MRI-onderzoek van de dunne darm Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Waar vindt het onderzoek plaats? Wat is belangrijk om te weten voor het onderzoek? Melden Gebitsprothese(s) Medicijnen Contrastvloeistof Kleding Voorbereiding Hoe verloopt het onderzoek? Met maagsonde Zonder maagsonde Het MRI-onderzoek Risico’s en bijwerkingen Duur van het onderzoek Na het onderzoek Hoe komt u aan de uitslag? Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Tot slot Belangrijke telefoonnummers
1 1 1 2 2 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6
U krijgt binnenkort een onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van Magnetische Resonantie (MR, MRI) en van röntgendoorlichting. Bij dit onderzoek is het mogelijk om dwarsdoorsneden van het lichaam te maken, die zichtbaar zijn op een beeldscherm. Dit gebeurt met behulp van radiogolven en een grote magneet. Tijdens de röntgendoorlichting wordt een slangetje in de maag (maagsonde) ingebracht. Deze brochure bevat informatie die u moet weten vóór het onderzoek. Tevens vindt u informatie over het verloop van het onderzoek.
Waar vindt het onderzoek plaats? Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Afdeling Radiologie bevindt zich op de begane grond; route 72. U wordt bij de balie verwacht.
Wat is belangrijk om te weten voor het onderzoek? Melden Als u drager bent van een PACEMAKER kan het onderzoek niet plaatsvinden. Dit moet u dus meteen doorgeven aan de afdeling Radiologie. Wanneer zich één van de volgende metalen voorwerpen in uw lichaam bevindt is het belangrijk direct contact op te nemen met de afdeling Radiologie: • vaatclip; • (bot-)prothese; • granaatscherf; • metaalsplinter; • gehoorprothese; • neurostimulator;
• insulinepomp; • kunsthartklep; • stent. Gekleurde contactlenzen moeten worden verwijderd. In onderstaande situaties is het onderzoek soms niet mogelijk: • Te zwaar De onderzoektafel kan belast worden tot 140 kg. Als u 140 kg of meer weegt, moet u meteen contact opnemen. • Zwanger Als u zwanger bent, ook als u het nog niet zeker weet, moet u eveneens direct contact opnemen. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. • Tevens wordt u verzocht vóór het onderzoek aan de laborant(e) mee te delen of u ooit aan uw hoofd, hart en/of bloedvaten geopereerd bent. Gebitsprothese(s) Komt u voor een MRI-onderzoek van het bovenste gedeelte van het lichaam (hoofd t/m borstkas), dan moet de gebitsprothese altijd uit. Er zijn 2 typen gebitsprothesen: met een mechanisch of met een magnetisch kliksysteem. Hebt u een gebitsprothese met een mechanisch kliksysteem dan kan worden volstaan met het uitnemen van de prothese(s). Hebt u een gebitsprothese met een magnetisch kliksysteem dan moeten de kunstwortels cq magneten altijd vóór het MRI-onderzoek door de tandarts uit uw boven/onderkaak verwijderd worden in verband met het risico van demagnetiseren. Weet u het niet zeker neem dan contact op met uw tandarts.
plaatje 1: Prothese met een mechanisch kliksysteem plaatje 2: Prothese met een magnetisch kliksysteem
Blokjesbeugel Hebt u een blokjesbeugel en komt u voor een onderzoek van het hoofd/hals gebied, neem dan contact op met de afdeling Radiologie. Afhankelijk van het te onderzoeken gebied kan het zijn dat, in verband met storingen door de blokjesbeugel, geadviseerd wordt om het onderzoek uit te stellen totdat de beugel is verwijderd. Medicijnen Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze normaal blijven innemen. Wel moet u er rekening mee houden dat medicijnen die vlak voor het onderzoek zijn ingenomen, minder goed in het lichaam opgenomen kunnen worden. Vrouwen die de anticonceptiepil slikken, moeten rekening houden met verminderde werking hiervan. Dit wordt veroorzaakt door het gebruik van het orale contrastmiddel. Dit middel kan laxerend werken. (terug naar de inhoudsopgave)
Tijdens het MRI-onderzoek wordt via een infuus in de arm Buscopan® toegediend om darmkrampen te verminderen. Na een injectie met Buscopan® kunt u last krijgen van wazig zien. Het is dus belangrijk dat u vervoer naar huis regelt en na het onderzoek niet zelf aan het verkeer deelneemt. Hebt u last van een verhoogde oogdruk of gebruikt u oogdruppels, meldt dit dan voordat het MRI-onderzoek begint. Contrastvloeistof Tijdens het MRI-onderzoek wordt via het infuus contrastvloeistof toegediend. De contrastvloeistof wordt gebruikt om de darmen beter zichtbaar te maken. Dit contrastmiddel (Dotarem®/gadolinium) kent vrijwel geen bijwerkingen. Geeft u borstvoeding, dan is dit geen reden om te stoppen. Tot op heden zijn er geen schadelijke effecten aangetoond. Kleding Onafhankelijk van het te onderzoeken lichaamsdeel zal de laborant(e) u vragen om kleding met ritsen, drukkers, opdrukken op T-shirts e.d., uit te trekken. Losse metalen voorwerpen, zoals haarspelden, horloge, geld, sieraden e.d. moet u in de kleedkamer achterlaten. De magneet trekt deze voorwerpen namelijk aan. Laat uw bank- en/of giropasjes met magneetstrip ook achter; de magneet kan de magneetstrip van de pasjes wissen. Het advies is om een shirt met lange mouwen zonder opdruk en een pyjama- of joggingbroek zonder ritsen mee te nemen. Het is belangrijk dat in het materiaal van de kleding geen metaal is verwerkt, dus bij voorkeur materiaal van 100% katoen. Voorbereiding U dient minimaal 3 uur van te voren nuchter te blijven. Dit betekent dat u niets mag eten en drinken. U mag in deze periode ook niet roken. De MRI-scanner maakt een hard, kloppend geluid. Tijdens het onderzoek kunt u via een aanwezige koptelefoon luisteren naar de radio of naar een door uzelf meegebrachte cd of mp3-speler. Pijnstilling Het MRI-onderzoek zelf is in principe niet pijnlijk. Voor een MRI-onderzoek is het noodzakelijk dat u 30 tot 45 minuten stil kunt blijven liggen. Hebt u zoveel pijn dat u denkt dat u dit niet kunt volhouden, neemt u dan een pijnstiller in. Een recept hiervoor kunt u verkrijgen bij uw specialist of huisarts. Denkt u er aan deze pijnstiller op tijd in te nemen. Raadpleeg hiervoor de bijsluiter of het etiket. Claustrofobie (engtevrees) Hebt u last van claustrofobie, met andere woorden bent u bang in kleine ruimtes, dan bestaat de mogelijkheid om vooraf de tunnel te komen bekijken. Neemt u hiervoor contact op met de afdeling Radiologie, telefoonnummer (013) 539 80 13. Denkt u dat het onderzoek vanwege uw engtevrees niet gaat lukken, neemt u dan een rustgevend tablet in. Een recept hiervoor kunt u verkrijgen bij uw specialist of huisarts. Neem deze tablet op tijd in. Raadpleeg hiervoor de bijsluiter of het etiket. Na inname kunt u gedurende 6 tot 8 uur nog last hebben van sufheid/slaperigheid. Dit is per persoon verschillend. U kunt dus niet meer actief aan het verkeer deelnemen en ook andere taken, waarbij nauwkeurigheid en oplettendheid van belang zijn, kunnen nadelig worden beïnvloed. U dient uw vervoer zelf te regelen. (terug naar de inhoudsopgave)
Hoe verloopt het onderzoek? De MRI-scanner heeft de vorm van een open tunnel waarin een onderzoektafel geschoven kan worden. Een laborant(e) bedient met behulp van een computer de MRIscanner. Dit gebeurt in een ruimte naast de onderzoekkamer. De computer vangt de gegevens van de MRI-scanner op en zet deze om in foto's, die vervolgens op een beeldscherm verschijnen.
Afbeelding van een MRI-scanner
Het onderzoek vindt plaats met of zonder een maagsonde. In overleg met uw arts is bepaald of u het onderzoek met of zonder een maagsonde krijgt.
Met maagsonde
De doorlichtkamer Het onderzoek begint in een röntgenkamer. Daar wordt, met behulp van röntgendoorlichting, via de neus of mond een slangetje (sonde) ingebracht. Deze sonde gaat via de slokdarm en de maag naar de dunne darm. Via deze sonde kan de waterige contrastvloeistof tijdens het MRI-onderzoek rechtstreeks in de dunne darm worden ingebracht. Vervolgens gaat u naar de kamer waar het MRI-onderzoek plaatsvindt.
Zonder maagsonde
De MRI-scanner Soms is het mogelijk om het onderzoek te verrichten zonder een maagsonde. Dit wordt bepaald door de arts. Ook dan moet u 3 uur voor het onderzoek nuchter blijven. Bovendien moet u 1 uur voor de afgesproken tijd van het MRI-onderzoek aanwezig zijn om 1,6 liter vloeistof te drinken. Het MRI-onderzoek verloopt op dezelfde manier, alleen de toediening van contrastvloeistof per sonde is niet nodig.
Het MRI-onderzoek Voordat u op de onderzoektafel komt te liggen, wordt er een infuus in de arm gebracht. Dit infuus dient om tijdens het onderzoek Buscopan® en contrastvloeistof toe te dienen. Tijdens het onderzoek ligt u zo gemakkelijk mogelijk op de onderzoektafel met de armen boven het hoofd. Als u goed ligt, schuift de laborant(e) de onderzoektafel in de tunnel van het MRI-apparaat. De voeten het eerst. Het is belangrijk dat u gedurende het onderzoek stil blijft liggen. Tijdens het maken van de foto’s maakt het apparaat een hard kloppend geluid. U krijgt een koptelefoon met muziek, zodat u daar minder last van hebt. Via een microfoon is er contact met de laborant(e), zodat u de verschillende ademcommando’s kunt opvolgen. Bovendien kunt u via deze microfoon ook aangeven hoe het met u gaat. Wanneer u in de tunnel ligt, laat de laborant(e) via de sonde de contrastvloeistof in de dunne darm lopen. Deze contrastvloeistof bestaat uit water met een verdikkingsmiddel,
waardoor de darmen gevuld worden en beter te beoordelen zijn. Tijdens het inlopen van deze vloeistof worden er series foto’s gemaakt. Tijdens deze series wordt u gevraagd de adem in te houden. Ook wordt halverwege het onderzoek de Buscopan® en een contrastvloeistof via het infuus in de arm toegediend. Een MRI-onderzoek bestaat altijd uit meerdere series foto’s. Een radioloog beoordeelt of de foto’s technisch goed gemaakt zijn. Risico’s en bijwerkingen Van dit onderzoek zijn geen risico’s/bijwerkingen bekend. Duur van het onderzoek Het inbrengen van de maagsonde neemt ongeveer 15 minuten in beslag. Het is niet altijd mogelijk dat het MRI-onderzoek aansluitend wordt uitgevoerd en kan het voorkomen dat u nog even moet wachten. Uiteraard wordt geprobeerd deze wachttijd tot het minimum te beperken. Het MRI-onderzoek zelf duurt ongeveer 45 minuten. Na het onderzoek Omdat er ongeveer twee liter vocht door de sonde in de dunne darm is gelopen, kunt u vrij snel na het onderzoek last krijgen van diarree. Daarom wordt aangeraden schoon ondergoed mee te nemen. Het is om dezelfde reden raadzaam de eerste uren na het onderzoek in de buurt van een toilet te blijven.
Hoe komt u aan de uitslag? Een radioloog bekijkt de MRI-beelden en maakt een schriftelijk verslag van het onderzoek dat hij begeleid heeft. Het is niet noodzakelijk dat u de radioloog zelf gezien hebt. Bij uw behandelend arts kunt u terecht voor de uitslag.
Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Als u door ziekte of om andere redenen verhinderd bent uw afspraak na te komen, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de afdeling Radiologie. In uw plaats kan een andere patiënt geholpen worden. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. Als u wilt, kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Komt u te laat, dan kunnen wij u niet meer helpen en zijn wij genoodzaakt een nieuwe afspraak te maken.
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u op werkdagen contact opnemen met de afdeling Radiologie. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. Aan het begin van het onderzoek vertelt de laborant(e) u nog een keer wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen hebt, kunt u deze ook aan hem/haar stellen. (terug naar de inhoudsopgave)
Belangrijke telefoonnummers St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen): Route 72 Radiologie (afspraken & informatie):
(013) 539 13 13 (013) 539 80 13
Radiologie, 1.546 10-13 (terug naar de inhoudsopgave)
Copyright© St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.