Nationale Bijbelzondag 25 oktober 2009
‘Zorg dat ik weer kan zien’
handreiking voor voorgangers en kerkelijk werkers
Nationale Bijbelzondag 2009
‘Zorg dat ik weer kan zien’ Op de laatste zondag van oktober doen kerken en parochies in heel Nederland mee aan de Nationale Bijbelzondag. Een zondag om extra aandacht te schenken aan de Bijbel en het bijbelwerk in Nederland en het buitenland.
I
e er wordt elke zondag uit de Bijbel gelezen. Eigenlijk is elke zondag Bijbelzondag. Maar op de Nationale Bijbelzondag op 5 oktober doen we meer dan lezen uit en luisteren naar de Bijbel. We vragen ook uw aandacht voor het bijbelwerk in andere landen. Dit jaar is dat voor Latino, een project voor verschillende landen in Latijns-Amerika. Uw gebed en uw bijdrage zijn nodig voor bijbels en materialen voor straatkinderen, gevangenen en ouderen. Door hen te bereiken met de Bijbel en hen een veilige omgeving te bieden, willen we hen bemoedigen. Uitgebreide informatie over Latino vindt u in deze handreiking. Zien
Het Oecumenisch Leesrooster reikt ons voor de Nationale Bijbelzondag twee bijbelgedeelten aan: een profetie uit Jesaja 59:9-19 en het verhaal van de blinde Bartimeüs in Marcus 10:6-5. Duisternis en licht, blindheid en zien zijn
Ñ Henk van de Graaf, voorzitter Nederlands Bijbelgenootschap.
woorden die in beide teksten nadrukkelijk naar voren komen. Maar ze staan in een verschillende context. In Jesaja hebben de mensen afgezien van recht. Door eigen toedoen zijn ze als blinden geworden. Maar God ziet het, gaat zelf de strijd aan en [foto: UBS/Jo Hill] brengt bevrijdend recht. In Marcus schreeuwt de blinde Bartimeüs om de aandacht van Jezus. Hij ziet niets, of toch wel? Zien doe je immers met je hersenen, met hart en ziel. Ogen, hoe magnifiek ook, zijn slechts doorgeefluikjes. Bartimeüs ziet wat Jezus voor hem kan doen. ‘Zorg dat ik weer kan zien’, smeekt hij. Jezus schenkt het hem. En Bartimeüs volgt Jezus. Bijbel10daagse
De Nationale Bijbelzondag is een onderdeel van de Bijbel10daagse die op 23 oktober begint. Het NBG organiseert de Bijbel10daagse voor de vijfde keer. Het doel is om de Bijbel onder de aandacht te brengen van de Nederlandse samenleving. De Bijbel is immers verrassend relevant in de hedendaagse maatschappij en kan mensen de ogen openen voor de werkelijkheid van het evangelie. Het thema van de Bijbel10daagse is Verhalenkaravaan. Een optocht van verhalen passeert in deze tien dagen. In bijbelverhalen kom je mensen tegen die, hoe verschillend ook, dezelfde eigenaardigheden, kwaliteiten, twijfels en zwaktes hebben als wij. Die verhalen raken je. En die verhalen van toen hebben een verbinding met de geloofsverhalen van nu: verhalen van hoop en twijfel, dood en liefde, verteld door mensen die door de bijbelverhalen worden geïnspireerd. Kent u ook zo’n verhaal? Vertel het gerust door!
•
Henk van de Graaf voorzitter Nederlands Bijbelgenootschap
colofon
post t e i
medewerkers
Hans Baart, Henk van de Graaf, Gisa Groeneveld, Jolanda Hamers (kopijredactie), Sandra Haverman (beeldredactie), Frans van Houwelingen, Erik Idema (NZV), Matthijs de Jong, Saskia de Jonge, Petra van Santen, Mirjam Vermeij en Hanneke Willemse-Geschiere (Bartiméus)
met dank aan
Bartiméus, www.bartimeus.nl en NZV Uitgevers, www.nzv.nl
Postbus 620, 2003 rp Haarlem 023 - 514 61 46
[email protected] vanaf 1 september vindt u de informatie over de Nationale Bijbelzondag en de Bijbel10daagse op www.bijbel10daagse.nl
omslag-illustratie ontwerp druk
Willeke Brouwer, Zwolle HSTotaal Communicatie & Design, Haarlem De Groot Drukkerij bv, Goudriaan
Vertaalaantekeningen bij Marcus 10:46-52 (NBV) Marcus 10:46: een blinde bedelaar ..., Bartimeüs, de zoon van Timeüs De brontekst heeft als volgorde: ‘de zoon van Timeüs, Bartimeüs, een blinde bedelaar’. Dat de omschrijving ‘de zoon van Timeüs’, voorafgaat aan de naam is ongebruikelijk. In de NBV is de volgorde van informatie omgedraaid, wat in overeenstemming is met de voor ons gebruikelijke manier van introductie van een nieuw personage in een verhaal. Marcus 10:47: dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam De tekst hoti Iêsous ho Nazarênos estin, ‘dat het Jezus uit Nazaret is’, haakt aan bij het vorige vers en in het bijzonder bij ekporeuomenou autou, ‘toen hij weer vertrok’. De blinde merkt op dat er iemand voorbijkomt gevolgd door een grote menigte mensen en hij verneemt dat het Jezus uit Nazaret is. De tekst zegt dus niet dat Jezus uit Nazaret ‘er is’, maar dat degene die voorbijkomt Jezus uit Nazaret is.
Marcus 10:48: de omstanders Het onderwerp van deze zin in de brontekst is polloi, wat doorgaans vertaald wordt met ‘veel mensen’ of ‘velen’. Het subject van vers 48 keert echter terug in vers 49, waar Jezus de mensen de opdracht geeft de blinde te roepen, waarna ze dat doen en de blinde bemoedigend toespreken. De NBV heeft gekozen voor een contextuele vertaling van polloi, waarbij vers 49 goed aansluit op vers 48. De mensen die de blinde eerst de mond wilden snoeren, spreken hem nu bemoedigend toe.
meester’ betekent. Marcus gebruikt de term hier zonder enige toelichting of vertaling en daarin volgt ook de NBV.
•
Matthijs de Jong coördinator bijbelwetenschappen NT
Marcus 10:51: vroeg Het Griekse woord apokrinomai betekent niet alleen ‘antwoorden’, maar kan ook ‘vervolgen’ of ‘spreken’ betekenen. Omdat het hier een vraag betreft, is het vertaald met ‘vroeg’. Marcus 10:51: Rabboeni Rabboeni is een Aramese variant van het woord rabbi, dat ‘mijn heer’ of ‘mijn
Exegetische notities Deze notities gaan in op de betekenis van het verhaal van Bartimeüs binnen het evangelie volgens Marcus als geheel. Een verhaal met opvallende trekken Het verhaal van Bartimeüs neemt binnen het evangelie volgens Marcus een bijzondere plaats in. Het is het laatste genezingsverhaal van het evangelie. Daarbij is het de enige keer dat degene die genezen wordt bij name genoemd wordt (verder wordt Jaïrus genoemd in Marcus 5:22, maar die wordt niet zelf genezen; en de bezetene die zichzelf ‘Legioen’ noemt in Marcus 5:9). Bartimeüs is ook de eerste in het evangelie volgens Marcus die Jezus aanspreekt als ‘zoon van David’, en strikt genomen de enige (al komt de uitroep van de menigte in Marcus 11:9-10 er dicht bij in de buurt). Het verhaal van Bartimeüs eindigt opvallend. Nadat Bartimeüs gevraagd heeft om te kunnen zien, zegt Jezus:
‘Ga heen, uw geloof heeft u gered’. Daarin is hupage (‘ga heen’) de gebruikelijke aansporing van Jezus aan de genezen persoon om zijns weegs te gaan (zie Marcus 1:44,2:11, 5:19, 5:34, 7:29). Toch gaat Bartimeüs na zijn genezing niet weg. Hij gaat juist met Jezus mee. Hoe is het verhaal te begrijpen? Wat klinkt erin door? Er zijn twee niveaus van betekenis te onderscheiden. Het eerste betreft de oppervlaktebetekenis: een korte verhalende episode uit het optreden van Jezus in de beschrijving van Marcus. Het tweede niveau betreft de verwijzende betekenis van het verhaal: de betekenis van het optreden van Jezus zoals Marcus dat door zijn verhaal aan de lezers duidelijk wil maken. (...) Het vervolg van de exegetische notities bij de tekst van Marcus 10:46-52 en een uitleg van de oppervlaktebetekenis en de verwijzende betekenis van het verhaal vindt u op www.bijbel10daagse.nl.
•
Handreiking 3
Hanneke Willemse-Geschiere, pastoraal werker Bartiméus, Ermelo:
Oog hebben voor elk Bartimeüs is blind en bedelt om geld. Uit dit bekende verhaal sta ik bij een aantal elementen stil. Ik denk bij dit verhaal meteen aan de mensen met en voor wie ik werk: blinden en slechtzienden bij Bartiméus in Ermelo.
Enkele uitspraken van cliënten, uit het leven van alledag: ‘Als ik nou doppen had gekregen die het deden dan was het een stuk makkelijker om te geloven, dan was mijn leven mooier en leuker geweest.’ ‘Ik houd zo van de natuur, van Gods schepping, waarom kan ik er niet naar kijken? Dat lijkt me het mooiste wat er is.’ ‘Veel eisen heb ik niet voor mijn oude dag, maar dat ik niet meer kan zien dat is verschrikkelijk. Ik voel me daardoor zo alleen.’ ‘Iedereen doet zijn best hoor, maar ik sta er wel alleen voor en als er dan eens iets valt dan moet ik op mijn knieën om het te zoeken.’ ‘Het moeilijke is dat ik nooit eens ergens alleen naartoe kan. Altijd moet er iemand bij me zijn om de weg te wijzen. Het lijkt me zo heerlijk als ik bijvoorbeeld eens alleen op de hei kon lopen, maar dat zal mij nooit lukken.’
N
iet ie, het valt vaak niet mee. Hoe goed mensen zich tegenwoordig ook redden en hoeveel mooie voorzieningen er zijn, toch hoor je vaak bovenstaande uitspraken. De één is al zijn hele leven blind en heeft er mee leren leven. De ander is op latere leeftijd slechtziend geworden en probeert daar nu een weg in te vinden. Sommigen kunnen zich uitstekend zelf redden, anderen blijven afhankelijk van hulp.
Op www.bijbel10daagse.nl vindt u een aantal bezinnende teksten bij Marcus 10:46-52. Auteurs zijn onder meer: • Ds. René van der Rijst, Immanuëlkerk, protestantse gemeente in Haarlem-Noord en Spaarndam, • Ds. Maaike Schepers, Apostel Thomaskerk, protestantse gemeente in Enschede. • Ds. Anne van der Meiden, bijbelvertaler, verzorgde een bezinning in het Twents.
Bartimeüs bedelt
Hoe was dat voor Bartimeüs en de andere blinden uit zijn tijd? Veel voorzieningen voor gehandicapten zullen er niet zijn geweest. Was hij afhankelijk van zijn familie? Hoe kwam hij daar bij die poort, iedere dag opnieuw? En zat hij elke dag op dezelfde plek? Wist hij na al die tijd bij welke straatsteen hij de hoek om moest om zo op de juiste plek te zitten? Had hij een stok waar hij mee kon lopen of liep hij letterlijk tegen de muren op, struikelde hij over de scheve stenen in de stad? En kon hij met het geld dat hij ‘verdiende’ met het bedelen, zelf zijn eten kopen? Of stond hij dat geld af aan iemand die een broodje voor hem kocht? Wat we weten is dat Bartimeüs bedelde, meer mogelijkheden had hij waarschijnlijk niet. Zelf doen
Bartimeüs was blind, niet ziend. En dus zat hij ook die dag bij de poort van de stad te bedelen, waarschijnlijk net als altijd. Maar zijn oren en zijn gevoel lieten hem weten dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Hij hoorde onrust, het was anders dan anders. ‘Wat gaat er gebeuren? Wat is er aan de hand?’ Jezus zou voorbij komen. En Bartimeüs bedacht zich geen moment. Hij begon te roepen. Zijn omgeving maande hem tot rust. ‘Ssst ... houd toch je mond, denk je nou echt dat Jezus jou wil horen? Je zet jezelf (en ons!) voor gek, man!’ Een gevaarlijke valkuil: menen te weten wat goed is voor de ander. Denken te weten waar onze (hulpbehoevende) medemens behoefte aan heeft, zonder het hem te vragen. Besluiten en zelfs handelen zonder de ander de ruimte te geven er te zijn, een mens te zijn. Hoe begrijpelijk ook: in zorgend Nederland is de tijdsdruk vaak hoog. Er moet van alles gebeuren in te weinig tijd. Dan kun je iets sneller doen zonder het de ander te vragen, dan dat je eerst de tijd moet nemen om te horen wat de ander wil. Contact
Maar Bartimeüs laat zich niet uit het veld slaan. Hij lijkt niet gevoelig voor zijn omstanders. Misschien is zijn drang naar contact met Jezus zo groot dat hij zich niet kan inhouden. Hij roept en roept en roept steeds harder.
Handreiking 4
[Foto: Bartiméus]
kaar
Niet opdringerig, niet brutaal. Het enige wat hij vraagt is ‘heb medelijden met mij’. Welke ideeën had hij daarbij? Wat was zijn uitgangspunt? Dat Jezus hem zou genezen? Zou hij dan niet hebben geroepen ‘maak mij beter’? ‘Rabboeni, U doet wonderen, genees mij!’ Nee, Bartimeüs vraagt alleen om een beetje menselijkheid. ‘Heb medelijden met mij, zie mij aan Heer, ken mij en laat mij volwaardig mens zijn.’ Meer niet. Jezus staat stil en laat Bartimeüs bij zich roepen. Dat is kenmerkend voor wie hij is. Hij hoort in het geruis van alle mensen in de stad die ene roep om gezien te worden. Bartimeüs had wel oog voor de mogelijkheden van Jezus, voor de grootheid van zijn Heer. Beeldvorming
Probeer je het je eens voor te stellen: je zit bij die poort en je ziet niet wat er gebeurt. Het lijkt mij dat Bartimeüs, al roepend, zich een beeld vormde van wat er gebeurde. Want dat is wat een niet ziende snel probeert te doen. De prikkels die wij waarnemen en direct ordenen, moeten zij op andere manieren verwerven. Ze moeten ze toetsen en daarna ordenen. Waar loopt Jezus precies, wie zijn erbij? Welke kant gaat hij op? Heeft hij haast? Zal hij mij horen roepen of loopt hij te ver weg? Hoeveel mensen staan er voor mij die mij van Jezus af zouden kunnen houden? Het is verbazingwekkend hoe snel veel niet-
zienden dit kunnen. Ik merk tijdens bezoeken dat zij dit ordenen sneller hebben gedaan dan ik dat kan. Zij vertrouwen op vaste ijkpunten, en pikken details op waar ik mij amper bewust van ben. Hoe hard ik loop bijvoorbeeld, welk soort schoenen ik draag, van welke kant ik kom en of ik veel spullen bij me heb. En niet onbelangrijk of ik tijd lijk te hebben of juist gehaast ben. Weer zien
Terug naar het verhaal. Al ordenend verandert voor Bartimeüs het beeld, want Jezus roept hem. En dan zien we het enthousiasme van deze verlangende man. Hij springt op en gaat naar zijn Heer. Jezus vraagt hem: ‘Wat kan ik voor je doen?’ Een vraag naar de bekende weg wellicht? Bartimeüs schroomt niet om Jezus precies te zeggen wat hij wil: ‘dat ik weer kan zien!’ Zal het hier gaan om een groot geloof of een kinderlijk vertrouwen? De vraag is in ieder geval vol vertrouwen. En Jezus maakt hem ziende. De wereld gaat letterlijk voor Bartimeüs open. Want opeens kan hij Jezus en de mensen om hem heen zien. Opeens ziet hij de poort waar hij, misschien wel jaren lang, dagelijks heeft gezeten. Het vervult hem met dankbaarheid. Dankbaarheid die mensen, en zeker zorgvragers, ook kunnen ervaren als ze als mens worden gezien. Gewoon een mens, zijn wie je bent. Net als u, jij en ik. Prachtig toch om dat stukje menselijkheid, liefde van God te mogen brengen?
•
Handreiking 5
Hans Baart, predikant Protestantse Wijkgemeente Grote Kerk te Driebergen-Rijsenburg
Tasten als blinden Suggesties voor de liturgie Met enige moeite maakt een leerkracht de dove jongen duidelijk: “In Gods nieuwe wereld zal jij kunnen horen!” “Nee,” protesteert de jongen, “in de nieuwe wereld zal God gebarentaal spreken.” 1
D
it verhaal legt op eenvoudige wijze bloot dat de buitenwereld soms denkt dat iemand met een handicap niets liever wil dan dat deze wordt opgeheven: de handicap als imperfectie. Maar deze jongen heeft er meer aan dat God zijn taal spreekt en hem kent zoals hij is. Hij voelt zich beperkt, maar niet imperfect of minder. Dit verhaal had ook over een blinde kunnen gaan. Had over Bartimeüs kunnen gaan. De mens die fysiek niet zien kan, heeft er wat aan dat hij gezien wordt. Bartimeüs kan niet kijken, maar zittend langs de weg ziet hij meer naderen dan de zoveelste voorbijganger. Hij ‘ziet’ de zoon van David en hoopt dat deze hem voor vol aanziet: eleison! Het is haast jammer dat Bartimeüs’ blindheid genezen wordt: daardoor kan het je ontgaan dat het eigenlijke wonder vóór het mirakel gebeurt. En erna: Bartimeüs volgt - de blinde wordt geroepen en als ziener gaat hij ons voor. Maar wie ben ik om hem zijn genezing te misgunnen ... Uitdaging
In de viering word ik als ziende voorganger uitgedaagd om evenwichtig met blindheid om te gaan. Wanneer ik het blind zijn benader als gebrek, kom ik het tekort niet voorbij en blijf ik het zien als norm hanteren. Anderzijds zou ik een visuele handicap niet willen romantiseren, al kan iemand die al lang blind is vaak veel beter horen, ruiken, tasten, proeven én onthouden. Een blinde, zelfredzame collega met een ijzeren geheugen zei mij eens: ik zie (!) mijn blindheid niet als een handicap, maar ervaar het dagelijks als een forse beperking. Daarom koos ik als titel voor mijn bijdrage ‘tasten als blinden’ (naar Jes. 59:10): de blinde Bartimeüs gaat ons zienden juist voor in zijn tasten naar God. Gelovigen blijven tasters zien zelden.
Jan Wit
In ons liedboek hebben we de dichter Jan Wit, die vanaf heel jong blind was.2 Hij mijdt de woorden ‘zien’ en ‘licht’ in zijn liederen niet, maar het zien wordt gerelativeerd, het licht gekwalificeerd: ‘Wij hóren van het licht. Wij zién het niet! De religie, die meent te zien, is de onware moeder; het geloof, dat niet ziet, is de echte moeder die ons het leven gunt. “Waar God de Heer zijn schreden zet, daar wordt de mens, van dwang gered, weer in het licht geheven” (Gez. 305:1). [...] De bevinding in de liederen van Jan Wit is, dat men leert te lopen, blindelings in de donkere nacht, de Dag tegemoet,’ aldus T. Naastepad.3 Deze woorden liggen dicht bij het thema ‘Tasten als blinden’. Deze blinde weet wat het is om niet te zien en in vertrouwen te moeten gaan. Zijn liederen kunnen vanuit dit perspectief inspireren bij de voorbereiding van de dienst. Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. (Jan Wit, Gez. 479:4) Niet vóór maar mét
Een dienst over de blinde Bartimeüs bepaalt mij als voorganger bij het visuele gehalte van de eredienst. Liedboeken, uitgeschreven liturgieën zonder liedaankondiging, afbeeldingen, veel nieuwe liederen - het kunnen belemmeringen zijn voor de visueel beperkte kerkganger. Daarnaast kan mijn taalgebruik uitsluiten: “Doofheid en blindheid worden in de liturgie veelvuldig metaforisch gebruikt om het onvermogen om te horen en te zien van horende en ziende mensen aan te duiden.” 4 Daarmee wordt de norm gezet. Er is een ‘wij’ dat ziet en hoort maar daar overdrachtelijk niks van bakt. Maar waar blijven ‘zij’ die niet zien of horen? Jan Wit liet zich er overigens niet door weerhouden om doofheid en blindheid metaforisch te gebruiken, getuige de psalmberijmingen 106:3, 115:3 en 135:8, waaraan hij meegewerkt heeft. Hieruit blijkt maar weer dat het moeilijk is, voor een blinde te denken. Het zou mooi zijn om
Handreiking 6
[Foto: sxc.hu]
deze dienst met ervaringsdeskundigen voor te bereiden. Dan kan ook afgesproken worden hoe je het beste omgaat met de overwegingen rond belemmeringen en taalgebruik. Tasten als blinden: chaos en zintuigen
Iemand die niet ziet zal de wereld evengoed moeten ordenen als iemand die ziet. De chaos van, andere dan visuele, prikkels moet geordend worden tot een beheersbaar en veilig geheel. Wie niet ziet, heeft daar de andere vier zintuigen hard bij nodig. We kunnen die chaos en ordening in de dienst vormgeven. Het thema heilige chaos is uit zogenaamde Thomasvieringen bekend.5 In de kerkzaal zijn vierplaatsen ingericht - bijvoorbeeld in de vier hoeken - waar iedereen op een eigen manier actief kan zijn na de schriftlezing en korte verkondiging. De heilige chaos is het moment dat alle kerkgangers de gelegenheid krijgen om naar zo’n vierplaats te lopen en daar een eigen ervaring op te doen. De vierplaatsen dragen elk het karakter van een zintuig. Zij zijn als volgt in te vullen: 1 de tastzin: in deze hoek is een blind iemand die de kerkgangers voorgaat in zijn tasten naar God. Hij/zij legt interactief uit hoe hij/zij bijbelleest, hoe het met het liedboek zit, hoe een laptop voor blinden werkt, en dergelijke; 2 de smaakzin: in deze hoek kun je laten ervaren hoezeer je ogen je smaak bepalen. Laat mensen eens proeven van gerechtjes die met kleurstoffen zijn bewerkt. Een andere mogelijkheid is het laten proeven van gerechten die bijbels smaken; 6 3 het gehoor: in deze hoek kan de verhalenkaravaan aan de orde komen. Er is een verhalenverteller die beeldend kan vertellen. Sluit je ogen en ervaar het bijbelverhaal dat je dacht te kennen, als nieuw; 7 4 de reukzin: de vierde hoek heeft als motto “Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk” (Ps.11: v). Hier kunnen mensen voor zich
laten bidden. Zij kunnen een persoonlijke zegen vragen. Maar ook is het mogelijk om hier juist te oefenen in het samen bidden, bijvoorbeeld in een kringgebed. Om de reukzin werkelijk te prikkelen wordt wat wierook gebrand. Voor wie op deze zondag het gezichtsvermogen juist wel kan/wil vormgeven: liederen van Jan Wit kunnen gelezen en gezongen worden in een vijfde hoek. Of er kan een gesprek met een blinde worden aangegaan over de beleving van een kerkdienst: belemmeringen en taalgebruik (zie boven). Maak het concreet: kan Gez. :6 écht niet meer? 8 Het einde van de heilige chaos verschilt meestal per vierplaats. Dat is lastig, maar te ondervangen door muziek te gaan maken (bijvoorbeeld een lied uit Taizé). Dan gaan de stemmen zingen en sluit men gezamenlijk de dienst af met gebed, lied en zegen. Wie voor een eenvoudiger opzet van dienst kiest, kan de vier zintuigen achter elkaar vormgeven: bij wijze van inleiding; in een moment met de kinderen; als schriftlezing een schriftvertelling; rondom de voorbeden. Gegevens en suggesties Tijd van het jaar: de herfsttijd gaat richting de
verwachting van waaruit we leven, maar die we nog niet of maar mondjesmaat zien. Lezingen: Jesaja 59:9-19; Markus 10:6-5 Liederen: Psalm van de zondag 138; antwoordpsalm 13; zondagslied Gez. 168; zondagslied Luthers ‘Eens komt de grote zomer’ (Gez. 88), een vondst in dit jaargetijde; verder: Gez. 1, 86:, 161, 35, 5, 9; el68 = aii, ; tt 16, 6, 10; Taizé ‘Dans nos obscurités’; voor verdere liedsuggesties: zie De eerste dag. Verhaalsuggesties: ‘Gezien en gezien worden’,9 ‘De engelenval’.10 Ñ
Handreiking 7
Noten
1 Gevonden
in GR!P 003⁄6 ‘Leven met een handicap’, Kampen: Kok, 003, . 2 Voor het levensbericht van Jan Wit in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1980-1981 zie: www.dbnl.org/tekst/_jaa003198101_01/_ jaa003198101_01_0027.htm of www.djdekker. net/stevenskerk/int/wit.html. 3 Compendium bij de gezangen uit het liedboek, Amsterdam: Van der Leeuw-stichting, 19: 18-188. 4 Denise Dijk in De weg van de liturgie, Zoetermeer: Meinema, 1998: 39. 5 Zie bijvoorbeeld Jan Willem Drost, Nieuwe wegen in de liturgie, Zoetermeer: Meinema, 00: -9. Ook van zijn hand: Heilig spel. Young Thomasvieringen voor tieners, Hilversum: NZV, deel I (001) en II (00).
6 Voor
recepten, zie Han Wilmink, Bijbels culinair. De smaak van de bijbel, Kampen: Kok, 00. 7 Zie Pete Pronk ‘Vier manieren van vierend vertellen’, in: Manieren van vieren, Zoetermeer: Meinema, 1998: 115-136: vertellen met je ogen, vertellen met je oren, vertellen met je lippen, vertellen met je handen. 8 Aldus Denise Dijk, idem. 9 René Hornikx, Een handvol verhalen, Kampen: Kok, 00, nr. 5. 10 Stephan de Jong, Verhalen van het goede leven, Kampen: Kok, 005: -5.
•
Nationale Bijbelzondag voor kinderen en jongeren
[Uit: Kind op Zondag, NZV Uitgevers]
Kinderen in het midden Laat de kinderen een bril met afgeplakte glazen zien. Vraag of je nog iets kunt zien als je die bril opzet. En kun je iets zien als je je ogen dicht doet? Weet je dan nog wat er om je heen gebeurt?
V
aaa hre e een bijbelverhaal over Bartimeüs. Hij is blind, hij kan niets zien. Of toch? Bartimeüs heeft zijn ogen dicht, maar hij ‘ziet’ wel wie Jezus is. Luister maar naar het volgende verhaal: Bartimeüs
‘Ik ben Bartimeüs. Elke dag zit ik hier bij de poort van Jericho. Ik ben al heel lang blind. Daarom kan ik niet zo werken als andere mensen doen, op het land of op de markt. Toen ik nog een jongen was bracht mijn moeder mij al bij de poort. “Daar kun je goed zitten bedelen”, zei ze, “want daar komen iedere dag veel mensen langs.” De mensen willen de stad in of juist naar buiten. Ik hoor ze lachen en praten, langzaamaan herken ik ze aan hun voetstappen en hun stem. Al snel weet ik, wie mij wel wat willen geven. Driftige, harde voetstappen gaan snel voorbij. Maar als iemand langzamer gaat lopen, roep ik extra hard en ik strek mijn open
hand uit. “Een muntje, alstublieft, voor een arme blinde!” Bij de stadspoort kun je ook altijd de laatste nieuwtjes horen. De laatste tijd heeft iedereen het over een man uit Nazaret: Jezus. Hij schijnt bijzondere dingen te doen. Ze zeggen dat hij heel dicht bij God is. Weet je wat ik gehoord heb? Dat hij zieken beter kan maken. Doven kunnen weer horen en zelfs blinden kunnen weer zien. Tenminste, dat zéggen ze. Zou het waar zijn? Ik weet niet of ik het moet geloven. Maar stel nou dat het echt zo is ... Er zijn vandaag extra veel mensen onderweg. Ze gaan feest vieren in Jeruzalem. In de stad doen ze soms nog wat boodschappen. Later hoor ik ze
Handreiking 8
Zingen
Zien met je oren Knutselen: Eén van de kinderen vertelt aan de anderen hoe zijn/haar kamer eruit ziet: Welke kleuren heeft de kamer, wat hangt er aan de muur, welk speelgoed is er te zien et cetera. De rest van de groep heeft de ogen dicht en probeert de kamer voor zich te zien. Eventueel mogen ze nog vragen stellen over hoe het er precies uit ziet.
Zing met elkaar een lied, bijvoorbeeld het lied ‘Bartimeüs’ uit Bijbelliederen voor jonge kinderen deel 1, lied 69 (Boekencentrum).
Daarna tekenen alle kinderen de kamer zoals ze die met hun ogen dicht gezien hebben. Zien alle tekeningen er hetzelfde uit?
4-7 jaar Gesprek: Ken je iemand die blind is? Hoe kan iemand die blind is lopen? (Tasten, met een stok.) Hoe kan het dat iemand die blind is toch weet dat er iemand anders in de buurt is? (Horen.) Hoe was dat met Bartimeüs? Hoe wist hij dat Jezus in de buurt was, als hij hem niet kon zien?
‘k Zie je met m’n ogen dicht Spel: Ga in een grote kring staan en zorg dat de ruimte binnenin vrij van obstakels is. Een kind komt in het midden staan en kijkt heel goed de kring rond. Hij/zij onthoudt een kenmerk van een van de andere kinderen (bijvoorbeeld een rode oorbel). Daarna wordt hij geblinddoekt en begint de kring te draaien. Na een tijdje staat de kring weer stil en zegt het kind in het
weer door de poort naar buiten gaan. Heel veel voetstappen hoor ik voorbijkomen. Maar wacht eens even, hoor ik het goed? “Aan de kant!” roept iemand in de verte. “Jezus wil er langs!” Jezus! Hij komt hier langs! Zal ik naar hem toe gaan? Zou hij dan ... zou hij mij ook beter kunnen maken? Ik begin te roepen zo hard ik kan: “Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!” De mensen die vlakbij me staan vinden dat maar niks. “Hé schreeuwlelijk, hou je mond”, zeggen ze. Maar ik denk er niet aan om mijn mond te houden. Ik ga juist nog harder roepen: “Jezus, heb medelijden!” Er komt iemand naar me toe, hij pakt me bij de hand. “Sta op,” zegt hij. “Jezus roept je; kom mee naar hem toe.” Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen! Zo snel ik kan kom ik
midden: “Ik zie, ik zie...” (een trui met geel, groene broek, rode oorbel, enzovoorts). Het kind met de gele trui/ groene broek/rode oorbel steekt de handen uit en zegt een paar keer: “Ja, kom maar.” Het geblinddoekte kind probeert door goed te luisteren bij het goede kind uit te komen. Andere kinderen in de kring mogen het ‘blinde’ kind met hun handen zacht sturen.
overeind. Mijn mantel valt op de grond. Jezus is hier, ik moet naar hem toe. Als ik voor hem sta, zegt Jezus: “Wat wilt u, dat ik voor u doe?” Ik durf het bijna niet zeggen. “Mijn ogen ...” fluister ik. Dan gebeurt er iets ongelooflijks. Het wordt licht om me heen! Ik knipper met mijn ogen, ik kan zien! Wat is alles mooi, al die kleuren, de bomen en bloemen en dan al die mensen. En midden tussen hen in staat Jezus. Hij lacht me toe. Ik ga met hem mee naar Jeruzalem, samen met zijn vrienden.’ Leny de Pijper
•
Handreiking 9
Bijbelzondag en bijbelwerk in Latijns-Amerika
Latino!
De Nationale Bijbelzondag is een belangrijk onderdeel van de Bijbel10daagse. Doel is om mensen te stimuleren met de Bijbel aan de slag te gaan.
O
het ieler (vertalen en verspreiden van de Bijbel wereldwijd) brengen we op de Bijbelzondag voor het voetlicht. Dit jaar vragen wij uw aandacht voor Latino, ons buitenlandproject in LatijnsAmerika. Latino richt zich vooral op sociaal zwakkere mensen, kinderen, ouderen, zieken, mensen met een handicap, gevangenen. Zij krijgen bijbels en bijbelmateriaal aangereikt. Er wordt samengewerkt met plaatselijke kerken en hulporganisaties die ook aandacht hebben voor hun materiële noden. Behalve bijbels wordt er ook voedsel en kleding gegeven. Een paar projecten van Latino: Het Braziliaans Bijbelgenootschap wil graag materiaal beschikbaar stellen aan weeshuizen en ziekenhuizen. In deze instellingen zijn leraren
E LS O O R B IJ B 3 P A RE N V N S ! M E RI KA IJ VO O R ,A T
werkzaam die bijbelboekjes en ander materiaal willen gebruiken bij hun onderwijs. Het gaat om bijbels, kinderbijbels, boekjes met bijbelverhalen, werkboekjes en dvd’s. Met uw bijdrage kunnen deze lespakketten voor kinderen er komen. Het bijbelgenootschap van de Nederlandse Antillen en Aruba werkt samen met diverse andere not for profit-organisaties om bijbels en bijbelselecties uit te delen aan mensen die bijzondere hulp nodig hebben: armen, gevangenen, drugsverslaafden en weeskinderen. Humanitaire hulp en bijbelhulp gaan hand in hand. U kunt helpen en zorgen voor bijbels voor hulpbehoevenden. Ook het bijbelwerk in andere landen van LatijnsAmerika kunt u steunen met uw bijdrage voor Latino. Zoals de kinderdag in Uruguay, elke tweede zondag van augustus. Of de kerst- en paasvieringen in Suriname. En de bijbelvertalingen voor de Piaroa-indianen in Venezuela en de Enxet-indianen in Paraguay.
Collectedoel - Latino
A RL E M L . " ' ( A TS CH A PN TNV E LGE N O O B ' IR O IJ B W W W P O K O + IJ K O
Wilt u ook een bijdrage leveren aan Latino? Dat kunt u doen door een gift over te maken op bankrekeningnummer 44.000, ten name van het Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem. Vermeld daarbij Latino. Maar u kunt ook een collecte van uw kerk, samenkomst of parochie bestemmen voor Latino. Uw bijdrage komt ten goede aan bijbelprojecten in verschillende landen in Zuid-Amerika, onder meer Argentinië, Suriname, Bolivia en Honduras. Het Nederlands Bijbelgenootschap ondersteunt deze projecten van harte, uw bijdragen zijn bijzonder welkom.
Handreiking 10
Scholen en kindernevendienst
Het NBG heeft een speciaal project opgezet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. U kunt voor de kindernevendienst het kleurrijke boekje Een bijbel voor Evita aanvragen, met informatie en opdrachten over het bijbelproject. Het boekje is goed te gebruiken op de basisschool of in de kindernevendienst. Bij elk boekje zit een bouwplaat van een spaarpotje, waarin kinderen zelf geld kunnen sparen voor Latino. In dit project van Latino is er in het bijzonder aandacht voor kinderen in Argentinië. Het Bijbelgenootschap daar wil, samen met plaatselijke kerken, kinderen in moeilijke omstandigheden helpen. Het gaat om kinderen uit arme gezinnen, in weeshuizen, of kinderen die op straat leven. De kerken organiseren activiteiten zoals kinderkampen en sportevenementen, en geven ook primaire hulp zoals voedsel en kleding. Ze willen ook bijbels en bijbelboekjes uitdelen. Met de opbrengsten van het scholenproject en uw bijdrage kan dit materiaal er komen.
Bijbelwerk in het buitenland krijgt een gezicht.
Meer informatie over Latino vindt u - vanaf 1 september - onder de knop ‘buitenlandproject’ op www.bijbel10daagse.nl
•
Ñ Van boven naar
beneden: het boekje van het kinderproject, het spaarpotje en het stickervel.
Verhalenbundel De Karavaan
Vlak voor de Bijbel10daagse verschijnt bij Uitgeverij Podium de verhalenbundel De Karavaan. Tien verhalen uit de Bijbel opnieuw verteld. Bijdragen zijn er onder meer van Abelkader Benali, Désanne van Brederode en de winnaar van de schrijf-wedstrijd die het NBG samen met het NRC Handelsblad organiseerde. Deze bundel wordt samen met het NBG uitgegeven en is te koop vanaf half oktober.
Handreiking 11
Leesproject voor kinderen en jongeren Voor kinderen en jongeren maakt het NBG een placemat met daarop puzzels en vragen over de Bijbel. Deze placemat is onderdeel van een leesproject en wordt uitgedeeld in de kerken die meedoen aan Nationale Bijbelzondag. Dit jaar is de placemat getekend door Marijke ten Cate. Zij heeft ook de Prentenbijbel geïllustreerd. U vindt de placemat onder de knop ‘bijbelzondag’ op www.bijbel10daagse.nl daagse.nl (vanaf 1 september). Op de achterzijde staan prikkelende bijbelteksten waarover jongeren met elkaar kunnen discussiëren.
Geluidenquiz
Op www.bijbel10daagse.nl vindt u een geluidenquiz: raad welk verhaal bij het geluid hoort. U kunt de quiz ook doen in de Verhalenkaravaan, die tijdens de Bijbel10daagse door het land trekt. Onder de winnaars worden 10 spellen BibleMemo verloot.
Bartimeüs
Marcus 10: 46-52
Bartimeüskleurplaat De kleurplaat van Bartimeüs is gemaakt door Marijke ten Cate (Prentenbijbel). Je kunt de kleurplaat als download vinden op www.bijbel10daagse.nl. Printen en kleuren maar ... Veel plezier.
illustratie;
Marijke ten Cate
Tip voor jongeren!
Quench
Ook jongeren kunnen actief zijn in de Bijbel10daagse. Bijvoorbeeld bij het leesproject. (Kijk vooral ook bij de aanvullende tips op www.bijbel10daagse.nl ) Ook www.quench.nu bevat allerlei tips voor jongeren om een bijbelverhaal te vertellen
of een activiteit op te zetten. Zoals tip 4, Biblenews. Stel je eens voor dat je er bij was toen Bartimeüs weer kon zien. Hoe zorg je er voor dat dit spraakmakende nieuws onder de aandacht komt bij anderen? Maak je eigen weblog, krabbel op hyves of plaats een berichtje. Voor verdere uitwerking, kijk op www.quench.nu!
Handreiking 12