1 Namiddag Doel: In de namiddag is het de bedoeling om de echte muziekinstrumenten te promoten. We leren de kleuters bepaalde blaas-, toets- en slagwe...
Namiddag Doel: In de namiddag is het de bedoeling om de ‘echte’ muziekinstrumenten te promoten. We leren de kleuters bepaalde blaas-, toetsen slagwerkinstrumenten kennen op een laagdrempelige en interactieve manier in de muziekacademie (dit kan natuurlijk ook gewoon in je repetitielokaal).
Concept: Snuffeltocht doorheen doorschuifsysteem.
de
muziekschool
aan
de
hand
van
een
Tijdschema Naar de muziekschool wandelen 13u30-13u40: algemene uitleg aan de kleutertjes, een leuke omkadering 13u40-14u00: eerste groep instrumenten 14u05-14u25: tweede groep instrumenten 14u25-14u35: speeltijd (goed in banen leiden!) 14u35-14u55: derde groep instrumenten 15u00-15u20: Slagwerk 15u20-15u35: terugblikmoment Terugwandelen naar de klas
Bij de trompet doen we een olifantenmars waarbij de kindjes eerst zeggen waaraan de muziek die de trompettist speelt hen doet denken (Colonel Hathi’s March uit Jungle Book). Als de kindjes het geraden hebben, gaat de trompettist voor in de stoet en doen alle kindjes een olifant met slurf na. Bij de hoorn gaan we op zoek naar de onderdelen ervan. De hoornist kijkt verdrietig omdat er geen klank meer uit zijn hoorn komt. De hoorn is kapot. De kindjes moeten hem helpen door alle onderdelen te vinden en de hoorn terug in elkaar te steken. Hij toont een prent van hoe een hoorn er normaal uitziet. De kindjes gaan op zoek. Na elk onderdeel probeert hij te spelen. Soms komt er klank uit maar meestal een lelijk geluid EN soms passen er ook onderdelen helemaal niet op. Op het einde zijn alle stukjes terug en kan hij iets leuks spelen. Samen sluiten deze twee instrumenten af met een duet (bijvoorbeeld een deel uit Pirates of the Carribean)
Bij de klarinet is de Flight of the Bumble Bee een leuk idee. Je kan dit hard, zacht, snel of traag spelen. De kindjes moeten zeggen aan welk dier het hen doet denken en mogen daarna vrij rond dansen, vliegen. Wanneer je hard speelt maken ze grote bewegingen, wanneer je stil speelt maken ze kleine bewegingen en ga zo maar verder. Indien je dit daarna ziet zitten, kan je misschien enkele kleutertjes laten spelen op je klarinet (breng dan alvast niet je beste riet mee). Een andere mogelijkheid is het spelen van emoties. Je speelt een vrolijk, verdrietig, boos, angstig liedje waarbij de kinderen gekke bekken mogen trekken die voor hen de emotie weerspiegelen. Bij de fagot kunnen de jongeren nasaal nazingen wat de fagot speelt. Je mag spelen wat je wil, enkele nootjes en eenvoudige ritmes. De kinderen mogen dit nazingen door hun neus dicht te knijpen. Dit kan heel grappig zijn en het hoeft geen bestaand stuk te zijn. Samen sluiten deze twee instrumenten af met een duet. Dit is niet zo simpel aangezien ze in een verschillende toonaard staan, maar broeder Jakob bijvoorbeeld, valt makkelijk te transponeren.
Bij de dwarsfluit zou ik de kinderen leren blazen op waterflesjes. Als we die allemaal op een verschillend niveau vullen hebben we verschillende klanken. Zo oefenen de muzikanten of kleuters de juiste mondstand om dwarsfluit te leren spelen. Je kan er een melodietje of een akkoord van maken. Bij de piano zou ik ze echt laten snuffelen. De vleugel openen, snaren laten zien, pedalen laten zien….en een stukje spelen dat een hoog ritme heeft omdat kleuters hun lichaamsritme redelijk hoog ligt. Je kan ze aan de snaren laten voelen terwijl je speelt of je kan ze onder de piano zetten om hen een ‘wauw gevoel’ te bezorgen. Dit geeft een heerlijk gevoel. Ook dit duo sluit af met een duet.
Elk kindje mag bij het binnenkomen in de grote zaal een rietje trekken. De groene rietjes mogen helpen met het slagwerk en de rode rietjes moeten jureren. Welk instrument vinden ze het mooist? Dit doe je aan de hand van een solsleutel. De sleutel is de toegang tot iets positief = sleutel, dit instrument wil je nog horen. Het negatieve aspect beeld je uit door een rustteken. Ik vind dit niet mooi, dus dit instrument mag zwijgen. (in de kleuterklas deden we dit met rode en groene smileys) Je laat een kindje op een pauk slaan, een ander kindje op een andere pauk, een ander kindje op de xylofoon en ga zo maar door. Dit vormt samen een mooi akkoord. Je slaat bepaalde ritmes op een trom die zij dan mogen nakloppen. De andere kindjes jureren en nadien is er natuurlijk een wissel.
Terugblikmoment Wat hebben we vandaag allemaal gedaan? - in de klas - in de turnzaal - bij de trompet - bij de hoorn -…
Wat vond je leuk? Wat vond je niet leuk? Hierbij kan je kleine cymbaaltjes en een trom klaarleggen. Het kindje dat iets leuk wilt zeggen, klingelt eerst met de cymbaaltjes. Het kindje dat iets minder leuk wilt zeggen, neemt de trom.