Definitieve versie(12): Datum: 30-9-2014
2014-2015
Adres: Kaya Frater Odulfinus z/n - Bonaire, CN Email:
[email protected]
1
Overgangsregeling Scholengemeenschap Bonaire (per 1 oktober 2014) 1.
Algemene bepalingen
1.1.
Algemeen
1 Bij alle overgangsvergaderingen dient de hierna volgende overgangsregeling te worden gevolgd. 2 Staande de overgangsvergadering mag de overgangsregeling niet worden gewijzigd. 3 In alle gevallen waarin deze overgangsregeling niet voorziet, beslist de directie in samenspraak met het bestuur, na advies van de docentenvergadering. 4 Voor de doorgang van de vergadering dient minimaal de helft plus één (1) van de docenten aanwezig te zijn. 5 Uitgangspunt bij iedere beslissing m.b.t. bevorderen, doubleren of determineren dient te zijn dat de leerling in de meest passende leerweg en klas geplaatst wordt, d.w.z. daar waar hij/zij de opleiding naar aller waarschijnlijkheid met succes zal afronden. 6 Bij stemmingen over leerlingen dient 2/3 deel van de docenten die aan deze leerling lesgeven aanwezig te zijn en zijn/haar stem uit te brengen. Indien dit laatste niet het geval is, dient een nieuwe vergadering ten aanzien van deze leerling te worden uitgeschreven. Afwezigheid van docenten wegens ziekte wordt beschouwd als zijnde aanwezig. 7 Bij alle rapportvergaderingen geldt een aanwezigheidsplicht voor alle docenten. Wijzigingen in de overgangsregeling dienen vóór 1 oktober van het lopende schooljaar te worden vastgesteld door de directie, na overleg met de unitvergaderingen en met de adviesraad/medezeggenschapsraad. 8 De leerlingen dienen voor 1 oktober van alle regelingen m.b.t. de overgang en de berekening van de rapportcijfers op de hoogte te zijn gebracht. 9.a Leerlingen mogen gedurende hun schoolloopbaan slechts één keer doubleren in de onderbouw. Met de onderbouw wordt het volgende verstaan: a. b. c. d. e.
Basis 1 en 2 Kader 1 en 2 M1 + M2 H1, VH2 en H3 Vwo 1,(VH2), V3
9b. Wanneer ze voor de tweede keer doubleren worden ze naar een lager niveau verwezen, met uitzondering van de eindexamenklas. Doorstroming naar een hoger niveau in klas 1 en klas 2, is dan in principe niet meer mogelijk, tenzij de meerderheid van de docenten die de leerling lesgeven hierover anders beslist. 10. Uit BB1 of BB2 kunnen de leerlingen niet zomaar tot het Praktijkonderwijs worden toegelaten. Hiervoor geldt een aparte procedure met o.a. een intelligentie-onderzoek. Dit wordt door de EOZ-afgenomen en gebeurt na schriftelijke toestemming van de ouders. De ouders worden op hun verzoek in de gelegenheid gesteld om van de resultaten van het onderzoek kennis te nemen.
2
1.2
Procedures van de vergadering
1 De overgangsvergadering wordt voorgezeten door de uitdirecteur en bij diens afwezigheid door een van de teamleider(s) van de unit. Een der teamleiders notuleert de vergadering. 2 De vakdocenten ontvangen tenminste één uur voor de rapportvergadering de cijferoverzicht lijsten. 3 Elke vakdocent en mentor controleert voor de vergadering de puntenlijsten op juistheid en volledigheid. Na deze vergadering kan geen cijfer meer worden gewijzigd (uitgezonderd bij revisie) zonder toestemming van de directie. 4 Ontbreken cijfers wegens geldige redenen dan tellen de bewuste cijfers niet mee. De unit-directeur bepaalt of er sprake is van een geldige reden. De reden(en) zijn van te voren bekend gemaakt. 5 In de volgende situaties kan tijdens een overgangsvergadering gestemd worden: - bij bespreking van een leerling buiten de normen om* - bij bespreking van een leerling binnen een bespreekzone - bij het geven van adviezen aan een leerling *Wanneer zich een bijzondere situatie heeft voorgedaan die het leer- en studiegedrag of de mogelijkheden voor een leerling beperkt heeft, kan de rapportvergadering afwijken van de geldende overgangsregeling. Voorwaarde voor toepassing van de regels rondom een bijzondere situatie is dat de school vooraf geïnformeerd is in het opgebouwde dossier bij de mentor en zorgcoördinator en is over de bijzondere gevallen. Tijdens de vergadering ingebrachte specifieke situaties die vooraf bekend hadden kunnen zijn, kunnen dus niet als bijzondere situatie aangemerkt worden om uitzonderingen te maken voor een leerling bij bevordering. Een bijzondere situatie is niet limitatief en kan één of meerdere van de volgende gevallen betreffen: -
langdurige ziekte, lopende het ziekteproces, die bij de school bekend is; een ongeval, verkeersongeluk, etc.; huiselijke omstandigheden die bij de counselor, sociaal maatschappelijk werker of teamleider bekend zijn; overlijden binnen de familie of vriendenkring, rouwverwerking; langdurig verblijf in het buitenland met goedkeuring door leerplicht of schoolleiding toegestaan is; andere bijzondere omstandigheden die door 2/3 meerderheid van de bevorderingsvergadering als bijzonder aangemerkt kunnen worden;
6 Indien over een bepaalde leerling gestemd moet worden, hebben alle docenten van wie de leerling les heeft gekregen stemplicht. Blanco stemmen is toegestaan. Bij het staken van de stemmen geeft de doorslaggevende beslissing van de mentor, teamleider en zorgcoördinator. Indien een docent meerdere vakken geeft dan mag hij meerdere keren stemmen. 7 Voor de laatste rapportvergadering van een schooljaar vindt er een voorbespreking plaats tussen de mentor en de teamleider en indien gewenst met de unit-directeur.
3
1.3
Bepaling rapportcijfer en eindcijfer
Het schooljaar wordt per unit verdeeld in drie of vier gelijke periodes. Elke periode wordt afgesloten met een rapport. De rapportcijfers worden berekend op basis van het voortschrijdend gemiddelde. De rapportcijfers van de periodes zijn getallen afgerond op één (1) decimaal (5,45 wordt 5,5 en 5.51 wordt 5,5). Er wordt gewerkt met het voortschrijdende gemiddelde over alle periodes voor de overgang. Dit geeft een eindcijfer (EC). Het eindcijfer (EC) wordt op een geheel getal rekenkundig afgerond (5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6) (Bij het eindcijfer hier mag men niet dubbel afronden).
1.4
Voorwaardelijke bevordering
1. Voorwaardelijke bevordering is wettelijk toegestaan (artikel 11 WVO BES). Dit vindt in uitzonderlijke gevallen. Zie ook artikel 1.2 lid5. De definitieve plaatsing vindt tussen 1 augustus en 1 december plaats (eerste rapport).Dit kan eventueel in een revisie vergadering plaatsvinden. 2. Voorwaardelijke bevordering naar het hoogste leerjaar is niet mogelijk! Het tussendoor plaatsen van leerlingen in een ander niveau dan de lerarenvergadering heeft besloten is niet toegestaan zonder een besluit van de revisie-vergadering of de beroepscommissie.
1.5
Revisie
De staf kan besluiten tot een revisiebespreking als er ondanks alle nauwkeurigheid foutieve berekeningen worden ontdekt of fouten bij overbrenging van cijfers of wanneer er door omstandigheden geen rekening is gehouden met externe factoren. De revisiebespreking vindt voor zover mogelijk plaats met alle docenten van de betrokken leerling; rekening houdend met de rechtsgeldigheid, na de overgangsvergadering of aan het begin van het nieuwe schooljaar. Indien een docent niet meer aanwezig is wordt een collega van de vakgroep ingeschakeld! Indien na het uitreiken van het overgangsrapport nog nieuwe gegevens bekend worden, kan de unit-directeur in overleg met de beroepscommissie de beslissing van de rapportvergadering herzien. In de meeste gevallen zal het geval doorgestuurd worden naar de revisievergadering of de beroepscommissie. 1.6
Beroep
Ouders/wettelijke verzorgers/leerlingen kunnen naar aanleiding van beslissingen betreffende overgang naar de volgende klas en/of verwijzing naar een andere leerweg in beroep gaan. Het verzoek moet uiterlijk ingediend worden binnen 3 werkdagen nadat de uitslag bekend is bij ouders/wettelijke verzorgers en leerlingen. Beroepsschriften die later worden ingediend kunnen aan het begin van het schooljaar worden behandeld.
4
Het beroep bevat de beslissing en een schriftelijke onderbouwing van de reden van het beroep. Nadat het beroep is ingediend, wordt op aanvraag van de examensecretaris de beslissing naar aanleiding waarvan beroep is aangetekend onderbouwd door de teamleider of de mentor. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het dossier van de leerling. Het beroep wordt beoordeeld door de beroepscommissie. Binnen één week na instellen van het beroep komt de beroepscommissie bijeen om te bepalen of de gevolgde procedures juist zijn geweest. De beroepscommissie kan niet inhoudelijk* beslissen. Het besluit van de beroepscommissie wordt binnen drie dagen na deze vergadering medegedeeld aan de betreffende ouders/wettelijke verzorgers en leerling en met een schriftelijke onderbouwing naar de unit-directeurs. Na de vakantie worden de vakdocenten van de beslissing van de beroepscommissie schriftelijk in kennis gesteld, met motivatie van de genomen beslissing. De samenstelling van deze beroepscommissie ziet er als volgt uit: Voorzitter van het schoolbestuur; ( bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de Algemeen Directeur) Lid van de oudergeleding; Eén lid van de Medezeggenschapsraad. De examensecretaris fungeert als voorzitter van de besprekingen, maar heeft zelf geen stemrecht. *Met inhoudelijk wordt bedoeld alles wat te maken heeft met de inhoud van de beslissing. Dit betekent dat de commissie zich bij het nemen van een beslissing niet laat leiden door de inhoud van gegeven toetsen, de cijfers, de normering van de individuele toetsen en de overgangsnormen. De beroepscommissie bepaalt uitsluitend of de procedure correct is verlopen. Uitzonderlijke gevallen dienen zowel door de docentenvergadering als door de beroepscommissie individueel te worden bekeken.
2. klas 1 en 2 (V1en VH2 ,H1 en H2, M1 en M2, Kader 1 en 2 en Basis 1 en 2) 2.1
Uitgangspunten 1. Een tussentijdse determinatie naar een hogere of lagere leerweg is mogelijk bij het eerste rapport, of aan het einde van het schooljaar, indien duidelijk aantoonbaar is dat de leerling zich niet in de juiste leerweg bevindt. Dit geldt voor zowel het eerste als het tweede schooljaar. De docentenvergadering geeft in dit geval een niet bindend advies aan de ouders wanneer het een advies bij het eerste rapport betreft. Het advies aan het eind van het schooljaar is bindend. 3
4
Zittenblijven in de onderbouw is mogelijk. Bij een onvoldoende rapport in het daaropvolgend jaar zal de leerling bevorderd worden naar een hogere klas in een lagere leerweg, indien haar cijfers dit toelaten. Tussentijdse determinatie naar een hogere leerweg is niet mogelijk tenzij dit in het opgebouwde dossier door de mentor en zorgcoördinator anders aan geeft. Naast een cijferlijst geeft een aparte rapportage inzicht in de vakspecifieke leerlingenkenmerken en de persoonsgebonden leerlingenkenmerken.
5
2.2
Algemene zaken
1. Voor tussentijdse determinatie worden dezelfde regels gehanteerd als bij de opstroom aan het eind van het schooljaar:
Opstroom(bij het eerste rapport): Basis1 Kader1 Kader1Mavo 1 Mavo 1H1 H1V1 Basis2 Kader2 Kader 2Mavo 2 Mavo 2H2 H2V2 Uitgangspunten: 1 Géén verliespunt in één van de kernvakken (Nederlands, Engels en Wiskunde) 2 Maximaal 2 verliespunten in de andere vakken. (5 = één verliespunt en 4 = twee verliespunten). 3 Als de meerderheid van de rapportvergadering, docenten die daadwerkelijk lesgeven aan de desbetreffende klas, een positief advies geeft met handvatten als OMZA gedragsindicatoren (RTTI methodiek). Organisatievermogen, Meedoen in de les, Zelfvertrouwen en Autonomie. (studiehouding, huiswerk attitude, inzicht, abstraheervermogen, tempo, belangstelling en zelfwerkzaamheid) 4 5 Gemiddeld van alle rapportcijfers is minimaal 7.0 of hoger geldt voor de opstroom van Mavo naar Havo en Havo naar Vwo . 6 Gemiddeld van alle rapportcijfers minimaal tussen 6.5 of hoger geldt voor de opstroom van BB naar KB en KB naar Mavo. 7 Bespreekgeval als niet voldaan wordt aan één van de voorwaarden.
Doorstroom: Bevorderen in dezelfde Leerweg (onderbouw)
(eind schooljaar) Klas Klas MAVO1 MAVO2 HAVO1 HAVO2
Klas Klas Klas Basis 1 Kader 1 VWO1 VWO2 Basis 2 Kader 2 Leerweg Basis 2 Kader2 MAVO2 MAVO3 VH 2 HAVO3 Basis 3 Kader 3 Uitgangspunten: 1 Niet meer dan één verliespunt in de kernvakken (Nederlands, Engels en Wiskunde); kernvakregeling. 2 Maximaal 3 verliespunten in alle vakken. (5 = één verliespunt en 4 = twee verliespunten). 3 Als de meerderheid van de rapportvergadering, docenten die daadwerkelijk lesgeven aan de desbetreffende klas, een positief advies geeft met handvatten als OMZA gedragsindicatoren (RTTI methodiek). Organisatievermogen, Meedoen in de les, Zelfvertrouwen en Autonomie. (studiehouding, huiswerk attitude, inzicht, abstraheervermogen, tempo, belangstelling en zelfwerkzaamheid) 4 Gemiddelde van alle jaarrapportcijfers is minimaal 6,0. 5 Bespreekgeval als niet voldaan wordt aan één van de voorwaarden. Het resultaat kan zijn : Bevorderen naar een hoger leerjaar in dezelfde afdeling Doubleren, of een advies voor plaatsing in een andere leerweg. Leerweg
6
Opstroom: Bevorderen naar een andere leerweg (onderbouw): Bevorderen naar een andere Leerweg Bevorderen naar een andere Leerweg
Eind schooljaar Klas Klas MAVO1HAVO2 HAVO1VWO2
Klas Basis1 Kader2
Klas Kader 1 MAVO2
Basis 2 Kader 3
Kader2MAVO3 MAVO2HAVO3
VH2VWO3
1. Géén verliespunt in van de kernvakken (Nederlands, Engels en Wiskunde) 2. Maximaal 2 verliespunten in de andere vakken. (5 = één verliespunt en 4 = twee verliespunten). 3. Als de meerderheid van de rapportvergadering, docenten die daadwerkelijk lesgeven aan de desbetreffende klas, een positief advies geeft met handvatten als OMZA gedragsindicatoren (RTTI methodiek). Organisatievermogen, Meedoen in de les, Zelfvertrouwen en Autonomie. (studiehouding, huiswerkattitude, inzicht, abstraheervermogen, tempo, belangstelling en zelfwerkzaamheid) 4. Gemiddeld van alle jaarrapportcijfers is minimaal 7,0 of hoger. 5. Bespreekgeval als niet voldaan wordt aan één van de voorwaarden.
Aanvullende regels: 1. De leerling van de onderbouw die niet aan de overgangsnorm voldoet kan na ouders gehoord te hebben, geplaatst worden in een gepast niveau. Gedurende het jaar moet duidelijk aantoonbaar zijn dat de leerling niet in de juiste niveaugroep was geplaatst. De ouders dienen in een vroegtijdig stadium op de hoogte gesteld te worden van een mogelijke overplaatsing; dit is uiterlijk het geval bij het eerste rapport. 2. De vakken in de onderbouw tellen allemaal even zwaar mee. 3. Indien de leerling onvoldoende toetsen, dan wel projecten/themaweken heeft gemaakt vanwege onttrekking, dan zal de leerling deze toets of dit project ingehaald moeten hebben alvorens te kunnen worden bevorderd. Dit gebeurt ten uiterste in de voorlaatste schoolweek! 4. Themaweken dienen met de beoordeling voldoende afgesloten te worden. Indien de leerling een onvoldoende ontvangt voor de themaweek zal hij een herkansing in de vorm van nieuwe taken krijgen waardoor hij de themaweek alsnog voldoende kan afsluiten. De beoordeling van de themaweek wordt tevens opgenomen in de rapportage.
2.3
Overgangsregels 2e leerjaar VMBO/MAVO
Een leerling van leerjaar 2 VMBO of Mavo-2 wordt volgens de regels voor determinatie in leerjaar 3 geplaatst indien: Voor de keuze van een sector geldt:
7
1.
geen onvoldoende in de te kiezen sectorvakken.
De sectorvakken zijn: - Techniek : wi + NST - Economie: ec + sp ( voor BB en KB), voor Mavo + wi - Hospitality: ec + sp, voor - Zorg en Welzijn: bi + vz, voor Mavo + wi Bespreekzone*: 1. één vijf (5) in de te kiezen sectorvakken 2. bij bijzondere gevallen buiten de schuld van de leerling om (zie 1.2.5) * -
Indien de leerling besproken wordt op basis van het feit dat hij als binnen de bespreekzone aangemerkt wordt, dan zijn de volgende opties mogelijk: de leerling wordt alsnog bevorderd; de leerling wordt niet bevorderd en mag doubleren; de leerling wordt niet bevorderd en mag niet doubleren, hetgeen verwijzing naar een lagere leerweg in een hoger leerjaar, indien de cijfers dit toelaten.
3. VMBO bovenbouw 3.0 Opstroom naar een hoger niveau in de derde klas Er is éénmalige mogelijkheid om bij het eerste rapport in de derde klas voor het schooljaar 2014-2015 geldig voor Basis 3,Kader 3 en Mavo-3 en Havo 3 om op te stromen bij het eerste rapport. De leerling moet weliswaar wel voldoen aan de regels van de opstroom. (zie artikel 2.2 opstroom eerste rapport)
3.1
Overgangsregels 3e leerjaar VMBO
Een leerling van leerjaar 3 VMBO wordt bevorderd indien: Het examendossier compleet is en voor alle vakken behalve Lo en CKV geldt A. alle eindcijfers 6 of hoger; B. een rapportcijfer 5 en alle andere rapportcijfers 6 of hoger; C. een rapportcijfer 4 en alle andere rapportcijfers 6 of hoger, waarvan tenminste een cijfer 7 of hoger; D. twee 5-en en alle andere rapportcijfers 6 of hoger, waarvan tenminste een cijfer 7 of hoger; E. de stage, lichamelijke opvoeding, CKV moeten voldoende zijn. F. Voor MM1 geldt het volgende: het cijfer kan als compensatiepunt(en) meetellen bij een eindcijfer van een zeven of meer! G. Indien MM1 onvoldoende is, dan krijgt de leerling de kans om in de eerste half jaar van het vierde jaar een herkansing te maken over de leerstof van MM1. Er is éénmalige mogelijkheid in de derde klas voor het schooljaar 2014-2015 geldig voor BB3,KB3 en Mavo-3 om op te stromen. (flexibilisering)
8
Indien de leerling aan de opstroom regels van de tweede klas voldoet mag men naar een hoger niveau opstromen, aan het eind van leerjaar 3 is dit echter niet meer mogelijk! In de eerste periode worden de leerlingen van Basis, Kader (BB, KB) op twee niveaus beoordeeld. Tijdens de eerste rapportvergadering zal worden besloten in welke leerweg de leerling definitief geplaatst zal worden. Mocht een leerling in een hoger niveau geplaatst worden, dan heeft deze leerling tot het einde van het leerjaar de gelegenheid om de gemiste toetsen in te halen. 3.2 Slaag/Zakregels VMBO 4/Mavo-4*
Dit zal in het examenreglement opgenomen worden!
VMBO-4 leerlingen zijn geslaagd conform de slagingsnorm. Na voor de tweede keer te zijn afgewezen in VMBO-4 wordt de leerling geplaatst in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Dit geldt ook voor leerlingen die bijna 18 zijn in de 3e blijven zitten. Dit geschiedt in overleg met de MBO-unit. 3.3
Overgangsregels MAVO 4
HAVO 4
Een leerling van MAVO-4 kan alleen geplaatst worden in Havo-4 en niet in Havo-3. De volgende toelatingseisen gelden om in Havo-4 te kunnen worden geplaatst: A. de leerling beschikt over een MAVO-diploma; B. het gemiddelde van het centraal schriftelijk examen is 6,5 of hoger en voor de vakken die geen CSE kennen is het gemiddelde van het schoolexamen 7,0 of hoger; C. voor het profiel CM geldt dat de vakken Nederlands en Engels een voldoende eindexamencijfer hebben en dat er eindexamen is gedaan in het vak Spaans of Frans; D. voor het profiel EM geldt dat de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde en Economie voldoende zijn; E. voor de natuurprofielen geldt dat de vakken Nederlands en Engels voldoende zijn, Wiskunde minimaal een eindcijfer 7,0 en voor het profiel NT geldt tevens een minimaal eindexamencijfer 7,0 voor het vak natuurkunde; F. als de leerling minimaal 7 examenvakken heeft in zijn vakkenpakket; G. indien de leerling geen onvoldoende heeft in het te kiezen profieldeel. Er is een intakegesprek met de leerling voordat hij geplaatst wordt. Bespreekzone: één onvoldoende, namelijk een 5 in het te kiezen profieldeel.
4.
HAVO / VWO bovenbouw
4.1
Overgangsregels HAVO 3 - HAVO 4
9
Een leerling van leerjaar HAVO- 3 wordt bevorderd indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: A. alle eindcijfers 6 of hoger; B. geen rapportcijfer mag lager zijn dan een 4 en bij 3 of minder onvoldoende vakken zijn alleen de volgende combinaties van onvoldoendes mogelijk: 4 / 44 / 45 / 455 / 5 / 55 / 555; C. Van de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde mag slechts één (1) vak het cijfer 5 hebben. De twee andere vakken moeten voldoende zijn; D. geen onvoldoende in het te kiezen profieldeel; E. bij de bepaling van het resultaat voor de overgang naar klas 4 moeten de vakken informatica, rekenen en biologie worden samengevoegd tot één combinatiecijfer waarbij de drie vakken even zwaar meetellen. F. binnen vakken van de vierde klas geldt de slagingsnorm Om toegelaten te worden tot een profiel moeten de verplichte profielvakken minstens een 5,5 als eindcijfer hebben. G. 1. 2. 3.
Bespreekzone: bij bijzondere gevallen buiten de schuld van de leerling om.*(zie artikel 1.2.5) één 5 in het te kiezen profieldeel. wanneer 1 cijfer lager is dan een 4 en alle andere vakken 6 of hoger zijn.
Let op!!!! Normaal gesproken heeft een leerling het recht om één (1) keer te doubleren in de leerweg die hij/zij volgt. Echter, als de leerling tien of meer onvoldoende punten heeft op het eindrapport en daarvan was ook al sprake op een van de voorgaande rapporten, dan is doubleren niet toegestaan. Ook niet als dat pas de eerste keer is dat de leerling doubleert. De leerling is te zwak om met succes de gekozen leerweg te kunnen afronden en zal naar een lagere leerweg moeten gaan. Een leerling kan doorverwezen worden naar Mavo-4 indien de unit een aanpassingsprogramma biedt zo dat de leerling zijn achterstand kan wegwerken en naadloos aansluit de examenklas. Afstemming moet in de vakgroepen plaatsvinden. Het eindcijfer 5 levert 1(één) onvoldoend punt op, een 4 levert 2(twee) onvoldoende punten op, een 3 levert 3(drie) onvoldoende punten op, een 2 levert 4(vier) onvoldoende punten op en een 1 (één) levert 5(vijf) onvoldoende punten op.
4.2
Overgangsregels HAVO-4 - HAVO-5
Voor de overgang van HAVO- 4 naar HAVO- 5 geldt de slaagregeling. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vakken. De eindcijfers die meetellen zijn die voor: Nederlands, Engels en Papiaments de vier profielvakken: Bij CM: 2 verplichte profielvakken + 2 profielkeuzevakken Bij EM,NG en NT: 3 verplichte profielvakken + 1 profielkeuzevak het vak uit het vrije keuze deel indien je meer vakken in het keuzedeel hebt, wordt t.b.v. de uitslag alleen het 10
gunstigste cijfer meegerekend voor alle leerlingen gelden de volgende regels: slechts 1x een 5 voor de kernvakken: Ne,En en Wi
op het examen CSE komt er nog voorwaarde om te slagen: het rekenkundig gemiddelde van alle CSE-cijfers moet minimaal 5,50 zijn. (5,49 is afgewezen)
Vakken ≥ 6.0 , LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 5, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 5 en 1 x 4 , het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 2 x 5, het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 4 , het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten Slechts 1x een 5 voor NE,EN en WI. Bij een vijf moeten de andere twee vakken een 6 of hoger zijn.
Uitslag + + + + + +
Bespreekzone: - bijzondere gevallen buiten de schuld van de leerling om* (zie artikel 1.2.5)
4.3 Overgangsregels VWO-3 - VWO-4 Een leerling van leerjaar 3 VWO wordt bevorderd indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: A. alle cijfers 6 of hoger zijn; B. geen rapportcijfer lager is dan een 4 en bij 3 of minder onvoldoende vakken zijn alleen de volgende combinaties van onvoldoendes mogelijk: 4/ 44/ 45/ 455/ 5/ 55/ 555; C. Van de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde mag slechts één (1) vak het cijfer 5 hebben. De twee andere vakken moeten voldoende zijn; D. er geen onvoldoende is in het te kiezen profieldeel; E. bij de bepaling van het resultaat voor de overgang naar klas 4 moeten de vakken informatica, rekenen en biologie worden samengevoegd tot één combinatiecijfer waarbij de drie vakken even zwaar meetellen. F. binnen vakken van de vierde klas geldt de slagingsnorm. Om toegelaten te worden tot een profiel moeten de verplichte profielvakken minstens een 5,5 als eindcijfer hebben. Bespreekzone: 1. bij bijzondere gevallen buiten de schuld van de leerling om.*(zie artikel 1.2.5) 2. één 5 in het te kiezen profieldeel. 3. wanneer 1 cijfer lager is dan een 4 en alle andere vakken 6 of hoger zijn. Let op !!!! 11
Normaal gesproken heeft een leerling het recht om één (1) keer te doubleren in de leerweg die hij/zij volgt. Echter, als de leerling tien of meer onvoldoende punten heeft op het eindrapport en daarvan was ook al sprake op een van de voorgaande rapporten, dan is doubleren niet toegestaan. Ook niet als dat pas de eerste keer is dat de leerling doubleert. De leerling is te zwak om met succes de gekozen leerweg te kunnen afronden en zal naar een lagere leerweg moeten gaan. Het eindcijfer 5 levert 1(één) onvoldoende punt op, een 4 levert 2(twee) onvoldoende punten op, een 3 levert 3(drie) onvoldoende punten op, een 2 levert 4(vier) onvoldoende punten op en een 1 levert 5(vijf) onvoldoende punten op.
4.4
Overgangsregels VWO- 4 – VWO- 5 en VWO- 5 – VWO- 6
Voor de overgang van VWO- 4 naar VWO-5 en van VWO- 5 naar VWO- 6 geldt de slaagregeling. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vakken. De eindcijfers die meetellen zijn die voor: Nederlands, Engels en Papiaments, (deelvak Spaans of Frans alléén in V5 en V6) de vier profielvakken: bij CM: 2 verplichte profielvakken + 2 profielkeuzevakken bij EM,NG en NT: 3 verplichte profielvakken + 1 profielkeuzevak het vak uit het keuze deel het combinatiecijfer (het gemiddelde voor de vakken ANW en GLO). indien je meer vakken in het keuzedeel hebt, wordt t.b.v. de uitslag alleen het gunstigste cijfer meegerekend voor alle leerlingen gelden de volgende regels: slechts 1x een 5 voor de kernvakken: Ne,En en Wi op het examen CSE komt er nog voorwaarde om te slagen: het rekenkundig gemiddelde van alle CSE-cijfers moet minimaal 5,50 zijn. (5,49 is afgewezen!)
Vakken ≥ 6.0 , LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 5, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 5 en 1 x 4 , het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CAV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 2 x 5, het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten ≥ 6.0 en 1 x 4 , het gemiddelde van de cijfers moet dan ≥ 6.0, LO en CKV zijn met goed of voldoende afgesloten Slechts 1x een 5 voor NE,EN en WI. Bij een vijf moeten de andere twee vakken een 6 of hoger zijn.
Uitslag + + + + + +
12
Bespreekzone: door bijzondere gevallen buiten de schuld van de leerling om (zie artikel 1.2.5) voor 4 VWO geldt: wanneer één (1) cijfer lager is dan een 4 en alle andere vakken 6 of hoger zijn Een leerling die een HAVO diploma heeft behaald en wil instromen in V5 wordt in V5 geplaatst worden indien hij/zij kan aantonen dat: -
indien hij/zij voor het vak Frans of Spaans een voldoende heeft behaald op haar eindlijst. de leerling moet examen hebben gedaan in het vak Wiskunde.(A,B of C) als de leerling minimaal 7 examenvakken heeft in zijn vakkenpakket; indien de leerling geen onvoldoende heeft in het te kiezen profieldeel.
-
Er is een intakegesprek met de leerling voordat hij geplaatst wordt.
Bespreekzone: één onvoldoende, namelijk een 5 in het te kiezen profieldeel.
13