Naam:__________
_
VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij York in Engeland. Daarna ging zijn vader zelf als kluizenaar leven. Willibrord had besloten om de Friezen van de Here Jezus te gaan vertellen. Samen met een groep monniken wilde hij van de ongelovige Friezen Christenen maken. In 690 stapte Willibrord aan land op de plek waar nu Katwijk aan Zee ligt. Op die plek stroomde toen de Rijn de Noordzee in. Vraag 1a. Waar kwam Willibrord vandaan? ……………………………………………. ……………………………………………
Vraag 1b. Wat was de wens van Willibrord? ………………………………………………. .................................................................. ………………………………..……………..
pagina 1 van 6
De Friezen en de Franken De Friezen bewoonden de kuststrook van Zeeland, Zuid- en Noord Holland tot Friesland. Het gebied van de Friezen grensde aan het land van de Frankische koningen. Die waren al een eeuw eerder christelijk geworden. Clovis was de bekendste Frankische koning. Vraag 2. Welke drie volken bewoonden in die tijd het huidige Nederland? ……………………………………………………… ………………………………………………………. ………………………………………………………..
Een kerkje in Utrecht In het grensgebied tussen de Friezen en de Franken lag ook het dorpje Utrecht. Een vaste grens was er niet. De Friezen en de Franken vochten nogal veel. Wonnen de Friezen, dan schoof de grens naar het zuiden. Wonnen de Franken, dan ging de grens weer een stukje naar het noorden. In de tijd dat een Frankische koning veel succes had, liet hij een kerkje bouwen in Utrecht. Het stond op de plek waar nu de beroemde Domtoren staat. Niet veel later verwoestten de Friezen het weer. Willibrord zocht steun en werd aartsbisschop Willibrord was niet de eerste monnik die de Friezen wilde bekeren. Van zijn voorgangers wist hij al dat het bekeren van de Friezen niet gemakkelijk was. Dus ging hij eerst op zoek naar steun. Hij bezocht de Frankische koning verschillende keren en ging ook naar de paus in Rome. Hoewel er nog maar weinig bekeerde Friezen waren, benoemde de paus hem toch tot aartsbisschop van de Friezen. In 696 ging Willibrord in Utrecht wonen. Hij herbouwde het verwoeste kerkje en stichtte een nieuwe kerk. De nieuwe kerk was ter ere van Sint Salvator, dat is een andere naam voor Jezus Christus.
pagina 2 van 6
Wodan en Donar of Jezus Christus Vanuit Utrecht begonnen de monniken aan hun missie om de Friezen te bekeren tot het christendom. De evangelisten trokken het Friese land in. Tegen het eind van Willibrords leven – in 739 – was het nieuwe geloof al goed verspreid over de kuststreek. In de rest van het Friese gebied ging het veel minder goed. De plaatselijke adel verzette zich krachtig. Ze beschouwde de missionarissen als vrienden van de Franken. Ze gaven hun eigen goden Wodan en Donar niet op. Dat gebeurde pas rond het jaar 800. Niet door de missionarissen, maar door het leger van Karel de Grote. Al die verhalen waar Willibrord altijd over vertelde kwamen uit de Bijbel. Deze bestond echter nog niet in de taal die de Franken en Friezen spraken. Een van de latere vertaling van de bijbel is dan ook naar Willibrord vernoemd; de Willibrordvertaling. Deze vertaling wordt vooral gebruikt door mensen met een Rooms Katholieke achtergrond. De eerste Bijbelvertaling in de Nederlandse taal is de Statenvertaling. De Statenvertaling Voor Christenen is de Bijbel het belangrijkste boek dat er is. In de Bijbel staat „het woord van God‟, de Waarheid zoals God die aan de mensen vertelde. In 1637 verscheen de „Statenbijbel‟, die driehonderd jaar lang de belangrijkste bijbel in de protestantse kerken is gebleven. Er zijn nog veel kerken die deze bijbel nu nog steeds gebruiken.
Vraag 3. Hoe komt het dat er meerdere Bijbelvertalingen zijn? …………………………………………………………………………………………………………
pagina 3 van 6
Rooms-katholieken en protestanten In de 16e en 17e eeuw waren er veel problemen tussen Christenen die anders dachten over hun geloof. Aan de ene kant stonden de Rooms-katholieken. Aan de andere kant de mensen van de Reformatie (gereformeerden of protestanten). Eén van de strijdpunten was de vraag of je de hemel kon verdienen of dat het alleen gegeven kon worden door het lijden en sterven van Jezus. We noemen dat “genade”. Daarnaast was er strijd over de vraag voor wie de Bijbel bedoeld was.
Wie mocht de Bijbel lezen? De Rooms Katholieken vonden dat gewone mensen de Bijbel niet zelf hoefden te lezen. Liever niet zelfs. De mensen kregen in de kerk wel uitleg over de Bijbel. Die werd gegeven door geestelijken: pastoors, bisschoppen en monniken, mensen in dienst van de Kerk. Geestelijken lazen de Bijbel in het Latijn
(de oude taal van Rome). Zij waren tussenpersonen tussen God en de gelovigen. De protestanten vonden dat iedere gelovige zelf de Bijbel moest lezen. Hun geestelijken waren predikanten. Het was hun taak om het woord van God te laten horen. Zij deden dit door samen met de gelovigen de Bijbel te lezen en uitleg te geven.
pagina 4 van 6
Vraag 4a. Wie mag de Bijbel lezen volgens de Rooms Katholieke kerk?
Vraag 4b. En bij de protestanten?
……………………………………………….
……………………………..………………..
……………………………………………….
……………………………………………....
Er moest een nieuwe, betere vertaling in het Nederlands komen. Als iedereen de Bijbel behoorde te lezen, dan moest er wel een goede Bijbel in het Nederlands zijn. En de vertaling moest ook betrouwbaar zijn. Maarten Luther was een Duitse protestant. Hij vertaalde rond 1535 de Bijbel in het Duits. Van die Lutherbijbel werden in de 16e eeuw Nederlandse vertalingen gemaakt. Maar de Nederlandse protestanten wilden het liefst een eigen Bijbelvertaling. Daarvoor wilden ze de oude handschriften van de Bijbel in het Hebreeuws, de taal van de Joden, en Grieks gebruiken. Vraag 5a. Waarom is het belangrijk om bij een Bijbelvertaling terug te gaan naar de grondtekst (taal waarin het werkelijk is geschreven)? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… Vraag 5b. Weet jij wat de “Blijde Boodschap” van de Bijbel eigenlijk is? …………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………..
pagina 5 van 6
Dordtse Synode In 1618 was er een synode in Dordrecht. Een synode is de belangrijkste vergadering van de protestanten. Daar werd de opdracht gegeven om zo‟n vertaling te maken. De regering werd gevraagd de vertaling te betalen. Het duurde acht jaar voordat de regering het ermee eens was. Pas in 1626 konden de vertalers aan de slag. Negen jaar later was de Statenvertaling of Statenbijbel klaar. En nog weer twee jaar later werd hij voor het eerst gedrukt. In twintig jaar tijd werden een paar honderdduizend Statenbijbels gedrukt.
Vraag 6a. Wat is een synode?
Vraag 6b. Wat is er besloten op de synode te Dordt?
……………………………………………..
………………………………………………
……………………………………………..
………………………………………………
Bijbelse uitdrukkingen In de loop van de tijd hebben veel Nederlanders kennisgemaakt met de Bijbel. Ze hebben de bijzondere taal van de Statenbijbel leren kennen. Die wordt ook wel „tale Kanaäns‟ genoemd. De meeste mensen kennen deze uitdrukkingen: "Een lust voor het oog" en "op handen gedragen" en “Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in”. Deze komen allemaal uit de Bijbel. Omdat de Statenvertaling als boek veel werd gelezen, werd de spelling grotendeels overgenomen als de gangbare Nederlandse spelling. Inmiddels zijn de spelling en betekenis van veel woorden in de taal van onze tijd erg veranderd. De taal waarin de Bijbel is geschreven wordt dan ook regelmatig aangepast, zodat iedereen die dat wil de Bijbel kan blijven lezen. De Statenbijbel is heel belangrijk geweest voor de Nederlandse cultuur.
pagina 6 van 6