onzeWereld /Maart 2010 / Nr. 3
ONZE
maart # 3
e 5,95
Met de trein door Bangladesh / Interview Paul Collier / Movies That Matter
Wereld
na de ramp
Bouwpakket voor een beter Haïti
Voor betrokken wereldburgers
senegal
Mislukt Nederlands internetproject
eindpunt marokko
Afrikanen halen Europa niet
kinderen twee is wel genoeg
nummer 3 maart 2010
Reportage
6 Gestrand in Marokko
Ze komen uit landen als Mali, Niger, Ivoorkust of Guinee Bissau en zijn op doortocht naar Europa, waar binnenkomen steeds lastiger wordt. Marokko, eigenlijk een tussenstop, blijkt steeds vaker een eindpunt. Gestrand in een land waar de regering het bestaan van illegale migranten niet erkent.
OMSLAGARTIKEL
34
34
Rondje wereld
Veel of weinig kinderen? Regel: als de welvaart stijgt, daalt het aantal geboortes. In een land als Marokko groeit het aantal gezinnen met slechts twee kinderen snel. Maar in Zuid-Afrika vermindert het kindertal nog niet. En in China lijkt de éénkindpolitiek op zijn retour. Vrouwen over kinderen en de ideale gezinsgrootte.
Movies That Matter-festival
10 Films die je bij de strot grijpen
10 17
Soms nemen mensen grote risico’s in hun werk voor de mensenrechten. Deze helden staan centraal in tien documentaires op filmfestival Movies that Matter. Drie hoofdrolspelers over hun missie, drijfveren en hun offers.
Interview
14 ‘Verkiezingen kunnen gevaarlijk zijn’
Democratisch gekozen regeringen in de allerarmste landen moeten militaire steun krijgen bij een staatsgreep, stelt de beroemde Britse econoom en Haïti-kenner Paul Collier. Is dat neokolonialisme of een effectieve, nieuwe aanpak voor de hulp? Collier over veiligheid, Haïti en het Nederlandse beleid.
17 Actueel
17 Bouwpakket voor Haïti
Met deskundigen en kenners van het land stelt onzeWereld een bouwpakket samen voor de wederopbouw van Haïti.
onze 1 wereld 3-10
prijswinnende Fotoreportage
22 Bovenop de intercity
Kaartjes zijn te duur voor veel reizigers in Dhaka, hoofdstad van Bangladesh. Dus klimmen ze op het dak van de trein, hangen aan de zijkant of staan op de treeplanken van de wagons. Maar niet zonder gevaar: wie valt is dood.
Reportage
30 Een mislukt project in Senegal
De wereld van de boerenbevolking in Dioffior, zo’n drie uur rijden van Senegals hoofdstad Dakar, zou groter worden dankzij het computercentrum dat er in 2006 werd opgezet. Maar het project mislukte. Llinkpresentator Marcel van der Steen, die berichtte over de start, ging terug om uit te vinden wat er mis ging. ‘Mensen zorgen liever voor voedsel.’
22
achtergrond
40 Hervormingsbeweging in
Iran loopt op kousenvoeten Als de Iraanse regering de roep om hervormingen negeert, riskeert ze haar eigen ondergang, betoogt de Iraans-Amerikaanse schrijver Hooman Majd. De hervormingsbeweging heeft veel sympathisanten, waaronder zelfs geestelijken en conservatieve Iraniërs. Maar buitenlandse inbreng is niet gewenst.
40
Columns
38 43
Lisa Lisa start groen project Stephan bezoekt een vervallen plantage in Suriname Commentaar
50
Shell not amused; Afrika’s eerste gekozen vrouwelijke president verdient tweede kans. Cultuur
56 57 58 61 62
Kijken Katanga business, Let's Make Money Luisteren Mijmerende songs van Malinese albino; uitbundig dansfeest Lezen Wereldreis door textiel; Allas blijft vreemde in Somalië Aanschuiven Kip op z’n kop Agenda Rubrieken
4
46
44 46 52 55 64
2 onze
3-10
wereld
Wereld Digitale zelfmoord; overvloed aan champagne Wereldkaart Transparantie overheidsuitgaven Wereld.nl Hergebruikt design; verse eieren van Columbus Straat Klein nieuws uit o.a. Jemen, Zimbabwe en Argentinië Weg Dansen in Addis Abeba Brieven & Colofon
Patiënt overleden?
W
at heet mislukt? De laatste tijd gaat het in onzeWereld vaak over effectiviteit en resultaat van de hulp. Iedereen is ermee bezig, en iedereen heeft er wel een mening over. Waar gaat ons geld naar toe? En helpt het ook? Kan het efficiënter worden besteed, effectiever? Welke rol speelt de traditionele hulp überhaupt nog bij de ontwikkeling van arme samenlevingen? In dit nummer gaat LLiNK-verslaggever en radiopresentator Marcel van der Steen terug naar een klein internetproject in Senegal, waarbij hij enkele jaren geleden nog aan de wieg stond. Klinkt heel overzichtelijk. Toch was het mislukt, wist Marcel. Het gebouw stond leeg, de computers waren verdwenen. Wat was er misgegaan bij dit initiatief van Nederlandse organisaties als de Communicado Foundation en Viafrica? Na Marcel’s terugkomst bleek het allemaal niet zo eenvoudig te liggen. Over één ding was iedereen het grondig eens: dat internetproject was mislukt. Maar hoe dit nou kwam? En wie daarop was aan te spreken? Nadat Marcel zijn artikel had ingeleverd, begonnen de boze e-mails van de Communicado Foundation
binnen te stromen. Weldra gevolgd door zwaar getoonzette e-mails van advocaten. Dat zijn we hier bij onzeWereld niet gewend. Veel overleg en terugkoppeling derhalve, tot in de laatste uren voor de onvermijdelijke deadline. Voor de afloop verwijs ik u graag naar pagina 30 en verder. Het gaat ons er niet om dat we iemand als ‘schuldige’ willen aanwijzen. Maar organisaties hebben een verantwoordelijkheid: ze geven ons geld uit, claimen succes. Daar moeten we op kunnen vertrouwen. We verwachten integriteit, ook als het even tegenzit. Wat was, achteraf gezien, domme pech? Wat bleek niet zo slim? En wat was overmacht? In al die e-mails zagen we opnieuw de waarheid in het oude gezegde ‘Succes heeft vele vaders, maar mislukking is een wees’. En wat is dat, ‘mislukt’? Als de ene partij de boel overdraagt aan een lokale organisatie, is daarmee dan de kous af? Nog een spreuk kwam in mij op: ‘Operatie geslaagd, patiënt overleden’. We nemen niet aan dat deze oude zegswijzen symbool staan voor de hele sector van armoedebestrijding. Maar, ik geef het toe, op momenten als deze twijfel ik even.
hoofdredacteur onzeWereld
[email protected]
PS: onzeWereld vindt de mening van haar abonnees erg belangrijk. Daarom zoeken wij lezers die een paar keer per jaar via een online enquête met ons willen meedenken over het blad. Wilt u hieraan meedoen, ga dan naar www.onzewereld.nl en klik op ‘lezerspanel’. Wij stellen uw inbreng zeer op prijs.
onze 3 wereld 3-10
cijfers
750.000
hinezen zijn C momenteel werkzaam in Afrika.
64.000
terroristische incidenten zijn mondiaal geteld sinds 2004.
CULTUUR
CULTUUR
INTERNET
Gamen zonder grenzen
Liedjes om voor te sterven
Vaarwel, wrede virtuele wereld!
In videogames waarin strijdende partijen elkaar hevig in de haren vliegen, houden de hoofdpersonen zich vrijwel nooit aan de zogeheten Geneefse Conventie. Dat blijkt uit Zwitsers onderzoek naar twintig bekende war games. Integendeel: de digitale helden krijgen meestal zelfs bonuspunten en andere extraatjes als ze virtuele oorlogsmisdaden plegen. De onderzoekers van de Zwitserse organisaties Trial en Pro Juventute keken of de helden in de spelletjes de keuze hadden uit legaal of illegaal geweld. In de meeste spelletjes moet illegaal geweld worden gebruikt om het volgende level te bereiken. Als de speler de keuze heeft uit diverse soorten
EMANCIPATIE
POLITIEK
Palestijnse vrouwen: top of flop?
Het einde van de schurkenstaat
r e u te r s
Wat al decennia werkt voor de armen in de wereld, is nu dankzij de crisis ook een succes geworden in een van de rijkste landen ter wereld: microkrediet slaat aan in de Verenigde Staten. De Grameen Bank, ruim dertig jaar geleden in Bangladesh opgericht door Mohammad Yunus, krijgt voet aan de grond in diverse Amerikaanse steden. Yunus verwacht dat zijn bank binnen enkele jaren winst zal gaan maken, dankzij de ruim negen miljoen Amerikaanse gezinnen die momenteel geen toegang hebben tot een normale bank en de ruim 21 miljoen families die nu alleen geld kunnen lenen door spulletjes in onderpand te geven bij pandjesbazen. In amper twee jaar tijd heeft de Grameen Bank al 1700 klanten in de stad New York, en medio vorig jaar opende het een nieuw kantoor in Omaha. Binnenkort volgen vestigingen in San Francisco, Boston, en Charlotte, Noord-Carolina. In New York werkt Grameen samen met het grote en prestigieuze Citibank. Het van oorsprong Latijns-Amerikaanse Acción ontpopt zich tot de grote concurrent voor Grameen in de VS. Grameen rekent een vaste 15 procent rente op leningen tot ongeveer 1500 dollar, heel wat minder dan de soms 50 of 60 procent die pandjesbazen en woekeraars in de VS berekenen. De meeste klanten van Grameen zijn, ook in de VS, vrouwen, in de regel met een ethische achtergrond. (bron: Time Magazine)
4 onze
3-10
wereld
Deze situatie heeft vooral te maken met de manier waarop Israël de Palestijnse Gebieden afsluit van de mondiale economie. De Palestijnen krijgen per hoofd van de bevolking wel weer de meeste hulpdollars ter wereld. (bron: MO*/PCBS) r e u te r s
Palestijnse vrouwen behoren tot de best opgeleide vrouwen van de Arabische wereld. Toch doen ze het slecht als het gaat om deelname aan maatschappelijke functies. Terwijl 29 procent van alle Arabische vrouwen actief is op de arbeidsmarkt, ligt dat percentage in de Palestijnse Gebieden op een nog schamelere 16 procent. Bovendien is het salaris van de vrouwen op de Westoever gemiddeld maar 66 procent van dat van hun mannelijke collega’s, en in de Gazastrook 72 procent. En dit terwijl de alfabetiseringsgraad van de vrouwen bijna 90 procent bedraagt, tegenover slechts 66,5 procent van alle Arabische vrouwen.
geweld, wordt ‘goed gedrag’ meestal niet beloond. Het meest voorkomende illegale gedrag is volgens de onderzoekers: excessief, disproportioneel geweld dat niet in verband staat met de ernst van de zaak. Zo hebben de helden vaak geen andere optie dan een mitrailleur leeg te schieten op de tegenstanders. Bovendien maken veel spelletjes geen onderscheid in de ‘beloning’ voor het neermaaien van militairen en van onschuldige burgers. De onderzoekers roepen de makers op voortaan rekening te houden met het oorlogsrecht. De meeste spelletjes zullen dan net zo spannend zijn en vaak zelfs moeilijker. (bron: Playing by the rules, TRIAL).
Er bestaan anno 2010 geen schurkenstaten meer. De landen die tot voor kort dat predikaat nog kregen, hebben nu niets meer te vrezen op het gebied van sancties, boycots, politiek isolement of wat dan ook. Sterker nog: ze hebben nieuw zelfvertrouwen gekregen. Iran en Noord-Korea hebben een satelliet gelanceerd, Birma heeft oppositieleider Aung San Suu Kyi nog onder huisarrest staan, en in Zimbabwe trekt bandietenleider Robert Mugabe nog altijd aan de touwtjes. Tot voor kort was er een ‘internationale gemeenschap’ die dergelijke landen diskwalificeerde, maar daar is een einde aan gekomen met de opkomst van de nieuwe politieke zwaargewichten China en India en andere spelers op het internationale podium. Dat schrijft de Iraanse wetenschapper Nader Mousavizadeh in Newsweek. Mousavizadeh, in het verleden met Kofi Annan bij de VN actief en nu verbonden aan het International Institute for Stategic Studies in Londen, signaleert het failliet van die oude ‘strenge’ aanpak. Hoe moet het dan? Hij stelt intensieve samenwerking voor op cultureel, wetenschappelijk en maatschappelijk vlak. Openheid, gastvrijheid, kennismaking met westerse waarden: het is dé remedie tegen schurkenstaatleiders. (bron: Newsweek)
35
In de wereld van de karaoke is alles geoorloofd: hard zingen, vals zingen, mompelen, de tekst vergeten. Toch zijn er grenzen. De afgelopen jaren zijn wereldwijd tientallen doden gevallen als gevolg van café-ruzies over bepaalde liedjes. Op nummer 1 van de lijst van dodelijke karaokeliedjes prijkt ‘My Way’ van Frank Sinatra. In tien jaar tijd werden op de Filipijnen zes zangers van dit lied gedood. Ook in Maleisië en Thailand zijn al ‘My Way’-doden gevallen. Een Filipijnse zanger die graag achter de microfoon kruipt, begrijpt het wel. ‘Het is zo’n arrogant nummer: I did it my way... Als die zin dan ook nog eens vals gezongen wordt, kunnen mensen snel agressief worden. Iedereen kent het nummer en heeft er een mening over.’
Steeds meer leden van online communities geven de brui aan hun sociale digitale leven. Het lezen van al die tweets en mededelingen van zogenaamde ‘vrienden’ – vaak mensen die je nauwelijks kent of organisaties die alleen bezig zijn om je een mening of een product aan te smeren – kost te veel tijd. Het ‘ontvrienden’ heeft nu een logische volgende stap gekregen: digitale zelfmoord. Wie tot op heden een einde wilde maken aan zijn Facebook-, Hyves-, Twitter- of LinkedIn-account, merkte dat dit praktisch onmogelijk is. Alles blijft bewaard, of je wilt of niet. Accounts met grote aantallen ‘vrienden’ zijn namelijk veel geld waard voor bedrijven en reclamemakers die hun producten willen slijten. Maar sinds kort is de digitale suïcide binnen ieders bereik. Begin dit jaar begonnen twee Nederlandse
iljard dollar is het totale bedrag dat m Chinese ambtenaren in 2009 achteoverdrukten of fraudeerden, volgens een overheidsstudie. ( E c o n o mi s t )
jongens met een website die je hele account, inclusief alle gegevens, laat verdwijnen: SuicideMachine. In enkele weken tijd hebben al bijna tweeduizend mensen zichzelf digitaal uitgegumd. Een soortgelijk Amerikaans initiatief, dat Seppukoo heet, kreeg al direct de advocaten van Facebook op hun dak. Dat gebeurde ook al met SuicideMachine. Vooralsnog blijven de zelfmoordsites gewoon actief. Met een enkele druk op de knop wissen ze alle gegevens uit, een lastig karwei dat uren in beslag kan nemen. Daarna kun je nog je laatste digitale woorden achterlaten op de homepages van SuicideMachine of Seppukoo. Vaarwel digitale wereld! http://suicidemachine.org/ www.seppukoo.com/
r e n é v a n a s s e lt
Derdewereld-oplossing voor arme Amerikanen
bouwprojecten in New York liggen nu stil als gevolg van de crisis ( T I M E )
(Wordt Vervolgd)
ta m e r y o u s s e f
MICROKREDIET
colon y o f g a mer s
( E l s e vi e r )
515
Afrika is voor de Chinezen zeker niet het ‘verloren continent’, integendeel: het is een rijke bron voor grondstoffen, mineralen en olie. Bovendien kopen de Chinezen duizenden hectaren landbouwgrond op voor de kweek van voedsel voor het thuisland. Veel van het geld dat de Chinezen in Afrika investeren gaat naar de aanleg van wegen, spoorlijnen, elektriciteitscentrales, ziekenhuizen, scholen en havens. (bron: Elsevier)
(bron: New York Times)
LANDBOUW
Barsten in de champagnebubbel De mondiale consumptie van champagne is door de crisis gedaald met minstens een kwart. Voorraden zijn sterk toegenomen: ongeveer 1,2 miljard flessen liggen opgeslagen in de kelders van de Champagneregio. Dat is voldoende om de komende vier jaar in de wereldbehoefte aan bubbels te voorzien. De
voorraad heeft de verhouding tussen de boeren en de grote wijnfabrikanten verstoord. Vroeger deden de producenten bewust rustig aan om te voorkomen dat er te veel flessen op de markt zouden komen, waardoor de prijzen zouden dalen. Nu zouden de prijzen kelderen als alle wijn op de markt zou komen. De overkoepelende
verkooporganisatie heeft de wijnboeren daarom verplicht veel minder kilo’s druiven per hectare aan te leveren. Opgeteld bij de lagere verkoopprijzen is dit een harde klap voor de boeren, die tot voor kort zelf konden bepalen hoeveel ze wilden produceren.
pi x x ie s ta il s
mondiale trends en ontwikkelingen
De machtsbalans in de regio is definitief verschoven naar de handelaren en wijnproducenten. Grootste speler is het bekende LVMH, dat onder meer Veuve Clicquot bezit en bezig is om kleine, wankelende champagnehuizen op te kopen. LVMH bezit nu al 18 procent van de mondiale champagnemarkt. (bron: economist) onze 5 wereld 3-10
hollandse hoogte
Afrikaanse migranten blijven steken in de illegaliteit
Gestrand in Marokko Zo’n 15.000 illegale Afrikaanse migranten bevinden zich in Marokko. Ze willen door, naar Europa, maar de controle is aanzienlijk verscherpt. En dus blijven ze noodgedwongen hangen in een land waar ze niets mogen. ‘Vooral vrouwen vormen een kwetsbare groep.’ tekst Kees Beekmans
O
p een doordeweekse ochtend in het najaar staan een stuk of twintig jonge mannen en een enkele vrouw te wachten tot Caritas Rabat zijn deuren opent. Het zijn Subsaharanen, economische migranten uit Zuidelijk Afrika, gelukszoekers, sans papiers, welke naam je ze ook wilt geven, afkomstig uit landen als Congo-Brazzaville, Ivoorkust, Mali, Niger, Senegal, Guinee-Bissau. Ze zijn hier omdat Caritas vandaag kleren uitdeelt. Even over negenen gaat de deur open en begint een medewerker van de katholieke hulporganisatie namen af te roepen. Eén voor één dalen de migranten af in een souterrain en komen een minuut later terug met een broek, een trui, een jas die ze zelf hebben uitgezocht. Sommigen vinden wat er ligt maar niks en lopen hoofdschuddend, een misprijzende trek op hun gezicht, weer naar buiten. Anderen, de kleren in hun armen, moeten juist lachen, niet zonder gêne. Degenen die nog niet zijn geweest, gluren nieuwsgierig het souterrain in, of er wel wat overblijft. ‘Soms vinden we de kleren verderop in de straat weer terug’, zegt de Belgische Pieter Van Aken, verantwoordelijk bij Caritas voor het ‘project migranten’. De hulporganisatie speelt een centrale rol in de opvang en
6 onze
3-10
wereld
begeleiding van Subsaharanen. In de vestiging in Rabat, de belangrijkste in Marokko, kunnen de migranten hun verhaal kwijt: hoe lang ze al van huis zijn, hoe de reis is verlopen, wat hun situatie nu is. Caritas vraagt zich vervolgens af wat ze voor deze persoon kan betekenen: heeft iemand hulp nodig bij het zoeken naar een kamer, wil de migrant in contact worden gebracht met landgenoten? In het geval van vluchtelingen verwijst Caritas door naar de UNHCR (de vluchtelingenorganisatie van de VN) en voor spijtoptanten die terug willen is er ook een organisatie. Migranten die zich melden bij Caritas krijgen gratis toegang tot eerstelijns gezondheidscentra en gratis medicijnen. Hun kinderen kunnen er een rudimentair soort onderwijs volgen, kinderen vanaf zes jaar worden doorgestuurd naar Marokkaanse scholen. In de regel doen die niet moeilijk over de illegale status van deze kinderen.
Hekken Naar schatting bevinden zich zo’n 15.000 illegale migranten in Marokko. De laatste jaren zitten ze meer en meer in grote steden als Rabat en Casablanca, in plaats van ‘dichtbij de
vertrekpunten’, waar ze zich van oudsher liever ophielden: in het noorden van Marokko, aan de Middellandse Zee, in de buurt van de Spaanse enclaves Ceuta en Mellila. Maar vanuit Laâyoun in het zuiden van het land konden ze de oversteek ook wagen, naar de Canarische eilanden. Al worden nog steeds pogingen gedaan de Spaanse enclaves binnen te dringen, sinds het najaar van 2005, toen tientallen migranten de enclaves en masse bestormden, zijn het er beduidend minder geworden. De hekken rondom de enclaves
‘Veel vrouwen zijn onderweg minstens een keer verkracht, en hier zijn ze ook niet veilig' zijn verhoogd en de surveillance is aanzienlijk verscherpt, iets waar de EU tientallen miljoenen euro’s aan meebetaalt. Het heeft effect gehad. ‘Migranten blijven nu noodgedwongen veel langer in Marokko hangen’, zegt Stéphane Rostiaux, chef
de mission van de internationale migratieorganisatie IOM, die migranten helpt bij een vrijwillige terugkeer. ‘Vóór 2005 bleven ze hier vaak maar een paar maanden, hooguit een jaar, nu eerder drie, vier jaar. Ze zijn hier letterlijk gestrand, kunnen geen kant meer op.’
Het boze oog Een andere trend: steeds meer vrouwen die de lange en gevaarlijke tocht ondernemen. ‘Een op de drie’, schat Pieter Van Aken van Caritas. Ze hebben het in de ogen van de projectleider een stuk moeilijker dan mannen. ‘Ze zijn veel kwetsbaarder. De meeste van deze vrouwen zijn op reis op z’n minst één keer verkracht, door plaatselijke autoriteiten, door de mensensmokkelaars, of door hun medereizigers.’ En in Marokko zelf zijn ze evenmin veilig. ‘Zeker als ze hier zonder man naartoe zijn gekomen. Veel vrouwen gaan dan op zoek naar een soort beschermheer, maar voor die ‘bescherming’ betalen ze doorgaans met hun lichaam, en soms worden ze ook nog gedwongen zich te prostitueren. Vooral bij Nigerianen kom je dit soort maffia-praktijken tegen.’ Een aparte categorie binnen de groep vrouwen is die van onze 7 wereld 3-10
reuters
Illegale gelukszoekers worden vaak buiten Marokko gedumpt.
de minderjarige meisjes, die nog kwetsbaarder zijn. Van Aken: ‘Die worden binnen hun gemeenschap vaak misbruikt, fysiek in de zin dat ze al het huishoudelijke werk moeten doen, en seksueel.’ Caritas denkt erover om voor deze meisjes – de organisatie kent er een stuk of veertig – een opvangcentrum te creëren. Maar daar zitten haken en ogen aan. Van Aken: ‘Wie gaat daar de verantwoordelijkheid voor nemen, zowel juridisch als organisatorisch? Liefst zouden we zien dat een Marokkaanse organisatie als bijvoorbeeld Bayti (die straatkinderen opvangt) dat zou doen, maar voor hen heeft deze groep niet de hoogste prioriteit.’ De Franse psychologe Clotilde Marechal kent de groep minderjarige meisjes goed. Ze doet voor Caritas de ‘intakegesprekken’ en houdt wekelijks sessies met migranten die behoefte hebben aan psychologische hulp. Deze jonge meisjes blijken vaak naar Marokko te zijn gevlucht om onder een gedwongen huwelijk uit te komen. Anderen zijn vertrokken omdat hun familie bijvoorbeeld niet wilde accepteren dat ze wilden trouwen – of daadwerkelijk zijn getrouwd – met een man uit een andere etnische groep. ‘Deze meisjes’, aldus Ma-
‘ Ze worden op straat voor apen uitgemaakt en kunnen niets doen omdat ze niet mogen werken’ rechal, ‘zijn vaak erg bang dat hun familie ze zelfs hier nog weet te treffen, via landgenoten of met behulp van tovenarij, het boze oog, maraboutage.’ De UNHCR honoreert dit soort familieperikelen in de regel niet met een vluchtelingenstatus. Behalve dat het niet makke-
8 onze
3-10
wereld
lijk is zo’n verhaal bewezen te krijgen, voert de UNHCR aan dat deze vrouwen in eigen land naar de politie kunnen gaan. Marechal: ‘Maar als die echtgenoot een machtig man is, en de politie corrupt, gaat dat argument echt niet op. Er mag wel eens onderkend worden, vind ik, dat die vrouwen enorme risico’s hebben genomen om hiernaartoe te komen, en dat ze dat niet voor niets doen. Uitgehuwelijkt aan een veel oudere echtgenoot als tweede of derde vrouw, in huis opgesloten, geslagen, verkracht.’
Niemandsland Voor deze meisjes en vrouwen doet Marokko in principe niks. Marechal: ‘Ik praat met ze, maar dat is niet genoeg. Ze hebben na zoveel traumatische ervaringen juist een omgeving nodig om zichzelf bij elkaar te rapen, een omgeving die hun gevoel voor eigenwaarde kan verhogen. In plaats daarvan worden ze hier op straat voor apen uitgemaakt en worden ze gedwongen tot niksdoen omdat ze niet mogen werken.’ Voor de mannen is dat niet anders. Migranten zijn illegalen die in de ogen van de Marokkaanse regering niet bestaan. Er is in Marokko niet eens een loket waar vluchtelingen of asielzoekers zich kunnen melden: het is de UNHCR-vestiging in Rabat onder leiding van de Nederlander Johannes van der Klaauw, die de afgelopen jaren een systeem heeft ontwikkeld om te bepalen wie echte vluchtelingen zijn. Maar zelfs deze door de VN erkende vluchtelingen – achthonderd, uit ruim vierduizend aanvragen – hebben in Marokko nog altijd geen juridische status, en mogen zonder officiële verblijsvergunning ook niet werken. Hun VN-vluchtelingenpas beschermt ze echter wel tegen de politie. Economische migranten lopen het risico ieder moment te worden opgepakt, in een bus te worden gezet en te worden gedumpt in het niemandsland bij de Algerijnse grens.
De 23-jarige Simon uit Nigeria heeft het twee keer meegemaakt. Hij kwam vier jaar geleden via Niger en Algerije naar Marokko. Zijn eerste poging Europa te bereiken was met een boot van Tanger richting het Spaanse vasteland, waar hij 1500 euro voor moest betalen. Dat geld had hij in Nigeria bijeen gespaard en deels van familieleden gekregen. Maar de zee bleek te wild en de kapitein keerde terug. Simon, die niet kan zwemmen, durfde de overtocht niet nog een keer per boot te wagen en probeerde het een half jaar later via de Spaanse enclave Mellila, waar hij door de politie werd opgepakt en prompt de grens met Algerije overgezet. Een jaar later werd hij in Tanger, waar hij op zoek was naar werk, opnieuw opgepakt – en voor de tweede keer bij de Algerijnse grens afgezet. In de hoop dat de politie hem daar met rust zou laten, kwam hij driekwart jaar geleden naar Rabat. Hij deelt hier een kamer met zes landgenoten in de volkswijk G5, waar ze gezamenlijk 60 euro per maand voor betalen. Omdat hij in Rabat evenmin werk kan vinden, bedelt hij. Per dag haalt hij 20, 30 dirham op (twee, drie euro), net genoeg om van te eten. Simon is dit leven beu en wil terug naar huis. Daarvoor klopte hij aan bij IOM, dat sinds vier jaar een speciaal ‘terugkeerprogramma’ heeft voor spijtoptanten als Simon, die in Marokko met de rug tegen de muur staan en in zeer precaire omstandigheden leven. Al dan niet doorverwezen door organisaties als Caritas, Terre des Hommes of Artsen zonder Grenzen, melden de migranten zich vrijwillig bij IOM. Nog geen drie maanden later zitten ze in het vliegtuig naar huis. In die tijd heeft IOM ze geholpen met het bemachtigen van de vereiste reispapieren én een ‘reïntegratieproject’ voor ze in de steigers gezet. Chef de mission Stéphane Rostiaux: ‘Dat moet je heel kleinschalig zien. Meestal heeft het iets met handel te maken, kleding verkopen, of gebakken vis, of schapen. Als kapper aan de slag is ook prima. We zorgen dat zo iemand een nieuwe start kan maken.’
Wortel schieten De ervaring heeft geleerd dat het beter is geen geld uit te delen. Samen met een medewerker van IOM worden in het land van herkomst spullen aangeschaft. Terugkeer inclusief reïntegratieproject is twee keer zo duur als een vliegticket. Maar de meerwaarde, aldus Rostiaux, is groot.
‘We voorkomen dat migranten met lege handen aankomen. Zo beleven ze hun terugkeer toch minder als een mislukking. Bedenk dat hun familie de reis naar Europa vaak mede heeft gefinancierd. Met zo’n klein project kunnen ze zichzelf bedruipen, belasten ze hun familie niet, en creëren ze banden met hun omgeving, kunnen ze weer wortel schieten.’ IOM heeft er succes mee. Een evaluatie wijst uit dat 70 procent van deze projectjes nog altijd bestaat, of zich zelfs heeft uitgebreid. Een trotse Rostiaux: ‘Dat is een hoger percentage dan je gewoonlijk bij microkredieten ziet. Daar slaagt vaak maar 50 procent van.’ De afgelopen vier jaar keerden ruim tweeduizend migranten van 25 verschillende nationaliteiten via IOM terug naar het land van herkomst, sinds twee jaar steevast met microproject. Onder hen waren veel Senegalezen en Malinezen maar ook migranten uit Ivoorkust, Congo-Brazzaville, Gambia, Guinee en zelfs uit Pakistan en Peru. Er waren ook tien door de UNHCR erkende vluchtelingen bij. De wachtkamer van IOM zit iedere dag vol. De laatste tijd brengt de organisatie gemiddeld dertig tot veertig vluchtelingen per maand naar het vliegveld van Casablanca. De 22-jarige Joy uit Nigeria, die inmiddels twee jaar in Marokko is, hoopt er binnenkort ook bij te zijn. Ze zat samen met Simon in de boot op die veel te wilde Middellandse Zee, en wil haar leven niet nog een keer wagen. De directe aanleiding om terug te keren naar Ibadan, ten noorden van Lagos, is de recente dood van haar vader. ‘En wat moet ik verder hier?’, zegt Joy. ‘Je kan hier niks doen.’ Net als Simon bedelt ze haar bestaan bij elkaar. Volgens psychologe Clotilde Marechal is dat vaak extra zwaar voor migranten: de dood van hun ouders, en daar niet bij te zijn geweest. ‘Ik merk vaak dat Afrikanen anders tegen hun ouders aankijken, die blijven toch een centrale positie in hun leven innemen. Europeanen richten zich eerder op hun kinderen. Afrikanen hebben vaak meer het gevoel dat ze in het krijt staan bij hun ouders: ze hebben me grootgebracht, ik moet iets voor ze terugdoen. Dat is vaak ook de reden dat ze zijn vertrokken: om hun ouders uit de financiële misère te helpen. Des te pijnlijker als die ouders sterven voordat de kinderen hun missie hebben kunnen volbrengen.’ n
Vluchten naar Marokko De Marokkaanse autoriteiten hebben de asielproblematiek jarenlang ontkend. Met name in 2005 en 2006 werden zowel door de VN erkende asielzoekers als niet-gedocumenteerde immigranten van hun bed gelicht, om die vervolgens bij de Algerijnse grens af te zetten. Vanaf eind 2005 stroomden meer dan tweeduizend vluchtelingen per jaar het land binnen. Daarvan bleek slechts één op de vijf oorlogsvluchteling, uit Ivoorkust, de Democratische Republiek Congo, Liberia, Sudan of Irak. De rest viel onder de noemer ‘economische mi-
grant’, uit arme landen als Mali of Senegal. Op aandringen van de VN kende Marokko in 2007 de UNHCR-vestiging een officiële status toe. Sindsdien lopen de asielaanvragen aanzienlijk terug: van tweehonderd per maand in 2005 naar zeventig maandelijks in 2009. UNHCR kent in Marokko alleen echte vluchtelingen een status toe. De ‘uitgeprocedeerden’ wordt assistentie bij een vrijwillige terugkeer aangeboden, maar de meesten verdwijnen in de illegaliteit. Sommigen proberen Europa binnen te komen via de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla, of wagen zich aan een levensge-
vaarlijke oversteek naar de Canarische eilanden of het Spaanse vasteland. Spanje, Marokko en Frankrijk, de landen die vooral veel met Afrikaanse bootvluchtelingen te maken hebben, hebben in juli 2006 een gezamenlijk plan opgesteld om enerzijds strenger op te treden tegen illegale vluchtelingen en anderzijds jonge Afrikanen te overtuigen niet weg te gaan uit hun land. De EU trekt 2,4 miljoen euro uit om Mauritanië te helpen. Mauritanië is het land waarvandaan de meeste vluchtelingen de bootreis beginnen. Crissy Mulder
onze 9 wereld 3-10
Films die je bij de strot grijpen
norman jean roy
Movies that Matter-festival
Bijzondere mensen die persoonlijke risico’s nemen in hun werk voor de mensenrechten. Zij staan binnenkort centraal in tien documentaires op filmfestival Movies that Matter. onzeWereld sprak met drie hoofdrolspelers over hun missie, drijfveren en offers. Tekst renate megens
Kruistocht tegen gedwongen prostitutie De Cambodjaanse Somaly Mam werd als vijftienjarige verkocht aan een bordeel. Met gevaar voor eigen leven redt ze nu meisjes uit de mensonterende omstandigheden waarin zij zelf jarenlang gevangen zat. De film Red Light volgt Somaly en haar lotgenoten in hun strijd. Als er één film is die iedereen zou moeten zien en die niemand onberoerd zal laten, dan is het Red Light. Want de schaal waarop meisjes in Cambodja en andere Zuidoost-Aziatische landen aan bordelen worden verkocht is enorm, de leeftijd van de meisjes is laag – tegenwoordig zijn meisjes van een jaar of vijf al in trek – en het geweld waaraan ze worden blootgesteld is excessief. Neem alleen al het verhaal van Somaly Mam zelf. Tot haar negentiende werd ze vele duizenden keren verkracht en ontelbare malen
Het liefst zou ze alle bordelen langsgaan en iedereen bevrijden mishandeld. In het boek Alleen tegen de wereld dat ze over haar leven schreef, besteedt ze een alinea aan een voorval waarbij ze een week lang vastgebonden lag en voortdurend door meerdere mannen werd verkracht. Eén alinea. Slechts een voorbeeld dat ze aanhaalt om een indruk te geven van hoe het was. In een ander voorbeeld noemt ze de klanten die naar het bordeel kwamen om een meisje uit te zoeken en haar voor een nacht mee te nemen naar een hotelkamer met vijftien dronken mannen. Details noemt ze niet, en dat is ook niet nodig; haar verhaal is al nauwelijks te bevatten.
Omkoping Was het lot van Somaly Mam een uitzondering geweest, dan had Red Light alleen háár levensverhaal kunnen vertellen en was daarmee misschien de kous af geweest. De realiteit is anders. In de film worden drie vrouwen gevolgd; behalve Somaly zijn dat de ex-minister voor Vrouwenzaken en tegenwoordig oppositieleidster Mu Sochua die zich het lot
10 onze
3-10
wereld
van de kinderprostituees aantrekt, en de jonge vrouw Rena die haar zusje uit een bordeel heeft bevrijd en nu de daders achter slot en grendel wil zien. Dat is niet gemakkelijk. De bordeeleigenaren en vrouwenhandelaren zijn berucht om het geweld dat ze gebruiken tegen iedereen die hen een strobreed in de weg legt. En ze hebben geld, dus omkoping van politie en rechterlijke macht zijn aan de orde van de dag. Somaly haalt in de film het vonnis aan uit een rechtszaak waarin zeven mannen terechtstonden voor de verkrachting van een zevenjarig meisje. Omdat haar vagina te klein was hadden de daders het kind met een mes opengesneden. De rechter redeneerde in zijn vonnis dat het meisje nog zo jong was dat ze de gebeurtenis vast zou vergeten naarmate ze ouder werd. De daders gingen vrijuit. En als het al eens tot een veroordeling komt, is het afwachten of de veroordeelde zijn straf daadwerkelijk zal uitzitten. Zo zien we oppositieleidster Mu Sochua vergeefs een gevangenis bezoeken om een vrouwenhandelaar te spreken die tot veertien jaar veroordeeld is. De man blijkt om onduidelijke redenen voortijdig door zijn bewakers te zijn vrijgelaten.
Intimidatie Somaly Mam is inmiddels rond de veertig (ze is als wees opgegroeid en kent haar exacte geboortejaar niet) en leidt een van de grootste non-gouvernementele organisaties in Cambodja, de Somaly Mam Foundation. Ze is vastberaden zoveel mogelijk meisjes en vrouwen uit de gedwongen prostitutie te redden. ‘In onze opvangcentra in Cambodja, Vietnam, Thailand en Laos hebben we tot nu toe zesduizend meisjes opgevangen’, vertelt ze aan de telefoon vanuit Phnom Penh aan onzeWereld. Een prestatie waarvoor ze internationale erkenning en prijzen kreeg. Time Magazine riep haar in 2009 uit tot een van de honderd invloedrijkste mensen ter wereld. Maar in z’n totaliteit zijn die zesduizend meisjes, tot haar spijt, een druppel op een gloeiende plaat. Het liefst zou ze alle bordelen langsgaan en iedereen eigenhandig bevrijden. Ze realiseert zich dat dat niet kan. De strijd moet op alle fronten worden gevoerd, van de lokale politie-agent tot de Verenigde Naties. Ze werkt er bij wijze van spreken dag en nacht aan om dat te bereiken. Aan dat werk hangt een prijskaartje. ‘Ik word voortdurend bedreigd, ik strijd immers tegen de georganiseerde misdaad. Regelmatig krijg ik telefoontjes van mensen die zeggen dat ik moet ophouden met wat ik doe, dat ik het land moet verlaten. Maar ik wil helemaal niet weg uit Cambodja. Ik wil hier blijven en de slachtoffers
Voormalig kindprostitué Somaly Mam met kinderen uit een van haar opvangcentra.
helpen.’ Haar huis is in brand gestoken, afgelopen november werd de auto waarin ze zat met haar chauffeur en assistente beschoten, en ook haar dierbaren blijven niet gespaard. Haar dochter werd in 2006 op veertienjarige leeftijd door bordeelhouders gedurende drie dagen ontvoerd en verkracht om moeder Somaly te intimideren. Die praat liever niet over die gebeurtenis, ‘vanwege de privacy van mijn dochter’, zegt ze. In een televisie-interview vertelde ze ooit dat ze als kind, na haar eerste verkrachting, al dood was van binnen. ’s Nachts
kan ze niet slapen, ze heeft voortdurend nare dromen over de verkrachtingen. Toch wil ze verder leven, zegt ze. Voor al die kinderen die haar hulp nodig hebben. ‘Ze voelen zich alleen, schuldig en in de steek gelaten. Wat mij gelukkig maakt is als ik de kinderen zie lachen, als ik ze weer kind zie worden.’ Red Light, regie Guy Jacobson, Verenigde Staten 2009. Verder lezen? www.somaly.org www.afesip.org Alleen tegen de wereld, Somaly Mam (uitgeverij Arena, 2009)
Tibetaanse muziekcultuur is vergif voor China Je hoeft geen liefhebber van Tibetaanse liederen te zijn om geïntrigeerd te raken door Tibet in Song. De documentaire geeft een inkijkje in de Tibetaanse cultuur zoals die was voor de Chinezen kwamen. Filmmaker Ngawang Choephel (44) werd opgepakt en zat jarenlang in een Chinese gevangenis. De moeder van Ngawang Choephel vluchtte in 1959 met haar zoon, toen nog een dreumes van 2,5 jaar, vanuit Tibet naar India. Duizenden Tibetanen zochten daar destijds hun toevlucht in het kielzog van de Dalai Lama. Die was het land ontvlucht na een volksopstand tegen de Chinese bezetters, die 86.000 Tibetanen het leven kostte. De kleine Ngawang was tijdens zijn jeugd in India al gefascineerd door Tibetaanse muziek. Als jonge volwassene studeerde hij aan het Tibetan Institute of Performing Arts in Dharamsala, werd muziekleraar en vertrok naar de Verenigde Staten om zich verder te specialiseren in de muziek van zijn
vaderland. In 1995 besloot hij naar Tibet te reizen, het land waar hij sinds zijn prille jeugd geen voet meer aan de grond had gezet. Hij wilde weten wat er onder de Chinese bezetting was overgebleven van de Tibetaanse muziek. Zijn familie smeekte hem niet te gaan. Het was te gevaarlijk, hij zou gearresteerd worden. Ngawang ging toch. ‘De muziek riep’, zegt hij in zijn film.
Melklied Nu was muziek voor de Tibetanen tot pakweg zestig jaar geleden veel meer dan alleen muziek. De Tibetaanse cultuur was ervan doordrongen. Tibetanen zongen het liefst de hele dag, en voor alles wat ze deden hadden ze een lied. Molken ze de koeien, dan zongen ze een melklied: de koe zou ervan ontspannen en meer melk geven. Door hun liederen leerden de Tibetanen over hun gewoonten, hun werk, hun religie, hun geschiedenis. ‘Tibetaanse liederen zijn dé manifestatie van de Tibetaanse mentaliteit’, zegt een zangeres in Tibet in Song. Tot halverwege de jaren vijftig, toen de rest van de wereld al radio luisterde en films keek, bleef Tibet geïsoleerd en was de onze 11 wereld 3-10
Jonas Bendiksen/magnum photos/hh
Trots op de volkscultuur - uit Tibet in Song.
naar zijn roots werd Choephel aangehouden bij een Chinese controlepost, gearresteerd en zonder proces veroordeeld tot achttien jaar cel wegens spionage. Na zesenhalf jaar werd hij onder internationale druk vrijgelaten en maakte zijn film Tibet in Song af.
Tibetaanse ‘live’ muziek een onlosmakelijk deel van het dagelijks leven. Maar de Chinezen kenden de kracht van muziek als propagandamiddel. De traditionele Tibetaanse volkscultuur werd na de Chinese invasie in 1950 door de bezetters als ‘vergif’ bestempeld. Twintig artiesten zijn beter dan duizend soldaten, was het Chinese motto. Het zingen van Tibetaanse liederen werd verboden, je kon ervoor worden gearresteerd en gedood.
Controlepost Documentairemaker Ngawang Choephel schrok zich dan ook rot toen hij in 1995 voor het eerst door de straten van hoofdstad Lhasa liep. Chinese popliedjes en progagandaliederen schalden hem van alle kanten uit luidsprekerboxen tegemoet. Op het platteland bezocht hij een zogenaamde traditionele dansuitvoering waar de gebruikte muziek, dans en kleding niet eens léken op iets traditioneels Tibetaans. En toen hij een klein Tibetaans jochie vroeg voor hem te zingen zette het kind een Chinees militair liedje in. Maar ondanks de vernietiging van de muzikale tradities van zijn vaderland raakte Choephel geïnspireerd door zijn ontmoetingen met mensen die probeerden te bewaren wat er nog rest. Na twee maanden rondreizen en filmen gaf hij een deel van zijn filmmateriaal mee aan een vriend die naar India reisde. Zelf ging hij op weg naar zijn geboortedorp. Voor het eerst sinds zijn peutertijd zou hij zijn vader ontmoeten. Die kon destijds niet met de rest van het gezin naar India vluchten. Maar op weg
Trots Vanuit zijn woonplaats New York vertelt Choephel dat hij zich destijds wel degelijk bewust was van het risico dat hij nam met zijn filmproject in Tibet. ‘Maar ik was pas eind twintig, en toen ik het geld, het visum en de vrienden had om mee te gaan was ik zo opgewonden dat ik de risico’s vergat. Het is niet zo dat het per se onveilig is om als vluchteling terug te keren naar Tibet. Alleen had ik een camera bij me, en dat vonden de Chinezen heel verdacht toen ze me aanhielden.’ In de film vertelt hij nauwelijks over de ontberingen die hij in de gevangenis moest doorstaan. ‘Wat ik heb doorgemaakt, is mijn persoonlijke verhaal’, licht hij die keuze toe. ‘Ik wilde niet op mijn pijn focussen omdat de film daar niet over gaat. Maar het was zwaar. Het is een psychologische marteling om gevangen zitten, achttien jaar te krijgen, je familie niet te mogen zien.’ Hij is ‘slechts’ één keer in elkaar geslagen tijdens zijn gevangenschap, vertelt hij. In tegenstelling tot zijn vrouwelijke landgenoten in Tibet in Song, die maandenlang werden afgeranseld en met elektrische schokken bewerkt omdat ze weigerden het Chinese volkslied te zingen. Overigens moest Choephel het filmen voor zijn documentaire bekopen met nóg een persoonlijke tragedie. Zijn vader overleed tijdens zijn gevangenschap, en de kans dat vader en zoon elkaar ooit in de armen zullen sluiten is daarmee voorgoed verkeken. Maar ondanks de offers die zijn missie heeft gevergd, is Choephel vastbesloten te redden wat hij redden kan van de Tibetaanse muziek. ‘Door de Chinese propaganda vinden veel Tibetanen tegenwoordig alles wat Chinees is modern en superieur. Maar op het platteland vind je nog mensen die trots zijn op hun traditionele cultuur. Als mensen in de rest van het land dat ook zo gaan voelen, dan is er een kans dat de Tibetaanse muziek overleeft. Ik heb geen andere keus dan mijn leven hieraan te wijden.’ Tibet in Song, regie Ngawang Choephel, Tibet 2008.
De stem van verdwenen Nepalezen Het westerse beeld van Nepal bestaat vooral uit schitterende landschappen en imposante hooggebergten. Achter dat plaatje schuilt een soms rauwe werkelijkheid. Advocate Mandira Sharma vecht al sinds de jaren negentig tegen schendingen van mensenrechten in haar land. Drie jaar lang filmde Julie Bridgham, de regisseuse van Sari Soldiers, zes Nepalese vrouwen. Een maoïstische strijdster, een legerofficier, een monarchiste, een studentenleidster, een moeder op zoek naar haar verdwenen tienerdochter, en mensenrechtenadvocate Mandira Sharma. Ze zijn de belichaming van de strijd die de laatste decen-
12 onze
3-10
wereld
nia in hun land woedde en deels nóg woedt. Een strijd met vaak onschuldige slachtoffers, zoals de vermiste dochter van moeder Devi. Het meisje werd ’s nachts uit het ouderlijk huis meegenomen door regeringstroepen die vergeefs aan de deur kwamen voor haar moeder. Devi had het namelijk gewaagd om bij journalisten en mensenrechtenorganisaties ooggetuigenverslag te doen van de verkrachting van en moord op haar jonge nichtje, enkele dagen eerder. Ook door regeringstroepen, die het meisje verdachten van maoïstische sympathieën. Samen met advocate Sharma probeert Devi in de film haar dochter terug te vinden. ‘Er zijn nog steeds 1600 vermisten in Nepal, en er vinden nog steeds schendingen van mensenrechten plaats’, vertelt Mandira Sharma vanuit haar
Maoïstische soldaten in Nepal op patrouille, vóór het vredesakkoord van 2006.
woonplaats Kathmandu. Ze staat slachtoffers en familieleden bij in hun zoektocht naar de waarheid en gerechtigheid. Haar werk is niet zonder gevaar, zegt ze, ook niet nadat in 2006 een officieel vredesakkoord werd gesloten tussen maoïstische opstandelingen en regeringstroepen. ‘Ik neem allerlei voorzorgsmaatregelen. Als ik voor mijn werk op pad moet neem ik vertegenwoordigers van Amnesty International of Human Rights Watch mee, dan ben ik een minder makkelijk doelwit. En ik heb bewakers bij mijn huis. In het verleden heb ik weleens gehoord dat ik op een dodenlijst stond, maar ik had het te druk met mijn werk om echt bang te zijn. Sommige collega’s verlieten toen het land en daarom wilde ik juist blijven. Er waren anders te weinig mensen om het werk te doen.’
Daders Nepal kent een roerige en bloedige recente geschiedenis. Na een democratiseringsstrijd werd het absolute koningschap in Nepal in 1990 vervangen door een constitutionele monarchie, en het land werd democratisch. Maar in 1995 pakten maoïstische strijders de wapens op om het koningschap helemaal af te schaffen en de republiek in te voeren. Vervolgens vermoordde de toenmalige kroonprins de koning en negen andere familieleden, waarna hij de hand aan zichzelf sloeg. De enige overlevende erfgenaam, prins Guyanendra, kwam op de troon. Hij stuurde in 2005 het parlement naar huis en claimde de absolute macht. Na onlusten werd de democratie in 2006 hersteld. De burgeroorlog had toen zo’n 12.000 slachtoffers geëist. In 2008 werd Nepal een republiek. De huidige regering, waaraan de voormalige maoïstische strijders deelnemen, doet volgens Mandira Sharma weinig voor de slachtoffers die tijdens de burgeroorlog vielen. ‘De daders van de mensenrechtenschendingen zitten nog steeds in het leger en de maoïstische partij. De regering zegt dat het vredesproces gevaar loopt als ze die zaken uit het verleden gaat aanpakken.’
Bevoorrecht In Sari Soldiers bezoeken de filmmakers Nepalese dorpjes waar de doodsangst voelbaar is. Sommige dorpen worden haast uitsluitend bevolkt door vrouwen. De mannen zijn vermoord of gevlucht uit angst voor de ene of andere partij. Volgens Mandira heerst vooral in het zuiden van het land nog diezelfde angst onder de vaak straatarme Nepalese bevolking. ‘Niemand is verantwoordelijk gehouden voor de misstanden uit het verleden, dus nu pakken anderen de wapens op en proberen hetzelfde te doen.’ Ze vindt het haar plicht een stem te geven aan degenen die arm zijn, geen opleiding hebben en op zoek zijn naar verdwenen familieleden. ‘Wij zijn bevoorrecht, dus we moeten voor hen opkomen.’ Toen ze in 2006 de prestigieuze Human Rights Defender Award in ontvangst nam, verwoordde ze het als volgt: ‘Ik zal niet rusten tot elke vrouw het lot van haar man kent, elke vader dat van zijn dochter, en de schuldigen terechtstaan.’ Sari Soldiers, regie Julie Bridgham, Engeland/Nepal 2008.
Movies that Matter
Het Movies that Matter-festival – een initiatief van Amnesty International - vindt van 25 t/m 31 maart plaats in Den Haag. Meer dan 45 films staan op het programma. Een van de hoofdprogramma’s is A Matter of Act: tien documentaires over bijzondere, moedige mensenrechtenstrijders. De hoofdrolspelers, onder wie de Cambodjaanse Somaly Mam, de Tibetaanse Ngawang Choephel en de Nepalese Mandira Sharma, komen naar Nederland. Zie voor meer info: www. moviesthatmatterfestival.nl. Lees verder op www.oneworld. nl over de films uit het Matter of Act-programma en hun hoofdrolspelers.
Kom kijken met onzeWereld onzeWereld organiseert op zaterdagmiddag 27 maart een verdiepingsprogramma tijdens het Movies that Matter-festival. Het programma begint met de vertoning van de film Good Fortune, een film die model staat voor de dilemma’s in ontwikkelings-
samenwerking. Na afloop wordt met Peter van Lieshout, auteur van het WRR-rapport, en politici gedebatteerd over dit onderwerp. onzeWereld geeft gratis kaarten weg voor deze middag. Ga voor meer informatie naar pagina 49. onze 13 wereld 3-10
reuters
i n t e rv i e w
Vaker militair ingrijpen
‘Verkiezingen kunnen gevaarlijk zijn’ Democratisch gekozen regeringen in de allerarmste landen moeten militaire steun krijgen als een staatsgreep ze bedreigt, vindt de Britse econoom en Haïti-kenner Paul Collier. Is dat neokolonialisme of een nieuwe methode voor ontwikkelingshulp? Collier over veiligheid, Haïti en het Nederlandse WRR-advies. ‘Hulp is niet zo’n geweldig dwangmiddel.’ Tekst Peter Vermaas
Het leger van Madagaskar hielp een ex-diskjockey aan de macht.
te houden, teneinde de instituties van zo’n land – het overheidsapparaat, vrije pers en onafhankelijke rechtsspraak bijvoorbeeld – duurzaam te versterken. ‘Verkiezingen zijn zo goed als ze georganiseerd worden’, zegt Collier, bedachtzaam formulerend. ‘In Afrika is begin jaren negentig na de val van de Sovjet-Unie in grote haast democratie ingevoerd. Maar eerst werd er gestemd en daarna pas kwamen de instituties die een democratie nodig heeft. Dat is
De ideeënwereld van Paul Collier
Met zijn boek The Bottom Billion, onlangs in het Nederlands vertaald als Een miljard achterblijvers, probeerde Oxford-econoom Paul Collier een naar eigen zeggen ‘realistisch alternatief’ te bieden voor het idealisme van collega Jeffrey Sachs (The End of Poverty) en het cynisme van collega Bill Easterly (The White Man’s Burden). Ontwikkelingshulp, legt hij uit, is slechts een van de vier instrumenten die ingezet kunnen worden om de allerarmste landen, waar die één miljard achterblijvers wonen, er bovenop te helpen. Daarnaast zijn wetten en verdragen nodig en moet het internationale handelsbeleid veranderen. Maar om te ontwikkelen is veiligheid het meest essentieel. Door een slechte geografische ligging, slecht bestuur en de paradoxale vloek van mineraalrijke bodems zijn de armste landen vaak veel vatbaarder voor gewapende conflicten. En conflict is de grootste vijand van ontwikkeling. Dan kan een land weer van voren af aan beginnen. Dus, schreef Collier plompverloren: waarom zou het Westen niet wat vaker militair interveniëren om een fragiele democratie te beschermen? Dat idee vroeg om meer uitleg – en die geeft hij in zijn allernieuwste boek Wars, Guns & Votes: Democracy in Dangerous Places. Deze maand verschijnt het in het Nederlands als Geweld, geweren en stembiljetten.
14 onze
3-10
wereld
hollandse hoogte
S
inds het einde van de Koude Oorlog, schrijft de invloedrijke ontwikkelingseconoom Paul Collier, zijn in tientallen Afrikaanse landen voor het eerst verkiezingen georganiseerd. Maar verkiezingen zijn niet zaligmakend. Sterker nog: uit Colliers berekeningen blijkt dat democratie in lage inkomenslanden ‘de samenleving juist onveiliger’ maakt. Collier zocht naar een manier om landen te motiveren juist wél eerlijke verkiezingen
de verkeerde volgorde. Zittende regeringen zullen en kunnen er alles aan doen om de macht te behouden en met een subtiele mix van geweld, fraude of omkoperij hebben ze geleerd verkiezingen te manipuleren. Zo wordt een prille democratie alleen maar verder ondermijnd.’ Dat geldt nog meer in landen waar net een conflict achter de rug is. ‘Kijk naar Congo, waar de Verenigde Naties voor veel geld verkiezingen organiseerden. Dat was een façade van 500 miljoen dollar. Hadden ze nooit moeten doen. In landen die net een gewapend conflict achter de rug hebben, moet je bijzonder sceptisch over zoiets als verkiezingen. Juist in dit soort landen werken verkiezingen eerder polariserend. Hetzelfde geldt voor Irak en Afghanistan. Na een gewapend conflict moet je zorgen voor machtsdeling, terwijl verkiezingen altijd tot het tegendeel leiden: één winnaar, die meestal alle macht krijgt. Verkiezingen meteen na een conflict maken landen gevaarlijker.’ Het Westen zou moeten ingrijpen in landen waar de democratie in gevaar is. Welk land staat bovenaan uw lijst? ‘De vraag is hoe je landen kunt aansporen om wél eerlijke verkiezingen te houden. Nu dreigen we soms met het verminderen van de ontwikkelingshulp als verkiezingen verkeerd gelopen zijn, maar ik vind dat een buitengewoon zwak middel. Militaire macht is veel
krachtiger. Als je beseft dat voor regeringen in de armste landen permanent het gevaar van een staatsgreep op de loer ligt, lijkt het mij goed de democratisch verkozen leiders van zo’n land te beschermen tegen zo’n coup. De Afrikaanse Unie weigert regimes te erkennen die aan de macht zijn gekomen door een staatsgreep. Zoiets moet je met militaire macht ondersteunen.’ In maart vorig jaar zette een ex-diskjockey in Madagaskar met hulp van het leger de zittende president af. Had u daar willen ingrijpen? ‘Ja, dat lijkt me een prachtig voorbeeld. Volgens mij was dat militair vrij makkelijk te doen. Als de soldaten in Madagaskar hadden geweten dat de internationale gemeenschap troepen zou sturen om de democratisch verkozen president te beschermen, dan hadden ze die diskjockey niet eens aan de macht geholpen, denk ik.’ Waarom zou Nederland troepen naar Madagaskar sturen? ‘Nederland is erg begaan met succesvolle ontwikkeling in arme landen als Madagaskar en Nederland heeft een groot hulpprogramma. Een kleine militaire bijdrage zou een heel goedkope wijze zijn om een veel groter effect te bereiken dan wat hulp alleen tot stand zou brengen. Overigens weet ik van dichtbij dat Nederland dit serieus overweegt. Anderhalf jaar geleden heeft
vice-premier Wouter Bos me uitgenodigd om in Den Haag mee te denken over wie wanneer over het sturen van vredestroepen beslist. Hij vond het zorgelijk dat voor dit soort gedachten in het systeem van ontwikkelingssamenwerking nauwelijks plaats was.’ Zou u ook na oneerlijk verlopen verkiezingen troepen willen sturen? ‘Mijn idee is dat we regeringen beschermen tegen militaire coups zolang verkiezingen eerlijk verlopen. Nu al stuurt de Europese Unie verkiezingswaarnemers. Als zij oordelen dat verkiezingen niet goed zijn gegaan, dan moet je die militaire steun voor een zittende regering stopzetten. Laat me duidelijk zijn: ik wil niet dat we zomaar
legitiem om een zittende regering, die democratisch verkozen is, met militaire hulp in het zadel te houden. Wie zou daar tegen kunnen zijn? Neem Sierra Leone. Daar hebben we in 1998 de democratisch verkozen president weer terug aan de macht gebracht. Daar had niemand problemen mee.’ Uw collega Bill Easterly noemt dat ‘herkolonisatie’ van de allerarmste landen. ‘Hij gebruikt stompzinnige, gevoelig liggende woorden om een debat te voeren. Natuurlijk wil ik die landen niet herkoloniseren. Ik ken niemand die dat wil.’ Easterly bedoelt te zeggen: de soevereiniteit van die landen komt in gevaar.
'Het is volstrekt legitiem om een democratisch verkozen regering militair te helpen' landen binnenvallen waar verkiezingen niet eerlijk zijn verlopen. Al wat ik zeg, is dat waar wij vinden dat verkiezingen niet eerlijk verlopen zijn, we niet langer die militaire bescherming bieden.’ En dan? In de VN Veiligheidsraad zal China niet instemmen met westerse interventie in willekeurig welk land. ‘Instemming van de Veiligheidsraad is helemaal niet nodig. Het is volstrekt
‘Maar dat is gewoon niet zo. De vraag is: wie steun je? De regering die door de burgers in vrije verkiezingen gekozen is, of een of andere generaal die de macht gegrepen heeft? Dat lijkt me niet zo moeilijk. We willen al jaren verantwoordelijke regeringen in arme landen in de wereld. Er is niets onbetamelijks aan om die landen militair te helpen zodat ze op hun gemak een economie en infrastructuur kunnen opbouwen.’
i n t e rv i e w
Met Irak zo vers in het geheugen is het misschien wel niet de juiste tijd om voor interventies te pleiten. ‘Maar er is een groot verschil tussen Irak en Sierra Leone. In Sierra Leone werd militair geïntervenieerd op verzoek van de democratisch verkozen regering die door moorddadige rebellen op de hielen gezeten werden. De internationale troepen werden als helden binnengehaald. Het kan toch niet zo zijn dat we vanwege Irak nooit meer internationaal mogen ingrijpen? We moeten leren het efficiënt te doen.’ De Nederlandse WRR schrijft dat hulpbeleid te weinig gebaseerd is op relevant academisch onderzoek. Bent u het daarmee eens? ‘Er is absoluut meer behoefte aan bewijs, aan onderzoek. Armoedebeleid
bevolking. Maar haar alternatief was dat die landen geld zouden lenen op de vrije markt. Ik begrijp dat ze daar als bankier van Goldman Sachs mee aankomt, maar na de bankencrisis lijkt me zo’n voorstel volstrekt onrealistisch. Verder vind ik dat in de discussie, ook rond haar boek, het middel hulp veel belangrijker gemaakt wordt dan het is. Zoals gezegd: er zijn meer instrumenten nodig om die één miljard achterblijvers te helpen.’ Niet armoedebestrijding maar ontwikkeling moet centraal staan, zegt de WRR ook. ‘Ja, het draait om ontwikkeling van die één miljard achterblijvers. Daar bestaat toch geen twijfel over? Als in de landen waar zij wonen de veiligheid op orde is, kun je een infrastructuur gaan bouwen
‘Op termijn kan Haïti zichzelf bedruipen' gaat soms gepaard met grote emoties en romantische ideeën over helpen en goed doen. Dat maakt het debat soms ook zo simpel. Ik ben econoom: ik moet met bewijzen en rekensommetjes komen om mensen te overtuigen van de zin van een beleidsplan. Ik wil mezelf niet op de borst kloppen, maar ik ben wel heel blij dat The Bottom Billion zo goed verkocht heeft. Ik doe al jaren wetenschappelijk onderzoek, maar met dat boek wilde ik het niveau van het debat over armoede naar een hoger plan trekken en meer mensen, ook overheden, bereiken. De discussie over armoede is vaak zo populistisch.’ Zoals bijvoorbeeld rondom het boek Dead Aid van uw voormalige studente Dambisa Moyo? ‘Natuurlijk ben ik het met haar punt eens dat landen niet te veel hulp moeten krijgen omdat ze dan eerder naar donoren luisteren dan naar hun eigen
16 onze
3-10
wereld
waardoor ze zichzelf economisch kunnen ontwikkelen. Neem Rwanda. Dat land ligt niet erg gunstig, maar heeft na de genocide nu al tien jaar lang steeds rond de 10 procent groei gehaald. Dan kun je echt transformatie in gang zetten, zoals ook in Azië gebeurd is.’ U was speciaal VN-adviseur voor Haïti, tot voor kort. Wat heeft dat land het meest nodig? ‘Drie dingen: een economische strategie, veel geld en goed management. Die strategie is in 2009 al geschreven. Haïti heeft economisch geweldige mogelijkheden. Het ligt goed ten opzichte van de Verenigde Staten waardoor je de textielproductie zou kunnen uitbreiden en daarnaast heeft het de beste mango’s en koffie van de wereld. Het gaat erom dat je die op de juiste plek krijgt. Als wij helpen met infrastructuur, dan kan het land zichzelf op termijn bedruipen. Geld kunnen donoren wel
opbrengen, maar het meest essentiële is het management. De internationale gemeenschap moet een autoriteit als Bill Clinton aanstellen om samen met bijvoorbeeld de premier van Haïti voor langere tijd het donorgeld te beheren. Iedere stap die in Haïti gezet wordt moet dezelfde kant opgaan: richting transformatie.’ En concreet? ‘Voor de mensen die nu in kampen zitten moeten we zo snel mogelijk degelijke, permanente huizen neerzetten. Dat hoeft niet duur te zijn en de bouw genereert meteen veel werkgelegenheid. Die huizen moeten gebouwd worden op plekken waar op lange termijn werk is: niet allemaal in Port-au-Prince, maar ook op de plekken waar die mango’s groeien en waar textielfabrieken hun producten makkelijk naar de VS kunnen verschepen.’ Voor veiligheid is Haïti nu afhankelijk van buitenlandse troepen. Kritiek uit Frankrijk (‘bezetting’) en Venezuela (‘imperialisme’) liet meteen zien hoe omstreden uw interventievoorstel is. ‘Maar die kritiek is volstrekt ongerechtvaardigd. Niet alleen Amerikaanse soldaten zijn actief, ook meer dan tienduizend Braziliaanse blauwhelmen. Die hebben geweldig werk gedaan. Probeert Brazilië in Haïti een kolonie te vestigen? Natuurlijk niet. Ondanks hun negatieve imago is het echt zo dat vredestroepen nieuwe uitbarstingen van geweld of machtsovernames voorkomen. Juist in Haïti, een van de landen van de bottom billion, is het zaak dat een democratisch gekozen regering zich geen zorgen hoeft te maken om gewelddadige machtsovernames maar zich kan bezighouden met de ontwikkeling van het land.’ n Geweld, geweren en stembiljetten – Duurzame democratie in derdewereldlanden, Paul Collier. Uit het Engels vertaald door Conny Sykora, Spectrum, €
€ 19,99
Bouwpakket voor een beter Haïti Na meer dan dertig staatsgrepen en een reeks orkanen is de verwoestende aardbeving van begin dit jaar de zoveelste klap voor Haïti. Met deskundigen en kenners van het land stelt onzeWereld daarom een bouwpakket samen voor een beter Haïti. Bouw buiten Port-au-Prince ‘De gebrekkige infrastructuur en de chaos op de wegen komt in de eerste plaats niet door de wegenbouw, maar door de belangrijke instanties van Haïti. Al deze regeringsgebouwen, kantoren en scholen staan namelijk op elkaar gepropt in Port-au-Prince’, vertelt Els Hortensius. De hoofdstad is gebouwd om ongeveer 250.000 tot 300.000 inwoners te huisvesten, maar telt er nu liefst twee miljoen. Deze massale trek naar de hoofdstad ligt volgens Hortensius aan het gebrek aan zeggenschap bij de bevolking op het platteland. Nu veel regeringsgebouwen, ministeries en bedrijven zijn verwoest, is dit volgens haar bij uitstek dé tijd voor de belangrijkere instanties om zich buiten de stad te vestigen. ‘Door het verspreiden van deze gebouwen ontstaan er meerdere plaatsen waar inwoners een betere toekomst tegemoet kunnen zien en raakt de hoofdstad minder overvol. Dit leidt weer tot betere toegankelijkheid van Port-au-Prince en tot minder drukte op de wegen.’ Els Hortensius is landencoordinator haiti bij icco
t
Tekst Crissy Mulder illustraties kristel steenbergen
onze 17 wereld 3-10
Maak gebruik van de zon Prof. dr. A. Verkooijen is gespecialiseerd in energieopwekking door duurzame bronnen en ziet hier ook een toekomst voor Haïti. ‘De maatschappij wordt aan twee kanten tegelijk opgebouwd als de energievoorziening op gang wordt gezet door de bevolking zelf. Momenteel ligt de toevoer van brandstoffen zoals diesel plat, maar gelukkig heeft Haïti een groot pluspunt: de zon schijnt volop.’ Tot nu toe besteedde de gemiddelde Haïtiaan maar liefst 55 procent van zijn inkomen aan houtskool om mee te koken. In het verleden experimenteerde technologisch instituut ITECA daarom in Haïti met kookovens op zonne-energie en fornuizen die een andere, zuinigere vorm van energie dan houtskool gebruiken. Het probleem was toen dat de aanschaf van apparaten te duur was om het project door te zetten. Nu de hele wereld hulp en geld biedt, zou dit op de lange termijn natuurlijk wel goedkoper en veel milieuvriendelijker zijn. Prof. dr. A. Verkooijen van de TU delft is gespecialiseerd in duurzame energie
Plant meer bomen Sinds de markt is opengegooid, is Haïti wat betreft het importeren van producten extreem vrij. Hierdoor kunnen de lokale boeren niet meer concurreren tegen het ingevoerde en gesubsidieerde voedsel. Doordat de kleine boeren geen steun van de overheid krijgen, zijn belangrijke zaken als krediet, eigendomsrecht van het land waarop gewerkt wordt, technische bijstand en export voor hen niet beschikbaar. Dit veroorzaakt weer een trek van de plattelandbewoners naar de stad. Maar een nog groter probleem is de schaarste aan land. Volgens journaliste en Haïtikenner Linda Polman moet eerst iets worden gedaan aan de grond zelf voordat de regering de barrières moet aanpakken. ‘In de loop van de jaren is Haïti voor een groot deel ontbost door haar eigen inwoners. Mensen moesten ergens brandstof vandaan halen om te kunnen koken. Als gevolg hiervan is veel grond in Haïti nu onbruikbaar, waardoor nog meer plattelandbewoners naar de stad trekken.’ Volgens Polman moet er per direct aandacht uitgaan naar de herbebossing van het land. ‘Helaas is dit geen proces van een-twee-drie zaadje doneren, boompje planten. Maar geen bomen, geen vruchtbaar land; geen land, geen landbouw; en geen landbouw geen bevolking. De landbouw moet vanaf het zaadje opnieuw worden aangepakt.’
Zorg voor een permanente hulpvoorraad Hulporganisaties moeten hun krachten bundelen en eindelijk eens goed gaan samenwerken, meent Eelco Dijkstra. De professor in de rampenbestrijding doelt vooral op de gezamenlijke aanschaf van generatoren die het land snel weer van energie hadden kunnen voorzien, en op de aanleg van hulpvoorraden op diverse plaatsen in het land. Zo hadden de organisaties, toen het erop aan kwam, eerder en efficienter hulp kunnen verlenen. Dijkstra stelt voor een deel van de donaties te gebruiken voor het opzetten van een onafhankelijk ‘rampencentrum’. Van daaruit moeten hulporganisaties dan permanent voorbereid kunnen zijn op een ramp. Prof. Eelco Dijkstra is hoogleraar rampenbestrijding aan de george washington universiteit in washington, vs
Linda Polman is journalist en Haïtikenner
Laat Haïtianen de VS in Gebruik licht beton ‘Het zijn niet aardbevingen, maar instortende gebouwen die mensen doden’, constateert Fred Dubbeling. ‘Dus moeten we anders bouwen.’ Volgens hem is er nogal wat mis met de Haïtiaanse bouw. Zo vindt er vooraf onvoldoende onderzoek plaats, is er niet genoeg toezicht tijdens de bouw en is er veel corruptie bij de uitvoering. Bouwen met lichter beton, dat bestaat uit zand, cement en lichte toeslagmaterialen, zou de kans op instorting verminderen en dus beter rampenproof zijn. Dit gebeurde tot nu toe niet, omdat zwaar beton het goedkoopste is. Westerse bedrijven kunnen hier hulp bieden. Volgens Dubbeling is het lichte beton gemakkelijk te transporteren en de productie beslist lonend, want de omzet kan hoog zijn, bij lage productiekosten. En in rampsituaties zijn de vervangende woningen snel klaar, omdat er veel prefab in de fabriek kan worden gemaakt. Fred Dubbeling is architect
18 onze
3-10
wereld
Volgens Michael Clemens ligt de beste oplossing voor de ellende van Haïti buiten haar grenzen. ‘Kijkend naar de langere termijn is er buiten alle hulpverlening om nog een andere stap, een die stukken minder populair is, maar die we moeten zetten. We moeten Haïtianen naar de Verenigde Staten laten komen’, schrijft Clemens in the Washington Post. Hij ziet voor het land een toekomst door emigratie. ‘Twee miljard dollar, een derde van het jaarlijkse inkomen van Haïti, bestaat uit het geld dat geëmigreerde Haïtianen overmaken naar hun achtergebleven gezinnen. In die inkomsten zit toekomst.’ Volgens de onderzoeker heeft de VS hier zelf ook profijt van. ‘Zelfs in een tijd van economische crisis heeft de gigantische Amerikaanse economie profijt van de Haïtiaanse tijdelijke werknemers. Gastarbeiders laten de Amerikaanse economie namelijk weer opbloeien omdat ze de werkgevers flexibeler maken op het vlak van werving en investeringen, met name in zwaar getroffen sectoren als textiel, transport en bouw.’ Michael A. Clemens is onderzoeker aan het center for global development in washington, VS n
onze 19 wereld 3-10
Gluren naar andermans leed Journalist Hans Jaap Melissen was voor de Wereldomroep en de NOS in Haïti. Hier blikt hij, met gemengde gevoelens, terug op de aardbeving, de ‘giro 555’- televisieactie en de mediadrukte. ‘Het gevoel kwam steeds weer boven dat ik een leedvoyeur was.’ tekst Hans Jaap melissen beeld joshua kelsey/anp
Z
‘
ullen we afspreken dat ik geen aardbevingen en andere rampen meer doe? Dan kan ik mij richten op Irak en Afghanistan en overige oorlogsplekken. En op Haïti natuurlijk.’ Zo ongeveer ging een gesprek een jaar geleden met de hoofdredactie van de Wereldomroep. Ik had zojuist mijn volledige baan teruggebracht tot een gedeeltelijke en we namen mijn mogelijke reisbestemmingen voor het komend jaar door. Maar life is what happens while you’re making other plans. Sindsdien bezocht ik drie aardbevingen. Het Italiaanse L’Aquila, daarna Sumatra en nu dus Haïti. De eerste twee
20 onze
3-10
wereld
deed ik onder licht protest, voor de laatste meldde ik mijzelf aan. Dat had vooral met mijn liefde voor Haïti te maken. Mijn journalistieke weerzin tegen rampen als aardbevingen, watersnood en lawines is in de loop van de jaren toegenomen en ligt besloten in het eendimensionale karakter ervan. In oorlogssituaties vallen er veel meer aspecten te behandelen, omdat er meer aan de hand is dan dat mensen zomaar iets overkomt. Hoewel er ook Haïtianen zijn die denken dat de Amerikanen deze beving zelf hebben veroorzaakt om weer toegang tot dit land te krijgen. Verder voel ik mij steeds vaker een voyeur, een gluurder naar andermans leed.
Ondanks al die bezwaren, was ik al op weg naar Schiphol, met een satelliettelefoon, noodrantsoenen en een hoofd vol zorgen. Via Philadelphia kwam ik ’s avonds laat aan in de Dominicaanse Republiek, waar ik een taxi nam, voor een nachtelijke rit naar Port-au-Prince. Ik vond de man die letterlijk de sleutel tot Haïti had. Nadat hij het grenshek had geopend arriveerde ik om drie uur ’s nachts in ‘mijn Haïti’, dat nog verdraaid veel leek op zoals ik het een jaar geleden had achtergelaten. Vrouwen zaten langs de kant van de weg met zakken rijst, te wachten op vervoer naar de markt. De huizen stonden overeind. Pas bij aankomst in Port-au-Prince zag ik hoe de aardbeving had huisgehouden. Toch was de stad niet ‘volledig met de grond gelijk gemaakt’ zoals sommige journalisten hadden beweerd. Het allermooiste hotel van de wereld, het Oloffson, stond zelfs recht overeind. Veel gasten en de eigenaar lagen wel voor de zekerheid in de tuin te slapen. Het nadeel van die eerste ‘paniekmeldingen’ is, is dat je als journalist ter plekke vooral dat eerste beeld aan het corrigeren bent, zonder dat je afbreuk wilt doen aan het feit dat het een van de grootste, meest vreselijke rampen ooit is. Ik deed mijn best in de eerste gesprekken met de media in Nederland. Toch stuitte ik vaak op ongeloof bij redacteuren en presentatoren. In Nederland was het beeld ontstaan dat Haïti volkomen was verwoest, en dat je het land misschien maar beter kon opheffen.
Jacht geopend Intussen stroomde Haïti vol met een duizelingwekkende hoeveelheid journalisten. Ook Nederland liet zich niet onbetuigd. Alleen de EO al had op een gegeven moment drie verslaggevers rondlopen. Het bekende clubje oorlogsfotografen schoot naast elkaar foto’s van stapels lijken, van rouwende, wanhopige mensen. De jacht op de meest schrijnende, spectaculaire gevallen was geopend. Ik scheurde er tussendoor, achterop de motor, met niet alleen een radiorecorder maar ook een tv-camera voor NCRV Netwerk. Mijn grootste vrees was dat Nederland in de ‘giro 555-stand’ zou gaan staan, omdat zo’n televisieavond meestal ook het einde markeert van de berichtgeving over een getroffen land. De kijker, luisteraar wordt nog één keer overvoerd en kan daarna geen ingestort huis meer zien, maar wil gewoon weer eens lachen. Die zou ik overigens kunnen bedienen met het verhaal over een Canadees team dat huisdieren kwam redden, maar ter plekke ontdekte dat Haitianen honden háten en katten eten... De giro 555-actie kwam en mij werd gevraagd radioportretten te leveren die ‘best een beetje heftig en emotioneel mochten zijn, omdat die worden ingezet om mensen over te halen geld te geven…’. Ik leverde één portret, van een Haïtiaan die
ernstig twijfelde aan het zenden van geld. Maar ik worstelde niet alleen met de ‘555’-uitzending. Het gevoel een leedvoyeur te zijn, een consument van rampenporno, kwam steeds weer boven. Bij de Haïtiaanse doden, op elkaar gestapeld op straat, en ook bij het hotel Villa Therese waar twee Nederlandse stellen lagen die hun adoptiekinderen waren komen ophalen. Het meest bizar was het moment dat de hoteleigenaar spullen van één stel had gevonden. Toen hij een laptop opendeed, bleek dat die op standby stond en dat het e-mailprogramma nog aan stond. De headlines van de mails boden zicht op een afgebroken leven. Ik wist niet goed wat te doen met dit aspect en besloot dat ook nog even standby te laten, tot de lichamen waren gevonden. De dag nadat die waren geborgen meldde ik dat er twee Nederlanders waren gevonden, zonder daarbij de namen te noemen.
Dramatisch stil Vanaf de Nederlandse redacties bleven intussen de verzoeken voor reportages binnenstromen. Langzamerhand kreeg ik bijna meer medelijden met de overvoerde Nederlandse mediaconsument dan met de ondervoede Haïtiaan. Geheel volgens verwachting werd het de dag na de 555-uitzending dramatisch stil in mijn mailbox. Eén omroep meldde dat men wel weer klaar was met Haïti en dat ze zich vooral wilden concentreren op de naderende gemeenteraadsverkiezingen. Er was niemand die zei: wij gaan vandaag een item maken over een land waar de afgelopen jaren in totaal veel meer doden zijn gevallen dan in Haïti. En als het meezit komt er dan zelfs een tv-actie. Voor Oost-Congo. Voor Noord-Korea.
‘Eén omroep meldde dat men wel weer klaar was met Haïti, nu waren de gemeenteraads verkiezingen aan de beurt’ Huismus Ik kijk nu om mij heen in het Oloffson hotel. Veel journalisten zijn al weer weg. Op internet zie ik Nederlands nieuws. ‘Huismus opnieuw vaakst geteld.’ Iets verderop zit mijn trouwe tolk/fixer Joleil. Hij is in slaap gevallen. Samen met hem struin ik tijdens de laatste dagen van mijn verblijf zoveel mogelijk mortuaria, massagraven en overvolle begraafplaatsen af, waar de lijken soms los tussen de grafstenen liggen. Dat doen we niet om een dramatisch verhaal te maken. Ik probeer een beeld te krijgen van het juiste dodenaantal. Als ik zo’n dramatisch verhaal wil hebben, dan is dat heel dichtbij. Joleil verloor namelijk zijn vader, zijn zus en zijn dochtertje van drie. n Dit is een aangepaste versie van een artikel dat eerder verscheen in Villamedia magazine, het tijdschrift van journalistenvakbond NVJ. Hans Jaap Melissen blogt ook onregelmatig op de website van de Wereldomroep (http://blogs.rnw.nl/hansjaapmelissendewereldover).
onze 21 wereld 3-10
beeldreportage
Wie valt is dood 22 onze
3-10
wereld
Kaartjes zijn te duur voor deze treinreizigers in Dhaka, hoofdstad van Bangladesh. Dus klimmen ze op het dak van de intercity, hangen aan de zijkant of staan op de treeplanken van de wagons. ‘Ik doe dit al twintig jaar, niks aan de hand, maar als je eraf valt ben je dood.’ Fotograaf G.M.B. Akash reisde mee en maakte deze prijswinnende reportage. onze 23 wereld 3-10
TEKST Joost Bataille
G ‘
een probleem, ik kan roken en voor je poseren terwijl we gewoon doorrijden, kijk maar.’ De achttienjarige Helaluddin praat tegen de fotograaf bovenop een trein, in de buurt van Dhaka in Bangladesh. Hij werkt in een plasticfabriek en op zijn vrije dag reist hij vaak op deze manier, een beetje voor de lol. Maar het is niet voor iedereen een uitje. Er zitten veel forenzen op het dak, mensen van alle leeftijden die geen kaartjes kunnen betalen. Dagloners, dragers, riksjarijders, timmerlui, kreupele bedelaars, straathoertjes. Hele families met kleine kinderen, soms met een baby op de arm. ‘Buskaartjes zouden driekwart van m’n inkomen kosten’, zegt Saddam, een veertienjarig fabriekshulpje. ‘Ik moet m’n vader helpen om het gezin te onderhouden.’ Hij verdient 2000 taka per maand, ongeveer 21 euro. Het is twintig kilometer naar zijn werk en de bus kost 50 taka. De reis op het dak is opwindend, gratis en een voor de hand liggende keuze voor mensen zoals hij. Majed Miya is timmerman, vijfenvijftig jaar oud, en reist zo al twintig jaar. ‘Als ik geen geld heb ga ik met de trein en dan ga ik natuurlijk bovenop. Niemand valt je er lastig. Er is
24 onze
3-10
wereld
alleen de angst om er vanaf te vallen. Maar zonder risico kom je nergens in je leven. De eerste keer was ik bang, maar nu ben ik er helemaal aan gewend. Soms maak ik een ritje voor m’n plezier.’ Er zijn ook gewoonweg niet genoeg zitplaatsen in de trein. Als de perronchef met z’n groene vlag zwaait en fluit voor vertrek, komen de mensen op het perron in beweging. ‘Het is een griezelig schouwspel’, zegt Akash, de jonge fotograaf die besloot mee te reizen en de rit te fotograferen. ‘Ze proberen allemaal een plekje op het dak van de trein te bemachtigen. Nee, het mag natuurlijk niet, maar niemand kijkt er van op.’ Abu Taher is treinmachinist. ‘Er vallen veel doden onder de mensen die van de trein vallen. Ze weten dat het gevaarlijk is, maar ze doen het toch. Ik snap niet dat ze het risico nemen. Maar ja, je kunt je lot niet ontlopen.’ De fotograaf G.M.B. Akash uit Bangladesh verdiende met deze reportage de ‘Travel Photographer of the Year 2009’ Award in Londen. ‘Levendig, krachtig, helder, innemend en ze vertellen verhalen’, zei de jury over zijn foto’s. Het is één van de ruim veertig prijzen die hij in de afgelopen jaren won. Akash publiceerde onder meer in Stern, GEO, Time, Sunday Times, Colors, Marie Claire en, in Nederland, onzeWereld. onze 25 wereld 3-10
26 onze
3-10
wereld
onze 27 wereld 3-10
28 onze
3-10
wereld
onze 29 wereld 3-10
B
Hoe een Nederlands internetproject in Senegal mislukte
Alles was er, behalve klanten – en ADSL LLiNK-presentator Marcel van der Steen volgde de afgelopen jaren een Nederlands internetproject in Senegal voor Radio 1. Onlangs ging hij terug. Het gebouwtje was dicht, de computers verdwenen. Wat ging er mis? ‘Vergeet niet dat dit een erg arm land is.’ Tekst en beeld Marcel van der Steen en Noortje de Greef
30 onze
3-10
wereld
abacar is er niet. Hij is in de hoofdstad, om te werken. Jammer, want ik zou hem graag weer ontmoeten. Ik ken Babacar Thiam sinds 2006. Ik reisde toen mee met een groep Nederlandse vrijwilligers die twee weken meehielp bij het opzetten van een computercentrum in Dioffior, een dorpje op drie uur rijden van Dakar. Ze gaven workshops aan lokale vrijwilligers over ondermeer marketing, publiciteit en bedrijfsvoering. Deden onderzoek in het dorp naar de haalbaarheid van het centrum. En ze dachten mee over hoe Xam Xamle (= ‘ik geef mijn kennis door’) tot een succes kon worden gemaakt, wat internet voor de bewoners zou kunnen betekenen. Ze maakten ook vrienden en plezier. Dansten onbeholpen op het geluid van de trommels. Dronken biertjes rond het kampvuur. Ik was erbij en legde het vast. Maakte een reportageserie voor LLinke Soep op Radio 1. Het enthousiasme, de vrolijkheid en het vertrouwen in de goede afloop maakten mij ook enthousiast. Ik geloofde in Xam Xamle, het internetcentrum dat er zou komen in Dioffior. Het zou de bewoners ontelbare mogelijkheden bieden. Hun leven zou er beter van worden. Hun wereld groter. Nu ben ik voor de derde keer naar Dioffior in de Senegalese Sine Saloumdelta afgereisd. Ik wil het verhaal afmaken. Want als het inderdaad zo is dat het project is mislukt, moet ook dat verteld worden. Ik wil onderzoeken waar het fout is gegaan. Maar eerst langs Elvira de Rooij, die kantoor houdt in een oud pand in het centrum van Rotterdam. Hier is haar stichting Communicado Foundation gevestigd, de organisatie die samen met een lokale partner in Senegal het internetproject in Dioffior startte. ‘Het is supergoed verlopen’, zegt ze. ‘We hebben gerealiseerd wat we wilden realiseren. Dat de partnerorganisatie in Senegal haar eigen weg is gegaan, is ook iets heel positiefs. Of ze er een succes van hebben weten te maken is aan hen. Ik ben benieuwd wat je er aantreft.’
Muurschildering Het rode gebouwtje aan de rand van het dorp ziet er niet echt anders uit dan toen. De muurschildering is nog best fris, twee jaar na de opening. De
deur is dicht. Als ik aan een luik voor de ramen rammel, schieten vier, vijf salamanders alle kanten op. De ruimte voor de aggregaat is leeg. En zelfs de electriciteitsmeter is uit het kastje aan de buitenkant gehaald. Dat doet de energiemaatschappij als de rekeningen niet worden betaald. Xam Xamle is inderdaad gesloten. Iets verderop zit Kalil NDigue op een kleed voor zijn winkeltje. Hij vlecht een hoed van stro. Hij weet me te vertellen dat in het gebouw van Xam Xamle zo nu en dan onderwijs wordt gegeven door een Franse landbouworganisatie. Belangrijk voor een agrarisch dorp als Dioffior. ‘Deze gemeenschap bestaat grotendeels uit boeren. Maar we moeten de landbouw en de veeteelt blijven moderniseren. Dat doen we ook. Daar zou internet bij kunnen helpen. Maar als het gebruik duur is, gaat het niet werken. Als de regentijd goed is hebben we mooie opbrengsten; rijst, honing etc. Nu is er geen geld.’ Ik vraag hem waar de apparatuur is gebleven: de computers, de fax, de printer. ‘Dat is er allemaal nog. De spullen
dan ben je klaar. Gelukkig zijn we vrij snel gaan samenwerken met de mensen van Viafrica. Die vertelden ons dat het ook handig kan zijn om de lokale medewerkers daar op te leiden. Zodat ze de computers ook zouden kunnen repareren.’
Airconditioning Het programma Xplore van het ministerie van Buitenlandse Zaken (opgeheven in 2009) beheert in die tijd een flinke subsidiepot om Nederlandse jongeren uit te zenden naar ontwikkelingslanden om zo het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking te vergroten. Zo’n groep Xplore-vrijwilligers gaat onder leiding van Communicado Foundation in 2006 naar Dioffior om onderzoek te doen naar de wensen van de lokale bevolking. Het gebouwtje stond er al, maar wat moest er eigenlijk in gebeuren? Een derde club Nederlandse jongeren vertrekt eind 2006 opnieuw naar Senegal om lokale medewerkers op te leiden op het gebied van ondermeer marketing, video-editing en bedrijfsvoering. Als dan op 27 mei 2007 Xam Xamle
Het internetcentrum zou de bewoners ontelbare mogelijkheden bieden: hun leven zou beter worden, hun wereld groter worden beheerd door Mamadou Diome, je vindt hem in Bondiki, een klein hostel in het centrum van het dorp.’
Simpel Communicado Foundation wordt in 2004 opgericht ter bevordering van interculturele communicatie. Draagvlakversterking is in die tijd het toverwoord. Communicado stuurt een groep Nederlandse jongeren naar Dioffior in Senegal. In eerste instantie om filmpjes te maken over het leven in Senegal, en om tegelijkertijd nog iets nuttigs te doen. Er zou behoefte zijn aan een computercentrum. Ze zetten in het kader van dat uitwisselingsproject een gebouw neer aan de rand van het dorp. Elvira de Rooij, die niet eerder in Afrika was: ‘Het klinkt heel simpel allemaal, je zet een gebouwtje neer en je zet er wat computers in, internet en stroom en
wordt geopend, is alles er. Goede computers, een airconditioning, glas in de ramen tegen het stof. Trommels, dansers en diploma’s voor de opgeleide lokale medewerkers. Eén ding nog niet: een internetverbinding. En het zou nog zeker een half jaar duren voordat er daadwerkelijk ADSL wordt aangelegd in Dioffior. Elvira de Rooij van Communicado zegt dat ze er niet bij heeft stilgestaan dat ADSL in Senegal toentertijd nog ‘een beetje prematuur’ was. ‘Het was heel simplistisch gedacht ja. In die tijd was er al wel internet via de telefoon, maar dat werkte voor geen meter.’ Toch had het volgens haar geen probleem hoeven zijn dat er nog geen internetaansluiting was: ‘Het centrum kon in die tijd voldoende andere diensten aanbieden om geen verlies te hoeven draaien, zoals tekstverwerking, printen, lamineren en het volgen van computercurssussen.’ onze 31 wereld 3-10
Babacar Thiam, die Marcel van der Steen in 2006 leerde kennen toen Nederlandse vrijwilligers in Dioffior een internetcentrum opzetten. ‘De directeur is gedurende het hele jaar maar één keer komen kijken. Eén keer!’
Geen klanten De voormalige manager van Xam Xamle, Mamadou Diome, zit achter de computer in het halletje van hostel Bondiki. Vier computers staan er. Waarvan er één het nog helemaal doet. Het zijn de pc’s uit Xam Xamle. Sinds de sluiting van het centrum beheert hij ze. Vier zijn er volgens hem in reparatie. Maar op die ene kan hij mailen en surfen. ADSL werkt. ‘De plek van Xam Xamle was niet goed, zo aan de rand van het dorp. Er kwamen geen klanten. Als het hier in het centrum had gestaan, had het misschien wel gewerkt. Er was daar dan wel een school tegenover het gebouw, maar de scholieren konden op school via een modem gratis internetten. Voor onze snelle verbinding moesten ze betalen. En de mensen uit het dorp gingen uiteindelijk liever naar de concurrent in het centrum.’ Sinds de komst van ADSL zijn er verschillende lokale ondernemers die proberen een internetcafé te runnen. Volgens Mamadou kan dit niet rendabel zijn: ‘De electriciteitsrekening en ADSL
dus zelf verantwoordelijk waren voor de inkomsten, is Mamadou meteen gaan samenwerken met Esther Langen, die op dat moment partners zocht om een nieuw, gesubsidieerd project te starten in Dioffior.’ Esther Langen is medeoprichter van Stichting Communicado. Elvira en Esther kregen ruzie na de tweede reis naar Senegal en gingen uit elkaar. Esther is nu met diverse andere projecten actief in Dioffior. Elvira heeft de lokale partner voor de keuze gesteld: je werkt met mij of met haar, maar niet met allebei. Toen toch bleek dat Mamadou met Esther in zee was gegaan, heeft Elvira alle contact verbroken. Mamadou: ‘Ik heb haar duizend keer proberen te bellen. Ze reageert niet. Ze heeft een bericht gestuurd dat ik haar niet meer moet bellen.’
Gamma-bouwlampen De locatie waar Xam Xamle staat, is aangewezen door de burgemeester van Dioffior. Daar was de grond goedkoop, het zou er veel klanten van de omliggende scholen trekken en het zou het
Ik zou, achteraf, voor een meer ervaren lokale partner pleiten' zijn veel te hoog. Dat was bij Xam Xamle ook het probleem. Rekeningen konden niet meer worden betaald. Ik heb zelf acht maanden zonder salaris gewerkt.’ Daarnaast bleek de vraag naar internettoegang veel kleiner dan verwacht. Mamadou: ‘Vergeet niet dat we in een arm en onderontwikkeld land zijn. Men houdt zich hier bezig met zaken die direct iets opleveren. Ze zorgen liever voor voedsel dan dat ze iets willen leren.’ Elvira bevestigt dit: ‘Xam Xamle is opgezet als bedrijf, niet als stichting. De salarissen moesten uit de onderneming komen. Volgens het businessplan waren er genoeg mogelijkheden om de boel draaiende te houden. Zelfs zonder internet. Maar op het moment dat duidelijk werd dat wij geen geld meer in Xam Xamle wilden pompen, en de mannen
32 onze
3-10
wereld
nieuwe uitbreidingsgebied van het dorp worden. In de afgelopen jaren is er niets bijgebouwd. Ook Thomas Stroomer bouwde zijn huis midden in het dorp. Hij was één van de Xplore-vrijwilligers die in 2006 twee weken doorbrachten in Dioffior. Hij werd verliefd en besloot te gaan studeren in Dakar. In de weekenden gaat hij naar Dioffior om zijn huis af te bouwen: samen met zijn Senegalese verloofde, haar vader en zijn eigen ouders die over zijn uit Nederland. Ze hebben bouwlampen meegebracht van de Gamma. En pannenkoekenmeel. ‘Het is wel even wennen als je zoon opeens naar Senegal vertrekt’, zegt moeder Stroomer. Thomas staat onder de douche. Na dagen komt er eindelijk weer een beetje water uit de kraan.
Hij wil best iets zeggen over de gang van zaken in Dioffior, maar is ook bang om te veel uit de school te klappen in de kleine dorpsgemeenschap ‘Er wordt wel vaak aan me gevraagd waar de computers zijn gebleven. Zo sprak ik met de directeur van een school die wel twee pc’s zou willen hebben. Ze worden toch niet gebruikt nu.’ ‘En het blijft lastig om te controleren of al het geld op de juiste plek terecht komt. De mensen hier hebben een grote familie, en die moet ook onderhouden worden. Zodra de Nederlanders weg zijn uit Dioffior is het heel moeilijk te controleren wie er nu precies een uurtje heeft zitten internetten. En of dat geld wel in de kassa terecht komt.’
Uitstel van rapportage Het geld dat nodig was om Xam Xamle te kunnen starten komt grotendeels van NCDO, de subsidieverstrekker van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. In het jaarverslag van 2006 staat dat Communicado Foundation 25.781 euro heeft ontvangen voor het opstarten van een duurzaam, multifunctioneel computercentrum. Gineke Dokter is programmahoofd bij NCDO. Zij wist niet dat Xam Xamle nu dicht is. Wel werd er in 2006 uitstel van rapportage gegeven, omdat de internetverbinding lang op zich liet wachten. Ook is gemeld dat er al vrij snel na de opening budgetproblemen ontstonden. ‘Misschien is de lokale situatie niet goed ingeschat; de politiek, wie heeft er belangen? Ik zou achteraf voor een meer ervaren lokale partner pleiten.’ De ngo in Dioffior was in 2005 opgericht. Een jaar later ging Communicado met deze organisatie in zee. ‘Inmiddels weten we ook dat internetcafé’s een heel specifieke tak van sport is. De projecten blijken niet altijd duurzaam. Er had beter aansluiting gezocht kunnen worden bij een bestaande organisatie die het ook had willen doen, bijvoorbeeld een school.’ De Rooij: ‘Er was geen reden om te twijfelen aan de Fondation Foyer des Jeunes. Toentertijd had deze lokale partner net een groot gebouw in het dorp geopend, waar veel activiteiten werden georganiseerd. Ook was de Nederlandse ambassade positief over de Fondation.’
De reportage vanuit Dioffior is zondagavond 28 februari 2010 te beluisteren in het LLiNK-programma Atlas. Tussen 19.00 en 20.30 uur op Radio 1 of daarna op atlasradio.nl
Ook Viafrica, de Amsterdamse stichting die uiteindelijk door Communicado werd ingehuurd om het technische deel te verzorgen, had geadviseerd een andere lokale partner te zoeken. Viafrica is gespecialeerd in het toepassen van ICT in het onderwijs in Afrika en zorgde voor de aankoop en installatie van de computers en leidde drie lokale medewerkers op. Directeur Joost Dam is in eerste instantie wat terughoudend als ik hem vraag naar de Senegalese ervaring: ‘Het was niet ons project en dat was uiteindelijk frustrerend. Waar wij voor zijn ingehuurd hebben we goed gedaan, maar als het totale resultaat teleurstellend is, blijf je toch met een kater achter.’ Wel heeft Viafrica geprobeerd in een vroeg stadium het project over te nemen. Ook toen het dreigde mis te gaan heeft de stichting ter plekke een poging gedaan een doorstart te maken. Beide keren lukte dit niet. ‘We hadden Xam Xamle graag nieuw leven ingeblazen, maar dan wel zonder de schulden uit het verleden, op een nieuwe locatie in het dorp en met een nieuw lokaal bestuur. Daar kwamen we niet uit.’ Joost maakt zich boos over de naïviteit van goedbedoelende burgers die ‘iets’ in Afrika gaan doen. ‘Begrijp me goed, zo ben ik ook ooit begonnen. Maar weet je hoeveel geld er in Xam Xamle is gestoken? Wat het bijvoorbeeld kost om die Nederlandse jongeren heen en weer te slepen? 15 duizend euro per keer is nog laag ingeschat.’ Alles bij elkaar opgeteld zou het uiteindelijke bedrag dat in Xam Xamle is gestoken minstens 80 duizend euro uitkomen (zie kader). Elvira de Rooij van Communicado weerspreekt dit: ‘Het geld van Xplore diende een ander doel, namelijk het bevorderen van draagvlakversterking in Nederland, het was dus niet bedoeld als directe investering in het computercentrum. Zo moet het dan ook niet bekeken worden.’ Inzage in de financiële administratie heeft De Rooij niet willen geven. Terwijl deze reportage in de maak is, maakt Elvira de Rooij bezwaar tegen de gedachte dat de Communicado Foundation op enigerlei wijze schuldig is aan het debacle in Senegal. Via een door haar ingeschakelde advocaat,
Kathelijne de Nijs, laat ze de redactie het volgende weten: ‘Het project is conform de afspraken overgedragen, en de lokale organisatie GIE Xam Xamle heeft er zelf voor gekozen om niet meer met ons samen te werken. Wij hebben alles volgens afspraak geleverd, in die zin is het project goed verlopen. We betreuren het echter ten zeerste dat het vervolgens niet gelukt is om van Xam Xamle een goedlopend bedrijf te maken. In die zin zijn wij niet positief over het project, en delen we de mening van Joost Dam. Ons project is efficïent verlopen (alles is volgens plan geleverd, al is dat niet zonder slag of stoot gegaan), het effect is echter niet wat we gehoopt hadden.’
Tegeltjeswijsheid Het verhaal van Xam Xamle is herkenbaar voor Sara Kinsbergen. Zij doet promotieonderzoek naar particuliere initiatieven aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze onderzoekt de ‘drive’ van gewone mensen om ontwikkelingsprojecten te starten. En ze wil weten wat die initiatieven uiteindelijk opleveren. ‘Jammer genoeg is het zeer herkenbaar. Veel particuliere initiatieven zijn op korte termijn heel succesvol, maar blijken op de langere termijn, na zo’n twee jaar, niet duurzaam te zijn. De risico’s op
de lange termijn worden onvoldoende ondervangen, waardoor een deel van de projecten wordt stopgezet.’ Ze noemt het een tegeltjeswijshijd, haar advies aan mensen die graag willen helpen: ‘Werk vanuit je hart maar ook met je verstand! Je ziet dat mensen zo emotioneel betrokken zijn bij zo’n project dat er geen ruimte meer is voor een kritische blik, geen tijd om de koers bij te stellen. Het moet allemaal direct resultaat opleveren.’
Pijnlijk Uiteindelijk ontmoet ik Babacar Thiam. Hij en zijn vriend Aliou Sarr zijn vooral teleurgesteld in de lokale organisatie: ‘Het management was niet goed. De bazen hebben hun rol niet goed vervuld. De directeur is gedurende het hele jaar maar één keer komen kijken. Eén keer! Hij had elke maand twee keer langs kunnen komen uit Dakar om te praten over hoe het ging.’ Ook Aliou, die door Viafrica was opgeleid om computercursussen te geven heeft maanden zonder salaris gewerkt. Babacar: ‘Pijnlijk is het. Er zijn jaren aan voorbereiding geweest, er is hard aan gewerkt. Het was een belangrijk project voor de samenleving van Dioffior. Pijnlijk. Dat is wat ik er nog over wil zeggen.’ n
De financiering van Xam Xamle
NCDO: 25.781 Euro Minimale eigen werving (vereiste NCDO): 25.781 Euro Xplore: 28.750 Euro Totaal: minimaal 80.312 Euro. Communicado Foundation heeft minimaal 25.781 euro ingezameld via fondsenwerving en particuliere donateurs. Dit bedrag is door NCDO verdubbeld. Xplore heeft 28.750 euro aan subsidie verstrekt aan Communicado Foundation als investering in draagvlakversterking. Communicado heeft de subsidie gebruikt om twee keer met een groep Nederlandse jongeren naar Dioffior te reizen. Communicado meldt op haar website: Over de tweede reis: ‘Dit keer was ons belangrijkste doel het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek, om samen met lokale vrijwilligers uit te vinden of en hoe een computercentrum in Dioffior kan bestaan als een zelfstandige onderneming’. En over de derde reis: ‘Naast interculturele uitwisseling was het belangrijkste doel het geven van workshops in ICT en bedrijfsvoering ter voorbereiding op de opening van het multifunctionele computercentrum in het dorp’.
onze 33 wereld 3-10
RONDJE WERELD
o n z e W e r e l d - c o r r e s p o n d e n t e n d o e n v e r s l a g va n a l l e d a a g s e e n m i n d e r a l l e d a a g s e o n d e r w e r p e n
Bevolkingsgroei
Zuid-Afrika
‘Op mijn zeventiende kreeg ik mijn eerste’ Vrouwen uit de groeiende zwarte middenklasse krijgen minder kinderen. In de townships ligt dat nog anders. Neem Margaret, die zowel de zorg voor haar eigen kinderen als voor die van haar dochters heeft. ‘Ik ben zo moe.’ De 54-jarige alleenstaande moeder en oma Margaret Zwane staat voor haar kleine huis in de township Naledi, dichtbij Johannesburg. Aan haar ene been hangt kleindochter Noxolo en aan haar andere kleindochter Faith. In haar arm klemt ze kleinzoon Siyabonga. Margaret bracht niet alleen haar eigen vier kinderen groot, ze zorgt nu voor vier kinderen van haar dochters, van wie er één is overleden en de ander geen verantwoordelijkheid wil nemen voor haar kroost. Met de kinderen woont ze in een huis dat is gesubsidieerd door de overheid. ‘Toen ik jong was, wilde ik graag verder leren’, vertelt ze. ‘Ik wilde verpleegster of lerares worden. Maar ik kom uit een arm gezin. Op mijn zeventiende kreeg ik mijn eerste kind. Ik wist niet hoe je dat kon vermijden.’ Het geboortecijfer neemt in Zuid-Afrika af. Volgens statistieken kreeg een vrouw in
pa b a l lo t h e k i s o
‘Jonge meiden denken dat ze kunnen verdienen aan de kinderbijslag’
Veel of weinig kinderen? 16 onze
3-10
wereld
Hoe hoger de levenskwaliteit, hoe minder baby's er geboren worden. Ook in opkomende landen als Brazilië en Indonesië daalt het gemiddelde kindertal. Daarvan is in Afrika nog weinig te merken. Vijf vrouwen over hun ideale gezinsgrootte.
1998 gemiddeld 2,9 kinderen. In 2007 lag dat aantal op 2,7. Een van de redenen is dat de overheid en ngo’s nu voorlichting geven over gezinsplanning. Daarnaast is er een groeiende zwarte middenklasse waarvan de gezinnen kleiner worden. Vooral vrouwen in de stad krijgen minder kinderen. Daar ligt het cijfer op 2,3. Op het platteland is dit 3,9. Wel worden veel vrouwen in Zuid-Afrika voor de tweede keer ‘moeder’ en zorgen ze, zoals Margaret, voor de kleinkinderen. Ofwel omdat de echte moeder werkt, of omdat de kinderen wees zijn geworden – veel jongeren in Zuid-Afrika sterven aan hiv/aids. Volgens Margaret is de jongere generatie in onze 17 wereld 3-10
haar buurt nog vrij roekeloos als het om gezinsplanning gaat. ‘Ik zie veel jonge meiden in de township die kinderen krijgen. Ze denken dat ze kunnen verdienen aan de kinderbijslag. Maar je krijgt maar 24 euro per maand per kind. Dat is echt niet genoeg.’ Ze kijkt naar het gerafelde schooluniform van kleinkind Buhle (8), dat nodig aan vervanging toe is.
Elles van Gelder
China
‘Als ambtenaar moet ik het goede voorbeeld geven: één kind’ Er lijkt verandering op til in de éénkindpolitiek. Sjanghai wijst haar inwoners zelfs op een uitzonderingsregel. Toch kan Chan niet zomaar een tweede kind krijgen. Chan (29) woont met haar man en hun zoontje van drie in een villawijk in Changsja, een miljoenenstad in Centraal-China. Terwijl haar zoontje in de huiskamer speelt, houden liefst zes volwassenen hem continu in de gaten: zijn moeder, het kindermeisje, de huishoudster en drie grootouders die, zoals in China gebruikelijk is, bij hun kleinkind in huis wonen. Chan denkt dat een broertje of zusje beter zou zijn voor de opvoeding van haar zoontje. Maar ja, dat vermaledijde Chinese éénkindbeleid. Verschillende kranten schreven de afgelopen maanden dat er verandering op til is. Aanleiding vormde een campagne van het stadsbestuur van Sjanghai tegen de extreme vergrijzing; het rechtstreekse gevolg van dertig jaar éénkindpolitiek. Sjanghai wijst haar inwoners tegenwoordig actief op een uitzonderingsregel: getrouwde stellen die zelf allebei enig kind zijn, mogen samen twee kinderen krijgen. In Changsja blijft alles vooralsnog bij het oude, vreest Chan. Zelf zou ze sowieso niet voor een dergelijke uitzonderingsregel in aanmerking komen, want haar man heeft een zus. Als welgestelde Chinese, met een echtgenoot die rijk werd door te beleggen in onroerend goed, heeft ze wel uitwijkmogelijkheden. ‘Ik kan in Hongkong bevallen’, zegt ze. ‘Dan krijgt het kind een Hongkongs paspoort.’ Grootste probleem daarvan is haar baan als manager bij een ingenieursbureau van de overheid. ‘Als ambtenaar moet je het goede voorbeeld geven. De geboortebeperkingscontroleurs accepteren geen tweede kinderen van officials. Ik moet dus eerst ontslag nemen.’ Ze worstelt met die beslissing. ‘Ik ben nu bezig met een groot project om watervervuiling in de rivier tegen te gaan. Ik kan en wil dat niet zomaar opzeggen. Misschien dat ik pas over twee jaar weg kan.’ Chan hoopt dat het eenkindbeleid zo snel mogelijk op de schop gaat. ‘Veel rijke Chinezen verlaten China’, foetert ze. ‘Mijn buurvrouw is een paar jaar geleden naar Canada vertrokken. Ze heeft nu drie kinderen.’ Michiel Hulshof
‘Ik zou naar Hongkong kunnen uitwijken om te bevallen’
18 onze
3-10
wereld
‘Beide ouders werken. Ze hebben geen energie voor een groot gezin’
Indonesië
‘Met onze tweede maakten we geen haast’ Het programma waarmee de regering-Soeharto in de jaren tachtig de bevolkingsgroei wilde afremmen, is in het slop geraakt. Maar Rahma is blij dat ze maar twee kinderen heeft. Sinds de jaren vijftig verdubbelde de Indonesische bevolking bijna: van 75 miljoen mensen naar 147 miljoen mensen in de jaren zeventig. Indonesië voerde daarom het Keluarga Berencana (KB), oftewel Geplande Gezin-programma, in. Met de slogan ‘Twee is genoeg’ stimuleerde de overheid in de jaren tachtig actief jonge echtparen om slechts twee kinderen te krijgen. Vrouwen konden overal in kliniekjes anticonceptiemiddelen krijgen. Het programma werd een groot succes. Het geboortepeil daalde van 5,6 kinderen per moeder in de jaren zeventig naar 2,6 kinderen in de periode 2002-2007.
Toch raakte het programma na Soeharto’s aftreden in 1998 in het slop na kritiek van Indonesische feministes vanwege het patriarchale, militaristische karakter. ‘Het programma werd als te belerend en vrouwonvriendelijk beschouwd’, vertelt de vrouwelijke minister van Volksgezondheid Endang Rahayu tijdens een persbijeenkomst in Jakarta. ‘Maar nu willen we ‘KB’ weer nieuw leven inblazen.’ Want ondanks het teruglopende geboortecijfer neemt de Indonesische bevolkingsomvang reusachtige proporties aan (230 miljoen). Dat komt vooral doordat de afgelopen decennia vrouwen op steeds jongere leeftijd kinderen hebben gekregen. Indonesiërs zien snel zwanger raken na de bruiloft als essentieel voor een gelukkig gezinsleven, bevestigt de 36-jarige Rahma Indrawati uit Pekalongan, Centraal-Java. ‘Ook ik werd snel zwanger, en kreeg een zoontje. Maar met het tweede kind maakten we een stuk minder haast.’ Haar man verkoopt batikshirts in een dorpje vlak buiten Pekalongan. Ze wonen in een stenen huisje van 40 vierkante meter met hun zoon en dochter. Rahma is blij dat ze niet meer kinderen heeft. ‘Veel ouders trekken met hun grote gezinnen naar Jakarta op zoek naar werk. Door geldgebrek moeten veel jonge kinderen daar als straatmuzikant werken’, weet Rahma. Haar eigen zoon (14) kan enkele euro’s per week sparen om straks zijn eigen laptop te kopen.
Jan Lepeltak
‘Snel zwanger raken is essentieel voor een gelukkig gezinsleven’
Marokko
‘Kinderen kosten tijd, maar die tijd is er nauwelijks’ Van alle gezinnen heeft 63 procent twee kinderen, maakte de Marokkaanse regering vorig jaar bekend. Maar Najoua vindt één wel genoeg. Najoua Yahyaoui (34) houdt elke maand stipt haar cyclus bij. ‘Als mijn man seks wil en ik zeg tegen hem dat ik vruchtbaar ben, heeft hij gelijk geen zin meer’, zegt ze zachtjes in een café in de Marokkaanse stad Kenitra. Hij wil beslist niet nog een kind, en zij evenmin. Ze hebben één dochter, Ikbal van 10, en dat vinden zij genoeg. De tijd van de grote gezinnen in Marokko is allang voorbij, het geboortecijfer daalt gestaag. In 2000 vonden op duizend inwoners nog 24,6 geboortes plaats, in 2009 waren dat er 20,96. ‘Het kan niet anders’, zegt Najoua. ‘Steeds vaker werken man én vrouw. Ze hebben geen energie meer voor een groot gezin. Kinderen hebben aandacht en liefde nodig, je
moet huiswerk met ze doen, dat kost tijd, maar die tijd is er nauwelijks.’ Najoua is in haar gezin de enige die werkt, haar man is werkloos. Dat houdt in dat haar inkomen hard nodig is, zij kan niet stoppen. En haar werk is vermoeiend. Zes dagen in de week, van zeven uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags, controleert zij in een fabriek snoeren van Renaults en Peugeots, 36 auto’s per uur. Zij is bekaf als zij thuiskomt. ‘Toen ik mijn eerste kind kreeg, dacht ik niet na. We waren net getrouwd, het kwam gewoon. Maar nu voel ik dat ik niet in staat ben meer kinderen op de wereld te zetten.’ Dat vinden veel vrouwen om haar heen vreemd. ‘Waarom heb je maar één kind?’, krijgt ze vaak te horen. Twee, dat is voor de meeste Marokkaanse vrouwen ideaal. ‘Maar ik werk hard, het is me te veel’, zegt Najoua dan. Greta Riemersma
Brazilië
‘Een ongelukje op mijn negentiende’ In een welvarender Brazilië worden minder kinderen geboren. Zelfs soaps schijnen daarbij een rol te spelen. In haar omgeving merkt Maria Alvanir da Silva Barbosa (50) nog weinig van een dalend kindertal.
Haar eerste kind, dat ze op haar negentiende kreeg, was een ongelukje. Omdat ze geen geld had om voor haar baby te zorgen, moest ze hem onderbrengen bij haar ouders. Ze vertrok toen de kleine Emilio één jaar was naar Rio de Janeiro om daar haar geluk te beproeven. ‘Hem moeten achterlaten heeft me veel pijn gedaan. Daarom wilde ik wachten met het krijgen van nog een kind tot ik daar voldoende geld voor had.’ Toen ze als schoonmaakster een redelijk vast inkomen had, kreeg ze met haar huidige man haar tweede kind, Talita, nu 22.
Maria merkt ook in haar directe omgeving dat het economisch steeds beter gaat met Brazilië. Haar dochter volgt een opleiding als kleuterjuf en ook in de favelas (sloppenwijken) gaat de kwaliteit van leven omhoog. Het geboortecijfer gaat ondertussen omlaag: volgens de statistieken daalde dat van 6,3 kinderen per vrouw in 1960 naar 2 kinderen in 2006.
Er lijkt nóg een reden te zijn voor het dalende geboortecijfer: de rol van de telenovela, ofwel de soap. De soapsterren hebben in het algemeen één of geen kinderen, en telkens als een regio het soapkanaal Rede Globo kan ontvangen, blijkt dat het geboortecijfer er licht daalt. De invloed van soaps blijkt groter op vrouwen die midden in hun vruchtbare jaren zitten en op ouders met een laag opleidingsniveau.
‘Dat ik mijn kind moest achterlaten heeft me veel pijn gedaan’
In haar eigen omgeving merkt Maria daar evenwel weinig van. Ze ziet de meisjes uit de arme buurt waar ze woont nog steeds veel kinderen krijgen die – de geschiedenis herhaalt zich – soms bij familie moeten worden ondergebracht. ‘Onverantwoordelijk en slordig’, vindt Maria. ‘Tegenwoordig zijn er genoeg middelen en is er genoeg kennis om een zwangerschap te voorkomen.’ Sharon Hesp
Geboortecijfers wereldwijd
De stijging van de wereldbevolking gaat minder hard, ook al groeit deze volgens de VN nog door van 6,8 miljard nu naar 9,2 miljard in 2050. Zo waren er in de jaren zeventig 24 (rijke) landen waar vrouwen 2,1 kind kregen, het vervangingsniveau waardoor de bevolking niet groeit, maar precies op peil blijft. Dat aantal is gestegen tot 70 landen op alle continenten, inclusief Afrika. In 2009 werden wereldwijd gemiddeld 19,95 kinderen per duizend inwoners geboren. Dat waren er in 2003 nog 20,43. De nummer 1 op de jaarlijkse lijst van 223 landen van het CIA World Factbook, is Nigeria met 51,6 baby’s op duizend inwoners, Hongkong staat met 7,42 baby’s op duizend inwoners onderaan. Nederland staat met 10,40 op 186. onze 19 wereld 3-10
vertaling floortje hoette beeld Mees van Deth, rené van asselt (kaartje)
De Magische Berg tekst lisa st aubin de terán
Het morgenrood verspreidt zich geleidelijk over de berg en werpt zijn licht over de beboste hellingen en valleien van het wijde plateau van de vergelegen Tafelberg. Op de voorgrond liggen Mount Tumbine en Mount Mulanje. De toppen van deze laatste berg zijn zo door mist omgeven dat ook zij afgeplat lijken, maar de randen van alle glooiende heuvels aan de Malawi-kant zijn bedekt met keurig gesnoeide theeplantages. Twee kilometer verder, in het grensdorpje Milange, roept een imam met een luide stem en een kleine congregatie zijn volgelingen met een dermate schrille jammerkreet op tot gebed, dat het lijkt alsof hij denkt voor de poorten van Mekka te staan. Ondertussen wordt de microwereld van Milange wakker als een koor van wilde honden de stem van de imam bijvalt en het ochtendgezang van vogels, dat een uur eerder begon, op gang komt tot het ieder ander geluid verdringt. Mees en ik, Carol (een nieuwe Canadese vrijwilliger) en Vulay (een van onze eerste studenten van Mossuril en nu een barman) bezoeken het nieuwe project van de Teran Stichting en kamperen in het toeristencomplex de ‘Luipaardvlek’. Doel van onze missie is om meer meubilair te kopen, de verschillende houtbewerkers en handwerkslieden die beelden, luipaardhoofden en speciale stoelen maken te controleren, lokale staf aan te nemen en om de terrastuinen uit te breiden. Het is middenin het regenseizoen, de zogenaamde ‘lange regen’, en dus een ideale tijd om te planten. Stukje paradijs De houtbewerkers en handwerkslieden wonen allen verstrooid over de regio. Direct na onze aankomst
verspreidt het bericht van onze komst zich snel als een radiobericht van mond tot mond. Als we wachten, maken de mysterieuze beeldhouwers vanzelf contact. Staand in de gebruikelijke rij voor de pinautomaat buiten de BIM-bank in de stad, is er altijd kans op een praatje. De rij fungeert als de tamtam van Milange. Dus maak ik reclame voor de acht betrekkingen die we binnen het nieuwe toeristencomplex hebben, en leg ik opnieuw het idee achter ons Groene Project uit. Binnen 24 uur meldt zich een groep van drietalige (Chechewa, Portugees en Engels) sollicitanten bij de receptiehut op de projectlocatie en worden acht nieuwe werknemers aangenomen. In sommige opzichten is het project in Milange een stukje paradijs: duizend hectare fluweelgroene heuvels, besprenkeld met letterlijk miljoenen wilde bloemen. Afhankelijk van het seizoen zijn hele hellingen gekleed in een gele, roze, blauwe, witte, paarse of oranje gloed. Gigantische eucalyptusbomen torenen uit boven het land bezaaid met jacaranda, flamboyant, avocado- en sinaasappelbomen, eeuwenoude cyclades, sagopalmbomen en knoestige mangobomen. Eilandjes van bananenbomen, kreunend onder het gewicht van het fruit, nestelen zich tussen klompjes bamboe, wilde lelies, balsemien en varens. Kronkelende bergstromen klateren naar beneden, gorgelend en samenkomend in rotspoelen, om zich vervolgens in een waterval te storten en bij een rivier te voegen. Bruine arenden, zwarte ooievaars, toekans, ijsvogels, lawaaierige parelhoenders, papagaaien, hops, wevers en tientallen andere glitterende, fladderende vogelvariëteiten broeden op de hellingen. Hogerop wonen koedoes, impala’s, hyena’s, wrattenzwijnen, zebra’s, leeuwen en luipaarden op de steile rotspartijen. Een van onze gidsen,
lisa st aubin de terán (Engeland, 1953), auteur van bestsellers als Een huis in Italië en De haciënda, woont sinds 2005 met haar Nederlandse man in het dorp Cabaceira Grande in Mozambique. Hier is ze een hotelschool voor toerisme en landbouw begonnen.
38 onze
3-10
wereld
Minuiz dois Santos, vertelt ons dat er ooit zoveel luipaarden waren dat ze rond de hutten in het dorp slopen en geen kip veilig voor ze was. Afgelopen november kwam een leeuwenpaar een paar keer tot aan de opslagkamer van onze bewaker en de receptie, liep langs de contouren van het zwembad en slenterde zonder blikken of blozen de sinaasappelboomgaard achter de eerste twee toeristenvilla’s in. Artur, één van de bewakers, was bang, maar Sir Felis, de voormalige chef-kok van het oude Grand Hotel in Beira, en nu één van onze chefs in het nieuwe restaurant, zei: ‘Als militair wist ik dat we moesten blijven waar we waren en ons stil moesten houden, dus ik keek gewoon hoe ze voorbijliepen. Ze waren heel rustig, als een paartje dat in Beira in de Portugese tijd een ommetje maakte. Ze sloegen totaal geen acht op ons. Het was een prachtig gezicht.’ Medicinale wortels Het pure toeval wilde dat de directeur van ons onderwijsinstituut, de alomtegenwoordige Morripa, gedurende twee jaar tijdens de oorlog de commandant van Sir Felis in Beira was geweest. Vanwege haar ligging op de grens met Malawi had Milange zwaar geleden tijdens de zeventien jaar durende burgeroorlog. Duizenden inwoners vluchtten naar Malawi om te ontkomen aan de wreedheden van de bezetter. Een aantal van onze werknemers zijn Mozambikanen die alleen Chechewa (de lokale taal) en Engels spreken; en op het platteland worden voornamelijk zaken gedaan in de Malawische valuta kwacha en niet de Mozambikaanse metical. Tot aan de vroege jaren negentig was Milange een welvarende theestad die één van de meest exclusieve theesoorten van Afrika maakte, maar sinds de systematische verwoesting van haar meer dan duizend hectare aan plantages is het enige dat zij nog te bieden heeft honderden opgeleidde, maar werkeloze theearbeiders, een verstikkende armoede in de rondom gelegen dorpjes en een onevenaarbare wil tot wederopbouw en overleven. Om 6 uur ‘s ochtends arriveert een man met een machete op een bromfiets. Hij springt tussen de bomen en verdwijnt. Even later loopt hij terug met een handvol medicinale wortels. Mees praat met hem en ontdekt dat ze helpen tegen buikpijn.
Aan de kant van het Verloren Paradijs gaan enkele tientallen dorpelingen en rondtrekkende Malawiërs ondertussen door met het vernielen van prachtige oude bomen, het uitputten van de berghellingen, het vernietigen van de natuurlijke leefomgeving van de heer en mevrouw Leeuw en hun buren en het opdrogen van de waterbronnen. Er moet snel iets gebeuren. We hebben nu vier bewakers op het terrein; maar om de vernietiging een halt toe te roepen, hebben we tenminste veertien bewakers werkend in twee ploegendiensten nodig om het plunderen te kunnen tegengaan. Sommigen van hen zullen Ooit waren er zoveel uit de groep van lokale plunderaars worden luipaarden, dat ze rond gerekruteerd. Zij kennen de heuvel immers op hun duimpje en kappen alleen maar bomen om de dorpshutten slopen er houtskool of brandhout van te maken, omdat ze anders hun familie niet kunnen voeden. Met een baan en een inkomen kunnen ze nu beschermen wat ze voorheen kapot maakten. Dat is ons Groene Project: het is eenvoudig en werkt snel en zal, zo hopen we, een van de waarschijnlijk weinige wild-enclaves doeltreffend conserveren. Onze projectmanager Janny (die via deze column en onzeWereld komt) is op weg vanuit Nederland, en we hebben een kleine groep vrijwilligers aangenomen die helpt bij het opzetten van het natuurreservaat en het leiden van het Groene Project. n
Lisa's verlanglijstje Stuur uw regenjassen, buitenkleding, zakmessen, kompassen, verrekijkers etc. graag goed verpakt naar: Caixa Postal 81 Ilha de Moçambique Provincia de Nampula Mozambique Als u zich wilt opgeven als vrijwilliger of wilt delen in het avontuur door in het wild te kamperen of te eten in het nieuwe restaurant, stuur dan een e-mail naar
[email protected]. U kunt ook een donatie storten op bankrekening 599111585 t.a.v. Stichting Teran Foundation.
rEageren? R e d a c t i e @onze o n z e39 wereld.nl
wereld
3-10 2-09
Balanceren in Iran Er blijven doden en gewonden vallen tijdens anti-regeringsdemonstraties in Iran. Als de Iraanse regering de roep om hervormingen negeert, riskeert ze haar eigen ondergang, betoogt de Iraans-Amerikaanse schrijver Hooman Majd. TEKST HOOMAN MAJD
‘De hervormingsbeweging heeft buitenlandse steun nodig’ Onjuist.
grant neufeld
Niets is minder waar. Het is beledigend en paternalistisch te suggereren dat de hervormingsbeweging zonder buitenlandse hulp of steun niet succesvol kan zijn. De Amerikaanse president Barack Obama heeft tot dusver alleen zijn morele steun uitgesproken voor Iraniërs die voor hun burgerrechten strijden, en heeft de onrust in Iran terecht beschreven als een zuiver Iraanse aangelegenheid. Omdat de VS geen betrekkingen hebben met Iran, heeft hij zeer weinig middelen om de hervormingsbeweging te ondersteunen, maar kan hij haar gemakkelijk schade toebrengen. Als hij zich vierkant achter de oppositie in Iran schaart, schaadt dit waarschijnlijk haar geloofwaardigheid en bevestigt dit mogelijk zelfs de bewering van de regering dat de beweging een door buitenlanders geïnspireerd initiatief is.
Dat de hervormingsbeweging het heeft overleefd, en zelfs is gegroeid zonder buitenlandse steun, bewijst dat Iraniërs prima in staat zijn om een burgerrechtenbeweging in stand te houden en aan te dringen op democratische hervorming zonder druk, invloed of steun van buitenlanders. De potentieel meest beschadigende beschuldiging die de regering heeft geuit tegen de hervormingsbeweging is dat het een buitenlands complot is om een ‘fluwelen revolutie’ aan te wakkeren die Iran opnieuw ondergeschikt maakt aan een superieure macht. Maar deze aantijging houdt geen stand, aangezien de leiders van de beweging iedere vorm van
‘Dat de hervormingsbeweging in Iran überhaupt nog bestaat, is een goed teken‘ buitenlandse steun steeds hebben geschuwd en hun strijd als een puur Iraanse aangelegenheid hebben opgezet. Luister vijf minuten naar een Iraanse banneling die zich tegen de Islamitische republiek richt en je bent ervan overtuigd dat de dagen van het regime zijn geteld, en dat het regime geen jaren, maar nog slechts maanden heeft te gaan. Luister vijf minuten naar een geloofsvertegenwoordiger van het regime en je denkt wellicht dat westerse krachten inderdaad een opstand plannen, maar dat de regering de storm de baas zal worden en machtig als altijd zal zegevieren. De waarheid ligt, natuurlijk, altijd ergens in het midden. De hervormingsbeweging is zeker echt, kan niet volledig worden onderdrukt en zal ongetwijfeld een langetermijn-effect hebben op de politiek van de Islamitische republiek. Wat begon met de verkiezing van de hervormer president Mohammad Khatami in 1997 heeft uiteindelijk zijn hoogtepunt bereikt in een burgerrechtenbeweging die, onder welke naam ook, druk zal blijven uitoefenen op het regime om hervormingen door te voeren. Als het regime die druk negeert, riskeert het zijn eigen ondergang.
40 onze
3-10
wereld
reuters
essay
‘De hervormingsbeweging is aan de winnende hand’ Ja. Zij het wel op de lange duur. Het hangt af van de interpretatie van het woord ‘winnen’. Als we de Iraanse pro-democratische hervormingsbeweging niet als een revolutionaire, maar als een burgerrechtenbeweging beschouwen, dan moet het succes vanzelfsprekend over een langere periode worden gemeten. Het doel van de beweging is niet de plotselinge en complete omverwerping van het Iraanse politieke systeem. In dit licht bezien heeft de hervormingsbeweging in veel opzichten al zichtbaar ‘gewonnen’. Althans, als winnen inhoudt dat Iraniërs zich niet langer neerleggen bij de ondemocratische aspecten van het politieke systeem. Dat is in de laatste drie decennia eerder achteruit dan vooruit gegaan wat betreft het verlenen van de rechten die de onderdanen volgens de grondwet wel degelijk hebben. Het versnipperde leiderschap van de Islamitische Republiek erkent dit, zoals blijkt uit zijn schizofrene reactie op de gebeurtenissen sinds de omstreden verkiezingen. De haviken aan de macht zijn misschien in staat de algemene onrust met brute kracht te onderdrukken. Maar de leiders zijn zich er ook van bewust dat verkiezingen in de Islamitische staat nooit meer zo gehouden kunnen worden als in 2009, en dat ze de politieke oppositie en haar supporters niet een algeheel zwijgen kunnen opleggen. Dat de hervormingsbeweging überhaupt nog bestaat, is een goed teken. Ondanks alle pogingen om deze als een gevaarlijke contrarevolutie af te schilderen, blijft de hervormingsbeweging supporters en sympathisanten, waaronder zelfs geestelijken en conservatieve Iraniërs, aantrekken.
‘De Revolutionaire Garde doet alles om Khamenei aan de macht te houden’ Wees daar maar niet al te zeker van. De Revolutionaire Garde heeft tot taak om de erfenis van de Islamitische Revolutie van 1979 en haar belichaming in de vali-e-faqih, de religieuze leider (momenteel Ayatollah Ali Khamenei), te beschermen. De grote leiders van de Garde zijn militairen die vele jaren in het leger hebben gediend en als zodanig niet snel tegen de orders van hun opperbevelhebber in zullen gaan. Hun zienswijze, zoals ze die herhaaldelijk in publieke fora hebben uitgesproken, is dat de hervormingsbeweging en haar leiders een bedreiging vormen voor de revolutie en de religieuze leider. Maar zij zijn waarschijnlijk bezorgder over de bescherming van de positie van de leider
(en hun eigen macht en alomtegenwoordige invloed in de Iraanse zakenwereld en de politiek), dan over de bescherming van een bepaald individu. Er zijn vele voormalige topbevelhebbers van de Garde die tegen Ahmadinejad zijn (en invloed hebben binnen de garde), maar die de religieuze leider tot op heden buiten schot hebben gelaten. Dat betekent echter niet dat ze Khamenei niet zouden willen vervangen, mocht blijken dat hij de stabiliteit van het regime in de weg staat. Hoewel stappen tegen de religieuze leider op dit moment hoogst onwaarschijnlijk zijn, betekent dit niet dat het nooit zou kunnen gebeuren. onze 41 wereld 3-10
‘De hervormingsbeweging is aan het radicaliseren’
‘De tijd voor compromissen is voorbij’ Niet in Iran.
Vergeet niet dat Irans hervormingsbeweging ver vóór het uitbreken van de protesten in juni 2009 al bestond. De oorsprong lag in de ‘groene golf’, een campagne ter ondersteuning van de gooi naar het presidentschap door de hervormingsgezinde kandidaat Mir Hossein Mousavi, die het opnam tegen de zittende conservatieve president Mahmoud Ahmadinejad. Het doel van de groene golf was om het presidentschap en de uitvoerende macht los te wrikken van radicale haviken. De ambtsperiode van die haviken werd gekenmerkt door economische incompetentie, avonturisme op het gebied van buitenlands beleid en een ideologische doctrine die onder andere een nieuwe inperking van burgerrechten behelste; die paste volgens Mousavi’s aanhangers niet bij Irans belangen in de 21ste eeuw. Na de omstreden verkiezingsuitslag veranderde de hervormingsbeweging van een politieke campagne in een campagne om de presidentiële verkiezingen ongeldig te verklaren – en daarna, in bredere zin, in een beweging om de burgerrechten, zoals beloofd door de Islamitische Revolutie van 1979, in ere te herstellen. Iedere nieuwe uiting van overheidstirannie heeft de beweging vastberadener gemaakt in haar eisen met betrekking tot de rechten van de bevolking. Door het voortdurende gebruik van geweld door de overheid tegen haar onderdanen zijn sommige Iraniërs inmiddels niet langer tevreden met de officiële doelstellingen van de hervor-
De religieuze leider, de Revolutionaire Garde en bijna alle haviken binnen de regering hebben aangegeven dat ze geen afwijkende meningen meer tolereren; ze hebben gezegd dat er geen compromis zal worden gesloten en dat de eisen van de hervormingsbeweging niet zullen worden ingewilligd. Maar dat betekent niet dat een bepaalde vorm van compromis niet mogelijk is. Ten eerste realiseren de leiders van de hervormingsbeweging zich wellicht dat ze, als ze niet óf revolutionairder worden (zoals een aantal van hun aanhangers al heeft gedaan) óf tot een compromis komen om het bestaan van hun beweging als burgerrechtencampagne te beschermen, hun relevantie kunnen verliezen. Op 1 januari maakte Mousavi de eisen van de hervormingsbeweging op het gebied van burgerrechten en andere hervormingen bekend, maar kenmerkend was dat hij niet langer om het ongeldig verklaren van de verkiezingen in 2009 riep. Ondertussen suggereerde Mohsen Rezai, de conservatieve tegenstander van Ahmadinejad
bbc world service
Slechts ten dele.
Op dit moment zijn stappen tegen de religieuze leider hoogst onwaarschijnlijk, maar ooit...
mingsbeweging en hopen zij het Islamitische regime in zijn geheel omver te werpen. Zo horen we in de westerse media talloze voorbeelden van Iraniërs die roepen om een ‘Iraanse’ in plaats van een Islamitische Republiek (een wens die door Mousavi is verworpen) of om de ‘dood van de religieuze leider’. Toch spreken radicalen, die onderdeel van de hervormingsbeweging claimen te zijn, slechts namens een kleine minderheid van de Iraniërs. De meerderheid wil nog steeds een geweldloze hervorming van het systeem en niet noodzakelijkerwijs een complete revolutie, zij het bloedig of anderszins. De leiders van de hervormingsbeweging beseffen dat iedere radicalisatie van hun zijde de ijzeren grip van de overheid slechts zal versterken. Ze zijn ook voorzichtig omdat ze weten dat ze, als ze om een nieuw regime roepen in plaats van om hervorming en naleving van de grondwet, alleen maar bevestigen dat het doel van de beweging al die tijd was om het systeem omver te gooien – precies wat de regering steeds heeft gezegd.
42 onze
3-10
wereld
tijdens de verkiezingen in 2009, op de meest recente bijeenkomst van de Raad ter Onderscheiding (die als arbiter optreedt bij geschillen tussen Irans uitvoerende en wetgevende macht) dat de regering diende te luisteren naar Mousavi’s eisen, en beschreef deze als ‘opbouwend’. Beide zijden realiseren zich dat de voortdurende onrust de stabiliteit van het land bedreigt en dat geen van beide een hervorming wil die het regime uitwist. De huidige impasse maakt niemand gelukkig. Het is niet onwaarschijnlijk dat er een zeker compromis in 2010 wordt bereikt; een compromis dat beide kampen in staat stelt vooruitgang te claimen, zo niet de directe overwinning. n Dit is een bewerkte en verkorte versie van een artikel uit Foreign Policy, januari 2010. Met toestemming overgenomen van Foreign Policy, www.foreignpolicy.com, © 2010 Washington Post.Newsweek Interactive LLC. Vertaling: FLOORTJE HOETTE
Bakkie We gaan met een groep naar Bakkie om een schim te zien van iemand waarvan we zeker weten dat ze er niet meer is: de moeder van K., die het jaar daarvoor is overleden. We gaan naar Bakkie, ooit een bloeiende, nu een vervallen plantage in Suriname, aan de Commewijne rivier. Niet eens zo lang geleden was het nog een redelijk welvarend dorpje, waar de voormalige contractarbeiders vanaf het begin van de twintigste eeuw land in bezit kregen om te bewerken. Zo was een echte gemeenschap ontstaan, met een school en onderwijzers die uit Paramaribo kwamen en die verplicht een aantal jaren in het ‘district’ moesten doorbrengen. Het district: dat was alles wat maar ver genoeg verwijderd was van het oude gouvernementsgebouw in de stad – en dat is veel in Suriname. Daarvoor, meer dan een eeuw geleden, was Bakkie een van de vele plantages waar negerslaven en contractarbeiders zwoegden, maar waar ook de Nederlandse kolonisten amper overleefden vanwege de vele muskieten, de hitte, en de onbegaanbaarheid van het gebied. Moeras, of swamp zoals ze het in Suriname op z’n Engels schrijven, maar op z’n Nederlands uitspreken. We zien rivierarmen, kokospalmen, de onwaarschijnlijke diversiteit van jungle groen – het zou op een foto tot zijn recht komen, omdat daar de essentiële onderdelen niet te voelen zijn; de muggen, de krankzinnig hoge vochtigheidsgraad, het voortdurend ritselen in het lange gras van, ja wat? Krekels? Slangen? Zeer grote spinnen? Maar dertig jaar geleden was dat slavenleed wel zo’n beetje vergeten en boerden de nieuwe bewoners heel aardig op dit afgelegen terrein. Naar de stad kon je alleen met de boot. Dus dat dorpsleven wilde wel bloeien, omdat de mensen tot elkaar veroordeeld waren
en omdat er in Bakkie natuurlijk geen teevee was. Ook dat is grotendeels voorbij: er staat nog een school, maar de omringende bewoners hebben merendeels de boot genomen naar Paramaribo, waar je niet elke avond hoeft te ganzenborden. Als wij er aan land gaan, op het heetst van de dag, is er geen levende ziel te bekennen. Er is een oud sluisje, nog uit de achttiende eeuw, en er zijn heel veel muggen, die dwars door je kleren en antiinsecticide steken. Dit is land waar Omdat de mensen muggenspray niet werkt. tot elkaar veroordeeld Ik ben K. niet, maar ik begrijp wat hij waren, bloeide hier zoekt: er staan twee huizen op het dorpsleven neuten vervallen te wezen, en vooral het eerste is er rampzalig aan toe. Een oude bungalow, nu zo kapot dat we niets anders dan verval kunnen zien. Dus niet wat het dertig jaar geleden moet zijn geweest: een klein gebaar van civilisatie in dit van god en begaanbare wegen verlaten oord. We lopen rond. Ik zie K. kijken, en ook hoe hij zich een voorstelling probeert te maken van zijn moeder, die hier leefde toen hij er nog niet was. Dit is het deel van haar leven dat hij niet kan kennen, omdat zij wel, maar hij nog niet bestond. De sluiptocht van een kind, nu volwassen. Een omtrekkende beweging om de dode moeder heen. Dus hier woonde ze. Dus hier kwam vader, vanuit de stad, over de rivier om haar te bezoeken. Dus hier moet iets zijn wat met haar, en later ook met hem, te maken heeft; indirect, toen ze nog geen gezin vormden, maar zij een onderwijzeres was en vader een vrijer. Niets te zien natuurlijk, behalve een zompig, modderig paadje en een boom die nu zowat in haar huis groeit. Het huis van zijn moeder. Het huis waar zijn moeder, toen zij nog geen moeder was, heeft gewoond. Het raadsel wordt niet opgelost, hooguit vermenigvuldigd. Het is K. die niet snel genoeg weg kan komen van deze plek, die wel echt bestaat, maar ook de grootste onwaarachtigheid belichaamt. Een lid van de groep ziet iets wat hij voor toeristisch houdt en wil nog foto’s maken. K. schreeuwt: ‘Kom nou, we gaan hier weg.’ Ik ben opgelucht als we Bakkie verlaten, en niet alleen vanwege de muggen. K. ook, zie ik aan z’n gezicht. Je zoekt iets, en het is er niet – dan wil je meteen rechtsomkeert maken. Op de bootreis terug hebben we nog veel uitzicht, een lunch aan de oever van de Commewijne rivier, schoolreisjesplezier en nog een hele korte, hele stevige regenbui. De bootsman neemt ons mee naar waar de Suriname en de Commewijne rivier elkaar ontmoeten; het punt dichtbij de monding van de zee. ‘Hier kan je dolfijnen zien’, zegt bootsman. We wachten en we wachten, maar geen dolfijnen. K. oppert zacht: ‘Laten we terug gaan.’ Ik ben het met hem eens. Maar bootsman wil ons waar voor ons geld bieden. Dolfijnen. We wachten dus nog even. De toerist in ons gezelschap grijpt alweer naar z’n camera. Tevergeefs natuurlijk, want zelfs de schim van K.’s moeder hebben we niet mogen betrappen.
onze 33 wereld 3-10
illustratie studio 't brandt weer
Transparantie Op de kaart is te zien hoe transparant regeringen zijn in de manier waarop ze het overheidsgeld besteden. Openheid over de besteding van overheidsfinanciën stelt burgers in staat te beoordelen of hun regering een goede dienaar van de publieke zaak is. De scorelijst (de zogenaamde Open Budget Index) is opgesteld door het International Budget Partnership (IBP), dat elke twee jaar relevante informatie in 85 landen verzamelt. Een land kan maximaal 100 punten scoren. De gemiddelde score van de onderzochte landen (Nederland hoort daar niet bij) is 39 punten.
44 onze 3-10
wereld
Een opvallende topscorer als het gaat om openheid over de besteding van publieke middelen, is Zuid-Afrika. Het land staat samen met de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en NieuwZeeland in de topvijf. De minst transparante landen bevinden zich in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Sub-Sahara Afrika. Landen die laag scoren, hebben vaak zwakke democratische instituties en lage inkomsten, of leunen zwaar op ontwikkelingshulp of baten uit gas- en olie-export. Een aantal landen, waaronder Nepal, Kenia en Egypte, heeft flinke vooruitgang geboekt in vergelijking met de vorige index. (Bron: http://openbudgetindex.org) onze 45 wereld 3-10
Banken kritischer
nederland voor een betere wereld samenstelling crissy mulder
WIEWATWAAR WIE? WOMEN Inc. presenteert voor
Mode tegen seksueel geweld
het derde jaar op rij het WOMEN Inc. festival. De organisatie zet zich, onder andere met dit evenement, wereldwijd in voor de rechten van de vrouw. Onder het motto ‘Vergroot je kansen!’ wil de vrouwenbeweging een actief platform bieden met onder meer gesprekken, discussies, open podia, netwerken, en acties.
Rondom Internationale Vrouwendag (8 maart) showen BN'ers op het WOMEN Inc. festival speciale kleding, die in april online geveild wordt. De opbrengst gaat naar projecten voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo. www.amnesty.nl/in_actie/sgtv wereldproject Nieuws uit de wereld van het goede doel
Weven voor de Europese markt
WAT? Een week lang plaatst WOMEN Inc. tijdens het festival de schijnwerpers op vrouwen en hun potentieel. Bekende Nederlanders zijn te gast en bespreken thema’s als carrière, seks, macht, geloof, relaties en geld. Ook zijn er talkshows met beeldbepalende vrouwen, speeddate-sessies met grensverleggende topvrouwen uit het bedrijfsleven, lezingen van internationale toppers en diverse culturele acts, culinaire workshops en muzikale optredens. WAAR? Van 1 t/m 5 maart in Pakhuis de Zwijger, op 6 maart in de Westergasfabriek in Amsterdam. Tijd: 10.00 tot 22.00 uur. Kaarten kosten 20 euro en zijn te bestellen op www.womEninc.nl
Hergebruikt design Recycledesign raakt steeds meer in opkomst. Inmiddels zijn er dan ook tal van winkeltjes en webwinkels die hippe, maar volkomen ecologische designeritems verkopen. Zo biedt webwinkel ‘Skoon Ecodesign’ allerlei unieke designs van milieuvriendelijk of hergebruikt materiaal. Van tassen van fietsbanden en etuis van melkpakken tot manden van autobanden en kastjes van frisdrankblikjes. Zolang het maar ‘schoon, hip en ecologisch is’. www.skoonecodesign.nl
Guatemalteekse vrouwen op cursus
Productontwerpster Marjolein Keijsper en de vrouwen van het Guatemalteekse dorpje Chajul zijn op dit moment hard bezig een collectie interieur- en modeaccessoires van textiel te weven. De fairtrade-organisatie Asociación Chajulense de Mujeres benaderde de werkgever van Keijsper, Dutch Design in Development (DDiD), om met dit designproject de levensomstandigheden van de vrouwen in het dorp te verbeteren. ‘Guatemala heeft een enorm textielaanbod, maar mist de juiste aansluiting op de (export)markt. De kennis ontbreekt. Zo weeft elk dorp naar eigen ontwerp en techniek, maar hebben de wevers geen weet van de wereld daarbuiten’, zegt projectmanager Stella van Himbergen. Als ontwerpster geeft Keijsper daarom ook cursussen in de opzet van productieprocessen en prijscalculatie. De collectie wordt daarna aangeboden aan Nederlandse importeurs van interieur- en modeproducten. www.marjoleinkeijsper.org
46 onze
3-10
wereld
Particuliere initiatiefnemers krijgen gezicht Steeds meer particuliere groepen zetten zich in om mensen in ontwikkelingslanden te helpen. Maar wie zijn de mensen achter deze particuliere initiatieven (PI's) en waarom doen zij wat ze doen? NCDO deed onderzoek en gaf hen een gezicht. Het gezicht PI's zijn vooral hoger opgeleide vijftigplussers met een modaal tot bovenmodaal inkomen. Ze bevinden zich aan de linkerkant van het politieke spectrum. De helft is gelovig. Zij voelen zich aangesproken door de kleinschaligheid en de concreetheid van de ondersteuning die PI’s bieden aan ontwikkelingslanden. De actie Veel PI’s besteden hun budget aan directe armoedebestrijding, doen concrete investeringen - zoals de aanschaf van leermiddelen of renovatie van een gebouw - en zetten zich vooral in voor gezondheidszorg- en onderwijsprojecten. Ook trachten ze leefomstandigheden van kinderen en jongeren te verbeteren. Het slagen en falen Onderzoeken tonen aan dat PI’s over het algemeen succesvol zijn in het realiseren van een gepland project. Toch mislukken veel projecten in een later stadium alsnog, omdat de lokale partner er niet op weet voort te borduren.
r i ta w i l l a e r t
WEReld.nL
Alle twaalf banken die in het afgelopen jaar werden vergeleken in de Eerlijke Bankwijzer hebben hun duurzaamheidsbeleid aangescherpt. De wijzer werd begin 2009 gelanceerd en vergelijkt hoe banken omgaan met belangrijke maatschappelijke onderwerpen als klimaat, natuur, mensenrechten, wapens, corruptie en betrouwbaarheid. Vijf van de zes banken die in juli betrokken bleken bij investeringen in omstreden wapenproducenten, hebben inmiddels hun beleid aangescherpt en concrete stappen gezet om deze investeringen van de hand te doen. Zo investeert ABN Amro niet langer in producenten van wapens en financiert zij geen bedrijven meer die wapens aan niet-democratische landen leveren. Verder heeft Fortis Bank een nieuw mensenrechtenbeleid opgesteld, maakt ING beleidsteksten en de instelling van een klachtenprocedure voor derden openbaar en heeft de Rabobank een specifiek beleid opgesteld voor onder andere cacao, koffie, palmolie en soja. Hoe scoort uw bank? Kijk op www.eerlijkebankwijzer.nl
Verse eieren van Columbus Haynest, een biologisch afbreekbaar en composteerbaar verpakkingsmateriaal, is een van de dertien genomineerden voor de duurzaamheidsprijs ‘Ei van Columbus’. Het materiaal, waarvan het hoofdbestanddeel bermgras is en dat na gebruik dan ook gewoon in de groenbak mag, dingt mee in de categorie ‘duurzaam product’. Aan de strijd doen in maart niet alleen technische snufjes, maar ook sociale, duurzame initiatieven mee. Zoals de maatschappelijke onderneming Rambler Social Venture: een internationaal initiatief waarbij straatjongeren in Amsterdam, São Paulo, Accra en Londen streetwear ontwerpen. Deze kledinglijn wordt naar henzelf vernoemd en in de Rambler-studio’s verkocht. www.ei-van-columbus.nl
Duurzaam digitaal boompje Moniek Zegers uit Amsterdam is met haar Treemagotchi een van de winnaars van de Terre de Femmes-milieuprijs 2010. Deze prijs voor vrouwen die zich inzetten voor het milieu is een initiatief van de Fondation Yves Rocher. Het digitale boompje zet zijn voeders aan om mee te doen met twaalf online acties voor een leefbare wereld. Via de website www. treemagotchi.nl kan de boom digitaal geplant worden op een persoonlijke site. Door mee te doen aan verschillende acties, zoals bijvoorbeeld het downloaden van een koopwijzer of door aan te geven geen papieren telefoongids meer te willen ontvangen, komt de boom tot bloei. Daarnaast wordt de deelnemer geprikkeld om vrienden en collega’s uit te nodigen in zijn of haar bos. Iedereen die op een uitnodiging ingaat, wordt automatisch stamhouder van een eigen boom en kan weer eigen vrienden uitnodigen. Zo ontstaat er een digitaal ‘duurzaam’ bos met een collectieve impact. In april lanceert Zegers versie twee van de digitale boom. onze 47 wereld 3-10
tips
voor een betere wereld In deze rubriek geven lezers hun beste tip voor een betere wereld
Pieter van der Hijden, 60 jaar
Jackie van der Kroft, 39 jaar
Zzp’er Interculturele communicatie. Abonnee sinds 1 jaar.
Consultant Organisatie en ICT. Abonnee sinds 22 jaar.
Ontwikkelingswerk kan ook in Nederland
Zet je deskundigheid in als vrijwilliger
‘Terug in Nederland, na een verblijf van jaren in het buitenland, vond ik de kritiek op het ontwikkelingsbeleid erg opvallen. Wat mij betreft kunnen critici ook zelf de handen uit de mouwen steken. Dat kan dichtbij huis. Zo ben ik vrijwillige taalcoach bij Stichting Vluchtelingenwerk. Dat maakt ontwikkelingswerk in Nederland tastbaar en het verbreedt je wereld! Of doe eens boodschappen of veeg de stoep voor oudere mensen.’
‘Als consultant werk ik de helft van het jaar in Suriname. Daar verblijf ik op het platteland bij de familie van mijn vrouw. Ik geef er ook computerles, aan de kinderen in het dorp. Mijn moeder hielp bij het aanschaffen van de computers, die nu ook door de moeders worden gebruikt. De junglebewoners van Suriname voelen zich vaak afgesloten van alles. Internet heeft hun toegang tot de wereld gegeven.’
Als dank voor hun tips kunnen Jacky en Pieter een halfjaarabonnement cadeau geven Jackie geeft onzeWereld aan haar zus Rosalie, 33 jaar.
Rosalie wil onzeWereld neerleggen op de leestafel van uitzendbureau Tempo Team.
Pieter geeft onzeWereld aan zijn moeder Mia van der Hijden-Stevens, 85 jaar, omdat zij belangstelling heeft voor ontwikkelingslanden en zich betrokken voelt bij mondiale ontwikkelingen.
Zelf onzeWereld cadeau doen aan iemand in uw omgeving? Dat kan al voor € 15,Vul de bon naast deze pagina in of ga naar www.onzewereld.nl. Wilt u meedoen aan deze rubriek? Stuur een e-mail naar
[email protected].
Cadeau voor nieuwe abonnees Neem of geef een jaarabonnement voor € 49,50 en krijg een passe-partout voor het Movies that Matter Festival cadeau! Het Movies that Matter Festival, de opvolger van het Amnesty International Film Festival, is hét Nederlandse festival van de geëngageerde film. Dit jaarlijkse internationale film- en debatfestival presenteert documentaires en speelfilms van bevlogen filmmakers die het debat over mensenrechten, menselijke waardigheid en situaties waar deze in het geding zijn, aanwakkeren. Het festival is een ontmoetingsplaats waar het publiek in gesprek gaat met mensenrechtenactivisten, filmmakers, politici en journalisten uit de hele wereld.
Dit jaar vindt het Movies that Matter Festival van 25 tot en met 31 maart 2010 plaats in Filmhuis Den Haag en Theater aan het Spui in Den Haag. Zo’n 50 speelfilms en documentaires zijn geselecteerd. Als u nu een abonnement op onzeWereld neemt, krijgt u een passe-partout ter waarde van € 25,- cadeau waarmee u toegang heeft tot alle reguliere filmvertoningen en verdiepingsprogramma’s. Kijk ook op www.moviesthatmatterfestival.nl
Meld u aan via de bon bij pagina 48, via www.onzewereld.nl of bel 0172 47 60 85 Deze actie loopt tot 19 maart 2010
Liberia
hulpchaos
Duurzame energie
klimaat
Een schaarse eigenschap
Eén hulporganisatie voor Haïti
Shell helpt niet meer
Thermostaat
Volgens de Wageningse hoogleraar Rabbinge hoeft Nederland niet langer trots op Shell te zijn. Het percentage schone energie dat het bedrijf opwekt, ligt ver beneden de maat.
De kritiek op de zorgvuldigheid in de rapportages van het internationale klimaatbureau IPCC leiden af van de werkelijke problemen. Het maakt niet uit hoe opwarming ontstaat, we moeten dringend aan de slag om de gevolgen ervan te beperken voor de armste delen van de wereld.
De Liberiaanse presidente Ellen Johnson Sirleaf stuurt gerust corrupte functionarissen de laan uit – zelfs als deze zich beschamend dicht in haar kring bevonden.
A
frika’s eerste gekozen vrouwelijke president, Ellen Johnson Sirleaf, kondigde onlangs aan toch voor een tweede ambtsperiode te gaan, terwijl ze bij haar aantreden in 2005 beloofde slechts één termijn te blijven. Ze negeerde daarmee de aanbeveling van de door haarzelf ingestelde Waarheids- en Verzoeningscommissie (TRC), die haar op de lijst zette van personen schuldig aan oorlogsmisdaden in Liberia. Zij zou wat de TRC betreft de komende dertig jaar geen publieke functie mogen uitoefenen. Is de president besmet door de Afrikaanse leidersziekte, het virus van de machtswellust en pluchekleverij? Haar eigen verklaring luidt dat ze haar karwei nog niet heeft afgemaakt. De problemen van Liberia zijn groter dan ze had ingeschat. Hoe gaat het eigenlijk met het West-Afrikaanse land? Tot aan de kredietcrisis groeide de Liberiaanse economie met meer dan 8 procent per jaar, het aantal Liberiaanse kinderen dat naar de basisschool gaat is verdubbeld, en er is een begin gemaakt met het herstel van de kapotgeschoten infrastructuur. Maar verder is er weinig vooruitgang te melden. De glans van het zijn van de eerste vrouwelijke
De eerste vrouwelijke president van Afrika is verfrissend open president is eraf, en nu valt op hoe traag de wederopstanding loopt van een land dat decennia in oorlog was. Maar dat erkende ze zelf eind januari ook in haar toespraak voor de Nationale Vergadering in hoofdstad Monrovia. Haar eerlijkheid over haar falen is een rode draad in haar bestuurlijk handelen. Al voordat ze haar tot president verkozen, wisten de Liberianen dat Johnson Sirleaf ooit sympathiseerde met Charles Taylor, toen hij de juiste persoon leek om dictator Samuel Doe te verdrijven. In die jaren was ze bepaald niet de enige Liberiaan die achter Taylor aanliep. Later keerde ze zich van Taylor af en werd ze een van zijn meest uitgesproken tegenstanders. Onder Johnson Sirleafs bewind worden hoge functionarissen met regelmaat de laan uitgestuurd nadat ze zijn betrapt op corrupte praktijken, hoe beschamend dicht zo’n ambtenaar zich ook bij de president bevond. Haar openheid over zaken die haar niet van pas komen, is zo verfrissend en juist een eigenschap die weinig leiders op het Afrikaanse continent tonen, dat ze wat mij betreft nog eens een poging mag wagen.
Femke van Zeijl is freelance journalist en schrijver met Sub-Sahara-Afrika als werkgebied. Ze schreef Een nacht in een vijzel, over vrouwen in Afrika, en werkt momenteel aan een boek over het Afrikaanse stadsleven.
50 onze
3-10
wereld
Half de goed bedoelende mensheid spoedde zich daags na de aardbeving naar Haïti en holde en hielp, alles door elkaar. Dat kan beter.
I
n tegenstelling tot de trots die mijn (media)omgeving uitdroeg over de meer dan honderd miljoen euro die ‘wij’ voor de slachtoffers van Haïti verzameld hebben, heb ik me over diezelfde ‘wij’ vooral geërgerd en boos gemaakt. Terwijl wij aan de ene kant de berichten hoorden over een stad in puin, ontelbare bedolven mensen, gewonden, hongerigen en plunderingen, kwamen er tegelijkertijd steeds meer berichten binnen over gestrande hulpploegen, vliegtuigen die niet konden landen, voedsel dat niet ter plekke kwam, hulpverleners die zich onveilig voelden en meer ellende. Ondertussen waren er zo drie dagen verstreken. Rode Kruis, Amerikanen, Médecins sans Frontières, Verenigde Naties, reddingsteams uit Groot-Brittannië, Nederland, Rusland, de Verenigde Staten en andere landen, half de goed bedoelende mensheid spoedde richting Haïti, holde en hielp, alles door elkaar. Ik wil niets afdoen aan de goede bedoelingen, evenmin aan de bereikte resultaten en ik wil mezelf evenmin als een betere stuurman presenteren, maar toch is er iets dat ik niet begrijp: waarom bestaat er niet gewoon één internationale noodhulp, duizenden mannen en vrouwen die, net zoals de brandweer in willekeurig welk boerengat, permanent gereed staan om binnen enkele uren waar ook ter plekke te zijn? Technisch is de organisatie hiervan zeer wel mogelijk, om niet te zeggen een fluitje van een cent. Als het om militaire zaken gaat, kunnen we ongeveer alles; maar als hulp in het geding is, blijken er opeens duizend haken en ogen te zijn. Waarom? Volgens mij is de oplossing eenvoudig – en misschien moet die dan ook niet komen van mensen die in de problematiek goed ingevoerd zijn, want die zien toch alleen maar beren op de weg. Op een aantal plekken ter wereld worden vijfhonderd, duizend of welk aantal maar mogelijk is aan permanente World Emergency Taskforce-agents gestationeerd, militairen én hulpverleners. Ze zijn optimaal uitgerust en ieder moment in staat hun boeltje te pakken om waar ook ter wereld in te grijpen. De World Emergency Taskforce (WET) staat onder commando van de Verenigde Naties en wordt betaald door alle landen. Alle landen leveren ook mensen. Dit naar rato en in overleg. Er staat één man aan het hoofd. Desgewenst kan de WET gebruikmaken van andere organisaties, maar alleen op uitnodiging en ook alleen als die organisaties bekend zijn en instemmen met de door WET gehanteerde werkwijzen. Regeringen stemmen ermee in dat ze in geval van nood in de eerste plaats WET te hulp roepen en ook alleen via deze andere hulpverleningsorganisaties betrekken. Enzovoort. Een utopie? Misschien, maar ik ben ervan overtuigd dat alleen de verwezenlijking van een dergelijke utopie voorkomt dat morgen in Gabon, Ecuador, Kirgizië of de Filipijnen iets vergelijkbaars gebeurt.
Chris van der Heijden is historicus en docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Hij schreef diverse boeken, waaronder Een dollar per dag, over armoede.
O
nder de kop ‘De metamorfose van de Koninklijke’ wijdde de internationaal gerespecteerde landbouwkundige Rudy Rabbinge in het tijdschrift Milieu onlangs harde woorden aan de nieuwe strategie van Shell. Rabbinge verwijt het bedrijf de hooggestemde idealen inzake duurzame energie aan de dijk te hebben gezet. Terwijl Shell in reclamespots op tv de indruk wekte dat het dag en nacht in touw is voor een duurzame toekomst, bedraagt het percentage schone energie dat het bedrijf opwekt niet meer dan 0,001 procent van de totale bedrijfsproductie. Andere oliemaatschappijen investeren in research & development van duurzame energiebronnen – Chevron steekt geld in zonnekrachtcentrales met concentrating solar power – maar Shell laat het hier helemaal afweten. ‘Aan de door Shell in vrijwel alle vorige scenario’s bepleitte transitie van fossiele naar stroomenergie wordt geen woord meer gewijd’, schrijft Rabbinge. ‘Van de verlichte bedrijfscultuur en de vooruitziende strategie is niet veel meer over. Op zo’n bedrijf hoeft de Nederlander niet meer trots te zijn en de verplaatsing van het hoofdkantoor naar Londen is in zo’n geval niet meer iets om over te rouwen.’ Bij Shell waren ze not amused met de woorden van de Wageningse hoogleraar. Het bedrijf stuurde bij monde van hoofd communicatie André Romeyn een brief op poten naar de redactie van Milieu (een uitgave van de vereniging van milieuprofessionals). Strekking: Rabbinge zit er helemaal naast, op het gebied van milieuzorg helpt Shell nog altijd. Romeyn wijst op de aandacht van Shell voor de productie van biomassa als alternatief voor benzine. En inderdaad, eerder deze maand kwam Shell tot een megadeal met het Braziliaanse bedrijf Cosan om gezamenlijk ethanol (alcohol uit suikerriet) te produceren om te dienen als mengmiddel in benzine. Toch maar even naar Rudy Rabbinge gebeld in Wageningen. Is hij overtuigd? ‘Nee, want de productie van biofuel gaat ten koste van het landbouwareaal voor voedselproductie en kent grote en onacceptabele gevolgen voor landgebruik, water en plantenvoedingsstoffen. Dit gebeurt onder het mom van duurzaamheid, maar het is een bevordering van onduurzaamheid.’ Misschien wordt het de hoogste tijd om naar oud-D66-leider Jan Terlouw te luisteren. Die stelt voor dat alle energiebedrijven door de staat gedwongen worden om te investeren in duurzame energie. Kan Shell eindelijk laten zien wat het op dit gebied echt aan expertise in huis heeft. Op de reclamespots zag het er veelbelovend uit. René Zwaap is sinds 2007 (eind)redacteur van PM, blad voor beslissers bij de overheid. Hij schrijft o.a. over milieu, klimaat, energie en armoedebestrijding. Eerder werkte hij als redacteur bij De Groene Amsterdammer.
Z
ijn de gletsjers van de Himalaya nu wel of niet gesmolten tegen het jaar 2035? Of blijven ze nog onder ons tot pakweg 2350? Het blazoen van het internationale klimaatbureau IPCC, dat een paar jaar geleden met Al Gore de Nobelprijs voor de Vrede overhandigd kreeg, is bevlekt. De voorspelling van de smeltende Himalaya-gletjers kwamen niet uit degelijk wetenschappelijk onderzoek, maar bleken via grijze, niet-academische bronnen in de eindrapportages te zijn beland. Foutje, slordig. Maar niet gek: het IPCC werkt mondiaal met honderden wetenschappers die jarenlang informatie bijeensprokkelden voor de eindrapporten. Daarin kan dus weleens iets terechtkomen dat bij nader inzien de toets der kritiek niet kan doorstaan. Vervelend, want het IPCC moet boven de partijen staan. Nu dringt het
Vergeet het gesoebat over de oorzaken en richt je op de oplossingen beeld zich op van een club die belang heeft bij een bepaalde uitkomst. Hoe erg dat is, bleek direct: nu staat alles wat het IPCC doet in een kwaad daglicht. In wetenschappelijk onderzoek dat zo’n enorme draagwijdte heeft, mag geen plaats zijn voor ideologie. We kunnen het marchanderen en gesjoemel met de cijfers prima overlaten aan de politici, zo is gebleken. Zij worden ook zelden beoordeeld op integriteit of betrouwbaarheid. Maar het IPCC dus wel. Minister Cramer van VROM heeft enigszins hysterisch en ook wel een beetje laf gereageerd: vanaf nu moet alles van het IPCC tot in detail kloppen! Alsof de noodzaak van de verduurzaming van de samenleving staat of valt met het tempo waarin sommige gletsjers smelten. We moeten beter weten. Die opwarming is een feit, en bedreigt niet in 2035 of in 2350, maar nu al, in 2010, de levens van miljoenen mensen. Het probleem zal alleen maar groter worden. Wat doen we daaraan? De wetenschapper Samuel Kroonenberg gaf in een interview in de klimaatspecial van onzeWereld (december/januari) al aan waar het volgens hem naar toe moet. Vergeet het gesoebat over de oorzaken, richt je op oplossingen van de problemen die zeker gaan ontstaan. Verduurzaming van de samenleving is daar een essentieel onderdeel van.
John Verhoeven is hoofdredacteur van onzeWereld.
Rea g eren ? red a cti e@o n zewereld .n l
onze 51 wereld 3-10
onzewereld-correspondenten verslaan klein nieuws van ver
STRAATBEELD reuters
Zimbabwe
Wisselgeld: snoepjes en sigaretten
India
Schoolstress voor ouders De Indiase middenklasse gaat ver om kindlief op de beste school te krijgen. Zij kunnen het zich permitteren.
Jemen
Moath wil Engels leren Voor Moath ligt de toekomst elders. Daarom probeert hij zich het Engels eigen te maken. Maar een foutje is snel gemaakt.
Moath spreekt ze graag aan, het handjevol buitenlanders dat hij, ondanks het volledig ingestorte toerisme, in de straten van hoofdstad Sana’a tegenkomt. Dat doet hij om zijn Engels te oefenen. Hij is 21, een baan heeft hij niet, maar zijn toekomst ligt toch in het buitenland, dat weet hij zeker. Daarom gaat hij drie keer per week naar een taalcursus. Want dat Engels en niet Arabisch de wereldtaal is, is een jaar of tien geleden ook tot Jemen doorgedrongen. De scholen en instituten waar je Engels kunt leren, zijn niet te tellen. Moath is een dichter, zoals veel Jemenieten. ‘Maar de laatste tijd lukt het dichten niet meer, ik voel me te opgesloten in dit land. Ik kan niet gewoon met vrouwen communiceren en daar word ik gek van.’ Moath wil in Parijs studeren. Het liefst politicologie. Dat in Parijs Engels de voertaal niet zal zijn, maakt hem niet uit. ‘Mijn plan is om ergens ambassadeur voor Jemen te worden.’ Baantjes die doorgaans worden vergeven binnen de kring van familie en vrienden van de president, maar ook daar maakt hij zich niet druk over. Moath wil graag meer Engels praten en zegt dat hij morgen zal bellen. Dat gaat nog niet heel diplomatiek: ‘I will kill you tomorrow.’ J u d i t h S p i e g e l
China
istockphoto
Boeddha redden
Een boer ontdekte een 1500 jaar oude Boeddha die bleek uitgehouwen in de Mengberg, bij Taiyuan in de provincie Shanxi. Maar het kunstwerk op de steile berghelling dreigt te kapseizen en in verlaten kolenmijnen te storten. Zeven kolenmijnen zijn inmiddels gesloten in de regio, die een kwart van China’s steenkool produceert. De regering is bereid het beeld te repareren en te stutten (kosten: ongeveer 8 miljoen euro). ‘Omwonenden hopen dat de oude Boeddha een toeristische trekpleister wordt’, vertelt een woordvoerder in Taiyuan. bbcnews.com
52 onze
3-10
wereld
De schoolinschrijvingen – die in maart plaatsvinden, het nieuwe schooljaar begint in april – zijn bijna achter de rug. Het zijn zware weken geweest voor Jahnvi Gera. Iedere dag stond ze vroeg op om dochter Unnati (15) te wekken en een stevig en gezond ontbijt voor te schotelen. Vervolgens deelde ze haar dag volledig in naar Unnati’s studieschema. Ze heeft zelfs enkele weken vrijgenomen van haar werk om ervoor te zorgen dat Unnati zich optimaal kon voorbereiden op haar schoolexamens. Dan kan ze worden toegelaten tot een vervolgopleiding. Moeder Jahnvi: ‘Haar prestaties moeten goed zijn, de concurrentie is moordend.’ Jahnvi’s gestreste houding zegt alles over het overbelaste Indiase onderwijssysteem, waarin topresultaten en het je kind op de juiste school krijgen een ware ratrace op gang hebben gebracht. Een zorgwekkende trend, meent psychiater Rajesh Sagar. ‘Te veel inmenging en overbezorgdheid van gestreste ouders leiden tot extra prestatiedruk. Ze zadelen hun kinderen op met hun eigen onvervulde verlangens, bijvoorbeeld dat deze naar die prestigieuze school gaan waarop ze zelf nooit zijn toegelaten.’ Zijn advies? ‘Heb realistische verwachtingen. Ouders moeten leren dat niet alles om examens of schoolkeuze draait.’ J a c k L e e n a a r s
Argentinië
Depri of diepzinnig? Sigmund Freud zou trots zijn op de Argentijnen. Niet alleen was of is de helft van de inwoners van Buenos Aires in therapie, ze doen dat het liefst volgens zijn beroemde methode: op de divan.
Wereldwijd is het hoogste aantal psychologen per hoofd van de bevolking gevestigd in Argentinië: 145 per honderdduizend inwoners. Dat blijkt uit cijfers van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO). In Denemarken, dat op de tweede plaats van de WHO-ranglijst staat, is dat aantal ‘slechts’ 85 en in Nederland 28. ‘Argentinië heeft een van de meest gerespecteerde scholen voor psychoanalyse ter wereld. De psychoanalyse zit in onze cultuur verweven’, zegt psychiater Pedro Horvat. Immigranten (vooral Duitse) die vorige eeuw naar Argentinië vluchtten uit
een door honger en oorlog geteisterd Europa, namen de ideeën van Freud mee en bepaalden in hun nieuwe land de cultuur. De vraag naar psychotherapie is de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Als redenen noemt Horvat de steeds terugkerende economische crises in het land en teleurstelling over de politiek. Is Argentinië volgens internationale onderzoeken het meest stressvolle land van Latijns-Amerika, de vermaarde radio-psychoanalist Gabriel Rolón ziet het luchtiger. ‘Velen denken dat de Argentijnen een somber volk zijn. Maar dat is niet zo. Ik denk dat we diepzinnig zijn.’ Br i g i t t e D e l a n g e
Zimbabwe heeft de Zimbabwaanse dollar ingeruild voor de Amerikaanse dollar en Zuid-Afrikaanse rand. Alleen is er amper wisselgeld.
Wilt u zuurtjes, chips of een sigaret? De klant wijst. Het kassameisje graait in een glazen bak en legt twee mierzoete kauwgoms neer. Het blikje cola was 90 dollarcent. De 10 cent wisselgeld wordt uitbetaald in snoep. Het betalingsverkeer in Zimbabwe gaat sinds een tijdje in buitenlandse valuta. Betalen met de Zimbabwaanse dollar was niet meer te doen door de hyperinflatie. Maar de kleinste dollareenheid die in omloop is, is het biljet van één dollar. Dus krijg je vreemd wisselgeld als je voor een onafgerond bedrag besteedt. In een supermarkt in de township Mabvuku Tafara bij Harare slaan ze zelfs extra Nibble Nacks in, chips met kipsmaak, vertelt bedrijfsleider Florence. In het middelste gangpad liggen de zakjes chips hoog opgestapeld. Eén zakje staat voor 10 dollarcent. De klanten zijn niet blij. ‘Dit is niet eerlijk’, vindt de werkloze Wendy (20), die een fles sap koopt. ‘Ik wil mijn geld, zodat ik het voor iets anders kan gebruiken.’ Alleen in de minibusjes, de taxi’s die de meeste Zimbabwanen gebruiken, krijg je geen snoep als wisselgeld. De chauffeurs nemen als enigen nog Zimdollars als wettig betaalmiddel aan. Zo kost een ritje van de townships naar het centrum van Harare een halve dollar, ofwel een bosje versleten bankbiljetten van drie triljoen Zimbabwaanse dollars. E l l e s v a n G e l d e r
Stof verplaatsen Tamale is een stoffig stadje in het noordelijk deel van Ghana, waar zelden regen valt. Scholieren melden zich een kwartier voor de les begint om het schoolplein schoon te maken, dat bestaat uit een zandvlakte voor het schoolgebouw. Die vegen de leerlingen met takkenbosjes aan, waardoor enorme stofwolken ontstaan – en het plein nog stoffiger wordt dan het al was. Zinvol of niet, dit ritueel herhaalt zich iedere morgen. R o o s K o o l e
Uw foto in onzeWereld?
Maakt u op reis een grappig, ontroerend of droevig voorval mee? Stuur ons een foto en win een boekenbon van 25 euro. Vertel in maximaal 100 woorden waar en waarom hij is gemaakt en mail hem naar:
[email protected]
Colombia
Oefenen voor de aardbeving Zeer actueel na de ramp in Haïti: de aardbevingsoefening in Bogotá. Noodzakelijk ook, de hoofdstad ligt op een breukvlak en er wordt al enkele jaren gespeculeerd over een op handen zijnde aardbeving.
Zeven aardbevingen hebben Bogotá getroffen sinds de stad in 1539 werd gesticht. De laatste was in 1967. Nooit is de hele stad weggevaagd, toch neemt de gemeente voorzorgsmaatregelen, ook omdat speculaties toenemen. Die zijn vooral afkomstig van waarzeggers en kaartlezers, maar worden in dit diep religieuze land heel serieus genomen. Dus heeft de gemeente Bogotá een campagne ontwikkeld die mensen leert wat te doen tijdens een aardbeving.
Volgens een campagnespotje wordt iedereen geacht een ‘aardbevingskit’ paraat te hebben, met radio op batterijen, blikvoedsel, een flesje water, een zaklamp, en een fluitje om op te blazen als je beklemd raakt in het puin. Er werd een oefening gehouden waarbij de stroom in de hele stad zou uitvallen. Burgers werd geadviseerd om – met kit – onder een stevige tafel te kruipen of de straat op te rennen. De dag ging geruisloos voorbij. De conclusie was dat er nog een hoop te verbeteren valt. Mensen volgden de aanwijzingen nauwelijks op. Niet zo gek in dit land, waar niets georganiseerd verloopt. Wies Ubags
onze 53 wereld 3-10
onzewereld-correspondenten verslaan klein nieuws van ver
Egypte
Energie uit varkensvoer Met restjes aluminium, glas, koper en piepschuim fabriceerde Hussein Soliman een zonnecollector op het dak van zijn huis in Darb El-Ahmar, een van de armste wijken in de Egyptische hoofdstad Caïro. Hij kreeg er hulp bij van het Amerikaanse Solar CITIES. Ook staat er op het dak een biogasinstallatie, die gas uit broodresten en schillen produceert. Vroeger aten de varkens dat afval van de straat, maar inmiddels zijn de beesten ‘geruimd’ als voorzorgsmaatregel tegen de varkensgriep. Nu koken de buurtbewoners dus hun potje op wat ooit varkensvoer was.
Ethiopië
Kleine lening, groot verschil Bewoners in een krottenwijk van Awassa geven hun leven een nieuwe wending dankzij een microkrediet. Zoals moeder Berhane, die schapen ging fokken.
ning nodig om schapen vet te mesten. Je moet er alleen voor zorgen dat je geen ziek schaap koopt.’ Eerst hield Berhane de schapen in huis, in de kamer waar ook haar kinderen en ouders wonen en slapen. Overdag stuurde ze de dieren naar buiten om graan te zoeken bij de graanmolens. ‘Hun uitwerpselen gebruikte ik als brandstof. Maar mijn astmatische kleindochter kreeg last van de urinedamp. We hebben nu ons kleine tuintje, waarin we groenten verbouwden, opgeofferd en er een extra kamertje voor de schapen gebouwd.’ K a r i n A n e m a
Turkije
Alcoholvrij dineren Regeringspartij AKP blijft een ingewikkelde relatie hebben met sterke drank. Nu weer was een gemeentelijk visrestaurant in Istanbul daar de dupe van: er wordt sinds kort geen alcohol meer geschonken.
Eerder probeerde een deelgemeente van Ankara de verkoop van alcohol via een referendum aan banden te leggen, maar daar stak het overkoepelende gemeentebestuur van de stad – stevig in handen van de oppositie – een stokje voor. De AKP is een conservatief-liberale partij, bestuurd door vrome moslims. Ze zeggen zelf dat hun afkeer van alcohol niets met religie te maken heeft – ze staan al genoeg onder verdenking van islamisme. Ze gooien het eerder op ‘families een kans geven in een alcoholvrije omgeving te dineren’. Dan gaat het
54 onze
3-10
wereld
ipsnews.be
Libanon
Racen door rood Op belangrijke kruispunten in Beiroet staan nog niet zo lang stoplichten. Dat is wennen: veel Libanezen vertikken het om te stoppen voor rood.
reuters
Berhane (45) kocht met een lening van 800 birr (ongeveer 57 euro) twee schapen van Intervolve (een organisatie voor stedelijke ontwikkeling, red.). ‘Eén stierf, de ander heb ik vetgemest en met winst verkocht. Met die winst kocht ik een vrouwtje, dat drie lammeren kreeg. Nu, na twee jaren, heb ik acht schapen, waarvan er twee drachtig zijn. Schapen vetmesten is goede business tijdens de religieuze feestdagen, wanneer mensen een schaap kopen. Ik heb voor het eerst meubels kunnen kopen en kan ook sparen. Bovendien kunnen mijn kinderen nu naar school. Je hebt geen trai-
dus over vrome moslimfamilies, want een goede moslim mag niet naar een restaurant waar alcohol wordt geschonken. Waardoor niet-vrome moslims of andere alcoholliefhebbers letterlijk met lege handen staan: die kunnen voor een visje met raki niet meer in de gemeenterestaurants terecht. Dus wat de gemeente ook doet, ze zet altijd één groep buiten spel. Oplossing: de restaurantsector overlaten aan de markt? Dat is nog een eind weg. Turkije staat vol met gemeentelijke restaurants en theetuinen. F r é d e r i k e G e e r d i n k
Daarom krijgen de meeste stoplichten versterking van verkeersagenten. Die moeten ervoor zorgen dat automobilisten daadwerkelijk stoppen. ‘Het was allemaal een stuk sneller en eenvoudiger zonder die irritante rode lichten’, klaagt Wissam, beroepschauffeur in de Libanese hoofdstad. Hij is de enige niet; iedereen sjeest door rood zodra het kan. Een bekeuring wordt bijna nooit gegeven en men maakt zich zelden druk om de reactie van de politie. ‘We krijgen weinig respect’, aldus een sippe agent in het centrum van Beiroet. ‘Er wordt zeker niet door iedereen naar ons geluisterd.’ Het verkeer in Beiroet is altijd chaotisch geweest, maar de Libanezen waren het gevaarlijke rijgedrag van elkaar gewend. Dat neemt niet weg dat het aantal verkeersongevallen enorm was. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken zegt tijd nodig te hebben om de strengere regels in de praktijk goed door te voeren. D a i s y M o h r
exclusief voor abonnees Gratis naar onzeWereld-middag op 27 maart tijdens het Movies that Matter Festival • Filmvertoning Good Fortune • Debat over de toekomst van ontwikkelingshulp met Peter van Lieshout (auteur WRR-rapport) en politici Op 27 maart om 14.00 uur ziet u de onderscheiden documentaire Good Fortune. Deze geeft een inkijkje in het dagelijks leven van de inwoners van Kenia, die geen enkele reden zien voor (blanke) inmenging van buitenaf. De kijker wordt geconfronteerd met de standaardideeën over rijk en arm die in de westerse wereld bestaan. Want wat is armoede? Good Fortune is exemplarisch voor de dilemma’s van ontwikkelingswerk. Na afloop van de film vindt om 15.15 uur een debat plaats met Peter van Lieshout en politici over de toekomst van ont wikkelingshulp. Onlangs bracht de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) hierover een kritisch advies uit, dat veel discussie veroorzaakt. U bent van harte uitgenodigd om dit programma bij te wonen. Locatie: Theater aan het Spui, Spui 187, Den Haag
Er zijn 200 vrijkaarten beschikbaar voor de onzeWereld-middag 14.00 uur Filmvertoning Good Fortune 15.15 uur Debat over de toekomst van ontwikkelingshulp
Wilt u kans maken op deze vrijkaarten? (max. 2 p.p.)
Ga naar www.onzewereld.nl/filmmiddag en vul uw gegevens in.
weg Buitenlandse correspondenten van onzeWereld m a k e n e e n u i t s ta p j e i n e i g e n l a n d .
1
Uitgaan in Addis Abeba, Ethiopië
E l k e m a a n d b e z o e k t ee n v a n o n z e v e r s l a g g e v e r s t e r p l a at s e ee n e v e n e m e n t o f ee n b i j z o n d e r e g e b e u r t e n i s en doet daar verslag van in onzeWereld.
The Queen’s Club
daphne kuilman
2
3
Met een ruim aanbod aan cafés en clubs bruist het nachtleven in Addis Abeba. Maar echt goede livemuziek is zeldzaam. Luc van Kemenade bezoekt Club Alizé, waar de huisband laat horen hoe het moet.
D
onderdagavond is Club Alizé-avond. Nergens in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba is op dat moment betere livemuziek te vinden. Dus schuif ik graag aan in de lange rij in het trappenhuis om met opgedirkte habesha (Ethiopiërs) en ferenjis (buitenlanders) te wachten tot de deuren van ‘de beste club in Addis’ opengaan. De beste club? Jazeker. Dat wil zeggen, volgens de toonaangevende Engelstalige kranten Capital en Fortune. Zij kozen Club Alizé voor het tweede jaar op rij tot onbetwiste nummer één in hun jaarlijstjes. En dat terwijl de club, die is vernoemd naar de frisse wind die van Afrika naar de Cariben waait, pas tweeënhalf jaar open is. Dat succes komt niet in de laatste plaats door de talentvolle huisband Addis Accoustic, die onlosmakelijk met Alizé is verbonden en er elke donderdagavond optreedt. Bandleider en gitarist Girum Mezmur zocht een nieuwe plek om te spelen en stelde zijn band met clubeige-
4
nares Elza Hiwet samen. ‘Dat was niet eenvoudig’, zegt Elza. ‘Ik ben erg kieskeurig. En het aanbod in Addis is niet groot. Ik raakte gefrustreerd dat ik de juiste muzikanten niet kon vinden. Maar het was alle moeite waard. Toen de band eenmaal begon te spelen, liep het als een trein.’
Amhaarse hits Ook deze avond weet Addis Accoustic te bekoren. De zeskoppige band speelt zijn jazz en oude Amhaarse muziek met zichtbaar plezier. In de zaal hangt een sfeer die doet denken aan die in rokerige jazzclubs in New York, waar rumoer is toegestaan, maar waar de muzikanten daarbij wel worden gerespecteerd. Het is niet anders in Alizé. De zaal is ruim en hoog, met comfortabele zitjes voor het podium en langs de wand. De bar beslaat de hele voorgevel van het gebouw, waardoor er voldoende mogelijkheid is tot barhangen. Lang wachten op je drankje is er niet bij. Er wordt gepraat, gelachen, gedronken, maar ook meegezongen. En aan het einde van een nummer volgt altijd applaus. Heruy Arefe-Aine is dolgelukkig met Club Alizé. Hij noemt het een ‘godsgeschenk’. ‘Ik kom er in ieder geval eens per week om Addis Accoustic te zien spelen’, zegt de organisator van het
1. Correspondent Van Kemenade danst op de muziek. 2. De sfeer in zaal doet denken aan die in rokerige jazzclubs in New York. 3. De huisband treedt elke donderdagavond op. 4. Club Alizé is twee jaar op rij uitgeroepen tot ‘de beste club van Addis’.
Addis Abeba Muziekfestival. Heruy verzekert me dat Alizé muzikaal gezien onovertroffen is in de Ethiopische hoofdstad. Professioneel gezien is de club voor hem dus een uitkomst. ‘Alizé is flexibel’, zegt hij. ‘Je kunt er zitconcerten of dansfeesten houden. De zaal is ruim en stijlvol ingericht en heeft een hoog plafond, wat de akoestiek ten goede komt. Kortom: het is de perfecte performance place.’ Ook Mikael Ayele is laaiend enthousiast. Hangend om de nek van zijn goede vriend Josi zingt hij mee met een cover van Ethiopique artiest Mulatu Astatke. ‘Mijn vader draaide dit altijd in de ochtend’, zegt hij. ‘En nog steeds is mijn dag nooit echt begonnen zonder de oude Amhaarse hits. Het is geweldig dat je deze muziek weer hoort bij het uitgaan.’ Haar enthousiaste publiek geeft Elza, die vanwege haar succesvolle club is omgedoopt tot Queen of Addis, veel zelfvertrouwen. ‘Ik denk niet dat we enige concurrentie hebben in Addis’, zegt ze. ‘Als mensen naar Alizé komen, blijven ze altijd twee volledige sets plakken.’ n onze 55 wereld 3-10
kijken
door bas springer
door sven gerrets
luisteren
Mijmerende songs van een Malinese albino ■ 24 City
Katanga Business is een scherpe analyse van globalisatie, kapitalisme en economisch kolonialisme tegen het decor van het door oorlog verscheurde Congo. De film draait om Moïse Katumbi, gouverneur van de provincie Katanga, één van de gebieden die het rijkst aan minerale grondstoffen in Afrika is. Katumbi is een bijzondere figuur, een populist pur sang, een zelfverzekerd politicus en zakenman met de steun van het volk, op de breuk tussen het kapitaal en de arbeid. Ook ingenieurs en topindustriëlen uit België, Frankrijk en China komen aan het woord. Daar tussendoor snijdt filmmaker Thierry Michel beelden van uiteengeslagen betogingen, historische fragmenten en gesprekken met de noodlijdende bevolking. De film schetst niet enkel een beeld van de strijd tussen de diverse mijnbouwbedrijven, maar toont ook de verschuivende economische verhoudingen tussen westerse mogendheden en nieuwe opkomende machten als China en India. KATANGA BUSINESS – België/Frankrijk, 119 minuten. Dvd vanaf nu verkrijgbaar.
Lege golfbanen tóch besproeien
Let's make money– Oostenrijk, 107 minuten. Dvd vanaf nu verkrijgbaar.
S v e n G e r r e t s w e r k t a l s ( f i l m ) j o u r n a l i s t v o o r o . a . D a g , S p i t s , O o r , Va r a M a g a z i n e e n F o l i a . O o k i s h i j e i n d r e g i ss e u r b i j d e A m s t e r d a m s e T v - z e n d e r AT 5 . Va n 2 0 0 5 t o t 2 0 0 7 w e r k t e h i j a l s d o c e n t C u lt u u r e n M e d i a a a n d e U n i v e r s i t e i t va n A m s t e r d a m .
Meditatief snarenduel tussen twee Malinese grootheden, zangergitarist Ali Farka Touré en Toumani Diabaté, virtuoos op de kora (21-snarige West-Afrikaanse harpluit). Enige maanden na de opnames overleed Ali Farka Touré, de koning van de ‘woestijnblues’. World Circuit, distr. Munich
China/Japan, 107 minuten. Dvd vanaf nu verkrijgbaar. ■ Crossing over
Geweldige acteerprestaties in een complex drama over de talloze immigranten die dagelijks proberen de Amerikaanse grens over te steken. Agent Max Brogan (Harrison Ford) wil de vluchtelingen helpen, maar moet vaak toezien hoe hun reis een tragisch einde kent. Amerika, 113 minuten. Dvd vanaf nu verkrijgbaar.
De Oostenrijkse regisseur Erwin Wagenhofer maakte eerder al de bijzondere documentaire We Feed the World, waarin een schrijnend beeld van onze voedselindustrie wordt geschetst. Ditmaal heeft hij zijn pijlen gericht op het wereldwijde financiële systeem in Let’s Make Money. Want wat gebeurt er eigenlijk precies met het geld dat op onze bankrekeningen staat? Wagenhofer volgt, met prachtig camerawerk, het geldspoor en komt zo op plaatsen uit die een bijzonder inzicht geven in de scheve verhoudingen in de wereld. Bijvoorbeeld in Spanje, waar honderden vakantiehuizen leeg staan, maar waar wel de golfbanen elke dag besproeid worden met miljoenen liters water. Niet ver daar vandaan komen mensen om door uitdroging. Zo weeft hij minstens een dozijn verhalen door elkaar en contrasteert daarbij de rijksten der rijken met de mensen in sloppenwijken op alle continenten. Niet subtiel, maar dat is het wereldwijde financiële systeem zelf natuurlijk ook niet.
DIABATÉ, ALI & TOUMANI
■ The Yes Men fix the world
Opnieuw doen de Yes Men zich voor als sprekers van grote multinationals. Met zorgvuldig bedachte grappen ontmaskeren ze zo de mensen die profiteren van rampen als de orkaan Katrina of de giframp in Bhopal. Tragikomedie ten top. Amerika, 113 minuten. Dvd vanaf nu verkrijgbaar.
■ KAILASH KHER & KAILASSA, YATRA
= niet aan beginnen = matig = goed = absoluut de moeite waard = niet te missen!
De strijd om de grondstoffen
■ ALI FARKA TOURÉ & TOUMANI
Via negen interviews, deels echt en deels fictief, zien we hoe de Chinese vliegtuigmotorenfabriek Factory 420 wordt getransformeerd in het luxe appartementencomplex genaamd 24 City. Aan de hand van de te slopen staatsfabriek reconstrueert Jia Zhang-ke een halve eeuw Chinese sociale en economische geschiedenis.
Sterk internationaal debuut van zanger Kailash Kher, momenteel dé grote ster van de populaire Indiase muziek. Boeiende kruisbestuiving van traditionele Indiase muziek, heilige soefi-gezangen, westerse pop, funk en reggae. Cumbancha, distr. Munich
De Malinese zanger Salif Keita is al ruim veertig jaar één van de grote sterren van de Afrikaanse popmuziek. Als directe afstammeling van Soundiata Keita, die in de dertiende eeuw het Malinese keizerrijk stichtte, mocht hij volgens de traditie geen muziek maken. Hij werd echter als albino geboren en door zijn familie verstoten, en vond troost in de muziek. In 1987 brak hij internationaal door met een mix van Afrikaanse en westerse muziek. In 2002 keerde hij terug naar zijn Malinese wortels. La Différence is alweer zijn derde semi-akoestische cd op rij. Keita’s majestueuze vocalen worden gedragen door
het samenspel van piano, akoestische gitaren, ngoni (harpluit), balafoon (xylofoon) en Arabische violen. Naast nieuwe nummers klinken ook sterke herbewerkingen van oude successen, zoals ‘Folon’ en ‘Seydou’. Van de prachtige titeltrack, een krachtig pleidooi voor
acceptatie van albino’s, tot de aangrijpende ballade ‘Papa’ ademt Keita’s negende soloalbum een grote muzikale schoonheid uit die regelmatig de rillingen over de rug doet lopen. Eind maart maakt hij een korte tournee door ons land. SALIF KEITA, LA DIFFÉRENCE, Universal
Afro-Colombiaanse schatbewaarster geeft uitbundig dansfeest De legendarische zangeres Toto la Momposina is een wereldberoemde vertolkster van de traditionele Afro-Colombiaanse muziek. Met haar krachtige, heldere stem mengt ze de muziek van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking met Afrikaanse, Cubaanse en Latijns-Amerikaanse klanken. Deze gepassioneerde schatbewaarster van de Afro-Colombiaanse traditie staat open voor invloeden van buitenaf. Zo zijn op haar nieuwste cd La Bodega, naast pre-Colombiaanse fluiten en Afrikaanse drums, ook Spaanse gitaren, accordeon, klarinet en trompet te horen. In haar vurige songs weerklinken ook Cubaanse echo’s, die teruggaan tot de negentiende eeuw, toen wereldmuziek februari duizenden slaven van 1 (1) VAGAROSA CEU, Brazilië (Six Degrees) Cuba naar de kusten van 2 (2) I SPEAK FULA BASSEKOU KOUYATE & NGONI BA, Mali (Outhere) Noord-Colombia verscheept 3 (5) OPA HEY! KOTTARASHKY, Bulgarije (Asphalt Tango Records) werden. Woeste gilletjes 4 (-) OYO ANGELIQUE KIDJO, Benin (Naive) en opzwepende vragen en antwoorden completeren dit 5 (30) LHASA LHASA DE SELA, Canada/VS (Warner) uitbundige Colombiaanse 6 (-) HAND MADE Hindi zahra, Marokko/Frankrijk (Blue Note) dansfeest. Jammer alleen 7 (3) NHA SENTIMENTO Cesaria Evora, Kaapverdië (Lusafrica) dat in het bijgevoegde boek8 (7) GHANA SPECIAL: MODERN HIGHLIFE, AFRO SOUNDS & GHANAIAN BLUES werkje de vertaling van 1968-1981 DIVERSE ARTIESTEN, Ghana (Soundway) 9 (14) LA DIFFÉRENCE Salif Keita, Mali (Emarcy/Universal) haar teksten in het Engels 10 (6) SCENT OF REUNION Mahsa Vahdat & Mighty Sam McClain, Iran/VS (Kirkelig Kulturverksted) ontbreekt.
Top 10
■ DIVERSE ARTIESTEN, GHANA SPECIAL: MODERN HIGHLIFE, AFRO-SOUNDS & GHANAIAN BLUES 1968-1981
Dubbel-cd met Ghanese dansmuziek uit de jaren zeventig, toen lokale ritmes een fusie aangingen met soul, funk en psychedelica. Bij deze opzwepende muziek is stilzitten haast niet mogelijk. Soundway, distr. Xango Music
TOTO LA MOMPOSINA, LA BODEGA, Astar, distr. Xango Music Distribution
© World Music Night (www.wmce.de). Gegevens verzameld door EBU (European Broadcast Union), de overkoepelende organisaties van publieke radiozenders in Europa, op basis van populariteit.
Bas Springer is wereldmuziekrecensent bij het poptijdschrift en het wereldmuziekblad mixed.Ook is hij muzieks a m e n s t e l l e r va n D i c h t b i j N e d e r l a nd , e e n r a d i o p r o g r a m m a o v e r d e m u lt i c u lt u r e l e s a m e n l e v i n g ( R a d i o 5 , i e d e r e w e r k d a g 2 2 . 0 0 - 2 4 . 0 0 u u r ) . T e n s l o t t e i s h i j d j va n w e r e l d m u z i e k i n o . a . Pa r a d i s o , D e M e l k w e g e n h e t k o n i n k l i j k instituut voor de tropen in amsterdam.
Distribution
56 onze
3-10
wereld
onze 57 wereld 3 -10
lezen
samenstelling annemiek huyerman
Roman
Verrassende observaties van een immigrant Vanaf de eerste pagina neemt Sleutelkruid de lezer naar een andere wereld mee. In één oogopslag is duidelijk: de cultuur waaruit deze schrijver voorkomt is liederlijker, de taal bloemrijker, de sprookjes spelen zich letterlijk af in de achtertuin. In 1991 kwam Cicovacki naar Nederland om de militaire dienst die hem in Servië wachtte te ontvluchten. Langzaam leert hij van Amsterdam en Nederland te houden, maar op de televisie ziet hij de verschrikkelijke oorlogsbeelden uit zijn moederland. Pas als een vriend uit Servië hem zijn boeken teruggeeft, voelt hij zich thuis en kan zijn nieuwe leven daadwerkelijk beginnen. In 2001 – met de val van Milosevic – ziet hij dat Breaking News van CNN ook positief kan zijn. En eindelijk kan hij teruggaan, hoewel hij voor altijd een gespleten persoon zal blijven, tussen het moderne Servië, waar zijn vrouw en familie wonen, en Amsterdam, de ‘stad van de kalmte en het vrijelijk overtreffen van verwachtingen’. ‘Sleutelkruid’ is een prachtig, meeslepend en aangrijpend boek over het migrantschap, vol verrassende observaties en prachtige citaten. A r n o l d va n B r u g g e n SLEUTELKRUID, Borislav Cicovacki. Contact, € 24,95
kort 3 x non-fictie
In Een vrouw tussen krijgsheren vertelt Malalai Joya aan de hand van haar eigen ervaringen over de tragische geschiedenis van Afghanistan. De jonge activiste spreekt, ondanks doodsbedreigingen en intimidaties, vrijuit. (De Geus € 22,50)
Roman
Ook in Somalië blijkt zij een vreemde Een nagelaten verhaal beschrijft de reis van een schrijfster naar haar geboorteland. Het is 23 jaar geleden dat ze er voor het laatst was. De schrijfster van de roman, Yasmine Allas, reisde samen met televisiemaker en ex-politicus Paul Rosenmöller naar Somalië voor een reportage. Het resultaat is ietwat voorspelbaar, de vertelster blijkt nu ook een vreemde in haar eigen land. Het is een van de minder originele thema’s van de roman: de ontworteling van de migrant die nergens echt aarden kan. Knap aan de roman is de constructie: verschillende tijden en realiteiten worden met elkaar vervlochten. Deze lagen hebben allemaal hun eigen dramatische lijnen die elkaar raken. Hierbij staat de vraag centraal welk verhaal de schrijfster de filmmaker wil vertellen. Filmer en gefilmde raken in conflict, hij verwijt haar zaken achter te houden. Maar, werpt de schrijfster tegen: iemand portretteren betekent dat je in gesprek gaat, geïnteresseerd en onbevooroordeeld. Niet dat je iemand wilt ontmaskeren en wilt betrappen op tegenstrijdigheden. ‘Bovendien bén ik een vrouw vol tegenstrijdigheden.’ Met dit dilemma heeft Allas de dubbelzinnigheid van het migrantenbestaan op eigenzinnige wijze verbeeld. M a r t e K aa n EEN NAGELATEN VERHAAL, Yasmine Allas. De Bezige Bij, € 22,90
In De windvanger vertelt William Kamkwamba hoe hij zich door het lezen over windenergie niet neerlegde bij zijn lot om te moeten werken op het land in Malawi. Hij bouwde een windmolen die zijn dorp van energie voorzag. (De Boekerij € 18,95)
Roman
Broedertwist van bijbelse allure De glorietijd van Carlos Fuentes ligt al even achter hem. Ten tijde van De dood van Artémio Cruz had hij een belangrijke stem in het Mexicaanse politieke debat, en toen het roerig was in Chiapas, bemoeide Fuentes zich danig met de publieke opinie. Inmiddels heeft hij Mexico al enige tijd verlaten, en er wordt veel minder naar hem geluisterd. Het weerhoudt hem er niet van om in zijn recente werk kritisch en actueel te zijn. Onlangs verscheen in Nederlandse vertaling De wil en het lot, een groots opgezet verhaal dat zich afspeelt in de Mexicaanse drugswereld. Fuentes kiest, als wel vaker, een origineel perspectief: de verteller is het afgehakte hoofd van Josué Nadal. Het verhaal draait om zijn vriendschap met Jericó, van wie hij vervreemd is geraakt: hun vriendschap verandert in een broedertwist van bijbelse allure. De een gaat de politiek in, de ander het zakenleven en beiden moeten hun plek vinden in een land dat van corruptie, misdaad en drugsgebruik aan elkaar hangt. Fuentes, die zijn tijd verdeelt tussen Harvard University in de VS en Parijs, is in feite een buitenstaander geworden van de Mexicaanse maatschappij, maar zijn bezieling en betrokkenheid zijn niet verdwenen. ‘De wil en het lot’ is een overvol boek, chaotisch en moralistisch en daarom als roman niet helemaal geslaagd, maar het ademt wel de urgentie van Fuentes’ beste werk. T o e f J a e g e r DE WIL EN HET LOT, Carlos Fuentes. (Uit het Spaans vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu.) Meulenhoff, € 24,50
58 onze
3-10
wereld
In Hoezo mislukt? kijkt Frans Verhagen naar feiten en cijfers over de integratie van de Nederlandse allochtonen. Hij concludeert dat de hier geboren en opgegroeide allochtonen het veel beter doen dan wordt gedacht. (Nieuw Amsterdam € 17,95)
Non-fictie
3 x fictie
Abdelkader Benali volgt in Zandloper een groep talentvolle hardlopers in Marokko. Hij ontmoet onder anderen hardlooptalent Nourredine, die in een praatjesmaker met een voorliefde voor gevaarlijke vrouwen met hoofddoekjes verandert. (Arbeiderspers € 14,95)
In De meisjes van Sjanghai van Lisa See worden de Chinese zussen Chin en May als bruiden verkocht aan Amerikaanse mannen om de schulden van hun vader af te betalen. (Prometheus € 19,95)
Yap en het geheim van het verdwenen geld
gaat over Buur, een man zonder hoop op een goede toekomst. De nazi Neuenhaus haalt hem over antropologische artefacten van het naburige eiland Yap te stelen. (De Bezige Bij € 17,90)
Olie maakt alles kapot, maar wat is het alternatief? Ruwe wereld. Geweld en corruptie in de nadagen van het olietijdperk van de Amerikaanse journalist Peter Maass houdt het midden tussen een studie, een aanklacht en een voorspelling. In de studie vertelt Maas aan de hand van honderden voorbeelden en verhaaltjes uit alle delen van de wereld over de rol die olie speelt. Die rol, zo weten we, is enorm. Maar dat niet alleen – en daarmee gaat het boek over in een aanklacht – olie maakt volgens Maass alles kapot. Vandaar ook de dreigende titels van zijn hoofdstukken: Schaarste, Plundering, Ontbinding, Angst, Hebzucht. Er is veel voor te zeggen. Het land dat de meeste olie ter wereld bezit, Saoedi-Arabië, is in de Middeleeuwen gebleven. Olieland nummer twee, Iran, is een theologische dictatuur. Nummer drie, Irak, is een chaos en een internationaal gevaar. Nummer vijf, Venezuela, een zoveelste Latijns-Amerikaans drama. Enzovoort. Maass voorspelt dat deze ellende niet lang meer zal duren en dat olie binnen afzienbare tijd vervangen zal worden door andere energiebronnen. Dat is het derde en laatste element van zijn boek. Helaas is het ook het zwakste. Maass weet zijn argumentatie nergens hard te maken, zodat hij de lezer met een onbevredigd gevoel achterlaat: in een wereld waarin olie domineert en er de ene ramp na de andere veroorzaakt. C h r is va n d e r H e ijd e n RUWE WERELD. GEWELD EN CORRUPTIE IN DE NADAGEN VAN HET OLIETIJDPERK, Peter Maass. Ambo, € 24,95
Autobiografie
Geen Arabier, maar ook geen westerling Ontheemd is een openhartige autobiografie van de kritische, in 2003 overleden denker Edward Said, die in 1935 in Palestina werd geboren als zoon van een Libanese moeder en een Palestijnse vader. Edward Said groeide op in een verstikkende sfeer: zijn vader was een succesvol zakenman maar een strenge vader, zijn moeder een liefdevolle huisvrouw. In 1991 werd bij Edward Said, kort na de dood van zijn moeder, leukemie geconstateerd. Als middel tegen de paniek en de angst wilde hij zijn correspondentie met haar weer opvatten: ‘Ik wilde haar een brief schrijven, maar ik begon aan een boek. Ik schiep de wereld van mijn jeugd. Het was een daad van zelfbehoud.’ Said vertelt over het leven van een onzeker jongetje in een slaperig dorpje in Libanon en in de kosmopolitische, koloniale wereld van het Caïro in de jaren veertig en vijftig, en over de dramatische veranderingen in Palestina. Vanaf zijn jeugd voelde Said zich Arabisch noch Westers. Dat gevoel zou hij later verwoorden in klassiekers als Culture and Imperialism en Orientalism, en maakt zijn autobiografie ‘Ontheemd’ tot een ontroerende, inzichtelijke en eerlijke leeservaring. M ich è l e J ac o bs
ONTHEEMD. EEN JEUGD IN HET MIDDEN-OOSTEN, Edward Said. De Arbeiderspers, €
25
Fotoboek
Wereldreis door textiel Met het thema ‘onze kleding toont wie we zijn’ in het achterhoofd, verbeeldt fotografe Catherine Legrans in Kleurenpracht haar reis door de wereld van textiel en kleding. Het boek besteedt zowel aandacht aan verschillende soorten textiel en accessoires als aan een verscheidenheid van culturen. Een lekker doorbladerboek met achterin elk hoofdstuk een korte uitleg over de kleding en de gemeenschap waarin deze wordt gedragen. C r issy M u l d e r Kleurenpracht, Catherine Legrand. Oxfam Novib, Fontaine Uitgevers, €
19,95
onze 59 wereld 3-10
lezen
peter boer
‘Een waarachtig schrijver moet compromisloos zijn'
De keus van Joost Zwagerman (1963)
The Catcher in the Rye, J.D. Salinger (1951)
‘Ik trof dit boek als puber in de boekenkast van mijn ouders aan en vond in de hoofdpersoon eindelijk iemand die mijn weerzin tegen de wereld vertolkte. Het boek gaat over pubers en leek mij toen op het lijf geschreven. Elke nieuwe vertaling koop ik.’ Rabbit Angström, The Four Novels, John Updike (1995)
wordt verbeeld. John Updike biedt de essayistiek. Het wonder is dat je een kijkje in de Amerikaanse zijn werk nergens, in geen enkel samenleving.’ essay, een verouderde indruk maakt. Zijn manier van schrijven, onderzoekend en tastend, blijft een Lolita, Vladimir Nabokov (1955) voorbeeld voor iedereen die anno ‘Een verhaal schrijven met een nu ernst maakt met het schrijven antiheld als hoofdpersoon is een van essays.’ van de moeilijkste dingen in de literatuur. Dit boek doet dit echter perfect. Een oudere man wordt Haat is een deugd, Gustave Flaubert verliefd op een dertienjarig meisje (1988) en krijgt uiteindelijk een relatie ‘Dit brievenboek van Flaubert las ik met haar. Als lezer keur je de toen ik begin twintig was. Het boek motieven van de hoofdpersoon liet mij zien hoe compromisloos af, maar Nabokov weet het zo te je moet zijn als je een waarachtig verbeelden dat je toch het verhaal schrijver wilt zijn. Flaubert leefde wordt ingezogen. Een knap gein, met en voor de literatuur en dat schreven roman.’ was fascinerend om als lezer te ontdekken. Door zijn brieven voel je hoe het is om van ’s ochtends Essays, Montaigne (16de eeuw) vroeg tot ’s avonds laat bezig te ‘Montaigne, die leefde in de zijn met schrijven. ‘Haat is een zestiende eeuw, is de vader aller deugd’ is inspirerend voor iedere essayisten. Wat Shakespeare is voor het toneel, is Montaigne voor schrijver.’ C R I S S Y M UL D ER
Schrijver, essayist, columnist en presentator. Zwagerman schreef o.a. de bestsellers Vals licht en De buitenvrouw. Hij schrijft sinds 1985 essays en kritieken voor Vrij Nederland en is columnist van NRC Handelsblad. In 2008 ontving hij de Gouden Ganzenveer voor zijn gehele oeuvre. Hij schrijft dit jaar het Boekenweekgeschenk.
‘Deze romancyclus over doodgewone Amerikanen heeft me geïnspireerd voor mijn boek ‘De buitenvrouw’. Dit boek handelt niet over een spectaculaire hoofdpersoon of spannende gebeurtenissen. Juist het alledaagse is op een gedetailleerde manier fantastisch boeiend verteld. Interessant is ook hoe in de vijf romans het hedendaagse Amerika
context
Een recent verschenen boek is aanleiding om de literaire situatie in een land te belichten.
Koerdistan
Noord-Irak is het centrum van de, verbrokkelde, Koerdische literatuur. In Turkije daarentegen waren Koerdische boeken lange tijd verboden.
Gespleten geschiedenis Kun je zeggen dat een roman ‘uit Koerdistan’ komt? Hoewel de bewegingen die streven naar onafhankelijkheid soms behoorlijk actief zijn, is het geen land maar een gebied, verdeeld over Irak, Turkije, Syrië en Iran. En daarom bestaat het verhaal van de ‘Koerdische’ literatuur uit enkele kleinere verhalen. De schrijver van We gaan als het donker wordt, Sherko Fatah, is in de eerste plaats een Duits auteur. Maar als zoon van een Iraakse Koerd ging hij zich interesseren voor de geschiedenis van het land waar zijn vader geboren is, en deze roman getuigt daarvan. De hoofdpersoon van het boek is geen politieke figuur, vecht niet voor onafhankelijkheid; hij wil het restaurant van zijn vader voortzetten – meer niet. Maar als zijn vader door de geheime dienst wordt vermoord, besluit hij naar Europa te vluchten. Wat de literatuur uit Koerdistan betreft, is het vooral het Iraakse deel van Koerdistan dat het centrum van de cultuur herbergt: filosoof aan de Universiteit van Amsterdam en recensent voor NRC Handelsblad Michiel Leezenberg vertelt: ‘Traditioneel is Süleymaniye in Irak het literaire
60 onze
3-10
wereld
centrum, maar daar wordt in een heel ander dialect geschreven dan het moderne Koerdisch. Hier gebruikt men het Arabische schrift, Koerdisch in Turkije heeft een Latijns alfabet. In Süleymaniye heeft zich een relatief rijke moderne literaire cultuur ontwikkeld, die niet schatplichtig is aan nationalistische retoriek en partijpropaganda.’ In Turkije is de situatie heel anders. Leezenberg: ‘Daar is tussen de jaren twintig en zestig vrijwel niets gepubliceerd; alleen door Koerdische ballingen die naar Syrië gevlucht waren. Vanaf het begin van de jaren negentig is publiceren in het Koerdisch toegestaan, en vooral in de afgelopen tien jaar is het aantal publicaties, en de kwaliteit ervan, snel toegenomen.’ En er is steeds meer mogelijk. Zo las schrijver Frank Westerman tijdens een Turkse editie van het festival Winternachten voor uit De Koerdische herder van Ereb Shemo, een boek dat geldt als de eerste Koerdische roman. Sommige Turkse studenten protesteerden, Westerman rept in zijn verslag voor NRC Handelsblad van een hoop praktische problemen, maar toch: er wordt in het Koerdisch gelezen. Je kunt in elk geval zeggen dat de geschiede-
nis de culturele samenhang van Koerdistan uit elkaar heeft getrokken. Leezenberg: ‘De facto is er weinig verband tussen wat er in Irak gebeurt en wat er in Turkije gaande is. De laatste jaren, met de zich langzaam ontspannende Turkse politiek, is er meer uitwisseling. Maar in Irak is het Koerdisch nooit verboden geweest, zoals in Turkije. Lang geleden bestond er wél gemeenschappelijke geschiedenis: Mem u Zin geldt als het nationale epos van Koerdistan. Het stamt uit 1695 maar is geschreven in een noordelijk dialect dat voor hedendaagse Koerden zo moeilijk te begrijpen is, dat er al minstens drie vertalingen naar modern Koerdisch van zijn gemaakt; naar het Noordkoerdisch of Kurmanji dat in Turkije wordt gebruikt, en naar het Sorani of Zuidkoerdisch dat in Iraaks Koerdistan als de standaard gold. Sinds de jaren negentig heeft ook het Badini-dialect, dat in het noorden van Iraaks Koerdistan wordt gesproken, zich ontwikkeld tot standaardtaal voor onderwijs, drukwerk en televisie. Dankzij de olieinkomsten heeft de provinciale overheid in dit gebied vrijwel onbeperkte financiële middelen om bijvoorbeeld boeken te drukken. Maar boeken in dit dialect worden weer in het Arabische schrift gedrukt, zodat de meeste Turkse Koerden er niets aan hebben.’ T o e f J a e g e r Sherko Fatah, We gaan als het donker wordt. Uit het Duits vertaald door Pauline de Bok, Cossee, € 22,90
aanschuiven Izdihar Abu Eid, Den Haag
hoe eet de rest van de wereld? onzewereld schuift aan bij een m u lt i c u lt u r e l e k e u k e n ta f e l .
Kip op z’n kop
Trambestuurder Gerard en verloskundige Izdihar ontmoetten elkaar op het web, wonen in Nederland en koken Palestijns.
Palestijnen en Nederlanders zijn niet heel verschillend, zeggen Gerard Blank en Izdihar Abu Eid onafhankelijk van elkaar. Nou ja, afgezien van het eten dan. Vandaag op tafel: maqloobeh, ofwel ‘omgekeerd’. tekst Marjolein van rot terdam beeld joost bataille
Izdihar schenkt thee in chique kopjes. ‘Thee is mooi’, zegt ze. ‘Palestijnen schenken koffie als laatste. Thee drink je als een welkomstdrank.’ We praten over haar naam, die ‘progressie’ betekent. ‘Zo ben ik ook. Ik wil altijd vooruit. Daarom is het zo frustrerend dat ik juist in Nederland niet als verloskundige aan de slag kan. Men accepteert mijn diploma niet, terwijl ik in Amerika gewoon heb gewerkt.’ Gerard en Izdihar ontmoetten elkaar op het web. Sinds vierenhalf jaar zijn ze getrouwd en wonen ze in Nederland. Voordat het zover was zocht Gerard, trambestuurder, Izdihar drie keer op in het dorp van haar familie. ‘Alles was anders dan ik verwacht-
te. Als je hier de krant leest, verwacht je alleen maar ellende. Maar in Izdihars streek is het helemaal geen oorlog.’ Andersom was Gerard ook anders dan Izdihars familie had verwacht. Izdihar was altijd alleen geweest, een bijzondere vrouw met een eigen huis en een goede baan; ze leek geen man nodig te hebben. Maar ineens was daar Gerard. Een christen. ‘Niet iedereen vond dat leuk. En dat begrijp ik. Je leeft daar voor de buren. Wat zullen die er niet van zeggen.’ In het kleine keukentje staat alles al klaar. Kip, uien, aardappelen, diverse
[recept] maqloobeh
andere groenten, kruiden van de Turk. Het wordt een Maqloobeh, een feestgerecht voor gasten. ‘Maqloobeh betekent omgekeerd. Waarom zul je straks wel zien.’ Palestijns eten is anders dan Nederlands eten. Kruiden zijn belangrijk. Pepers ook. Je vraagt je af wat Izdihar van het Nederlandse eten vindt. ‘Nederlanders zijn goede mensen’, begint ze. ‘Maar het eten… Je houdt toch het meeste van wat je moeder maakte. Ik kook veel van mijn moeders recepten, altijd uit mijn hoofd. Net als iedereen bij ons. Dat wil zeggen, de vrouwen. De mannen koken niet. Zij zijn de koningen, haha.’
Eten is belangrijk in Palestijnse families. Izdihar: ‘Koken neemt soms een dag in beslag. Mijn moeder kookt altijd voor een groep. Elke dag eten er broers van me mee.’ Maqloobeh is populair. Het is als een enorme taart – soms wel een halve meter hoog – met verschillende lagen. Als hij gaar is, keert de kok hem om boven een schaal. Dan ligt het vlees bovenop en de rijst onder. ‘Als we geluk hebben blijft hij staan’, zegt Izdihar. ‘Maar dat weet je nooit.’ Met vereende krachten draaien Izdihar en Gerard de pan om boven een schaal. Er glijdt een prachtige berg uit. Even blijft hij staan, maar dan zakt hij toch door zijn voegen. ‘Tast toe’, zegt Izdihar, terwijl ze de geroosterde amandelen en pijnboompitten bovenop de berg strooit. ‘Gasten eerst!’ n
hoofdgerecht – 4 personen
Ingrediënten 1 hele kip, in vieren, 1 grote ui, 1 theelepel gemengde kruiden of kerrie, 1 theelepel zout, ¼ theelepel kardamom, ¼ theelepel zwarte peper, 1 mespunt kaneel, 8 eetlepels olijfolie, 2 koppen rijst, 1 kop geweekte kikkererwten (avond vantevoren in de week zetten), ½ kopje maiskorrels, 2 winterpenen,1 bloemkool,1 aubergine, handje hele ongezouten amandelen en pijnboompitten, dikke yoghurt, 200 gr. per persoon
Bereidingswijze 1 Bak de ui goudglanzend, voeg de kip toe, de kruiden. Zet de boel onder water en kook in 40 min. de kip gaar. Bak intussen één voor één de groenten en rooster de noten. 2 Giet de kip af. Leg in een met rauwe rijst bedekte bodem (of een teflon pan) eerst de kip, dan laag voor laag de groenten. Bedek het geheel met de rijst en laat alles langzaam gaar worden. Kijk af en toe of de maqloobeh niet te droog wordt. Zo ja, voeg wat water toe,
maar niet te veel: een te natte maqloobeh blijft niet staan. 3 Als alles gaar is, de pan van het vuur halen en een paar minuten laten opstijven. Dan de maqloobeh omkeren op een grote schaal en evt. de geroosterde amandelen en pijnboompitten bovenop strooien. Serveren met yoghurt.
onze 61 wereld 3-10
dagagenda samenstelling sanne verdam
maart
Elke dag wel iets leuks te beleven!
urele Op deze pagina’s staat een kleine dagselectie. De meest uitgebreide multicult d.nl zewerel www.on website: onze op vinden te is d Nederlan agenda van
7
Kingsley’s Crossing EXPO Tentoonstelling met werk van de Franse persfotograaf Olivier Jobard waarin het verhaal van de 23-jarige Kingsley uit Kameroen wordt verteld. Hij koos ervoor om alles achter zich te laten in de hoop op een beter leven in Europa. T/m 7 maart. zondag
Nederlands Fotomuseum, Rotterdam, 010 203 04 05 www . nederlandsfotomuseum. nl
8
9
Eyes Wide Open FILM Drama over een orthodox-joodse man uit Jeruzalem die na een ontmoeting met een jonge student beïnvloed wordt door diens denkbeelden en zodoende afstand neemt van zijn eigen gemeenschap. In verschillende filmhuizen in Nederland, kijk voor locaties en tijden op www . filmtotaal . nl of let op de filmladder van uw filmtheater. V anaf 4 maart . dinsdag Muziekwereld EXPO Nieuwe permanente tentoonstelling over muziek en muziekinstrumenten, met instrumenten uit de hele wereld en speciale aandacht voor de stem. Jong en oud kunnen merkwaardige zangtechnieken horen en leren zingen, van jodelen tot Mongoolse keelzang. maandag
Tropenmuseum, Amsterdam, 020 568 82 00 www . tropenmuseum. nl
Vanaf maandag 1 maart Ontmoetingen langs de Bosporus EXPO
1
Ontmoetingen langs de Bosporus EXPO Fotografe Nicole Segers reisde in 2007 naar de Bosporus, de rivier die de grens vormt tussen Europa en Azië, dwars door Istanbul. Ze neemt de veerpont en maakt een fotoserie van haar tocht tussen de twee oevers en van het leven in de stad. T/m 11 april. maandag
Kunsthal, Rotterdam, 010 440 03 01
2 3 4
5
www . kunsthal . nl
Reykjavik-Rotterdam FILM IJslandse film uit 2008 over een IJslandse man die aanmonstert op een vrachtschip dat tussen Reykjavik en Rotterdam vaart. Combinatie van zwarte komedie en misdaaddrama. woensdag
wereld
12
Invictus FILM Drama van Clint Eastwood over de eerste presidentstermijn van Nelson Mandela, waarin hij de handen ineen sloeg met François Pienaar, de aanvoerder van het Zuid-Afrikaanse rugby-team. Met Morgan Freeman en Matt Damon. In verschillende filmhuizen in Nederland, kijk voor locaties en tijden op www . filmtotaal . nl of let op de filmladder van uw theater . V anaf 4 maart . vrijdag Hassan’s Angels: Gekkigheid THEATER Cabaretvoorstelling van de Turks-Nederlandse Elvan Akyildiz en Inci Lulu Pamuk waarin zowel ‘oude’ als ‘nieuwe’ Nederlanders ervan langs krijgen. donderdag
Tropentheater, Amsterdam, 20.30 uur, 020 568 85 00
Rialto, Amsterdam, 020 676 87 00
www . tropentheater. nl
www . rialtofilm . nl
First Mission FILM Nederlands/Argentijnse co-productie van Boris Paval Conen over een internationaal team van idealistische medische hulpverleners in Zuid-Amerika. Met o.a. Tygo Gernandt en Mark Rietman. In verschillende filmhuizen in Nederland, kijk voor locaties en tijden op www . filmtotaal . nl of let op de filmladder van uw filmtheater. V anaf 4 maart . vrijdag Daughters of Africa THEATER Muziektheater van Leoni Jansen met jonge vrouwen uit verschillende landen in Afrika. Opvolger van African Mamas. Landelijk t/m 29 mei. Meer info: www.vdbtheater.com donderdag
Theater de Kom, Nieuwegein, 20.15 uur, 030 604 55 54
Nikitov MUZIEK Nederlandse-Amerikaans klezmerensemble met zang van Niki Jacobs. zaterdag
www . concertgebouw. nl
62 onze
11
013, Tilburg, 20.30 uur, 013 460 95 00
Concertgebouw, Amsterdam, 20.15 uur, 020 671 83 45
3-10
www . theater - haarlem . nl
I Muvrini MUZIEK Wereldberoemde muziek van deze politiek geëngageerde popgroep uit Corsica. www .013. nl
De Dromendief JEUGD De dromendief steelt dromen van kinderen, en hij, een oude man, heeft de dromen nodig om jong te blijven. Met zijn dromoscoop zuigt hij de dromen op...Voorstelling van Hakim. Vanaf zes jaar. woensdag
Philharmonie, Haarlem, 14.30 uur, 023 512 12 12
dinsdag
www . dekom . nl
6
10
13
z aterdag Son de Caboverde: Nhela Santos MUZIEK Traditioneel Kaapverdiaans muziekprogramma. Santos brengt muziek van de inmiddels overleden volksheld Luis Morais.
WDMC, Rotterdam, 20.30 uur, 010 244 45 16 www . wdmc . nl
14
Sounou & Bakary MUZIEK De twaalf multi-instrumentalisten van Sounou Percussion uit Mali brengen een spectaculaire show waarin ze traditionele en hedendaagse percussie mengen. Voorman Boubacar Diabaté werkte eerder samen met Yousou N’dour en Björk. zondag
Afrika Museum, Berg en Dal, 13.30 en 15.00 uur, 024 684 72 72 www . afrikamuseum. nl
15
Videocracy FILM Documentaire van Erik Gandini uit 2009 over hedendaags Italië, waar premier Berlusconi zowel de media als de politiek naar zijn hand zet. In verschillende filmhuizen in Nederland, kijk voor locaties en tijden op www . filmtotaal . nl of let op de filmladder van uw filmtheater. V anaf 11 maart . maandag
maart
16
Gedurfd Verzamelen EXPO Expositie waarin een beeld wordt gegeven van drie Joodse collectioneurs, hun leefmilieu in Joods Amsterdam rond 1900 en vooral van hun collecties, van destijds nog onbekende kunstenaars. T/m 16 mei. dinsdag
Joods Historisch Museum, Amsterdam, 020 531 03 10 www . jhm . nl
17
De Infiltrant THEATER Voorstelling van Karim El Guennouni en Mohammed Azaay van De Varkensfabriek, waarin zij aspecten van de multiculturele samenleving behandelen aan de hand van cabaretesk toneel, slapstick en stand-up comedy. woensdag
Schouwburg De Lawei, Drachten, 20.00 uur, 0512 33 50 50 www . lawei . nl
18
ElectroSmog International Festival for Sustainable Immobility FESTIVAL Nieuw festival dat het concept van duurzame immobiliteit onderzoekt. Waar is de wil om het langzamer aan te doen? donderdag
De Balie, Amsterdam, 18 t/m 20 maart, 020 553 51 00 www . debalie . nl
19
The Rosenberg Soulshow MUZIEK Cocktail van soul, jazz, gospel en vooral ook gispy. De drie neven van het zigeunerensemble Rosenberg treden nu ook op met o.a. fluitiste Ellen Helmus, multi-instrumentalist Christiaan van Hemert en jazzzangeres Denise Jannah. vrijdag
Chassé Theater, Breda, 20.00 uur, 076 530 31 32 www . chasse . nl
20
Vanaf donderdag 25 maart Oceanië EXPO
26
Luisa Palicio y Gruppo THEATER Nederlands debuut van de jonge Spaanse danseres Palicio en haar kwartet. Aansluitend: Flamenco Dance Party. z aterdag
Filmhuis Den Haag, Den Haag, 070 365 60 30 www . filmhuisdenhaag. nl
Tropentheater, Amsterdam, 20.30 uur, 020 568 85 00 www . tropentheater. nl
21
zondag
Carel Kraayenhof & Sexteto Canyengue & Omar Mollo
MUZIEK
Kraayenhof en co brengen in het programma Compassion composities van Piazolla, Pugliese en Kraayenhof zelf. Ook met gedichten van Jorge Luis Borges. Philharmonie, Haarlem, 14.30 uur, 023 512 12 12 www . theater - haarlem . nl
22 23
24 25
Movies That Matter Film Festival FESTIVAL Sinds vorig jaar is dit de opvolger van het Amnesty International Film Festival. Ook dit jaar geëngageerde films en documentaires over mensenrechten, alsmede diverse debatten. Van 25 t/m 31 maart. Meer info: www.amnestyfilmfestival.nl vrijdag
27 28
Salif Keita MUZIEK Optreden van deze albino-zanger uit Mali, één van de bekendste Afrikaanse popsterren. Keita brengt o.a. nummer van zijn nieuwe cd. ma andag
Pancho Amat Y Su Cabildo Del Sol MUZIEK Cubaanse sonmuziek. Aansluitend: Latin Dance Party. z aterdag
Tropentheater, Amsterdam, 21.00 uur, 020 568 85 00 www . tropentheater. nl
International Film Festival Breda FESTIVAL Laatste dag van dit internationale filmfestival dat voor de tweede keer plaatsvindt. Filmmaker en fotograaf Alain Fleischer is dit jaar gastcurator en heeft een top-10 samengesteld met films als Persona van Bergman en Battleship Potemkin van Eisenstein. Van 24 t/m 28 maart. zondag
Breda
De Oosterpoort, Groningen, 20.15 uur, 050 368 03 68
www . filmfestivalbreda. com
www . de - oosterpoort . nl
La Vie sur Terre & La Petite Vendeuse de Soleil FILM Twee films in het kader van de vijftigjarige onafhankelijkheid van Mali en Senegal. Ook op 24 maart. dinsdag
29
Callie Shell DEBAT Lezing van de Amerikaanse Obamafotografe Callie Shell. Deze fotografe volgde Obama vanaf zijn campagne in 2006. Haar reportages laten ook de achterkant van het politieke leven zien. ma andag
Tropentheater, Amsterdam, 20.30 uur, 020 568 85 00
Nederlands Fotomuseum, Rotterdam, 16.00 uur, 010 203 04 05,
www . tropentheater. nl
www . nederlandsfotomuseum. nl
Het Huis van de Stilte THEATER Voorstelling naar het gelijknamige boek van de Turkse schrijver Orhan Pamuk over de twijfels en de ideologische verwarring gedurende de roerige jaren tachtig van de vorige eeuw, waarin het land een balans probeerde te vinden tussen oosterse en westerse waarden. woensdag
30
Oman EXPO Expositie over deze eeuwenoude zeehandelsnatie met speciale aandacht voor de handel in wierook en parfums. Met een uitgebreid randprogramma met literatuur, muziek, dans, politiek en religie. T/m 18 april. dinsdag
Theater Bellevue, Amsterdam, 19.30 uur, 020 530 53 01
De Nieuwe Kerk, Amsterdam, 020 638 69 09
www . theaterbellevue. nl
www . nieuwekerk . nl
Oceanië EXPO Grote openingstentoonstelling van het vernieuwde Wereldmuseum, waar aan de hand van 200 objecten de cultuurgebieden van de Stille Zuidzee verkend worden. T/m 24 mei. donderdag
31
Eleni en Roos THEATER Theater Rast brengt deze melancholische voorstelling, die zich afspeelt tegen de achtergrond van een veranderend Istanbul. Onderdeel van het festival Turkey Now. woensdag
Wereldmuseum, Rotterdam, 010 270 71 72
Theater Zuidplein, Rotterdam, 14.15 uur, 010 203 02 03
www . wereldmuseum. nl
www . theaterzuidplein. nl
onze 63 wereld 3-10
brieven/colofon
maart
jaargang 53, nummer 3-2010
O p d e z e pa g i n a k u n n e n l e z e r s r e a g e r e n o p a r t i k e l e n u i t o n z e W e r e l d . S c h r i j f o n s : r e d a c t i e o n z e W e r e l d , SPUISTRAAT 2 3 9 D , 1 0 1 2 V P A m s t e r d a m , o f e - m a i l n a a r r e d a c t i e @ o n z e w e r e l d . n l . R e a c t i e s d i e n e n voo r z i e n t e z i j n v a n n a a m , a d r e s e n t e l e f oo n n u m m m e r . D e r e d a c t i e b e h o u d t z i c h h e t r e c h t voo r r e a c t i e s i n t e ko r t e n .
Op Groenland
onzeWereld is hét publiekstijdschrift over globalisering, duurzaam ondernemen en ontwikkeling en verschijnt 10 maal per jaar.
In de door u nogal slordig ingekorte versie van mijn reactie op het interview met professor Kroonenberg in het dec/jan.nummer staat ‘Pas als al het ijs is verdwenen, wordt het drijfijs in de oceaan niet meer aangevuld en kan de zeewatertemperatuur 1 à 2 graden stijgen’. Ik had geschreven: ‘Pas als al het ijs op Groenland is verdwenen...’. Prof. Ir. J.J.W. Nibbering, Roosendaal
onzeWereld wordt uitgegeven door Global Village Media dat wordt ondersteund door Oxfam Novib, Hivos, Cordaid en ICCO. Redactie:
Marcel van der Steen (1973) is sinds 2005 presentator en programmamaker bij LLiNK. Ook werkt hij op dit moment aan zijn eerste korte documentaire over twee dove jongeren in Zuid-Afrika. Voor onzeWereld reisde hij samen met Noortje de Greef naar Senegal om te onderzoeken wat er mis ging bij een internetproject daar. ‘Ik vind het fantastisch dat mensen “goed willen doen”, maar ik heb de afgelopen jaren wel geleerd dat we kritisch moeten blijven. Zodat hulp niet meer kapot maakt dan ons lief is.’
John Verhoeven (hoofdredactie) Fenneken Veldkamp, Jet van Wijk, Selma Kers (eindredactie) Renate Megens, Annemiek Huyerman (redactie) Janine Bekker (redactiecoördinatie) Joost Bataille (webredactie) Crissy Mulder (stage) Vormgeving: Marion Deerenberg, Paulien Jansen Marketing & sales:
Judith Verschuren 020 462 16 24
[email protected]
Advertentieverkoop:
Alicia van Vliet 020 462 16 28
[email protected]
Medewerkers aan dit nummer: Lisa St Aubin de Terán, Kees Beekmans, Arnold van Bruggen, Brigitte Delange, Elles van Gelder, Sven Gerrets, Noortje de Greef, Chris van der Heijden, Sharon Hesp, Floortje Hoette, Michiel Hulshof, Michèle Jacobs, Toef Jaeger, Marte Kaan, Luc van Kemenade, Roos Koole, Jack Leenaars, Jan Lepeltak, Hooman Majd, Hans Jaap Melissen, Greta Riemersma, Marjolein van Rotterdam, Stephan Sanders, Judith Spiegel, Bas Springer, Marcel van der Steen, Wies Ubags, Sanne Verdam, Peter Vermaas, Femke van Zeijl, René Zwaap. Beeld: G.M.B. Akash, ANP, René van Asselt, Joost Bataille,
Peter Boer, Studio ’t Brandt Weer, Mees van Deth, Flickr, Sharon Hesp, Noortje de Greef, Hollandse Hoogte, Michiel Hulshof, Istock Photo, Norman Jean Roy, Roos Koole, Daphne Kuilman, Jan Lepeltak, Magnum Photos, Reuters, Greta Riemersma, Marcel van der Steen, Kristel Steenbergen, Paballo Thekiso. Coverbeeld: Sven Torfinn/ HH
Contact:
tel. 020 462 16 50 fax 020 693 68 89 e-mail:
[email protected] website: www.onzewereld.nl
Zilveren Camera voor fotograaf Jeroen Toirkens In het dec/jan.nummer van onzeWereld schitterde de beeldreportage ‘Het ijs wordt onbetrouwbaar’ over Inuit-jagers in Groenland. Fotograaf Jeroen Toirkens heeft met deze serie de 1e prijs gewonnen in de categorie Buitenland-documentair in de Zilveren Camera-wedstrijd, onder de naam ‘Tiniteqilaaq, een jagersnederzetting in Oost-Groenland’. Toirkens foto’s weerspiegelen de problemen van de inheemse bevolking van Groenland die ontstaan door de verandering van het klimaat. Bekijk de winnende reportage op www.nomadslife.com
Kristel Steenbergen (1980) is illustrator/vormgever. ‘Tekenen zou mijn werk worden, dat wist al op mijn 8e. Ik ben geboren in een klein dorpje aan de kust van Kenia en heb tot mijn 18e in acht verschillende landen gewoond. Dit vond ik fantastisch omdat elk land weer anders was en mij op een hele nieuwe manier kon inspireren met het tekenen. Reizen is daarom onmisbaar voor mijn werk geworden, alle verschillende culturen zijn een bron van inspiratie.’ Voor dit nummer ontwierp Steenbergen de illustraties bij het artikel ‘Bouwpakket voor een beter Haïti’.
Bezoekadres:
Spuistraat 239 d, 1012 VP Amsterdam Lithografie en druk:
Senefelder Misset Doetinchem Veronica Litho Hilversum Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de Rechtbanken in Nederland. Een exemplaar van de Regelen is op aanvraag kosteloos beschikbaar. Abonnementenadministratie:
Postbus 105, 2400 AC Alphen a/d Rijn tel. 0172 47 60 85,
[email protected] Voor Oxfam Novib Wereld- en Totaalabonnees is het administratieadres:
Oxfam Novib, Mauritskade 9, 2514 HD Den Haag, tel. 070 342 17 77 Abonnementsprijzen:
Nederland: x 49,50 per jaar, studenten x 25,CJP-houders x 34,95; Europa: x 55,80. Buiten Europa: x 79,- Los nummer: x 5,95 Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze gegevens worden gebruikt voor de uitvoering van met u gesloten overeenkomsten, zoals de abonnementenadminstratie. Daarnaast kunnen de gegevens door onzeWereld, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante informatie en/of speciale aanbiedingen van producten en diensten. Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan kunt u ons hiervan per post (Redactie onze Wereld, Spuistraat 239-d, 1012 VP Amsterdam) of e-mail (
[email protected]) op de hoogte stellen.
In het aprilnummer: Rondje wereld: homoseksualiteit ++ Braziliaanse sloppenwijken worden leefbaar ++ Interview: rampenprofessor Eelco Dijkstra
Eventuele rappelkosten moeten worden doorberekend. Het abonne mentsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan door middel van een automatische incasso. Voor betaling via een toegestuurde acceptgirokaart geldt een toeslag van x 2,-. Indien één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch verlengd. Vermeldt u alstublieft bij al uw correspondentie aan de abonnementenadministratie uw abonneenummer. (ISSN: 0030-3232)
Onder voorbehoud
64 onze
3-10
wereld
Het volgende nummer verschijnt op 19 maart
22 onze
3-10
wereld
20 onze
3-10
wereld
34 onze
7/8-09
wereld