Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek® Advantageen het Accu-Chek® Comfort Curve-systeem Inleiding • De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. • Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed van patiënten met de diagnose diabetes verkregen. De met het systeem verkregen glucosewaarden zijn vergeleken met de resultaten verkregen met de hexokinasemethode (referentiemethode), weergegeven als plasmawaarden. • De Accu-Chek Advantage-meter wordt ook Accu-Chek Sensor-meter genoemd en de Accu-Chek Comfort Curve-teststrook wordt ook Accu-Chek Advantage II-, Accu-Chek Sensor Comfort-, Accu-Chek Advantage Plus-, Accu-Chek Advantage PROof Accu-Chek Sensor Comfort PRO-teststrook genoemd.
I. NAUWKEURIGHEID Methode De glucosebepalingen werden uitgevoerd met gebruikmaking van Accu-Chek Comfort Curve-teststroken. Voor het uitvoeren van de bepalingen werden twee Accu-Chek Advantage-bloedglucosemeters en één charge bloedglucoseteststroken gebruikt. Conform de ISO-norm dient iedere bloedglucosemeter te worden getest met monsters, waarvan de verdeling over de concentratiebereiken in de onderstaande tabel is weergegeven, en dienen de resultaten binnen deze bereiken te liggen. % Monsters 5 15 20 30 15 10 5
Glucoseconcentratie (mg/dL) <50 50–80 80–120 120–200 201–300 301–400 >400
Glucoseconcentratie (mmol/L) <2,8 2,8–4,3 4,4–6,7 6,7–11,1 11,2–16,6 16,7–22,2 >22,2
Er werden twee Accu-Chek Advantage-meters gebruikt, waarmee resp. 101 en 99 resultaten zijn verkregen. Van monsters met een glucoseconcentratie lager dan 50 mg/dL (2,8 mmol/L) of hoger dan 400 mg/dL (22,2 mmol/L) is de glucoseconcentratie kunstmatig aangepast.
Resultaten De statistische analyse van de met de betreffende charge Accu-Chek Comfort Curveteststroken verkregen resultaten is uitgevoerd door middel van lineaire regressie en is voor chargenr. 546926 samengevat in de onderstaande tabel. Schaal
N
Helling
Intercept
Correlatie
mg/dL mmol/L
200 200
1,025 1,025
3,6 0,2
0,994 0,994
Std. afw. 12,3 0,7
Helling BI
Int. BI
(1,009; 1,040) (1,009; 1,040)
(0,5; 6,7) (0,03; 0,4)
Met deze charge werd een uitstekende correlatie verkregen, waarbij alle waarden dicht bij de optimale waarde van 1,000 liggen. In de onderstaande figuur zijn de resultaten en de analyse hiervan d.m.v. lineaire regressie grafisch weergegeven. Capillary Blood bloedmonsters Glucose vsvs. Reference Glucosetests met capillaire referentie
Accu-Chek Comfort Curveresultaat Glucose Result (mg/dL) Accu-Chek Comfort Curve bloedglucose (mg/lL)
Accu-Chek Comfort Curve-teststrook 546926 (N = 200) Accu-Chek Comfort Curvechargenr. Strip Lot 546926 (N = 200) 600
550
y = 1.025x + 3.6
Slp BI CI (1.009,1.040) Helling
500
Correlation Correlatie = 0.994
IntBI CI (0.5, 6.7) Int.
Std. afwijking Std Error = 12.3
450
400
350 300
250
200
150 100
50 0 0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
550
600
Plasma-Like Reference Glucose Result (mg/dL) Accu-Chek Aviva bloedglucoseresultaat (mg/dL)
De resultaten van de bepaling van de capillaire bloedmonsters met de Accu-Chek Comfort Curve-teststroken van chargenr. 546926 zijn geanalyseerd door middel van lineaire regressie en kunnen als volgt worden samengevat: het Accu-Chek Comfort Curve-systeem voor de bepaling van bloedglucose toont een helling van 1,025, hetgeen bij een betrouwbaarheidsinterval (BI) van 95 % overeenkomt met een bereik van 1,009
tot 1,040. Het intercept is 3,6 mg/dL (0,2 mmol/L). De resultaten laten bij een optimale waarde van 1,000 met een waarde van 0,994 een uitstekende correlatie zien. Er zijn geen statistische uitschieters gevonden. De volgende tabellen laten het effect zien voor het Accu-Chek Comfort Curve-systeem bij gebruik van teststroken met chargenr. 546926. Resultaten lager dan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Binnen ± 5 mg/dL Binnen ± 10 mg/dL
Binnen ± 15 mg/dL
(binnen ± 0,28 mmol/L)
(binnen ± 0,56 mmol/L)
(binnen ± 0,83 mmol/L)
26 / 39 (67 %)
36 / 39 (92 %)
38 / 39 (97 %)
Resultaten hoger dan of gelijk aan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Binnen ± 5 % Binnen ± 10 % Binnen ± 15 % 82 / 161 (51 %)
136 / 161 (84 %)
155 / 161 (96 %)
Binnen ± 20 % 161 / 161 (100 %)
De nauwkeurigheid van de resultaten verkregen met een systeem voor de bepaling van glucose dient minimaal aan de volgende eisen te voldoen: Vijfennegentig procent (95 %) van de afzonderlijke glucoseresultaten dient bij glucoseconcentraties <75 mg/dL binnen ± 15 mg/dL (± 0,83 mmol/L) van de resultaten van de meetresultaten van de fabrikant te liggen en binnen ± 20 % bij glucoseconcentraties groter of gelijk aan 75 mg/dL (4,2 mmol/L). Het Accu-Chek Comfort Curve-systeem voor de bepaling van bloedglucose voldoet aan de nauwkeurigheidseisen van ISO 15197:2003. De bepalingen van 199 van de 200 monsters (99,5 %) voldeden aan de criteria voor minimaal acceptabele prestaties. Het bereik van resultaten, verkregen met de hexokinasemethode en weergegeven als plasmawaarden, was 13,1 tot 572,1 mg/dL (0,7 tot 31,8 mmol/L).
II. INTERMEDIAIRE PRECISIE Inleiding Het doel van deze studie was te bepalen, wat de intermediaire precisie van het AccuChek Comfort Curve-systeem is voor de bepaling van bloedglucose. Hierbij is gebruik gemaakt van drie charges Accu-Chek Comfort Curve-teststroken en drie niveaus van Accu-Chek Comfort Curve-controleoplossingen. Intermediaire precisie wordt als volgt gedefinieerd: “Precisie onder omstandigheden, waarbij testresultaten worden verkregen met dezelfde methode, met dezelfde monsters en op dezelfde plaats, maar waarbij andere variabelen zoals gebruikers, apparatuur, kalibratie, omgevingsfactoren en /of tijdsintervallen verschillen.”
Methode Tijdens deze studie zijn tien Accu-Chek Comfort Curve-bloedglucosemeters gebruikt. Er zijn drie charges Accu-Chek Comfort Curve-teststroken gebruikt en van iedere charge teststroken werden tien flacons voor het uitvoeren van de bepalingen gebruikt. Er werd uit elke flacon één bloedglucoseteststrook genomen en in de aangewezen meter geplaatst. Vervolgens werd de benodigde hoeveelheid controleoplossing op de teststrook aangebracht. Deze procedure werd gedurende tien dagen voor iedere meter herhaald voor ieder aangewezen niveau controleoplossing en iedere charge teststroken.
Resultaten Van iedere controleoplossing zijn tien verschillende bepalingen uitgevoerd op tien AccuChek Advantage-bloedglucosemeters. Voor de drie charges teststroken gaf dit een totaal van dertig verschillende bepalingen. Van deze dertig bepalingen werd de standaarddeviatie (SD) of de variatiecoëfficiënt (VC) van de mediaan berekend, waarna een niet-parametrische methode werd gebruikt om een betrouwbaarheidsinterval voor de standaarddeviatie van de mediaan vast te stellen. De onderstaande tabel geeft de resultaten van de intermediaire precisie weer, verkregen met Accu-Chek Comfort Curve-controleoplossingen en Accu-Chek Comfort Curveteststroken: Resultaten lager dan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Schaal Niveau van de Gemiddelde controleoplossing mg/dL 1 30 mmol/L 1 1,7 Resultaten hoger dan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Schaal Niveau Gemiddelde SD van de mediaan controleoplossing mg/dL 2 125 3,3 3 315 7,6 mmol/L 2 6,9 0,18 3 17,5 0,43
SD mediaan 1,5 0,07
VC mediaan (%) 2,6 2,4 2,6 2,4
95 % Betrouwbaarheidsinterval (SD) (1,3; 1,7) (0,067; 0,11)
95 % Betrouwbaarheidsinterval (SD) (3,0; 4,1) (6,9; 9,0) (0,18; 0,22) (0,39; 0,49)
III. HERHAALBAARHEID Inleiding Het doel van deze studie was de herhaalbaarheid vast te stellen van de bepaling van bloedglucose met het Accu-Chek Comfort Curve-systeem en drie charges Accu-Chek Comfort Curve-teststroken. Herhaalbaarheid wordt als volgt gedefinieerd: “Precisie onder omstandigheden waarbij binnen een kort tijdsinterval onafhankelijke testresultaten worden verkregen met dezelfde methode, met dezelfde monsters, op dezelfde plaats en door dezelfde gebruiker met dezelfde apparatuur.”
Methode Tijdens deze studie zijn tien Accu-Chek Comfort Curve-bloedglucosemeters gebruikt. Om verschillende bloedglucoseconcentraties te verkrijgen, heeft men van een monster veneus bloed de glucose laten afbreken en vervolgens aan dit bloed een geconcentreerde glucoseoplossing toegevoegd. Zodra het bewerkte bloedmonster stabiel was, werd het op elk van de tien bloedglucosemeters getest en werden de resultaten geregistreerd. Alle bloedtesten vonden op één dag plaats. Uit elke flacon werd één bloedglucoseteststrook genomen en in de aangewezen meter geplaatst. Vervolgens werd de benodigde hoeveelheid bloed op de teststrook aangebracht. Deze procedure werd voor elke meter tien keer herhaald bij elke aangewezen concentratie van het bewerkte veneuze bloed. Hierna werd deze procedure herhaald met de andere twee charges teststroken, hetgeen resulteerde in dertig verschillende bepalingen.
Resultaten Van deze dertig verschillende bepalingen is de standaarddeviatie (SD) of variatiecoëfficiënt (VC) van de mediaan berekend, waarna een niet-parametrische methode werd gebruikt om een betrouwbaarheidsinterval te berekenen voor de standaarddeviatie. De onderstaande tabel geeft de resultaten van de herhaalbaarheid weer bij gebruik van bewerkt veneus bloed: Resultaten lager dan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Schaal Gemiddelde SD 95 % mediaan Betrouwbaarheidsinterval (SD) mg/dL 41 1,7 (1,4; 2,0) mmol/L 2,3 0,09 (0,07; 0,12)
Resultaten hoger dan 75 mg/dL (4,2 mmol/L) Schaal Gemiddelde SD VC mediaan mediaan % mg/dL
mmol/L
76 133 214 318 4,2 7,4 11,9 17,6
2,6 5,0 6,6 11,4 0,13 0,27 0,38 0,63
3,4 3,8 3,1 3,6 3,4 3,8 3,1 3,6
95 % Betrouwbaar heidsinterval (SD) (2,0; 3,0) (4,2; 5,6) (5,3; 7,1) (9,3; 12,5) (0,11; 0,18) (0,23; 0,33) (0,29; 0,41) (0,52; 0,70)
CONCLUSIE • Het Accu-Chek Comfort Curve-systeem voldoet aan de nauwkeurigheidseisen van de norm ISO 15197:2003.
ACCU-CHEK, ADVANTAGE en COMFORT CURVE zijn merken van Roche. © 2006 Roche Diagnostics. Alle rechten voorbehouden. 04774434002–0406