Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e
[email protected] www.tns-nipo.com
Political & Social
Rapport
Nederland in generatieperspectief 2010 Onderzoeksverantwoording Roos Huver & Natascha Biervliet
F7783 | 29 juli 2010
© TNS NIPO | ISO 9001 | rapport nederlands.dot
Inhoud Inleiding
1
1
Opzet kwalitatief onderzoek
2
2 2.1 2.2 2.3
Opzet kwantitatief onderzoek Benaderingswijze respondenten Steekproef Vragenlijst
3 3 3 4
3
Respons
5
Bijlagen Bijlage 1 Aankondigingsbrief Bijlage 2 Vragenlijst
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010
Inleiding Het onderzoek ‘Nederland in generatieperspectief’ dient voor het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) mede als empirische onderlegger voor een dit jaar te verschijnen Sociaal en Cultureel Rapport met dezelfde (werk)titel. De enquête bevatte vragen over onderwerpen als (gepercipieerde) generatieverschillen en solidariteit tussen generaties. De onderzoekspopulatie bestaat uit personen van 15 jaar en ouder. Het CBS heeft een random steekproef uit de Nederlandse bevolking getrokken, gestratificeerd naar de leeftijdsgroepen 15-24, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65-74 en 75+. In deze onderzoeksverantwoording wordt ingegaan op de opzet van het onderzoek en de behaalde respons.
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 1
1
Opzet kwalitatief onderzoek
Voor de start van het kwantitatieve onderzoek is de vragenlijst kwalitatief gepretest. Hiervoor zijn acht respondenten geïnterviewd door onze kwalitatieve onderzoekers op het kantoor van TNS NIPO. De selectie is verricht door een selectiebureau voor marktonderzoek (CG Selecties). De respondenten ontvingen 35 euro als vergoeding. Voor deze interviews zijn drie mannen (51, 67 en 76 jaar) en vijf vrouwen (15, 21, 27, 32 en 41 jaar) geïnterviewd. De vragen zijn door het SCP ontwikkeld. Daar waar nodig heeft TNS NIPO, vóór de start van het kwalitatieve onderzoek, advies gegeven over de vragenlijst. De respondent vulde vóór het interview de vragenlijst in. In het interview kon de respondent aangeven op welke punten hij de vragenlijst onduidelijk vond. De kwalitatieve interviewers bespraken de vragenlijst vervolgens met de respondent. De vragenlijst werd uitvoerig besproken en geëvalueerd. Elk interview duurde gemiddeld een uur. Er is gedurende de kwalitatieve sessies meegekeken door medewerkers van het SCP en de projectleiders van TNS NIPO. Naar aanleiding van de feedback uit de kwalitatieve interviews is de vragenlijst aangepast.
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 2
2
Opzet kwantitatief onderzoek
De dataverzameling voor het onderzoek vond plaats van 1 juni tot en met 16 juli 2010. Hieronder leest u meer over de dataverzameling.
2.1
Benaderingswijze respondenten
Alle respondenten zijn eerst schriftelijk benaderd met een aankondigingsbrief op rijksbriefpapier. In deze brief stond de link naar de vragenlijst en een persoonlijke inlogcode om online deel te nemen aan het onderzoek (zie bijlage 1). Daarnaast werd een schriftelijke vragenlijst meegestuurd met retourenvelop. De respondenten hadden de keuze om de vragenlijst schriftelijk of online in te vullen. De respondenten die de vragenlijst na twee weken nog niet ingevuld hadden, ontvingen een schriftelijke reminder. In deze reminderbrief stond wederom de link naar de vragenlijst. Na de eerste reminder ontvingen zij een tweede reminder met de link en daarbij een schriftelijke vragenlijst en retourenvelop. Na de tweede reminder zijn de adressen van de respondenten die nog niet gereageerd hadden verrijkt met een telefoonnummer. Deze respondenten zijn vervolgens telefonisch door medewerkers van TNS NIPO benaderd en gemotiveerd om alsnog deel te nemen aan het onderzoek. De respondenten konden in het telefoongesprek ook aangeven dat zij nog een schriftelijke vragenlijst wilden ontvangen. Verrijken met telefoonnummers Het automatisch verrijken van de steekproef met (mobiele) telefoonnummers verliep via het bedrijf Teleknowledge.
2.2
Steekproef
De onderzoekspopulatie bestaat uit personen van 15 jaar en ouder. Het CBS heeft een random steekproef uit de Nederlandse bevolking getrokken, gestratificeerd naar de leeftijdsgroepen 15-24, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65-74 en 75+. Per leeftijdsgroep moesten minimaal 300 respondenten worden ondervraagd. De gewenste nettosteekproef was dus 2.100. Om ervoor te zorgen dat de gerealiseerde aantallen in iedere leeftijdsgroep ongeveer even groot zijn, zijn bepaalde groepen oversampled. Dat wil zeggen dat we een grotere brutosteekproef hebben uitgezet in de groepen waar we van tevoren een lagere respons verwachtten. Over de brutoaantallen uitgezette adressen leest u meer in het hoofdstuk Respons.
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 3
2.3
Vragenlijst
De gemiddelde invultijd van de onlinevragenlijst bedroeg 23 minuten per respondent. In hoofdstuk 1 gaven wij al aan dat de vragen door het SCP zijn ontwikkeld. Daar waar nodig heeft TNS NIPO, vóór de start van het kwalitatieve onderzoek, advies gegeven over de vragenlijst. De schriftelijke vragenlijst hebben wij professioneel laten opmaken (zie bijlage 2).
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 4
3
Respons
De totale respons bedraagt 36,5%. De gewenste respons was 35% en is dus ruimschoots gehaald. Van de 2.604 ingevulde vragenlijsten zijn 572 (22%) online ingevuld en 2.032 (78%) schriftelijk. 1 | Responsoverzicht leeftijdsgroep
uitgezet
afgekeurd
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75+ totaal
1.440 1.500 1.040 870 750 750 1.040 7.390
37 38 15 25 25 30 94 264
CAWI POSTAL
1
gewenste respons 300 300 300 300 300 300 300 2.100
geslaagd 440 473 338 325 349 303 376 2.604
responspercentage 31% 32% 33% 38% 48% 42% 40% 36,5%
572 2.032
1
Met afgekeurd wordt bedoeld: vragenlijsten die retour zijn gekomen vanwege verhuizing, onbestelbaar waren of waarbij derden aan hebben gegeven dat de respondent niet in staat was om de vragenlijst in te vullen. Daarnaast zitten in deze groep ook respondenten van wie de CAWI-vragenlijst tussentijds afgebroken is.
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 5
Bijlagen
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 6
Bijlage 1 Aankondigingsbrief
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 7
> Retouradres Postbus 247 1000 AE Amsterdam
TNS NIPO Helpdesk Telefoon: (0800) 02 00 862 E-mail:
[email protected]
<postcodecijfers, postcodeletters, woonplaats>
Kenmerk Datum Betreft
juni 2010 onderzoek “Generaties in Nederland”
Geachte [geslacht, voorletters, naam], Ouders zorgen voor hun kinderen, als die klein zijn, en kinderen zorgen voor hun ouders, als die oud zijn. Wat vinden de inwoners van Nederland daarvan? En maken ze zich zorgen over een generatiekloof? Of vinden ze dat juist hun generatie zwaar gepakt wordt? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) proberen een antwoord te krijgen op deze vragen. TNS NIPO voert voor ons het onderzoek “Generaties in Nederland” uit. Natuurlijk kunnen niet alle inwoners van Nederland bij het onderzoek betrokken worden. Daarom trekt het CBS willekeurige namen uit het bevolkingsregister. Uw naam is daarbij naar voren gekomen: [geslacht, voorletters, naam], leeftijd: [leeftijd] jaar Bij deze brief zit een schriftelijke vragenlijst over uw mening over generaties. Graag wil ik u verzoeken deze vragenlijst in te vullen en naar TNS NIPO terug te sturen in de bijgevoegde retourenvelop. Een postzegel is natuurlijk niet nodig. Deelname via internet is ook mogelijk. U vindt de vragenlijst op het volgende internetadres: www.tnsnipo.com/meedoen Het adres dient u direct in de adresbalk van uw browser te typen. (De adresbalk van uw browser bevindt zich meestal bovenin uw scherm.) Surfen naar dit adres via een zoekpagina zoals Google is niet mogelijk.
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 8
Als u op deze internetsite bent, vragen wij u om een inlogcode in te vullen. Uw inlogcode is: Na het invullen van uw inlogcode komt u in de vragenlijst. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 25 minuten. Het is de bedoeling dat u zelf de vragenlijst invult. De gegevens uit de vragenlijst zullen worden gepubliceerd in het Sociaal en Cultureel Rapport van het SCP dat aan het eind van het jaar verschijnt op www.scp.nl. Uiteraard wordt u nergens in het rapport als persoon herkenbaar. Wilt u meer informatie over het onderzoek of heeft u vragen, neem dan contact op met de TNS NIPO helpdesk: 0800-0200862. U kunt bellen van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00-12.00 uur en 14.00-17.00 uur. Ook kunt u een email met uw vragen of opmerkingen sturen naar: [email protected]. Ik hoop van harte dat u aan het onderzoek meedoet. Bij voorbaat mijn hartelijke dank daarvoor.
Met vriendelijke groet,
Prof. dr. Paul Schnabel, Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 9
Bijlage 2 Vragenlijst
Nederland in generatieperspectief 2010 | F7783 | © TNS NIPO | 29 juli 2010 | 10
nipo Vragenlijst Generaties in Nederland
Instructie voor het invullen van deze vragenlijst Deze vragenlijst wordt geautomatiseerd verwerkt. Daarom is het belangrijk dat u: de vragenlijst niet kreukt; de vragenlijst invult met een zwarte of blauwe pen (geen rode pen en geen viltstift); een duidelijk kruisje zet in het vakje van uw keuze (het vakje niet helemaal inkleuren!). Bijvoorbeeld 1. Bent u een man of een vrouw? man x vrouw (u heeft nu ingevuld dat u een vrouw bent) Als u per ongeluk het verkeerde vakje heeft aangekruist, moet u het goede vakje helemaal inkleuren. 1. Bent u een man of een vrouw? man (u heeft nu ingevuld dat u een man bent) x vrouw Soms wordt gevraagd om een getal in te vullen. Schrijf dan één cijfer per vakje, zodat het hele cijfer binnen het vakje komt. Geen streepjes zetten als je niets hoeft in te vullen! Bijvoorbeeld 2. Hoeveel zakgeld krijg je gemiddeld per maand?
¤
,
Kruis bij elke vraag één hokje aan. Als er bij een vraag meer antwoorden gegeven mogen worden, staat dit aangegeven. Let goed op doorverwijzingen bij de antwoorden (► verder naar vraag...), zodat u alleen de vragen beantwoordt die voor u relevant zijn. Het is belangrijk dat u de vragen beantwoordt, ook al vind u het soms moeilijk om een antwoord te geven. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het gaat om uw mening! Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking
2
BLOK A: MILIEU
A1
De volgende stellingen gaan over duurzame ontwikkeling en milieu. Wilt u aangeven in welke mate u het eens bent met de volgende stellingen? helemaal mee eens
mee eens
(1)
(2)
niet mee eens/ helemaal niet mee oneens mee oneens mee oneens (3)
(4)
(5)
De aandacht voor het broeikaseffect is sterk overdreven Het hele probleem van de milieuvervuiling wordt wel wat overtrokken A2
Wilt u aangeven in welke mate u het eens bent met de volgende stellingen? helemaal mee eens
mee eens
niet mee eens/ niet mee oneens
mee oneens
helemaal mee oneens
weet niet
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Vrijwel alles wat wij in het leven doen schaadt het milieu Economische groei schaadt het milieu Ik maak me zorgen over de gevolgen van milieu- en klimaatproblemen voor toekomstige generaties Het nu nemen van milieubeschermende maatregelen is belangrijk voor toekomstige generaties Een beter milieu mag me meer geld kosten BLOK B: TAAKVERDELING
B1
De volgende stellingen gaan over de taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Wilt u aangeven in welke mate u het eens bent met de volgende stellingen?
helemaal mee eens
mee eens
niet mee eens/ niet mee oneens
mee oneens
helemaal mee oneens
weet niet/ geen mening
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Een taakverdeling waarbij de man werkt en zijn vrouw voor het huishouden en de kinderen zorgt is het beste. B2
B3
Vaders van jonge kinderen (0-3 jaar) zouden minimaal één doordeweekse dag thuis moeten zijn om voor hun kind te zorgen. 1
helemaal mee eens
►
ga verder met de volgende vraag
2
mee eens
►
ga verder met de volgende vraag
3
niet mee eens/niet mee oneens ► ga verder met BLOK C
4
mee oneens
►
ga verder met BLOK C
5
helemaal mee oneens
►
ga verder met BLOK C
6
weet niet/geen mening
►
ga verder met BLOK C
Waarom vindt u het belangrijk dat vaders van jonge kinderen minimaal een dag in de week thuis zijn om voor hun kind te zorgen? Welk van de drie onderstaande argumenten weegt voor u het zwaarst? En welk argument komt voor u op de tweede plaats? Belangrijkste argument:
Argument op de tweede plaats:
1. omdat het belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind
1
1
2. omdat het belangrijk is dat de vader een goede band heeft met zijn kind
2
2
3. omdat het belangrijk is dat de moeder de ruimte heeft voor betaald werk
3
3
3
BLOK C: ONDERWIJS
C1
Het opleidingsniveau dat jongeren in het onderwijs behalen verschilt. Hoe belangrijk zijn hierbij volgens u: zeer belangrijk
belangrijk
enigszins belangrijk
onbelangrijk
(1)
(2)
(3)
(4)
de aanleg of capaciteiten van jongeren de inzet en motivatie van jongeren de opvoeding en ondersteuning door hun ouders het kunnen betalen van de kosten van het onderwijs het opleidingsniveau van de ouders van jongeren C2
C3
Denkt u dat kinderen uit lagere sociale milieus nu meer, evenveel, of minder kans hebben om een diploma in het hoger onderwijs te halen dan 30 jaar geleden? 1
meer kans
2
evenveel kans
3
minder kans
De volgende uitspraken gaan over de waarde van diploma’s. In hoeverre bent u het eens met deze uitspraken? helemaal mee eens
mee eens
(1)
(2)
niet mee eens/ helemaal niet mee oneens mee oneens mee oneens (3)
(4)
(5)
Ook zonder diploma’s kun je het ver brengen in de maatschappij. Om het ver te brengen in de maatschappij is een diploma niet genoeg. Diploma’s zijn tegenwoordig op de arbeidsmarkt minder waard dan 30 jaar geleden. C4
De volgende uitspraken gaan over de kosten van studeren in het hoger onderwijs. In hoeverre bent u het eens met deze uitspraken? helemaal mee eens
mee eens
(1)
(2)
niet mee eens/ helemaal niet mee oneens mee oneens mee oneens (3)
(4)
(5)
Studenten in het hoger onderwijs zouden veel meer moeten betalen voor hun opleiding dan nu het geval is. De overheid moet studenten in het hoger onderwijs niet langer een basisbeurs geven, maar alleen een lening met gunstige voorwaarden. Het is vanzelfsprekend dat ouders meebetalen aan de kosten van het hoger onderwijs van hun kinderen. C5
Als u schoolgaande kinderen heeft, verwacht u dat die een lager, hetzelfde of een hoger opleidingsniveau zal/zullen bereiken dan u zelf? 1
een lager opleidingsniveau
2
hetzelfde opleidingsniveau
3
een hoger opleidingsniveau
4
ik heb geen schoolgaande kinderen
4
C6
C7
C8
Wat is de hoogste door u afgemaakte opleiding of welke dagopleiding volgt u nu? 1
lagere school of basisschool niet afgemaakt
2
lagere school of basisschool of speciaal onderwijs
3
lbo of vbo of vmbo kaderberoepsgerichte- of basisberoepsgerichte leerweg (bijv. LTS, LEAO, LHNO, Ambachtschool, Huishoudschool, Lagere Detailhandelsschool, Lagere land- en tuinbouwschool).
4
mavo of mulo of ulo of vmbo theoretische leerweg of vmbo gemengde leerweg
5
Middelbaar beroepsonderwijs (bijv. MTS, MEAO, MHNO, MSPO, MAO, opleiding verpleging, politieschool, Middelbare land- en tuinbouwschool).
6
havo of vwo of gymnasium of athenaeum of hbs of mms
7
Hoger beroepsonderwijs (bijv. HTS, HEAO, Pedagogische Academie, Lerarenopleiding, Sociale Academie, Kunstacademie, soortgelijke particuliere opleiding)
8
Universiteit (vóór 1986: ook Technische Hogeschool en Landbouw Hogeschool)
Wat is de hoogste door uw moeder afgemaakte opleiding? 1
lagere school of basisschool niet afgemaakt
2
lagere school of basisschool of speciaal onderwijs
3
lbo of vbo of vmbo kaderberoepsgerichte- of basisberoepsgerichte leerweg (bijv. LTS, LEAO, LHNO, Ambachtschool, Huishoudschool, Lagere Detailhandelsschool, Lagere land- en tuinbouwschool).
4
mavo of mulo of ulo of vmbo theoretische leerweg of vmbo gemengde leerweg
5
Middelbaar beroepsonderwijs (bijv. MTS, MEAO, MHNO, MSPO, MAO, opleiding verpleging, politieschool, Middelbare land- en tuinbouwschool).
6
havo of vwo of gymnasium of athenaeum of hbs of mms
7
Hoger beroepsonderwijs (bijv. HTS, HEAO, Pedagogische Academie, Lerarenopleiding, Sociale Academie, Kunstacademie, soortgelijke particuliere opleiding)
8
Universiteit (vóór 1986: ook Technische Hogeschool en Landbouw Hogeschool)
9
Weet niet
Wat is de hoogste door uw vader afgemaakte opleiding? 1
lagere school of basisschool niet afgemaakt
2
lagere school of basisschool of speciaal onderwijs
3
lbo of vbo of vmbo kaderberoepsgerichte- of basisberoepsgerichte leerweg (bijv. LTS, LEAO, LHNO, Ambachtschool, Huishoudschool, Lagere Detailhandelsschool, Lagere land- en tuinbouwschool).
4
mavo of mulo of ulo of vmbo theoretische leerweg of vmbo gemengde leerweg
5
Middelbaar beroepsonderwijs (bijv. MTS, MEAO, MHNO, MSPO, MAO, opleiding verpleging, politieschool, Middelbare land- en tuinbouwschool).
6
havo of vwo of gymnasium of athenaeum of hbs of mms
7
Hoger beroepsonderwijs (bijv. HTS, HEAO, Pedagogische Academie, Lerarenopleiding, Sociale Academie, Kunstacademie, soortgelijke particuliere opleiding)
8
Universiteit (vóór 1986: ook Technische Hogeschool en Landbouw Hogeschool)
9
Weet niet
5
BLOK D: JONG EN OUD
D1
D2
Bent u ouder dan 40 jaar? 1
ja
►
ga verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met vraag D5
Nu volgen enkele vragen over jongeren. Denkt u hierbij aan mensen van tussen de 15 en 25 jaar. Eventuele eigen kinderen of kleinkinderen buiten beschouwing gelaten, heeft u wel eens contact met jongeren… vaak
af en toe
zelden
nooit
(1)
(2)
(3)
(4)
… in uw buurt? … op uw werk? … bij een vereniging waar u actief bent? … op het internet? … bij u thuis? D3
Nu volgen nog enkele stellingen over jongeren. Denkt u hierbij aan mensen van tussen de 15 en 25 jaar. Eventuele eigen kinderen of kleinkinderen buiten beschouwing gelaten, in hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? helemaal mee eens
mee eens
(1)
(2)
niet mee eens/ helemaal niet mee oneens mee oneens mee oneens (3)
(4)
(5)
Ik voel me op mijn gemak bij jongeren. Ik vind het leuk om met jongeren te praten. De jongeren van vandaag staan ver van me af. Ik begrijp jongeren niet. D4
D5
Als u mensen die een stuk jonger zijn dan u bent, dingen ziet doen of hoort zeggen die u niet zou doen of waar u het niet mee eens bent, wat denkt u dan eerder? 1
zo was ik misschien vroeger ook wel
►
ga verder met BLOK E
2
zij zijn in een andere tijd opgegroeid
►
ga verder met BLOK E
Nu volgen enkele vragen over ouderen. Denkt u hierbij aan mensen van tussen de 55 en 70 jaar. Uw eigen ouders en grootouders buiten beschouwing gelaten, heeft u wel eens contact met ouderen… vaak
af en toe
zelden
nooit
(1)
(2)
(3)
(4)
… in uw buurt? … op uw werk? … bij een vereniging waar u actief bent? … op het internet? … bij u thuis? D6
Nu volgen enkele stellingen over ouderen. Eventuele eigen ouders of grootouders buiten beschouwing gelaten, in hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? helemaal mee eens
mee eens
(1)
(2)
niet mee eens/ helemaal niet mee oneens mee oneens mee oneens (3)
(4)
(5)
Ik voel me op mijn gemak bij ouderen. Ik vind het leuk om met ouderen te praten. De ouderen van vandaag staan ver van me af. Ik begrijp ouderen niet. D7
Als u mensen die een stuk ouder zijn dan u bent, dingen ziet doen of hoort zeggen die u niet zou doen of waar u het niet mee eens bent, wat denkt u dan eerder? 1
zo word ik misschien ook wel
2
zij zijn in een andere tijd opgegroeid 6
BLOK E: KINDEREN EN OPVOEDING
E1
E2
E3
Bent u op dit moment getrouwd of woont u samen met een vaste partner? 1
ja, ik ben getrouwd
2
ja, ik woon samen met een vaste partner
3
nee, geen van beide
Heeft u een kind / kinderen, of heeft u mede de zorg voor kind(eren) van uw partner? 1
ja
►
ga verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met BLOK F
Is de manier waarop ú uw kinderen hebt opgevoed, opvoedt of wilt opvoeden anders dan de opvoeding die u zelf van uw ouders genoten hebt? Het gaat ons hierbij niet om de omstandigheden, maar om de stijl van opvoeden van u en van uw ouders. Mijn opvoedingsstijl is …
E4
1
geheel hetzelfde als die van mijn ouders
2
grotendeels hetzelfde als die van mijn ouders
3
grotendeels anders dan die van mijn ouders
4
geheel anders dan die van mijn ouders
Hieronder staan enkele eigenschappen van kinderen die ouders bij het opvoeden van kinderen belangrijk kunnen vinden. Hoe belangrijk vindt u elke eigenschap in de manier waarop u uw kind(eren) opvoedt, hebt opgevoed of wilt opvoeden? zeer belangrijk
belangrijk
(1)
(2)
niet belangrijk/ zeer niet onbelangrijk onbelangrijk onbelangrijk (3)
(4)
(5)
Verantwoordelijkheidsgevoel hebben Voor jezelf opkomen Goede schoolprestaties leveren Goede manieren hebben Rekening houden met anderen Geloven in God Je belangeloos inzetten voor anderen/samenleving Interesse hebben voor wat er speelt in de samenleving/politiek E5
Wilt u hieronder bij elke eigenschap aangeven in hoeverre uw ouders deze belangrijk vinden/vonden in de manier waarop zij u (en eventueel uw broer(s) en zus(sen)) opvoeden/hebben opgevoed? zeer belangrijk
belangrijk
(1)
(2)
Verantwoordelijkheidsgevoel hebben Voor jezelf opkomen Goede schoolprestaties leveren Goede manieren hebben Rekening houden met anderen Geloven in God Je belangeloos inzetten voor anderen/samenleving Interesse hebben voor wat er speelt in de samenleving/politiek 7
niet belangrijk/ zeer niet onbelangrijk onbelangrijk onbelangrijk (3)
(4)
(5)
E6
E7
BLOK F: GENERATIES
Hoeveel kinderen heeft u? 1
1 kind
►
verder met de volgende vraag
2
meer dan 1 kind
►
ga verder met vraag E8.1
F1
Wat is de leeftijd van dit kind?
Vindt u dat uw eigen generatie anders is dan die van uw ouders? 1
wel anders
2
niet anders
(Leeftijd in jaren)
F2
jaar ►
ga verder met vraag E9
E8.1 Wat is de leeftijd van het jongste kind? (Leeftijd in jaren)
F3
jaar E8.2 Wat is de leeftijd van het oudste kind? (Leeftijd in jaren)
Men spreekt wel van generaties als men het heeft over mensen die in dezelfde periode zijn opgegroeid. Beschouwt u zichzelf vaak, soms of nooit als iemand die tot een bepaalde generatie behoort? 1
vaak
►
ga verder met vraag F3
2
soms
►
ga verder met vraag F3
3
nooit
►
ga verder met vraag F6
U ziet onderstaand vier terreinen waarop het behoren tot een generatie tot uiting kan komen. Kunt u voor elk daarvan aangeven of uw generatie op dat terrein volgens u sterk, enigszins of niet of nauwelijks verschilt van andere generaties? niet of sterk enigszins nauwelijks verschillend verschillend verschillend
jaar
(1)
E9
E10
Maakt tenminste één kind deel uit van uw huishouden? 1
ja
►
ga verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met vraag E11
Wat is de leeftijd van het jongste kind dat deel uitmaakt van uw huishouden? (Leeftijd in jaren)
E12
(3)
Houding tegenover arbeid (plichtsbesef, zelfontplooiing) Voorkeuren voor bepaalde muziek, boeken of films Opvattingen over politieke en maatschappelijke vraagstukken Normen en waarden rond opvoeding, gezin en seksualiteit
jaar E11
(2)
F4
Woont tenminste één kind zelfstandig? 1
ja
►
ga verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met vraag BLOK F
Wat is de leeftijd van het jongste kind dat zelfstandig woont? (Leeftijd in jaren)
jaar
Kunt u voor elk van deze terreinen ook aangeven hoe belangrijk persoonlijke ervaringen en opvattingen uit uw jeugd nu voor u zijn? zeer belangrijk
enigszins belangrijk
onbelangrijk
(1)
(2)
(3)
Houding tegenover arbeid (plichtsbesef, zelfontplooiing) Voorkeuren voor bepaalde muziek, boeken of films Opvattingen over politieke en maatschappelijke vraagstukken Normen en waarden rond opvoeding, gezin en seksualiteit F5
In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Er wordt in de politiek naar mijn generatie geluisterd.
8
1
helemaal mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
helemaal mee oneens
F6
Jongeren komen vaak in groepjes op straat samen om wat rond te hangen. Soms gaat dit gepaard met gedrag waar mensen overlast van kunnen ondervinden, zoals roepen naar voorbijgangers, rotzooi op straat gooien, met scooters over straat scheuren of het bekladden van gebouwen. In de volgende vier vragen wordt naar uw mening over dit soort overlastgevend gedrag gevraagd. Denkt u dat dit soort gedrag hoort bij de leeftijd en vanzelf overgaat, of denkt u dat het een typisch probleem is van de moderne generatie? 1
2
3
4
5
Het is de leeftijd, het gaat vanzelf weer over
Het is typisch voor de moderne generatie
Toelichting: Hoe meer naar links u het kruisje plaatst, hoe meer u van mening bent dat het voornamelijk de leeftijd is. Hoe meer naar rechts u het kruisje plaatst, hoe meer u van mening bent dat het voornamelijk typisch is voor de moderne generatie. Zet u het kruisje in het midden, dan spelen de leeftijd en de moderne generatie volgens u een even grote rol.
F7
F8
F9
Denkt u dat dit soort gedrag tegenwoordig ernstigere vormen aanneemt dan vroeger? 1
Vroeger was het minder ernstig.
2
Vroeger was het even ernstig. Het is van alle tijden.
3
Vroeger was het ernstiger.
Denkt u dat de samenleving steeds meer of steeds minder begrip heeft voor dit soort gedrag? 1
steeds meer begrip
2
blijft gelijk
3
steeds minder begrip
Vindt u dat de samenleving dit soort gedrag door de vingers moet zien of ertegen moet optreden? 1
2
3
4
5
Door de vingers zien
Ertegen optreden
Toelichting: Hoe meer naar links u het kruisje plaatst, hoe meer u van mening bent dat dit gedrag voornamelijk door de vingers moet worden gezien. Hoe meer naar rechts u het kruisje plaatst, hoe meer u van mening bent dat er voornamelijk tegen moet worden opgetreden. Zet u het kruisje in het midden, dan heeft u geen voorkeur voor een van beide. BLOK G: WERK EN PENSIOEN
G1
G2
Welke situatie is op dit moment het meest op u van toepassing? Bent u: 1
werkend (in loondienst of als zelfstandige) ► ga verder met vraag G2
2
werkloos/werkzoekend
►
ga verder met vraag G4
3
huisvrouw of huisman
►
ga verder met vraag G5
4
arbeidsongeschikt
►
ga verder met vraag G4
5
scholier of student
►
ga verder met vraag G5
6
gepensioneerd of VUT
►
ga verder met vraag G3
7
anders
►
ga verder met vraag G5
In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Om de gepensioneerden financieel te ontzien vind ik het geen probleem als mijn inkomen in de komende jaren niet verhoogd wordt. 1
zeer mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
zeer mee oneens
6
geen mening
►
ga verder met vraag G5
9
G3
Om de werkenden financieel te ontzien vind ik het geen probleem als mijn AOW in de komende jaren niet verhoogd wordt.
G4
BLOK H: GELOOF EN POLITIEK
Wat is uw mening over de volgende stelling?
1
zeer mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
zeer mee oneens
6
geen mening
►
ga verder met vraag G5
De volgende vragen gaan over uw levens- of maatschappijbeschouwing. H1
H2
Wat is uw mening over de volgende stelling?
Bent u in een bepaald geloof grootgebracht? 1
ja
►
ga verder met vraag H2
2
nee
►
ga verder met vraag H3
Zo ja, welk geloof was dat? 1
Rooms-katholiek (RK)
2
Nederlands Hervormd (NH)
3
Gereformeerd
4
Hindoeïstisch
5
Islamitisch
6
Boeddhistisch
7
Een ander geloof
Om de gepensioneerden financieel te ontzien vind ik het
geen probleem als mijn uitkering in de komende jaren niet verhoogd wordt. 1
zeer mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
zeer mee oneens
6
geen mening
H3
H4 G5
G6
Als pensioenfondsen niet genoeg geld in kas hebben, moeten ze dan premies verhogen of pensioenen verlagen? 1
Premies die werkende mensen betalen nu verhogen
2
Ouderen nu minder pensioen geven
3
Mensen die over 10 jaar met pensioen gaan minder pensioen geven
4
geen mening
Wat is uw netto gezinsinkomen per maand? Wij bedoelen het netto inkomen van uzelf en uw eventuele partner. Het inkomen van eventueel verdienende kinderen en kinderbijslag hoeft u hierbij dus niet mee te rekenen. Netto is het bedrag dat u (samen) schoon in handen krijgt.
H5
Beschouwt u zichzelf als behorend tot een kerkgenootschap of levensbeschouwelijke groepering? 1
ja
►
ga verder met vraag H4
2
nee
►
ga verder met vraag H5
Zo ja, welk kerkgenootschap of levensbeschouwelijke groepering is dat? 1
Rooms-katholiek (RK)
2
Protestantse Kerk in Nederland (PKN/Samen op Weg Kerken)
3
Hindoeïstisch
4
Islamitisch
5
Boeddhistisch
6
Een ander kerkgenootschap of een andere levensbeschouwelijke groepering
Als u kind(eren) heeft, hebt u uw kind(eren) opgevoed/ voedt u uw kind(eren) op in een bepaald geloof?
1
Minder dan 1.000 euro
1
ja
►
ga verder met vraag H6
2
Van 1.000 tot 1.500 euro
2
nee
►
ga verder met vraag H7
3
Van 1.500 tot 2.000 euro
3
nvt, heb geen kinderen
4
Van 2.000 tot 2.500 euro
5
Van 2.500 tot 3.000 euro
6
Van 3.000 tot 4.000 euro
1
Rooms-katholiek (RK)
7
Meer dan 4.000 euro
2
8
Weet niet
Protestantse Kerk in Nederland (PKN/Samen op Weg Kerken)
Niet van toepassing, ik ben inwonend kind.
3
Nederlands Hervormd (NH)
9
4
Gereformeerd
5
Hindoeïstisch
6
Islamitisch
7
Boeddhistisch
8
Een ander geloof
H6
10
►
ga verder met vraag H7
Zo ja, welk geloof is dat?
H7
Hoeveel uur per week verricht u vrijwilligerswerk, dat wil zeggen: onbetaald werk ten behoeve van of georganiseerd door een instelling of vereniging? Getal invoeren (in uren per week)
En dan nu enkele vragen over gezamenlijk bidden of lezen uit de bijbel. H10.1 Werd er vroeger bij u thuis, tijdens uw kinderjaren (dus toen u ongeveer 15 jaar oud was), gezamenlijk gebeden of uit de bijbel gelezen (bijvoorbeeld bij de maaltijden)? H10
uur
1
(vrijwel) elke dag gebed of bijbel lezen
2
minstens 1 keer per week
3
zelden
4
nooit gebed of bijbel lezen
H8.1 Bent u jonger dan 25 jaar? 1
ja
►
ga verder met vraag H8.2
2
nee
►
ga verder met vraag H9 H10.2 Hoe is dat tegenwoordig bij u zelf?
H8.2 Woont u bij uw bij (één van) uw ouders of woont u
zelfstandig?
H9
1
bij ouder(s)
►
ga verder met BLOK J
2
zelfstandig
►
ga verder met BLOK J
Hieronder volgen nog enkele vragen over het gaan naar een kerk of naar godsdienstige bijeenkomsten.
1
(vrijwel) elke dag gebed of bijbel lezen
2
minstens 1 keer per week
3
zelden
4
nooit gebed of bijbel lezen
H10.3 Als u uitwonend(e) kind(eren) heeft, hoe is dat bij uw
oudste uitwonende kind? H9.1 Eerst willen we weten hoe dat bij u zelf was, tijdens uw
kinderjaren, laten we zeggen toen u ongeveer 15 jaar oud was. Hoe vaak ging u toen naar de kerk of een godsdienstige bijeenkomst? 1
elke week 1 keer of vaker
2
1 of enkele keren per maand
3
minder dan 1 keer per maand
4
nooit of bijna nooit
H9.2 Hoe is dat tegenwoordig bij u zelf? Hoe vaak gaat u tegen-
H11
1
(vrijwel) elke dag gebed of bijbel lezen
2
minstens 1 keer per week
3
zelden
4
nooit gebed of bijbel lezen
5
niet van toepassing, heb geen (uitwonende) kinderen
En dan nu enkele vragen over politiek.
H11.1 Werd er vroeger bij u thuis, tijdens uw kinderjaren (dus toen
u ongeveer 15 jaar oud was) veel over politiek of politieke onderwerpen gesproken?
woordig naar de kerk of een godsdienstige bijeenkomst? 1
elke week 1 keer of vaker
1
veel
2
1 of enkele keren per maand
2
tamelijk veel
3
minder dan 1 keer per maand
3
weinig
4
nooit of bijna nooit
4
nooit
5
weet ik niet
H9.3 Als u uitwonend(e) kind(eren) heeft, hoe is dat bij uw
oudste uitwonende kind? Hoe vaak gaat hij of zij naar de kerk of een godsdienstige bijeenkomst?
H11.2 En hoe is dat bij u zelf, tegenwoordig?
1
elke week 1 keer of vaker
1
veel
2
1 of enkele keren per maand
2
tamelijk veel
3
minder dan 1 keer per maand
3
weinig
4
nooit of bijna nooit
4
nooit
5
niet van toepassing, heb geen (uitwonende) kinderen
5
weet ik niet
H11.3 Als u uitwonend(e) kind(eren) heeft, hoe is dat bij uw
oudste uitwonende kind?
11
1
veel
2
tamelijk veel
3
weinig
4
nooit
5
weet ik niet
6
niet van toepassing, heb geen (uitwonende) kinderen
H12
BLOK I: WONEN
En dan nu nog enkele vragen over maatschappelijk actief zijn in de vrije tijd. I1
H12.1 Waren uw ouders destijds tijdens uw jeugd in hun vrije
tijd maatschappelijk actief, bv. in het vrijwilligerswerk, in bestuursfuncties of in de politiek? 1
zeer actief
2
tamelijk actief
3
een beetje actief
4
niet actief
5
weet ik niet
I2
H12.2 En hoe is dat bij u zelf, tegenwoordig? 1
zeer actief
2
tamelijk actief
3
een beetje actief
4
niet actief
5
weet ik niet
H12.3 Als u uitwonend(e) kind(eren) heeft, hoe is dat bij uw
oudste uitwonende kind? 1
zeer actief
2
tamelijk actief
3
een beetje actief
4
niet actief
5
weet ik niet
6
niet van toepassing, heb geen (uitwonende) kinderen
I3
I4
Bent u, of is één van de leden van uw huishouden, eigenaar van de woning of huurt u de woning? 1
eigenaar (koopwoning)
2
huurder (huurwoning)
3
weet niet
Hebben uw ouders, of heeft één van uw ouders, momenteel een koophuis of in het verleden een koophuis gehad? 1
ja
2
nee
3
weet niet
Als u kind(eren) heeft, is uw kind / is tenminste één van uw kinderen ouder dan 18 ? 1
ja
►
ga verder met vraag I4
2
nee
►
ga verder met vraag I7
3
niet van toepassing
►
ga verder met vraag I7
In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Ik vind het belangrijk dat mijn (volwassen) kinderen in een koophuis wonen of zullen wonen.
I5
I6
12
1
helemaal mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
helemaal mee oneens
Wanneer u kijkt naar uw eigen woonsituatie en woongeschiedenis. Hoe belangrijk vindt u het dat uw kind(eren) (later) net zo’n niveau van wonen bereiken als u zelf bereikt heeft (denkt u aan ruimte in huis, comfort en dergelijke)? 1
Ik vind het belangrijk dat ze minstens even goed zullen wonen als ik
2
Ik vind het belangrijk dat ze beter zullen wonen dan ik
3
Het maakt me niet zoveel uit of ze beter of minder goed wonen dan ik
4
Ik vind het helemaal niet belangrijk dat ze even goed zullen wonen als ik
5
Ik vergelijk de woonsituatie van mijn kinderen niet met die van mij
In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Ik vind dat ouders die dat kunnen, hun kinderen financieel moeten helpen om een huis te kopen. 1
helemaal mee eens
2
mee eens
3
niet mee eens/niet mee oneens
4
mee oneens
5
helemaal mee oneens
I7
Als het om uw familie gaat, hoe belangrijk is voor u …: heel belangrijk
belangrijk
niet zo belangrijk
helemaal niet belangrijk
(1)
(2)
(3)
(5)
Regelmatig hulp te kunnen bieden, zoals op (klein-)kinderen passen of voor ouders (of andere familieleden) zorgen. De gezelligheid van makkelijk bij elkaar binnen lopen, voor elkaar koken en dergelijke. Een veilig gevoel omdat u in geval van nood snel bij de ander kunt zijn en de ander snel bij u. Een zekere afstand zodat u niet teveel door familie geclaimd wordt. Een zekere afstand zodat uw familieleden u niet te scherp in de gaten kunnen houden.
I8
I9
I10
Welk familielid (geen lid van eigen huishouden!!) wilt u het dichtst bij u in de buurt hebben wonen? 1
volwassen kind(eren)
2
kleinkind(eren)
3
ouder(s)
4
grootouder(s)
5
broer(s) en/of zus(sen)
6
neef (neven) en/of nicht(en)
7
andere familie
8
niemand in het bijzonder
I11
I12
Hoe nabij of ver weg wilt u dat dit familielid woont? 1
Inwonend in mijn eigen huis
2
In het huis naast, boven of onder mij
3
In dezelfde buurt als ik
4
In dezelfde woonplaats als ik
5
In dezelfde regio als ik
6
In een andere regio dan ik
7
Maakt me niet uit
Hoe goed woont uw generatie, naar uw mening, vergeleken bij de vorige generatie? Denkt u bij de vorige generatie aan mensen die twintig jaar geleden uw leeftijd hadden.
Wat is het belangrijkste verschil? 1
Ruimte in de woningen
2
Comfort van de woningen
3
Hoeveelheid ruimte rondom de woningen
4
Netheid van de woonomgeving
5
Verkeersdrukte
6
De prijs of de huur die voor een huis betaald moet worden
7
Anders
Hoe verwacht u dat de volgende generatie zal wonen vergeleken met uw generatie? Denkt u bij de volgende generatie aan mensen die twintig jaar na u dezelfde leeftijd bereikt hebben. De volgende generatie woont volgens mij:
I13
Mijn generatie woont:
1
veel beter
►
ga verder met vraag I13
2
iets beter
►
ga verder met vraag I13
3
ongeveer hetzelfde
4
iets slechter
►
ga verder met vraag I11
5
veel slechter
►
ga verder met vraag I11
►
ga verder met BLOK J
Wat verwacht u dat het belangrijkste verschil zal zijn? 1
Ruimte in de woningen
2
Comfort van de woningen
3
Hoeveelheid ruimte rondom de woningen
1
veel beter
►
ga verder met vraag I11
4
Netheid van de woonomgeving
2
iets beter
►
ga verder met vraag I11
5
Verkeersdrukte
3
ongeveer hetzelfde
►
ga verder met vraag I12
6
De prijs of de huur die voor een huis betaald moet worden
4
iets minder goed
►
ga verder met vraag I11
7
Anders
5
veel minder goed
►
ga verder met vraag I11
13
BLOK J: ZORG
Hieronder wordt een aantal zaken genoemd die geregeld moeten worden in ons land. Wat vindt u van deze zaken? J1.1 Vindt u zorg voor hulpbehoevende ouders een taak voor de familie of een taak voor de overheid? J1
1
vooral een taak voor de overheid
2
(iets) meer een taak voor de overheid dan voor de familie
3
(iets) meer een taak voor de familie dan voor de overheid
4
vooral een taak voor de familie
J1.2 Vindt u zorg voor langdurig zieke of gehandicapte kinderen (langdurig is drie maanden of meer) een taak voor de familie of
een taak voor de overheid?
J2
J3
J4
J5
J6
J7
1
vooral een taak voor de overheid
2
(iets) meer een taak voor de overheid dan voor de familie
3
(iets) meer een taak voor de familie dan voor de overheid
4
vooral een taak voor de familie
Is uw moeder in leven? 1
ja
►
verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met vraag J4
3
weet niet
►
ga verder met vraag J4
Heeft uw moeder hulp nodig in verband met gezondheidsproblemen? 1
ja
2
nee
Is uw vader in leven? 1
ja
►
verder met de volgende vraag
2
nee
►
ga verder met vraag J6
3
weet niet
►
ga verder met vraag J6
Heeft uw vader hulp nodig in verband met gezondheidsproblemen? 1
ja
2
nee
Maakt één van uw ouders op dit moment deel uit van uw huishouden? 1
ja
►
verder met de volgende vraag
2
nee
►
verder met de volgende vraag
3
nee, ze zijn beide overleden
►
verder met vraag J8
De volgende uitspraken gaan over u als persoon. Wilt u steeds aangeven wat u van de uitspraak vindt? (per uitspraak slechts één hokje aankruisen) nee, beslist niet
nee, waarschijnlijk niet
ja, waarschijnlijk
ja, beslist
ja, dat doe ik al
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Ik ben bereid om een aantal maanden voor mijn ouders te zorgen als dat nodig is Ik ben bereid om gedurende een langere periode voor mijn ouders te zorgen als dat nodig is Ik ben bereid om persoonlijke verzorging (zoals hulp bij douchen of toiletbezoek) aan mijn ouders te geven als dat nodig is 14
J8
Wilt u aangeven wat u van de volgende uitspraak vindt. Ik vind het vanzelfsprekend om van familieleden persoonlijke verzorging (zoals hulp bij douchen of toiletbezoek) te ontvangen als ik zorg nodig heb.
J9
1
nee, beslist niet
2
nee, waarschijnlijk niet
3
ja waarschijnlijk
4
ja beslist
5
ja, dat doe ik al
Er wordt heel verschillend gedacht over de zorg voor de ouderen in onze samenleving. Hieronder volgen een aantal stellingen. In hoeverre bent u het eens met deze stellingen? (per stelling slechts één hokje aankruisen) helemaal mee eens
in grote lijnen mee eens
niet mee eens/ niet mee oneens
eigenlijk niet mee eens
helemaal niet mee eens
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Ouderen zouden alleen in een verzorgingshuis/bejaardentehuis moeten gaan wonen als niemand van de familie voor hen kan zorgen. Kinderen hebben de plicht om voor hun bejaarde ouders te zorgen Kinderen zouden onbetaald verlof moeten opnemen om voor hun zieke ouders te kunnen zorgen Om de zorg betaalbaar te houden zouden mensen moeten meebetalen aan de zorg voor hun eigen bejaarde ouders Als je zelf kleine kinderen hebt hoef je niet ook nog voor je bejaarde ouders te zorgen Mensen hebben recht op thuiszorg, ook als ze volwassen kinderen hebben BLOK K: ALGEMEEN
Tot slot nog een paar algemene vragen aan u. K1
K2
Bent u man of vrouw? 1
man
2
vrouw
Wat is uw leeftijd?
jaar
Dit is het einde van de vragenlijst. Dank u voor uw medewerking. U kunt de ingevulde vragenlijst met de bijgevoegde antwoordenvelop kosteloos terugsturen naar: TNS NIPO Antwoordnummer 2422 1000 RA Amsterdam
15
16
Project: F7785