vrouwen en meisjes. Meer weten? Kijk op: www.womenwin.org
Meer weten? Kijk op: www.dcdd.nl
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
17
interview
interview
Zijn telefoon ging. Of hij zelf al wist dat hij twee weken later wielrenners zou trainen in Ethiopië. Peter Winnen vond het een grappige manier om gevraagd te worden voor een bijzonder trainerschap. Vanaf dat moment maakte hij zich sterk voor de Afrikaanse wielersport. Twee jaar later – anno 2007 – werd deze inzet van de legendarische oud-renner erkend met een nominatie voor de Millenniumschoen Award.
‘Het wielrennen lééft in Ethiopië’, zegt Peter Winnen (vooraan op de foto). ‘Dat was mooi om te ontdekken.’
Tekst: Joost Scholten
Groot wielerhart in Ethiopië 18
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
Foto: Sanne Nagelhout, Stichting DIR
Peter Winnen
Know-how uit Nederland Het telefoontje waarmee alles begon, kwam van Frans van Slagmaat. En kwam voort uit het besluit van de Verenigde Naties om 2005 tot Jaar van Sport en Lichamelijke Opvoeding uit te roepen. Of eigenlijk uit de oproep van diezelfde VN aan westerse sporters en trainers: konden zij hun collega’s in ontwikkelingslanden niet ondersteunen? Deze oproep schudde de Ethiopische wielerbond wakker. Zij benaderde Stichting Dir, een Nederlandse organisatie die zich inzet voor projecten voor Ethiopiërs in Nederland en Ethiopië. Stichting Dir benaderde op haar beurt de Nederlandse Wielerbond. Die kende weer een wielerteam dat actief was op maatschappelijk gebied: de Marco Polo Cycling Club (MPCC). En MPCC-bestuurslid Frans van Slagmaat kende nog wel een man met een groot wielerhart en genoeg knowhow om wielrennend Ethiopië met raad en daad bij te kunnen staan: Peter Winnen. Sterker nog, Van Slagmaat zou Winnen wel even bellen.
Wielrennen in waaiers ‘Ik had al vaker samengewerkt met van Slagmaat’, zegt Winnen. ‘Nu hing hij opeens aan de lijn. Ik vond de uitdaging te mooi om af te slaan. In 2005 en 2006 ben ik een week in Ethiopië geweest om trainingen te verzorgen. De Ethiopische Wielerbond bracht de 36 beste renners van het land en hun begeleiders samen om ze iets te leren over de techniek achter het fietsen. Bijvoorbeeld hoe je een bocht het beste kunt nemen, hoe je het beste op je fiets kunt zitten en hoe je het beste in een waaier kunt rijden. Daarbij kwam mijn ervaring goed van pas.’ Tot zijn verbazing gebeurde er al het één en ander op wielrengebied in het Afrikaanse land. ‘Het was mooi om te ontdekken hoe het wielrennen daar leeft. In verschillende steden hadden mensen een aantal spotgoedkope mountainbikes uit China op de kop getikt waar ze op koersten.’ Succes zonder scholing Van Slagmaat en Winnen richtten samen de stichting Bike 4 All op. Volgens Winnen bieden sportprojecten een belangrijke meerS U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
19
interview
reportage
Foto’s: ANP
De kantine uit, de regen in Peter Winnen in jongere jaren, toen hij onder meer ritoverwinningen behaalde in de Ronde van Frankrijk.
waarde voor een samenleving. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het enorm belangrijk voor een land is dat de sport zich ontwikkelt. Er zijn bijvoorbeeld een aantal grote namen in het hardlopen in Ethiopië. Die mensen hebben daar de status van halfgoden. Zij geven Ethiopiërs een gevoel van trots en eigenwaarde. Ze zijn een lichtend voorbeeld om te volgen. Die atleten hebben iets neergezet in het Westen. Niet alleen sportief, maar ook zakelijk zijn hardlopers als Gebreselassie en Kiplagat heel succesvol. Sport biedt mensen om al die redenen hoop. Ook al heb je geen dure westerse scholing afgerond, als je goed kunt fietsen kun je toch succesvol worden. En ik heb er zeker een aantal talenten tussen zien zitten.’ Fietsen voor verschil Peter Winnen is dan ook blij dat Van Slagmaat aan hem dacht voor het project. ‘Ik wil graag mijn steentje bijdragen. Ik had er nooit bij stilgestaan dat ik met de kennis en ervaring uit mijn wielercarrière een belangrijke bijdrage aan de samenleving kon leveren. Ik ben blij dat ik dat nu ontdekt heb. De manier waarop past ook bij me. Het is mooi om me zowel voor minder bedeelden als voor de wielersport, mijn oude liefde, in te zetten. Fietsen was een belangrijk onderdeel van mijn leven. Het geeft me een bijzonder gevoel dat ik dat op deze manier kan overdragen aan – en kan delen met – mensen die hoop en plezier aan het koersen ontlenen. Ik heb ervan geleerd dat je alleen maar je mouwen hoeft op te stropen om een verschil te maken in het leven van mensen. Zoiets geeft extra zin aan mijn verleden en de ervaringen die ik in de loop van mijn carrière heb opgebouwd.’
•
Meer weten over de ontwikkeling van wielrennen in ontwikkelingslanden? Kijk op: www.worldwidecycling.com. Meer weten over de Stichting Dir? Bezoek: www.dirnet.nl
20
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
Peter Winnen (1957)... ... is een voormalig profwielrenner. Hij reed zijn eerste belangrijke wedstrijden in 1980. Dat jaar verscheen hij onder meer aan de start op de Olympische Spelen in Moskou. Tot zijn belangrijkste prestaties als profrenner behoren ritoverwinningen en eindklasseringen in de Tour de France, waarbij vooral zijn twee overwinningen op de Alpe d’Huez tot de verbeelding spreken. In 1983 eindigde hij op de derde plaats in het totaalklassement van de Ronde van Frankrijk. In de Ronde van Zwitserland greep hij in 1987 net naast de eindzege. Hij deed precies een seconde langer over deze wedstrijd dan de Amerikaanse winnaar Andrew Hampsten. In latere jaren was Winnen vooral belangrijk als ervaren knecht voor de jonge talenten in zijn ploeg. In 1988 fietste hij in de ronde van Frankrijk mee als belangrijkste adjudant van zijn kopman Erik Breukink. Ondanks dat hij in dienst van zijn kopman reed, eindigde Winnen op de negende plaats in het eindklassement. Ook in de ronde van Italië eindigde hij dat jaar op plaats negen. In 1990 werd Winnen Nederlands kampioen op de weg. Na een aanrijding tijdens een training voor de Tour de France stopte hij in 1991 met wielrennen. In 2005 was hij mede-oprichter van Bike 4 All, een project dat zich inzet voor het wielrennen in Ethiopië. Voor zijn inzet werd Peter Winnen onlangs genomineerd voor de Millenniumschoen Award. Die prijs gaat elk jaar naar Nederlanders die zich op uitzonderlijke wijze sterk maken voor sport & ontwikkeling. Winnen won niet; de award ging dit jaar naar atlete Lornah Kiplagat. Meer weten over de Millenniumschoen Award? Zie pagina 10.
Wie niet tevreden is met de wereld, moet met kinderen praten. Het liefst met heel veel. Om hen te zeggen hoe zij die wereld kunnen verbeteren – nu en vooral later. Maar hoe breng je die boodschap over bij 10-jarigen? Via clinics van profvoetballers, meenden de organisaties achter ‘Sporten met een hoger doel’, een groot voorlichtingsproject rond 17 oktober, Wereldarmoededag. Hadden ze gelijk? Supporter bezocht zo’n clinic. Tekst: Margaux Tjoeng / foto’s: ton koene
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
21
reportage
reportage
De jongens en meisjes willen vooral weten hoe het is om te leven als voetballer 22
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
B
epakt in dikke jassen en sjaals springen jongens en meisje op en neer in de tribunebox van FC Den Bosch. Het is een gure vrijdagavond in oktober, maar niets weerhoudt de kleine voetbalfans ervan om hier, in het vrijwel volle Stadion De Vliert, hun regionale sporthelden aan te moedigen. Met sjaaltjes van hun eigen voetbalclub OJC Rosmalen zwaaien de E-pupillen naar de spelers van FC Den Bosch. Nog geen week geleden stonden ze tegenover twee van de mannen die het veld op komen rennen. Sprintje en soep Het is een week eerder. De E-pupillen zitten op de vloer van de kleine OJC-kantine. Buiten regent het. ‘Gaan we daarom niet voetballen?’, vraagt een jongetje teleurgesteld aan zijn trainer. Die stelt hem gerust. ‘We gaan zo naar buiten. Ga eerst maar even bij de rest zitten.’ Tevreden trek het jongetje, met zijn voetbalschoenen al aan, een sprintje naar zijn teamgenoten. De trainer maant de luidruchtige groep tot stilte en geeft dan het woord aan twee gastsprekers: FC Den Bosch-spelers Mohamed el Makrini en Arjan Ebbinge.
Zij zijn naar Rosmalen gekomen om te praten over wereldwijde ongelijkheid. En over de millenniumdoelen: afspraken tussen 191 VN-landen om mondiale problemen als armoede en analfabetisme vóór het einde van 2015 op te lossen. Dat zijn moeilijke thema’s voor kleine kinderen. Dus probeert El Makrini ze invoelbaar te maken – zij het niet zonder te vervallen in het cliché van Afrika als grote verzameling zielige mensen: ‘Straks na de training gaan jullie naar huis. Daar kunnen jullie lekker in een warm bad stappen. Sommigen krijgen wellicht een warme kop soep en wat brood. Maar in Afrika krijgen kinderen vaak helemaal niets wanneer de voetbaltraining is afgelopen.’
thema van de middag. De jongens en meisjes willen vooral weten hoe het is om te leven als voetballer. En ze willen spelen. Pas als er een documentaire van sportjournalist Edwin van Cuilen borg gedraaid wordt, keert de aandacht even terug. Arjan Ebbinge luidt de film in met een opmerking over de rol van sport in het behalen van de millenniumdoelen. Zoals doel 2: basisonderwijs voor alle kinderen. ‘Afrikaanse kinderen willen graag naar school, zéker als daar ook gevoetbald wordt. Door samen te sporten, kunnen ze samen plezier hebben, net als jullie hier op je eigen voetbalclub. Bovendien krijgen ze niet alleen rekenen en taal, maar ook uitleg over hoe ze zo gezond mogelijk kunnen leven.’
Profs en plezier De topsporters doen hun best. Maar ze krijgen de kinderen niet echt mee. Aanvankelijk enthousiasme over de aanwezigheid van échte profs maakt langzaam plaats voor verveling. De pupillen schuiven van links naar rechts en kijken ongeconcentreerd om zich heen. Dat ze überhaupt blijven zitten, lijkt vooral te komen omdat het moet van hun trainer en ouders achterin de kantine. Af en toe stelt één van de kinderen een vraag, maar niet over het
Ouders en ongelijkheid De film van Van Cuilenborg gaat over voetballen in Afrika. De kinderen zien hoe leeftijdsgenoten op blote voeten een bal tussen twee steentjes schieten. De Afrikaanse jongetjes dragen lange T-shirts die tot hun knieën rijken. ‘Hebben ze nou jurken aan?’, roept een E-tje verbaasd. Ouders schieten in de lach, maar de kinderen kijken de film in volle ernst uit. En krijgen misschien nog wel méér zin om zelf tegen een bal aan te trappen. Want S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
23
reportage
reportage
zodra de film stopt en de training wordt aangekondigd, stormen ze de kantine uit – de stromende regen in. El Makrini en Ebbinge zullen de kinderen in een speciale clinic voetbaltrucjes leren, samen met de trainers van OJC Rosmalen. Voordat ze daarmee beginnen, delen de topsporters witte bandjes uit van de Nederlandse EEN-campagne, die deel uitmaakt van de internationale ONE-campagne tegen armoede en ongelijkheid in de wereld. Door die bandjes om hun pols te dragen, tonen de pupillen hun betrokkenheid bij dat doel. Eenmaal op de grasmat proberen de kinderen met allerlei trucjes indruk te maken op El Makrini en Ebbinge. Laura Foolen (9), spits van E15, hijgt na de clinic nog minutenlang na. Ze zegt echt wat geleerd te hebben; over voetbal, maar ook over ontwikkelingssamenwerking. ‘We deden allerlei oefeningen, van dribbelen tot passen. We mochten zelfs voor het eerst op het grote doel schieten! Bij elk schot moesten we één van de acht millenniumdoelen noemen.’ Dordrecht en doelpunt Na afloop van de clinic worden de uitgeputte kinderen uitgenodigd voor de wedstrijd FC Den Bosch – FC Dordrecht, een week later. Eenmaal daar, zien ze hoe FC Den Bosch in eigen stadion zijn uiterste best moet doen om door de verdediging van de tegenstander heen te komen. De kinderen vouwen snel papieren vliegtuigjes van de achterzijde van het programmaboekje. Op die achterkant wordt verteld over ‘Sporten met een hoger doel’. Ze gooien hun vliegtuigjes richting Den Bosch-keeper Niki Mäenpää – als blijk van steun. En dat helpt. Spits Koen van der Biezen, de enige FC Den Bosch-speler met een EEN-bandje om, maakt tien minuten voor tijd het beslissende doelpunt.
•
Meer weten over de EEN-campagne en de millenniumdoelen? Kijk op www.een.nl en www.millenniumdoelen.nl
Het project: ‘Sporten met een hoger doel’ Wereldarmoededag viel dit jaar op woensdag 17 oktober. De eerste-elftalspelers van FC Den Bosch, Fortuna Sittard en NAC besloten rond deze dag hun steentje bij te dragen aan een betere wereld. En deden dat via het voorlichtingsproject ‘Sporten met een hoger doel’: een initiatief van de Nederlandse Sport Alliantie / Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NSA/NKS), in samenwerking met de ontwikkelingsorganisaties Oikos en ICCO, en de Nederlandse Betaald Voetbal Organisaties. Kinderen op lokale basisscholen en amateurvoetbalclubs (zoals OJC Rosmalen) kregen van hun lokale voetbalhelden informatie over de millenniumdoelen en voetbalclinics. Voor de deelnemende profclubs was het initiatief niet alleen interessant als goed doel, maar ook om de band met de amateurverenigingen in hun regio te versterken; daar kan immers veel talent vandaan komen. Tijdens thuiswedstrijden op 26 en 28 oktober onderstreepten de deelnemende clubs nogmaals het belang van de millenniumdoelen. Zo werd via speciale tribune-acties geld opgehaald en waren er speciale voorlichtingsactiviteiten tijdens de rust. Meer weten over de projectpartners? Bezoek de websites van NKS / NSA (www.nks.nl en www.sportalliantie.nl), ICCO (www.icco.nl), Oikos (www.stichtingoikos.nl) en BVO’s (www.fbo.nl, www.fcdebosch.nl, www.nac.nl en www. fortunasittard.nl).
Tv-station investeert in Afrikaans voetbal
Eigen league eerst Als Arsenal voetbalt, kijkt heel Afrika. Engels voetbal op tv is zeer populair. Veel populairder dan een bezoek aan de eigen teams. En dat terwijl er zoveel talent op de lokale velden loopt . In Oost-Afrika wordt nu hard gewerkt aan een herwaardering van dat lokale voetbal – mede dankzij miljoenen dollars aan televisiegeld. Tekst en foto’s: Arne Doornebal
24
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
25
reportage
reportage
J
ohn Makumbi zit op de tribune van het Namboole stadion in de Oegandese hoofdstad Kampala. ‘Ik ben Arsenal-fan,’ antwoordt hij op de vraag welke club hij steunt. ‘Oh, je bedoelt in Oeganda? Hier steun ik URA.’ Makumbi’s reactie lijkt op die van bijna alle Oegandese voetbalsupporters. ‘Hun’ club is in eerste instantie één uit de Engelse Premier League (eredivisie). En dat is jammer, meent Godfrey Biryomumeisho. Voor hem neemt het Oegandese voetbal wél een belangrijkere plaats in dan de competitie die zesduizend kilometer noordelijker gespeeld wordt. Hij is – volgens het handgeschreven naamplaatje op zijn shirt – ‘Chief fan’ van het lokale team Maroons FC. Dit speelt vandaag tegen URA. Makumbi en Biryomumeisho zitten beiden bij de wedstrijd, gespeeld voor een schamele paar honderd toeschouwers, in een stadion waar 45.000 mensen in kunnen. URA wint met 5-1. Betaalkanaal Wie het angstvallig lege Namboole stadion ziet, zou het niet zeggen. Maar dit seizoen heeft er een revolutie plaatsgevonden in het Oegandese voetbal. Mede ingegeven door de goede pres taties van het nationale elftal – dat op een haar na kwalificatie voor de Afrika Cup miste – lijkt er meer belangstelling voor de Oegandese eredivisie te komen. Of in ieder geval meer geld. Televisiestation GTV steekt vijf miljoen in de ‘Super League’ en zal dit seizoen zes wedstrijden live op het betaalkanaal uitzenden. ‘Afrikaans voetbal werd lang genegeerd, terwijl die sport hier toch enorm populair is’, zegt Peter Mungoma van GTV. ‘Daarom steunen we het voetbal nu. Dat zal uiteindelijk goed voor de sport zijn – en dus ook voor ons.’ Van het geld kunnen clubs de spelers betalen. Maar investeringen in topvoetbal alléén is niet genoeg, meent Trevor Dudley. De Deen zette daarom tien jaar geleden de Kampala Kids League
‘Waarom niet onze eigen jongens stimuleren?’ De herwaardering van het lokale voetbal is niet alleen in Oeganda te merken. Ook in Kenia timmert de – mede door de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond gefinancierde – Mathare Youth Sports Association (MYSA) hard aan de weg. En in Rwanda, waar na de genocide van 1994 de sportinfrastructuur weer volledig opgebouwd moest worden, ontspringen eveneens initiatieven. In het zuidelijke stadje Butare rennen tientallen kinderen over het trainingsveld. ‘Voetballen kunnen ze wel, er is alleen geen competitie voor ze,’ zegt Joseph Kamugisha. Hij traint in totaal 120 kinderen, drie keer per week en in de vakantie dagelijks. ‘Hadden we hier maar zoiets als de Kampala Kids League,’ aldus Kamugisha, die nadrukkelijk de samenwerking met het buurland zoekt. ‘We moeten nodig af van die alles overheersendheid van het Engelse voetbal. Waarom niet onze eigen jongens in Oeganda stimuleren?’ Meer weten over MYSA? Kijk op www.mysakenya.org
26
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
De stadions zijn bij Super League-wedstrijden vaak bijna leeg.
Oegandese kinderen sporten bij de Kampala Kids League.
(KKL) op. Op dat moment was er nog niets voor de jeugd georganiseerd. ‘De infrastructuur voor sportontwikkeling ontbrak totaal. En nu nog steeds, eigenlijk. Kinderen kunnen alleen bij ons terecht om te sporten.’ De KKL – die in tien jaar tijd veertienduizend kinderen heeft laten sporten en inmiddels een nationaal initiatief is – mag gerust vooruitstrevend worden genoemd. Corruptie De Oegandese voetbalbond FUFA bekijkt het succes van KKL met bewondering en wellicht een beetje jaloezie, maar heeft nog geen concrete stappen gezet voor samenwerking. ‘De KKL is goed bezig. Wij als voetbalbond zullen binnenkort ook komen met een jeugdbeleid, want dat is hard nodig’, belooft Rogers Mulindwa van de FUFA. ‘Het voetbal in Oeganda is bezig aan enorme comeback, nadat het in de jaren ‘90 werd verguisd vanwege de slechte resultaten en de slechte organisatie ervan. Wat dat betreft is het eeuwig zonde dat Oeganda zich niet plaatste voor de Afrika Cup. En we waren er zo dichtbij!’
De reeks van thuiszeges van het nationale team (de ‘Kraan vogels’), gelardeerd door bomvolle stadions en de historische 2-1 overwinning op Nigeria (de ‘Adelaren’) van afgelopen juni, zou een keerpunt kunnen blijken in het Oegandese voetbal. Maar ook de personele veranderingen binnen de tot voor kort corrupte FUFA kunnen gunstig uitpakken. Trevor Dudley: ‘Twee jaar geleden moest een Oegandese Super League-ploeg op de laatste speeldag met achttien doelpunten verschil winnen om landskampioen te worden. Het werd 22-0. Dat geeft wel aan hoe corrupt het toen was. Maar in de nieuwe FUFA heb ik wel vertrouwen.’ Monopolie Dudley laat elk jaar de beste spelers uit de KKL meedoen aan toernooien in Europa. Het prestigieuze wereldkampioenschap voor jeugdteams in Göteborg werd al vijf keer gewonnen. In het stichten van een eigen Super League club is Dudley echter niet geïnteresseerd. ‘Ze hebben het hier steeds over Super Leagueclubs. Maar dat zijn helemaal geen clubs, ze bestaan maar uit één
team. Op die manier bouw je nooit iets op.’ Maar dat gaat snel veranderen, bezweert Mulindwa van de FUFA. ‘We willen alle clubs in de Super League-verplichten om jeugdteams te beginnen. Ze krijgen veel geld van televisiestation GTV, dus dat zou nu moeten kunnen.’ GTV is pas sinds de zomer actief in Oeganda. Het station doorbreekt het monopolie van het Zuid-Afrikaanse DSTV in het ene na het andere Afrikaanse land. En ondertussen pompt het miljoenen in sport. Ook de FUFA is bloedserieus. ‘Angola 2010’, dat wordt de eerste Afrika Cup waarvoor we ons gaan plaatsen’, zegt Rogers Mulindwa. ‘En daarna natuurlijk het WK in Zuid-Afrika in datzelfde jaar. Let maar op, over een paar jaar doet Oeganda niet meer onder voor Frankrijk. Frankrijk kon immers alleen maar zo goed worden dankzij haar spelers van Afrikaanse afkomst.’ Meer weten over de Kampala Kids League? Kijk op: www.kidsleaguefoundation.org
De miljoenen van GTV GTV investeert vijf jaar lang een miljoen dollar per jaar in de Oegandese Super League. Alle achttien clubs krijgen jaarlijks twintigduizend dollar. De landskampioen ziet nog eens zestienduizend dollar tegemoet en wie als achttiende eindigt krijgt 640 dollar. Dit seizoen worden zes wedstrijden live uitgezonden, komend jaar zijn dat er twaalf en in 2009/2010 vierentwintig. Meer weten over GTV? Kijk op www.gtv.tv
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
27
interview
interview
Aboriginal-activiste Tania Major
‘Sommige mensen zien mij helemaal niet zitten’ Nu het einde van 2007 nadert, is Tania Major bijna geen ‘Australische Jongere van het Jaar’ meer. Die titel kreeg ze van haar regering. Omdat zij het persoonlijk ver heeft geschopt als jonge aboriginal. Maar ook omdat ze zich inzet voor haar gemeenschap. Daarbij gebruikt ze onder meer sport om aboriginal-kinderen zelfrespect en assertiviteit bij te brengen. Tekst: Ángeles Reyes / Illustratie: Olivier Rijcken
Werken met jongeren Wie Tania Major is, valt nauwelijks nog los te koppelen van wat ze doet voor haar volk. Ze is 26, groeide op als dochter van een blanke man en een aboriginal-vrouw, studeerde Criminologie en werkt nu bij het Cape York Institute for Policy and Leadership. Daar is ze verantwoordelijk voor een speciaal ontwikkelingsprogramma. Talentvolle inheemse jongeren krijgen hier steun om uit te groeien tot hoogopgeleide leidersfiguren. ‘Hectisch’, noemt ze haar huidige routine. ‘Ik praat met iedereen: van scholieren tot parlementariërs. Ik spreek zelfs mensen in de bus aan.’ Daarbij neemt Major geen blad voor de mond, waardoor ze de nodige tegenstand ondervindt in het land waar aboriginals tot 1967 nog officieel als ‘fauna’ te boek stonden.
Praten met politici Major was de eerste vrouw in haar gemeenschap – de Kokoberra-aboriginals – met een universitaire graad. Toen ze
28
|
S UPPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
vier jaar geleden afstudeerde aan de Griffith University, verhuisde ze vrijwel direct terug naar haar geboortegrond aan de westkust van de Cape York Peninsula. Ze wilde haar kennis dáár inzetten. In 2003 werd ze gekozen tot de jongste regional councilor van de Aboriginal and Torres Strait Islander Commission (ATSIC). Deze overheidsinstantie ging in 2005 ter ziele, maar werd tot die tijd betrokken bij het regeringsbeleid dat de inheemse bevolking betrof. ATSIC bestond enkel uit afstammelingen van de oorspronkelijke bevolking. Major kreeg als lid van deze instantie nationale bekendheid toen ze in een ontroerende speech de kernproblemen van de aboriginalgemeenschappen aanstipte – ten overstaande van de premier.
veranderen: door met kinderen te werken en hoop in hun hoofd te planten. We moeten hen zeggen: de kleur van je huid betekent niet dat je in de gevangenis belandt of dat je dood gaat omdat je al heel jong zelfmoord pleegt.’ Eén manier om deze kinderen te bereiken, is sport. Dat begreep Major al in 2003. Ze nam toen de leiding van een voetbalclub op zich en promootte vrouwensport door zelf softball te spelen en de meisjes onder 15 jaar te coachen. ‘Ik legde al vóór de training de nadruk op respect’, zei ze hier achteraf over. ‘Ik gaf aan: jullie weten dat we hier allemaal gelijk zijn. Niemand is hier machtiger dan de ander. Iedereen behandelt de ander met respect. Alleen op die manier beginnen we onze training.’
Sporten met kinderen
Ruziën met leeftijdsgenoten
Enkele maanden geleden vertelde ze in een tv-interview dat ‘er maar één manier is waarop de huidige gemarginaliseerde situatie van de inheemse bevolking kan
In een interview met televisiezender ABC verklaarde ze destijds dat ‘sport heel belangrijk is in de gemeenschappen en cultuur van aboriginals. Daarom heb ik
ook die voetbalclub overgenomen. Deze is nu volledig veranderd. Mijn volk, de club incluis, heeft te lang dingen gekregen. Ze hoefden maar tegen de overheid te zeggen wat ze wilden of ze hadden het al. Ik probeer hun zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid te stimuleren. Sommige mensen van mijn leeftijd zien dat helemaal niet zitten. Ze doen alle mogelijke moeite om me uit de club te zetten – proberen daarvoor zelfs handtekeningen te verzamelen.’ Deze houding is typerend voor de omgang met Tania Major. Niet iedereen in haar gemeenschap ziet het zitten dat een vrouw deze gemeenschap wil veranderen. Zeker niet zonder tot de wijze Ouderen te behoren.
Provoceren met problemen
Zo sprak Major zich verontwaardigd uit toen Australië afgelopen september tegen een VN-Declaratie over de Rechten van Inheemse Volkeren stemde. Positieve verandering moet zowel van blanken als van de inheemse bevolking komen, vindt ze. Daar blijft ze in Australië beide groepen toe aan sporen. Ook als ze straks geen Jongere van het Jaar meer is. Meer weten over het Cape York Institute for Policy and Leadership? Kijk op: www.cyi.org.au
Of het nu via sport is of via andere middelen: Major is erop gebrand de problemen van haar volk aan te kaarten. Ze sprak publiekelijk over kindermishandeling, alcoholisme en geweld. En praatte met opiniemakers, burgers en de regering over verkrachting, aanranding en huiselijk geweld onder aboriginals. Ze is ervan overtuigd dat het Australische welzijns beleid voor aboriginals de afgelopen decennia desastreus is geweest voor haar volk. Het heeft geleid tot minder vertrouwen in eigen kunnen en een passieve houding. Van een gezonde honger naar ontwikkeling – op persoonlijk niveau en als samenleving – is geen sprake. De regering is in zekere zin te lief voor de inheemse bevolking. Tegelijkertijd vindt ze dat die regering te weinig doet.
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
29
post
col umn
Zieltjes
POST
Hieronder drie reacties van lezers. Bob Meeuwis krijgt voor zijn reactie het sport fotoboek ‘One Love’ thuis gestuurd.
Cees Bol: ‘Grote organisaties kunnen voorwaarden scheppen voor verandering. Maar als ze praktische veranderingen willen doorvoeren, duurt dat vaak lang. Dat komt omdat er zoveel mensen en afdelingen bij betrokken zijn. Bij kleine projecten
30
|
S U PPORTER
|
Nu mmer 28
|
december 2007
plukt de lokale bevolking sneller de vruchten van ontwikkelingswerk. De lijnen zijn korter, er werken minder mensen mee, er is minder overleg nodig. Belangrijk is wel dat de kleine projecten SMART blijven: specifiek, meetbaar, attainable (haalbaar), met een duidelijk resultaat voor ogen en tijdsgebonden. Een succesvol project kan op een hoger niveau getild worden. Dat houdt niet per se een groei in van projecten en organisaties, maar eerder dat succesvolle formats geëxporteerd kunnen worden naar andere organisaties. Zodra projecten te groot worden gaan overheden zich er namelijk mee bemoeien. Die werken bureaucratisch, maken elke euro kleiner en vertragen of stoppen de trein. Westerse overheden moeten zich beperken tot het scheppen van voorwaarden voor verandering in ontwikkelingslanden. Via subsidie aan kleine projecten en organisaties kunnen ze vervolgens successen behalen.’ Leo Lagendijk: ‘Naar mijn mening zouden grote en kleine organisaties juist moeten samenwerken. Deze kleine organisaties dringen dieper door tot de lokale culturen en weten derhalve beter wat de lokale wensen zijn. Sportprogramma’s kunnen daarop afgestemd worden. Een grote organisatie kan het beste afgaan op de ervaringen van haar kleinere collega’s en deze collega’s steunen – bijvoorbeeld financieel of door hen in contact met elkaar te brengen. Zo fungeert ze als overkoepelende organisatie.’
Frank van Eekeren is senior adviseur en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Hij richt zich in zijn werk onder meer op sport & ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast is hij bestuurslid van de Foundation for African Sport Development (FASD), een stichting die projecten opzet in Afrika.
Van Eekeren
Bob Meeuwis: ‘Ik ben het oneens met de stelling. Kleine projecten – van het opvangen van zwerfkinderen tot het opzetten van schooltjes – hebben zeker bestaansrecht. Mijn ervaring na een reis van twee weken door Oeganda is in elk geval dat ze zeer goed bijdragen aan betere leefomstandigheden in ontwikkelingslanden. Ze spreken ook erg tot de verbeelding. Kort na de reis is mijn dochter op haar school bijvoorbeeld een inzamelactie begonnen voor een schooltje dat we in Oeganda hadden bezocht. Ze organiseerde hier een sponsorloop, verkocht spullen op een rommelmarkt, speelde viool in een winkelcentrum en haalde uiteindelijk 600 euro op. Kleine projecten worden vaak in stand gehouden door zelf gegeneerde bedragen, zelden door geld van kerken of overheden. Ze zijn daardoor nauwelijks van invloed op de geldstroom waar grote organisaties uit putten. Grote en kleine projecten kunnen op die manier goed naast elkaar bestaan, waardoor meer voor de bevolking in ontwikkelingslanden kan worden gedaan. Bovendien kunnen kleine projecten uitgroeien tot grotere, zinvolle initiatieven en daarmee nog meer betekenen voor de ontwikkeling van kansarme landen.’
O foto: ed lonnee
De vorige Supporter maakte melding van de ontwikkeling van een officiële beleidsnotitie over sport & ontwikkelingssamenwerking. Daarin uiten de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hun zorg over een versnipperd aanbod van kleinere projecten. Dit zou wellicht niet tot even duurzame resultaten leiden als een meer programmatische aanpak. Naar aanleiding van dit bericht luidde de stelling in de vorige Supporter: ‘Het zou beter zijn als de Nederlandse sport & ontwikkelingssamenwerking in handen ligt van één of twee grote organisaties. Daar hebben ontwikkelingslanden meer aan dan aan veel kleine projecten van meerdere organisaties.’
nze identiteit en nationale trots staan onder zware druk. Tegenwoordig beoefent iedereen, overal ter wereld, alle mogelijke sporten. Wat blijft er zo over van onze kansen om wereldkampioen te worden? Albanië voetbalt nu al bijna net zo goed als Oranje, Tsjechische schaatssters rijden fluitend mee op de lange afstanden en niemand zal verbaasd zijn wanneer de Chinezen volgend jaar het hockeygoud voor onze neus wegkapen. Eigenlijk hebben we nog maar één garantie op succes. Korfbal. Dit najaar verlengde de Nederlandse ploeg de wereldtitel maar weer eens voor vier jaar. Zalige zekerheid als balsem voor onze sportieve ziel. Maar er dreigt gevaar. Korfbal goes international. De International Korfball Federation (IKF), tot voor kort eigenlijk niets anders dan een veredelde hangplek voor Nederlandse en Belgische korfbalbestuurders, wil de sport ‘doorontwikkelen’ en ‘mondialiseren’. De Federatie wil blijkbaar af van de spruitjeslucht en is op zoek naar een exotischer imago. In alle uithoeken van de wereld dienen jongens en meisjes ballen te gaan mikken in mandjes op 3,5 meter hoogte. De marketingstrategie lijkt te werken. In het Chinese Taipei en de Spaanse regio Catalonië zijn al mensen met kniekousen gesignaleerd in aanvalsen verdedigingsvakken. Als beloning mochten beide landen meedoen aan het afgelopen WK. Het volgende target is Afrika. Vorig jaar zond de IKF, in samenwerking met de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie ICCO, een aantal zendelingen naar het continent om de zegeningen van het korfbal te verspreiden. Vanuit ontwikkelingsperspectief biedt de sport grote kansen, aldus de betrokken organisaties.
‘Het kan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op speelse wijze aan de orde stellen.’ Tevens dient het project zicht te geven op ‘de ontwikkelingsrelevantie van deze sport’. Over die relevantie maak ik me geen illusies. Ongetwijfeld zijn er Afrikanen aangetroffen die het leuk vonden het spel een keertje te proberen. Maar willen die Afrikanen het ook blijven spelen? In het werelddeel werd tot voor kort niet gekorfbald en dat zou wel eens een reden kunnen hebben. Het is onwaarschijnlijk dat een oer-hollandse sport, in 1902 uitgevonden door een Amsterdamse onderwijzer, de harten van grote aantallen Afrikanen sneller zal laten kloppen. Niet de Afrikanen, maar beleidsmakers hebben bedacht dat het goed is dat mannen en vrouwen samen gaan sporten. Dat is, in marketingtaal, een top-down benadering. Zo’n aanpak leidt zelden tot duurzame gemeenschapsopbouw. Of richt de IKF zich op een ander soort community building? Om lid te mogen blijven van het Internationaal Olympisch Comité moeten minimaal 50 landen ter wereld korfballen. Het is pure noodzaak voor de Federatie om zieltjes te winnen. In dat opzicht is het project geslaagd. Zimbabwe en Malawi hebben zich inmiddels bij de internationale korfbalgemeenschap aangesloten. De bestuurders en beleidsmakers zullen, in hun jargon, ongetwijfeld spreken van een win-win situatie. Blind door hun geloof rekenen zij op ontwikkeling op mondiaal én lokaal niveau. Indien zij toch gelijk hebben, beloof ik hierbij plechtig hard te zullen juichen als Zimbabwe over vier jaar wereldkampioen korfbal wordt. Ook al gaat het ten koste van onze nationale trots.
S U P P O RT E R
|
N ummer 2 8
|
december 2007
|
31
De millenniumdoelen: in 2015… 1 … is het aantal mensen dat in extreme armoede leeft minstens tot de helft teruggebracht ten opzichte van 1990 2 … gaan alle kinderen ter wereld naar de basisschool 3 … zijn gelijke kansen voor mannen en vrouwen bevorderd 4 … is het aantal kinderen dat in ontwikkelingslanden overlijdt vóór de vijfde verjaardag met tweederde teruggebracht 5 … is het aantal vrouwen dat in het kraambed overlijdt met driekwart verminderd 6 … is de verspreiding van hiv /aids, malaria en andere grote ziektes stopgezet en teruggedrongen 7 … k rijgt milieubescherming meer aandacht, is het aantal mensen dat geen toegang heeft tot veilig drinkwater gehalveerd en wonen er minder mensen in krottenwijken 8 … m oeten rijke landen onder andere meer hulp geven, meer schulden kwijtschelden en eerlijke afspraken maken over handel
Voor meer informatie: zie www.millenniumdoelen.nl
Even een Supporter scoren! Neem nu een gratis abonnement op Supporter! Wilt u vaker nieuws lezen over Sport & Ontwikkelingssamenwerking en over de rol van sport in niet-westerse landen? Vraag dan nu een gratis abonnement op dit kwartaalblad aan. Mail uw naam en adresgegevens door naar de redactie van Supporter:
[email protected] of bel NCDO (020) 568 87 88.
Cadeautip! Geef een gratis abonnement weg! Bent u al abonnee en vindt u net als wij dat ook anderen kennis moeten nemen van het blad? Geef dan de gegevens van mensen door waarvan u denkt dat zij een gratis abonnement op Supporter wel kunnen waarderen. Supporter on-line: www.sportdevelopment.org