SURF heeft namens het Nederlandse hoger onderwijs 2009 tot het jaar van Open Access uitgeroepen. In dit jaar gaven de universiteiten, hogescholen, de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW), Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), onderzoeksinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek(KB) een nieuwe impuls aan open toegang tot de resultaten van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek.
We mogen terugkijken op een bevlogen Open Access jaar 2009. Op verschillende fronten werd nieuw beleid geformuleerd en in het SURFshare-programma werden stappen gezet in de ontwikkeling en verbetering van de kennisinfrastructuur in samenhang met verdere verduidelijking van het juridisch kader en de voorlichting aan alle betrokkenen. Deze uitgave neemt u in vogelvlucht mee naar een grote diversiteit aan stimuleringsactiviteiten en hun resultaten.
SURF Graadt van Roggenweg 340 PO Box 2290 NL-3500 GG Utrecht
T +31 (0)30 234 66 00 F +31 (0)30 233 29 60
[email protected] www.surf.nl Januari 2010
Nederland loopt warm voor
Open Access
<< voorwoord
Het is de hoogste tijd Oktober 2009 verscheen de nieuwe versie van het OCW-boekje ‘Kerncijfers’. De output van alle Nederlandse universiteiten blijkt in de periode 2002-2007 gestegen van 52.000 naar 61.000 wetenschappelijke publicaties. Een stijging van maar liefst 20% in vijf jaar! Een medewerker van een universiteit kan al deze en andere wetenschappelijke literatuur op zijn eigen computer inzien, op een tijd of plaats die hem of haar het beste uitkomt. Dat is een buitengewoon nuttige voorziening. Maar zij wordt onthouden aan andere belanghebbenden, zoals een docent op een ROC, een medewerker van een ingenieursbureau of een specialist in een algemeen ziekenhuis. Die moeten ervoor betalen of een kopie ophalen bij een universiteitsbibliotheek. Dit is een onwenselijke situatie, want veel wetenschappelijke inzichten werpen hun vruchten vooral af bij toepassing in de praktijk. Daarom heeft SURF 2009 uitgeroepen tot het jaar van de open access: de toegang voor iedereen tot alle wetenschappelijke informatie. Want waarom moet een gewone burger betalen voor toegang tot wetenschappelijke kennis die met zijn eigen belastinggeld is gefinancierd? Het samenstellen van wetenschappelijke tijdschriften wordt door commerciële uitgevers gedaan. De kosten voor peer-review en correcties komen voor hun rekening, en daarop baseren zij het recht om wetenschappelijke publicaties alleen tegen betaling beschikbaar te stellen. Hun bijdrage weegt echter niet op tegen de kosten van het onderzoekswerk dat met belastinggeld wordt verricht. Alles wat geschreven wordt moet daarom voor iedereen toegankelijk zijn. Daartoe moeten financiers van onderzoek, zoals universiteiten en NWO, open access voor onderzoekers verplicht stellen. Als compensatie voor de uitgevers dienen zij in het onderzoeksbudget een bedrag op te nemen voor peer-review en correcties. Het is de hoogste tijd dat wij dit gaan regelen.
Paul Doop Voorzitter platformbestuur ICT en Onderzoek, SURFfoundation Vicevoorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam
1
<< INLEIDING
Nederland loopt warm voor Open Access Wat is Open Access? Open Access van onderzoeksresultaten is het zonder beperkingen beschikbaar stellen via internet van de resultaten (zowel publicaties als onderzoeksdata), in het bijzonder resultaten van onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd. Lees meer op www.openaccess.nl.
Waarom dit Open Access boek? SURF heeft namens het Nederlandse hoger onderwijs 2009 tot het jaar van Open Access uitgeroepen. In dit jaar gaven de universiteiten, hogescholen, de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW), Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), onderzoeksinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek(KB) een nieuwe impuls aan open toegang tot de resultaten van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. Het Open Access jaar 2009 was succesvol. Op verschillende fronten werd nieuw beleid geformuleerd en in het SURFshare-programma werden stappen gezet in de ontwikkeling en verbetering van de kennisinfrastructuur in samenhang met verdere verduidelijking van het juridisch kader en de voorlichting aan alle betrokkenen. Sijbolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) geeft aan dat Nederland vijf jaar geleden al koploper was op het gebied van Open Access: “Inmiddels zijn ook alle andere landen om ons heen hiermee aan het werk gegaan. Het is belangrijk dat Nederland zijn koppositie behoudt en nu concreet aan de slag gaat.” “Resultaten van onderzoek moeten onbelemmerd hun weg kunnen vinden naar onderwijs, het werkveld en onderzoekers om zodoende bij te dragen aan kenniscreatie en kennis circulatie. Gezien de wereldwijde problemen waarvoor we staan, is het meer dan ooit van belang samen te werken en kennis te delen. Open Access is daarom essentieel”, aldus Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad.
Hoogtepunten in 2009: • De mededeling van Jos Engelen, voorzitter NWO, dat NWO jaarlijks 5 miljoen gaat uittrekken om de kosten van Open Access publicaties te dragen. • De ondertekening van de Berlin Declaration door de HBO-raad. Hiermee scharen de hogescholen zich achter de doelstelling om onderzoeksoutput van hogescholen kosteloos toegankelijk te maken voor iedereen. Hiermee sluiten zij aan bij de eerdere ondertekening door alle universiteiten. • De eerste internationale Open Access week in oktober heeft de wereldwijde aandacht en noodzaak van Open Access extra kracht bijgezet. • De rectoren van de universiteiten hebben aangegeven zich gezamenlijk in te willen spannen om resultaten van met publieke middelen gefinancierd onderzoek zonder restricties publiek toegankelijk te maken. ‘Nederland loopt warm voor Open Access’ verschijnt in de SURFshare serie van boeken waarmee de kennis die wordt opgedaan in het SURFshare-programma beschikbaar wordt gemaakt. 2
We mogen terugkijken op een bevlogen Open Access jaar 2009. Deze uitgave neemt u in vogelvlucht mee naar een grote diversiteit aan stimuleringsactiviteiten en hun resultaten.
3
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Dat blijkt uit publicaties, maar ook op conferenties of in onderzoeksvoorstellen. De rol van impactfactoren en prestigieuze citatieindexen is niet dominant in mijn discipline.
Waarom in andere disciplines wel? De fysica is een betrekkelijk kleine discipline met een heel specifieke voorgeschiedenis. Door mijn rol bij de KNAW ben ik mij er nog eens sterker van bewust geworden dat fysici niet maatgevend zijn. Soms zijn disciplines zo groot en daarmee anoniem geworden dat formele publicaties en citatie-indexen wellicht een grotere rol moeten spelen.
Zouden financiers van onderzoek een rol moeten spelen bij de verplichting tot publicatie in Open Access?
Interview met Robbert Dijkgraaf President Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW) Leeft het onderwerp Open Access in de fysica? Ja, dat leeft enorm, vooral in de hoge- energie fysica. In feite vormt deze discipline de avant-garde op het gebied van Open Access. Dat komt voort uit onze al lang bestaande preprintcultuur waarbij onderzoeksresultaten meteen na het het componeren van het artikel onder collega’s worden verspreid. Dit heeft enorme consequenties gehad voor mijn vakgebied. Er is een wereldwijd ‘level playing field’ oftewel een vlak speelveld gecreëerd. Je bent direct op de 4
hoogte van de wereldliteratuur waardoor je niet meer achterloopt op groepen in Princeton of Harvard die dicht bij het onderzoek zitten.
Managers en financiers gaan vaak af op citatieen impactmetingen. Wat is de invloed van citatietellingen en impactfactoren in uw discipline? Je krijgt nooit een baan of een excellente beoordeling alleen op basis van citaties. Veel belangrijker is of mensen je werk snel oppakken en je gedachtegoed verder uitdragen.
Zeker. Dat zie je nu ook gaan gebeuren. Meer en meer research councils beginnen te eisen dat de uitkomsten, de artikelen, van door hen gefinancierd onderzoek openbaar toegankelijk zijn, wereldwijd. Maar het geldt natuurlijk ook voor universiteiten, die zich in toenemende mate de vraag stellen in hoeverre ze zichtbaar zijn in een wereld die steeds meer kennisafhankelijk wordt.
‘Hoge-energie fysica vormt de avant-garde op het gebied van Open Access. De dynamiek van het wetenschappelijk proces wordt compleet anders. Als je deze open dynamiek niet wilt, moet je goed nagaan welke belangen er dan spelen. Nu moeten degenen die vóór openheid zijn voortdurend pleidooien voeren. Eigenlijk zou de bewijslast omgekeerd moeten zijn.
gesproken pro Open Access was, daar zelf ook meer actie wil zien en in discussie gaat met partijen als NWO. Zelf hebben we bij de KNAW Open Access duidelijk in ons Strategisch Plan opgenomen. Daar wordt op diverse plekken in de organisatie ook invulling aan gegeven.
Wat kan de toekomstige rol van uitgevers zijn? Wat moet gebeuren is dat uitgevers de aansluiting bij de waarden van de wetenschappelijke gemeenschap weer hervinden en dat we een model kunnen ontwikkelen dat die waarden weerspiegelt. Het Open Access model zou zo’n model kunnen zijn. Open Access lijkt levensvatbaar en meer en meer OA tijdschriften krijgen ook een goede impactfactor, soms zelfs opmerkelijk snel. Er zijn ook voorbeelden van tijdschriften die met hun hele editorial board zijn overgestapt naar een learned society en daar hun tijdschrift als OA voortzetten. Het is dat soort indivi-dueel activisme dat uiteindelijk een grote beweging mogelijk maakt. Tot nu toe zie ik al die bewegingen maar één kant op gaan. Open Access komt echt.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak.
De Europese Commissie stelt zich op dit standpunt. Maar de Nederlandse overheid? De Nederlandse overheid kan daar een steviger standpunt innemen. Ik heb begrepen dat minister Plasterk, die als wetenschapper uit5
persberichten >>
<< persberichten
SURF: 2009 is Open Access jaar
‘Open Access publiceren levert Nederlandse samen leving tot 133 miljoen op’
Aanpak beperkte toegankelijkheid onderzoeksresultaten hoger onderwijs
Australisch onderzoeker becijfert voordelen open toegang tot wetenschappelijke informatie
Utrecht - 26 februari 2009
Utrecht - 10 juni 2009
Het Nederlandse hoger onderwijs roept 2009 uit tot het jaar van Open Access, waarmee het een impuls wil geven aan open toegang tot de resultaten van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. Onder regie van SURF werken KNAW, NWO, universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen het hele jaar samen aan het formuleren van beleid, het ontwikkelen en verbeteren van de kennisinfrastructuur, het zorgdagen voor een duidelijk juridisch kader en het geven van voorlichting aan alle betrokkenen. Nederland loopt wereldwijd voorop in het realiseren van Open Access. Universiteiten en een groot aantal hogescholen hebben een kennisinfrastructuur ingericht die open en permanente toegang van publicaties mogelijk maakt. Op wetenschapsportaal NARCIS zijn bijna 170.000 wetenschappelijke publicaties full text beschikbaar. Via de HBO Kennisbank zijn veel onderzoeksresultaten van lectoren te vinden. En er is uitgebreide informatie over auteursrechten in het hoger onderwijs en een ‘copyright toolbox’ voor auteurs en uitgevers. Toch is dat nog niet voldoende. Publieke toegang Open toegang tot kennis, informatie en data behoeft volgens het Nederlandse hoger onderwijs drastische verbetering. De digitalisering van onderzoek en wetenschappelijke communicatie biedt mogelijkheden ten opzichte van het ‘papieren tijdperk’, die momenteel onvoldoende worden be-
nut. Verbeterde toegang legt een stevige basis voor kennisoverdracht in het onderwijs, kennisontwikkeling ten behoeve van onderzoek en kennisvalorisatie voor de samenleving. Centraal staat daarbij dat de resultaten van onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd, ook publiekelijk toegankelijk dienen te zijn. Sijbolt Noorda, voorzitter VSNU: “Wetenschappers hebben er belang bij dat hun publicaties digitaal voor iedereen wereldwijd beschikbaar zijn. Het grote publiek heeft er ook groot belang bij. Dat wat met belastinggeld betaald is, is ook voor iedereen te vinden en te gebruiken.” Multimedia Onderzoekers en lectoren moeten gebruik kunnen maken van alle nieuwe mogelijkheden voor wetenschappelijke communicatie die internet en ICT bieden. Auteurs zijn op het internet zichtbaarder en hebben meer lezers dan via de klassieke tijdschriften. De abonnementskosten voor deze tijdschriften stijgen dermate, dat binnen het bestaande budget van universiteitsbibliotheken en mediatheken steeds minder publicaties kunnen worden aangeschaft. Bovendien bestaan wetenschappelijke publicaties in toenemende mate uit meer dan alleen tekst: primaire onderzoeksdata en multimediabestanden gaan er deel van uitmaken en ook audiovisuele middelen en games worden gebruikt bij het presenteren van onderzoeksresultaten. Een voortdurende ontwikkeling en verbetering van de kennisinfrastructuur is dus nodig.
Auteursrecht Ook blijkt informatie over auteursrecht nodig, omdat er veel misverstanden zijn over Open Access en auteursrechten. Zo kan het volledig overdragen van de auteursrechten aan een uitgever een auteur belemmeren in verder gebruik van zijn of haar publicatie. Het plaatsen op een persoonlijke website of op die van de eigen kenniskring wordt hiermee vaak uitgesloten. Er zijn uitgevers die open staan voor andere licenties dan de exclusieve overdracht van auteursrechten, maar gebruikelijk is het nog niet. Sijbolt Noorda, geeft aan dat Nederland vijf jaar geleden al koploper was op het gebied van Open Access: “Inmiddels zijn ook alle andere landen om ons heen hiermee aan het werk gegaan. Het is belangrijk dat Nederland zijn koppositie behoudt en nu concreet aan de slag gaat.” Behalve Sijbolt Noorda uiten diverse andere bestuurders, hoogleraren en decanen zich over Open Access in een korte film, gemaakt in opdracht van SURF SURFfoundation. Deze is te vinden op diverse websites en op YouTube. Over SURF In SURF werken de Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen samen aan grensverleggende ICT-innovaties. Ze creëren zo de basis om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van ICT en te excelleren in hun onderwijs en onderzoek. SURF bestaat uit drie organisaties: SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten.
Als alle wetenschappelijke artikelen openbaar beschikbaar zouden zijn, zou dat de Nederlandse samenleving een voordeel op kunnen leveren van 133 miljoen euro per jaar. Dit heeft de Australische econoom Professor John Houghton becijferd in een studie die vandaag door SURFfoundation is aangeboden aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Op dit moment betalen universiteiten en hogescholen miljoenen euro’s per jaar voor toegang tot wetenschappelijke publicaties. Het bedrijfsleven, kleinere hogescholen en andere partijen in de samenleving hebben vaak geen geld voor deze dure licenties. Als wereldwijd een zogenaamd Open Access-model wordt toegepast, worden artikelen openbaar toegankelijk. Volgens Houghton levert dit niet alleen een aanzienlijke besparing op aan licentie kosten, maar verbetert het ook de toegankelijkheid van onderzoeksinformatie, voor zowel onderzoekers als de samenleving in brede zin. In de studie ‘Costs and Benefits of Research Communication: The Dutch Situation’ zijn drie publicatiemodellen vergeleken. Het grootste voordeel biedt het Open Access-model waarbij de onderzoeksfinancier of -instelling betaalt voor publicatie en het artikel vervolgens vrij toegankelijk is. Dit kan leiden tot een jaarlijks voordeel van 133 miljoen euro. Zelfs in het geval dat Nederland als enige land kiest voor dit publicatiemodel en daarnaast de licen-
ties voor tijdschriften aanhoudt, wordt nog altijd een voordeel van 37 miljoen behaald. Het rapport concludeert dat niet alleen op lange termijn belangrijke voordelen zijn te behalen. Ook gedurende een transitiefase zal een positief maatschappelijk effect uitgaan van het meer open toegankelijk maken van onderzoeksresultaten. Wim Liebrand, directeur SURFfoundation is blij met de uitkomsten uit de studie. “Het onderzoek maakt duidelijk dat Open Access een realistisch alternatief biedt naast het traditionele uitgeversmodel op basis van licenties. SURFfoundation werkt al enkele jaren samen met uitgevers, auteurs en de wetenschappelijke wereld om kosteneffectievere uitgeefmodellen te ontwikkelen. Dit rapport geeft ons een flinke duw
in de rug.” De studie is uitgevoerd in opdracht van SURFfoundation en maakt onderdeel uit van een serie vergelijkbare studies die worden uitgevoerd in Groot- Brittannië, Denemarken en Duitsland. Binnenkort verschijnt een overzicht van de voordelen die Open Access publiceren biedt in deze landen. De volledige studie is te downloaden via de website van SURFfoundation onder publicaties. Titel: Costs and Benefits of Research Communication: The Dutch Situation. Auteurs: John Houghton, Centre for Strategic Economic Studies, Victoria University, Melbourne en Jos de Jonge & Marcia van Oploo, EIM and Research voor Beleid, Zoetermeer.
7
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Onderzoek moet pub liek toegankelijk zijn
“Mooi, eindelijk”. Dat was de reactie van Saskia Franken van de UB toen NWO- directeur Jos Engelen eind vorige maand bekendmaakte dat de onderzoeksfinancier er bij wetenschappers op gaat aandringen te publiceren in gratis toegankelijke internet tijdschriften en daar zelfs vijf miljoen voor vrijmaakt. Franken is verantwoordelijk voor Igitur, de afdeling van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek die Open Access van wetenschappelijke artikelen wil bevorderen. Vrije toegang tot wetenschappelijke output is volgens Franken in de eerste plaats een ideologisch bepaalde wens. “Je wilt graag dat onderzoek dat betaald is met publieke middelen, publiek toegankelijk is.” Maar daarnaast is er een financiële noodzaak. De budgetten van de universiteitsbibliotheken blijken nauwelijks toereikend voor de stijgende abonnementsgelden. De Utrechtse UB is jaarlijks 4,5 miljoen euro kwijt aan wetenschappelijke tijdschriften. Die kosten zijn in de afgelopen tien jaar met 200 procent gestegen. “Je ziet dat uitgeverijen alles in dure pakketten stoppen. Je koopt Nature, maar daar krijg je verplicht allerlei minder interessante titels bij.” Volgens Franken kunnen subsidieverstrekkers een cruciale rol spelen op de weg naar meer Open-Accesspublicaties. “In feite gaat het slechts om het omdraaien van een businessmodel. Je vraagt als uitgever niet langer hoge abonnementsgelden, maar je laat de financiers van onderzoek betalen voor publicatie. Voor de kwaliteitscontrole door peers maakt
8
dat niet uit. “De meeste wetenschappers hebben echter weinig boodschap aan Open Access. Die kunnen zelf bij alle informatie en willen gewoon gelezen worden door vakbroeders. Dan kom je dus uit bij de financiers die via hun budgetten onderzoekers of onderzoeksgroepen kunnen verplichten om vrije toegang tot de resultaten van het onderzoek te garanderen.”
Open Access vs Science De vraag was lange tijd of NWO wetenschappers wel kan vragen te publiceren in Open Accesstijdschriften. Een publicatie in Science heeft natuurlijk meer status dan een artikel in een nieuw internettijdschrift. Toch bevreemdt het Franken dat NWO niet al eerder stappen ondernam. “Die vrije toegang is al lang geen privéhobby meer van een groepje bibliothecarissen. Eigenlijk is de hele academische gemeenschap er wel van overtuigd dat het die kant op moet. Bovendien bieden steeds meer uitgevers, zoals Springer, ook bij gevestigde tijdschriften een mogelijkheid aan om Open Access te publiceren. “Een belangrijke Britse onderzoeksfinancier, de Wellcome Trust, eist al enkele jaren dat de resultaten van door hen gefinancierd onderzoek zo snel mogelijk openbaar worden. Bij het onderzoeksgeld dat uit Brussel komt, worden soortgelijke voorwaarden gesteld. Daarom dacht je wel eens: hallo NWO waar blijf je?” Mogelijk dat de uitkomsten van een onderzoek van de Australische econoom professor John Houghton NWO over de streep heeft getrokken. Zijn studie Costs and Benefits of Research Communication: The Dutch Situation wees uit dat een Open-Accessmodel jaarlijks 133 miljoen euro kan opleveren. Zelfs als alleen Nederland dit publicatiemodel hanteert en daarnaast de licenties voor tijdschriften aanhoudt, is de opbrengst nog 37 miljoen.
Saskia Franken over Open Acces
De rol van de uitgevers van wetenschappe lijke tijdschriften is nog niet uitgespeeld, maar de roep om vrije toegang tot publiek gefinancierd onderzoek neemt toe. Zelfs NWO nam onlangs stelling. De Utrechtse universiteitsbibliotheek is al jaren een voor vechter van Open Access.
Groen of goud De Universiteit Utrecht heeft zich niet onbetuigd gelaten in de strijd voor vrije toegang. In mei 2005 ondertekende de UU de zogeheten Berlin Declaration en beloofde daarbij van onderzoekers te eisen dat een kopie van hun gepubliceerde artikelen in een vrij toegankelijke databank, een zogenoemde repository, wordt opgenomen. Daarnaast moedigt de UU wetenschappers aan om te publiceren in Open-Accesstijdschriften. De twee manieren van vrij toegankelijk publiceren zijn in vakkringen de green way en de golden way gaan heten. Igitur herbergt inmiddels de grootste repository met wetenschappelijke artikelen van Europa, het Igitur Archief. Franken: “Daarin zitten nu 23.000 artikelen van Utrechtse wetenschappers. We vangen ongeveer een kwart van alle Utrechtse publicaties in een jaar. Dat is best goed, maar het moet natuurlijk meer worden.” Volgens Franken zijn wetenschappers nog onvoldoende overtuigd van de meerwaarde die de repository’s bieden in de vorm van duurzame bewaring en brede toegankelijkheid. “Daarom werken we nu aan een koppeling met diensten. Denk bijvoorbeeld aan de inrichting van online werkomgevingen, waarin wetenschappers samenwerken. De Universiteitsbibliotheek verzorgt voor Utrechtse onderzoeksgroepen zogenoemde Virtuele Kenniscentra, waarin ook hun publicaties uit het Igitur Archief beschikbaar zijn. Dan willen
onderzoekers graag hun publicaties in het Igitur Archief hebben!” In april bracht het college van bestuur na overleg met decanen een statement naar buiten waarbij zijn toewijding tot Open Access nogmaals werd bevestigd. Ook kondigde de UU aan in contractbesprekingen met uitgevers vrije toegang een hoge prioriteit te geven. Franken: “In navolging daarvan gaan we nu met de faculteiten afspreken dat alle nieuw gepubliceerde artikelen naar ons toekomen. Wij controleren vervolgens of er copyright op zit. Verder proberen we wetenschappers en onderdelen te wijzen op alternatieven voor het weggeven van het copyright. Er zijn tegenwoordig echt andere licentievormen mogelijk.”
Financiering Ook bij het bewandelen van de golden way het opzetten van nieuwe tijdschriften is de UB een voorloper. Inmiddels verzorgt Igitur 14 digitale titels, waarvan 10 volledig Open Access zijn. De uitgaven worden gefinancierd door belanghebbenden. Sommigen willen graag een eigen blad om de zichtbaarheid van het onderzoek te vergroten, anderen voorzien in een podium voor een interdisciplinaire wetenschapsgebied dat elders geen kans krijgt. Auteurs betalen geen publication fee. “Maar als het straks meer geaccepteerd is dat publicatie van onderzoeksresultaten meegefinancierd wordt in de onderzoeksbudgetten, kunnen deze tijdschriften straks gemakkelijker zeggen: betaal maar”, zo denkt Franken. Ze erkent echter dat publicatie in de titels auteurs nog weinig status opleveren. “Tot nu toe draagt een Igiturtijdschrift nog niet bij aan de impactcijfers. Voor een startend tijdschrift is het verkrijgen van een impactfactor sowieso moeilijk. Maar wie weet … Elinor Ostrom, auteur in en lid van de Editorial Board van de Igitur uitgave The International Journal of the Commons heeft dit jaar de Nobelprijs voor economie gekregen. Dat helpt natuurlijk.” Ublad 6 (41) 19 november 2009
9
<< in de pers << persberichten
Prof. dr. Etienne de Klerk Hoogleraar internationaal strafrecht en rechtsvergelijking, Universiteit van Tilburg
Prof. dr. Cyrille Fijnaut, Hoogleraar internationaal strafrecht en rechtsvergelijking, Universiteit van Tilburg
“Om Open Access te bevorderen, moet de uni versiteit in eigen huis beginnen. Het belang rijkste is het bestaan van de repository onder de aandacht te brengen.”
“Onderzoekers moeten snel op de hoogte kun nen zijn van de resultaten van elkaars onder zoek. Je doet je onderzoek niet voor niets, je wilt dat mensen het lezen.” Dr. Floortje Mols Universitair docent bij het departement Medische Psychologie en Neuropsychologie (FSW), Universiteit van Tilburg
“Over tien jaar publiceren ook de toptijdschriften volgens het Open Access-model. Maar de situatie dat de auteur betaalt voor publicatie vind ik niet het ideale model. Het is beter dat er op universiteitsniveau afspraken worden gemaakt om deze bedragen van tevoren af te kopen. “
Prof. dr. ir. Edwin van Dam Hoogleraar wiskunde en operations research, Universiteit van Tilburg
“We willen het werk dat we doen internationaal bij een zo groot mogelijk publiek toegankelijk maken. Alles staat op mijn website: mijn papers, de Powerpoint-presentaties van mijn seminars en de artikelen. De basis van wetenschap is het delen van kennis met elkaar.”
10
Prof. dr. Jack Kleijnen Hoogleraar simulation and information systems, Universiteit van Tilburg
oren n hoog sc e e ll a t ie n als oet ven. Of zo derzoek m le n fs O ij r 9 d e 0 b 0 het en ber 2 hebben op rijfskundig t - 26 novem d c e e a b in p n z e a im g n k a conome y towards e , maar oo g e ld e Erasmus M t d e r a r n e t a s w v l e e driv schoo emisch al research nderzoeks n o in de acad io e it d jk li a r n t e d the gezam ove beyon ERIM - de m e ‘w : t r rmulee . het zelf fo e strategy iv r d t c a p an im
“Het publiceren in Open Access-tijdschriften zou door de universiteit meer gestimuleerd moeten worden. Maar onderzoekers kunnen ook iets doen. Zij zouden bewust tijd vrij kunnen maken om editorwerk te doen voor Open Access-tijdschriften. Ergens moet je beginnen, anders wordt het nooit beter!”
e j t a d g r Zo k o o k e o z r e d on t m o k t n a r k e in d
Quotes >>
11
in de pers >>
<< in de pers
Kennis achter de tolmuur
12
jaar al vorderingen gemaakt? Niet zo veel. “Als
een rendement van 33,4 procent.
het in het huidige tempo doorgaat, hebben we
De tweede uitgever, Springer, maakt geen cijfers
nog 21 jaar te gaan”, zegt Leo Waaijers, de
bekend, maar analisten schatten zijn rendement
vroegere directeur van de Delftse Universiteits
niet veel lager. Andere grote uitgevers doen het
bibliotheek.
ook goed. Informa haalde 30,1 procent in 2008, en Wiley zelfs 41,2 procent.
Berlin Declaration
Goedkoop zijn de abonnementen niet. De abon-
Warna Oosterbaan NRC Handelsblad - 1 augustus 2009
Toch lijkt het zo eenvoudig. Internet heeft het
nementsprijs voor een tijdschrift van goede repu-
streven naar open access tot een reële mogelijk-
tatie kan voor een bibliotheek tot tienduizend
Wie niet bij een universiteit werkt betaalt zich blauw aan wetenschappelijke gegevens die met belastinggeld ontstonden. Maar open access is in opkomst.
heid gemaakt, want je kunt met een eenvoudige
euro of meer oplopen – en er zijn er honderden
handeling nu elk artikel voor iedereen toeganke-
van. In 2007 gaven de 13 Nederlandse universi-
lijk maken. Daardoor gemotiveerd stelde in 2003
teitsbibliotheken zo’n 33 miljoen euro aan tijd-
een aantal wetenschappelijke instellingen de
schriftabonnementen uit. Dat zal dit jaar weer
Berlin Declaration op, een beginselverklaring
meer zijn, maar de budgetten van de bibliothe-
Bas Savenije is sinds 1 juni algemeen directeur
De digitalisering van informatie is te vergelijken
waarin die vrije toegang werd bepleit.
ken stijgen niet of nauwelijks. “De abonnements-
van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Daar-
met de instelling in de negentiende eeuw van
Inmiddels hebben 264 wetenschappelijke instel-
prijzen stijgen met zo’n 5 procent per jaar”, zegt
vóór was hij directeur van de bibliotheek van de
de openbare bibliotheken. Vóór die tijd was je
lingen die verklaring ondertekend, waaronder
Dick van Zaane, directeur van de bibliotheek van
Universiteit van Utrecht. Net als alle andere
aangewezen op privébibliotheken, je moest een
alle Nederlandse universiteiten, de Nederlandse
de Wageningen Universiteit. “De uitgeverijen zeg-
bibliotheekmensen heeft hij een eenvoudig ide-
introductie hebben. Net als die openbare biblio-
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
gen dat ze steeds meer artikelen te verwerken
aal: maak alles wat geschreven is zo toegankelijk
theken heeft de digitalisering voor de burgers
(NWO) en de Koninklijke Nederlandse Akademie
krijgen en dat ze daardoor meer kosten maken.
mogelijk, voor iedereen. Maar de praktijk is lasti-
de toegang tot kennis enorm uitgebreid. Maar
van Wetenschappen (KNAW).
Maar ik kan me heel moeilijk voorstellen dat je
ger, vertelt hij in zijn KB.
je moet nu vaststellen dat grote delen van het
Behalve democratischer kan open access uitein-
dan jaar in jaar uit op 5 procent stijging uitkomt.”
“Als gezondheidscentra en huisartsen me vragen:
domein van de wetenschappelijke kennis
delijk ook goedkoper zijn. De Australische onder-
Veel keus hebben de UB’s niet. “Je hebt ze
kunt u mij toegang geven tot de recente weten-
daarvan zijn uitgezonderd.”
zoeker John Houghton onderzocht in opdracht
allemaal nodig”, zegt Van Zaane. “Springer en
schappelijke literatuur, moet ik ze vertellen dat ik
Daar komt nog iets bij. Verreweg het grootste
van SURFfoundation de mogelijke besparingen
Elsevier hebben monopolies. Je kunt niet naar
dat niet mag. De uitgevers staan ons dat niet toe.
deel van het onderzoek dat nu achter de tolmu-
en kwam vorige maand tot de conclusie dat die
de concurrent.”
We hebben alleen een licentie voor gebruik bin-
ren ligt, is betaald met het belastinggeld van de
voor Nederland wel tot 133 miljoen euro per jaar
nen de universiteitsbibliotheken en de KB. Het
burgers. De onderzoekers ontvangen geen hono-
kunnen oplopen. Voor landen die niet tot het
Winstgevend
zou prachtig zijn als we ook patiëntenverenigin-
rarium van de uitgevers en ook de redacties en
rijke Westen behoren zou met open access nog
Intussen zijn er al wel wetenschappelijke tijd-
gen, hbo’s, roc’s en het MKB toegang konden bie-
de reviewers doen hun werk meestal voor niets.
veel meer gewonnen zijn. “Ik heb cursussen klini-
schriften ontstaan waartoe iedereen toegang
den tot de literatuur. Maar het mag niet.” Terwijl
“Ik vind dat onderzoek dat met publieke midde-
sche epidemiologie gegeven in El Salvador en
heeft. Bijvoorbeeld die van BioMed Central, een
de KB alles in zijn elektronisch edepot heeft, of
len betaald is, ook publiek toegankelijk moet
Roemenië”, zegt Lex Bouter. “Ik was geschokt
uitgever van een kleine 200 tijdschriften. Vanaf
het in een oogwenk ergens kan vinden.
zijn”, zegt Savenije.
door de volstrekt tekortschietende toegang die
de oprichting in 2000 was het doel van de on-
De universitaire werker kan tegenwoordig alle li-
Daar is iedereen in de wereld van de wetenschap
wetenschappers in die landen hebben tot de
derneming én open access te bieden én winstge-
teratuur op zijn eigen computer inzien, thuis,
het onderhand mee eens. Lex Bouter, vooraan-
databronnen.”
vend te zijn. Ook stond voorop dat de tijdschrif-
‘s nachts, op vakantie. Een ongekende weelde.
staand medisch onderzoeker en tegenwoordig
Maar de specialist in een niet-academisch zieken-
rector magnificus van de Vrije Universiteit: “Vind
Achter de horizon
wetenschap gebruikelijke methode van strenge
huis, de researchmedewerker van een ingenieurs-
ik ook. Wat met publieke middelen is gefinan-
Dat de volledige openbaarheid vooralsnog
beoordeling van de ingezonden artikelen door
bureau of de gewone burger kan dat niet. Hij
cierd moet in het publieke domein terechtko-
achter de horizon blijft, heeft verschillende oor
vooraanstaande onderzoekers. De Nederlander
moet een treinkaartje naar Den Haag Centraal
men.” Minister Plasterk, via zijn woordvoerder:
zaken. Onderzoekers publiceren hun artikelen
Jan Velterop hielp de initiatiefnemers van BioMed
kopen en naar de KB-balie gaan. Of naar een
“Het uitgangspunt is dat al het onderzoek dat
het liefst in een toptijdschrift. Niet alleen omdat
Central bij het vinden van het juiste business-
universiteitsbibliotheek. Daar kan hij een artikel
met publiek geld gefinancierd wordt, voor ieder-
ze zelf daar een prettig gevoel bij krijgen, maar
model. “Je moet de geldstroom omkeren”, zegt
in de computer opzoeken en het laten uitprinten.
een toegankelijk moet zijn.”
ook omdat ze daar door hun geldschieters op
hij vanuit Londen, waar hij woont. “Als je niet de
En dan weer terug. Ja, hij kan ook op internet
Om aan dat ideaal nog wat kracht bij te zetten
worden afgerekend.
abonnees maar de auteur laat betalen heb je
gaan zoeken in de database van de wetenschap-
heeft SURFfoundation, het orgaan waarin de
Zo’n toptijdschrift wordt vaak uitgegeven door
open access, zonder enig probleem.”
pelijke uitgeverijen en voor dertig dollar één
Nederlandse universiteiten op gebied van infor-
Elsevier, Springer, Wiley, Blackwell of een andere
In het model van BioMed Central betaalt de
artikel kopen.
matieen communicatietechnologie (ICT) samen-
commerciële uitgeverij. Die bedrijven verdienen
auteur voor de kosten van de peer review en de
Sybolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van
werken, 2009 uitgeroepen tot het jaar van de
veel geld met de abonnementsgelden die ze in
overige kosten, maar alleen als zijn artikel wordt
Samenwerkende Nederlandse Universiteiten,
open access: de toegang voor iedereen tot alle
rekening brengen. ’s Werelds grootste weten-
geaccepteerd. Gemiddeld is zo’n author fee
plaatst de kwestie graag in een historisch
wetenschappelijke informatie.
schappelijke uitgever, Elsevier, heeft een markt-
duizend euro. Vervolgens wordt het artikel gratis
perspectief. “Het is een vreemde paradox.
Hoe staat het daarmee? Zijn er halverwege het
aandeel van 25 procent en meldde over 2008
en voor iedereen beschikbaar op het net gezet. >>
ten aan peer review moesten doen: de in de
13
in de pers >>
<< in de pers
Velterop: “Je moet van het idee af dat de biblio-
daar wat aan doen.” Wim van der Stelt is verant-
Elsevier. Daar wil Nick Fowler, director of strategy
goed. Ze organiseren de peer review en ik be-
theken de publicatiekosten betalen. Dat moeten
woordelijk voor de open-access-activiteiten van
bij Elsevier graag wat tegen in brengen. “Wij zor-
schouw het als een illusie dat de wetenschappers
de financiers van onderzoek doen, die moeten in
Springer. Niet alleen kocht Springer BioMed
gen er al 130 jaar voor dat de wetenschappelijke
dat zelf zouden kunnen.” En verder zit er maar
hun subsidies de publicatiekosten opnemen.”
Central, voor zijn eigen tijdschriften zette de uit-
wereld maximaal toegang heeft tot de beste we-
één ding op, zegt vrijwel iedereen. De financiers
Het model bleek te werken, Velterop kreeg
gever het Open Choice model op: wie dat wil kan
tenschappelijke publicaties”, zegt hij. “En we
van onderzoek moeten open access verplichten,
een paar vooraanstaande onderzoekers mee en
zijn publicatie op de website van de uitgeverij
staan individuele onderzoekers toe dat ze de pre-
net als de Wellcome Trust, de NIH en de Max
BioMed Central werd een winstgevende uitgeve-
publiceren. Na betaling van een author fee, dat
prints van hun publicaties op hun eigen website
Planck-instituten hebben gedaan.
rij. Zó winstgevend, dat het bedrijf in 2008 door
wel. Critici vinden dat er op die manier twee keer
zetten of in repositories [zie kader] deponeren.
In Nederland wordt het meeste onderzoeksgeld
de gevestigde uitgeverij Springer werd gekocht.
betaald wordt: de inkomsten uit abonnementen
Het is trouwens maar zeven procent van de publi-
verdeeld door NWO, zo’n 550 miljoen per jaar.
BioMed Central bleef wat het was: voor iedereen
blijven immers bestaan. Van der Stelt: “Dat is tot
caties dat daarin terechtkomt. De onderzoekers
NWO verplicht open access niet.
toegankelijk.
op zekere hoogte waar. Maar het is een over-
vinden het te veel gedoe.” Maar de publicaties in
“Ik ben er voorstander van dat NWO open access
gangssituatie en we weten nog niet waar we op
hun definitieve vorm mogen dus niet? Nee, zegt
als voorwaarde aan zijn subsidies verbindt”, zegt
Er zit maar één ding op: de financiers van onder-
uitkomen. Als het een succes is, zullen we de
Fowler. “Wij zijn gevoelig voor het argument dat
KBdirecteur Bas Savenije. “Het is belastinggeld
zoek moeten open access verplichten.
abonnementskosten verlagen.”
de belastingbetaler voor het onderzoek heeft be-
dat ze verdelen.”
Een ander bekend voorbeeld is de Public Library
Nog vérstrekkender is een experiment dat
taald, maar wij betalen de kosten van de peer
“Van NWO hoor je niks”, zegt Jan Velterop.
of Science (PLoS). In 2003 besloot een klein co-
Springer heeft opgezet met de Nederlandse
review en de correcties. Dus de definitieve versies
“De financiers hebben de sleutel in handen”, zegt
mité van wetenschappers zelf een reeks tijd-
bibliotheken, de Max Planck-instituten en de
zijn alleen met ons kwaliteitskenmerk en op onze
Leo Waaijers. “Maar NWO is de grote afwezige in
schriften op te zetten en met behulp van een
Amerikaanse universiteit van Californië (die 10
eigen website te zien.” En alleen voor betalende
dit proces. Ze hebben in 2005 de Berlin Declara-
aantal giften is dat ook gelukt. PLoS is een
vestigingen telt). Alle publicaties van de onder-
klanten.
tion ondertekend, maar wat doen ze eigenlijk?”
non-profit organisatie en geeft een zevental web-
zoekers van die instellingen zijn op het net te
Wat moet er gebeuren om open access toch wer-
Dat vragen we aan NWO. Via de voorlichter laat
tijdschriften met peer review uit op het terrein
lezen, en de auteurs hoeven niets te betalen. De
kelijkheid te laten worden? Wie heeft de sleutel in
de instelling weten “in principe positief tegenover
van de bètawetenschappen. Ze zijn voor iedereen
bedoeling is wel dat de bibliotheken hun abonne-
handen? Van de onderzoekers zelf moet je niet te
open acces te staan”. Het komende half jaar
gratis in te zien. Ook hier worden de onkosten
menten niet opzeggen. “Iedereen is benieuwd
veel verwachten, zeggen bestuurders en biblio-
hoopt de instelling “beleid te ontwikkelen”.
bestreden door de auteurs: als hun artikel wordt
wat de nieuwe orde is”, zegt Van der Stelt. “Het is
thecarissen. “Vaak weten ze niet waar je het over
Welk beleid? “Dat kunnen we niet zeggen, omdat
geaccepteerd betalen ze een bedrag dat tussen
een experiment. We doen het nu twee jaar en we
hebt”, vertelt Waaijers. “Ze zeggen vaak ‘we héb-
we er nog mee bezig zijn.”
de 1200 en 2900 dollar ligt.
bekijken of we ermee doorgaan. We onderzoeken
ben toch al open access, we kunnen toch overal
En de minister? Ronald Plasterk was tijdens zijn
welke gevolgen het heeft voor de citaties en de
bij?’ Ze kijken vreemd op als je hun vertelt dat an-
wetenschappelijke carrière een bekend voorvech-
Welcome Trust
reputatie.” En Springer zal ook wel benieuwd zijn
deren dat niet kunnen.” VUrector Lex Bouter:
ter van open access, hij zat in de editorial board
Belangrijk is verder dat bij grote internationale
of de inkomsten uiteindelijk gelijk blijven? “Nou”,
“Ze gaan toch voor de toptijdschriften, en daarbij
van PLoS Biology. Nu wil hij er alleen over zeggen
financiers van wetenschappelijk onderzoek het
zegt Van der Stelt, “gelijk blijven? Als het enigs-
moet je ze niet te veel voor de voeten lopen.”
dat er een werkgroep mee bezig is. En dat het
inzicht groeit dat hun geld pas goed besteed is,
zins kan willen we natuurlijk groeien.”
“Ik zou willen bekijken hoe je de uitgevers een rol
doel is om over een jaar of vier tot een nationale
kunt geven in een open access-model”, zegt
licentie te komen, zodat behalve de universitaire
als de onderzoeksresultaten in het publieke do-
14
mein terechtkomen. Instellingen als de Britse
Geen mode
Sybolt Noorda. “Meer als intermediairs, als orga-
gemeenschap ook anderen toegang krijgen tot
Wellcome Trust (biomedisch onderzoek, budget
Dus het gaat met open access toch de goede
nisatoren. Wat ze doen, doen ze namelijk heel
wetenschappelijke literatuur.
700 miljoen euro per jaar), de Amerikaanse
kant op? “De geest is uit de fles”, zegt Jan
National Institutes of Health (NIH, medisch on-
Velterop. “Het is geen mode, de trend is
derzoek, 20 miljard euro), de 76 Max Planck-
onomkeerbaar.”
instituten in Duitsland (1,3 miljard euro) de
Maar het gaat niet erg snel, vindt Leo Waaijers.
European Research Council (900 miljoen euro)
Hij was directeur van de Delftse UB. Tegenwoor-
en de Europese Commissie (10 miljard euro in de
dig is hij consultant en betrokken bij allerlei open
komende 7 jaar) verbinden aan hun onderzoeks-
access-projecten. “Het schuift langzaam op”, zegt
subsidies de voorwaarde dat de resultaten voor
hij. “Op de universiteit van Lund in Zweden is een
iedereen toegankelijk moeten zijn. Als het niet
register met alle open access tijdschriften. Dat
meteen kan, dan in ieder geval binnen een half
register groeit met ongeveer twee à drie per dag.
jaar. Sommige uitgevers hanteren namelijk een
Zeg maar duizend per jaar. Maar als je bedenkt
vorm van delayed open access, na een half jaar
dat er 25.000 tijdschriften zijn, en dat er nu
die op hun eigen website zetten. Opname in een repository betekent dat er een universiteitsbibliotheek
of een jaar mag iedereen de publicatie lezen.
4.000 open access zijn, dan hebben we nog 21
achter staat. Wij kunnen duurzame toegankelijkheid garanderen, daartoe zijn wij op aarde.” Maar hoe nuttig
Springer is daarin nog verder gegaan. “We zagen
jaar voor de boeg.” Bij de belangrijke tijdschriften
de repositories ook zijn, ideaal zijn ze niet. Om te beginnen is het soort publicaties dat ze bevatten nogal
dat de wetenschappelijk wereld aan het verande-
is de neiging om naar het open model over te
divers: er zitten serieuze tijdschriftpublicaties in, maar ook grijze literatuur en databestanden. En het
ren was en we dachten: als onze klanten een an-
gaan niet groot, signaleert Waaijers. Zeker niet bij
belangrijkste: ze zijn niet compleet, want veel onderzoekers zien het belang van zo’n openbaar depot niet.
dere manier van toegang willen, dan moeten we
de belangrijkste wetenschappelijke uitgever,
>>
Openbare digitale toegang Om het ideaal van open access toch gestalte te geven, hebben de meeste universiteiten zogeheten repositories in het leven geroepen: openbaar digitale depots met publicaties van hun medewerkers. De universiteit van Utrecht is er het verst mee. “Het College van Bestuur heeft er net weer op aangedrongen dat de onderzoekers hun artikelen in onze repository stoppen”, zegt Saskia Franken, verantwoordelijk voor Igitur, zoals die afdeling van de bibliotheek heet. “Ik had nog liever gezien dat ze het verplicht hadden gesteld, maar dit is ook al heel wat. Ze hebben er bij gezegd, dat we alleen de artikelen mogen opnemen die zijn toegestaan. Als een uitgever het verbiedt, mag het niet.” In het Igitur-archief komt nu elk jaar zo’n 25 procent van de Utrechtse wetenschappelijke output, schat Franken. “Het is af en toe wel frustrerend. Wij moeten de auteurs voortdurend overtuigen, dat ze hun publicaties naar ons moeten sturen. Dat is veel beter dan wanneer ze
15
<< in de pers
Leo Waaijers heeft wel een idee waarom het zo
review bij open access teloor gaat – wat onzin is.
langzaam gaat. “De uitgevers hebben een heel
En ze praten over verlies van werkgelegenheid.
sterke internationale lobbyclub, de International
Ik zeg wel eens tegen de bibliotheken: weten
Association of Scientific, Technical and Medical
jullie wel dat je je eigen anti-lobby financiert?
Publishers, de STM. Elsevier is daar dominant.
Want die club wordt uiteindelijk toch uit de abon-
Ze komen in driedelig grijs op de ministeries, dat
nementsgelden betaald.” <<
is heel intimiderend. Ze zeggen dat de peer
NWO kiest voor vrij toegankelijke publicaties Door onze redactie wetenschap NRC Handelsblad - 27 oktober 2009
De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wil dat wetenschappelijke publicaties voor iedereen toegankelijk op internet worden gepubliceerd. De organisatie trekt vijf miljoen euro uit om de kosten van dergelijke publicaties te dragen. Dit is een belangrijke koerswijziging van de NWO. Bovendien doet NWO-voorzitter Jos Engelen een dringend beroep op vooraanstaande wetenschappers om met hun publicaties niet naar de gevestigde wetenschappelijke tijdschriften te gaan, maar te kiezen voor een internet-tijdschrift. Al in 2005 ondertekende NWO de zogeheten Berlin Declaration, een internationale verklaring waarin de vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties wordt bepleit. Dit streven naar open access is is een breuk met het traditionele model, waarin commerciële uitgevers de wetenschappelijke publicaties verzorgen. Tegen de steeds hogere abonnementsgelden die ze berekenen – tot wel 10.000 euro per jaar voor één tijdschrift – lopen steeds meer Universiteitsbibliotheken te hoop. Zij vinden dat onderzoek dat met publieke middelen 16
betaald is, ook publiek toegankelijk moet zijn en op internet moet staan. In verschillende landen hebben de belangrijke financiers van onderzoek inmiddels de eis gesteld dat de artikelen die het resultaat zijn van de onderzoekssubsidies, in het publieke domein moeten komen. Zeer onlangs nog stelde de Zweedse tegenhanger van NWO, de Vetenskapsradet, die eis. NWO heeft nu ook die route gekozen. Engelen: ,,Ik wil zo snel mogelijk naar dat Zweedse model. Ik denk dat die verplichting over een paar jaar ook in onze voorwaarden staat.” Dat grote uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften als Elsevier voorspellen dat de trend naar open access tot banenverlies bij de uitgevers gaat leiden maakt op Engelen weinig indruk. ,,Dat zal wel meevallen. Maar het zou gevolgen kunnen hebben voor hun beursnoteringen.
k dat onderzoe t a d t n u k. ndp or het sta dat publie o r v o t o a v a t n s ij ess et z Open acc nkelijk mo a g 9 e 0 o 0 t 2 ij r r d, v oktobe efinancier g is Cursor - 15 n le e eke midd met publi
vervolg pagina 33
Aandacht ije r v r o o v egang o t ek o z r onde
in de pers >>
17
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
citeer ik daarnaar. Die citaties zullen niet altijd in citatie-tellingen terecht komen, maar zolang die niet zo’n grote rol spelen in je carrière zijn wij daar misschien wat relaxter in dan andere disciplines.
Ik ga dan wel verder shoppen, bij een collega bijvoorbeeld. Ik vind het wel prettig als wetenschappers hun eigen personal pages up-to-date houden met zo veel mogelijk Open Access materiaal.
Wat voor rol speelt de institutional repository in dit soort processen? Ik heb op mijn personal web page ook dingen opgenomen die meen ik uit UvA DARE afkomstig zijn. Eerlijk gezegd weet ik niet meer hoe dat gegaan is. Ik denk dat anderen een kopie van mijn artikelen daar hadden geplaatst (of medeauteurs) en toen heb ik die makkelijk kunnen toevoegen. Geen probleem zolang ik zelf de controle over mijn homepage heb. Dat is wel belangrijk. Ik wil daar actief verantwoordelijk voor zijn. Ik hou ook mijn medewerkers voor dat zij dat moeten doen.
Interview met Deirdre Curtin Professor Europees Recht Universiteit van Amsterdam en winnaar Spinoza Prijs 2007
18
Op mijn eigen personal pages, bij de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Utrecht, zet ik meestal alles, ook artikelen die nog niet gepubliceerd zijn. Ook gepubliceerd materiaal zet ik daarop. Misschien niet altijd de uitgevers-pdf, maar in ieder geval mijn eigen pdf versie.
doorzoekbaar in omloop. Mijn managementassistent waarschuwt mij dan dat ik mijn echte publicatie er misschien niet op mag zetten vanwege copyright issues. Wel, dan doe ik de voorlaatste versie maar. Ik vind het belangrijk dat de resultaten van mijn onderzoek zo open mogelijk in omloop zijn.
Ik wil ook mijn artikelen op SSRN (Social Science Research Network) hebben. Dat brengt Open Access working papers goed
Spelen citaties een rol? Zelf citeer ik altijd naar de versies die ik voorhanden heb. Als dat een online versie is,
Ik heb net een nieuw instituut opgezet, het Amsterdam Centre of European Law and Governance met een nieuwe website. Daar komt al ons lopende werk op te staan. Vanzelfsprekend; daar kun je niet meer omheen. Dat zou misschien via zo’n repository kunnen. Hoe dat zit met copyright weet ik niet. Ik neem aan dat het in orde is zolang het gaat om versies die nog niet de allerlaatste versie zijn.
‘Open Access blijft nodig. Structureel. Ook voor hoogwaardig peer reviewed materiaal.’
Is Open Access voor de juristen nog wel nodig? Van mijn doelgroep zijn de meeste juristen aangesloten bij een universiteit. Die hebben wel toegang tot veel materiaal. Maar politici, journalisten, beleidsmakers kunnen er vaak niet bij. Ook studenten bij typische onderwijsinstellingen, die meestal die dure abonnementen niet hebben, kunnen dat niet. Open Access blijft nodig. Structureel. Ook voor hoogwaardig peer reviewed materiaal. We zijn nu te afhankelijk van ad hoc oplossingen en vindingrijkheid.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak.
Hoe komt u zelf aan uw informatie? Ik gebruik zowel Google als Google Scholar intensief. Ik ben bevoorrecht als wetenschapper. Ik ben bij twee universiteiten aangesloten en heb daardoor toegang tot bijna alles. Het zou een nachtmerrie zijn als ik dat niet zou hebben. Zodra je dat niet hebt, is dat erg irritant. Als ik bij sommige uitgevers moet betalen voor toegang dan doe ik dat niet. Het is dertig dollar voor een artikel! 19
facts & figures >>
<< facts & figures
Open Access in NEDERLAND
Top repositories
In 2009 heeft SURFshare een onderzoek laten
4 Nederlandse repositories in de top 50: op 3
uitvoeren naar de kosten en potentiële voordelen
staat Utrecht, op 11 Groningen, op 35 Twente
van alternatieve modellen van wetenschappelijk
en Leiden op 47.
publiceren in Nederland. Het resultaat is te lezen
In de Top 400 Institutional Repositories staan
in het rapport ‘Costs and Benefits of Research
Open Data
Communication: The Dutch Situation’.
Naast open toegang tot publicaties wordt ook
In de studie zijn drie publicatiemodellen vergele-
gestreefd naar zoveel mogelijk open toegang tot
Berlin Declaration
schriften openbaar toegankelijk. Bij vier universi-
ken. Het grootste voordeel biedt het Open
de onderliggende onderzoeksdata. In Nederland
Sinds 2005 hebben alle Nederlandse universitei-
teiten is het zelfs meer dan 97%. In totaal hebben
Access-model waarbij de onderzoeksfinancier
zorgen Data Archiving and Networked Services
ten, de HBO-raad, KNAW, KB en SURF de Berlin
de 14 universiteiten gemiddeld 84% van hun
of -instelling betaalt voor publicatie en het artikel
(DANS) en de 3TU voor de opslag en blijvende
Declaration ondertekend. De HBO-raad deed dat
proefschriften Open Access beschikbaar.
vervolgens vrij toegankelijk is.
toegankelijkheid van onderzoeksgegevens in de
zeer onlangs, op 26 november 2009, namens alle
Dat de proefschriften nu via het internet beschik-
Dit kan leiden tot een jaarlijks voordeel van 133
alfa- en gammawetenschappen resp. technische
HBO’s.
baar zijn, heeft het aantal keren dat een proef-
miljoen euro. Zelfs in het geval dat Nederland
wetenschappen.
schrift wordt geraadpleegd aanzienlijk vergroot.
als enige land kiest voor dit publicatiemodel
Het gaat jaarlijks om grofweg 3000 promoties.
en daarnaast de licenties voor tijdschriften
Grootste financier kiest voor Open Access
aanhoudt, wordt nog altijd een voordeel van
SURF coördineert Nederlandse Open Access activiteiten
37 miljoen behaald.
Met het SURFshare-programma werkt SURF aan
De Nederlandse organisatie voor Wetenschappe-
Kosten abonnementen
lijk Onderzoek (NWO), als grootste financier van
Een totaal van de kosten die universiteitsbiblio-
onderzoek in Nederland, geeft in oktober 2009
theken uitgeven aan wetenschappelijke tijdschrif-
OA journals
aan dat zij wil dat wetenschappelijke publicaties
ten is niet bekend. Maar de Utrechtse UB is jaar-
De Directory of Open Access Journals bevat
zoeksinformatie bevordert. Dit programma loopt
voor iedereen toegankelijk op internet worden
lijks 4,5 miljoen euro kwijt aan wetenschappelijke
alle OA journals wereldwijd. Eind 2009 zijn dat
van 2008 tot 2011 en heeft tot doel om samen
gepubliceerd. De organisatie trekt vijf miljoen
tijdschriften. Dit soort bedragen hebben de
er bijna 4500. Er zijn 35 Nederlandse tijdschriften
met alle Nederlandse universiteiten en hoge
euro uit om de kosten van dergelijke publicaties
bibliotheken / mediatheken van de hogescholen
geregistreerd in de DOAJ:
scholen, NWO en KNAW te werken aan het
te dragen.
niet beschikbaar voor vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften.
Rectoren willen ook Open Access
Repositories Alle Nederlandse universiteiten beschikken
een gemeenschappelijke infrastructuur die de toegankelijkheid èn de uitwisseling van onder-
optimaal delen van onderzoeksresultaten, gebruik makend van de nieuwste ICT mogelijkheden.
In 2009 hebben de rectoren van de Nederlandse
Open Access Fondsen
universiteiten veelvuldig overleg gehad over hoe
Er zijn twee universiteiten die een Open Access
Narcis, de ‘toegang tot de Nederlandse weten-
Nationale Open Access website
zij Open Access kunnen stimuleren in het Neder-
fonds hebben: TU Delft heeft een fonds van
schapsinformatie’ verzorgt de centrale toegang
In samenwerking met alle SURFpartners is ge-
landse hoger onderwijs. Eind 2009 wordt een
€150.000 beschikbaar om Open Access publica-
tot de inhoud van deze repositories.
werkt aan de website ‘Open Access to Scholarly
uitspraak verwacht.
ties te financieren. Wageningen heeft €80.000
Achttien hogescholen maken gebruik van een
Information: Greater Reach for Research’:
beschikbaar.
repository. Deze inhoud is centraal te benaderen
www.openaccess.nl. Deze website levert informa-
via de HBO Kennisbank.
tie over Open Access en de nieuwe mogelijkhe-
Wetenschappelijke publicaties
over een of meerdere institutionele repositories.
Volgens de cijfers van de VSNU was de productie
UKB-Springer Open Choice Deal
van wetenschappelijke publicaties in 2007 (2008
UKB, het Samenwerkingsverband van de
is nog niet beschikbaar) 60.862. Daarvan is 18%
Universiteitsbibliotheken en de Koninklijke
Nationale toegang tot Open Access materiaal
Open Access. Indien voor 2008 de wetenschap-
Bibliotheek, experimenteren om gezamenlijk het
NARCIS
De website is bedoeld om misverstanden weg
pelijke productie niet significant afwijkt van 2007,
publiceren via Open Access te onderzoeken.
NARCIS geeft toegang tot ca. 350.000
te nemen en hoger onderwijsinstellingen de weg
kan een stijging van het nationale OA percentage
Zij laten auteurs ervaring opdoen met het publi-
publicaties, waarvan bijna 200.000 open access
te wijzen naar meer kennisdeling en –hergebruik.
van 18% naar 23% worden voorzien.
ceren via Open Access zonder bestaande tijd-
publicaties, ruim 9.000 datasets en daarnaast
schriften de rug te hoeven keren. Per jaar staat
informatie over onderzoekers (expertise),
Springer een afgesproken hoeveelheid publica-
onderzoeksprojecten en onderzoeksinstellingen
Voor proefschriften is Open Access een feit.
ties toe in haar Open Choice model, zonder extra
in Nederland.
Negen van de 14 universiteiten hebben een instel-
kosten voor het publiceren. In 2009 is er 1170
lingsbeleid waarbij proefschriften verplicht wor-
keer gebruik gemaakt van de speciale Springer
HBO Kennisbank
den opgenomen en openbaar gemaakt worden in
regeling. Uit een vergelijking met Zweden en
De HBO Kennisbank geeft toegang tot bijna
de instellingsrepository. Hier kunnen soms em-
Denemarken (die geen vergelijkbare deal met
10.000 scripties, 3500 publicaties (van m.n.
bargo’s van zes maanden gelden. Bij deze negen
Springer hebben) blijkt een significant effect
lectoren) en 560 leermiddelen.
universiteiten is meer dan 75% van de proef-
(50 resp. 60 Springer artikelen).
Proefschriften verplicht
20
Economische studie naar publicatiemodellen
den die ICT voor onderzoekers biedt en bevat aanbevelingen van gerenommeerde onderzoekers en voorbeelden uit verschillende disciplines.
21
Hoe breken t we de mach van de uitgever?
gen aan happers gin UT-wetensc t. prominente lkaar in deba 009 - Acht Week met e 22 oktober 2 pen Access UT nieuws rnationale O d van de inte de vooravon
22
ederlands N t a d il w tie WO e organisa strekker N r d e v ft e ie e id h s r b o - Su arvo ber 2009 elijk is. Da m k e n v a o g n e o 5 t r en) baa Mare (Leid zoek open r e d n o jk li en. ppe uitgetrokk o r wetenscha u e n e vijf miljo nu jaarlijks
u n , s i n n e K ! s i t a r g k oo
in de pers >> << in de pers
23
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Interview met Lex Bouter rector magnificus Vrije Universiteit Amsterdam Is Open Access in de medische discipline bekend? In de health en life sciences heeft de afgelopen jaren een forse ontwikkeling plaatsgevonden. De BioMed Central tijdschriften en PloS Medicine hebben een goed werkend referentensysteem opgezet, met toegang tot eerdere versies van een artikel, een open referee procedure, geen ‘page limitation’ meer en er is ruimte voor databestanden. Het artikel wordt meteen na goedkeuring gepubliceerd. Maar de snelle stijging van de impactfactoren bij Open Access gaf de doorslag. Het medische veld is enthousiast over Open Access, maar veel mensen in de universitaire medische centra denken dat Open Access er al lang is. Ze kunnen overal bij en hebben niet door dat dat alleen zo is voor de happy few. Onderzoekers die niet bij een UMC zijn aangesloten kunnen alleen maar door het account van een collega te lenen bij de literatuur komen. De keerzijde zijn de kosten. Financiers van onderzoek zijn nog niet zover dat ze de kosten van het publiceren voor rekening van het project willen laten komen. Mijn bibliotheek wilde maar een beperkt aantal artikelen 24
sponsoren, omdat het budget van de bibliotheek grotendeels besteed wordt aan abonnementen. Dit maakt de overgang van oud naar nieuw lastig.
Open Access is dus wel bekend, maar wordt het ook gebruikt? Ik schat dat het om 20% à 25% van de publicaties gaat, maar men kiest primair voor de topbladen. British Medical Journal is Open Access, maar The Lancet of de New England Journal of Medicine niet. Als het daar niet lukt om te publiceren, probeert men een ander tijdschrift, waarbij een Open Access tijdschrift een optie is.
Hoe kunnen artikelen gemakkelijker geplaatst worden in de instellingsrepository? Wetenschappers hebben steeds vaker een persoonlijke website waarmee ze hun CV kunnen organiseren. Door alles wat een zoekmachine over een schrijver aantreft te uploaden in een aanklikbare lijst kan hij de selectie doen en deze gaat dan automatisch naar zijn website waarbij een programmaatje de h-index aangeeft. Daarna kun je de persoonlijke websites oogsten voor de repository. Dan krijg je kwaliteit in die repositories.
Als SURF dat met de bibliotheken voor elkaar krijgt, dan heb je het veld zo om! Er zijn veel tijdschriften die personal use toestaan.
maakt een eind aan de monopoliepositie van de uitgevers en zal publiceren goedkoper worden
Maar dat betreft alleen de auteursversie, de post print.
Wat kunnen patiëntenverenigingen doen?
Dat vind ik niks. In mijn subcultuur telt alleen het echte artikel en daar moeten alle citaties naar toe. Nadeel is dat het langer duurt voor het gepubliceerd is en nog wat langer voordat het in het open domein staat, maar zo vreselijk is dat niet. Een goede professional in de gezondheidszorg leest in feite nooit primaire publicaties. Die werkt op basis van richtlijnen, protocollen en systematische reviews.
Patiëntenverenigingen richten zich steeds meer op informatie op internet., maar de peer review daarvan is niet op orde. Open Access is voor hen belangrijk zodat ze bij de kwaliteitsartikelen kunnen, maar die artikelen zijn vaak onleesbaar voor de patiënten. Hiertoe biedt de Cochrane Collaboration uitkomst met ongeveer 4000 systematische reviews in portefeuille waaraan wereldwijd tienduizenden mensen meewerken. Het is niet duur: voor dokters $60 per jaar en in heel Afrika en sommige Oostbloklanden is het Open Access.
Hoe zou de ‘golden road’ verder gestimuleerd kunnen worden? Grote financiers moeten de stap zetten. Die kunnen publiceren in Open Access als subsidievoorwaarde verplicht stellen. Universiteiten kunnen dat niet in hun eentje. Harvard, Cambridge of Oxford kunnen dat wellicht, maar de anderen moeten het samen doen. Liefst als Europa, maar Nederland kan het wellicht ook wel. OCW kan bijvoorbeeld zeggen dat alles wat met publiek geld is gefinancierd in het open domein moet komen op de dag van publicatie of kort daarna.
‘De snelle stijging van de impactfactoren bij Open Access gaf de doorslag.’
Dat brengt ons op de rol van de uitgevers? Uitgevers kunnen ook in het nieuwe systeem de peer review organiseren. Ze moeten echter leren dat hun product geen geld meer waard is, maar dat ze betaald worden voor het proces. Ook topbladen moeten daarin mee, want wetenschappers willen daarin blijven publiceren. Ook The Lancet heeft de voorwaarden van het NIH en de Wellcome Trust aanvaard. Zo’n paradigmaverschuiving
Moet je Open Access ook tot onderzoeksdata uitstrekken? De databestanden waarop de tabellen uit een artikel zijn gebaseerd moeten open toegankelijk zijn. Dat is belangrijk voor de reproduceerbaarheid. Van de aparte data bestanden van grote surveys of cohortstudies moeten andere onderzoekers ook gebruik kunnen maken, maar daar moeten afspraken over worden gemaakt. De datagebruiker zou een van de mensen van de oorspronkelijke studie als co-auteur moeten betrekken bij het maken van zijn artikel. En als je vergelijkbare databestanden kunt combineren, kun je met veel meer precisie voorspellingen doen. Ook daar moet je goede afspraken over maken.
Is er in Nederland een gezaghebbende medische instantie die de stap richting Open Access zou kunnen zetten? ZonMW zou Open Access als subsidievoorwaarde kunnen opnemen. De steun van de NFU is daarbij belangrijk. De derde grote speler is Fonds PGO. Tenslotte is er de farmaceutische industrie, al moet je dan natuurlijk opletten dat ze niet gaan meebepalen wat er wel en niet gepubliceerd wordt.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak. 25
Over data >>
<< Over data
De lange weg naar ‘echte’ open access Open Data Speaker’s Corner dinsdag 20 oktober 2009 Onlangs probeerde ik data los te krijgen van een van de grote namen in mijn vak, economische geschiedenis. Ik zal geen namen noemen maar het is echt een kanjer, die veel vernieuwend, kwantitatief onderzoek heeft gedaan. Voor een vergelijking op wereldschaal kon ik zijn data heel goed gebruiken en het lukte me niet te reproduceren wat er door hem gedaan was. Het bleek dat de data er niet meer waren. Na acht jaar gooide hij alles weg; dat deed hij met zijn belastinggegevens ook zo. Zo is het lot van de onderzoeker die de wereld afstroopt op zoek naar data. Data om de geschiedenis van de ongelijkheid op wereldschaal te schrijven – om uit te zoeken waarom sommige landen arm zijn en andere rijk. Economischhistorici stellen in toenemende mate vragen op deze schaal en hebben grote moeite om de gegevens bij elkaar te krijgen waarmee ze gefundeerde antwoorden kunnen geven. Verhalen hierover zijn er voldoende in omloop, maar het is juist de vraag hoe we van deze verhalen komen naar de systematische toetsing van sociaalwetenschappelijke theorieën op dit terrein. Collectief, als groep, weten we heel veel over de wereldeconomie. Er zijn specialisten die alles weten over India in de negentiende eeuw, of China rond het jaar 1000, die soms zelfs bereid zijn om de best denkbare schattingen te maken van de belangrijkste sociaal-economische en demografische grootheden. Maar om inzicht te krijgen in wat er in de hele wereld gebeurde moet deze informatie op een of andere manier gepoold worden. Hoeveel lag bijvoorbeeld in de bloeiperiode van de Song zo’n duizend jaar geleden China voor op de rest van de wereld? Of was juist het Midden-Oosten, opgebloeid na de verovering door de Islam, het centrum van de toenmalige wereldeconomie?
Er is een middel ontwikkeld om dit poolen mogelijk te maken – de zogenaamde collaboratory. Een prachtig idee, maar het vraagt een hele investering in samenwerking om dit op gang te brengen. Het is een kwestie van lange adem en de kunst is om een project zo te construeren dat deelnemers al vanaf het begin resultaten kunnen boeken die er toe doen. Want je moet sleutelonderzoekers – zoals de genoemde ‘kanjer’ – met positieve prikkels overhalen om mee te werken; daar geloven economen nu eenmaal in. Open access is nog maar een eerste stap op weg naar echte samenwerking in onderzoek. De meeste collega’s zijn wel bereid om data te delen – maar ze moeten daar soms tijdig aan herinnerd worden. Wetenschappelijke tijdschriften zouden hier een rol in moeten spelen en een Data Availability Policy (DAP) moeten ontwikkelen: een artikel zou alleen gerefereed, of alleen gepubliceerd kunnen worden, als de data beschikbaar worden gemaakt voor herhaling van de experimenten waarover bericht wordt (meestal regressies van de betreffende databestanden). Eigenlijk zou dit een normale wetenschappelijke standaard moeten zijn, maar het kost toch veel moeite om dit idee ingevoerd te krijgen – ook omdat redacties niet altijd weten hoe ze het moeten organiseren. Een ander, even onmisbaar onderdeel van een echte open access strategie is het permanent en toegankelijk bewaren van de betreffende databestanden. DANS doet daar in Nederland veel aan – al kan het nog steeds beter – maar internationaal is dit veel minder goed georganiseerd. Als je dat allemaal goed voor elkaar hebt – de collabs, de DAP en de archivering – kunnen we echt van Open Access gaan spreken. En kunnen we, nog belangrijker, veel betere antwoorden gaan geven op heel oude en talrijke nieuwe vragen. Jan Luiten van Zanden Economisch historicus, ISSG
26
Wat we zelf doen, doen we beter? Open Data Speaker’s Corner donderdag 22 oktober 2009 Als wetenschapper interesseert mij eigenlijk maar één ding: een snelle verspreiding van hoogstaande wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Zowel van onderzoeksdata of ‘raw data’, als van de verwerkte, geïnterpreteerde versie of in de vorm van een publicatie; zowel van collega’s als van mezelf. Een zo kort mogelijke weg van kennisproducent naar kennisconsument. Snelheid van communicatie en topkwaliteit, daar wordt wetenschap beter van. Wetenschap bedrijf je niet voor het geld, zeker niet als je economisch historica bent. Wanneer commerciële bedrijven pleidooien gaan voeren voor Open Access, gaan bij mij dan ook meteen de voelsprieten rechtstaan. De laatste jaren zijn de door hen aangeboden abonnementen op wetenschappelijke tijdschriftenbundels zo goed als onbetaalbaar geworden voor universitaire bibliotheken. Dus, denkt men dan: laten we de financiële last dan maar elders leggen. Open Access wordt door velen verstaan als free access en wanneer het op wetenschap aankomt zou het dat ook moeten zijn. De meeste wetenschappelijke resultaten komen tot stand met overheidsgelden en de resultaten dienen ook ten goede te komen aan de maatschappij. Maar Open Access is binnen de uitgeverijwereld vaak ‘open-yes-but access’: gratis voor de consument van de kennis maar niet voor de producent. Page charges van €3000 per artikel en meer zijn normaal binnen de Open Access journals. Dit corrumpeert de publicatie van wetenschappelijke gegevens: geen geld, geen publicatie. En dat is geen goede zaak voor de wetenschap. Naast het feit dat we als belastingbetalers zelf recht zouden moeten hebben op gratis toegang tot wetenschappelijke resultaten, is er ook het simpele gegeven dat zowel snelheid als kwaliteit meer baat hebben bij een voor alle partijen zo goed als gratis model dan bij een
betalend model. Laat ons wel wezen: het zijn de wetenschappers zelf die ervoor zorgen dat wetenschappelijke journals naar een hoogstaand niveau getild worden, niet de uitgeverijen. In mijn vakgebied wordt je niet betaald voor peer reviews van artikelen en dat moeten we ook zo houden. Uitgeverijen dragen vooral bij tot betere looks van een tijdschrift, maar ook dat is tegenwoordig geen onoverkomelijk probleem meer, zoiets kan je makkelijk outsourcen. We kunnen ons de vraag stellen of intermediairen als commerciële uitgeverijen op het vlak van wetenschappelijke tijdschriften nog wel zo nodig zijn. De huidige fase is er een van transitie, die de wetenschap uiteindelijk ten goede kan komen. Uitgeverijen zijn een beetje de typisten van deze generatie: inmiddels zijn er al tal van gratis tools op de markt die wetenschapper in staat stellen om nagenoeg alles zelf te doen, voor veel minder geld. Een echt Open Access tijdschrift – waarbij noch de producent noch de consument betaalt – oprichten en ‘runnen’ kost in dit elektronisch tijdperk nog weinig geld. Met €10.000 per jaar kom je al een heel eind – meerdere issues per jaar - terwijl ik voor dat geld amper drie artikelen gepubliceerd krijg in een page chargejournal. Met een bescheiden bijdrage van elke auteur die enkel en alleen de werkelijke kosten dekt en dus vele malen kleiner is dan wat commerciële uitgeverijen vragen, kunnen kosten voor lay-out en promotie –voor zover echte kwaliteit zichzelf niet promoot – gedekt worden. De open source software voor journal management doet tegenwoordig niet onder qua gebruiksvriendelijkheid voor de meeste commerciële pakketten. Het is tijd voor een nieuwe wind in het wereldje van academisch publiceren. Een die waait in de richting van Total Open Access. Kortom: wat we zelf doen, doen we beter, sneller en vooral goedkoper. Tine de Moor Assistent Professor Universiteit Utrecht en co-founder Open Access e-journal
27
derzoeker
i Radboud un t l versiteit dee l intellectuee rijkdom
on jaren bij elke de komende - ‘Wij willen jk is.’ ember 2009 hen belangri gen) - 5 nov ss ook voor VOX (Nijme t open acce n krijgen da tussen de ore
28
akt KNAW ma e d n a v f graa Hij bbert Dijk nderzoek. o o R t t e n h e p id o s strie - Pre G. ische indu t april 2009 u 3 e 2 c van de RU a s ) m r n r e e fa d g r e u in d u n t o n s d va n be UK (Gr r de invloe rzoekers e e e v d o n o n , e n g e r t uden zich zo eek met st w e ig r o v sprak
t a a t l u s e r k El e j t moe eren c i l b pu
in de pers >> << in de pers
29
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Wat is de status van Open Access in het HBO?
Interview met Jan Steyaert Lector Sociale Studies, Fontys Hogeschool
30
Heeft het HBO eigenlijk een onderzoekstaak?
Hoe ziet de huidige publicatiepraktijk er uit?
Sinds tien jaar is onderzoek officieel een van de kerntaken van hogescholen, aanvullend aan de onderwijstaak. Voor onderzoek kwam nieuw geld beschikbaak, zowel eerste als tweede geldstroom. Met de instelling van de lectoraten in 2001 kreeg deze ontwikkeling zijn beslag aan de personele kant. Tot dan hadden wij altijd een geringe derde geldstroom vanuit bedrijven en lagere overheden gekend voor ad hoc onderzoekopdrachten.
De huidige publicatiepraktijk is zeer divers en loopt van bijdragen in een krant of aan een WIKI tot peer reviewed artikelen in internationale tijdschriften. In het algemeen gaat het echter om Nederlandstalige publicaties in tijdschriften van beroepsverenigingen of vaktijdschriften van een commerciële uitgever. Bij bepaalde disciplines, zoals de sociale wetenschappen, speelt ook het boek als medium voor kennisoverdracht een belangrijke rol.
Drempelvrije toegang tot kennis is natuurlijk in een kenniseconomie van levensbelang. Dat geldt zeker ook voor ‘HBO-kennis’ met zijn duidelijke toepassingsgerichtheid. De ontwikkelingen richting Open Access die je thans in het WO ziet spelen zich ook af in the HBO. Er komen Open Access tijdschriften. Een aardig voorbeeld is het klassieke tijdschrift ‘Sociale Interventie’ van uitgeverij Lemma dat begin dit jaar is overgegaan naar Igitur, de open access uitgeverij van de Universiteit Utrecht. Onder de naam ‘Journal of Social Intervention’ wordt het nu voortgezet als Engelstalig tijdschrift dat ook een Journal Impact Factor wil verwerven. Dan zijn er de tijdschriften die lopen via het lidmaatschap van een vereniging of via abonnementen. Onder druk van de open access discussie staan steeds meer van deze tijdschriften toe dat hun artikelen, meestal in een auteursversie en na een embargoperiode, in omloop worden gebracht via een repository. Tenslotte zijn er auteurs die hun publicaties gewoon zelf in omloop brengen, zonder zich daarbij veel vragen te stellen. Ik doe dat zelf ook. Als ik één van de (co-) auteurs van een artikel ben, doe ik het onmiddellijk. Bij een uitgever waarmee ik regelmatig werk, wacht ik er een half jaar of zo mee. Of totdat hij aangeeft dat de publicatie uitverkocht is. Ik ben er nog nooit op teruggefloten.
of voor negatieve effecten op het CV. Daar is geen grond voor, maar onbestemde angsten zijn moeilijk te bestrijden. Andere obstakels die je in het WO wel tegenkomt spelen hier veel minder of niet. Die hele cultuur van overdracht van auteursrechten in ruil voor publicatie is nauwelijks aanwezig. En als ik al eens zo’n overdrachtsformuliertje krijg voorgelegd pas ik het aan. Dat wordt altijd geaccepteerd.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak.
‘Met de open toegang zal ook het aantal citaties zal toenemen.’ Zijn er obstakels? Er is onder auteurs nog wel angst om vrijer met hun eigen werk om te gaan. De mythe “Het mag niet dus doen we het niet” speelt nog altijd een grote rol, zonder dat duidelijk is wat ‘het’ is. De gedachte is, doe niets dan doe je ook niets fout. Men is bevreesd om de eigen publicatiekansen in gevaar te brengen 31
persberichten >>
<< persberichten
Nederland doet mee aan Open Access Week 2009 Lokale activiteiten sluiten aan bij internationale Open Access Week Utrecht - 09 oktober 2009 Van 19 tot 23 oktober wordt wereldwijd extra aandacht besteed aan open toegang tot onderzoeksresultaten. Nederland doet actief mee aan deze Open Access week 2009. Zo organiseren veel universiteiten lezingen, spreekuren of een symposium waar onderzoekers, docenten en studenten worden geïnformeerd over de voordelen van Open Access en hoe ze hier gebruik van kunnen maken en kunnen bijdragen. Met voorbeelden en praktische hulp wil het hoger onderwijs de (toekomstige) onderzoekers inspireren. SURF coördineert dit landelijke programma. Activiteiten Aan de Vrije Universiteit Amsterdam wordt op 20 oktober een eredoctoraat uitgereikt aan Tim Berners Lee, de uitvinder van het world wide web. In Utrecht wordt op 23 oktober het symposium ‘Read me, Cite me, Count me’, georganiseerd waarin aandacht wordt besteed aan de voordelen van zichtbaar onderzoek. Data Archiving and Networked Services (DANS) van de KNAW organiseert de hele week een virtuele Open Data Speakers Corner. Op dit online forum geven beslissers en opinieleiders uit onder meer politiek, wetenschap en de uitgeverijwereld de aanzet voor een brede discussie over open data. SURF lanceert maandag 19 oktober de nationale website over Open Access die informatie verschaft over dit onderwerp. Prof. Lex Bouter, rector magni ficus van de Vrije Universiteit
32
Amsterdam, vindt het belangrijk dat onderzoek dat met publiek geld is gefinancierd, ook voor het publiek toegankelijk is: “Het is de taak van universiteiten om aan de maatschappij transparant te maken wat het nut is van hetgeen met belastinggeld is onderzocht. En dat doe je niet door het in niet voor iedereen toegankelijke tijdschriften te publiceren.” Het idee is simpel: onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd, moet open toegankelijk zijn voor dat publiek en niet slechts voor die groepen die de steeds duurder wordende abonnementen kunnen betalen. Een economisch onderzoek heeft onlangs aangetoond dat het Open Access publiceren de Nederlandse samenleving tot 133 miljoen euro besparing oplevert. Dit hoeft niet ten koste te gaan van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn vele wegen die naar open toegang kunnen leiden. En juist al die mogelijkheden, variaties en voordelen worden lokaal toegelicht, gedemonstreerd en aangereikt tijdens de Open Access week 2009. De afgelopen jaren hebben de universiteiten en hogescholen hard gewerkt aan een kennis infrastructuur om Open Access mogelijk te maken. Er is een netwerk van repositories opgezet dat eenvoudig te raadplegen is via NARCIS en de HBO Kennisbank.
Nieuwe website Open Access stimuleert uitwisseling onderzoeksgegevens Utrecht - 20 oktober 2009 SURF , de ICT-samenwerkings organisatie voor hoger onderwijs en onderzoek, lanceert de website www.openaccess.nl. De website is namens het hele hoger onderwijs ontwikkeld en sluit aan bij de internationale Open Access week (19 tot 23 oktober ). De Open Access website biedt gestructureerde informatie over open toegang tot onderzoeks resultaten en de voordelen die dat biedt. Praktijkvoorbeelden illustreren de mogelijkheden die internet biedt voor vernieuwing van het wetenschappelijk publiceren. De website biedt informatie aan onderzoekers over hoe open toegang kan leiden tot grotere zichtbaarheid van hun werk. Openaccess.nl toont per vakgebied de mogelijkheden van het openbaar toegankelijk maken van onderzoeksresultaten. Gezaghebbende onderzoekers Robbert Dijkgraaf (president Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen) betoogt op de website waarom Open Access publiceren wenselijk is: “Het uitgangspunt moet zijn dat zoveel mogelijk mensen kennis kunnen nemen van de resultaten van de wetenschap. Daar is de wetenschap uiteindelijk het meest mee gebaat.” Andere gezaghebbende onderzoekers, waaronder een Nobelprijswinnaar, bieden inspiratie, ook aan bestuurders en docenten. Deze Engelstalige website richt zich met name op bezoekers uit het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek.
Open Access week De website gaat online tijdens de internationale Open Access week: wereldwijd besteden universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten extra aandacht aan het belang van openbare toegang tot onderzoeksresultaten die met publiek geld zijn gefinancierd. In Nederland organiseren veel universiteiten informatiebijeenkomsten over de voordelen van Open Access publiceren. Met voorbeelden en praktische hulp wil het hoger onderwijs de (toekomstige) onderzoekers inspireren. SURF coördineert dit landelijke programma.
duurder wordende abonnementen nog kunnen betalen. Recent economisch onderzoek heeft aangetoond dat Open Accesspubliceren de Nederlandse samenleving tot 133 miljoen euro besparing oplevert. Dit hoeft niet ten koste te gaan van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn vele wegen die naar de open toegang kunnen leiden.
Het idee achter Open Access is simpel: onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd, moet open toegankelijk zijn voor iedereen en niet alleen voor instellingen die de steeds
33
OPEN ACces week >>
<< OPEN ACces week
Open Access domineert ook de 4 Mijl van Groningen De Rijksuniversiteit Groningen deed met zestien bedrijfsteams mee aan de 4 Mijl van Groningen, en van die zestien teams sprongen de Open Access Runners natuurlijk het meest in het oog. Gestoken in knaloranje shirts met het Open Accesslogo belichaamden de zeven atleten enthousiast de gedachte dat met publiek geld gefinancierd wetenschappelijk onderzoek ook open en vrij toegankelijk zou moeten zijn. “Al vóór de start moesten we veel vragen beantwoorden van medelopers”, lacht Wim Braakman van de afdeling Digitale Bibliotheekvoorzieningen van de Universiteitsbibliotheek. “Je kon alleen op vertoon van je startnummer je eigen startvak in”, valt UB-voorlichter Frank den Hollander hem bij; “dat konden we mooi gebruiken als metafoor voor het password waarachter veel wetenschappelijke literatuur helaas nog steeds verborgen zit!” “De omslag naar Open Access binnen de wetenschappelijke communicatie heeft nu ook letterlijk momentum gekregen”, grapt Joost Driesens, medewerker van de Bibliotheek Sociale Wetenschappen, “Om het proces in Nederland vitaal te houden zijn dit soort nieuwe impulsen hard nodig: snelheid, soepelheid en vooral doorzettingsvermogen!” Wieger de Jong heeft de RUG kort geleden verruild voor het Martini Ziekenhuis, waar hij nu de bibliotheeken documentatiewerkzaamheden verzorgt. “Dan merk je pas hoe verwend je op de universiteit bent”, hijgt de geroutineerde langeafstandsloper na de finish, “nu blijkt veel informatie voor mij moeilijker toegankelijk te zijn, of verstopt achter een peperdure licentie!” “Wij merken het ook bij het Universiteits museum”, beaamt Gertie Kraijenbrink: “alleen al de galerij met hoogleraarsportretten op onze website is erg gebaat bij openbare toegankelijkheid!” Als iemand in zijn werk vaak te maken heeft met kwesties rond auteursrechten, is het wel 34
Maarten Goldberg, medewerker van de Bibliotheek Rechten. “Onderweg waren er veel mensen in het publiek die daar wel iets meer over wilden weten”, zegt Maarten, die alleen ‘onderaan’ de Herestraat het rennen even onderbrak om hier en daar wat uitleg te geven. “Maar gelukkig stond auteursrechtenspecialist Esther Hoorn bij het waterpunt halverwege, om ook lopers die er naar vroegen onder het genot van een bekertje water alles rustig uit de doeken te kunnen doen.” Snelste van de Open Access Runners was Willy Palmen, financiële man van de Universiteitsbibliotheek. “Ondanks mijn toptijd
300 Leidse publicaties online zichtbaar gemaakt tijdens Open Access Week Dankzij Open Access Week Leiden hebben Leidse wetenschappers in een paar dagen tijd ruim 300 wetenschappelijke publicaties toegevoegd aan het Leids Repositorium. De publicaties zijn hierdoor gearchiveerd, in veel gevallen vrij toegankelijk voor een wereldwijd publiek en makkelijk terug te vinden met een zoekactie op internet in bijvoorbeeld Google. Dat betekent meer zichtbaarheid voor de auteurs zelf en voor de Universiteit Leiden; maar ook een stimulans voor toekomstig onderzoek omdat meer gegevens en onderzoeksresultaten veel toegankelijker zijn. Open Access Week Open Access Week is een internationaal initiatief: jaarlijks laten instellingen wereldwijd zien hoe publicaties online zichtbaar gemaakt kunnen worden en wat de voordelen zijn. Er wordt in verschillende landen van alles georganiseerd, van lezingen tot deelname aan hardloopwedstrijden om het onderwerp Open Access zelf zichtbaar te maken. Dit jaar liep het Open Access Team Leiden met medewerkers uit de Universitaire Bibliotheken Leiden bij Leidse wetenschappers binnen om persoonlijk te helpen publicaties toe te voegen aan het Leids Repositorium: Eerste Hulp bij Open Access. Elke dag werd een informatiestand in een ander facultair gebouw geplaatst waar iedereen terecht kon met vragen of voor informatie over Open Acces en auteursrecht.
vond ik toch belangrijk om tijdens de 4 Mijl eens stil te staan bij met name de financiële aspecten van Open Access. Non-proprietory peer review, author fees, noem maar op: het zijn toch van die dingen die op dat parcours door je hoofd spoken.” Website RUG - 16 oktober 2009
gebracht waarvoor een oplossing gezocht zal worden. Onder de onderzoekers die hun publicaties aan het Leids Repositorium toevoegden tijdens de Open Access Week wordt een Flip (mini HD camera) verloot. We hopen in de loop van volgende week op bezoek te kunnen gaan bij de gelukkige winnaar om de Flip te overhandigen en brengen daarna verslag uit via onze website. Mocht u de activiteiten van Open Access Week Leiden misgelopen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met het Open Access Team voor meer informatie over Open Access en auteursrecht, antwoorden op uw vragen of begeleiding bij het uploaden van uw publicaties naar het Leids Repositorium. Website Universiteit Leiden - 29 oktober 2009
Groot succes Behalve het grote aantal nieuwe uploads in het Leids Repositorium, is de Open Access Week ook in andere opzichten een succes gebleken. Zo is het onderwerp een stuk bekender geworden in Leiden, zijn onnodige twijfels over online publiceren weggenomen, en zijn nog enkele belemmeringen in kaart 35
OPEN ACces week >>
Open Access Week: Publiceer je scriptie! Halverwege de Open Access Week 2009 is het goed nog eens te wijzen op hét open access instrument van de hogescholen in Nederland: de HBO Kennisbank. Ook Hogeschool Zuyd participeert in deze open access repository. Deel je kennis met de hele wereld en publiceer je eindwerkstuk of scriptie in de HBO Kennisbank. Vraag maar eens aan de balie van je bibliotheek wat de mogelijkheden zijn of bekijk het volgende filmpje.Docenten en lectoren kunnen hun kennis producten eveneens publiceren in de HBO Kennisbank. Neem contact op met de Zuydbibliotheek of mail naar
[email protected]
<< quotes
“Ik zie de voordelen van Open Access vooral in de beschikbaarheid van je publicaties voor colle ga’s en voor studenten. Maar zeker zo belangrijk is de grotere zichtbaarheid van de universiteit. Dit is tenslotte het winkeltje waar je voor werkt!” Prof. dr. Karel Oei Hoogleraar forensische psychiatrie, Universiteit van Tilburg
Prof. dr. ir. Jan van Ours Hoogleraar arbeidseconomie, Universiteit van Tilburg
“Het vergroten van de zichtbaarheid van mijn werk is een groot voordeel van publiceren via de Repository. Deze openheid bevordert de voortgang”.
Website Hogeschool Zuyd
Win een OA-donatie voor u en uw onderzoeksgroep! Als u tussen 1 november en 31 december een Open Access-artikel in de TU Delft Repository uploadt, maakt u kans op de prijs. De verloting vindt plaats in januari. De donatie kan gebruikt worden door de onderzoeksgroep voor het Open Acces publiceren van nóg 10 publicaties. Voor meer informatie, neem contact op met
[email protected]. Website TU Delft
36
“De repository maakt mijn publicaties voor iedereen toegankelijk, nationaal en interna tionaal. Je moet onderzoekers zo min moge lijk stappen laten zetten om je credentials te kunnen bekijken. Als het te lang duurt om een publicatie te achterhalen, loop je het risico dat een onderzoeker zegt “laat maar zitten”.
Prof. dr. Jan Renkema Hoogleraar tekstkwaliteit, Universiteit van Tilburg.
Prof. dr. Susanne Pedersen Hoogleraar ‘cardiac psychology’, Universiteit van Tilburg
“De bibliotheek moet nog meer het belang leg gen op het feit dat je als onderzoeker meer ge lezen wordt door in Open Access te publiceren, disseminatie van kennis vind ik erg belangrijk.”
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Dus er is nog de nodige scepsis? Blijkbaar ja. Of ik ben naïef. Ik ben daar nieuw. Maar ik wil niet eindeloos wachten. Ik kreeg trouwens wel enkele collega’s mee. Het probleem is niet het achterliggende idee. Ook niet de technologie. Dat is allebei wel in orde. Het gaat om gedragsverandering bij wetenschappers. Het is onvoldoende om ze te zeggen, deze mogelijkheden zijn er en je moet het eigenlijk doen. Ik ben dus ook al aan het nadenken over een campagne om onze verantwoordelijkheden zichtbaar te maken en om ook ‘champions’ in dat opzicht te creëren. Na zo’n bewustwordingscampagne moet je zorgen dat het een gewoonte wordt om je publicaties beschikbaar te stellen. Als je daar niet aan werkt raken alle goede bedoelingen snel weer in de vergetelheid. Wetenschappers zijn niet gewend om zich af te vragen wat er met hun artikel gebeurt nadat het in een tijdschrift heeft gestaan.
Interview met Henk Schmidt rector magnificus Erasmus Universiteit Rotterdam Wat is uw standpunt als rector? Ik ben nu zo gegrepen door het idee van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid dat ik als rector plannen heb om onze wetenschappers te verplichten hun artikelen open in omloop te brengen, bijvoorbeeld maximaal zes maanden na publicatie. Ik mik op 2011, zo mogelijk samen met uitgevers via de ‘Gouden route’, anders om ze heen via de ‘Groene route’. Het is ook in het belang van de wetenschappers zelf; met de open toegang zal ook het aantal citaties zal toenemen. Zelf zoek en vind ik als wetenschapper veel op internet, met name in Google Scholar. 38
Deze kwestie is ook in het Rectorencollege aan de orde geweest? Ja. Ik heb met de vuist op tafel geslagen en, voor de vijfde keer of zo, naar voren gebracht dat we eens een keer iets moeten doen. Ik heb aangekondigd dat ik open toegang tot publicaties voor mijn universiteit als verplichting wil gaan invoeren, samen met de jaarlijkse opgave van de publicaties. Dat leidde tot de nodige meewarigheid bij mijn collega’s. “Benieuwd of je dat gaat lukken”, was een van de reacties.
weg twee versies van het artikel in omloop komen.
Maar publiceren in Open Acces tijdschriften zou de voorkeur verdienen? Ja, zeker nu ik begrijp dat er ook OA tijdschriften zijn met zulke goede impactfactoren. Dat hoor ik voor het eerst. Zo weinig weet ik er nog van. Wel heb ik de ervaring dat het voor een jong tijdschrift heel belangrijk is als een paar goede schrijvers er in het begin in publiceren. Dan kan het snel gaan. Voor Open Access tijdschriften moeten we misschien zulke ‘champions’ aantrekken. Ook is het goed om meer bekendheid te geven aan het feit dat steeds meer Open Access tijdschriften gewoon meedraaien in Web of Science of Scopus. Wij zijn ons er nauwelijks van bewust dat Open Access in sommige andere gebieden al zover is voortgeschreden.
Is dat niet opmerkelijk? Zo’n publicatie is toch de uitkomst van een kostbaar onderzoek, maar wetenschappers nemen er o zo snel afscheid van en gaan over tot verder onderzoek. Ja en nee. Kijk, het registreren van de metadata in Metis is wel ingeburgerd. Maar het zou schelen als het vervolgens makkelijk gemaakt zou worden om je pdf te deponeren.
‘Met de open toegang zal ook het aantal citaties zal toenemen.’ Zouden financiers als NWO wat moeten doen? Dat zou goed zijn, al kunnen ze wetenschappers niet zonder meer verplichten om in een Open Access tijdschrift te publiceren. Het staat niet vast dat er al voldoende prestigieuze OA tijdschriften zijn. Maar om bij gebrek daaraan de Groene route voor te schrijven lijkt me prima. Die eis moet NWO gewoon stellen. Ook al is het wel lastig dat langs die
Het gaat langzaam. Ja, gedragsverandering kost tijd. Maar ik twijfel er niet aan dat het gaat lukken. We zijn al sterk veranderd in de psychologie. Nog tot in de jaren tachtig was het mooiste dat je kon bereiken een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, in het Nederlands uiteraard. Tien jaar later hadden de internationale tijdschriften hun intrede gedaan. In die zin ben ik ook optimistisch over de overgang naar Open Access.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak.
39
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
Scholarly skywriting Vóór de tijd van het world wide web waren er wel vage plannen, maar je wist niet precies hoe je het moest aanpakken. Harnad 1 noemde dat ‘scholarly skywriting’, je schreef als geleerde je vondsten in de lucht zodat iedereen het kon zien. Maar hoe we dat handen en voeten moesten geven wist niemand. Dat werd pas mogelijk met de komst van het world wide web.
Waarom Open Access? Mijn benadering is: iedereen die wetenschappelijk onderzoek financiert, kan daar voorwaarden aan stellen – sterker nog: stelt daar
al voorwaarden aan. Onderwerp, omvang, duur en andere zaken worden bepaald; maar als je het dan serieus meent bepaal je natuurlijk ook dat de resultaten open toegankelijk moeten zijn. Als je er over nadenkt, is het vreemd: er worden vermogens in het onderzoek gestoken, en komen daar dan publicaties uit, dan kijkt niemand daar naar om. Het vervelende is, dat de negatieve beeld vorming rondom Open Access in de begin periode bewust in de hand is gewerkt door de uitgevers. Het zou om inferieure publicaties gaan, niet peer-reviewed. Ik heb dat zelf meegemaakt. Nu gebeurt dat niet meer omdat het volstrekt achterhaald is. Zelfs uitgevers die sterk tegen Open Access zijn komen met dat verhaal niet meer weg 2. Moet je eens kijken naar die PLoStijdschriften (Public Library of Science, red.), die scoren voortreffelijk, ook in de klassieke citatieindexen. De meeste wetenschappers mochten willen dat ze daarin mochten publiceren. Soms doet een onderzoeker nog wel eens stoer: ‘Wat denk je wel, als ik in Nature kan publiceren, doe ik dat niet in een Open Accesstijdschrift.’ Ik vraag dan maar: ‘Oh, heeft u al eens in Nature gepubliceerd?’ Er is maar een paar procent die daar wel eens in publiceert.
Leo Waaijers over Open Access
Mijn start in 1988 als bibliothecaris van Delft is eigenlijk ook de start geweest van mijn denken over Open Access. Het is begonnen als verzet tegen de prijsstijgingen die de uitgevers konden doorvoeren vanwege het monopolie op de copyrights. Het was echt 11% per jaar; dat stak. Onze eerste intentie was: harder onderhandelen, en als we onze zin niet krijgen, zeggen we de tijdschriften op. Dat opzeggen was natuurlijk een illusie. Je moet dat als collectief van bibliothecarissen doen en die krijg je nooit allemaal op één rij. De mogelijkheid om zelf iets te gaan doen, het Open Access alternatief, kwam toen geleidelijk op.
We scientists are idiots Edwin van Dam over Open Access
De anarchisten en het dure hotel
Scientists are hiding most of their pu blications from society, and allow com mercial publishers to gain from public paid research. Professor Edwin van Dam disapproves. Are we (scientists) all idiots, as my former supervisor Andries Brouwer (TU/e) claims on his website ? Yes, we are. We bring our work to commercial publishers, give them the copyrights, help them to increase the standards of their journals by freely refereeing the papers of other idiots, then pay lots of money to get access to the work of yet other idiots, and finally tell them to keep the money.... A few weeks ago it was ‘open access week’. Did you hear about it? Probably not. The university website did not make any announcement about it, because this is not something we want to communicate to Dutch society (so I was told). Sure, we don’t want to communicate that we are idiots. Nor that we are hiding most of our publications from society. But perhaps we could have communi cated that we have a database where some of us post our work, and that we promise to improve things.
Lees meer in Pictogram RUG - oktober 2009
De parabel van de jaarlijkse anarchistenbijeenkomst
ten gaan kijken bij de andere hotels, maar daar zijn de
De econoom Bergstrom uit Berkeley vertelde dit verhaal:
hotel gaan? Maar: dan moeten ze wel een gezamenlijke
Ieder jaar komen anarchisten bij elkaar in een hotel, om
beslissing nemen – en het zijn anarchisten, dus dat kun-
ervaringen uit te wisselen etc. Op een gegeven moment
nen ze niet. Zo is het ook bij academici, zegt Bergstrom:
verhoogt de hoteleigenaar de prijs. De anarchisten mop-
als ze met zijn allen overstappen naar een ander publica-
peren wat, maar ze willen toch blijven vergaderen, dus
tiemodel is het klaar. Maar omdat ze niet kunnen coördi-
ze blijven in dat hotel. De eigenaar denkt: daar kom ik
neren, omdat het allemaal anarchisten zijn met elk hun
mooi mee weg, dus hij gaat gewoon door met de prijs
eigen eilandje, blijven ze gevangen in dat dure systeem.
zaaltjes hetzelfde, en de kamers, en het eten... Wat ligt er meer voor de hand dan dat ze naar een ander
So far improvements are made by just a few of us and by a group of our own librarians who realize that digital libraries nowadays are less accessible than the old-fashioned public libraries. The brave are to be praised, but I have little hope that their initiatives will be followed. Why? They (illegally) put final versions of their work in the university database, and once too many start doing this, the publishers will find us. Or they keep the copyrights after long negotiations with the publishers, and most of us simply don’t even
want to start such negotiations (copyrights are now transferable in just a few mouse clicks). Some of us idiots say we are stuck with the system, because publishing in top journals is important for our reputation. Yes, this is important. No, we are not stuck. Many top journals are governed by academic organizations, and it should not be hard to convince them of the open access ideas. We should urge them to change their copyright policy,
‘It should be forbidden to publish books with commercial publishers that charge ridiculous sales prices. or to open their journals to the public. And perhaps the Executive Board can claim the copyrights of all our work (surely this is not realistic, but it is the idea that counts), and negotiate for us with commercial publishers? How about books? It should be forbidden to publish books with commercial publishers that charge ridiculous sales prices. Why don’t we organize our own publishing e-house, install an editorial board (quality is important), and ‘publish’ our books there, freely available to everyone? O Lord and King (and students), make me aware of my own faults and not to judge my brother: I promise to talk to my coauthors and publisher, and make sure that the next edition of our book will be published with ‘Tilburg University Open E-Press’. Univers (Tilburg) - 5 november 2009
verhogingen. Na jaren is er een fors prijsverschil ontstaan
40
met andere hotels. Als ze protesteren bij de eigenaar, zegt
Ted Bergstrom, The parable of the
hij: ja maar mijn dienstverlening is veel beter. De anarchis-
Anarchists Annual Meeting
41
foto’s >>
42
<< foto’s
43
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
ontwikkeld en toegepast in de derde wereld. Het Open Access model sluit daar veel beter bij aan dan een model waarbij je eerst je artikel naar een westers bedrijf stuurt dat de kwaliteit er van laat beoordelen en dan in ruil daarvoor de toegang er toe blokkeert.
International Association of the Study of the Commons (IASC) van twee maal $6000. Op welke manier je de kosten per artikel in het oude systeem ook berekent, wij zijn vele malen goedkoper.
Dat was de prijs. Nu de kwaliteit. Maar ook publiceren in Open Access kost geld.
Interview met Frank van Laerhoven Hoofdredacteur OA tijdschrift en assistent professor milieuwetenschappen Universiteit Utrecht Wat was de reden om van the International Journal of the Commons een Open Access tijdschrift te maken? Allereerst wilden we een hoogwaardig tijdschrift voor een lage prijs. Tijdschriften van klassieke uitgevers zijn vrijwel onbetaalbaar geworden en voor nieuwe tijdschriften hebben bibliotheken al helemaal geen geld meer. Hun budgetten zitten vast in meerjarige licenties met de grote uitgevers. Daarom besloten we het ‘author pays’ model toe te passen.
‘Author pays’? Nou ja, die naam gaven de grote uitgevers er aan. Natuurlijk betaalt de auteur niet zelf. Dat doet zijn project of instituut. Maar de auteur wordt wel met de kosten geconfronteerd, terwijl publicatie in een klassiek tijdschrift als gratis wordt beleefd. Ik vind die kosten44
confrontatie overigens helemaal niet erg. Onderzoek kost nu eenmaal geld en het publiceren van de resultaten maakt daar deel van uit. Daar moeten we niet geheimzinnig over doen.
Het moest hoogwaardig en goedkoop worden. Hoe ging dat? De kwaliteit van de beoordeling moet gedragen worden door het niveau van de Editorial Board. Dat moesten dus topmensen worden. En dat blijkt gelukt. Een van onze editors, Elinor Ostrom, heeft in 2009 de Nobelprijs voor Economie gewonnen. Het vakgebied betreft het delen van zaken, dus is het mooi als dat kan worden toegepast op het delen van onderzoeksresultaten. Daar komt bij dat veel kennis op dit gebied wordt
Een tweede eis was dat het tijdschrift zelf bekostigend moest zijn, dus niet afhankelijk van subsidie. Igitur, de wetenschappelijke uitgeverij van de Universiteit Utrecht runt het hele uitgeefproces met behulp van het Open Journal System, open source software. Over het geheel genomen loopt dat prima, al zijn er hier en daar nog wel wensen op het punt van de gebruiksvriendelijkheid voor de editors. Maar onze totale exploitatiekosten bedragen nog geen € 6000 per jaar. Verder doen de beide editors in chief, ikzelf en een collega in Noorwegen, en ook alle reviewers hun werk gratis. Maar dat is bij klassieke tijdschriften vaak ook zo. Ik zie het als een deel van mijn wetenschappelijke taak. Het gaat gemiddeld om een tiende fte; vaak besteed in de avonduren of weekenden. Ik heb er ook enig eigenbelang bij. Ik geef om het onderwerp en het is goed als ik dit werk op mijn CV kan bijschrijven. Het is niet de bedoeling dat dit op deze basis blijft gebeuren. Maar ook als er een vergoeding tegenover komt te staan zal dat niet in de papieren lopen. En de reviewers hebben korte piek belasingen rond het beoordelen van een artikel, verder niets.
‘Tijdschriften van klassieke uitgevers zijn vrijwel onbetaalbaar geworden’ Wij rekenen $200 tot $300 per artikel. Mocht dat problematisch zijn, voor mensen uit de derde wereld bijvoorbeeld, dan wordt er geen fee berekend. Hiermee draaien we operationeel volledig kostendekkend. Wel hebben we een aanloopbijdrage gekregen van de
We wilden vanaf de start een zeer hoog kwaliteitsniveau handhaven. We hebben nog geen officiële impactfactor; de aanvraag daarvoor bij Scopus loopt. Daarna zullen we ons ook bij ISI aanmelden. Inmiddels zitten we volgens onze eigen berekening op een impactfactor van 0,73 gebaseerd op metingen bij Google Scholar. Dat is nog niet hoog, maar ook niet niks. Het duurt normaal een paar jaar voordat je een gevestigde positie hebt in deze wereld. Dat is bij klassieke tijdschriften niet anders. Meestal gaat het bij Open Access tijdschriften sneller, omdat het aantal citaties daar nu eenmaal hoger ligt.
Daarnaast meten we het gebruik in de vorm van het aantal full text downloads. Dat is hoog; vanaf de start zo’n twintigduizend keer. Je meet dan verschillende zaken. Citaties zegt iets over het wetenschappelijk gebruik. Bij downloads zit ook het maatschappelijk gebruik inbegrepen. Bijvoorbeeld van practitioners die je kennis wel toepassen maar die zelf niet publiceren.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak.
45
Quotes >>
<< persberichten
“We moeten met de uitgevers een nieuw type afspraken maken over de relatie tussen de publiceer der, de auteur, de bibliotheek en de uitgever. Maar dat kan. Contracten kun je op een andere manier vormgeven en dat kan dus het probleem niet zijn.“ Sijbolt Noorda Voorzitter VSNU
Prof. dr. Bouke Oudega Hoogleraar en decaan Aard en levenswetenschappen, Vrije Universiteit
“Het gaat er niet alleen om hoe we aan informa tie van buiten komen, minstens zo belangrijk is dat anderen toegang krijgen tot onze informatie. Open Access is een belangrijke weg om te gaan.”
“De doorstroom van kennis, van het on derzoek tot de praktijk, moet niet belem merd worden door beperkte toegang, drue abonnementen en traditionele patro nen. De mogelijkheden van internet voor innovatieve kennisdisseminatie zijn er, dus laten we ze gebruiken. “
Prof.dr. Albert Cornelissen Voorzitter College van Bestuur, Hogeschool Windesheim
“Ik erger me enorm aan het huidige uitgevers model: zelf maak ik gratis content waar iemand anders geld mee verdient en ik moet nog betalen om het te lezen ook. Open Access gaat dat radicaal veranderen”
Hogescholen zetten zich in voor vrij beschikbare onderzoeksresultaten Utrecht - 27 november 2009
“Open Access, Yes we can and yes we should! Het is heel belangrijk voor de zichtbaarheid van ons onderzoek en de reputatie van onze onderzoekers.”
Prof.dr. Mia Duynstee Hoogleraar Gezondheidswetenschappen, Universiteit en Hogeschool Utrecht en directeur Academie Gezondheidszorg Utrecht en voorzitter van het Forum Praktijkgericht Onderzoek
HBO-raad ondertekent Berlin Declaration on Open Access
Dr. Daan Andriessen Lector Intellectual Capital, Hogeschool INholland
De HBO-raad, de overkoepelende vereniging van hogescholen in Nederland, ondertekent de ‘Berlin Declaration on Open Access’. Met de handtekening van voorzitter Doekle Terpstra scharen alle hogescholen in Nederland zich achter de doelstelling onderzoeksoutput van hogescholen kosteloos toegankelijk te maken voor iedereen. Hogescholen in Nederland hebben van oudsher een sterke band met het bedrijfsleven. Het onderzoek is daarom praktijkgericht, gaat in op actuele maatschappelijke vragen en levert een concrete bijdrage aan beroepsontwikkeling. “Resultaten van onderzoek moeten onbelemmerd hun weg kunnen vinden naar onderwijs, het werkveld en onderzoekers om zodoende bij te dragen aan kenniscreatie en kenniscirculatie. Gezien de wereldwijde problemen waarvoor we staan, is het meer dan ooit van belang samen te werken en kennis te delen. Open Access is daarom essentieel”, aldus Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad. Doekle Terpstra (links, voorzitter HBO-raad) ondertekent een verklaring waarmee ook hogescholen zullen streven naar vrijelijk beschikbare onderzoeksmaterialen. Kennisdelen De ‘Berlin Declaration on Open Access’ roept onderzoekers op hun onderzoeksmateriaal vrijelijk beschikbaar te stellen, door te
8 46
publiceren in Open Access tijdschriften of via repositories op internet. In oktober 2003 werd de verklaring opgesteld en is sindsdien ondertekend door een groot aantal wetenschappelijke organisaties in de hele wereld. Daarbij gaat het niet alleen om artikelen, maar ook om ruwe data en ander onderzoeksmateriaal. Iedereen moet dit alles kunnen raadplegen en verder verspreiden en gebruiken. De enige voorwaarde daarbij is vermelding van de oorspronkelijke auteur. Open Access en hbo De ondertekening van de ‘Berlin Declaration on Open Access’ heeft plaatsgevonden op het seminar “Open Access en hbo”, waar bestuurders, lectoren, beleidsmakers en juristen spraken over het toegankelijk maken van kennis-
producten in het hbo. Op het seminar hebben tevens de Koninklijke Bibliotheek (KB) en de HBO-raad een intentieverklaring ondertekend voor het archiveren van digitale publicaties uit het hoger beroeps onderwijs in het e-Depot van de KB. Het e-Depot is een digitale archiefomgeving waarin permanente toegang tot digitale infor matiebronnen wordt nagestreefd. Open Access jaar Onder regie van SURF heeft het Nederlandse hoger onderwijs 2009 uitgeroepen tot het jaar van Open Access. Hiermee wordt een nieuwe impuls gegeven aan open toegang tot de resultaten van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek.
47
EXPERTS SPEAK >>
<< EXPERTS SPEAK
ten, corrigeren die op basis van ontvangen reacties en vervolgen onze weg. Uiteindelijk mondt dat uit in een uitkomst die overtuigt, mede omdat het onderliggende proces in de beoordeling wordt betrokken.
Het publiceren in klassieke tijdschriften gaat intussen gewoon door.
Interview met Jakob Fokkema Rector magnificus TU Delft Is Open Access bekend in de technische wetenschappen? Zeker weten! Het is voor ons een heel relevante ontwikkeling. Via internet stellen wij onze cursussen beschikbaar aan de wereldgemeenschap. Wij zien het als een maatschappelijke verantwoordelijkheid en na MIT zijn wij de grootste in Open Course Ware. Het gaat om de efficiëntie van kennisoverdracht. Onze colleges kunnen worden gevolgd op elk tijdstip en elke plaats. De kwaliteit is verbeterd ook al omdat docenten vooraf een training krijgen. Open Course Ware heeft meer studenten naar Delft gebracht. We doen het nu twee jaar. Het begon met allemaal angsten: “Dit is van mij en dat mogen we niet weggeven.” Daar moet je dan de discussie over aangaan. Nu vinden docenten het fantastisch.
En toegang tot wetenschappelijke artikelen? Technisch onderzoek is onderzoek in context. Dat vraagt om andere media. Maar de essentie van wetenschappelijke tijdschriften, het met je peer group communiceren en van gedachten wisselen, is ook voor dit vakgebied relevant. Bij op design gebaseerde vakgebieden, in wezen alle technische disciplines, is de beoordeling van de afzonderlijke stappen in 48
het ontwerpproces van groot belang. Telkens maak je afwegingen en kom je tot gefundeerde beslissingen waarop je verder bouwt. Dat proces moet je zichtbaar maken, verantwoorden en vatbaar maken voor commentaar. Open Access biedt daartoe veel meer mogelijkheden dan het publiceren van kant en klare resultaten voorzien van een theoretische beschouwing, zoals in klassieke tijdschriften. Open Access sluit veel meer aan bij de dynamiek van het creatieve proces. Je registreert en beoordeelt (!) veel meer het proces. Bij design is de procesgang en de interactie met de omgeving een wezenlijk deel van het resultaat. De eisen voor kwaliteit en verantwoordelijkheid blijven onverminderd van kracht, maar Open Access kan het proces beter zichtbaar maken en vergemakkelijkt daardoor de communicatie daarover. Meer en meer wordt er internationaal gewerkt. Er wordt onderzoek op afstand gedaan. Men kan in elkaars laboratorium kijken en gebruikt op afstand dezelfde infrastructuur en apparatuur, ook omdat die te duur is om meervoudig aan te schaffen. Publiceren in Open Acces lijkt daar naadloos op aan te sluiten. Het is een ongoing proces waarin onderzoek en rapportage elkaar afwisselen. We delen tussenresulta-
De verantwoordelijkheid blijft om met elkaar het niveau van de wetenschappelijke discussie in stand te houden. We moeten selecteren op kwaliteit. Dat is voor mij primair. Ook is de toevloed van wetenschappelijke artikelen een punt van grote zorg. Het aantal papers gaat in 2020, afhankelijk van de discipline, met 20% tot 60% omhoog. De hele wetenschappelijke communicatie dreigt te verworden. Nu kunnen we het natuurlijk zo inrichten dat een beperkt aantal mensen, zowel als schrijver als auteur, toegang heeft tot standbeelden als Geophysics, Physical Review A en B, Nature enz. Maar dat is niet wat we willen. Open Access moet zo worden ingericht dat het als een kwaliteitsfilter gaat werken. Ook open peer review kan daaraan bijdragen. De processen van creëren en communiceren van kennis moeten geïntegreerd en open verlopen zodat al in een vroeg stadium onjuiste argumenten of ontwikkelingen weerlegd kunnen worden. Je stelt je dan kwetsbaar op. Maar wat is het gevaar? Zaken worden objectiever
‘Open Access sluit veel meer aan bij de dynamiek van het creatieve proces.’
benaderd. Maar dat is toch juist de bedoeling? Ik heb gevallen van wetenschappelijke fraude meegemaakt die konden ontstaan omdat topmensen elkaar niet af wilden vallen. Ik heb tweederangs artikelen doorgelaten zien worden uit mededogen. Dat wordt bij Open Access in de procesvorm die ik voorsta veel moeilijker. Ook jonge onbevangen mensen krijgen daarmee zicht op het debat en de kwaliteit er van.
Kortom, open toegang tot zowel het ar tikel als de review is een waarborg voor kwaliteit, geen bedreiging. Hoe zit dat met de onderliggende onderzoeksdata? Daar zijn de laatste tijd een aantal grote fouten begaan. Waarnemingen horen verifieer bare feiten weer te geven, maar sommige onderzoekers konden het niet verkroppen dat de waarnemingen niet op de lijn lagen die zij hadden bedacht. Dan werden de data aangepast. In de natuurkunde moet je een logboek van je waarnemingen bijhouden. Die logboeken vormen een essentieel bestanddeel van de data en moeten eveneens open toegankelijk zijn. Zo verhoog je de reproduceerbaarheid van de waarnemingen. Bovendien kunnen meetomstandigheden van invloed zijn op de interpretatie. Openheid daarover kan dan leiden tot andere conclusies. Dat is nietbedreigend, maar essentiële verrijking van het wetenschappelijk debat.
Net als bij de open toegang tot onderwijsmateriaal deelde iedereen die visie meteen; ook hier speelde angst voor verlies of misbruik van de data een rol. Je moet aan de slag met een paar mensen die wel durven, een paar champions. Dat haalt de kou uit de lucht. Er zijn bovendien veel meer data beschikbaar dan verwerkt kan worden. Deze data niet delen zou volstrekte verspilling zijn. Maar er moet wel een recht blijven om als eerste gebruik te kunnen maken van de observaties die je zelf gedaan hebt. Daar ligt een grens aan de openheid. Het omslagmoment ligt bij het moment van de publicatie. Dan worden de data tegelijk met de publicatie open toegankelijk.
Het volledige interview is te lezen op www.openaccess.nl: Experts Speak. 49
in english >>
<< in english
Sharing science for free 2009 is not only Darwin Year, Braille Year and the International Year of Astronomy. It is also the International Open Access Year. And next week is Open Access Week. Underwhelmed? No idea what Open Access is? You’re probably not the only one.
Pray tell: What on Earth is Open Access? Scientists write scientific papers about their research and these papers are subsequently published in scientific journals. To be published is vital for a scientist: Publish or perish, the worn out, but nonetheless very true maxim goes. Usually, the scientists hand over the copyright of their articles to the journal’s publisher. Sometimes they even pay a page charge to have them published. But then something strange happens: the very same universities that provide content for the scientific journals have to pay a hefty subscription fee to the publishers. And as on the one hand there are relatively few scientific publishers – the largest publisher, Elsevier, has a market share of 25 percent, with competitor Springer hot on its heels – and on the other hand scientists and universities are very much dependent on the journals, market forces push up the subscription fees. Which in turn causes budgetary problems for the university libraries. And which makes access to the journals unaffordable for scholars in developing countries. And which bars ‘normal’ people – non-academic researchers, doctors in smaller hospitals, patient support groups, interested lay people and journalists – from accessing them. Open Access is an alternative to the traditional publishing system which addresses these problems. Most Open Access journals are published online and can be read without charge. Some of the journals also appear in print, for which a subscription fee 50
must be paid, but in essence reading Open Access literature is free. Some of the regular journals provide an alternative form of Open Access by making their journals available to the public six or twelve months after they are first published.
But if it’s free, who is paying for it? Open Access journals usually ask the authors for a fee that covers the cost of reviewing, editing and (e-)publishing. This sounds like a bad deal for the scientists, but the idea is that part of the library budget will flow back to research and pay for the extra expense.
I can’t imagine that re searchers are very enthusi astic about paying an extra charge to have papers pub lished… You may be right. It could be argued that scientists are being asked to solve a budget problem for the libraries by chipping in some of their own money. On the other hand: the very reason that university libraries subscribe to scientific journals in the first place is… Well, you get the point. Perhaps a bigger problem lies in the fact that scientific publications are rated by their so-called impact factor, which gives an indication of a journal’s importance or impact, if you like. Especially in the early days of Open Access, around ten years ago, most online journals had a low impact factor.
But how do you change the perception within the scientific community? A number of Open Access journals – most notably the Public Library of Science, usually abbreviated to PLoS – have become very popular, and their impact is rising steadily. The general idea is that, given time, OA journals’ impact factors will improve. To speed things up, some funding agencies like the Wellcome Trust in Britain now have rules that scientists who receive research grants from them should publish in Open Access journals. The European Union has set similar rules as part of a pilot project for some 7th Framework Programme grants. The idea is that the results of publicly funded research should be freely available.
How are universities responding? Prestigious American universities such as Harvard University and the Massachusetts Institute of Technology have adopted a rule that all their research has to be published in OA journals. A scientist who wants to publish in a non-OA journal has to ask the Dean for special permission. The equally prestigious Max Planck Society in Germany has similar rules. It is also the initiator of the so-called Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities of which the University of Groningen is one of the 264 signatories. The Berlin declaration states that its signatories commit to implementing Open Access, but the University of Groningen, which signed the document in 2005, has not yet defined a clear policy on the subject, although the next Strategic Plan does state that publications should be in OA journals when possible. The Head Librarian managed to get that in – the Board of the University hadn’t quite thought that far ahead. The Dutch Ministry of Education, Culture and Science is currently also working on an OA policy, sources say, but it is not yet clear what this policy will look like.
Interesting. Where do I learn more? Glad you ask. It’s Open Access Year, and next week will be Open Access Week. The University Library has organized several meetings and lectures on this theme. You can find the full programme at www.rug. nl/bibliotheek/openaccessweek. For the Berlin Declaration and its signatories, surf to: oa. mpg.de/openaccess-berlin/ berlindeclaration.html
René Fransen and Ernst Arbouw UK (Groningen) 8 - 15 oktober 2009
51
colofon Redactie Annemiek van der Kuil (SURFfoundation) Met dank aan Trix Bakker (VU), Marjolein van den Dries (DANS), Peter van Helsdingen (Windesheim), Frank den Hollander (RUG), Leon Osinksi (TU/e), Keith Russell (SURFfoundation) en Jennifer Smith (UU). Fotografie en illustratie Annemiek van der Kuil, Arie Kers, Pet van de Luijtgaarden, René Lapoutre, Ben Bergmans, Marcel Spanjer e.a. Vormgeving VrijeStijl, Utrecht Druk Drukkerij Libertas, Bunnik
© Stichting SURF Januari 2010
SURF is de ICT-samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek (www.surf.nl). Deze publicatie is digitaal beschikbaar via de website van SURFfoundation: www.surffoundation.nl/publicaties
Deze publicatie verschijnt onder de Creative Commons licentie Naamsvermelding 3.0 Nederland.
52
SURF heeft namens het Nederlandse hoger onderwijs 2009 tot het jaar van Open Access uitgeroepen. In dit jaar gaven de universiteiten, hogescholen, de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW), Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), onderzoeksinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek(KB) een nieuwe impuls aan open toegang tot de resultaten van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek.
We mogen terugkijken op een bevlogen Open Access jaar 2009. Op verschillende fronten werd nieuw beleid geformuleerd en in het SURFshare-programma werden stappen gezet in de ontwikkeling en verbetering van de kennisinfrastructuur in samenhang met verdere verduidelijking van het juridisch kader en de voorlichting aan alle betrokkenen. Deze uitgave neemt u in vogelvlucht mee naar een grote diversiteit aan stimuleringsactiviteiten en hun resultaten.
SURF Graadt van Roggenweg 340 PO Box 2290 NL-3500 GG Utrecht
T +31 (0)30 234 66 00 F +31 (0)30 233 29 60
[email protected] www.surf.nl Januari 2010
Nederland loopt warm voor
Open Access