Natuurlijk Samenwerken! Inspiratieboek voor samenwerking in natuurontwikkeling en -beheer
J.A.M. Groten en A.J. Visser
PPO 335
Colofon ‘Natuurlijk Samenwerken!’ is een uitgave van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. (PPO). Het is gefinancierd uit het DWK-onderzoekprogramma Mensen & Natuur van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De basis voor deze uitgave is een literatuurstudie (naar gebiedsprocessen & samenwerking) uitgevoerd door SBNL in het project ‘Samen voor Natuur’ en interviews van PPO met betrokkenen in gebiedsgerichte samenwerkingsprojecten. Redactie: Met medewerking van:
Tekstcorrectie: Foto’s: Vormgeving: Druk: ISBN: Informatie:
J.A.M. Groten en A.J. Visser (PPO) M. van Leeuwen (SBNL), A.J.C.M. van Beek (PPO), L. Felix (PPO), N. Reijers (PPO), alle geïnterviewden en Landelijke werkgroep ‘Samen voor Natuur’: • SBNL - H. Veurink, R.F.J.J. Munsters • Staatsbosbeheer - F. Hoekstra • Natuurlijk Platteland Nederland - J. Klaver • Ministerie van LNV–directie Natuur - L.A.M. van Erve; A. van der Schans • DLG - T.F. de Boer TekstPlus, IJsselmuiden Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Animal Sciences Group, Blooming training, ontwikkeling en advies (Bergen NH) Bedrijfsbureau PPO-Lelystad Drukkerij Cabri B.V., Lelystad, 1e druk november 2004, oplage 850 stuks 90-77861-01-7 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. J.A.M. Groten en A.J. Visser Postbus 430 8200 AK Lelystad (0320) 29 11 11
Bestellen: ‘Natuurlijk Samenwerken!’ is voor € 25,= te bestellen bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving in Lelystad: (0320) 291 111 (bestelcode: PPO-335) © 2004 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. De uitgever is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave.
Natuurlijk Samenwerken! Inspiratieboek voor samenwerking in natuurontwikkeling en -beheer J.A.M. Groten en A.J. Visser
Voorwoord
D
E TERM ‘ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR’ (EHS) WERD in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan. De EHS is de ruggengraat van de Nederlandse natuur. Het is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur in feite voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat de natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS moet in 2018 gerealiseerd zijn en bestaat uit: • Bestaande natuurgebieden • Landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden) • Natte natuur (o.a. Noord-Nederland, Zuidhollandse Delta, IJsselmeergebied) • Grote wateren (kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee) • Nieuwe natuur (reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en robuuste verbindingen) Bij de realisatie van de EHS is het accent in het beleid deels verschoven naar beheren in plaats van verwerven. Binnen de EHS ontstaat hierdoor een diversiteit aan terreineigenaren en -beheerders. Gebiedsgericht samenwerken tussen terreineigenaren en - beheerders is daarom de sleutel tot succes bij de realisatie van de EHS. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor agrariërs en particuliere eigenaren in het buitengebied. Samen met de terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en De Provinciale Landschappen zijn zij de grondeigenaren en daarmee de beheerders van natuur en landschap. Ook waterschappen, gemeenten en provincies spelen als belanghebbende partijen een belangrijke rol. Door samenwerking tussen partijen worden middelen gekoppeld, ontstaan innovatieve ideeën en worden activiteiten verricht die anders niet van de grond
3
Natuurlijk Samenwerken! komen. Er ontstaat dynamiek in een gebied, die meerwaarde oplevert waarvan de EHS en alle betrokken partijen profiteren. Door samenwerking is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de natuurdoelen en is er een kwalitatief betere EHS te realiseren. Voor de betrokken partijen ligt de meerwaarde in eerste instantie veelal op het financiële vlak. Daarnaast hebben alle ur fd s tr uc tu E co lo gi s ch e H o o partijen een eigen specifieke meerwaarde. Agrariërs je ct en ro dp el be kunnen invloed uitoefenen op gebiedsprocessen en or vo et de EH S m e In fo rm at ie over pj ko r de on l v.n werken aan het verbeteren van hun imago. Voor de w. m in ln is te vi nd en op ww '. nd rla de particulieren levert het een mooi stukje natuur op Ne in r 'N at uu rb eh ee waarvan zij kunnen genieten. Natuurorganisaties kunnen natuurdoelen realiseren en hiervoor makkelijker draagvlak creëren. Vanuit deze meerwaarde moet u de stimulans, het enthousiasme en de motivatie vinden om samen te werken. Samenwerken klinkt makkelijk, maar voor de realisatie van de EHS blijkt dit in de praktijk nog lang niet altijd te gebeuren of verloopt soms juist uiterst moeizaam. Het beleid voor particuliere natuurontwikkeling en beheer, en samenwerking hierin, is nog vrij nieuw. De meeste projecten zijn recent gestart en lopen tegen praktische problemen aan. Als extra ondersteuning is dit boek geschreven. Positieve praktijkervaringen vormen de basis voor deze uitgave. Het is een leidraad voor samenwerkingsverbanden tussen terreineigenaren en -beheerders om te komen tot de realisatie en het beheer van natuur in het algemeen en van de EHS in het bijzonder. Van eerste idee tot daadwerkelijke realisatie en onderhoud. Een gids gericht op de praktijk, zodat u er in het veld mee uit de voeten kunt. Ik denk dat deze leidraad eraan bijdraagt dat we in de toekomst in Nederland kunnen blijven genieten van onze mooie natuur en onze zo specifieke landschappen. Ik beveel gebruik van deze leidraad van harte aan! G.B. Raaphorst Directeur LNV – directie Natuur
4
Inhoudsopgave Voorwoord
3
1
Doel van dit boek
7
2
Het idee, waarom samenwerken?
9
3
Het samenwerkingsproces
13
4
Zoeken van de juiste partners
17
5
Een doelmatige organisatiestructuur
23
6
Het gemeenschappelijke samenwerkingsplan 27
7
De samenwerkingsovereenkomst
31
8
Het zoeken van financiers
33
9
De uitvoering!
37
10 Evaluatie: bijsturen en leren
41
11 Tot slot!
45
Bijlage 1 – Lijst met voorbeeldprojecten Bijlage 2 – Overzicht van organisaties Bijlage 3 – Samenwerkingsovereenkomst Bijlage 4 – Programma Beheer en overige subsidies
49 56 59 62 5
a lg ra s la n d e n ra h c s e jk ri lk a k apen op n! M e rg e ll a n d s c h n e ve n in k o m s t e l e ve t e m r e e h e ff ic ië n t b e ij
H ag en ch au ff eu r. rd in oi s vr ac ht w La er ch G To as d. w on g gr ti g Ei nd ja re n ta ch r hi j ha d te w ei ni er w or de n, m aa rd ve rs e m en se n. he di ap et ha m t sc e he k ra w ild sp be j hi sc ha pe n, ni et lo s en et ee n ha rt vo or m , lie t di t id ee he m ng vi ge om re n ui t de gn ie M er ge lla nd S am en m et an de S ch aa ps co m pa g in ht ic st de zi ch te r va n he ef t G er to en e he ef t hi j de op od ri pe n he t e fd el ez m og el ijk he id va de er op ge ri ch t. In di ov rd de na lij ke rt ijd er (S BB) be , w aa rm ee te ge en S ta at sb os be he nd ro -g B SB d. Er is ha pe n op r w or de n be he er te ën in sc ha re n va n sc ci fi ef en st uk je lk gr as la nd dd e op ee n kl ei n ku ho og w aa rd ig e ka ne ei kl n ee , st n be go nn en er so ve re en ko m ve rv ol ge ns kl ei n gr on dg eb ru ik ee en de n ot on sl gr B n va SB n t be he re he gr on d. G er en rg bu m Li e ci de pr ov in vo or su bs id ie s af. G er w is t da t vo rd er en en hi er be e ild w s j ee n pl an de ud ic ht in g he ef t hi m et sc ha ap sk st de et m en jn el de . S am ge ns he ef t hi j zi be sc hi kb aa r st ev ra ag d. Ve rv ol ng B lie p aa SB ie id et m bs su ng m en w er ki sa op ge st el d en De . id re eb d m ee r ijk aa n ui tg uw en en G er w er ro be dr ijf ge le id el rt ve r ee m w er kt ui ge n am st ee ds oo i ge bo uw d en sk ge w el di g. Er kw ap ha sc n ee en . Er is gr on d to eg ew ez n sl ag er in t. af en w er ke n m et ee zi jn aa ng es ch m sa an ga er G de no em er nt ig is ve rk oc ht on de r Be gi n ja re n ne ge dt or w es le nv sc ha pe dr ijf ui tg eb re id Va lk en bu rg . H et ge nt ig is he t be ne n re ja nd Ei '. . Da ar bi j is de 'G eu ld al la m d en ee n ca m pi ng ei nh ge rv ol ge ns le ge ca ev e at tr ac ti e. Ve po si ti e ti m et ee n ho re ea cr re n ee n ex bo ve nd ie eb re id m et ee n sc ha ap sk ud de SB B ve rd er ui tg et n m va e ng ki dd er ku w nu ee n is de sa m en n G er. H ij he ef t va di ge ijf ou dr rv be ee t m he n t. Er is ee va n SB B op er he be ha 0 6 j t, re cr ea ti e rm ee hi er, ke nn is , af ze 70 0 oo ie n, w aa he be n va ed bi fi ci ën te r he t ge na tu ur is ee n ef or sa m en w er ki ng op vo e rd aa rw ee ie . De m en co m m un ic at m m un ic at ie. ijkhe de n to t co el og be he er en m
6
Doel van dit boek
S
AMENWERKING TUSSEN TERREINEIGENAREN EN –beheerders is hét middel om de EHS te realiseren. Samenwerken voor natuur is echter niet eenvoudig en daarmee gelijk een uitdaging. Toch zijn er in de praktijk diverse uiteenlopende voorbeelden van samenwerking (bijlage 1). Wat opvalt bij de verschillende voorbeelden is de grote verscheidenheid. Elke samenwerking is uniek. Het unieke wordt bepaald door het gebied, de deelnemers, het gestelde doel en het proces. Dit alles bepaald de complexiteit van de samenwerking. Hierom is er geen handboek voor samenwerking voor natuur te maken, maar wel een leidraad. Deze leidraad is geen stappengids naar succes, maar vooral een inspiratieboek. Het beoogt niet compleet te zijn. Aan de hand van inspirerende praktijkvoorbeelden helpt het u hopelijk vooruit. Het is een hulpmiddel bij het organiseren van samenwerking bij de realisatie van natuur. Het bevat handvatten, tips voor u, om in uw gebied tot samenwerking te komen en daarmee uw doelen te realiseren.
P il o t p ro je c t e
n
- 'S a m e n vo o r O m he t hu id ig N a t u u r' e ka bi ne ts be sl ui t, de om sl ag bi j te ze tt en va n ve rw er vi ng w or de n er in tw na ar be he er, kr ee pi lo tg eb ie de ge bi ed sg er ic ht ac ht n ka ns en in be e sa m en w er ki el d ge br ac ht ng . H et be tr ef G eu ld al in Z ui vo or t he t Ve ch td al d- Li m bu rg . bi j O m m en en H et do el is om he t na te ga an w el ke m og el ijk he or ga ni sa ti es , de n er zi jn om pa rt ic ul ie re n m et na tu ur be en ag ra ri ër s ge re al is er en en he re nd e za m en lij k (n ie te be he re n. D uw e) na tu ur te e vr aa g ho e to hi er bi j vo or op t sa m en w er ki . In de ge bi ed sc ng te ko m en st om m is si e va n re gi on al e en lo aa t de pi lo t in O m ka le or ga ni sa m en zi jn ve rs ch ti es ve rt eg en w at er sc ha pp ill en de w oo rd ig d, zo al en , D LG, LN Vs pr ov in ci e, ge O os t, S ta at sb G ro nd be zi t, S m ee nt en , os be he er, O ve B N L, G LTO, S ti ri js se ls Pa rt ic m ul an d en O m al s sp ee rp un t ul ie r m er m ar ke . H ie ge ko ze n: 'B eh r zi jn dr ie th em ee r va n gr oo ts 'L an ds ch ap so a’s ch al ig e be gr az in gs nd er ho ud ' en 'B el ev in gs ce nt ee nh ed en ', ru m O m m en '.
Hoofdstuk 1
Natuurlijk Samenwerken!
7
Natuurlijk Samenwerken!
Het idee, waarom samenwerken?
B Succesfactor Ondernemersschap, creativiteit en realiteitszin In de ideefase is ondernemersschap, en vooral de specifieke eigenschappen creativiteit en realiteitszin, een belangrijke succesfactor. Deze creativiteit en realiteitszin is te zien bij Ger Lardinios in het project 'Mergellandschapen op kalkrijke schraalgraslanden'. Uiteindelijk kan hij door de samenwerking met Staatsbosbeheer schaapherder worden en haalt hij inkomsten uit de landbouw en recreatie. Het concept Geuldallam speelt hierbij een belangrijke rol. Ook het beginnen van een horecagelegenheid met camping, maakt het voor Staatsbosbeheer interessant om hier een expositie in te richten. En dus om ook samen te werken op het gebied van communicatie.
Waarom samenwerken om de EHS te realiseren? Door samenwerking is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de natuurdoelen. Ook is er mogelijk een kwaliteits- en efficiencyverhoging te realiseren. Maar waarom zou u, als terreineigenaar of –beheerder, samenwerken als u een idee heeft voor natuurontwikkeling en/of –beheer? In eerste plaats omdat u afhankelijk bent van de ander om uw idee te verwezenlijken. Het ontbreekt u aan de juiste middelen, bijvoorbeeld grond, kennis, arbeid of financiën. In de tweede plaats omdat er hierdoor betere mogelijkheden (meerwaarde) voor het idee zijn. Door samenwerking ontstaat er dynamiek in een gebied en kunnen middelen worden gekoppeld. Hierdoor kunnen innovatieve ideeën ontstaan of activiteiten worden verricht die anders niet van de grond komen. Oftewel één plus één is meer dan twee. Dit is de algemene meerwaarde die een samenwerking heeft. Daarnaast hecht elke partij aan zijn eigen specifieke meerwaarde. De meerwaarde die u en uw partners voor ogen hebben, geeft u de stimulans, het enthousiasme en de motivatie om samen te werken.
c tl e id e r) R . J a n s e n (p ro je en zi n om vo or ee n ko p ge “De bo er en he bb en H et en uit te vo er en . st ko ff ie gr oe ne di en ee rw aa rd e op !” le ve rt he n ge en m
8
Hoofdstuk 2
ELANGRIJK OM TE WETEN IS, DAT INDIEN U WILT WERKEN aan natuurontwikkeling en - beheer, uw idee moet passen in het natuurgebiedsplan van de Provincie (www.provincies.nl). Het gebiedsplan is namelijk het uitgangspunt voor de doelstellingen van de EHS, voor het (agrarische) natuurbeheer en voor subsidiemogelijkheden via Programma Beheer en Gebiedsgerichtbeleid.
9
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken! Meerwaarde van samenwerking bij beheer van natuur en landschap volgens drie groepen terreinbeheerders gebaseerd op mondelinge mededelingen:
Particulieren
Natuurorganisaties
Agrariërs
Instandhouden eigen bezit
Natuurdoelen
Extra inkomsten en/of extra grond beschikbaar
De uitdaging
Efficiëntie
Verkenning van nieuwe markten
Een mooi stukje natuur creëren
Agrariërs denken meer na over natuurbeheer en houden rekening mee
Meedenken over de inrichting van het gebied
Uiteindelijk: kunnen genieten Betere contacten
2
Het idee, waarom samenwerken!
Meerwaarde Natuurorganisaties Draagvlak, agrariërs krijgen meer oog voor natuur. Medewerker Natuurmonumenten
“Op een bijeenkomst wordt gesproken over maaien en schonen van sloten. Natuurmonumenten wil één aannemer, de agrariërs willen het zelf doen! Er is een boer die zegt: ‘Iedereen kan toch voor zich maaien. Het hoeft financieel gezien niet duurder te zijn, maar de variatie in maaibeheer levert een interessante ecologische biodiversiteit op!’ Het bleef toen even stil en de mensen van Natuurmonumenten waren verbijsterd. Zij waren blij dat de agrariërs vanuit ecologisch standpunt met hen meedachten.”
Waardering voor het werk uit de streek
Meer begrip voor elkaars standpunten en handelingen
Breed publiek (maatschappij) tonen wat landbouw en het platteland kunnen bieden
Groter draagvlak
Steentje bijdragen aan mooie natuur in de streek. Tonen dat zij ook natuur kunnen beheren
Kijk, bij het formuleren van de meerwaarde van de samenwerking naar vergelijkbare projecten, welke meerwaarde hier is gerealiseerd. Realiseert u zich goed dat samenwerking een middel is en geen doel op zich. Stel vroegtijdig vast of samenwerken u wat oplevert. Is dit niet het geval dan moet u grenzen stellen of uw eigen plan trekken.
10
11
Natuurlijk Samenwerken!
Het samenwerkingsproces
I
NDIEN U BESLOTEN HEBT UW IDEE IN SAMENWERKING te gaan realiseren zult u een aantal fasen moeten doorlopen om de samenwerking daadwerkelijk van de grond te krijgen en uiteindelijk tot resultaat te komen. Onderstaand schema geeft u een richtlijn van de fasen die in het samenwerkingsproces aan de orde kunnen komen.
Fase 1
De juiste partners zoeken
Fase 2
Een doelmatige organisatiestructuur
hoofdstuk 4 hoofdstuk 5
Fase 3
Het gezamenlijke samenwerkingsplan hoofdstuk 6
Samenwerking in de Eilandspolder: Agrariërs, natuurbeschermers en waterschap werken samen aan een polderplan waarbij het weidevogelbeheer voorop staat. Procesbegeleider Bureau Blooming
“Op de eerste bijeenkomst ging men direct in op de inhoud en werd het proces vergeten. Ik dacht: Dit gaat fout! De volgende dag heb ik meteen de wethouder gebeld. Er werd besloten een dag te organiseren met als thema ‘Wat houdt samenwerking eigenlijk in?’ Nog steeds hebben de mensen het over deze dag. Het vormde de basis om vervolgens alles aan te kunnen.”
De samenwerkingsovereenkomst
Fase 5
Het zoeken van financiers
Fase 6
hoofdstuk 7 hoofdstuk 8 hoofdstuk 9
De uitvoering!
Fase 7
Evaluatie: bijsturen en leren
hoofdstuk 10
B) is tr ic ts ho of d S Bpi ee rbaa r”. (d an km on J d ar G er tw er k en ni et ko “S am en w er ke n
is m aa
is . bu re au B lo om in g r en ge sc hi ed en Pro ce sb eg el ei d erde rs qu a m en se n, pa rt ije n, cu lt uu et .” an kt da ar om ni “E lk ge bi ed is os ko pi ër en w er lo ke ak kl rm vo Een pr oc es
12
Hoofdstuk 3
Fase 4
13
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken! Afhankelijk van de complexiteit van de samenwerking zult u meer of minder tijd aan de verschillende fasen besteden. In complexe samenwerkingsverbanden zult u wellicht alle fasen tot in detail moeten doorlopen, terwijl bij eenvoudige samenwerkingsverbanden bepaalde fasen mogelijk kunnen worden overgeslagen. In de praktijk gaat men soms te snel over op de inhoud, waardoor het proces om tot samenwerking te komen wordt onderbelicht. Daardoor kan de samenwerking minder succesvol verlopen. Er zijn er echter ook voorbeelden van samenwerkingsverbanden die zijn aangegaan zonder overleg over het proces of de te nemen stappen, laat staan een overeenkomst. Terwijl deze toch mooie resultaten laten zien. Elke situatie vergt immers een eigen aanpak. Het is in ieder geval aan te raden aandacht te hebben voor het proces; sta tijdens de eerste bijeenkomst bij elke fase even stil met betrekking tot de te volgen strategie. Kijk bij vergelijkbare projecten naar het gevolgde proces. Het al dan niet slagen van een samenwerking wordt veelal afgemeten aan het behaalde resultaat. Hierbij gaat het zowel om het behalen van bepaalde natuurdoelen waarop de samenwerking gericht is, als om stappen voorwaarts in het proces. Er is een aantal kritische factoren die kunnen leiden tot een succesvolle samenwerking. Belangrijke succesfactoren zijn een gezamenlijk
Po o r t p ro je c t L A g e Fe n n e m a
a n d g o e d M id d
(S ig h t A d v is e
a c h t e n - G e b ie
d s v is ie H a v ik e
rp o o r t
”O n g e a c ht w u rs R e n t m e e s at e r st ra ks t e ri j) w o rd t u it g e vo D it is e e n b e e rd , je h e b t d la n g ri jke st a y n a m ie k in h p in h e t p ro c e t g e b ie d g e e s !” b
14
ra c ht .
doel, wederzijdse afhankelijkheid, gelijkwaardigheid en openheid. Andere succesfactoren worden in het vervolg van dit boek aangehaald. Succes is dus afhankelijk van een scala aan factoren. Maar samenwerkingsprocessen gaan niet volgens een vast stramien. Wellicht is flexibiliteit in deze wel de belangrijkste succesfactor! Zowel de flexibiliteit van mensen, als van het proces en de toegepaste methode. Veel van deze factoren hebben te maken met kwaliteiten van betrokken mensen. De mens in het proces speelt dus een cruciale rol. Samenwerken is en blijft mensenwerk. Dit maakt een goede samenwerking soms erg moeilijk, maar maakt het bovendien tot een grote uitdaging! Het Nationaal Groenfonds (www.groenfonds.nl) kan u persoonlijk in contact brengen met andere mensen en organisaties die u verder helpen bij het vormgeven van uw plannen. Het Nationaal Groenfonds, opgericht in 1994, is een stichting die dicht bij de overheid staat. Doel van het Nationaal Groenfonds is het verlenen van financiële faciliteiten voor natuur, bos, landschap, recreatie en landbouw, binnen de kaders van het overheidsbeleid.
3
Het samenwerkingsproces
De methodenklapper Het toepassen van de juiste methode is een belangrijke succesfactor. Het gaat hierbij zowel om de juisteop een volging van fasen als de te gebruiken methode per fase. Deze is per fase anders, want dé methode bestaat niet. Een bron voor mogelijke methoden is de 'Methodenklapper', een boekwerk met een inventarisatie van (inter)nationaal beschikbare methoden die u kunt gebruiken bij gebiedsprocessen. Het beschrijft 37 methoden kort en helder. Via een keuzematrix maakt u snel een selectie van de voor uw situatie relevante methode. De beste methode wordt geadviseerd op basis van gebiedsgrootte, beschikbare tijd, menskracht, budget, gewenste mate van samenwerking en procesfase. De Klapper is te downloaden van internetsite www. citaat.nl. (link is www.citaat.nl/actueel/ methodeklapper/methodeklapper.pdf ) Er worden in de praktijk ook nieuwe methoden ontwikkeld. Zo is in het project Beheer van reservaten in Noord-Holland (P. Terwan): 'de beheers arrangementenmatrix', ontwikkeld. Bij deze methode, die te gebruiken is in de fase 'Opstellen samenwerkingsplan', koppelt men beheersactiviteiten, uitvoerders en uitbestedingsvormen aan elkaar. Tegelijkertijd worden hierbij de knelpunten duidelijk.
15
Zoeken van de juiste partners it p r o c e s ( r f le x ib il it e
b e g e le id e r)
ast t e proces v t e h in r oo it e it . e h a a ld d o r f le x ib il n n ie t b o e d d r r o a a w m n , s t r a m ie n Successe ee n vast n a a n e d hou
Succesf ac
to
V
OOR EEN GOEDE SAMENWERKING BIJ NATUURontwikkeling en -beheer is het volgende nodig: een goed idee, een concreet gebied, arbeid, kennis, financiën en aandacht voor het (de) proces (systematiek). Gekoppeld hieraan zijn de onderstaande taken te onderscheiden. De initiator Degene met het idee voor natuurbeheer en de daarvoor noodzakelijke samenwerking. De initiator kan een eigenaar of een beheerder zijn die met de samenwerking bepaalde doelen wil realiseren. Het kan evengoed de gemeente of de provincie zijn die hiermee invulling wil geven aan haar natuur- en landschapsbeleid. De eigenaar en de beheerder Bij alle samenwerkingsverbanden zijn er één of meerdere terreineigenaren betrokken: natuurorganisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer of één van de twaalf Landschappen), particulieren (agrariërs, niet-agrariërs, landgoedeigenaren), gemeenten en waterschappen. Zij zijn direct betrokken bij de realisatie van de EHS en kunnen ook als beheerder optreden. Bij een complexe samenwerking kunnen terreineigenaren zich laten vertegenwoordigen door een belangenbehartiger. De procesbegeleider Om de samenwerking goed van de grond te krijgen en gestroomlijnd te laten verlopen is er bij complexe samenwerkingsverbanden veelal een procesbegeleider nodig. De procesbegeleider moet een onafhankelijke positie innemen. Afhankelijk van de ontwikkelingen zal deze continu bijsturen in de benodigde tijd en de gevolgde methode per fase. Hij bepaalt daarmee het proces en moet een hoge mate van flexibiliteit vertonen. Bij eenvoudige samenwerkingsverbanden is er sporadisch sprake van een procesbegeleider.
16
Hoofdstuk 4
Natuurlijk Samenwerken!
17
Natuurlijk Samenwerken! De specialist Soms is er behoefte aan specifieke externe kennis, waarvoor een specialist wordt ingehuurd. Dit kan zijn een onderzoeks- en adviesbureau, een landschapsarchitect of een persoon, bedrijf of organisatie met specifieke kennis over het gebied, natuurbeheer of processen (bijvoorbeeld een workshop organiseren voor bewustwording en/of gezamenlijke planvorming). De financier Financiers zijn veelal partijen die om reden van beleid, financiële winst of imago baat hebben bij de resultaten van de samenwerking.
Hoe de taken invullen? Uw partners in samenwerking zijn in de praktijk niet altijd vrij te kiezen. U bent veelal gebonden aan eigenaren en beheerders van aangrenzende terreinen. Toch kan onderstaande werkwijze u ondersteunen in het kiezen van de juiste partners. 1. Benoem alle relevante partijen en betrek ze er vanaf het begin aan bij In eerste instantie moet u bekijken welke kwaliteiten u zelf in huis Be trek de heeft en welke taken u dus zelf kunt doen. Zo kan r e le v a n t e P r o je c t S t im u le r in p a r t ij e n e r v a n b e de terreineigenaar de initiator g s r e g e li n g in a f a a n van Horst g A b g zijn en tevens één van en R aam' ij ! r a r is c h N atuurbeh e e de financiers. Benoem r R N L E- g e b ie De p r o v in c ie d 'L a n d in alleen de partijen it ie e r t natuurb eh h ie r e e n s t im b ij a a n v e e r. De g e m e e n die u echt nodig hebt u le r in g s an g van t r e g e li n g h e t p r o je e n M il l e n C u ij k we rken r voor de samenwerking. z ij n e r la vo o r a g c t vo o r emmend deze ge r a r is c h ,o he bbe n . m e e n t e t e r b ij g e k o m e n In d it z e m d a t z e n o g g e e Houd het zo klein en n nog , omd lfd n natuur van he t b e le id s p g e e n p la n n e n la a t e r p la n n ie e p r o je c t : H e t goedkoop mogelijk! g e n . Z ij la wat e r sc t in e n h p a r t ij e n h a p z ie t n (v is ie) v o o r h e eef p o s it ie f t g e b ie d Betrek van het begin het nut z ij n v o o r t a fg e z ie n v a n , de mee d e e ln a m de same r waard e e . We e g n w e r k in af aan alle relevante , c o n t in u g. a f w e lk e partijen erbij. Het later
18
Hoofdstuk
4
Zoeken van de juiste partners
toevoegen van partijen werkt zeer vertragend. Het is goed u af te vragen wat de samenwerking de ander op kan leveren, voordat u hem of haar benadert. Soms kan het belangrijk zijn het idee groter of kleiner te maken, waardoor andere partijen wel geïnteresseerd raken in een samenwerking. Laat partijen die geen meerwaarde in de samenwerking zien er buiten. 2. Breng eigenaren en beheerders in contact, daarna de andere partijen In het concrete gebied moet u eerst relevante terreineigenaren en -beheerders, die meerwaarde in de samenwerking zien, met elkaar in contact brengen. Deze kunt u het best persoonlijk benaderen. Afhankelijk van de complexiteit en het budget van de samenwerking kunt u hier in gezamenlijk overleg vervolgens onafhankelijke procesbegeleiders en specialisten bij betrekken. Maak de samenwerking niet onnodig duur. De taak van procesbegeleider wordt veelal ingevuld door een onafhankelijk advies- of communicatiebureau. Ook de gebiedscoördinator van de provincie kan deze taak vervullen. Wanneer de tegenstellingen minder groot zijn, kan dit ook één van de belangenvertegenwoordigers zijn. In principe is het beter dat terreineigenaren of -beheerders niet optreden als procesbegeleider, hoewel dit bij eenvoudige samenwerkingsverbanden regelmatig voorkomt. 3. Stel een team samen uit verschillende karakters Probeer het team samen te stellen uit verschillende karakters, hoewel dit in de praktijk over het algemeen moeilijk te realiseren is. Indien er keuzemogelijkheden zijn houd hier dan rekening mee. Het team functioneert goed als er onder andere leiderschap, creativiteit, procesbegeleiding en diplomatie aanwezig is. Denk aan mensen met een groot netwerk en mensen die hun nek durven uit te steken voor iets nieuws. Ook bruggenbouwers en mensen met een drive zijn zeer belangrijk. Een goed functionerend team is een positieve factor in de samenwerking.
19
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken!
4
Zoeken van de juiste partner
4. Beleg een eerste bijeenkomst Met de relevante partijen belegt u vervolgens een eerste bijeenkomst. In deze bijeenkomst maakt u met elkaar kennis en probeert u overeenstemming te bereiken over de hoofdlijnen van het project. De focus voor deze bijeenkomst is: Kennismaking en beeldvorming - Discussie over de samenwerking en de context waarin deze speelt. Besteedt aandacht aan het proces, bespreek de te volgen aanpak bij elke fase. Bespreek ook het tijdstraject om uiteindelijk tot de uitvoering van de samenwerking te komen. Realiseert u zich dat dit veelal een periode van 2 tot 3 jaar beslaat. - De deelnemende partijen. Wie zijn ze en zijn alle relevante partijen vertegenwoordigd? Elke partij geeft hierbij aan wat haar probleem is en waarom ze daarvoor wil samenwerken in deze concrete situatie. - Eventueel excursie naar een vergelijkbaar project qua partners of doelen.
w er ki ng in Pro je ct 'S am en
d e E il an d s p ol d er
'
en da pu nt en ng ga at . De ag ga e d g n in aa ng om ar lo ka bu re au B d e sa m en w er ki ect m et el Pro ce s be ge le id erm en in d e ee rste bi je en ko m st d ir en . Een ie d er m oet zi jn id ee over t ss ie pu nt “B el an gr ijk is da ss ie ve !” zi jn , m aa r d is cu es ti ta en aats va n ee n pa es pl pr in g en in ge er n d te na m oe ti eve be ge n. D us ee n ac in ku nn en br en
Eventueel kunt u al voorzichtig nadenken over de mogelijke organisatiestructuur (communicatie), een overlegschema en potentiële financieringsbronnen, hoewel dit meestal pas in de tweede bijeenkomst aan de orde komt.
20
Invulling Taken in Poortproject Landgoed Middachten Gebiedsvisie Havikerpoort Het initiatief ligt hier bij de particuliere grondeigenaren, landgoed Middachten en Hof van Dieren. Ze zoeken samenwerking met Natuurmonumenten om de positie van de landgoederen naar de toekomst toe te versterken. Natuurmonumenten ziet dit wel zitten, want herten aan de IJssel is voor hen een natuurdoel. In een latere fase is de provincie Gelderland mede-initiatiefnemer bij dit project om het beleid, reconstructie en Veluwebeleid van Ministerie van LNV, uit te kunnen voeren. Men wil de verbinding tussen de Veluwe en de randzones versterken. Bij dit project gaat het om één van de zeven verbindingen, Veluwe met de uiterwaarden van de IJssel. De landgoederen en een paar kleine boeren zijn de eigenaren van het gebied. De beheerder is Natuurmonumenten. In dit complexe project treedt de GLTO op als belangenbehartiger van de boeren. De rentmeester van Landgoed Middachten, die bovendien medewerker is van adviesbureau Sight, treedt als procesbegeleider op. Dit is een positieve uitzondering op de regel dat de eigenaar niet als procesbegeleider op moet treden. Voordeel hierbij is wel dat de mensen hem kennen en dat hij het vertrouwen van deze mensen heeft. De externe deskundigheid van specialisten van IVN, Stichting Veluws Hert, Alterra en enkele ingenieursbureaus zijn ingehuurd. De proceskosten worden voor 75 % gefinancierd door de provincie en voor 25 % door private partijen.
21
Natuurlijk Samenwerken!
Een doelmatige organisatiestructuur
A
LS DE RELEVANTE SAMENWERKENDE PARTIJEN BEKEND zijn, is het belangrijk om te beslissen over de structuur waarin u wilt werken en met elkaar wilt overleggen en communiceren. Hoe worden beslissingen genomen, waar liggen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Zoek een doelmatige structuur die past bij de complexiteit van de samenwerking. Een juiste organisatiestructuur is belangrijk voor een goede interne en externe communicatie en daarmee een belangrijke succesfactor.
Succesfactor communicatie Alle betrokken partijen, maar ook de gebruikers van het gebied, moeten serieus genomen worden. Zorg voor goede informatie en biedt aan iedereen de ruimte om hun mening naar voren te brengen. Een klankbordgroep is hierbij een goed middel. Bij complexe projecten is het aan te bevelen om een apart communicatieplan op te stellen.
22
In eenvoudige samenwerkingsprojecten is de noodzaak van een professionele organisatiestructuur minder aanwezig. In het project 'Nieuwe natuur in het Pollens veen' bij Epe (19 ha) was van een organisatiestructuur dan ook niet echt sprake, hoewel hier de taken wel goed verdeeld zijn. Als er reden toe was werd er vergaderd met de betrokken partijen aan de keukentafel bij de familie Duin. DLG zat de vergaderingen voor. Oranjewoud trad op als adviseur. Het waterschap is een paar keer aangeschoven om specifieke kennis met betrekking tot waterpeilbeheer in te brengen. De communicatielijnen zijn hier kort en alles is beter te overzien. De taken worden hier meestal ingevuld zoals het op dat moment het beste uitkomt, of wie deze het beste beheerst. Toch is het aan te bevelen om hierbij ook in deze samenwerking gezamenlijk stil te staan. Zet eventueel op papier wie waarvoor verantwoordelijk is en wie welke bevoegdheid heeft.
Hoofdstuk 5
De initiatiefnemer kan mogelijk een voorstel voor een organisatiestructuur inbrengen. Eventueel een structuur die werkt bij een vergelijkbare samenwerking. Stel deze structuur ter discussie en werk deze uit tot een doelmatige organisatiestructuur voor uw eigen samenwerking.
23
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken! In complexe samenwerkingsverbanden kiest u in het algemeen meer voor een structuur die vergelijkbaar is aan die in het project 'Land van Horst en Raam', eventueel aangevuld met een klankbordgroep. Voorbeeld organisatiestructuur: project Stimuleringsregeling natuurbeheer RNLE-gebied 'Land van Horst en Raam'. Gebiedsgrootte 22.000 ha
Agrarisch
STUURGROEP Vertegenwoordigers van de gemeenten Uden, Oss, Landerd, Bernheze en Grave en provincie Noord-Brabant als zijnde opdrachtgevers van het project
PROJECTGROEP ZLTO (projectleider), Maashorstboeren, gemeenten, Brabants Landschap, extern bureau, provincie Noord-Brabant, waterschap Maaskant
WERKGROEPEN LANDSCHAPSPLAN
24
WERKGROEP REGELING EN ORGANISATIE
Plaatselijke ZLTO en natuurverenigingen, gemeenten, Brabants Landschap, waterschappen
ZLTO, gemeenten, provincie, waterschappen, Brabants Landschap
Ondersteuning door projectleider en extern bureau
Ondersteuning door projectleider en extern bureau
5
Een doelmatige organisatiestructuur
De stuurgroep stuurt de projectgroep aan en neemt de beslissingen op beleidsniveau. Deze draagt zorg voor de bestuurlijke verankering van het project, beoordeelt de producten en biedt ze ter vaststelling aan bij de verantwoordelijke organisaties. Financiers hebben meestal zitting in de stuurgroep. De projectgroep stelt het uit te voeren plan op en coördineert het project, faciliteert de gebiedscommissies en de werkgroepen en produceert de verschillende producten. Het projectteam is verantwoordelijk voor het tijdig opleveren van de producten. De Werkgroep Regeling en Organisatie heeft als taak om een voorstel uit te werken voor een stimuleringsregeling agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Deze werkgroep bereidt de volgende producten voor: financiële regeling/subsidieverordening, convenant, communicatieplan, coördinatie uitvoering en het cursusplan. Het externe bureau zal de plannen en afspraken uit de werkgroep in juridische en financiële regelingen gieten of anderszins op schrift stellen. De Werkgroepen Landschapsplan hebben als taak om per gemeente (of per ander afgebakend gebied) het landschapsplan en de werkkaart op te stellen. Deze werkgroepen worden ondersteund door de projectleider en het extern bureau. Er is hier niet gekozen voor een klankbordgroep, omdat de publieke opinie hier minder van belang is en verder alle relevante partijen al in de projectgroep of werkgroepen vertegenwoordigd zijn. Een klankbordgroep is van belang voor het creëren van draagvlak. Een klankbordgroep wordt in de structuur veelal onder de werkgroepen d it d) t e L a n d e r a g m e e d e n ke n . A ls n geplaatst, maar kan in e e m e g ( m rg en an den Be werkelijkheid op elk at ie d e r e N ic o li e n v in d e n h et p r ett ig d st e ig e r e n .” v niveau ingezet worden. De nsen “ Mensen gaan me is l a v e g klankbordgroep adviseert n ie t h e t en denkt mee.
25
Project Samenwerking in de Eilandspolder - succesfactoren communicatie en tijd Procesbegeleider Bureau Blooming
“In plaats van het geplande half jaar duurde deze fase twee jaar. Zorg dat de mensen dezelfde taal spreken. Bedoelt een ieder hetzelfde? De samenwerkende partijen komen vanuit verschillende culturen. Bij de vraag, welke beheerstaken er moesten komen, formuleerde iedere partij het anders. De een had het over kantooractiviteiten, terwijl de ander het over veldactiviteiten had. Bij doorvragen bleek echter dat men toch hetzelfde bedoelde. Goede communicatie is de sleutel in het proces. Ontwikkel een gezamenlijk jargon. Besteed hier genoeg tijd aan en vraag door. Neem de tijd om het gezamenlijke doel duidelijk te krijgen. Los de nodige knelpunten op. Dit is de basis voor een goede samenwerking en een vlot lopend proces.”
Het gemeenschappelijke samenwerkingsplan
A
LS U EEN DOELMATIGE ORGANISATIESTRUCTUUR HEBT neergezet kunt u in de vervolgbijeenkomsten de stappen zetten om het oorspronkelijke idee uit te werken tot een gedragen samenwerkingsplan. Hierbij komt de nadere uitwerking van de gezamenlijke projectdoelen, het plan van aanpak, de tijdsplanning en de begroting aan de orde. Workshops en excursies doen hierbij vaak wonderen om tot resultaat te komen. Schakel hiervoor eventueel externe deskundigen in.
Neem ruim de tijd voor deze fase. Kijk goed naar vergelijkbare samenwerkingsprojecten en laat in de bijeenkomsten de volgende zaken aan de orde komen: • Elke partij geeft aan wat zij voor ogen heeft bij de samenwerking, het gewenste beheer en het uiteindelijke resultaat ervan (streefbeeld). Geef aan wat de meerwaarde voor elke partij is. • Analyseer de overeenkomsten en knelpunten. • Los de knelpunten op tot werkbare oplossingen. • Ontwikkel een gezamenlijk visie en doelstelling en van hieruit een activiteitenplan. • Schrijf het samenwerkingsplan en kom tot goedkeuring. Individuele doelen, wensen en randvoorwaarden Zet de wensen en randvoorwaarden van elke partij op een rij. Wat wil een ieder met de samenwerking bereiken. Geef aan wat u van een ander verwacht en wat men van u mag verwachten. Beschrijf de huidige en de gewenste situatie (streefbeeld) ten aanzien van natuurdoelen op korte en lange termijn. Vertaal dit naar het gewenste beheer en de gewenste uitvoerder. Geef aan waar knelpunten te verwachten zijn. Voor een voorspoedig verloop van het proces is deze inventarisatie zeer belangrijk. Als al vroeg in het proces duidelijk is wat een ieders wensen en eisen zijn, scheelt dit tijd bij de planvorming.
26
Hoofdstuk 6
Natuurlijk Samenwerken!
27
Natuurlijk Samenwerken!
enlijk doel Succesfac tor Gez am
zi jn ei ge n SBB ) ur lij k w el va nu it fd o tu o na h r ts de ic Ie . tr en is og n (d he tz el fd e do el , te tz el fd e do el vo or Gerard Jonkma m en w er ki ng m et na f he t be gi n he ha dd en va er la p he b je sa “B ei de pa rt ije n ka ar en op de ov el en pp la er ov en cr eati e.” be la ng . De be la ng sp ro du ct ie en re ee vl , er he be ur w et en natu
Gezamenlijke visie en doelstelling Gebruik de overeenkomsten in de individuele doelen en zoek naar werkbare oplossingen voor de knelpunten. Op basis van de overeenkomsten en de werkbare oplossingen moet u een gezamenlijke visie met activiteitenplan en doelstelling van het samenwerkingsverband formuleren. Als de belangen ver uiteen liggen is dit een erg lastige klus. Het is verstandig eerst op hoofdlijnen overeenstemming te bereiken en vervolgens op detail. Het komen tot een gemeenschappelijke visie en doelstelling is een ontwikkelingstraject. Bouw voldoende ruimte in voor discussie.
Projec t Nieuwe natuur in het Po llens veen de heer R on deb oom (Geldersch L a n d s c h a p) Om
e e n z e lfd e b e e ld t e kr ij g p ra kt ij kv o o e n va n h e t m rb e e ld b e zo o g e li jk e re s c h t . D o e l h ie u lt a a t va n d B ij d e in ve n t rv a n w a s g e e s a m e n w e rk a ri s a t ie b le z a m e n li jk e b in g is e e n e k dat de tw h e t G e ld e rs e e ld vo rm in g e e p a rt ic u li L andschap e . e re n n d a t e e n va t e vo re n d u id n d e e ig e n a re m in d e r g e ld t o t h u n b e s e li jk t e h e b b c h ik ki n g h a d n z ij n t e rr e in e n . H ie rm e e O p b a s is va n den dan w il b li jve n h o ku n je t ij d b de gezamen e o s ie n . H e t is g p li jk e vi s ie h e a re n b ij d e p é é n g e ko z e n o e d d it va n e ft O ra n je w la n vo rm in g . vo o r ve rd e re o u d vi e r in ri u it w e rk in g . is h e t 's a m e c h t in g s va ri Op het mom n -g e vo e l' e rg ante ent dat er g g ro o t . Da t is D it is vo o r a e z a m e n li jk vo n o p g e s t e ld . H ie rv a n is een goede s ll e d ri e e ig e er o r é é n p la n w t n a a re n a fz o n d rt ! Ve rv o lg e s u b s id ie a a n o rd t g e ko z e e rl ij k g e d a a n s is h e t p la vr a g e n . O o k n , n . n D d ve rd e r u it g e u s d ri e w e rk it is u it b e s t s u b s id ie g e ld o m s c h ri jv in w e rk t . e e d a a n O ra e n d ie va n u it g e n , b e g ro t n je w o u d . De h e t Pro g ra m in g e n e n ko s t e n h ie rv m a b e h e e r (S a n z ij n d e e ls u b s id ie re g e ve rg o e d u it li n g N a t u u rb de e h e e r) z ij n o n t va n g e n .
28
Hoofdstuk
6
Het gezamelijke samenwerkingsplan
Het plan Het gezamenlijke streefbeeld met het bijbehorende activiteitenplan en de doelen vormen de basis voor het vervolgens te schrijven samenwerkingsplan. Het schrijven van het plan moet u het liefst zelf doen. Afhankelijk van budget en ervaring kunt u overwegen het uit te besteden. Er zijn adviesbureaus die hier ervaring mee hebben. In het plan van complexe samenwerkingsverbanden worden de volgende zaken beschreven: achtergronden, probleem- en doelstelling, projectopdracht, afbakening van het project, gezamenlijke en afzonderlijke activiteiten, de tijdsplanning met beslismomenten, begroting van de kosten, organisatiestructuur, informatievoorziening en indicatoren voor monitoring. Splits de kostenbegroting op in eenmalige kosten voor het proces en de inrichting en jaarlijkse kosten voor het beheer. Dit is handig bij het benaderen van potentiële financiers. Uiteindelijk legt u het definitieve samenwerkingsplan vast. Veelal wordt dit, na adviezen uit de diverse werkgroepen, uiteindelijk besloten in de stuurgroep. Met dit definitieve plan kunt u vervolgens de samenwerking vastleggen en de benodigde financiering verwerven. Het plan van een eenvoudig samenwerkingsverband kan wellicht minder uitgebreid zijn. Geef in ieder geval aan wat u wilt bereiken, hoe en wanneer u dit denkt te realiseren en wat dit gaat kosten. Verder is het goed vast te leggen wanneer en hoe u de resultaten van de samenwerking gaat evalueren.
we rd rken. Er e w e t e rde n a d e r u it r r id o r n e k n e lp u n t e n w g e n g r o t e o c e r u d u ij e e n o m e le g d . D n b e k e k e n . E r la ld ig . M e n s e n ol van Nat a vo n d b n wo rd e n a a n g n é é e rde g ewe Projec t B s jk rd unne z a k e n w it p r o c e s g in g n d e li k e a u h a o c g. Zo we m z is in m n in ll D a h e u . r c w v r t e k e a in t p t z e e kgroe op hun n ander o m h e e n d e n k e n o ve r d Ee n we r r w a t e r m m in g s p la n e d e w e r k g r o e p e e t v o a n t h n c e n same see rd . n a g e d a e r d . H e t b e s t e o p t a f e l, w a a r beg on n e d r s a ie ly a a n a ly b a e m n g , a r ge nten ge n o ve n het u e a v g lp e e ’s t n o k h t lu c h t f o r e e r s t k r it is c ie d in g e v u ld e n ne het geb st on de s t a p je r 29 o o v s t a p je
Natuurlijk Samenwerken!
De samenwerkingsovereenkomst
Diversiteit aan overeenkomsten
A
In de samenwerkingsovereenkomst komt het volgende aan de orde: de doelstelling(en), de te nemen stappen, de op te leveren producten en de (financiële) bijdragen van elke betrokken partij. Verder het overeengekomen beheer, de organisatie van het beheer, de beheersvergoeding en natuurlijk de contractduur. Eventueel kan men ook de regels die gelden in geval van geschillen opnemen. Het is verstandig in de overeenkomst een clausule op te nemen waarin staat dat het pas in werking treedt nádat de benodigde financiën voor het project beschikbaar zijn. Laat de overeenkomst juridisch toetsen. Een voorbeeld van een samenwerkingsovereenkomst is opgenomen in bijlage 3.
Praktijkprob
leem
De d u u r v a n e e n o ve r ee n komst d is c u s s ie is n o g a l e e . Natuurb ns p u nt va eherende c o n t in u ït in s t a n t ie n e it a ls m o s w il le n z o g e li jk h e id v o o r e e n ja wel t o t b ij s t u r ig e c o n t r r in g . Z ij k ie a c t e n . Vo v a n la n g ja ze n graag o r a g r a r ië r ig g e b r u ik r s is d e z e k v a n b e la n g pacht con e r h e id . Z ij w il le n trac t e n a fs lu it e n . M g r a a g la n g e e n c o m b in ja r ig e en zou mo a t ie v a n b e t e n stre e id e . In d e st ee ds va ve n n a a r p r a k t ij k w k e r o p g e lo o r d t d it p st. r o b le e m
30
Hoofdstuk 7
In kleine samenwerkingsverbanden, zoals bij het project 'Nieuwe natuur in het Pollens veen', is er van de afspraken tussen de drie grondeigenaren niets op papier gezet. Mondelinge afspraken worden hier zonder problemen nageleefd. In het project 'Mergellandschapen op kalkrijke schraalgraslanden' zou dit ook kunnen, maar voor Staatsbosbeheer als organisatie is het van belang dat de afspraken op papier worden gezet. Er zijn grondgebruiksovereenkomsten gesloten. Hierin zijn de inhoudelijke afspraken opgenomen, bijvoorbeeld over het beheer van de gronden, welke terreinen en de begrazingsperiode. In het project 'de Utrechtse Venen' is het de bedoeling dat Natuurmonumenten één groot contract afsluit met de agrarische natuurvereniging, die vervolgens met elke boer een contract afsluit met daarin de overeengekomen afspraken. In het project 'Stimuleringsregeling Agrarisch Natuurbeheer RNLE-gebied Horst en Raam' hebben de betrokken partijen een afsprakenkader opgesteld waarin zij zich conformeren aan de werkwijze, doel, organisatie en financiën om tot een uitvoeringsprogramma voor een stimuleringsregeling te komen. Als de juiste afspraken en organisatievorm nog moeten worden uitgezocht, kiest men soms voor een intentieverklaring. Er wordt tijdens de duur van deze verklaring eerst proefgedraaid om vervolgens te komen tot de juiste vorm van samenwerking en de overeenkomst hiervoor. Een voorbeeld hiervan is de intentieverklaring van de agrarische natuurvereniging Waterland, in de provincie Noord-Holland, bij het project Reservaatsbeheer. Ook om het proces in te gaan om tot samenwerking te komen wordt nogal eens een intentieverklaring opgesteld. Pas bij de daadwerkelijke uitvoering wordt er een overeenkomst ondertekend.
LS ER EEN GOED SAMENWERKINGSPLAN LIGT, IS HET AAN te bevelen om een samenwerkingsovereenkomst op te stellen, voordat met de uitvoering begonnen wordt. Dit geeft een extra garantie voor een goede samenwerking. Met de overeenkomst wordt de inbreng van elke partij formeel gemaakt en is dit ook juridisch vastgelegd. Tevens kunt u op papier nogmaals duidelijkheid scheppen en alle nog bestaande misverstanden ophelderen.
31
Natuurlijk Samenwerken!
Het zoeken van financiers
Quickscan inrichtingsplan
U
In het samenwerkingsplan is reeds een begroting van de kosten voor het proces, de inrichting en het beheer opgenomen. Maak nu een inventarisatie van potentiële financieringsbronnen om de kostenposten te dekken. In eerste instantie kijkt u hierbij naar wat u en uw partners zelf aan eigen financiële middelen in willen zetten om het plan te realiseren. Vervolgens kijkt u naar wie er mogelijk in het samenwerkingsplan wil investeren. Hierbij valt te denken aan private partijen en landelijke of lokale sponsors die hun naam willen verbinden aan het project. Dit kan in de vorm van adoptie, sponsoring of van een landschapsfonds. Info hierover op www.nederlandmooi.nl. Tot slot zoekt u naar subsidiemogelijkheden. Hierbij kunt u gebruik maken van diverse programma’s en subsidieregelingen. Het gaat te ver om alle regelingen en subsidies op te sommen. Bovendien lopen regelingen af en komen er nieuwe bij, waardoor het overzicht nooit compleet en actueel is. Voor een uitgebreid en actueel overzicht van beschikbare regelingen en subsidies kunt u het best contact opnemen met de provincie (www. provincies.nl). Deze is op de hoogte van alle subsidieregelingen, zowel Europees (Leader, www.leaderplus.nl en POP), landelijk als provinciaal. Neem in ieder geval contact op met een medewerker van de provincie,
32
Hoofdstuk 8
Voordat u in het kader van Programma Beheer een inrichtingsaanvraag indient, kunt u bij het provinciaal DLG-kantoor terecht voor een eerste oriëntatie. Ook kunt u de kansrijkheid van het inrichtingsplan laten beoordelen. De DLG kan een ‘vooraanvraagtoets’ (quickscan) uitvoeren op uw in te dienen aanvraag. Deze toets loopt het inrichtingsplan op grote lijnen door aan de hand van de randvoorwaarden uit de regeling Programma Beheer. Voor adressen zie bijlage 2.
KUNT GEEN SAMENWERKINGVERBAND VOOR ontwikkeling en beheer van natuur aangaan en uitvoeren zonder financiële middelen. Veel nuttige informatie over financiering van uw natuurproject kunt u vinden op de internetsite van het Nationale Groenfonds, www.groenfonds.nl . Hier vindt u voor overheden, agrariër, particuliere grondeigenaar, landgoedeigenaar en andere investeerders in natuur informatie over de financiering van natuur en landschap in Nederland in het algemeen én de toegevoegde waarde van het Nationaal Groenfonds voor uw project in het bijzonder.
33
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken!
Succesfactor bij het zoeken van financiers: Creativit
eit
ader ncie ring sbro nnen is: wee s crea tief. Ben Het cred o bij het vind en van de juist e fina en mst efde doel en. Zijn er toek oms tige inko part ijen die baat hebb en bij de nage stre n. dere Dan kunt u de terr eine igen aren bena uit de sam enw erki ng te verw acht en? le ntië Dan zijn de behe erso rgan isat ies pote Is het doel een effic iënt er behe er? het EU, oele n op de subs idiep otje s van de fina ncie rs. Rich t uw pijle n bij bele idsd en bij elijk zijn er inst anti es die bela ng hebb Rijk , de prov incie s en gem eent en. Mog zoal s n, hun naam erge ns aan wille n verb inde het creë ren van nieu we natu ur of die elijk e spon soro rgan isat ies. stre ekge bond en priv ate part ijen of land een oduc t' in Noo rdoo st - Gro ning en heef t In het proj ect 'Van orto laan tot stre ekpr een aan riërs bena derd om sam en te werk en bosw acht er van Sta atsb osbe heer agra het Van t er op de akke rs rogg e verb ouw d. bete r land scha p voor de Orto laan . Nu word ocht word t als stre ekpr oduc t. graa n word t jene ver gebr ouw en, dat verk bij het scha p blijf t beho uden , boer en help en Een ster ke win- win situ atie : Het land ekpr oduc t. behe er door de prod ucti e van een stre
bijvoorbeeld een gebiedscoördinator. Daarnaast hebben gemeenten soms eigen stimuleringsregelingen. Informeer hier naar bij de gemeente waarin het specifieke gebied ligt. Verder is er informatie te vinden op de websites van de diverse ministeries (LNV, VROM, EZ, V&W), bijvoorbeeld www. minlnv.nl en het LNV-Loket (0800 22 33 322). De belangrijkste landelijke subsidieregelingen voor ontwikkeling en beheer van natuur binnen de EHS zijn die van het Programma Beheer, te weten Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) en de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN). Meer info hierover in bijlage 4. Daarnaast zijn er onder meer subsidies voor landinrichting, herstructurering van veehouderijgebieden (reconstructie zandgebieden) en gebiedsgerichtbeleid (SGB) www.gebiedsgerichtbeleid.nl.
34
8
Het zoeken van financiers
Deze laatste regeling is bij uitstek geschikt voor subsidiering van initiatieven voor nieuwe natuur. Voor de kosten die de overheid niet subsidieert komt u wellicht in aanmerking voor een voordelige ‘groene lening’ van het Nationaal Groenfonds vanwege de fiscale groenregeling.
Tips:
• Kijk hoe vergelijkbare projecten zijn gefinancierd. • Zoek bronnen voor de lange termijn, voor continuïteit in het beheer. Subsidies zijn veelal niet kostendekkend en geven geen zekerheid voor de toekomst. Denk hierbij aan het ontwikkelen van vermarktbare producten (bijvoorbeeld Geuldallam, excursies organiseren, bezoekerscentrum) en/of het opzetten van (regio) fondsen. • Start tijdig. Het aanvragen van subsidies en cofinanciering vraagt namelijk veel tijd. • Bereidt u goed voor op een gesprek met potentiële financiers. • Vorm eventueel een stichting om subsidies te krijgen. Bij een individueel bedrijf wordt het soms gezien als bedrijfssteun! (bv Stichting Schaapcompagnie Mergelland) • Wees kritisch bij het aanvragen van subsidiegelden. Criteria en voorwaarden kunnen belemmerend werken. Subsidies zijn nogal eens jaargebonden, terwijl u bij samenwerkingsprojecten vaak behoefte heeft aan meer tijd. Ook het moeten bijhouden van een projectadministratie kan een belemmering zijn. • Probeer zo snel mogelijk garanties voor subsidiëring van het project te verwerven, dit vereenvoudigt de zoektocht naar nieuwe partners en cofinanciering. • Kapitaliseer uw eigen inzet door de uren voor aa kt va n de overleg, organisatie en uitvoering is ge br ui k ge m r' uu at N n va di er eg el in g t 'B ol in de begroting op te nemen. B eh ee r, S ub si B ij he t pr oj ec a m m ra ov in ci al e og Pr lin ge n: m sa ne ri ng , pr de bo or Soms kunt u uw eigen arbeid vo lg en de re ge vo n g se t B el ei d, fo nd ul er in gs re ge lin inbrengen als cofinanciering bij G eb ie ds ge ri ch la n 20 0 0, st im sp er he be er n. , Wat st re ek fo nd se regelingen die niet 100 % van de gr oe nf on ds en ps el em en te n, ha sc nd la n de kosten dekken en cofinanciering on de rh ou eisen. • Begin later of laat betrokken partijen zorgen voor tussenfinanciering, als subsidiegelden van de provincie op zich laten wachten.
35
Succesfactoren enthousiasme, communicatie, respect en vertrouwen Houd voor de continuïteit van het project alle betrokken partijen enthousiast en gemotiveerd. De partijen moeten zich verbonden voelen met het project. En dat niet alleen door het contract of de vergoeding. Overleg regelmatig over de uitvoering en de bereikte resultaten. Blijf positief, ook als er iets niet helemaal volgens planning gaat. Toon respect voor alle partijen en schep een vertrouwensband.
De uitvoering!
A
LS HET PROJECTPLAN IS GOEDGEKEURD, DE SAMENwerkingsovereenkomst is ondertekend en de financiering is verworven kunt u starten met de uitvoering van het project. Op basis van de in het projectplan genoemde activiteiten en de planning hiervoor gaat u aan de slag.
Voor een duurzame samenwerking moet er tijdens de uitvoering voldoende vertrouwen van de partijen in elkaar zijn. Het is noodzakelijk dat er tijdens de uitvoering regelmatig overleg is tussen de partijen, want: • Natuurbeheer en bedrijfseconomie (in financiële zin) staan frequent met elkaar op gespannen voet. Overleg hoe zaken zo efficiënt mogelijk aan te pakken. Houd het zo goedkoop mogelijk zonder afbreuk te doen aan het gewenste natuurdoel. Schakel waar mogelijk vrijwilligers in (IVN, wildbeheerseenheid, burgers). Leid eventueel een landschapsonderhoudsploeg op. • Betrokken partijen hebben verschillende deskundigheden ten aanzien van landbouw en natuurbeheer. Effectief (agrarisch) natuurbeheer vraagt om specifieke vaardigheden en inzicht. Sta voor elkaar open en leer van elkaar. • Beheer en bedrijfsvoering moeten mede worden afgestemd op omstandigheden die van jaar tot jaar en in een broedseizoen van week tot week geheel verschillend zijn. Dat vereist flexibiliteit in de kennisuitwisseling. Bij eenvoudige samenwerkingsverbanden is dit over het algemeen redelijk goed te overzien. Zeker in complexe samenwerkingsverbanden is het belangrijk de uitvoering in goede banen te leiden. Stel hiervoor eventueel een projectleider aan, maar maak het niet onnodig duur. De projectleider is verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van het project.
36
Hoofdstuk 9
Natuurlijk Samenwerken!
37
Natuurlijk Samenwerken!
Hoofdstuk
9
De uitvoering!
Nieuwe ontwikkelingen geven vertrouwen voor de toekomst. Soms komt de samenwerking op papier wel van de grond, maar in de uitvoeringsfase loopt het spaak. Het beleid voor particuliere natuurontwikkeling en beheer, en samenwerking hierin, is nog vrij nieuw. De meeste projecten zijn recent gestart en lopen soms tegen financiële of praktische problemen aan, zoals bijvoorbeeld de mestwetgeving en het afvoeren van maaisel. Het beleid is zich bewust van deze problematiek en is hard aan het werk de randvoorwaarden te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) (bijlage 4) en het plaatsen van maaisel op de groene lijst voor covergisting.
Het project 'Samenwerking in de Eilandspolder' is zo complex dat men er voor gekozen heeft het gehele project uit te voeren in 16 deelprojecten. Er wordt nu een nieuwe werkstructuur ontwikkeld, een beheersplatform, die bij alle deelprojecten de gang er in moet houden.
38
t lle ns ve en ' za tu ur in he t Po na e ke uw lij ie 'N ke t er B ij he t pr oj ec ef en d e d aa dw ee rs te in it ia ti t he 0 03 is m en en ss tu er ja ar. In ju ni 2 2 ng ri oe tv ui ek is he rs te ld st ar t va n d e en . De kw el be nn go be rt ije n ng ri eg d . De d ri e pa el m et d e ui tv oe ng aa jn zi ru w el en e aa nl eg en po el en en st rd el ijk vo or d oo w nt ra ve el jn te rr ei n ze lf zi jn in d iv id ue na ar he ef t zi ge ei én el d er sc h E . er en m et he t G m en he t be he sa it d t ef n an d er he es te ed . B in ne in ge ri ch t, d e bb en d it ui tb he en te n eg aa d nl ge aa La nd sc ha p d e ti jd om d e g he b je 1 ja ar in el eg -r N S e d be ha le n el ijk vo or he t rd re al is er en . oo w nt ra ve w er kt . zi jn ze lf ni et sa m en ge in A lle pa rt ije n er hi dt or w le n. E r n d is cu ss ie . va n d e S N -d oe er ee n pu nt va d in m er hi is n pa ar d en H et m aa is el n w or dt he t aa re ie ul ic na ar ee n rt pa p br en gt he t ha Va n d e tw ee sc nd La h G el d er sc ge vo er d . H et be d ri jf. gs in te n is no g ni et co m po st er ut ig e el em en ho n va er he je , m aa r he t O ve r he t be k no g ee n ti jd oo rt uu d it d ijk he d en d it ge sp ro ke n, zi et w el m og el p ha sc nd La G el d er sc h d oe n. ge za m en lij k te
39
Natuurlijk Samenwerken!
Evalueren: bijsturen en leren
T
Evalueren doet u zowel tussentijds als aan het eind. Het levert bruikbare informatie op over de voortgang en resultaten van het samenwerkingsverband. Deze informatie kan dienen voor: • Coördinatie en beheersing van het project tijdens de uitvoering, qua tijd, financiën en beheer. • Communicatie binnen de organisatiestructuur. Voor de financiers heeft u soms een formele rapportage nodig. • Communicatie naar media, lokale bevolking, andere samenwerkingsinitiatieven. • Instrument om van te leren voor toekomstige projecten (eindevaluatie). Hierbij gaat het veelal om de beoordeling van de samenwerking, de partijen en de processen.
In het project Inscharing SBB/MCPM in de Peel wordt de evaluatie serieus aangepakt. Er is een voorjaars- en een najaarsoverleg. Daarnaast zijn er regelmatig themabijeenkomsten. Jaarlijks is er een informele barbecue, wat een zeer positieve invloed heeft op de samenwerking. Uit de evaluatie bleek dat de natuurdoelen van SBB niet sterk to uiting kwamen bij het tot dan toe uitgevoerde beheer. In een bijeenkomst heeft SBB gedemonstreerd wat goed beheer is en welk eindbeeld er nagestreefd wordt.
40
Als het goed is zijn de uitgangssituatie, het streefbeeld en de meetbare indicatoren vastgelegd in het samenwerkingsplan. Tussentijdse evaluatie is nodig voor sturing van de samenwerking. De eindevaluatie geeft aan of het gevoerde beheer het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Bedenk hierbij wel dat het bij natuurdoelen vaak een kwestie van lange adem is en dat het niet reëel is om resultaat te verwachten binnen 15 jaar. Ook kan beoordeeld worden of de gekozen projectorganisatie en samenwerkingspartners de juiste waren. Hier kunnen nieuwe samenwerkingsinitiatieven hun voordeel doen.
Hoofdstuk 10
IJDENS DE UITVOERING ZULT U REGELMATIG DE voortgang van het project moeten beoordelen. Indien gewenst past u de planning en werkwijze aan. Anders loopt u kans dat de kosten uit de hand lopen, het project vertraging oploopt of het gewenste resultaat niet bereikt wordt.
41
Hoofdstuk
Natuurlijk Samenwerken!
10
Evalueren: bijsturen en leren
In de praktijk wordt er nog maar weinig geëvalueerd. Het is aan te bevelen in ieder geval jaarlijks een evaluatiemoment te organiseren. Bespreek de samenwerking met uw partners. Bent u tevreden over de uitvoering van het beheer en de resultaten hiervan. Geef aan wat er goed ging en wat er beter kan. Maak een plan voor het eventuele vervolg. Het is verstandig de evaluatie schriftelijk vast te leggen.
Succesfac t or evalueren en b ijsturen Sam e n t e g e ns lagen overwinn en !
In h e t p ro je c t 'M e rg e ll andschape s c h ra a lg ra n o p k a lk ri jk s la n d e n ' is e e r g e e n o ff o ve r h e t ve ic ië le e va lu rl o o p va n d a t ie e s a m e n w e rk h ie r z o k o rt in g . De li jn e d a t m e n e lk n z ij n aar wel aan p ro b le m e n s p re e k t a ls z ij n . We l w o er rd t w e k e li jk b e g ra z in g n s be ke ke n o a a r w e n s is f de ve rl o p e n . V ja a rl ij k s d e e rd e r vo lg t n a t u u rw a a S rd BB e n in d e t e rr d e M K Z-p e ri o d e m o c h e in e n . T ij d e t en er geen ve rv o e rd . T schapen wo ns o e n h e e ft S rd e n B B a n d e re g ro n d b e s c , g e ïs o le e rd h ik b a a r g e s e t e ld . De b e d ri jf s e c o n o n is c h e s it u a t ie G e r L a rd in op h o is w a s in d e lo o p d e r ja e t b e d ri jf va n De s u b s id ie re n ve rs le c is w e g g e va h t e rd . ll e n , d e w o l m in d e r o p le ve rd e ve e e n de mest l w e t g e v in g is H ij h e e ft d va n t o e p a s it z e lf w e e r s in g . o p o rd e g e d o o r n ie u w b ra c h t , s o m e a fs p ra k e s n m schaapsko e t S B B. G e oi en een m r h e e ft n u in i- c a m p in een h ij t ra in in g g . O o k o rg a s d a g e n vo o n is e r e rt t le s p ro g ra m e a m b u il d in g e n ve rz o rg m a ’s vo o r s c h o le n . t h ij
42
In het project Bol van Natuur in Noord-Holland is er een inventarisatie gehouden van de huidige natuurwaarden. Over een paar jaar inventariseert men weer en bekijkt men wat het resultaat is.
43
Natuurlijk Samenwerken!
Project Samenwerking in de Eilandspolder Procesbegeleider Bureau Blooming
"Als in een eerste bijeenkomst een boer roept 'Het is hier al dertig jaar oorlog en dat zal ook wel zo blijven', dan ben je een tevreden mens als je na twee jaar 16 deelprojecten hebt weten te initiëren."
Tot slot !
M
ET DIT BOEK HEBBEN WIJ U HOPELIJK ENTHOUSIAST gemaakt om via samenwerking aan de slag te gaan met het ontwikkelen en beheren van natuur. Het is geen simpele opgave. In ieder geval biedt dit inspiratieboek u handvatten en tips om tot een goede samenwerking en een mooi stukje natuur te komen.
Recent e initiatieven
ts en Zu idHâ ne ke r' en he t Ut re ch 'De ing nig re ve ur tu Na Uit er wa ar de n Ag ra ris ch e nt de St ich tin g Be he er ce re en bb he p ha sc nd ar de n va n de Ho lla nd s La t be he er va n de uit er wa he en g tin ich inr de or ge br uik eli jk. De op ge ric ht vo n ee n an de r mo de l da n va n ee is g kin er nw me ra rië rs . He t ga at Le k. De ze sa gr on d in be he er aa n ag ij rb hie t ef ge er rd ee - en ef fic ien cy sla g te rre inb eh ar do or ee n kw ali te its wa g, kin er nw me sa e gs te llin g va n he t hie r om ec ht tie f st aa t in de be lan tia ini n Dit . en rd wo n an d Sc ho kla nd wi l ko pe ge ma ak t ka va n he t vo or ma lig e eil uk st n ee t da , ap ch Fle vo lan ds n do or bo er en . en he t wi l lat en be he re , de Vo ge lbe sc he rm ing nd Gr ut to lan d, wa ar in rla de Ne is f tie tia nd ini Ee n an de r Pla tt ela nd Ne de rla de rla nd en Na tu ur lijk La nd sc ha ps be he er Ne vo ge lbe he er. sa me nw er ke n in we ide
44
Hoofdstuk 11
U hoeft niet precies volgens dit boek te werken, want samenwerkingsprocessen gaan niet volgens een vast stramien. Flexibiliteit van zowel de mens als het proces is een belangrijke factor tot succes. Samenwerken is en blijft mensenwerk. Dit maakt een goede samenwerking moeilijk en vormt daarmee tegelijkertijd een grote uitdaging! Als het lukt geeft samenwerking een enorme voldoening. Iets laten zien wat je samen hebt bereikt en waar de omgeving enthousiast over is. De moeite van het investeren waard!
45
Natuurlijk Samenwerken!
Hoofdstuk
11
Tot slot!
Nationale Natuurprijs 2004
Nominatie voor het samenwerkingsproject van Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude met het recreatieschap Spaarnwoude en Landschap Noord-Holland. Contact: W.S. de vries 072-5896384 Het recreatieschap is verantwoordelijk voor het beheer van het 2750 ha grootte recreatiegebied en bufferzone Spaarnwoude, dat eigendom is van Staatsbosbeheer. Via een ondererfpachtregeling heeft het recreatieschap 400 ha hiervan uitgegeven aan de agrarische bedrijven, in combinatie met een overeenkomst waarin het natuurbeheer in grote lijnen is geregeld op basis van een zonering. Er worden drie zones onderscheiden met verschillende natuurdoelen. Het beheer is ondergebracht bij twee agrarische bedrijven, de samen een besloten vennootschap vormen, de Koningshoeve, met daarop een bedrijfsleider. De beheersvergoeding wordt eens per 5 jaar aangepast aan de uitkomsten van de bedrijfsvoering. Op grond van de beheerovereenkomst wordt jaarlijks met Landschap Noord Holland een beweidingsplan overeengekomen. Vrijwilligers nemen hier broedende vogels waar. De waarnemingen van de weidevogels worden door een coördinator van Landschap Noord Holland en de bedrijfsleider in een wekelijks overleg vertaald in de planning voor maaien en beweiden. Landschap Noord Holland voert jaarlijks een evaluatieonderzoek uit, gericht op de ontwikkeling van de weidevogelstand en natuurwaarden van sloten, oevers, erf beplantingen, etc.. Met deze evaluaties wordt het natuurbeheer op hoofdlijnen door het bestuur van de stichting in overleg met de bedrijfsleider aangestuurd en legt de stichting jaarlijks verantwoording af aan het bestuur van het recreatieschap. Deze organisatie blijkt zeer succesvol is ten aanzien van het weidevogelbeheer. Succesfactoren van deze samenwerking: - betrokkenen zijn overtuigd dat samenwerking noodzakelijk is en hebben een grondhouding, die wordt gekenmerkt door belangstelling en motivatie voor natuurbeheer - samenwerking en communicatie zijn doelmatig geregeld door het geheel van overeenkomsten en afspraken, die frequent worden geëvalueerd en bijgestuurd. - organisatiestructuur met een doelgerichte toedeling van taken en verantwoordelijkheden - leidinggevende heeft grote bestuurlijke vaardigheden en levert een flinke inspanning - regeling van grondgebruik en beheer op basis van continuïteit, dus langjarige contracten - duidelijke afspraken over wie in de loop van het jaar wat doet - adequate vergoeding van het beheer - voortdurende uitwisseling van kennis en daardoor een op de situatie aangepast beheer - transparant en flexibel systeem, effectiviteit is door alle betrokkenen te beoordelen en (mede) aan te sturen - beschikbare budget is in overeenstemming met de maatregelen die nodig zijn om de natuurdoelen te realiseren - betrokkenen vertrouwen elkaar - systeem wordt continu aangepast aan veranderende omstandigheden, zoals de markt voor melk en vlees, het EU-beleid (premies en subsidies) en nieuwe inzichten ten aanzien van verbrede landbouw
46
Persbericht: Provincie Overijssel stimuleert particulier natuurbeheer Het komende jaar benadert de provincie Overijssel grondeigenaren persoonlijk om hen te informeren over de mogelijkheden voor particulier natuurbeheer. Dit onderneemt men om particulier natuurbeheer te stimuleren. Dat is nodig omdat veel particulieren niet meedoen. Dit door gebrek aan kennis over de mogelijkheden die het particulier beheer van natuur biedt. In 2003 is 80 hectare landbouwgrond door particulieren omgevormd tot natuurgebied. De provincie wil dit in 2005 en 2006 tot 360 hectare laten groeien. Het uiteindelijke doel is de realisatie van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur. De provincie stelt elk jaar de natuurgebiedsplannen vast. In deze plannen is per gebied aangegeven welke landbouwgronden zijn aangewezen als toekomstige natuur. Het zijn nu vooral landgoedeigenaren en boeren die meedoen. Vooral bij deze laatste groep kan de deelname vergroot worden. Zij zijn de belangrijkste beheerder van het landelijk gebied. Bovendien levert particulier natuurbeheer boeren financieel voordeel op. Regels wijzigen Naast het informeren en stimuleren moeten er ook verbeteringen in de wet- en regelgeving komen. Om het particulier beheer meer ruimte te geven, moet het Rijk de bestaande rijksregels wijzigen. Zo moet het mogelijk zijn overheidsgrond te verkopen aan particulieren die de grond als natuurgebied willen inrichten en deze nieuwe natuur willen beheren. Nu gaat aangekochte grond altijd naar één van de drie door het Rijk erkende beherende organisaties. Groenloket Veel grondeigenaren hebben problemen met de vaak ingewikkelde regelgeving rond de subsidies voor natuurbeheer. Daarom is op de vernieuwde website www.groenloketoverijssel.nl alle informatie te vinden over de natuurgebiedsplannen en de bijbehorende subsidies. Hier is op een makkelijke manier snel en eenvoudig te zien voor welke subsidiemogelijkheden de grondeigenaar in aanmerking komt. Vooral de interactieve mogelijkheden tussen de verschillende natuurgebiedskaarten en de subsidiemogelijkheden zijn nieuw. Voorbeelden Langs de Bloemenbeek bij De Lutte start een natuurherstelproject van 9 hectare waarbij de natuurlijke beek en de daarbij horende bloemrijke graslanden worden hersteld. Bij de Elsbeek in Lonnekermarke (Enschede) wordt 25 hectare landbouwgrond omgevormd tot bos, bloemrijk grasland en een zogenaamde basisbiotoop voor de zeldzame boomkikker.
47
Lijst met voorbeeldprojecten Afkortingen In de hierna volgende tekst worden de volgende afkortingen gebruikt: SBB: Staatsbosbeheer NM: Natuurmonumenten DLG: Dienst Landelijk Gebied SN: Subsidieregeling Natuurbeheer SAN: Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer EHS: Ecologische Hoofdstructuur ZLTO: Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie WLTO: Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie NLTO: Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie GLTO: Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie ANV: Agrarische Natuur Vereniging LNV: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit IVN: Vereniging voor natuur- en milieueducatie SBNL: Stichting Beheer Natuur en Landelijk Gebied De bij elk project vermelde contactgegevens zijn van november 2004. Deze info kan snel verouderen. Langs het Water
Bijlage 1
Actief en agrarisch randenbeheer in Brabant
48
Object: In de omgeving van Wanrooy in Noord-Brabant zijn de proeven 'Actief randenbeheer' en 'Agrarisch randenbeheer' opgezet. Daarbij houden agrariërs langs slootkanten stroken vrij van mest en gewasbeschermingsmiddelen en worden deze stroken meerdere keren per jaar gemaaid om zo verschraling te stimuleren. Ter compensatie krijgen de agrariërs een vergoeding, die gebaseerd is op de volgende punten: inkomstenderving, kosten voor het extra maaien en de waardering voor de inzet. Actoren: Waterschap de Maaskant, ZLTO, Provincie Noord Brabant en individuele agrariërs. Contact: www.randenbeheerbrabant.nl of tel. 0900 23 59 586 (ZLTO)
Bijlage
1
Lijst met voorbeeldprojecten
Schoon water in de polder Bergambacht
Object: Het Schoonwaterproject heeft gelopen in de periode 1995-2001 met als doel het verbeteren van de biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de polder Bergambacht (ZH). Agrariërs, adviseurs en onderzoekers hebben nauw samengewerkt om zes geplande maatregelen, van de verlaging van de mestgift op agrarische bedrijven tot de aanpassing van rioolwaterzuiveringsinstallaties, zo goed en efficiënt mogelijk toe te passen. Dit is met succes gebeurd. Actoren: DLG, provincie Zuid-Holland, gemeente Bergambacht, Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, WLTO, Hydron Zuid-Holland, Hoogheemraadsschap van de Krimpenerwaard en gemeente Schoonhoven. Contact: projectleider Ir. W.G. Werumeus Buning, tel. 078 63 97 100
Agrariërs onderhouden slootkanten
Object: In een bestuurlijke overeenkomst, die voor zes jaar is afgesloten tussen het waterschap en de vereniging PAN (start 2004), zijn afspraken gemaakt over het onderhoud van slootkanten door de PAN. Daarbij wordt er onder andere pas na 1 juli gemaaid en resulteert afvoer van maaisel in het verschralen van de slootkanten. Het maaisel wordt door de deelnemende agrariërs verwerkt op het land. De SAN maakt dit project financieel mogelijk. Actoren: Waterschap Rijn en IJssel, Particulier Agrarisch Natuurbeheer (PAN). Contact: Waterschap Rijn en IJssel, tel. 0314 36 93 69 Nieuwe Natuur
Nieuwe natuur in het Pollens Veen
Object: Twee particuliere eigenaren en het Geldersch Landschap(GL) hebben een nieuw natuurgebied gerealiseerd. Het inrichtingsplan is gezamenlijk opgesteld, maar voor de uitvoering is apart SN aangevraagd. Het resultaat is 20 ha aaneengesloten natuurgebied waar de drie eigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor het eigen deel en het beheer daarvan. Actoren: Stichting het Geldersch Landschap, twee particulieren eigenaren, Ingenieursbureau Oranjewoud BV. Contact: Stichting het Gelders landschap, tel. 026 35 52 555
Nieuwe natuur in het Leutinkveld
Object: Landschap Overijssel (LO) heeft samen met de particuliere eigenaar van landgoed het Leutinkveld een inrichtingsplan opgesteld voor een gebied op de grens van de terreinen van LO en het landgoed. Gezamenlijk is de oude beekloop van de Kleine Haverriet weer hersteld (470m) met omliggende beekdalgronden en natte
49
Bijlage
Natuurlijk Samenwerken! hooilanden en is het landgoed versterkt met kleine landschapselementen. Voor de uitvoering heeft het waterschap financiering beschikbaar gesteld, voor het beheer is afzonderlijk SN aangevraagd. Actoren: Waterschap Regge & Dinkel, Landschap Overijssel (LO) en de particuliere eigenaar. Contact: Landschap Overijssel, tel. 0529 40 17 31 Gezamenlijk beheer
Gezamenlijke uitwaarden beheer door Zuid Hollands Landschap en den Hâneker
Object: Drie uiterwaard gebieden zijn door Rijkswaterstaat overgedragen aan het Zuid-Hollands Landschap (ZHL). Om gezamenlijk met ANV Den Hâneker het beheer van de gebieden uit te voeren is er een stichting opgericht. Een gedeelte van de graslanden wordt door de agrariërs beheerd, het andere deel door het ZHL. Het gaat om 20 ha bij Lexmond (onteigend), 100 ha bij Vianen (onteigend) en 100 ha bij Everdingen (particulier eigendom). Actoren: Zuid-Hollands Landschap, ANV Den Hâneker Contact: Zuid-Hollands Landschap, tel. 010 27 22 222
Gezamenlijk heidebeheer op de Noord Veluwe
Object: Op de Veluwe hebben een aantal eigenaren van heidegrond gesproken over de mogelijkheden voor het beheren van de heide met één grote schaapskudde. Actoren: Stichting het Geldersch Landschap, Kroondomeinen, Defensie, Landgoed Tongeren, Landgoed Welna, Staatsbosbeheer, Waterschap Veluwe Contact: Federatie Particulier Grondbezit (FPG), tel. 030 69 34 555 Natuurpacht individuele agrariërs via coöperatie
De Duinboeren en Natuurmonumenten
Object: in een landbouwenclave in de Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen heeft NM grond aangekocht. Door middel van verschraling worden deze omgezet naar natuurgronden. Via de Duinboeren legt NM contact met agrariërs uit de omgeving die middels een pachtcontract de gronden beheren. De Duinboeren houden toezicht op het naleven van de regels. Actoren: Natuurmonumenten, de Duinboeren en individuele agrariërs uit de omgeving. Contact: De Duinboeren (www.duinboeren.nl), Joost Reus (coördinator en projectleider).
50
1
Lijst met voorbeeldprojecten
SBB en milieucoöperaties op de grens van Brabant en Limburg
Object: Een samenwerkingsverband tussen SBB en drie verschillende agrarische organisaties op de grens van Brabant en Limburg. Via deze organisaties worden pachtcontracten afgesloten met agrariërs uit de omgeving voor het inscharen van vee op de graslanden. Daarnaast wordt er o.a. samengewerkt bij themaexcursies, demobedrijf, gezamenlijk product ontwerpen, ‘erkend natuurbeheerder’ gecertificeerde agrariërs op weg helpen, etc. Actoren: Staatsbosbeheer, Milieucoöperatie de Peel (pion), Milieucoöperatie Peel & Maas en Stichting Limousine Regionale. Contact: www.pion-depeel.nl, Jan van der Zwaan, tel. 0492 38 56 42 Zelfstandig beheer pacht natuurgrond door groep agrariërs
Zelfstandig beheer natuurgebied Midden Groningen door agrariërs
Object: De ANV Slochteren heeft met een groep van 16 agrariërs zelfstandig een kudde Hereford runderen aangeschaft waarmee het natuurgebied Midden-Groningen (200 ha) het hele jaar wordt begraasd. Het gebied is eigendom van SBB. Actoren: NLTO in dienst van BoerenNatuur, Agrarische Natuurvereniging Slochteren , Staatsbosbeheer, provincie Groningen en de Rabobank (financierders). Contact: NLTO Projecten B.V., tel. 0512 30 52 05
Zelfstandig beheer Zeeuws natuurgebied door de Graascoöperatie
Object: In Zeeland heeft een groep agrariërs de Graascoöperatie opgericht met als doel gronden van SBB binnen de EHS ecologisch te beheren met limousine koeien. Naast zelfstandig beheer van de kudde, kan het vlees verkocht worden aan restaurants in de omgeving. Vanwege een lage vleesprijs en slechte afzetmogelijkheden is het plan echter nog niet uitgevoerd. Actoren: De graascoöperatie, SBB, ZLTO Contact: ZLTO, tel. 0900 23 59 586 Gebiedsgericht inrichtingsplan/ uitvoeringsplan
Landinrichtingsplan Terworm
Object: Een voormalig landbouwgebied van 200 ha, Terworm, aan de rand van Heerlen, is begin jaren negentig in bezit gekomen van NM. Dit wordt ingericht en omgevormd naar een afwisselend landschap met een recreatieve functie voor de stad. Samen met de overige eigenaren in het gebied en een landschapsarchitect
51
Bijlage
Natuurlijk Samenwerken! is er gewerkt aan een inrichtingsplan dat omgezet is in uitvoeringsmaatregelen. Actoren: Gemeente Heerlen, Motel Heerlen, Natuurmonumenten en de Bosgroep Zuid Nederland (project coördinator). Contact: Bosgroep Zuid Nederland, tel. 040 28 41 147
Kwaliteitsimpuls Landschap Hogeland
Object: Vanuit SBB is het initiatief gekomen om samen met beheerders te werken aan het instandhouden en versterken van de karakteristieke flora en fauna van het Hogeland. Hiervoor is samenwerking en afstemming op het beleid noodzakelijk. In 2004 wordt een convenant ondertekend voor een project voor 4 jaar (t/m 2008). In die tijd zal het beheer worden afgestemd, experimenten opgezet om voor een kwaliteitsimpuls te zorgen, monitoring, bijeenkomsten en themadagen voor betrokken beheerders, voorlichting aan burgers en bestuurders en het opzetten van een fietsroute door het landschap. Actoren: Gemeentes Marne, Winsum en Eemsmond, de Provincie Groningen, Waterschap Noorderzijlvest, SBNL, Landschapsbeheer Groningen, BoerenNatuur en Staatsbosbeheer (is de trekker van het project). Contact: Staatsbosbeheer, tel. 030 69 26 111
Poortproject Landgoed Middachten
Object: In het kader van de Veluwe 2010 zijn er een aantal poortprojecten gestart die moeten leiden tot de verbinding van de Veluwe met ‘kansrijke’ randzones, o.a. om de versnippering van landgoederen tegen te gaan. Een van de poortprojecten is bij landgoed Middachten en Hof te Dieren. Hier is gezamenlijk gewerkt aan een inrichtingsplan. Actoren: Natuurmonumenten, SIGHT (adviesbureau milieu & landschap) Stichting Twickel, provincie Gelderland, gemeente Rheden, LNV en GLTO. Contact: SIGHT, tel. 0318 57 20 66
Samenwerking in de Eilandspolder
Object: Agrariërs, natuurorganisaties en het waterschap werken samen aan een polderplan, opgebouwd uit verschillende plannen op bedrijfsniveau waarbij weidevogelbeheer voorop staat. Het gezamenlijke doel is een duurzame toekomst voor de polder en het veenweidegebied, waarin zowel landbouw als natuur een plek hebben. Actoren: WLTO, gemeente Graft-De Rijp, gemeente Schermer, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Blooming (training ontwikkeling en advies), individuele agrariërs, Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland. Contact: Blooming, tel. 072 58 91 550
52
1
Lijst met voorbeeldprojecten
Boeren voor Natuur in de Bieslandpolder
Object: Een biologisch bedrijf (100 ha) in de polder van Biesland wordt omgevormd tot een natuurgericht bedrijf volgens het principe ‘Boeren voor Natuur’. In een proef van vijf jaar zal getest worden of de methode werkt voor het behoud van een open landschap en ruimte voor verschillende functies. Actoren: Projectgroep: Alterra, agrariër, provincie Zuid-Holland, initiatiefgroep natuurbeheer Delft, regiodirectie LNV ZW, gemeente Delft, gemeente Pijnacker-Nootdorp, gemeente Den Haag, hoogheemraadschap Delfland, stadsregio Haaglanden en DLG. Verder zijn verschillende bedrijven & particulieren, onderzoeksorganisaties en maatschappelijke organisaties sterk betrokken bij het project. Contact: Drs. I.M. Buizer, tel. 0317 47 87 01
Reservaatbeheer in Noord-Holland
Object: De continuïteit van het beheer van reservaatgebieden in Noord-Holland is in gevaar, doordat het aantal agrariërs afneemt en reservaatsbeheer voor de overige agrariërs financieel niet aantrekkelijk is. Besprekingen in 2000 tussen terreinbeheerders en ANV’s hebben geleid tot het project 'Samen werken aan beheer van reservaten in Waterland'. Voor een aantal deelgebieden zijn plannen opgesteld voor samenwerking bij het beheer van de reservaten. Actoren: ANV Waterland, ANV Tussen IJ en Dijken, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschap Noord-Holland, provincie Noord-Holland, Paul Terwan Onderzoek & Advies. Contact: Paul Terwan, tel. 030 23 31 156 Overige voorbeelden
Van Ortolaan tot streekproduct
Object: In Noordoost Groningen werken agrariërs en SBB samen aan het kleinschalige landschap om een beter leefklimaat voor de Ortolaan te creëren. Hiervoor wordt rogge verbouwd op akkers die niet te dicht zijn ingezaaid. Van de rogge zal jenever worden gemaakt dat verkocht kan worden als streekproduct. Actoren: Individuele agrariërs, Staatsbosbeheer, provincie Groningen (financierder), destilleerder uit Amsterdam. Contact: Nico de Vries, tel. 030 69 26 111 (SBB)
De Blauwe Brigade in Overijssel
Object: De blauwe brigade is een groep van 30 vrijwilligers die op terreinen van NM, SBB en particuliere eigenaren in Overijssel kleinschalige soortgerichte werkzaamheden uitvoeren voor het behoud van het gentiaanblauwtje en de klokjesgentiaan. Vrijwilligers worden opgeleid door de vlinderstichting (ecologische
53
Bijlage
Natuurlijk Samenwerken! aspecten) en Landschap Overijssel (de praktijk van het plaggen). Actoren: Landschap Overijssel (LO), De Vlinderstichting, vrijwilligers, de Nationale Postcode Loterij (financierder). Contact: www.landschapoverijssel.nl, tel. 0900 20 21 492
Het Boerekeerlspad in de Achterhoek
1
Lijst met voorbeeldprojecten
Milieufederatie, Landschapsbeheer Zuid-Holland, Staatsbosbeheer, Consulentschap NME Zuid-Holland, Stichting Duinbehoud. Contact: Stichting Duinbehoud, Dhr J. van Vliet, tel. 071 51 60 490
Stimuleringsregeling agrarisch natuurbeheer RNLE 'Land van Horst en Raam'
Object: In de Achterhoek werken SBB en agrariërs samen op de terreinen rond landgoed Slangenburgh. SBB draait onder andere mee in het winkeltje met streekproducten en staat daar bezoekers en geïnteresseerden te woord. Daarnaast is er gezamenlijk een wandelpad opgesteld tussen Zelhem en Halle, dat loopt over terreinen van particulieren, SBB en het waterschap. Onderhoud, excursies en speciale activiteiten worden gezamenlijk georganiseerd en uitgevoerd. Actoren: Staatsbosbeheer, Vereniging Heerlijckheid Slangenburgh en Waterschap Rijn en IJssel. Contact: Vereniging Heerlijckheid Slangenburgh, Wim Veldhorst, tel. 0314 35 93 47
Object: Om het landschap te behouden en te verbeteren is provincie Noord-Brabant begonnen met het ontwikkelen van een stimuleringskader voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Dit komt er in het kort op neer dat aan de grondgebruikers meerjarige bijdragen worden verstrekt voor aanleg, onderhoud en inkomstenderving van natuur- en landschapsbeheer. Met dit proefproject hoopt de provincie een koppeling te kunnen leggen tussen beleidsontwikkeling en –uitvoering. Actoren: Provincie Noord-Brabant, diverse gemeenten, waterschap Aa en Maas, Brabants Landschap, ZLTOprojecten, ANV Maashorstboeren, Praedium, Natuur- en milieuorganisaties en particuliere ondernemers. Contact: Gemeente Landerd, Mevr. van den Berg, tel. 0486 45 81 64
Mergellandschapen op kalkrijke schraalgraslanden
De Utrechtse Venen
Object: Een pachtovereenkomst en nauwe samenwerking tussen een particuliere schaapsherder en SBB in Eperheide. De particulier heeft verschillende schrale (kalk) graslandjes en heide in pacht van SBB, ±60 ha, waar hij Mergellandschapen laat grazen. Actoren: Staatsbosbeheer en particuliere schaapsherder. Contact: Staatsbosbeheer G. Jonkman, tel. 0475 39 54 22
Natuurpacht en landschapsonderhoud door agrariër
Object: Een agrariër in Nijswiller heeft 38 ha schraalgrasland van SBB in natuurpacht. Daarbij heeft hij een gemengd bedrijf, gedeeltelijk akkerbouw en veeteelt, limousine koeien begrazen de schraalgraslanden. Naast activiteiten die in het pachtcontract zijn opgenomen, herstel van afrastering van de gebieden, doet hij ook aan betaald landschapsonderhoud voor SBB. Actoren: Staatsbosbeheer en individuele agrariër. Contact: Staatsbosbeheer, tel. 030 69 26 111
Object: In de Venen bij Nieuwkoop liggen percelen grasland, die worden opgekocht en overgenomen door Natuurmonumenten zodat er verschillende natuurdoelen opgelegd kunnen worden, b.v. weidevogelbeheer. Het gedeelte dat al in handen is van Natuurmonumenten wordt op dit moment door boeren in het gebied beheerd. Het beheer van de aangekochte gronden door boeren moet nog vorm krijgen. De vraag luidt dan: hoe ga je dat precies aanpakken? De agrarische natuurvereniging (ANV) kijkt of zij namens de boeren de reservaten kunnen beheren, zodat zowel NM als de boeren aan duurzaam natuurbeheer kan doen. Actoren: Vereniging Natuurmonumenten, ANV de Utrechtse Venen, Werkgroep reservaatsbeheer van Natuurlijk Platteland, individuele boeren. Contact: ANV 'De Utrechtse Venen', Dhr B. de Groot, tel. 0348 42 13 44
Bol van Natuur.
Object: Dit project is het initiatief van Consept. Dit is een samenwerkingsverband van zeven ZuidHollandse natuur- en milieuorganisaties om de PEHS in de Duin- en Bollenstreek van de grond te krijgen. Alle activiteiten hebben uiteindelijk geresulteerd in een concept inrichtingsplan. Actoren: Stichting het Zuid-Hollands landschap, Vereniging Natuurmonumenten, Zuidhollandse
54
55
Overzicht van Organisaties Onderstaand overzicht is een selectie van organisaties die u mogelijk kunnen helpen bij het opzetten en uitvoeren van samenwerkingsprojecten. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Postbus 20401, 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl
Bijlage Provincie
Dienst Landelijk Gebied (DLG) Postbus 20021 3502 LA Utrecht T 030 27 56 600 via www.minlnv.nl
Bijlage 2
DLG informatiepunten per provincie:
56
Provincie
Informatiepunt
Telefoon
Groningen
Informatiepunt Landelijk Gebied
050 31 78 555
Friesland
Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer
058 29 25 225
Drenthe
Provinciale vestiging DLG
0592 31 60 83
Overijssel
Groenloket Overijssel
0900 20 21 492
Gelderland
Groenloket Gelderland
0900 36 36 360
Flevoland
Provinciale vestiging DLG
Overzicht van Organisaties
Telefoon
Noord-Brabant Provinciale vestiging DLG
013 59 50 541
Limburg
Provincie Limburg
0475 35 68 02
Servicepunt Agrarisch Natuurbeheer Limburg
0475 38 18 81
Provinciale vestiging DLG
0113 23 73 59
Zeeland
Ministerie LNV heeft ook een loket, waar u met uw vragen terecht kunt: Het LNV-loket 0800 22 33 322, hier kunt u brochures en formulieren aanvragen. www.hetloket.nl
Informatiepunt
2
Adressen Bureau LASER Agentschap van Ministerie van LNV met vestigingen in Groningen, Deventer, Diemen, Dordrecht, Roermond en Den Haag. Via website ministerie LNV te bereiken. Laser Zuidoost Postbus 965 6040 AZ Roermond
Het Nationaal Groenfonds Postbus 15 3870 DA Hoevelaken T 033 25 39 255 www.groenfonds.nl
Staatsbosbeheer Princenhof Park 1 3972 NG Driebergen T 030 69 26 111 www.staatsbosbeheer.nl
De landschappen Postbus 31 3730 AA De Bilt T 030 60 17 205 www.landschappen.nl
Noord-Holland Steunpunt Kennis Programma 023 51 23 327 Beheer Zuid-Holland
Regelingen
070 33 71 300
Utrecht
Provinciale vestiging DLG
030 23 44 079
57
Samenwerkingsovereenkomst
Natuurlijk Samenwerken! Adressen
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2001 - 2006 Natuurlijk Platteland Nederland Afdeling: Noord, Oost, Zuid, West Postbus 649 2003 RP Haarlem T 023 51 62 361 www.natuurlijkplatteland.nl
STAATSBOSBEHEER EN MILIEUCOÖPER ATIE PEEL EN MAAS
Stichting Beheer Natuur en Landelijk Gebied (SBNL) Postbus 159 3960 BD Wijk bij Duurstede T 0343 59 15 93 www.sbnl.nl
Vereniging voor natuur- en milieueducatie (IVN) Postbus 20123 1000 HC Amsterdam T 020 62 28 115 www.ivn.nl
1. Jhr. Ir. W.H.J. de Beaufort, regiohoofd bij Staatsbosbeheer, regio Limburg - Oost-Brabant, wonende te Swalmen, in deze hoedanigheid handelende namens de Staat der Nederlanden, gegrond op de brief van de directeur van Staatsbosbeheer d.d. 5 november 1990, nr. SB90-31593;
Landschapsbeheer Nederland Postbus 9756 3506 GT Utrecht T 030 23 45 010 www.landschapsbeheer.com met doorschakeling naar Provinciale landschappen.
Vereniging van Nederlandse gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag T 070 37 38 393 www.vng.nl
Federatie Particulier Grondbezit Postbus 645 3700 AP Zeist T 030 69 34 555
Nederlandse Vereniging van Rentmeesters Postbus 98 6500 AB Nijmegen T 024 38 88 115
Unie van Bosgroepen Postbus 962 3700 AZ Zeist T 030 69 13 164
Unie van Waterschappen Postbus 93218 2509 AE Den Haag T 070 35 19 751 www.uvw.nl
Vereniging Natuurmonumenten Postbus 9955 1243 ZS ’s-Graveland T 035 65 59 767 www.natuurmonumenten.nl
Regio District Beheerseenheden
: Limburg - Oost-Brabant : de Peel : Groote Peel, Mariapeel
De ondergetekenden,
hierna te noemen Staatsbosbeheer
58
EN
hierna te noemen de MCPM. Overwegende: • Dat Staatsbosbeheer er belang aan hecht om, mede ter vergroting van het maatschappelijk draagvlak voor natuurbeheer, het lokaal / regionaal agrarisch bedrijfsleven bij het beheer van deze grond te betrekken; • Dat de beheersdoelen die Staatsbosbeheer zich ten doel heeft gesteld in de uitwerkingsplannen richting gevend en bepalend zijn; • Dat begrazing en hooilandbeheer beproefde middelen zijn om de beheersdoelen te realiseren;
Bijlage 3
2. de bij notariële akte d.d. 23 mei 1995 opgerichte coöperatieve vereniging, Milieucoöperatie Peel en Maas U.A. te Helden ten dezen vertegenwoordigd door M.L.M. Verhoijsen, in de hoedanigheid handelende als voorzitter namens de Milieucoöperatie Peel en Maas,
59
Bijlage
Natuurlijk Samenwerken! • Dat de efficiëntie en de flexibiliteit van de begrazing van natuurterreinen door particuliere veehouders wordt vergroot, met de organisatie van de MCPM en daaraan aangesloten bedrijven; • Dat de loketfunctie voor de deelnemende bedrijven wordt vervuld door de MCPM ten behoeve van de externe coördinatie van het begrazingsbeheer en aanvullende ondersteunende beheersaktiviteiten; • Dat de inpasbaarheid van natuurbegrazing in de bedrijfsvoering van de individuele veebedrijven wordt vergroot door samenwerking in het kader van de doelstellingen van de MCPM; • Dat gezamenlijk beheer van de begrazingskudde zal leiden tot toenemende en verregaande en noodzakelijke continuïteit van de natuurbegrazing in de terreinen van Staatsbosbeheer; Verklaren te zijn overeengekomen: 1. Dat Staatsbosbeheer en de MCPM jaarlijks in een voorjaarsoverleg een planning maken inzake het areaal, de lokatie en de intensiteit van de begrazing met vee in het district de Peel (Beheerseenheid Mariapeel); 2. Dat op basis van de afspraken onder 1, de MCPM, individuele veebedrijven welke zijn aangesloten bij deze organisatie voordraagt aan Staatsbosbeheer; 3. Dat op basis van de afspraken gemaakt onder 1 en 2 individuele contracten worden opgesteld met veehouders welke zijn aangesloten bij de MCPM. (inscharingscontracten, éénmalige pachtcontracten) 4. Dat de uitvoering van gewenste ondersteunende beheersaktiviteiten, zoals controle van vee en of raster, het bemesten van graslanden, maai- c.q. hooi-activiteiten geregeld worden in de individuele contracten met de bij de MCPM aangesloten veebedrijven; 5. Dat de controle van de bepalingen opgenomen in de individuele contracten plaats vindt door de MCPM onder de verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer; 6. Dat tussen Staatsbosbeheer en de MCPM kennisuitwisseling zal plaatsvinden over de wijze van natuurbegrazing en de uitvoering van ondersteunende beheersaktiviteiten, als ook van de productievoorwaarden in het kader van het Europees Rurale Beleid en de veterinaire regelgeving, ter instandhouding van een gelegitimeerde en professionele beheersaanpak; 7. Dat Staatsbosbeheer en de MCPM wederzijds de mogelijkheden voor gezamenlijke promotie en marketing aandacht geven en dat op passende momenten daar nadere invulling aan zal worden gegeven. 8. Dat aan het eind van ieder jaar (vóór 1 december) een evaluatie zal plaatsvinden omtrent het gevoerde beheer en de uitgevoerde maatregelen. 9. Dat op basis van de uitkomsten van het najaarsoverleg nieuwe afspraken zullen of kunnen worden gemaakt tijdens het voorjaarsoverleg. 10. Dat deze samenwerkingsovereenkomst / intentieverklaring zal worden aangegaan c.q. geldt voor een periode van 6 jaar tot uiterlijk 1 januari 2007. 11. Dat aan het eind van deze 6 jaar de overeenkomst zal worden geëvalueerd waarbij de wens wordt uitgesproken om te streven naar een voortzetting van deze overeenkomst.
60
3
Samenwerkingsovereenkomst
Tevens stellen Staatsbosbeheer en de Milieucoöperatie Peel en Maas zich ten doel: • Gezamenlijk de mogelijkheden te onderzoeken in het onderhouden c.q. beheren van landschapselementen Staatsbosbeheer; • In de periode van 5 jaar een aantal thema-excursies te organiseren voor de bij de MCPM aangesloten veebedrijven. • In de periode van 5 jaar een gezamenlijk een aantal excursies te organiseren voor het publiek; • Jaarlijks één bijeenkomst te organiseren voor alle gebruikers van de terreinen van Staatsbosbeheer; • Te streven naar een gezamenlijk productontwikkeling en PR. • Gezamenlijk de mogelijkheden te onderzoeken naar de ontwikkeling van aangepast materieel in te zetten in terreinen Staatsbosbeheer; • De mogelijkheden te benutten om het ecologisch boeren te bevorderen door o.a. inbreng van hectares waarbij sprake moet zijn van een win-win-situatie. Daarnaast is medio 2001 een samenwerkingsovereenkomst tussen de AOC-Limburg, IPC-dier en Staatsbosbeheer. Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is te komen tot kennisbevordering middels opleidingen bij agrariërs aangaande Agrarisch Natuurbeheer. Staatbosbeheer streeft er naar binnen de Samenwerkingsovereenkomst met de Milieucoöperatie Peel en Maas ook invulling te geven aan de hierboven genoemde samenwerkingsovereenkomst. Aldus opgemaakt te Roermond en ondertekend d.d. ………….. te Ospel Namens Staatsbosbeheer
Milieucoöperatie Peel en Maas
Het regiohoofd
de Voorzitter
Jhr. Ir. W.H.J. de Beaufort
M.L.M. Verhoijsen
61
Programma Beheer en andere subsidies
Bijlage 4
De natuur in Nederland wordt voor het grootste deel beheerd door Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en De Provinciale Landschappen. De overheid wil daarnaast het beheer van natuur door particulieren en agrariërs stimuleren. Zo zijn grote delen van de geplande Ecologische Hoofdstructuur (EHS) momenteel nog in gebruik als landbouwgrond of in bezit van particulieren. LNV wil dat veel van die gronden ‘natuur’ als belangrijkste functie krijgen. Hiervoor is in 2000 de versnipperde regelgeving vervangen door een samenhangend pakket van maatregelen en subsidies: het zogenaamde Programma Beheer. Hiermee zijn ook de mogelijkheden om subsidies aan te vragen, uitgebreid.
62
Het Programma Beheer is met name in het leven geroepen op samenwerkingsvormen voor natuurontwikkeling en - beheer te stimuleren. Het gaat hierbij om de Subsidieregelingen Natuurbeheer (SN) en Agrarisch Natuurbeheer (SAN). Binnen deze regelingen kan men kiezen uit diverse beheerspakketten en natuurdoelen, met een daaraan gekoppelde vergoeding. De regelingen geven vergoedingen voor aanleg-, inrichtings-, en beheerskosten. SAN heeft tot doel dat agrarische ondernemers natuur ontwikkelen en instandhouden, bijvoorbeeld weidevogels, akkerranden, botanisch beheer, graslandvegetatie, tijdelijk bos of landschapselementen. De Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) is een regeling voor het ontwikkelen en beheren van natuurgebieden. Als er hierbij landbouwgrond omgezet wordt in natuurgebied, dus functieverandering, wordt ook een subsidie gegeven voor de waardedaling van de grond. Bureau LASER voert de regelingen uit. Voor beide regelingen komt u alleen in aanmerking als u in een begrensd gebied ligt. Deze informatie is te verkrijgen bij de groenloketten en informatiepunten van uw provincie (zie bijlage 3). Voor verdere info verwijzen wij u naar het Handboek Programma Beheer en het Handboek Agrarisch Natuurbeheer. In het eerste handboek ligt het accent op de Subsidieregeling natuurbeheer. Het Handboek Agrarisch Natuurbeheer
Bijlage
4
Programma Beheer en andere subsidies
biedt een uitgebreid overzicht van maatregelen die boeren kunnen toepassen bij het beheer van landschap, dier- en plantensoorten. De beschreven maatregelen lopen uiteen van het beheren van schraal grasland tot het stimuleren van de aanwezigheid van bijvoorbeeld hamster, das, dotterbloem, roggelelie en boerenzwaluw. Bij de meeste soorten is een interview opgenomen met een boer die ervaring heeft met het betreffende onderdeel. Tevens is per onderdeel globaal aangegeven hoeveel tijd aanleg/ beheer kost en of er een financieringsregeling bestaat om arbeid en/of kosten te vergoeden. Titel: Handboek Programma Beheer Auteurs: Ir. G. Migchels; Ir. N.H. Gaasbeek Uitgave: SBNL – www.sbnl.nl ISBN: 90-805229-2-9 Titel: Handboek Agrarisch Natuurbeheer Auteurs: A. van Paassen; N. Schrieken Uitgave: Landschapsbeheer Nederland, 1998 – www.landschapsbeheer.nl ISBN: 90-71245-19-5 LNV werkt momenteel aan het uitbouwen van het Programma Beheer naar een nieuw beheersinstrument ‘Groene Diensten’. Dat is dan niet alleen bestemd voor de agrarische ondernemer, maar in principe voor elke economische actor die een extra bijdrage levert aan de kwaliteit van natuur en landschap, de recreatieve toegankelijkheid van het platteland en aan waterbeheer. LNV wil het beheersinstrument Groene Diensten per 2007 in kunnen zetten. Dit in aansluiting op zowel de nieuwe Europese Kaderverordening Plattelandsontwikkeling als het hierop gebaseerde nieuwe Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP). Daarnaast zijn er onder meer subsidies voor landinrichting, herstructurering van veehouderijgebieden (reconstructie zandgebieden) en gebiedenbeleid (SGB) www.gebiedsgerichtbeleid.nl. SGB (2001) is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het landelijk gebied. Een van de activiteiten is het verwerven en inrichten van nieuwe natuur in de EHS. De ministeries van VROM, LNV en V&W stellen de gelden beschikbaar, maar de regie hiervan is in handen van de provincies. Zij stellen gebiedsprogramma’s op en voegen deze samen tot een provinciaal uitvoeringsprogramma. Elke provincie heeft gebieden aangewezen die in aanmerking komen voor deze regeling. De subsidie kan in principe door alle partijen in een gebied worden aangevraagd, van een individu tot publiekrechtelijke instellingen. Het moet aan een aantal voorwaarden voldoen: • het project moet passen binnen het gebiedsprogramma van de provincie. De overheid heeft zoekgebieden
63
Natuurlijk Samenwerken! aangewezen (onder andere reconstructie- en milieubeschermingsgebieden); • de subsidieverlening moet tot een duidelijke kwaliteitsverbetering leiden; • de activiteit moet passen in een integrale aanpak van landbouw, natuur, milieu, water, bos, recreatie, cultuurhistorie en landschap. Een andere landelijke subsidieregeling is Regeling Draagvlak Natuur (RDN). Stichtingen, verenigingen en samenwerkingsverbanden hiervan, die een projectidee hebben om de natuur onder aandacht van de maatschappij te brengen, kunnen hiervoor een bijdrage uit de Regeling Draagvlak Natuur krijgen. De aanvragen moeten wel een bovenprovinciaal karakter hebben. De Regeling Draagvlak Natuur (RDN) heeft als doel meer maatschappelijk draagvlak voor natuur te realiseren door met name kennisoverdracht. Bij projecten valt te denken aan het geven van trainingen, voorlichtingsactiviteiten, het verbeteren van de organisatiestructuur en onderlinge contacten door stimulatie van de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen organisaties. De activiteiten moeten passen binnen de thema’s: • realisatie en natuurbeheer • natuurlijke landschapsontwikkeling • bescherming biodiversiteit • groen in en om stad/dorp • participatie van de maatschappij • kennisprocessen voor natuur Eén landelijke regeling met een provinciaal loket. Het los van elkaar staan van geldstromen, instrumenten en werkwijzen voor ontwikkelingen in het landelijk gebied wordt in de praktijk vaak als een groot probleem ervaren. Voor deze klacht is er in juli 2004 overeenstemming bereikt over het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Hiermee ontstond één nieuw financieringssysteem voor de inrichting van het landelijk gebied. Het Rijk maakt met elke provincie afspraken over te bereiken doelen met een daarbij behorend budget. Provincies zijn daarmee het scharnierpunt tussen rijksdoelen en de regionale gebiedsontwikkeling. Dat zijn doelen op het gebied van natuur (o.a. EHS), recreatie, landschap, landbouw, milieu en de reconstructie van zandgebieden. Alle instrumenten, zoals de Regelingen Landinrichting en Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid, die met deze doelen verband houden, gaan onderdeel van het ILG vormen. De ILG gaat vanaf 2007 in werking. Vanaf 2005 wordt in de geest van ILG gewerkt.
64
autat. Duisl ullam autpat. Ut nos acidunt iriurero elesenibh etue faci ea facilismodio consendre modigniate dolorper sed ex eniat, vent dipit acipissismod diam ilit duissecte delessed dolobor perostrud te et acipisl in ver aut am, velesequat. Riusci tie facipsummy niat. Nis elisim vel utpatum quam zzrilit wis augueros adionul verkopen vlees luptat. gaan en Staatsbosbeheer Natuurmonumenten Exero consent vulputet nulland reetue vercilla feum acilit, veliquissim dipsum irit aci te dipit dit lum nim nummy nis augue modiam, veniamcor sim volutpat. Boreet vel natuurvriendelijke utat, vel utpatio nsequiscil en karbonadeseuguerostrud eigen gaan hunute en Staatsbosbeheer Natuurmonumenten De Vereniging tatbraadworsten lum do cor acip laor accum irit la in faci eu facipit nostrud eroslagers core min henim dolobore De faccum en veehouders. met lokale samenwerking Dit gebeurt markt brengen. op deeniamet quiscidunt volut pratisc iniat. illam ming eum dodeodit qui en tatet exeros een ex etummy de natuur te spekken kaseugait, vlees geproduceerd zelfdolute vando de verkoop met Accum hopen natuurorganisaties nos augait am duis adio odolorem nim iuscilit lum vel in eui et vel ullute veniamc oreet, vel ipis elis ex te helpen. handje eu feum nos atum eu faccum nonsectem zzril ute molore doloree tumsan ectet, qui blamcommy nostrud et Op incipsum iriusci tet nons getekend nosto dolum ernieuwe illa alit autpat, quisisl utet lum quamconse ver incidunt De alit wordt vastgelegd. en runderen voor varkens productieketen waarin de een convenant 29 juni wordt Ommente tis omgeving in de blam eerst van proef en bij wijze het etiket zullenectem varkenslapjes praesequat iuscip in Vechtdal elenim Varkensvlees inci tationukrijgen llaoreet, quiscin henis aliqui in van elitZwolle, erostrud land beschikbaar. hele het over hetut goed gaat, verkocht worden. en Hardenberg essenisl dunt dolessectem nitAls la alles ad minim ea wordt feu facilluptat praessequat. Duisdit exercillam exer suscili quatummy numsan hendreratis niam dit laore con vullaore tem velessequam ipsum eumsandignis ea ad modolor autat iriusci liquamc ommodit ullam dolore tatummy numsan erat. Quis eugait prat wis augue eugiam in utpat nulla feugiat nim el dolorpe rating et nulla aliquatue modit vel duis enit volorem irit acipit do dolobore volobore magnim dunt iliqui ecte magnis nim zzriusc iliquam zzrit nonsequisi.
Hardenberg least koeien voor beheer uiterwaarden De gemeente Hardenberg gaat een aantal koeien leasen voor het beheer van de natuurlijke uiterwaarden van de Vecht in het centrum van Hardenberg. Het gaat om een koppel van het type Dexter. Leasen heeft als voordeel dat je tussentijds van diersoort kunt veranderen. Twee jaar geleden is in de Vechtcorridor Hardenberg de eerste fase gerealiseerd van een natuurontwikkelingsproject. Begrazing moet voorkomen dat het gebied zal verruigen en uiteindelijk dichtgroeien met bos. De gemeente Hardenberg ziet het beheer van het gebied niet als hoofdtaak. In de toekomst wil de gemeente het beheer graag overdragen aan een stichting of natuurbeherende instantie, zoals bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Ook natuurbeheer door agrariërs is een optie.