MODULEWIJZER PROJECT L OKALE OVERHEID EN VEILIGHEID Deeltijd Integrale Veiligheid
Major: Public Management Opleiding: Integrale Veiligheid Studiejaar: 2007 2008 Coördinator: Jan Brinks
INHOUD INLEIDING .........................................................................................................................................3 KORTE OMSCHRIJVING VAN DE MODULE.....................................................................................4 BRONNEN .........................................................................................................................................6 COMPETENTIES................................................................................................................................7 PROGRAMMAHANDLEIDING (“ DE WEEK BEKEKEN” ) ................................................................10 DE PRODUCTEN EN OPDRACHTEN..............................................................................................12 EINDOPDRACHT PROJECT LOKALE OVERHEID EN VEILIGHEID ................................................................13 PLAN VAN AANPAK PROJECT LOKALE OVERHEID EN VEILIGHEID .............................................................15 PRESENTATIE PROJECT LOKALE OVERHEID EN VEILIGHEID ...................................................................16 REFLECTIEVERSLAG PROJECT LOKALE OVERHEID EN VEILIGHEID ..........................................................17 CONCEPT SITE ................................................................................................................................18
2
INLEIDING Beste studenten Integrale Veiligheid, voor je ligt de modulewijzer voor het project Lokale overheid en veiligheid voor de deeltijdopleiding Integrale Veiligheid. Het project maakt deel uit van de major Public Management en de propedeuse. De docenten voor dit project hebben deze modulewijzer en bijbehorende literatuur en op drachten samengesteld in het vertrouwen dat deze alle informatie geven, die jullie nodig hebben om de module tot een goed einde te brengen. Jullie zullen in deze module met veel aspecten van Integrale Veiligheid in aanraking komen. Het is nadrukkelijk onze bedoeling dat hierbij theorie en praktijk elkaar afwisselen. Mochten jullie opmerkingen hebben naar aanleiding van deze modulewijzer of de inhoud van de module, dan hoop ik dat jullie de weg naar mij of de andere docenten weten te vinden. Veel plezier de komende maanden met dit project. Namens het docententeam, Jan Brinks (Coördinator opleiding Integrale Veiligheid)
3
K ORTE OMSCHRIJVING VAN DE MODULE Veiligheid of, als tegenpool, onveiligheid heeft veel verschijningsvormen. Je hebt er dagelijks mee te maken als je aan het verkeer deelneemt, als je uit gaat, in en om huis of in je buurt. De (mogelijke) gevaren zijn dan vaak gemakkelijk op te noemen en meestal vrij tastbaar. Je kent vast wel voorbeelden uit je eigen ervaring. In andere gevallen zijn dreigingen minder tastbaar. Denk aan terrorisme, een calamiteit op school of in een bedrijf, een natuurramp en dergelijke. In het project Lokale overheid en veiligheid maak je allereerst kennis met de vele verschij ningsvormen van (on)veiligheid, de manieren waarop gevaren of dreigingen ontstaan en wat er, door wie, tegen gedaan wordt. Bij het laatste gaat het zowel om het voorkomen van drei gingen, het beperken van de gevolgen mocht een dreiging toch leiden tot een calamiteit en het daadwerkelijke optreden bij een calamiteit. Veel zaken die te maken hebben met (on)veiligheid in onze samenleving behoren tot het takenpakket van de lokale overheid (zoals een gemeente). Het gaat om uiteenlopende zaken als verkeersveiligheid, sociale veiligheid, criminaliteitsbeheersing, rampenbestrijding, veilig heid in en van de gebouwde omgeving, externe veiligheid en dergelijke. In het project maak je, samen met anderen, een inventarisatie van deze taken en de instanties waarmee de overheid samenwerkt om deze taken uit te voeren. De inventarisatie mondt uit in een informatieve website. Deze zou geraadpleegd moeten kunnen worden door een burger die wil weten hoe het gesteld is met de veiligheid en het veiligheidsbeleid in zijn of haar gemeente. Zou moeten kunnen, omdat het natuurlijk aller eerst om een onderwijsproduct gaat. Hij of zij wordt geïnformeerd over de taken van de loka le overheid, de wijze waarop deze worden uitgevoerd en de rol die een verantwoordelijke burger hierin speelt. Meer concreet betekent dit dat in de website, voor diverse veiligheidster reinen in een gemeente, aan de orde komt: hoe het op een terrein gesteld is met de veiligheid (op basis van bestaand cijfermate riaal en andere gegevens), zowel in objectieve als in subjectieve zin; welk veiligheidsbeleid er gevoerd wordt; hoe de organisatie hiertoe op het gebied van veiligheid is ingericht; binnen welke wettelijke en landelijke beleidsmatige kaders beleid en organisatie zijn ingebed; hoe de verhouding is tussen de lokale overheid en zijn omgeving (andere veiligheids partners, burgers en bedrijfsleven) op het terrein van veiligheid. Tal van rechtsgebieden raken aan het thema veiligheid. Wetgeving op het gebied van veilig heid is dan ook zeer gedifferentieerd van aard. Gedacht kan worden aan regelgeving op be leidsterreinen als criminaliteitsbeheersing, rampenbestrijding, milieu, arbeidsomstandighe den, bouw, (weg, water, lucht)vervoer, enzovoort. Om wegwijs te worden in de voor de latere beroepsuitoefening relevante wet en regelgeving maak je in de module ‘Lokale over heid en veiligheid kennis met ‘Juridische zoekmethodes Veiligheidswetgeving’ en ‘Bestuurs rechtelijke aspecten van Veiligheidswetgeving’. Dit gebeurt aan de hand van het thema ‘Ver gunningen en handhaven’. Het gaat niet alleen om een kennismaking. De opgedane kennis breng je in praktijk door in de informatiepagina’s voor de informatieve website ook aan juridische aspecten aandacht te besteden. Om het eindproduct, de informatieve website, te realiseren wordt gewerkt op drie sporen: een hoorcollegespoor, een projectspoor en een practicumspoor.
4
In het hoorcollegespoor wordt een aantal thema's op het gebied van lokale overheid en vei ligheid ingeleid. Het gaat om colleges waarin veiligheid centraal staat en om colleges waarin de wettelijke kaders voor veiligheidsbeleid aan de orde komen. De colleges op het terrein van veiligheid gaan over de volgende onderwerpen: Inleiding Integrale Veiligheid; De belangrijkste taken van de lokale overheid op het gebeid van veiligheid; Rampenbestrijding; Sociale veiligheid, criminaliteit en terrorisme; Veiligheid en de bebouwde omgeving; Externe veiligheid en verkeersveiligheid. De stof van de overzichtcolleges en de bijbehorende literatuur gebruik je, naast aanvullend materiaal dat je zelf verzamelt, bij het maken van het eindproduct (de website). De beheer sing van de collegestof wordt echter ook getoetst. Dit gebeurt door een niveaubepalende Blackboardtoets (via internet) in de tentamenperiode van periode 1 en een schriftelijke toets in de tentamenperiode van periode 2. In het projectspoor werk je in groepen van vier tot vijf personen. Het projectwerk bestaat uit een periodiek voortgangsoverleg, inhoudelijke consultatie van docenten, het bespreken van tussenproducten en het eigenlijke groepswerk. Als groep werk je zelfstandig aan het eind product, ofwel de informatieve website. Het is de verantwoordelijkheid van de projectgroep om dit spoor tot een goed eind te brengen. Hiertoe worden onder meer de volgende tussen producten gemaakt: een plan van aanpak voor het realiseren van de gezamenlijke site; een concept voor de vormgeving van de site; door groepsleden becommentarieerde eigen bijdragen aan de site. In het practicumspoor leer je een website ontwerpen en inhoud te geven. Voor het maken en plaatsen van een website op de NHLserver wordt een practicum voor belangstellenden ver zorgd.
Studiebelasting De student krijgt bij voldoende afronding van de volledige module 10 EC. Dit staat voor 280 uren studiebelasting per student.
Vakgebieden van de module De volgende vakgebieden staan centraal in de module: Integrale Veiligheidskunde
Kerndocenten van de module De kerndocenten van de module zijn: Docenten Integrale Veiligheid: Jan Brinks, Uilke Tjalsma
Studieloopbaanbegeleiding voor IV specialisatie Je krijgt voor het hele jaar, dus ook voor dit project, een van de volgende studieloopbaanbe geleiders toegewezen: Vacature
5
B RONNEN De volgende literatuur wordt voorgeschreven: Stol, W., Rijpma, J., Tielenburg, C., Veenhuysen, H. en Abbas, T. (red.), Basisboek Integrale Veiligheid, Coutinho, Bussum 2006. Waaruit de hoofdstukken 1 – 4, 12, 20, 21, 23, 25, 27, 28 en 30. Kernbeleid veiligheid een handreiking voor gemeenten, VNGuitgeverij, via internet te verkrijgen. Een beknopte Reader Lokale overheid en veiligheid (zie hieronder)
Beknopte reader Lokale overheid en veiligheid De beknopte reader voor Lokale overheid en veiligheid bestaat uit een aantal publicaties die via internet te verkrijgen zijn. Met deze publicaties worden tweeinhoudelijke terreinen van de betrokkenheid van de lokale overheid bij integrale veiligheid aanvullend bestreken. Het gaat om de volgende onderwerpen en publicaties:
1. Leefbaarheid. sociale veiligheid, criminaliteit en terrorisme: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Den Haag 2004, Advies 31. Sociale Veiligheid Organiseren; naar herkenbaarheid in de publieke ruimte, SDU uitgevers, Den Haag 2004, waaruit: hoofdstuk 1 tot en met 3. (30 pagina’s). 2. Veiligheid en de bebouwde omgeving: Berenschot en DSPgroep, Veiligheidseffectrapportage Handleiding, Berenschot en DSP groep, Utrecht en Amsterdam, 2000. (40 pagina’s). Gemeente Apeldoorn, Veiligheidshandleiding openbare ruimte Apeldoorn,. Apeldoorn, 2001. Van de handleiding van de gemeente Apeldoorn zijn de eerste 10 pagina’s van belang, de rest is te beschouwen als een scala aan praktische ‘voorbeelden’
Informatieve websites Voor een deel van de onderwerpen die aan de orde komen tijdens de colleges bestaan sites die als startpunt kunnen dienen voor verdere informatieverzameling, bijvoorbeeld voor het maken van bijdragen aan de website. Het gaat per onderwerp om:
1. Leefbaarheid. sociale veiligheid en criminaliteit: De website van het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid, http://www.ccv.nu/, biedt mogelijk voor de eindopdracht nuttige informatie. 2. Veiligheid en de bebouwde omgeving: De website waarop de eerste publicatie staat, de site van het Informatiepunt Lokale Veilig heid (www.ilv.nl), biedt mogelijk ook voor de eindopdracht nuttige informatie. De informatie op de site is inmiddels opgenomen op de site het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid, http://www.ccv.nu/. 3. Verkeersveiligheid: De website van over Duurzaam Veilig, http://www.rwsavv.nl/verkeersveiligheid/index2.html, biedt mogelijk voor de eindopdracht nuttige informatie. 4. Externe veiligheid: De website van het kenniscentrum Externe veiligheid http://www.externeveiligheid.nl , biedt mogelijk ook voor de eindopdracht nuttige informatie op diverse terreinen. 5. Rampenbestrijding: Voor de eindopdracht kan ook nuttige informatie staan op de site van de NIBRA ofwel het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid
6
COMPETENTIES Het project lokale overheid en veiligheid levert een bijdrage aan een deel van de tien compe tenties op het niveau van de propedeuse van de major public management. Dit zijn:
1. Handelt vanuit het publieke belang in een Europese context Je geeft samen met anderen een overzicht van de taken die de lokale overheid heeft op het terrein van veiligheid en de partners waarmee de lokale overheid samenwerkt. Een belang rijk aandachtspunt hierbij is het publieke belang van het uitvoeren van deze taken (tegenover private belangen) en de eigen rol van burgers op het terrein van veiligheid. 2. Ontwikkelt, implementeert en evalueert beleid In het project rapporteer je over lokaal veiligheidsbeleid evenals over het functioneren van de rampenbestrijding op lokaal en regionaal niveau. Je geeft hierbij tevens de relatie van dit beleid aan met landelijk beleid en met de geldende juridische randvoorwaarden en voor schriften. 4. Gaat effectief, integer en ethisch verantwoord om met functiemacht Tijdens het werken in de groepen oefen je met verschillende groepsrollen die elk hun eigen functiemacht met zich meebrengen, zoals groepslid, voorzitter, notulist en dergelijke. Verder geef je en ontvang je inhoudelijke feedback aan en van medegroepsgenoten. 5. Voert zelfstandig onderzoek uit. Op het terrein van lokale veiligheid breng je de aard en omvang van problemen in kaart aan de hand van beschikbare kwantitatieve gegevens. 6. Communiceert effectief en meertalig De website over de taken van de lokale overheid die door de hele groep wordt gemaakt, wordt uiteindelijk gepresenteerd door een aantal leden van de groep. Jij bent echter net als elk ander groepslid in staat om vragen naar aanleiding van de presentatie te beantwoorden. Voor je eigen bijdragen aan de website maak je een beknopte samenvatting in het Engels. 9. Realiseert een project In het kader van het project wordt een plan van aanpak gemaakt en uitgevoerd dat uiteinde lijk leidt tot een website over lokale veiligheidszorg en lokaal veiligheidsbeleid. Hierbij is sprake van een individuele verantwoordelijkheid als groepslid en een gedeelde groepsver antwoordelijkheid. 10. Beschikt over reflectief vermogen Je bent in staat te reflecteren op het proces dat de groep doormaakt en je eigen rol hierin. Dit kan je plaatsen in de ingezette eigen ontwikkelingslijn en vertalen in een voortschrijdend ontwikkelingsplan. Leerdoelen De competenties voor de propedeuse zijn in de onderstaande tabel omschreven in termen van leerproducten: Competentie Demonstratie door de student 1 geeft weer welke taken lokale overheden op het gebied van veiligheid uitoefenen en wat hiervan het publieke belang is; beschrijft hoe de rampenbestrijding op lokaal en regionaal niveau func tioneert; benoemt de rol van diverse partners die samen met de lokale overheid zorgen voor veiligheid;
7
2
4
5
6
9
10
past de basisbeginselen van integrale veiligheid toe in concrete voor beelden uit de lokale veiligheidspraktijk; geeft voor zelfgekozen veiligheidsterreinen aan welk beleid de lokale overheid voert; vindt en benoemt de relatie van de lokale veiligheidszorg en het lokale veiligheidsbeleid met bestaande beleidsmatige en wettelijke kaders op landelijk niveau; kan, in voorkomende gevallen, de procedures ten aanzien van vergun ningverlening en handhaving op lokaal niveau onder woorden brengen; functioneert in diverse rollen in een taakgroep; geeft feedback aan groepsleden; ontvangt en verwerkt feedback van groepsleden; weet hoe de objectieve en/of de ervaren omvang van een lokaal veilig heidsprobleem gemeten wordt; maakt een inventarisatie van de aard en omvang van een bepaald lo kaal veiligheidsprobleem; neemt interviews met deskundigen af; richt samen met anderen een visueel ondersteunde presentatie in; definieert en beschrijft problemen; zet samen met anderen een kleine taakgroep op, maakt hiervoor een projectplan en functioneert daarin adequaat; maakt in groepsverband een plan van aanpak voor het ontwikkelen van een product; reflecteert op eigen handelen.
Wijze van toetsing en criteria: De module wordt op de volgende wijze getoetst: Individu: Blackboardtoets Lokale overheid en veiligheid in tentamenperiode 1 (Syllabus Inlei ding Integrale Veiligheid, Reader IV dan wel onderdelen van het Basisboek Integrale Veiligheid) Schriftelijke toets Lokale overheid en veiligheid in periode 2 Reflectieverslag
Groep:
Plan van aanpak Website lokale overheid Presentatie
Verdeling EC`s: Thema Studieloopbegeleiding: logboek en reflectieverslag; voldaan Blackboard tussentoets Integrale veiligheid; minimaal 5,5 Tentamen (AOT) Lokale overheid en veiligheid; minimaal 5,5 Plan van aanpak; voldaan Eindproduct (Website); minimaal 5,5 Presentatie; voldaan
8
EC 4
Uren 140
6
140
10
280
Tentamenliteratuur Blackboardtoets en Overall tentamen: De volgende literatuur wordt getentamineerd: Stol, W., Rijpma, J., Tielenburg, C., Veenhuysen, H. en Abbas, T. (red.), Basisboek Integrale Veiligheid, Coutinho, Bussum 2006. Waaruit de hoofdstukken 1 – 4, 6, 7, 12, 20, 21, 23, 25, 27, 28 en 30. Kernbeleid veiligheid een handreiking voor gemeenten, VNGuitgeverij, 2006. Waaruit Deel B. Beknopte Reader Lokale overheid en veiligheid Waaruit: Leefbaarheid. sociale veiligheid en criminaliteit: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Den Haag 2004, Advies 31. Sociale Veiligheid Organiseren; naar herkenbaarheid in de publieke ruimte, SDU uitge vers, Den Haag 2004, waaruit: hoofdstuk 1 tot en met 3. (30 pagina’s). Veiligheid en de bebouwde omgeving: Berenschot en DSPgroep, Veiligheidseffectrapportage Handleiding, Berenschot en DSPgroep, Utrecht en Amsterdam, 2000. (40 pagina’s). Gemeente Apeldoorn, Veiligheidshandleiding openbare ruimte Apeldoorn,. Apel doorn, 2001. (Van de handleiding zijn de eerste 10 pagina’s van belang).
9
PROGRAMMAHANDLEIDING (“ DE WEEK BEKEKEN” ) In de programmahandleiding hieronder staat per week weergegeven welke werkvormen je tegenkomt, wat er in die werkvorm aan de orde is (inhoud en literatuur), welk product of wel ke activiteit voor jou (je groep) centraal staat en welke docent deze werkvorm verzorgt. Het projectwerk, het werk dat je samen met leden van je groep doet, moet je zelf indelen. Soms is hier op vrijdagmiddag ruimte voor, vooral in periode 2, soms worden tussenproducten, vooral rond het plan van aanpak, per email of Blackboard afgehandeld. Week 1.1
Werkvorm
Inhoud
Werkcollege
Inleiding Integrale Veiligheid
Product/activiteit
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 1 en 2 Week 1.2
Werkvorm
Inhoud
Werkcollege
Inleiding Integrale Veiligheid: Meten en keten benadering
Product/activiteit
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 3 en 4 Week 1.3
Werkvorm
Inhoud
Overzichtscollege
Inleiding Integrale Veiligheid: Rampenbestrij ding
Product/activiteit
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstukken 12 en 25 Week 1.4
Werkvorm
Inhoud
Overzichtscollege
Veiligheidstaken Lokale overheid: inleiding op eindproduct
Product/activiteit
Docent Brinks
Kernbeleid veiligheid Modulewijzer: Eindopdracht en Plan van aanpak Groepswerk
Opstarten projectgroepen
Groepsregels
Brinks
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Docent
Overzichtscollege
Leefbaarheid, sociale veiligheid, criminaliteit en terrorisme
Week 1.5 Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstukken 20, 21 en 23 Reader: Leefbaarheid, sociale veiligheid, criminaliteit en terrorisme Groepswerk
Projectgroepoverleg
Keuze veiligheidster Brinks reinen
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Overzichtscollege
Veiligheid en de bebouwde omgeving
Week 1.6
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 20 en 28 Reader: Veiligheid en de bebouwde omge ving Groepswerk
Projectgroepoverleg
Concept eerste deel Brinks plan van aanpak
10
Week 1.7
Werkvorm
Inhoud
Overzichtscollege
Externe veiligheid en water
Product/activiteit
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 27 en 30 Groepswerk
Projectgroepoverleg
Concept tweede deel Brinks plan van aanpak
Week 1.8 (Projectweek)
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Groepswerk
Projectgroepoverleg
Definitief plan van Brinks aanpak
Docent
Week 1.9 (Toetsweek)
Werkvorm
Inhoud
Tentamen
Blackboardtoets (via internet)
Product/activiteit
Docent
Product/activiteit
Docent
Week 2.1
Werkvorm
Inhoud Wetgeving: vergunningen en handhaven
Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 6 en 7 Groepswerk
Projectgroepoverleg
Brinks /Tjalsma
Week 2.2
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Juridische instrumenten
Docent Brinks
Basisboek Integrale Veiligheid, hoofdstuk 6 en 7 Groepswerk
Projectgroepoverleg
Brinks /Tjalsma
Week 2.3
Werkvorm
Inhoud
Groepswerk
Projectgroepoverleg
Product/activiteit
Docent Brinks /Tjalsma
Week 2.4
Werkvorm
Inhoud
Practicum Groepswerk
Opzetten en maken website Projectgroepoverleg
Product/activiteit
Docent Brinks Brinks /Tjalsma
Week 2.5
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Practicum Groepswerk
Opzetten en maken website Projectgroepoverleg
Docent
Brinks Concepten inhoude Brinks /Tjalsma lijke bijdragen
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Practicum Groepswerk
Plaatsen website Projectgroepoverleg
Week 2.6
Docent Brinks Brinks /Tjalsma
Week 2.7
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Docent
Groepswerk
Projectgroepoverleg
Concept website
Brinks /Tjalsma
Product/activiteit
Docent
Week 2.8 (Projectweek)
Werkvorm
Inhoud
Werkcollege
Presentatie website
Brinks /Tjalsma
Week 2.9 (Toetsweek)
Werkvorm
Inhoud
Product/activiteit
Docent Definitieve website Brinks /Tjalsma Logboek en reflectie verslag
11
DE PRODUCTEN EN OPDRACHTEN De producten en opdrachten die gelden voor het project Lokale overheid en veiligheid wor den op de volgende bladzijden gepresenteerd. Als er sprake is van uiterlijke termijnen voor het inleveren hiervan dan staan ze bij de opdrachten vermeld. Het gaat om: Eindopdracht project Lokale overheid en veiligheid Plan van aanpak project Lokale overheid en veiligheid Presentatie project Lokale overheid en veiligheid Reflectieverslag project Lokale overheid en veiligheid Concept site
12
Eindopdracht project Lokale overheid en veiligheid De eindopdracht voor het project Lokale overheid en veiligheid bestaat uit het opzetten en uitvoeren van een project dat leidt tot een website over veiligheid en het veiligheidsbeleid van een nader te bepalen lokale overheid in Nederland. Het eindproduct, de website, wordt in de projectweek van periode 2 (week 2.8) gepresenteerd.
Algemene Randvoorwaarden Voor de realisering van de uiteindelijke website bestaat een aantal randvoorwaarden. Voor een deel bepalen deze de inhoud van de site en voor een deel de vormgeving. Het gaat om de volgende voorwaarden: de individuele bijdrage aan de inhoud van de site bestaat uit vier onderwerpen; de site moet begrepen kunnen worden door een doorsnee burger (dus zo weinig mogelijk jargon); een onderwerp bevat minimaal 350 en maximaal 450 woorden; bij elk onderwerp hoort tenminste één afbeelding of schema; bij elk onderwerp wordt een aparte literatuurlijst (van geraadpleegde literatuur en eventu ele andere bronnen) bijgevoegd; bij elk onderwerp worden tenminste twee links opgenomen in de pagina naar andere re levante websites, waarvan één verwijst naar relevante wet of regelgeving.
Werkproces Een volledige website wordt gemaakt door een projectgroep van vier tot vijf personen. Dit gebeurt in vier stappen: 1. Opstellen van een plan van aanpak. Het plan van aanpak wordt in drie stappen ontwik keld. In week 1.5 worden de veiligheidsterreinen en –onderwerpen per groep vastgelegd. Vervolgens wordt dit in week 1.6 uitgewerkt tot een projectplan waarin de onderwerpen worden verdeeld en zogenaamde volgers worden toegewezen. In week 1.7 worden de onderwerpen tenslotte uitgewerkt in vraagstellingen. In week 1.8 wordt het volledige plan van aanpak goedgekeurd. De onderwerpen en hun uitwerking worden in overleg met de docenten vastgesteld. 2. Individueel verzamelen en uitwerken van materiaal. Het uitgewerkte materiaal (teksten en afbeeldingen) zijn klaar in week 2.5. Tussentijds vindt overleg plaats over de voortgang in de projectgroep met de inhoudelijke docent. Er wordt uitgegaan van het uitwerken van één onderwerp per week, te beginnen in week 2.1. 3. Maken van een website. Het uitgewerkte materiaal is uiterlijk in week 2.7 omgezet in pa gina's voor een website, ofwel een conceptwebsite. 4. Presenteren van het eindproduct. Tijdens de projectweek van periode 2 (week 2.8) wor den de websites gepresenteerd. De definitieve versie volgt na eventueel commentaar tij dens de presentatie aan het eind van de tentamenweek van periode 2. (week 2.9)
Onderwerpen De individuele onderwerpen zijn tot op zekere hoogte vrij te kiezen, in overleg met de inhou delijke docenten en indien mogelijk mensen uit de lokale veiligheidspraktijk. De terreinen waarop de onderwerpen liggen (bij voorkeur ontleend aan Kernbeleid veiligheid van de VNG) worden in overleg met de docenten vastgesteld. De onderwerpen voor een individuele stu dent worden gekozen vanuit tenminste twee van deze (brede) terreinen. Bij de keuze geldt wel een aantal randvoorwaarden.
13
De individuele pagina’s bevatten, indien van toepassing, in elk geval: Een korte omschrijving van het onderwerp met een indicatie van de omvang van het veiligheidsprobleem bij de gekozen lokale overheid; Een weergave van het lokale beleid; De wettelijke en landelijke beleidsmatige kaders; Partners waarmee wordt samengewerkt; Wat verwacht mag worden van een burger of een organisatie (bedrijf). De onderwerpen worden gekozen op terreinen waarop je nog niet bekend bent vanuit je eventuele beroepscontext. De onderwerpen worden onderling afgestemd in je projectgroep zodat de website één thema als leidraad meekrijgt. Dit is heel globaal veiligheid op het grondgebied van een lokale overheid en het veiligheidsbeleid dat door deze overheid wordt gevoerd. Gezamenlijk maak je een aparte pagina waarop alle literatuur en eventuele andere bronnen, per onderwerp, vermeld staan.
Beoordeling Het eindproduct (de website) wordt, naast het voldoen aan de eerder genoemde randvoor waarden, beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
Inhoudelijke eisen
volledigheid correctheid gebruik van en verwijzing naar relevante wet en regelgeving en beleidsdocumenten aanwezigheid van de elementen: omschrijving en omvang, beleid, samenwerkings partners en de rol van burgers of organisaties (bedrijven).
Vormeisen
homepagina met duidelijke interne links naar de andere pagina's correct en toegankelijk taalgebruik verzorgde uitvoering en layout gebruikersvriendelijkheid (bijvoorbeeld door het gebruik van kopjes)
Inleverdata Plan van aanpak Uitgewerkt materiaal Concept eindproduct Presentatie Definitief eindproduct
26 oktober 2006 14 december 2006 11 januari 2007 week 2.8 25 januari 2007
14
Plan van aanpak project Lokale overheid en veiligheid In de weken 1.5 – 1.8 van het project Lokale overheid en veiligheid moet een plan van aan pak worden gemaakt en besproken. Dit plan moet uiterlijk op 26 oktober 2006 worden inge leverd. In het plan moet een aantal zaken worden vastgelegd. Hieronder volgt een korte op somming van de onderdelen van het plan. Op een paar onderdelen wordt vervolgens iets dieper ingegaan. Een voorbeeld voor een plan van aanpak (‘pva_voorbeeld.pdf’) is bij de documenten van de Blacboardcourse Lokale overheid en veiligheid te vinden.
Onderdelen Het eindproduct voor het project Lokale overheid en veiligheid bestaat uit een door vier tot vijf personen gevulde website. Het plan dat hiervoor gemaakt moet worden bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: Korte omschrijving van het gemeenschappelijke thema; De algemene vraag of vragen die de gebruiker (degene die de website bekijkt) be antwoord krijgt in de website; Een korte aanduiding van de individuele onderwerpen die antwoord geven op de al gemene vraag of vragen; Per onderwerp de vraagstellingen die inhoudelijk beantwoord worden; Per onderwerp wordt een 'maker' en een 'kritisch volger' aangegeven; Een tijdplanning waarin zowel groepsbijeenkomsten als oplevering van producten staan vermeld.
Makers en volgers Het werken met 'makers' en 'kritische volgers' zorgt ervoor dat over ieders schouder wordt meegekeken bij het invullen van een onderwerp. Dit gebeurt op twee niveaus: 1. Bij elk onderwerp is er één maker en één volger. De volger fungeert als kwaliteitsbe waker. Voor verschillende onderwerpen zijn er verschillende volgers. Tussenproduc ten van een 'maker' en commentaar van een 'volger' worden opgenomen in een log boek (zie: ‘Reflectieverslag’). 2. Op wat grotere afstand is de hele groep 'volger' voor elk onderwerp. Deze werkwijze leidt ertoe dat elk groepslid bij de eindpresentatie in principe elk on derwerp moet kunnen presenteren.
Vraagstelling per onderwerp Na goedkeuring van het globale projectplan (in week 1.6) vullen de 'makers' dit plan aan voor de gekozen onderwerpen. Dit gebeurt in week 1.7. De uitwerking wordt (eventueel via de elektronische snelweg) overlegd met de docent. Per onderwerp wordt vermeld: Welke deelvragen per onderwerp worden beantwoord; Op grond van welke informatiebronnen de vraagstelling voor het onderwerp wordt beantwoord; In welke volgorde de onderwerpen worden uitgewerkt (gezien de ingeschatte be schikbaarheid van bronnen).
Thema en concept De praktische vormgeving van het thema in een concept voor de website gebeurt na goed keuring van het definitieve plan van aanpak. Een aantal aanwijzingen voor het bepalen van het concept zijn apart vermeld in 'Concept voor de site'.
15
Presentatie project Lokale overheid en veiligheid Elke groep presenteert de ontwikkelde website over veiligheid op het grondgebied van een lokale overheid en het door deze overheid gevoerde veiligheidsbeleid aan de rest van de klas. Deze presentatie wordt ondersteund met een Powerpointpresentatie. De inhoud van de presentatie is vooral gebaseerd op de uitwerking van het concept (thema) dat ten grond slag ligt aan de website. Onderdelen van de website kunnen gebruikt worden als illustratie materiaal van deze uitwerking. De presentatie vindt plaats in week 2.8. Bedenk dat de presentatie een product van de hele groep is! Elk groepslid is dus in dezelfde mate verantwoordelijk voor een originele en heldere presentatie. Wat geen rol speelt in de beoordeling is of degene die presenteert wel of niet een ervaren presentator is. Voor de presentatie gelden als randvoorwaarden en daarbij als beoordelingsmomenten: Een heldere structuur van de presentatie met een of meer duidelijke startvragen, het antwoord daarop en de conclusies die aan de antwoorden worden verbonden. De Powerpointpresentatie ondersteunt de eigenlijke presentatie en wordt niet voor gelezen. Elk groepslid is in staat om willekeurige vragen over de presentatie te beantwoorden. Eén van de vragen zal in elk geval gaan over het mogelijk botsen van publieke en private belangen bij een of meer van de onderwerpen. Tenminste twee leden van de groep nemen een deel van de lijfelijke presentatie op zich. Degene die presenteert wordt gewaardeerd op zijn presentatievaardigheden. Deze waarde ring speelt echter geen rol in het eindoordeel, niet iedereen presenteert immers lijfelijk. De waardering kan echter wel belangrijke leermomenten bevatten. Dit geldt niet alleen voor de presentator maar ook voor anderen. Bij het presenteren wordt gelet op: afwisseling in stemgebruik en tempo; timing; nonverbale aspecten van de presentatie; enthousiasme en overtuigingskracht.
16
Reflectieverslag project Lokale overheid en veiligheid Het reflectieverslag voor het project Lokale overheid en veiligheid van de deeltijdopleiding Integrale Veiligheid wordt individueel bijgehouden. Voor een deel wordt het echter gevuld met groepsverslagen (verslagen van bijeenkomsten, projectplan en dergelijke). Het heeft een dubbele functie. Het verslag bestaat hiertoe uit twee delen: een logboekdeel en een reflec tiedeel. Voor jezelf biedt het inzicht in de activiteiten de je verrichtte. Daarnaast speelt het logboek een rol in de begeleiding van het werken in groepen en het mentoraat.
Logboek Het logboek wordt chronologisch per activiteit opgezet. Een activiteit is bijvoorbeeld het pro duceren van een pagina voor de website, notuleren bij groepsbijeenkomsten of een onder deel van de presentatie voorbereiden. Per activiteit vermeld je: Wat de activiteit is. Welke relatie de activiteit heeft tot het groepswerk dat leidt tot het eindproduct. Wanneer de activiteit plaats vond. Hoe lang je met een activiteit bezig was. Wat nieuw was voor je in de activiteit. Welke problemen je eventueel tegenkwam bij het uitvoeren van de activiteit en hoe je deze oploste. Eventuele verdere opmerkingen over wat je van die activiteit vond en of je deze me ning ook aan anderen hebt verkondigd en er vervolgens iets mee gedaan is. In het logboek komen ook de tussenproducten voor de individuele onderwerpen te zitten. Een ‘maker’ van een onderwerp is ervoor verantwoordelijk dat ook het commentaar van een ‘volger’ in zijn of haar deel van het logboek terechtkomt. Uiteindelijk vormt het logboek de basis voor het reflectieverslag.
Reflectiedeel In het reflectieverslag kijk je terug op de manier waarop de eindopdracht is uitgevoerd. Je kijkt dus terug op wat je eigen activiteiten waren maar ook hoe de samenwerking in de groep verliep en welke rol je hier zelf bij speelde. In het reflectieverslag wordt, vanuit het perspectief van te verwerven competenties, tenmin ste aandacht besteed aan een aantal zaken. In vraagvorm zijn dit: Wat waren mijn doelen ten aanzien van het project? Zijn de doelen gerealiseerd, en zo niet, op welke punten niet? Wat heb ik geleerd (dat ik nog niet wist)? Wat ging goed en wat minder goed? Hoe heb ik eventuele problemen kenbaar gemaakt en/of opgelost? Welke waardering of feedback kreeg ik van anderen en hoe ging ik hier mee om? Wat zijn terugkijkend mijn sterke en zwakke punten bij het uitvoeren van de eindop dracht? Wat neem ik mij voor ten aanzien van de zwakke punten? Het logboek en reflectieverslag worden uiterlijk op 26 januari 2007 ingeleverd.
17
Concept site Het beoordelen van webpagina's of een hele website is lastiger dan het beoordelen van offi ciële wetenschappelijke documenten in boeken of tijdschriften. Iedereen kan per slot van rekening een website maken en beschikbaar stellen via het Internet. Toch is er wel een aan tal handvaten te bedenken waarmee je de kwaliteit van documenten op het web kunt beoor delen. Van deze criteria kun je gebruik maken bij het vormgeven van de eigen site voor de eindopdracht.
Autoriteit
Wie is verantwoordelijk voor de site? Is duidelijk aangegeven wie de auteur is en wat haar/zijn status is? Is er sprake van een commerciële, persoonlijke, overheids of academische website?
Sites van educatieve instellingen (.edu), nonprofit organisaties (.org) en de Amerikaanse overheid (.gov) zijn over het algemeen betrouwbaarder dan commerciële sites (.com).
Inhoud
Wat is de doelstelling van de site? Sluiten de inhoud en de presentatie goed aan op de doelen van de organisatie? Is de tekst van de site goed geschreven? Voor wie is de site gemaakt? Waarom is de site gemaakt? Communiceert de site voldoende over wat bezoekers erop kunnen vinden? Is de informatie van de site goed gedocumenteerd? Is het accuraat? Worden de punten die de organisatie aan de bezoekers duidelijk wil maken, voldoen de onder de aandacht gebracht (ook bij scannende, slecht lezende bezoekers)? Is de informatie compleet? Is de informatie te verifiëren? Bevat de site geen overbodige informatie? Staat er bij welke bronnen eventueel gebruikt zijn? Wordt via links aanvullende informatie aangeboden? Is alle informatie geschikt voor de website of is hij er (deels) klakkeloos opgezet?
Toegankelijke teksten
Zijn teksten ultrabeknopt? Zijn teksten goed onderverdeeld in korte alinea's met witregels, liefst met kopjes? Zijn de woorden en zinnen kort? Wordt uitsluitend gebruik gemaakt van (voor de doelgroepen) alledaagse taal? Zijn er spellings of taalfouten?
Ontwerp
Is de site goed opgezet? Is de site rustig en overzichtelijk? Is de vormgeving functioneel en ondersteunend (in plaats van dominant)? Is de kleur van het lettertype contrasterend met de kleur van de achtergrond, dus goed leesbaar? Zijn de graphics op de sitepagina duidelijk en nuttig of leiden ze de aandacht af?
18