moduleboek compleet juli 2013
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Mutsaersstichting.
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
2
Inhoudsopgave Overzicht Modulen ................................................................................................................. 4 Modulegroep 0. Behandelcoördinatie .................................................................................. 8 Modulegroep 1. Preventie
................................................................................................ 10
Modulegroep 2. Diagnostiek ............................................................................................. 16 Modulegroep 3. Individuele behandeling ........................................................................... 33 Modulegroep 4. Ouder -, gezinsbegeleiding ..................................................................... 50 Modulegroep 5. Groepsbehandeling
................................................................................ 60
Modulegroep 6. Psychotherapie ....................................................................................... 76 Modulegroep 7. Leefgroep
............................................................................................... 80
Modulegroep 8. Onderwijs
............................................................................................... 88
Modulegroep 9. GIA .......................................................................................................... 91
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
3
Overzicht modulen en modulegroepen (vernieuwde versie juli 2013)
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
4
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
5
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
6
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
7
Modulegroep 0. Behandelcoördinatie
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
8
Module 0.1.1 intake-, afstemmings-, advies- en eindgesprek 1. In het kort Deze module is voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar en wordt uitgevoerd door de behandelcoördinator. De behandelcoördinator ziet erop toe dat de juiste hulp georganiseerd wordt en bewaakt het voortgangsproces van de cliënt gedurende de gehele behandeling. Aan de hand van vaste gespreksmomenten wordt deze voortgang gemonitord. Het intakegesprek is het eerste behandelcontact met kind en ouders en eventueel direct betrokkenen. Tijdens het gesprek wordt de start van de behandeling ingezet. In het afstemmings- en adviesgesprek wordt het advies en (concept) behandelplan besproken en eventueel ondertekend. In het eindgesprek wordt met de ouders evaluerend en waarderend teruggekeken op het gehele behandelproces. Ieder gesprek duurt gemiddeld 90 minuten. 2. Voor wie is het Deze module is voor gezinnen en kinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar die een beroep doen op de zorg van de Mutsaersstichting. 3. Waarom Het primaire doel is om contact te leggen met de cliënt, de problematiek in kaart te brengen, een behandelplan op te stellen en deze te evalueren. Het behandelplan komt tegemoet aan de problematiek en situatie van de cliënt en het cliëntsysteem. De behandelcoördinator ziet er op toe dat passende hulp en zorg gearrangeerd wordt, de voortgang en het effect van de hulp bewaakt wordt en de belangen van de cliënt behartigd worden. 4. Wat houdt het in Deze benadering vloeit voort uit het werken met stepped care, ieder contact na het eerste intakegesprek maakt deel uit van de behandeling. Tijdens de behandeling kan daar waar nodig aanvullende diagnostiek worden gedaan. De voortgang, tevredenheid, verslaglegging en informatiebehoefte wordt bij ieder overleg besproken. De behandeling wordt pas afgesloten als alle modules zijn afgesloten. Indien na een evaluatie de behandeling wordt voortgezet zal dit in gesprek besproken en vastgelegd worden in een behandelovereenkomst. Deze module bestaat uit tenminste drie gesprekken van 90 minuten, met de mogelijkheid tot herhaling. 5. Praktische informatie Omvang: 1.080 minuten • Directe tijd: 270 minuten (inclusief 3 gesprekken van 90 minuten) • Indirecte tijd: 810 minuten (inclusief: coördinerende taken, interne en externe contacten, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twaalf maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: B t/m G, paramedicus, vaktherapeut, verpleegkundige Financiering: GGZ, JHV, AWBZ, WMO
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
9
Modulegroep 1. Preventie
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
10
Module 1.1.1 Inloopspreekuur 1. In het kort In het inloopspreekuur kunnen opvoeders met vragen over opvoeden en opgroeien terecht. Opvoeders kunnen ervaringen uitwisselen en vragen over opvoeding aan een professional of andere opvoeder stellen. Door samen met andere ouders en een professional in gesprek te gaan over alledaagse opvoedsituaties en bijbehorende problemen, kunnen zij laagdrempelig advies inwinnen. De spreekuren vinden plaats op een school, CJG of ander gezondheidscentrum in de regio. 2. Voor wie is het Deze module is geschikt voor alle opvoeders die vragen hebben op het gebied van opvoeden en opgroeien in de preventieve sfeer. De opvoeding wordt door deze opvoeders als een belasting ervaren. Er zijn opvoedingsvragen maar er is nog onvoldoende bekendheid en/of durf om hiermee naar buiten te treden. Tevens kunnen zij te maken hebben met dilemma´s; zij willen de kinderen bijbrengen hoe ze kunnen omgaan met de normen en waarden van de samenleving. Tegelijkertijd kunnen deze normen, waarden verschillen van de eigen cultuur en opvattingen, die zij ook willen overdragen. Er wordt laagdrempelig advies gegeven bij alledaagse opvoedingsvragen, soms uitmondend in opvoedingsproblemen. 3. Waarom Deze module heeft als doel de ontmoeting en uitwisseling van ervaringen tussen (allochtone) opvoeders te bevorderen. Tevens worden opvoedingsondersteuning en licht pedagogisch advies laagdrempelig aangereikt. Deze preventieve aanpak draagt bij aan gezinsgerichte vroegsignalering, het vergroten van de signaalgevoeligheid, het versterken van zelfsturing en autonomie en het vereenvoudigen (indien nodig) van toeleiding naar andere zorg. 4. Wat houdt het in In de behandeling staat preventie via empowerment, pedagogische ondersteuning vanuit netwerkpartners en kennisdeling en netwerkversterking van zowel vragers als netwerkpartners centraal. 5. Praktische informatie Omvang: 270 minuten • Directe tijd: 135 minuten (maximaal drie gesprekken van 45 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 135 minuten (inclusief: intern overleg, extern ketenoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: maximaal drie maanden Reistijd: outreachende contacten Uitvoerend behandelaar: D en E Verwijzer: hulpverlenende instanties zoals BJZ, CJG, school of huisarts Financiering: WMO
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
11
Module 1.1.2 Plezier op school 1. In het kort Plezier op school is een zomercursus voor jongeren die naar de brugklas gaan en problemen hebben in de omgang met leeftijdsgenoten. Na afloop van de cursus zijn de jongeren in staat om nieuw geleerde (sociale) vaardigheden toe te passen in toekomstige situaties. Zij worden hierdoor minder sociaal angstig en kunnen daardoor beter met anderen omgaan. Ouders worden betrokken door middel van een informatieve avond en evaluatief gesprek. De cursus vindt plaats op twee aaneengesloten dagen in de laatste week van de zomervakantie en zes weken na afloop vindt een terugkombijeenkomst plaats. De cursus wordt gegeven op de locatie van de Mutsaersstichting of een van de scholen voor voortgezet onderwijs in de buurt. 2. Voor wie is het Voor aanstaande brugklassers, tussen de 12 en 15 jaar, die gepest worden, moeite hebben met het maken van vriendjes of andere problemen hebben in de omgang met leeftijdgenoten. Voor kinderen met ernstige psychische problemen (psychose, angst) is deze cursus niet geschikt. 3. Waarom De cursus heeft als doel de (sociale) vaardigheden en competenties van de aanstaande brugklassers te vergroten, zodat zij een goede start kunnen maken op de nieuwe school en psychische problematiek verminderd of voorkomen kan worden. Een goede start kan voorkomen dat jongeren opnieuw slachtoffer van pesterijen worden en kan het plezier op school in de omgang met anderen vergroten. Jongeren die meedoen aan deze zomercursus zijn op het voortgezet onderwijs beter in staat om binnen een groep te functioneren, assertiever en leggen beter contact met anderen. 4. Wat houdt het in Deze cursus is ontwikkeld op basis van verschillende bestaande trainingen en technieken, zoals elementen uit de cognitieve gedragstherapie, Goldsteinmethode en Rationeel Emotieve Therapie. In de groepsbijeenkomsten wordt geoefend in het contact leggen met anderen en opkomen voor jezelf. Er wordt aandacht besteed aan positief denken, houding, oogcontact en stemgebruik. Aan de cursus doen gemiddeld zes tot tien aanstaande brugklassers mee die door twee trainers worden begeleid. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.520 minuten (inclusief kennismakingsgesprek van 60 minuten, informatieve ouderavond van 90 minuten, twee trainingsdagen van 360 minuten, terugkomdag van 90 minuten en evaluatief oudergesprek van 60 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 420 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.520 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, overleg met derden, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 420 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 5.040 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 840 minuten Duur: drie maanden, inclusief terugkombijeenkomst Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: twee behandelaars C, D of E Verwijzer: hulpverlenende instanties zoals BJZ, CJG, school of huisarts Financiering:
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
12
Module 1.1.3 Opkomen voor jezelf (g)een kunst 1. In het kort Deze sociale vaardigheidstraining is bedoeld voor kinderen en jongeren (cliënt) tussen de 9 en 23 jaar die problemen hebben in de omgang met andere leeftijdsgenoten. Na afloop van de cursus zijn cliënten beter in staat om nieuw geleerde (sociale)vaardigheden toe te passen waardoor zij minder sociaal angstig zijn, minder gepest worden en beter met anderen om kunnen gaan. Ouders worden indien gewenst betrokken door middel van oudergesprek. De cursus wordt verspreid over 12 weken aangeboden. De cursus wordt gegeven op één van de locaties van de Mutsaersstichting. 2. Voor wie is het Voor cliënten die dagelijks problemen ervaren in de (sociale)omgang met leeftijdgenootjes. Ze worden gepest of hebben ongewild conflicten met anderen. Deze cliënten hebben weinig zelfvertrouwen, moeite met het maken van vriendjes of andere problemen in de omgang met leeftijdgenoten. Voor kinderen met ernstige psychische problemen (psychose, angst) is deze cursus niet geschikt. 3. Waarom De cursus heeft als doel de (sociale) vaardigheden en competenties van de deelnemers te vergroten, zodat meer zelfvertrouwen ontstaat en meer plezier ervaren wordt in de dagelijkse omgang met andere leeftijdsgenoten. Uit onderzoek komt naar voren dat problemen in de omgang met leeftijdgenoten (bijvoorbeeld gepest worden) een goede voorspeller zijn voor (toekomstige) problemen in het voortgezet onderwijs, relatieproblemen en psychische problemen. Door het vergroten van het eigen inzicht in denken en doen ontstaat er ruimte voor nieuwe positieve ervaringen in diverse (sociale) situaties. Deelnemers ervaren na afloop van de cursus minder problemen in de omgang met anderen en voelen zich beter op hun gemak bij leeftijdgenootjes. 4. Wat houdt het in Deze cursus is gebaseerd op cognitief gedragstherapeutische principes. Voorafgaand aan de training vindt een kennismakingsgesprek plaats. In zeven groepsbijeenkomsten wordt geoefend in het contact leggen met anderen, positief denken, houdingsaspecten en omgaan met moeilijke situaties zoals kritiek krijgen. Aan de training nemen gemiddeld zes tot acht deelnemers deel. Elke groep wordt door twee trainers begeleid. Na afloop van de training vindt een terugkombijeenkomst en evaluatief oudergesprek plaats. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.340 minuten (Inclusief: kennismakingsgesprek van 60 minuten, zes bijeenkomsten van 120 minuten, terugkomdag van 90 minuten en indien gewenst evaluatief oudergesprek van 60 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 390 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.340 minuten (inclusief: lezen dossier, scoren en interpreteren van de vragenlijsten, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 390 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 4.680 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 780 minuten Duur: 20 weken, inclusief terugkombijeenkomst Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: twee behandelaars D of E Verwijzer: hulpverlenende instanties zoals BJZ, CJG, school of huisarts Financiering:
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
13
Module 1.1.4 Psycho-educatieve gezinsinterventie KOPP 1. In het kort Deze kortdurende gezinsinterventie is bedoeld voor gezinnen met kind(eren) in de leeftijd van 9 tot 14 jaar waar één of beide ouders een psychiatrische stoornis heeft. De module is bedoeld om alle gezinsleden de invloed van de psychische stoornis beter te laten begrijpen. Door het vergroten van wederzijds begrip en verbeteren van de communicatie, zowel tussen de afzonderlijke gezinsleden als het gezin in zijn geheel, kan psychische problematiek bij de kind(eren) verminderd of voorkomen worden. In maximaal acht gesprekken, afwisselend met ouders en kinderen worden de belangrijkste thema’s rondom de psychische problematiek gesproken. 2. Voor wie is het Kind(eren) in de leeftijd van 9 tot 14 jaar ervaren problemen door de psychiatrische stoornis van de ouder(s). De psychische problematiek van de ouder(s) heeft (ongemerkt) grote invloed op het gezinssysteem, de problemen blijven onbesproken en emoties zoals schaamte en schuld krijgen onvoldoende een plaats. Voor gezinnen in crisis of onvoldoende communicatieve of cognitieve mogelijkheden van de betrokkenen is deze interventie niet geschikt. 3. Waarom Openheid en informatie over wat er speelt is voor alle gezinsleden en met name de kinderen van groot belang. Het (gezamenlijk) praten over ziekte heeft een positieve invloed op het versterken van de communicatie onderling en het opbrengen van wederzijds begrip en erkenning. Het functioneren en de veerkracht van de gezinsleden neemt toe en psychische problemen bij de kinderen worden verminderd of voorkomen. De aanpak is gebaseerd op onderzoek van Beardsley (1997) om de effecten van een depressie of angststoornis op gezinsleden afzonderlijk en het gezin als geheel beter te begrijpen en te bespreken. 4. Wat houdt het in De vorm van de interventie is kortdurend (acht gesprekken ) en intensief. Door middel van psycho- educatie, communicatietechnieken en exploratie van verschillende thema’s rondom de ziekte zoals onder woorden brengen van emoties, geven van erkenning, identificeren van hulpbronnen en toekomstplannen. Gesprekken worden afwisselend gevoerd met ouders afzonderlijk, met beide ouders, met (het) kind(eren) en met het gehele gezin. Zes maanden na afloop van de behandeling vindt er een terugkombijeenkomst plaats. 5. Praktische informatie Omvang: 1.080 minuten • Directe tijd: 720 minuten (inclusief: zeven gesprekken van 90 minuten en één terugkombijeenkomst van 90 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 360 minuten (inclusief:lezen dossier, in- en extern overleg, voorbereiding en terugrapportage van bevindingen, registratie en verslaglegging) Duur: acht maanden, inclusief terugkombijeenkomst Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: D of E Verwijzer: hulpverlenende instanties zoals BJZ, CJG, school of huisarts Financiering:
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
14
Module 1.1.5 bemoeizorg at RISK 1. In het kort Bemoeizorg at Risk is een outreachende werkwijze en biedt hulp aan gezinnen (zowel volwassenen als jongeren) die in eerste instantie geen hulp willen of kunnen aanvaarden. De omgeving signaleert echter wel complexe problematiek op meerdere levensgebieden en acht hulpverlening noodzakelijk. De verbetering van de kwaliteit van leven en het verminderen van overlast staan centraal in deze module. De hulpverlening is actief, outreachend en laagdrempelig. In drie tot vijftien gesprekken, gedurende maximaal drie maanden wordt contact met het gezin opgebouwd en passende vervolghulp gezocht. 2. Voor wie is het Bij deze gezinnen worden problemen door de omgeving gesignaleerd, echter hulp, ondersteuning wordt structureel geweigerd. De omgeving maakt zich ernstige zorgen, vooral ten aanzien van de betrokken kinderen. Deze zorgwekkende zorgmijders hebben vaak ernstige problemen op verschillende terreinen zoals financiën, sociaal netwerk, werk- of schoolsituatie, psychisch welzijn en gezinsfunctioneren. Zij lopen een verhoogd risico op geweld in (afhankelijkheid) relaties en ernstige verwaarlozing. Tevens kan er sprake zijn van sociaal isolement, ziet de omgeving ze als lastig en ongewenst en in de meeste gevallen willen of kunnen ze geen gebruik maken van de reguliere zorg. 3. Waarom Deze module heeft als doel om contact te zoeken en te maken met deze zorgmijdende gezinnen en betrokkenen. Tegelijkertijd kan er geprobeerd worden om zicht te krijgen op de aard en ernst van de problematiek, om het vertrouwen te winnen en praktische ondersteuning te bieden. Met als uiteindelijk resultaat de problemen beter te reguleren, de kwaliteit van leven te verbeteren en de toeleiding naar passende (reguliere) zorg te realiseren. 4. Wat houdt het in Bemoeizorg onderscheidt zich van reguliere zorg dat doordat de hulpverlener het grootste gedeelte van de tijd outeachend in het werkveld actief is; de contacten met zowel de netwerkpartners als de cliënt zijn daarbij belangrijk. Er wordt veelal een driefase methodiek gehanteerd. Deze bestaat uit de voorbereidingsfase waar het eerste contact met de cliënt gezocht wordt, de contactfase waar een laagdrempelig motiverend contact opgebouwd wordt en communicatie met dienstverlenende instantie tot stand komt en tenslotte de afrondingsfase waarbij de cliënt het aanbod naar passende hulp geaccepteerd heeft en verdere hulpverlening overgedragen wordt. 5. Praktische informatie Omvang: 360 minuten • Directe tijd: 180 minuten (drie gesprekken van 60 minuten met de mogelijkheid tot herhaling) • Indirecte tijd: maximaal 180 minuten (inclusief:interne en externe netwerkcontacten, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: maximaal drie maanden Reistijd: ja Uitvoerend behandelaar: E Verwijzer: partners veiligheidshuis (politie, gemeente) en hulpverlenende instanties zoals BJZ, CJG, school of huisarts Financiering: WMO
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
15
Modulegroep 2. Diagnostiek
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
16
Module 2.1.1 anamnestisch onderzoek 1. In het kort De levensloop, ontwikkelings- en ziektegeschiedenis van kinderen en jeugdigen (cliënt) wordt gedurende een anamnestisch onderzoek in kaart gebracht. Het onderzoek richt zich op alle mogelijke factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan van de klachten. Het doel is een beeld te krijgen van de feiten en de beleving van de cliënt en daar handvaten uit te halen voor verdere behandeling. Het onderzoek bestaat in ieder geval uit één of twee gesprekken met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar waarbij verheldering van vragen rondom de levensloop, ontwikkelingsen ziektegeschiedenis nodig wordt geacht komen in aanmerking voor dit onderzoek. Deze vorm van onderzoek is minder geschikt wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek vanuit de cliënt en zijn systeem, het onderzoek te belastend is of wanneer er vanwege een ernstige verstandelijke beperking onvoldoende mogelijkheden zijn om inzicht te krijgen in de levensloop, ontwikkelings- en ziektegeschiedenis. 3. Waarom Het doel van de module is het verkrijgen van een context waarbinnen de klachten van de cliënt en zijn systeem beter begrepen kunnen worden. Bijvoorbeeld door het toetsen van hypotheses, klachten goed te analyseren, de opvoedsituatie beter te begrijpen of de klacht te zien in relatie tot de ontwikkeling van de ouders zelf. Een hypothesetoetsend onderzoek of analyse van de klacht dient een bijdrage te leveren aan een integratief totaalbeeld van de cliënt. Op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in Het onderzoek wordt afgestemd op de gestelde onderzoekvraag, verblijfssetting en mogelijkheden van de cliënt. Mogelijke onderdelen zijn een ontwikkelingsanamnese en een sociale anamnese, eventueel aangevuld met vragenlijsten zoals het cultureel interview. Benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling en levensloop van het kind worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, eventuele observatiedata en interpretatie van eerdere onderzoekgegevens verkregen. 5. Praktische informatie Omvang: 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten (inclusief één gesprek van 90 minuten) • Indirecte tijd: maximaal minuten 90 (inclusief: lezen dossier, opvragen en lezen eerder onderzoek, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging). Duur: één maand Reistijd: afhankelijk van de locatie vinden mogelijk outreachende contacten plaats Uitvoerend behandelaar: B tot en met F, paramedicus en vaktherapeut Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
17
Module 2.2.1 kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek 1. In het kort Kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij het vermoeden is dat de medische of gedrags klachten voortkomen uit een psychiatrische stoornis komen in aanmerking voor het kinder- en jeugd psychiatrischonderzoek. Gedurende het onderzoek wordt de aard en achtergrond van mogelijke oorzaken van het probleemgedrag geïnventariseerd om zo te komen tot een passende (psychiatrische) diagnose. Na afloop van het onderzoek zijn de klachten en symptomen in kaart gebracht, bestaat er meer duidelijkheid vanuit welk perspectief de klachten gezien dienen te worden en wordt indien mogelijk behandeling ingezet. Het onderzoek bestaat uit één gesprek met de cliënt en het cliëntensysteem. 2. Voor wie is het Alle cliënten waarbij de behandelcoördinator en/of opvoeders vermoeden dat er mogelijk sprake is van psychiatrische problematiek komen in aanmerking voor deze module. De klachten belemmeren het welzijn en de verdere ontwikkeling van de cliënt. Er kan sprake zijn van (toenemende) klachten die het functioneren van de cliënt belemmeren en waarbij het onduidelijk is of een psychiatrische aandoening de oorzaak is. Dit onderzoek kan tevens noodzakelijk zijn wanneer een cliënt zich in een levenbedreigende of acute situatie bevindt. 3. Waarom Het doel van deze module is het stellen van een passende (psychiatrische) diagnose. Ouders van cliënten verwachten of hopen vaak dat de inzet van kinder- en jeugd psychiatrisch onderzoek leidt tot een eenvoudig en verklarend antwoord op de aanwezige klachten en dat volledig herstel mogelijk is.Het antwoord is echter vaak niet zo eenduidig als gehoopt en heeft mogelijk een ander perspectief dan dat van ouders. Het is dan belangrijk om de context te kennen waarin de hulpvraag gesteld wordt om zo het perspectief op het antwoord te verbreden. Integrale zorg is nodig om aan deze vraag tegemoet te komen en uiteindelijk de best passende behandeling in te kunnen zetten. 4. Wat houdt het in Kinder- en jeugd psychiatrisch onderzoek vindt meestal plaats aan het begin van de behandeling en maakt deel uit van de integrale diagnostiek. Afhankelijk van de onderzoeksvraag en de beschikbare voorinformatie wordt er geïnventariseerd welke methodiek het psychiatrisch onderzoek nodig heeft. Mogelijkheden zijn een screenend onderzoek, een multidisciplinair onderzoek om de aard en ernst vast te stellen of een onderzoek naar het psychiatrisch beeld in engere zin. 5. Praktische informatie Omvang: 120 minuten • Directe tijd: maximaal 60 minuten • Indirecte tijd: maximaal 60 minuten (inclusief: lezen dossier en eerder onderzoek, intern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: A Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
18
Module 2.2.2 somatisch onderzoek 1. In het kort Kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij de behandelaar en/of opvoeder medische vragen hebben komen in aanmerking voor het somatisch onderzoek. Gedurende het onderzoek wordt vastgesteld of er sprake is van somatische aspecten die van invloed zijn op de problematiek van de cliënt. Vervolgens wordt uitleg en advies gegeven met betrekking tot de hulpvragen. Na afloop van het onderzoek zijn de klachten en symptomen in kaart gebracht, bestaat meer helderheid over het perspectief de klachten gezien dienen te worden en wordt indien mogelijk behandeling ingezet. 2. Voor wie is het Wanneer er vragen spelen over eventueel aanwezige somatische problematiek bij een cliënt dan komt deze in aanmerking voor somatisch onderzoek. Er kan sprake zijn van (toenemende) klachten die het functioneren van de cliënt belemmeren en waarbij het onduidelijk is of een medische of somatische aandoening de oorzaak is. Dit onderzoek kan noodzakelijk zijn wanneer een cliënt zich in een levenbedreigende of acute situatie bevindt. 3. Waarom Het doel van deze module is het in kaart brengen van mogelijk aanwezige lichamelijke problematiek. Ouders van cliënten hopen vaak dat de inzet van medisch en somatisch onderzoek een eenvoudig en verklarend antwoord geeft op de aanwezige klachten en dat herstel naar het ‘normale’ mogelijk is. Het antwoord is echter vaak niet zo eenduidig als gehoopt en heeft mogelijk een ander perspectief dan dat van ouders. Het is dan belangrijk om de context te kennen waarin de hulpvraag gesteld wordt en zo het perspectief op het antwoord te verbreden. Integrale zorg is nodig om aan deze vraag tegemoet te komen en uiteindelijk de best passende behandeling in te zetten. 4. Wat houdt het in Het somatisch onderzoek vindt meestal plaats aan het begin van de behandeling en maakt deel uit van integrale diagnostiek. Afhankelijk van de onderzoeksvraag en beschikbare voorinformatie wordt geïnventariseerd welke methodiek het onderzoek nodig heeft. Mogelijkheden zijn screenend onderzoek (lichamelijk en/of neurologisch en/of genetisch) al dan niet aangevuld met aanvullend medisch onderzoek. Het onderzoek wordt door de kinderarts geïndiceerd. Aanvullend specifiek medisch specialistisch onderzoek zal door een specialist van het ziekenhuis uitgevoerd moeten worden, onder verwijzing en coördinatie van de uitvoerend kinderarts. 5. Praktische informatie Omvang: 120 minuten • Directe tijd: maximaal 60 minuten • Indirecte tijd: maximaal 60 minuten (inclusief: lezen dossier en eerder onderzoek, intern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: A Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
19
Module 2.2.3 fysio- en ergotherapeutischonderzoek 1. In het kort Kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij vragen spelen over de (on)mogelijkheden van motorische vaardigheden of het bewegingsapparaat komen in aanmerking voor dit onderzoek. Bij fysio- en ergotherapeutischonderzoek wordt lichamelijke problematiek in kaart gebracht en uitleg gegeven over de bestaande hulpvragen. Na afloop van het onderzoek zijn de klachten en symptomen in kaart gebracht, bestaat er meer helderheid vanuit welk perspectief de klachten gezien dienen te worden en wordt indien mogelijk behandeling ingezet. 2. Voor wie is het Wanneer er vragen spelen bij een cliënt over de (on)mogelijkheden van motorische vaardigheden of het bewegingsapparaat in relatie tot de aanmeldingsklacht komt deze in aanmerking voor fysio- en ergotherapeutischonderzoek onderzoek. Er zijn (toenemende) klachten die het functioneren van de cliënt belemmeren en het is onduidelijk of er sprake is van een medische of somatische aandoening. 3. Waarom Fysiotherapeutisch onderzoek heeft tot doel zicht te krijgen op de grof- en fijn motorische ontwikkelingsvaardigheden van de cliënt. Ergotherapeutisch onderzoek heeft tot doel zicht te krijgen op de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt bij het uivoeren van praktische handelingen op het gebied van spel, zelfredzaamheid en schoolse vaardigheden. Het doel van de module is het vaststellen of er sprake is van aspecten die van invloed zijn op de problematiek van de cliënt. 4. Wat houdt het in Het onderzoek vindt meestal plaats aan het begin van de behandeling en is onderdeel van integrale diagnostiek. Benodigde empirische gegevens over de medisch- somatische aspecten van de cliënt worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, gerichte observatiedata, onderzoek van het bewegingsapparaat en activiteitenanalyse uitgevoerd. 5. Praktische informatie Omvang: 120 minuten • Directe tijd: maximaal 60 minuten • Indirecte tijd: maximaal 60 minuten (inclusief: lezen dossier en eerder onderzoek, intern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Paramedicus Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
20
Module 2.3.1 neuropsychologisch onderzoek 1. In het kort Bij een neuropsychologisch onderzoek wordt de (gestoorde) ontwikkeling van kinderen of jongeren (cliënt) in kaart gebracht, waarbij het specifiek gaat om de relatie tussen (gestoord) gedrag en het functioneren van de hersenen. Het doel is om door middel van gestandaardiseerde tests een beeld te krijgen van een eventueel gestoorde functieontwikkeling en op basis daarvan adviezen voor verdere behandeling en begeleiding te geven. Het onderzoek bestaat minimaal uit één onderzoek met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen rondom de functieontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en/of sociaal- emotionele ontwikkeling komen in aanmerking voor neuropsychologisch onderzoek. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. De belangrijkste gebieden waar het onderzoek zich op richt zijn: executieve functies, aandacht, waarneming, ruimtelijke en oriëntatie, geheugen, spraak, taal, rekenen en (psycho)motoriek. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt en zijn systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek te belastend is. 3. Waarom Het doel van deze module is het identificeren, meten en beschrijven van veranderingen in gedrag die gerelateerd zijn aan hersenstoornissen. Meer specifiek voor: het beoordelen van de intacte en gestoorde gedragsfuncties, de mogelijkheden en beperkingen in het functioneren en de ernst van gedragsstoornissen. Het onderzoek draagt bij aan een integratief totaalbeeld van de cliënt, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling van neuropsychologische functies, vaardigheden, gedragingen en belevingen worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. Deze module wordt meestal ingezet in combinatie met aanvullend psychologisch onderzoek en omvat in ieder geval één onderzoek van 120 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: 240 minuten • Directe tijd: 120 minuten • Indirecte tijd: 120 maximaal minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
21
Module 2.3.2 intelligentie- en niveauonderzoek 1. In het kort De verstandelijke vermogens en algemene ontwikkeling van kinderen en jeugdigen (cliënt) worden gedurende een intelligentieonderzoek in kaart gebracht. Het doel is om een beeld te krijgen van deze vermogens, de sterke en zwakke kanten van een cliënt en adviezen voor verdere behandeling en begeleiding te geven. Het onderzoek bestaat in ieder geval uit één testonderzoek met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen rondom de verstandelijke vermogens en functieontwikkeling komen in aanmerking voor intelligentie onderzoek. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag om informatie over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. De belangrijkste gebieden in de intelligentieopbouw zijn, verbale en performale vermogens, gekoppeld aan de algemene ontwikkeling en sociaal- emotionele ontwikkeling. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek, het onderzoek te belastend is of de Nederlandse taal onvoldoende beheerst wordt. 3. Waarom Het doel van intelligentieonderzoek is om zicht te krijgen op het intellectuele en/of cognitief ontwikkelingniveau van de cliënt. Wanneer het onduidelijk is wat een cliënt wel of niet kan op verstandelijk gebied kan dit leiden tot over- en ondervraging. Duidelijkheid over wat je precies van een kind kan en mag verwachten en de eisen daarop aan te passen is dan ook erg belangrijk. Het onderzoek levert een bijdrage aan de toetsing van hypothesen over de gestoorde ontwikkeling en levert een bijdrage aan een integratief totaalbeeld van de cliënt. Op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling van neuropsychologische functies, vaardigheden, gedragingen en belevingen worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. Het onderzoek maakt deel uit van integraal neuropsychologisch onderzoek, maar kan ook apart worden ingezet en omvat één onderzoek van 120 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: 210 minuten • Directe tijd: 120 minuten (inclusief één onderzoek van 120 minuten) • Indirecte tijd: 90 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
22
Module 2.3.3 logopedisch onderzoek 1. In het kort De spraak- en taalontwikkeling van kinderen en jeugdigen (cliënt) wordt gedurende een logopedisch onderzoek in kaart gebracht. Waarbij het gaat om taal en spraak in brede zin, zoals mondmotoriek, de stem, het gehoor en communicatiepatronen. Het doel van het onderzoek is om een beeld te krijgen van deze (gestoorde) ontwikkeling en adviezen voor verdere behandeling en begeleiding te geven. Het onderzoek bestaat uit één contact met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen rondom de taal- en communicatie ontwikkeling en/of sociaal- emotionele ontwikkeling komen in aanmerking voor logopedisch onderzoek. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag om informatie over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. De belangrijkste onderzoeksdomeinen zijn de volgende: mondmotoriek, stem, gehoor, (spontane)spraak, taalbegrip, taalproductie en uitspraak, communicatiepatronen, communicatie tussen ouder en kind en luistervaardigheden. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek, het onderzoek te belastend is of de Nederlandse taal onvoldoende beheerst wordt. 3. Waarom Het doel van logopedisch onderzoek is om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de spraak- en taalvaardigheden en de mogelijkheden en beperkingen daarvan. Het onderzoek levert een bijdrage aan de toetsing van hypothesen over de gestoorde ontwikkeling van kinderen en jeugdigen en levert een bijdrage aan een integratief totaalbeeld van de cliënt. Op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling van neuropsychologische functies, vaardigheden, gedragingen en belevingen worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. Het onderzoek maakt deel uit van integraal neuropsychologisch onderzoek, maar kan ook apart worden ingezet en omvat één onderzoek van 90 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten (inclusief één onderzoeksessie van 90 minuten) • Indirecte tijd: 90 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
23
Module 2.3.4 didactisch onderzoek 1. In het kort De schoolse vaardigheden van kinderen en jeugdigen (cliënt) worden gedurende een didactisch onderzoek in kaart gebracht. De waargenomen didactische niveaus worden gerelateerd aan het niveau dat verwacht mag worden. Het doel van het testonderzoek is om een beeld te krijgen van de didactische ontwikkeling zodat advisering voor verdere behandeling kan plaatsvinden. Het onderzoek bestaat in ieder geval uit één testonderzoek met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen rondom het schoolse functioneren, de leerontwikkeling en leermogelijkheden komen in aanmerking voor didactisch onderzoek. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag om informatie over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. De belangrijkste onderzoeksgebieden zijn: de leermogelijkheden en vaardigheden zoals (meta)cognitie, houdingsaspecten, technisch lezen, spellen, begrijpend lezen en rekenen. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek te belastend is. 3. Waarom Het doel van didactisch onderzoek is om zicht te krijgen op de ontwikkeling van schoolse vaardigheden. Het levert een bijdrage aan de toetsing van hypothesen over de gestoorde ontwikkeling van cliënten en levert een bijdrage aan een integratief totaalbeeld van de cliënt. Op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling van neuropsychologische functies, vaardigheden, gedragingen en belevingen worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. Het onderzoek maakt deel uit van integraal neuropsychologisch onderzoek, maar kan ook apart worden ingezet en omvat één onderzoek van ongeveer 120 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 240 minuten • Directe tijd: 120 minuten • Indirecte tijd: 120 maximaal minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
24
Module 2.3.5 persoonlijkheidsonderzoek 1. In het kort Bij persoonlijkheidsonderzoek wordt onderzoek gedaan naar het sociaal- emotioneel functioneren van kinderen of jeugdigen (cliënt). Daarbij gaat het om zicht te krijgen op persoonseigenschappen, stoornissen en structuren. Informatiegegevens worden verkregen door onderzoek, interviews of spelobservatie. Het doel is om een beeld te krijgen van de (gestoorde) ontwikkeling en adviezen voor verdere behandeling en begeleiding te geven. Het onderzoek bestaat uit één contact met de cliënt. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen rondom de persoonlijkheidsontwikkeling en/of sociaal- emotionele ontwikkeling komen in aanmerking dit onderzoek. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag om informatie over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. De belangrijkste domeinen zijn: temperament, sociaal- emotioneel functioneren, copingvaardigheden, gewetensontwikkeling, agressieregulatie, verbeeldend en inlevend vermogen, kwaliteit en afstemmen van contact en seksuele ontwikkeling. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek om wat voor reden dan ook te belastend is. 3. Waarom Het doel van de module is inzicht te verkrijgen in de volgende persoonlijkheidsthema’s: de gevoelens, de fantasieontwikkeling, de mogelijkheden tot contactgroei en de initiatiefmogelijkheden van een cliënt. Het onderzoek levert een bijdrage aan de toetsing van hypothesen over de gestoorde ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Het doel is het bijdragen aan een integratief totaalbeeld van de cliënt, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de persoonlijkheidsontwikkeling worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata, interviews, spelobservatie en interpretatie van eerdere onderzoekgegevens verkregen. Het onderzoek maakt deel uit van integraal neuropsychologisch onderzoek, maar kan ook apart worden ingezet en omvat één onderzoek van 90 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten (inclusief: één onderzoekcontact van 90 minuten) • Indirecte tijd: 90 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
25
Module 2.4.1 vaktherapeutisch onderzoek 1. In het kort Vaktherapeutisch onderzoek is een non-verbale onderzoeksvorm om zicht te krijgen op 1 persoonseigenschappen van een kind of jongere (cliënt). Met behulp van verschillende media wordt onder andere gekeken naar de het functioneren en reguleren van prikkels, gevoelens, spanningen, angst en stemming. Het proces geeft informatie over de cliënt, de omgang met zichzelf en anderen en levert aanknopingspunten voor verdere behandeling op. Het onderzoek bestaat uit drie contacten met de cliënt. 2. Voor wie is het Het onderzoek is voor cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar bij wie verheldering van vragen rondom de persoonlijkheids- of psychomotorische ontwikkeling nodig worden geacht. Een heldere vraagstelling, in de vorm van een hypothese of vraag om informatie over een gespecificeerd ontwikkeldomein, is een voorwaarde. Deze vorm van onderzoek kan minder geschikt zijn voor de cliënt wanneer er weerstand of afkeer bestaat tegen het onderzoeksmiddel. 3. Waarom Het doel van vaktherapeutisch onderzoek is om inzicht te krijgen op houding en gedrag ten aanzien van aangeboden methode, lichaamsbeleving, de therapeut en groepsgenootjes, expressie, vaardigheden, belevingsniveau en indicatie over (eventuele) vervolgbehandeling en behandeldoelen. Het accent ligt op het ervaren en het doen. Het onderzoek levert een bijdrage aan de toetsing van hypothesen over de (gestoorde) ontwikkeling van kinderen en jeugdigen en levert een bijdrage aan een integratief totaalbeeld van de cliënt. 4. Wat houdt het in De benodigde empirische gegevens over de persoonlijkheidsontwikkeling worden liefst via (gestandaardiseerde) meetmethoden verkregen. Bij non-verbaal creatief/beeldend onderzoek wordt geen gebruik gemaakt van gestandaardiseerde tests. Het richt zich op diagnostisch onderzoek waarbij gedurende drie sessies het werken met de verschillende media centraal staan. Afhankelijk van de onderzoeksvraag worden ook gezinsleden bij het onderzoek betrokken. 5. Praktische informatie Omvang: 270 minuten • Directe tijd: 135 minuten (inclusief drie contacten van 45 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 135 minuten (inclusief: lezen dossier, intakeoverleg, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: vaktherapeut Financiering: GGZ
1
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van creatief/ beeldend-, muzische of psychomotorische media.
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
26
Module 2.5.1 ouder- kind- interactie 1. In het kort Deze module kan worden ingezet bij kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij vragen en/of problemen spelen rondom de opvoedkundige (gezins)situatie. Er wordt geobserveerd en geanalyseerd op welke manier ouder en kind met elkaar omgaan. Er ontstaat daardoor inzicht over wat het kind nodig heeft in de gezinssituatie. Het onderzoek bestaat uit één observatieperiode van 90 minuten. 2. Voor wie is het Dit onderzoek is geschikt voor cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen in de opvoedkundige gezinssetting. Een heldere vraagstelling is een voorwaarde, deze vragen komen vanuit multidisciplinair overleg. Het gaat altijd om een hypothesetoetsend onderzoek of analyse van een gespecificeerd domein, bijvoorbeeld ouder- kind relatieproblemen of de kwaliteit van het contact. Deze vorm van onderzoek is niet geschikt voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek te belastend is. 3. Waarom In de eerste levensjaren krijgt de manier waarop ouder en kind met elkaar omgaan vorm, hetgeen in grote mate bepalend is voor de verdere ontwikkeling van het kind. Het doel van de module is het analyseren van hoe de cliënt en ouder met elkaar omgaan en hoe zich dit verhoudt tot de waargenomen gedragingen en emoties. Hierdoor ontstaat inzicht in wat het kind nodig heeft in de opvoedsituatie. Er wordt gelet op de gevoelens van veiligheid, de emotieregulatie, de taal en de relatiepatronen. Het onderzoek draagt bij aan een integratief totaalbeeld van de cliënt, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De methode van observatie wordt afgestemd op de gestelde onderzoekvraag, verblijfssetting en mogelijkheden van de cliënt. De observatie vindt plaats in een vrije of gestructureerde setting, waarbij de onderzoeker zich afzijdig houdt van ouder en kind. Indien nodig worden aanvullende vragenlijsten afgenomen of video-opnamen gemaakt. Benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling en opvoedsituatie van het kind worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. De Mutsaersstichting werkt met het gedragsclassificatiesysteem. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten • Indirecte tijd: 90 maximaal minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
27
Module 2.5.2 klassenobservatie 1. In het kort Deze module kan worden ingezet bij kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij vragen en/of problemen spelen rondom het schoolse functioneren van de cliënt. Er wordt een analyse gemaakt van de setting waarin het kind zich bevindt waardoor inzicht ontstaat over wat het kind nodig heeft in de opvoedkundige (klassen)situatie. Het onderzoek bestaat uit één observatieperiode van 90 minuten. 2. Voor wie is het Kinderen en jeugdigen (cliënt) tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen in de opvoedkundige schoolse setting komen in aanmerking voor orthopedagogische klassenobservatie. Een heldere vraagstelling is een voorwaarde, deze vragen komen vanuit multidisciplinair overleg. Het gaat altijd om een hypothesetoetsend onderzoek of analyse van een gespecificeerd domein. Bijvoorbeeld problemen in de klas, interactiepatronen met leerkracht en leerlingen, sociaal- emotioneel gedrag en leerhouding. Deze vorm van onderzoek is niet geschikt voor de cliënt en zijn/haar systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek te belastend is. 3. Waarom Het doel van de module is het verkrijgen van duidelijkheid over de aard ernst en complexiteit van de problematiek in het schoolse functioneren. Het draagt bij aan gedragsclassificerende, beschrijvende en handelingsgerichte diagnostiek en vormt een wezenlijk onderdeel van het diagnostisch proces op het gebied van alle domeinen van functioneren. Na afloop van de module is helder wat het kind nodig heeft in de klassensituatie én in de omgevingsdriehoek gezin, school, vrije tijd. Het onderzoek draagt bij aan een integratief totaalbeeld van de cliënt, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De methode van observatie wordt afgestemd op de gestelde onderzoekvraag, de verblijfssetting en mogelijkheden van de cliënt. De observatie kan plaatsvinden in de klas of op het schoolplein, bij voorkeur zonder dat het kind dit weet. De duur is 90 minuten, inclusief gesprek met de leerkracht. Benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling en opvoedsituatie van het kind worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. De Mutsaersstichting werkt met het gedragsclassificatiesysteem. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten • Indirecte tijd: 90 maximaal minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
28
Module 2.5.3 observatie leefgroep 1. In het kort Deze module kan worden ingezet bij kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij vragen en/of problemen spelen rondom het functioneren in de leefgroep. Er wordt geobserveerd op welke manier ouder, groepsleider en kind met elkaar omgaan. Er wordt een analyse gemaakt van de setting waarin de cliënt zich bevindt waardoor inzicht ontstaat over wat de cliënt nodig heeft. Het onderzoek bestaat uit één observatieperiode van 90 minuten. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen in de opvoedkundige leefgroepsetting komen in aanmerking voor dit onderzoek. Een heldere vraagstelling is een voorwaarde, deze vragen komen vanuit multidisciplinair overleg. Het gaat altijd om een hypothesetoetsend onderzoek of analyse van een gespecificeerd domein, bijvoorbeeld interactiepatronen tussen cliënt en groepsleiding en/of ouder. Deze vorm van onderzoek is niet geschikt voor de cliënt en zijn systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek te belastend is. 3. Waarom Het doel van de module is het verrichten van procesdiagnostisch (ortho)pedagogisch onderzoek in brede zin. Na de inzet van de module is meer helderheid over hoe ouders, groepsleiders en kind in relatie tot elkaar staan en hoe zij elkaar kunnen stimuleren om tot verdere ontwikkeling te komen. Het vormt een onderdeel van het diagnostisch proces en draagt bij aan gedragsclassificerende, beschrijvende en handelingsgerichte diagnostiek, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De methode van observatie wordt afgestemd op de gestelde onderzoekvraag, verblijfssetting en mogelijkheden van de cliënt. De observatiegegevens worden verspreid over een tijdspad van tenminste zes weken verzameld. Er vindt één gerichte observatie plaats. De observatie kan zich richten op diverse ontwikkelingsgebieden afhankelijk van de onderzoeksvraag. Benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling en opvoedsituatie van het kind worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. De Mutsaersstichting werkt met het gedragsclassificatiesysteem. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten • Indirecte tijd: 90 minuten (inclusief: lezen dossier, in- extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: F of G onder leiding van C Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
29
Module 2.5.4 onderzoek pedagogische kwaliteiten ouders 1. In het kort Deze module kan worden ingezet bij kinderen en jeugdigen (cliënt) waarbij vragen en/of problemen spelen rondom de pedagogische mogelijkheden van ouders en de manier waarop de opvoedsituatie ingevuld wordt. Er wordt geobserveerd op welke manier ouder en kind met elkaar omgaan. Na afloop van de module is er zicht op de mogelijkheden van ouders om de ontwikkeling van het kind in pedagogische zin te stimuleren. Het onderzoek bestaat uit één observatieperiode van 90 minuten. 2. Voor wie is het Cliënten tussen de 0 en 23 jaar bij wie vragen en/of problemen spelen in de opvoedkundige mogelijkheden van ouders komen in aanmerking voor dit onderzoek. Een heldere vraagstelling is een voorwaarde, deze vragen komen vanuit multidisciplinair overleg. Het gaat altijd om een hypothesetoetsend onderzoek of analyse van een gespecificeerd domein, bijvoorbeeld pedagogische kwaliteiten van ouders. Deze vorm van onderzoek is niet geschikt voor de cliënt en zijn systeem wanneer er weerstand bestaat tegen het onderzoek of het onderzoek, om wat voor reden dan ook, te belastend is. 3. Waarom Het doel van de module is het verkrijgen van inzicht in enerzijds hoe ouders de ontwikkeling van het kind in opvoedkundige zin vormgeven en anderzijds hoe dit zich verhoudt tot de waargenomen gedragingen en emoties. Hierdoor wordt inzicht verkregen in wat het kind nodig heeft, in de opvoedsituatie, op het gebied van gevoelens van veiligheid, emotieregulatie, taal en relatiepatronen. Het onderzoek draagt bij aan een integratief totaalbeeld van de cliënt, op basis hiervan wordt de verdere behandeling en begeleiding vorm gegeven. 4. Wat houdt het in De methode van observatie wordt afgestemd op de gestelde onderzoekvraag, verblijfssetting en mogelijkheden van de cliënt. De observatie kan plaatsvinden in (dag)klinische setting, in een spelkamer, onderzoeksruimte met one-way screen of in de thuissituatie, de onderzoeker houdt zich altijd afzijdig van ouders en kind. Indien nodig worden aanvullende vragenlijsten afgenomen of video- opnamen gemaakt. Benodigde empirische gegevens over de ontwikkeling en opvoedsituatie van het kind worden via (gestandaardiseerde) meetmethoden, observatiedata en interpretatie van (eerdere) onderzoekgegevens verkregen. De Mutsaersstichting werkt met het gedragsclassificatiesysteem. 5. Praktische informatie Omvang: totaal 180 minuten • Directe tijd: 90 minuten • Indirecte tijd: 90 maximaal minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
30
Module 2.6.1 gezins(systeem)onderzoek 1. In het kort Het systeemonderzoek is gefocust op de sociale systemen waar het kind of jeugdige (cliënt) deel vanuit maakt. Dit kan het gezin, familie, school, werk en behandelsetting zijn. Uitgangspunt is dat mensen elkaar binnen elk (sociaal) systeem beïnvloeden. Dit kortdurend onderzoek levert een bijdrage aan de integrale diagnostiek van de aangemelde cliënt zodat na afloop onderzoeksvragen verhelderd zijn, helder is welke samenhang tussen de klachten en het systeem spelen en welke mogelijkheden tot (systeem)behandeling er zijn. 2. Voor wie is het Systeemonderzoek richt zich op de aangemelde cliënt en het sociale systeem rondom deze cliënt. Dit kan de ouder, grootouder, ander familielid, vrienden, buren of andere opvoeder zijn. Het onderzoek richt zich op het beantwoorden van onderzoeksvragen expliciet gestelde door de behandelcoördinator. Deze vragen worden gedeeld door het gezinssysteem en multidisciplinair team. Vragen gaan bijvoorbeeld over de mogelijkheden van systeemtherapie of vermoedens dat er een relatie tussen de aanmeldklacht en systeemfunctioneren bestaat. 3. Waarom De module wordt ingezet om de aanmeldklachten van de cliënt te kunnen zien in de gezins- en intergeneratieve familiecontext. Het gaat om enerzijds interactiepatronen te onderkennen en beter te begrijpen en anderzijds om het vinden van steunbronnen, het vinden van protectieve , in stand houdende en risicofactoren. 4. Wat houdt het in Gezin(systeem)diagnostiek werkt en handelt vanuit verschillende handelingsperspectieven en is onderdeel van integrale diagnostiek. Er wordt toegewerkt naar een geïntegreerd totaalbeeld van de cliënt en zijn systeem. Behandeling vindt vervolgens plaats vanuit dit geïntegreerd totaalperspectief. Belangrijkste uitgangspunten zijn dat processen elkaar op verschillende systeemniveaus wederkering beïnvloeden en deze processen op elk niveau belangrijk kunnen zijn. De problemen van kinderen staan nooit op zichzelf maar moeten gezien worden in deze systemische context. Het onderzoek bestaat uit drie contacten van anderhalf uur om passend in te voegen in de dynamiek van het systeem. De onderzoeker is zelf tijdelijk onderdeel van het systeem en kan de eigen persoon en andere middelen zoals duplo, inzetten als hulpmiddel. 5. Praktische informatie Omvang: 540 minuten • Directe tijd: maximaal 270 minuten (inclusief: drie contacten van 90 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 270 minuten (inclusief: lezen dossier, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie vinden mogelijk outreachende contacten plaats Uitvoerend behandelaar: D en E Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
31
Module 2.6.2 Korte interventie Methode (KIM) diagnostiek 1. In het kort Deze module is geschikt voor ouders die de opvoeding zwaar vinden, overbelast zijn door de situatie en daardoor onvoldoende ondersteuning aan de kinderen geven. Vooral de communicatie en de relatie onderling is verstoord waardoor niet adequaat wordt gereageerd op gedragssignalen van de kinderen. In vijf gesprekken wordt onderling inzicht en erkenning verkregen in de verschillende verhalen van alle gezinsleden over de problematische opvoedsituatie. 2. Voor wie is het KIM is voor gezinnen met jeugdigen in de leeftijd van 5 tot 23 jaar. Er spelen relatie- en communicatieproblemen, er wordt veel ruzie gemaakt en weinig gepraat en vaak is er sprake van een één ouder gezin. De ouder(s) kunnen niet de ondersteuning bieden die de jeugdige nodig heeft en wederzijds wordt onvoldoende (h)erkenning ervaren. Er wordt niet adequaat gereageerd op gedrag(problemen) van de kinderen, sensitiviteit wordt gemist en ouders voelen zich overbelast, onmachtig over de situatie. De problemen komen vooral naar voren wanneer de kinderen in hun ontwikkeling een fase overgang doormaken en/of als gevolg van belangrijke life-events in het gezin. KIM is ook goed geschikt voor gezinnen met een nietwesterse achtergrond. 3. Waarom Het doel van de module is het in kaart brengen van de verschillende perspectieven en opvattingen van de gezinsleden over de ontstane problematische gezinssituatie. Een veranderingsproces wordt in gang gezet waarin inzicht in en beleving van de gezinsdynamiek vergroot wordt. Zodat uiteindelijk in een vervolgtraject gezinsleden leren beter met elkaar omgaan en communiceren. Hierdoor wordt (beginnend) probleemgedrag verminderd en ernstige problemen in een later stadium voorkomen. 4. Wat houdt het in Gedurende vijf bijeenkomsten met twee professionals wordt zowel gezamenlijk als met de afzonderlijke gezinsleden gewerkt. Aan de hand van verschillende beeldende methodieken zoals een interactie genogram en ‘ Een Taal Erbij’ wordt inzicht in de verschillende verhalen van de gezinsleden verkregen. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd vanuit een overwegend systemisch, contextueel en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief 5 sessies van 120 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 1.200 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 600 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, in- en extern overleg, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 600 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars:1.800 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 1.800 minuten Duur: vier maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren uit verschillende disciplines worden ingezet: D en E Financiering: GGZ, JHV, AWBZ, WMO
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
32
Modulegroep 3. Individuele behandeling
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
33
Module 3.1.1 ‘ik ben speciaal’ 1. In het kort ‘Ik ben speciaal’ is voor kinderen en jongeren tussen de 9 en 16 jaar (cliënt) met autisme. Deze module is voor cliënten die niet in groepsverband kunnen werken. Gedurende een aantal weken wordt door middel van stapsgewijze en concrete opdrachten gewerkt aan het vergroten van zelfkennis, versterken van de eigenwaarde en verbeteren van het inhoudelijk inzicht in autisme. 2. Voor wie is het Deze module is voor cliënten die nog niet goed weten wat de diagnose Autisme Spectrum Stoornis (ASS, PDD-NOS, Asperger, MCDD) voor hen specifiek inhoudt. Zij hebben nog onvoldoende zelfkennis en er spelen vragen over hoe ze moeten omgaan met sociale situaties, emoties en gevoelens. Ook cliënten met een benedengemiddeld IQ kunnen vanaf de leeftijd van 12 jaar kunnen deelnemen aan deze module. Voor kinderen met heel beperkte schrijf- of leesvaardigheden, een taakspanning van minder dan een half uur, een depressie of een zeer instabiele thuis of schoolsituatie is deze training minder geschikt. 3. Waarom Het doel van de module is enerzijds om cliënten te leren welke invloed autisme kan hebben op het dagelijks functioneren en anderzijds om ze beter in staat te stellen zelf oplossingen en manieren te bedenken om makkelijker met dagelijkse situaties om te gaan. Het versterkt het zelfoplossend vermogen, de zelfkennis en eigenwaarde. 4. Wat houdt het in Psycho- educatie op basis van de cognitieve leertheorie staat centraal waarbij competentie-, vraag- en systeemgericht gewerkt wordt. Het accent ligt op het activeren van de cliënt om na te denken over zichzelf en anderen. Bijvoorbeeld over het lichaam, karakter, sterke en minder sterke kanten. In een persoonlijke werkmap worden de wekelijkse opdrachten (schrijven, lezen, tekenen en spelen) bewaard zodat deze aan het eind van de behandeling meegenomen kan worden. De behandeling beslaat tussen de zeven en vijftien sessies van één uur. 5. Praktische informatie Omvang: 630 minuten • Directe tijd: maximaal 420 minuten (inclusief 7 sessies van 60 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 210 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: drie maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
34
Module 3.2.1 individuele behandeling algemeen 1. In het kort De individuele behandeling richt zich op kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar (cliënt) waarbij er sprake is van een hulpvraag aangaande klachten en/of problemen die de gezonde ontwikkeling van cliënt beïnvloeden. Het doel van de module is altijd om de ontwikkeling van cliënt en zijn systeem zo optimaal mogelijk te beïnvloeden. Daarbij spelen de werkrelatie tussen hulpverlener en cliënt, de bejegening en het systemisch kader een belangrijke rol. Vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader zijn verschillende vormen en combinaties van individuele behandeling mogelijk. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet. 2. Voor wie is het Individuele behandeling kan ingezet worden wanneer er een hulpvraag is op een van de volgende gebieden: psycho- educatie, traumaverwerking, echtscheidingsproblematiek, vaardigheidstraining, empowerment, materiële hulpverlening en het bieden van bescherming. Eveneens kunnen modules worden ingezet bij vragen of problemen over de ontwikkeling van de cliënt op sociaal, emotioneel, cognitief en lichamelijk gebied. Concrete hulpvragen zijn bijvoorbeeld: help mij om gebeurtenissen beter te verwerken, inzicht te krijgen in problemen en/of gedrag of beter om te gaan met mijn beperkingen. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, acute psychiatrische- of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van individuele behandeling is om de ontwikkeling van de cliënt zo optimaal mogelijk te stimuleren, om problematiek te reguleren, draagkracht te vergroten en draaglast te verminderen. Individuele begeleiding biedt de cliënt de mogelijkheid om een individuele relatie met een volwassene op te bouwen en zo een veilige en neutrale plek te bieden. De cliënt kan zo op een niet bedreigende manier over problemen praten en nieuwe woorden geven aan zijn belevingswereld. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen en combinaties van modulen van individuele behandeling mogelijk. Zoals individuele gesprekken in de vorm van begeleiding, behandeling, speltherapie of begeleiding van kinderen met eetstoornissen. De cliënt is altijd verbonden met het systeem waar hij deel van uitmaakt. Het systeem moet meebewegen om individuele behandeling succesvol te laten zijn. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband ontstaat. De behandeling bestaat uit gemiddeld vijf tot vijftien bijeenkomsten. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: C, D, vaktherapeut en/of paramedicus Financiering: GGZ, JHV, AWBZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
35
Module 3.2.2 neuropsychologische behandeling 1. In het kort Door een neuropsychologische behandeling wordt de (gestoorde) ontwikkeling van kinderen of jongeren (cliënt) door middel van stimulering van de hersenhelften meer in balans gebracht. Het doel is problemen in de neurocognitieve informatieverwerking te verminderen. Dit gebeurt door individuele stimulatie en oefeningen gedurende 8 tot 40 behandelingen van 45 minuten. De effectiviteit van de behandeling wordt iedere acht sessies (twee maanden) getoetst, wanneer de behandeling voldoende effectief blijkt kan de volgende periode van behandeling starten. 2. Voor wie is het Deze module is geschikt voor cliënten waar problemen met de neuroncognitieve informatieverwerking op de voorgrond staan. Bijvoorbeeld bij ernstige lees- en spellingsstoornissen en niet verbale leerstoornis (NLD). Zij hebben hulp nodig om hun gedrag beter te reguleren en de ontwikkeling van neurocognitieve functies te stimuleren. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, acute psychiatrische- of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van deze module is om de werking van beide hersenhelften meer met elkaar in balans te brengen. De behandeling stimuleert indirect de tactiele-, ruimtelijke-, visuele- en of taalfuncties. Dit heeft een gunstige invloed op bijvoorbeeld het zelfvertrouwen, de werkhouding, taakspanne, leesontwikkeling, executieve functies en volgehouden aandacht. 4. Wat houdt het in Bij deze module vindt hemisfeerstimulatie plaats via directe of indirecte stimulering. Bij directe hemisfeerspecifieke stimulering (HSS) worden directe prikkels gegeven via het tactiele en visuele kanaal. Prikkels kunnen worden aangeboden aan de linkerkant en zo de rechterhemisfeer beïnvloeden en omgekeerd. Bij HSS tactiel wordt het tactiele kanaal geactiveerd door het aanbieden van lettervormen, woorden en teksten in een tastkast. Bij HSS visueel wordt gebruik gemaakt van Hemstim-programma (Bakker 1994). Bij indirecte stimulering wordt hemisfeer- allurende stimulering (HAS) gebruikt. Prikkels die het hele brein activeren worden aangeboden, maar de specifieke verwerking ervan doet een beroep op de linker- of rechterhemisfeer. Bij HAS-rechterhemisfeer worden met name de visueel ruimtelijke functies gestimuleerd en bij HASlinkerhemisfeer worden onder andere de taalfuncties gestimuleerd. 5. Praktische informatie Omvang: 675 minuten • Directe tijd: 450 minuten (inclusief, één voortoets van 45 minuten, één tussentoets van 45 minuten en één periode van 8 behandelingen van 45 minuten, maximaal = 9 periodes) • Indirecte tijd: 225 minuten (inclusief: lezen dossier, uitwerken toetsen, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: D en paramedicus Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
36
Module 3.2.3 logopedische behandeling 1. In het kort Deze vorm van behandeling is geschikt voor kinderen en jongeren tussen de 0 en 23 jaar (cliënt) met een hulpvraag en/ of problemen betreffende de taal- en spraakontwikkeling gerelateerd aan psychiatrische problematiek. Door middel van vijf tot vijftien individuele behandelingen worden communicatie-, spraak- en taalmogelijkheden vergroot. 2. Voor wie is het Logopedische behandeling kan ingezet worden wanneer er een hulpvraag is van de cliënt en zijn systeem om vaardigheden op het gebied van spraak en taal te vergroten en achterstanden weg te werken. De spraaktaalproblemen zijn gerelateerd aan psychiatrische problematiek. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van logopedische behandeling is het vergroten van communicatieve mogelijkheden en het stimuleren van de spraak- en taalontwikkeling in het kader van de totale ontwikkeling. Specifieke problemen met de stem, spraak, mondmotoriek en bepaalde voedingsproblemen, voedselaversie worden door de logopedist behandeld. 4. Wat houdt het in De taalvorm, taalinhoud, taalgebruik, zowel receptief als expressief staan centraal in de behandeling. Door middel van gesprekjes, oefeningen en spelletjes wordt de behandeling uitgevoerd. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband ontstaat. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en therapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: Paramedicus Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
37
Module 3.2.4 training sociale vaardigheden 1. In het kort Deze sociale vaardigheidstraining is voor kinderen en jongeren van 6 tot 23 jaar (cliënt) die moeite hebben in het maken van contact met andere mensen, zij ervaren problemen in de sociaal- emotionele ontwikkeling. Het doel van de module is om zelfvertrouwen te vergroten en vaardigheden aan te leren die het contact met anderen vereenvoudigd. Na afloop van de behandeling van de gemiddeld tien bijeenkomsten zijn de sociale vaardigheden verbeterd en staan cliënten positiever en met meer zelfvertrouwen in het contact met anderen. 2. Voor wie is het Deze module wordt ingezet bij cliënten die vooral negatieve ervaringen hebben met anderen. Zij zijn onzeker of gespannen in het contact met andere mensen. Door deze ervaringen trekken zij zich terug of zijn juist agressief naar anderen, zij doen alles om andere mensen op afstand te houden. Zij hebben hulp nodig om zich weerbaarder te maken, gevoelens op een adequate manier te uiten of handvaten te krijgen om positiever met andere mensen om te gaan. Eveneens is deze module geschikt wanneer cliënten hulp nodig hebben op sociaal en emotioneel gebied. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, acute psychiatrische- of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de module is om beter met andere mensen te leren omgaan, problematiek te reguleren, draagkracht te vergroten en draaglast te verminderen. Negatieve ervaringen in het contact met anderen heeft het zelfvertrouwen negatief beïnvloed. Door de gedachtepatronen hoe iemand denkt, voelt of doet te veranderen worden sociale vaardigheden verbeterd en het zelfvertrouwen vergroot. Door deze training leren cliënten weer beter met anderen omgaan en meer positief over zichzelf te denken. 4. Wat houdt het in Via (spel)oefeningen worden vaardigheden getraind, zoals luisteren, grenzen aangeven, opkomen voor jezelf, helpende- en niet helpende gedachten. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband met de cliënt ontstaat. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch- en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
38
Module 3.2.5 training agressiehantering 1. In het kort Agressiehantering training is voor kinderen en jongeren van 6 tot 23 jaar (cliënt) die problemen in het sociale contact met anderen ervaren. Zij reageren snel boos en agressief op andermans gedrag. Het doel van de module is om het terugvalrisico met betrekking tot agressief gedrag te verkleinen. In de behandeling van 5 tot 10 contacten wordt gewerkt aan het beter reguleren van de emoties die agressie opwekken en het aanleren van (passende) vaardigheden in het contact met anderen. 2. Voor wie is het Agressieregulatie training wordt ingezet bij cliënten die vaker en heftiger last hebben van emoties zoals irritatie, boosheid, woede of agressie en vaardigheden missen om deze emoties adequaat te hanteren. Daarnaast is er sprake van een afwijkend normbesef. Ze schelden, uiten dreigementen of gebruiken geweld om voor zichzelf op te komen, vaak ten koste van de ander. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, acute psychiatrische- of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de module is om het recidiverisico van de doelgroep te verminderen. Aan de hand van de training wordt er geleerd om gevoelens beter te hanteren, de gangbare waarden en normen beter te gebruiken in het oplossen van morele problemen en sociale vaardigheden adequater in te zetten. 4. Wat houdt het in Via (spel)oefeningen worden vaardigheden getraind, zoals aanleren van nieuwe manieren van denken, vergroten van de zelfcontrole en verminderen van impulsief gedrag. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband ontstaat. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en therapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch- en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
39
Module 3.2.6 Cogmedbehandeling 1. In het kort Deze Cogmedbehandeling is geschikt voor kinderen (cliënten) in de leeftijd van 7 tot en met 17 jaar met een werkgeheugenprobleem. Een werkgeheugenprobleem heeft effect op de leerprestaties en heeft gevolgen voor vaardigheden als planning en organisatie, ordelijkheid en netheid, inhibitie. Kinderen met een dergelijk probleem missen overzicht, kunnen geen ordening in hun taken aanbrengen en hebben daartoe vaak ondersteuning van een ouder iemand nodig. In de intensieve behandeling wordt gedurende minimaal vijf weken, het werkgeheugen vrijwel dagelijks getraind waardoor verbetering in het werkgeheugen en in het functioneren op school en thuis wordt bewerkstelligd. 2. Voor wie is het Problemen met het werkgeheugen komen voor bij kinderen met (kenmerken van) ADHD, DCD, ASS, Cognitieve Stoornissen NAO of een leerstoornis. Deze kinderen laten regelmatig probleemgedrag zien, hebben moeite met het richten en vasthouden van aandacht, uitmondend in problemen in de executieve functies en leerprestaties. Zij hebben bijvoorbeeld hulp nodig bij het leren opstarten van taken, het volgen van instructies en het beter leren concentreren zodat informatie makkelijker onthouden wordt. Voor kinderen met ernstige psychiatrische of gedrag problemen, fotosensitieve epilepsie of motorische beperkingen is deze training minder geschikt. Wanneer er in de thuissituatie onvoldoende mogelijkheden zijn om het kind positief te ondersteunen is deze behandeling eveneens minder geschikt. 3. Waarom Het werkgeheugen is een systeem met een beperkte capaciteit dat zintuiglijke informatie tijdelijk opslaat en verwerkt ten behoeve van het sturen van gedrag. Het is een centrale cognitieve functie van groot belang om optimaal te functioneren en speelt een cruciale rol in de ondersteuning van leer- en aandachtsprocessen. Verbetering in het werkgeheugen zal leiden tot verbetering in het functioneren op school en thuis, zoals dit blijkt uit de mate van impulsiviteit, hyperactiviteit aandacht, concentratie en leerprestaties (taalbegrip en reken- en redeneervaardigheden). Door te trainen op de grenzen van het kunnen, met motiverende ondersteuning van een coach en begeleiding door een hulp, wordt het werkgeheugen verbeterd en wordt verbetering in de genoemde probleemgebieden mogelijk. 4. Wat houdt het in Cogmed RM is een geprotocolleerde training en bestaat uit een serie werkgeheugentaken die de cliënt op een computer uitvoert. De oefeningen zijn visueel-ruimtelijk, fonologisch en gecombineerd. De training duurt 5 weken met 5 trainingsdagen per week, bij voorkeur uitgevoerd in de thuissituatie. De training duurt ongeveer 45 minuten per dag. Het kind wordt hierbij ondersteund door een trainingshulp, meestal één van de ouders. Eens per week is er contact met de Cogmed Coach, in de vorm van een coachingsessie. Voorafgaand aan de training wordt in een aanvangsinterview bepaald of de deelnemer geschikt is voor de training. De training wordt afgesloten met een evaluatie. Daarna volgt nog een follow-up, na 6 maanden. Naast Cogmed RM zijn er twee varianten: Cogmed JM is gericht op kinderen van 3 tot 7 jaar, Cogmed QM op volwassenen. De behandeling is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en staat in de databank van het NJI. 5. Praktische informatie Omvang: 750 minuten • Directe tijd: 435 minuten (inclusief aanvangsinterview van 60 minuten, tweemaal neuropsychologisch onderzoek van 90 minuten, vijf coachingsessies van 15 minuten, evaluatiegesprek van 60 minuten en een follow-up van 60 minuten) • Indirecte tijd: 315 minuten (inclusief:lezen dossier, intakeoverleg, onderzoek uitwerken, bestudering trainingsresultaten, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: 8 maanden Reistijd: afhankelijk van de lokatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: D en E (gecertificeerde Cogmed coach) Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
40
Module 3.2.7 EMDR 1. In het kort Deze module richt zich op alle kinderen, jeugdigen en volwassenen (cliënten) met trauma gerelateerde stoornissen zoals acute stressstoornis en posttraumatische stressstoornis. Met de inzet van EMDR kunnen mentale representaties die zijn ontstaan vanuit het trauma worden bewerkt. De sporen die deze trauma’s hebben achtergelaten worden geneutraliseerd waardoor klachten minder worden of verdwijnen. De therapiedoelstellingen worden afgestemd op de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt. Naarmate de pathologie ernstiger en complexer is zal in toenemende mate gebruikt gemaakt worden van aanvullende technieken en interventies en zal de behandeling langer duren. 2. Voor wie is het Door ingrijpende levensgebeurtenissen, onverwerkte emoties en herinneringen hebben deze cliënten klachten gekregen bijvoorbeeld: angsten, herbelevingen en nachtmerries, maar ook fobieën, eetstoornissen, stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsproblemen kunnen voorkomen. Zij hebben last van deze klachten en willen graag onverwerkte herinneringen een plek geven zodat ze hier neutraler mee om kunnen gaan en beter gaan functioneren in het dagelijks leven. Deze vorm van behandeling is niet geschikt wanneer de veiligheid van de cliënt onvoldoende gewaarborgd is, bijvoorbeeld fysiek of emotioneel, maar ook wanneer er te weinig steun is vanuit de omgeving. 3. Waarom Het doel van de behandeling is het zodanig verwerken van ingrijpende emotionele gebeurtenissen dat dit niet meer leidt tot de heftige emotionele reacties, de klachten zijn verminderd en de ontwikkelingsmogelijkheden zijn vergroot. De betekenis van de gebeurtenis is zodanig gewijzigd dat eraan gedacht kan worden zonder dat dit teveel aan spanning oproept. De emoties zijn hanteerbaar en leiden niet meer tot aansturende onhoudbare beangstigende gedachtes. 4. Wat houdt het in EMDR is gebaseerd op verschillende therapeutische benaderingen zoals de psychotherapie en cognitieve therapie. De therapeut gaat een vertrouwensvolle therapeutische relatie aan met de cliënt en gebruikt planmatige en gefaseerde interventies, hierdoor kunnen complexe veranderprocessen in gang gezet worden. Een enkelvoudig trauma kan middels een basisprotocol in ongeveer twee tot vijf sessies behandeld worden. Complexere trauma’s worden in gemiddeld tien sessies behandeld, met de mogelijkheid tot herhaling. Bij jongere kinderen zal meer regulerend gewerkt worden terwijl bij jongeren meer zal worden ingezet op de eigen verantwoordelijkheden en zelfregulatie. 5. Praktische informatie Omvang: maximaal 135 minuten • Directe tijd: maximaal 90 minuten (inclusief minimaal 2 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 45 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: B en C Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
41
Module 3.2.8 begeleiding individueel 1. In het kort De begeleiding individueel richt zich op kinderen en volwassenen (cliënten) met beperkingen in het dagelijks functioneren door een somatische of psychiatrische beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Het doel van begeleiding individueel is het ontwikkelen, bevorderen, behouden of het compenseren van de zelfredzaamheid. De zelfredzaamheid (lichamelijke, cognitieve en psychische mogelijkheden) van de cliënt, is na inzet van deze module zodanig ontwikkeld dat hij in staat is om binnen de persoonlijke levenssfeer te functioneren, waardoor inzet van zwaardere behandeling voorkomen kan worden. Tijdens de begeleiding krijgen cliënten de mogelijkheid zich te ontspannen, goede ervaringen op te doen waardoor een positiever zelfbeeld ontstaat, beter te leren omgaan met hun angsten, sociale afzijdigheid of psychotrauma. 2. Voor wie is het Begeleiding individueel wordt ingezet bij cliënten die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van: de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. Er zijn hulpvragen op het gebied van de zelfredzaamheid zoals, help mij bij het aanbrengen van structuur, uitvoeren van praktische dagelijkse vaardigheden en het inslijpen, vasthouden en bevorderen van nieuw aangeleerde vaardigheden. Tevens kan het bieden van toezicht onderdeel van de hulpvraag zijn. Voor cliënten met overheersende psychiatrische problematiek is deze module minder geschikt. 3. Waarom Wanneer er sprake is van ernstige opvoedproblemen, een bedreigde ontwikkeling of e e ontwikkelingspsychopathologie zijn interventies vaak gericht op het 1 en 2 milieu. Het is dus van belang om e ook het 3 milieu bij het hulpaanbod te betrekken. Door de hulpvraag op alle niveaus (hiërarchie van George Engel), op alle drie de milieus te betrekken kan een generalistische benadering gerealiseerd worden waardoor de kans op het kunnen realiseren van de behandeldoelstellingen vergroot wordt. De module begeleiding versterkt de vaardigheden die een cliënt nodig heeft om zich goed te ontwikkelen in relatie met het derde milieu. 4. Wat houdt het in Tijdens de begeleiding wordt ingezet op het compenseren en actief herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van de cliënt, waardoor onvoldoende of geen regie over het eigen leven gevoerd wordt. Het gaat dan om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. De begeleiding kan de vorm aannemen van praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren dan wel het ondersteunen bij, het oefenen van handelingen en vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben. Tevens kan het gaan om het overnemen van toezicht. De individuele begeleiding bestaat uit minimaal 110 minuten begeleiding per week (klasse 1), met de mogelijkheid tot uitbreiding (klasse 2= 2- 3,9 uur per week, etcetera). 5. Praktische informatie Omvang: Begeleiding individueel: klasse 1 = 0 - 1,9 uur per week, klasse 2 = 2 – 3,9 uur per week etcetera Duur: twaalf maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: F Financiering: AWBZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
42
Module 3.3.1 vaktherapeutische behandeling 1. In het kort Vaktherapeutische behandeling is voor kinderen of jongeren (cliënt) met hulpvragen op psychosociaal of psychiatrisch gebied waarbij verwacht wordt dat inzet van het gekozen medium (muziekale, creatieve of beeldende activiteiten) het meest doeltreffend zal zijn. Het werken met dit medium doet bewust en onbewust een beroep op lust- en onlustgevoelens, maakt ervaringen en thema’s zichtbaar en biedt de mogelijkheid om uiting te geven aan gevoelens die niet in woorden te vatten zijn. Het proces helpt de eigen (on)mogelijkheden te ontdekken, stimuleert het sociaal functioneren en geeft de gelegenheid om nieuw gedrag te oefenen. De behandeling duurt minimaal vijf tot gemiddeld vijftien behandelingen. 2. Voor wie is het Deze module is geschikt voor cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar bij wie behandeling met het gekozen medium effectief wordt geacht. Zij hebben hulp nodig in het creëren van een uitlaatklep of het verwerken van gebeurtenissen of emoties. Deze cliënten hebben moeite om zich te uiten, hebben nog weinig grip of overzicht op de omgeving, zien geen oorzaak en gevolg en stemmen onvoldoende af in relatie tot de ander. Voor cliënten met een te hoog angstniveau voor veranderingsprocessen, acuut suïcidegevaar of onhanteerbaar agressief gedrag is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de behandeling is gericht op verandering, acceptatie, inzichtgevende, en ontwikkelingsprocessen. Er wordt inzicht verkregen in houding en gedrag ten aanzien van therapeut, expressie, vaardigheden en het belevingsniveau van de cliënt. Het accent ligt op het ervaren en het doen, hetgeen tot een tastbaar product leidt. Door te kijken naar gemaakt werk kan betekenis aan het resultaat gegeven worden, de eigen belevingswereld kan vormgegeven en vastgelegd worden. Het doet een appél op de cliënt om te structureren, ordenen en afstand te nemen van emoties en het cognitief integreren daarvan. 4. Wat houdt het in De behandeling heeft een non-verbaal karakter waarbij het accent ligt op het actief bezig zijn het medium, taal en gesprek worden meer in de context van de ervaring gebruikt. Dat wat niet in woorden te vatten is wordt zichtbaar in vorm, kleur en materiaal. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. Ouders kunnen bij de therapie betrokken worden. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Vaktherapeut Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
43
Module 3.3.2 psychomotorische behandeling 1. In het kort Psychomotorische behandeling is voor kinderen of jongeren (cliënt) met hulpvragen op psychosociaal en/of psychiatrisch gebied waarbij het bewegingsgedrag en de beleefde lichamelijkheid als aangrijpingspunt wordt genomen om op methodische wijze te interveniëren. Deze therapie is primair een experiëntiële therapievorm; de essentie is de ervaring. Dit is de basis voor het verder beïnvloeden van gevoelens, gedachten en gedragingen aansluitend op de hulpvraag van de cliënt. In ongeveer vijf tot vijftien behandelingen wordt door middel van (spel)oefeningen gewerkt aan de regulatie van prikkels en lichamelijke gevoelens. Er worden nieuwe ervaringen opgedaan die de plezierbeleving vergroten en het functioneren verbeteren. 2. Voor wie is het Deze module is geschikt voor cliënten en hun systeem in de leeftijd van 0 tot 23 jaar bij wie behandeling in de vorm van psychomotore therapie effectief wordt geacht. Deze cliënten hebben door samenkomst van verschillende factoren een (emotionele) stoornis ontwikkeld. Zeker na een stressvolle gebeurtenis in het leven kunnen kwetsbaarheden vergroot worden. Daardoor kunnen een negatief zelfbeeld, weinig eigenwaarde en problemen in het uiten van emoties ontstaan. Voor cliënten met een te hoog angstniveau voor veranderingsprocessen, acuut suïcidegevaar of onhanteerbaar agressief gedrag is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de behandeling is dat cliënt door de ervaringen tijdens de behandeling beter gaat functioneren in het dagelijks leven. De cliënt wordt de gelegenheid geboden om op zowel gedrags- als belevingsniveau een ontwikkelingsproces door te maken, waarbij denken, voelen en handelen en de integratie daarvan in relatie tot de problematiek centraal staan. Door de therapie kunnen herkenning en bewustzijn van emoties verbeterd worden, de emoties beter verwerkt en gehanteerd worden en klachten ten gevolge van de stoornis verminderd of voorkomen worden. 4. Wat houdt het in Het uitgangspunt is het menselijk lichaam en het menselijke bewegen. Gedurende de therapie wordt aan de hand van bewegings- en lichaamsgeoriënteerde methodieken aandacht gegeven aan de regulatie van prikkels, lichamelijke gevoelens, spanningen, angst en stemming, motorische ontwikkeling, motorische competentie, het zelfbeeld, bewegingsdrang, lichaamstaal, lichamelijke spanningen, lichaamshouding en lichaamsbeleving. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Vaktherapeut Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
44
Module 3.3.3 ervaringsleren individueel 1. In het kort Ervaringsleren is voor kinderen of jongeren (cliënt) met hulpvragen op psychosociaal en/of psychiatrisch gebied waarbij verwacht wordt dat deze nonverbale actieve therapie het meest doeltreffend zal zijn. Door middel van uitdagende activiteiten doet de cliënt onder professionele begeleiding nieuwe ervaringen op waardoor het zelfvertrouwen toeneemt en beter (in)zicht in de eigen competenties en sociale vaardigheden ontstaat. De behandeling bestaat uit 10 sessies van 90 minuten. 2. Voor wie is het Deze module is geschikt voor cliënten in de leeftijd van 6 tot 23 jaar bij wie behandeling in de vorm van (buiten)activiteiten en ervaringsgericht werken effectief wordt geacht. Zij hebben vaak problemen op meerdere levensgebieden, last van een laag zelfbeeld en onvoldoende mogelijkheden om zelf tot constructieve probleemoplossende vaardigheden te komen. Ook kunnen zijn vast blijven houden aan bepaalde (slachtoffer/ zorg) rollen en weinig mogelijkheden hebben tot zelfreflectie. Voor cliënten met een aversie tegen het middel, een te hoog angstniveau voor veranderingsprocessen of onhanteerbaar agressief gedrag is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. Andere contra-indicaties: acuut suïcidegevaar, psychose of middelenafhankelijkheid. 3. Waarom . Ervaringsleren staat vaak aan de basis van gedragsverandering. Het verwerken van ervaringen tijdens deze behandeling vormen een belangrijke fase om te komen tot de transfer naar het alledaagse leven en dus ook naar een eventuele thuis- of werksituatie. Na afloop van deze module hebben cliënten meer zelfvertrouwen, zelfcontrole, zijn zich meer bewust van hun eigen competenties en kunnen beter voor zichzelf opkomen. Daarnaast zijn cliënten fysiek fitter geworden. 4. Wat houdt het in Ervaringleren bestaat uit een reeks uitdagende avontuurlijke activiteiten. Met behulp van methodisch aangeboden niet alledaagse activiteiten worden cliënten uitgedaagd om aan verschillende leerpunten te werken daarover te reflecteren, te evalueren en te vertalen naar het dagelijks leven. De kracht zit hem in het aanbieden van (onverwachte) situaties waardoor niet kan worden teruggevallen op ingeslepen gedragspatronen en zodoende de confrontatie aangegaan moeten worden om tot andere oplossingen te komen. Het experimenteren met gedrag, succes en plezier vormen de belangrijkste drijfveren. 5. Praktische informatie Omvang: 1.200 minuten • Directe tijd: 900 minuten (inclusief 10 behandelingen van 90 minuten) • Indirecte tijd: 300 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: zes maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Vaktherapeut (gecertificeerd ervaringsleertrainer) Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
45
Module 3.4.1 somatisch geneeskundige behandeling 1. In het kort Somatisch geneeskundige behandeling is geschikt voor alle kinderen en jeugdigen tussen de 0 en 23 jaar (cliënt) met hulpvragen op het gebied van somatische psychiatrische klachten. Deze behandeling kan afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt worden aangepast en heeft gemiddeld de duur van een paar maanden tot één jaar. Na afloop zijn cliënt en cliëntsysteem behandeld ten aanzien van aanwezige medische problematiek, er is inzicht in aanwezige endogene problematiek en klachten zijn verminderd of verdwenen. 2. Voor wie is het Cliënten die in behandeling zijn bij de Mutsaersstichting hebben passende behandeling nodig om zo de negatieve gevolgen van een ziekte of aandoening of stoornis zo veel mogelijk te kunnen beperken of om te leren hoe zij hiermee om moeten gaan. Aan deze ziekte, aandoening of (psychiatrische)stoornis ligt een medische oorzaak ten grondslag of er is medicatie nodig om de aandoening te behandelen. De ziekte, aandoening of stoornis heeft invloed op de gezonde ontwikkeling van de cliënt en zal indien niet behandeld verergeren, de symptomen zullen toenemen of er kan een acute of levensbedreigende situatie ontstaan. De behandeling is bijvoorbeeld geïndiceerd bij voedingsproblemen, angst of depressie. 3. Waarom Het doel van de behandeling is dat de cliënt en systeem inzicht hebben in de aanwezige problematiek en hebben passend advies gekregen hoe om te gaan met deze problematiek. De endogene klachten zijn verminderd of verdwenen, er is verheldering bij ouders over de lichamelijke ontwikkeling en/of klachten en zij kunnen hier mee omgaan, de lichamelijke klachten als gevolg van omgevingsfactoren zijn in positieve zin beïnvloed. 4. Wat houdt het in Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt wordt de behandeling en behandelduur aangepast altijd vanuit een integrale benadering en onder leiding van een psychiater of kinderarts. Mogelijke activiteiten zijn: het opstellen van het medisch behandelplan, het coördineren van somatische zorg, het voeren van gesprekken met ouders en derden ten behoeve van informatieoverdracht en het geven van voorlichting en psycho educatie. Er kan ook medicamenteuze behandeling, een dieet of verpleegkundige zorg voorgeschreven worden waarbij de verpleegkundige of paramedicus ondersteunend is. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: A Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
46
Module 3.4.2 farmacotherapie, medicatie 1. In het kort In deze module wordt op basis van de bevindingen en aanbevelingen van het kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek en/of somatisch geneeskundig onderzoek medicatie voorgeschreven en gegeven. Na afloop zijn door medicatie, negatieve symptomen van de stoornis of aandoening sterk verminderd of verdwenen. Het algemeen welbevinden en functioneren van de cliënt is verbeterd. Deze behandeling kan afhankelijk van de hulpvraag verschillen van duur, frequentie en intensiteit. 2. Voor wie is het Deze behandeling is geschikt voor cliënten in behandeling bij de Mutsaersstichting waarbij verwacht wordt dat medicatie ondersteunend zal zijn voor de behandeling. Aan de ziekte, aandoening of (psychiatrische)stoornis ligt een medische oorzaak ten grondslag of er is medicatie nodig om de aandoening te behandelen. De ziekte, aandoening of stoornis heeft invloed op de gezonde ontwikkeling van de cliënt en zal indien niet behandeld verergeren, de symptomen zullen toenemen of er kan een acute of levensbedreigende situatie ontstaan. De behandeling is bijvoorbeeld geïndiceerd bij voedingsproblemen, angst of depressie. 3. Waarom Doel van farmacotherapie is het doen verdwijnen of reduceren van de negatieve symptomen van een stoornis of (psychiatrische) aandoening, alsmede de daaruit voortkomende andere symptomen zoals angst en depressiviteit. Hierdoor zal het lijden van de cliënt minder worden en zijn functioneren en de kwaliteit van leven worden bevorderd. 4. Wat houdt het in Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt wordt de behandeling en behandelduur aangepast, altijd vanuit een integrale benadering. Er wordt een indicatie gesteld voor de behandeling met medicatie, voorlichting gegeven omtrent de noodzaak voor medicatie-inname, informatie gegeven over beoogde effecten alsmede de bijwerkingen. Tevens wordt de medicatie verstrekt en uitleg gegeven over een goede medicatie-inname. Deze module wordt over het algemeen geïntegreerd aangeboden met de modules psycho-educatie alsook met de module individuele behandeling, ouder/gezinsbegeleiding. De behandelaar van de Mutsaersstichting is alleen voorschrijver van de medicatie als dit in relatie staat met de ziekte, aandoening of stoornis waarvoor de cliënt bij de Mutsaersstichting behandeld wordt. Het algemene streven in de psychiatrie is erop gericht om met zo min mogelijk medicatie te werken en er wordt gewerkt op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens die evidence based zijn. 5. Praktische informatie Omvang: 113 minuten • Directe tijd: 75 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 15 minuten) • Indirecte tijd: 38 minuten (inclusief: evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: vier maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: A Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
47
Module 3.4.3 fysio- en ergotherapie 1. In het kort Deze module wordt ingezet als er problemen in de algehele motoriek gesignaleerd worden ten gevolge van een aandoening of stoornis met medische grondslag. Er kan dan sensorische en/of motorische behandeling worden ingezet met als doel de stoornissen en of handicaps aan het bewegingssysteem te verminderen dan wel te voorkomen zodat de cliënt zo zelfstandig als mogelijk in staat is te functioneren. De behandelduur ligt tussen de vijf en vijftien sessies. De behandeling is gerelateerd aan de totale behandeling binnen de Mutsaersstichting. 2. Voor wie is het Cliënten die in behandeling zijn bij de Mutsaersstichting en die vragen hebben over de (on)mogelijkheden van motorische vaardigheden of het bewegingsapparaat komt deze in aanmerking voor fysio- en ergotherapeutische behandeling. Zij hebben hulp nodig om stoornissen en handicaps aan de motoriek of bewegingssysteem te verminderen of compenseren en willen zo optimaal mogelijk activiteiten in het dagelijks leven kunnen uitvoeren. 3. Waarom Door deze behandeling bereikt de cliënt een optimale senso(moto)rische integratie, hij of zij heeft het inzicht in eigen handelen, de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen vergroot. De cliënt is nu in staat dagelijkse activiteiten te plannen/structureren en in diverse situaties toe te passen en (zo nodig) om te gaan met een hulpmiddel/aanpassing. Het doel van fysiotherapie is om stoornissen en/of handicaps van het bewegingssysteem te voorkomen, verminderen of te compenseren, het plezier en zelfvertrouwen in het bewegen te vergroten en nieuw verworven vaardigheden te generaliseren. Het doel van de ergotherapie is het zo optimaal mogelijk zelfstandig leren uitvoeren van praktische dagelijkse activiteiten. Indien nodig wordt er gezocht naar een hulpmiddel/aanpassing om deze zelfstandigheid optimaal te bereiken. 4. Wat houdt het in Na het opstellen van het fysio- en ergotherapeutisch behandelplan zijn mogelijke behandelactiviteiten: het oefenen en aanleren van senso(moto)rische integratievaardigheden en het aanleren van praktische dagelijkse activiteiten afgestemd op de mogelijkheden van de cliënt. Het geven van uitleg aan ouders en behandelaren over de specifieke (senso-)motorische problematiek, het adviseren van ouders en behandelaren over hoe zij spelenderwijs (senso-)motorische vaardigheden kunnen uitlokken en het bieden van begeleiding bij thuis uit te voeren interventies maken eveneens deel uit van de behandelactiviteiten. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt wordt de behandeling en behandelduur aangepast, altijd vanuit een integrale benadering. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Paramedicus Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
48
Module 3.5.1 crisisinterventie 1. In het kort Deze module kan ingezet worden voor alle kinderen en jongeren tussen de 0 en 21 jaar (cliënt) in (dreigende) crisissituatie. Het gaat daarbij steeds om het inschatten van het risico (gevaar) en of de situatie acuut veranderd dient te worden. Bij crisissituatie kan de interventie direct ingezet worden. De Mutsaersstichting hanteert protocollen rondom crisissituaties die beschreven staan op het DKS. Na afloop is de crisissituatie zo geherstructureerd dat het op gang brengen of voortzetten van (psychiatrische) hulpverlening op reguliere wijze en bij voorkeur binnen kantooruren weer mogelijk is. 2. Voor wie is het Alle cliënten waarbij is geconstateerd dat er sprake is van een spoedeisende situatie waarbij binnen zeer korte tijd hulp geboden moet worden. Er is sprake van acuut dreigend gevaar voor de jeugdige zelf en/of zijn. Hulp is nodig bij het omgaan met ernstig (agressief/ seksueel) grensoverschrijdend gedrag, suïcidaal gedrag of (fysieke/seksuele) mishandeling. Het gevaar is alleen nog maar te begrenzen is door een (poli)klinische crisisinterventie, altijd onder eindverantwoordelijkheid van een psychiater. Indien diegene die in crisis verkeert zelf geen hulpvraag heeft dan wordt deze geformuleerd vanuit de direct betrokkenen. 3. Waarom Het doel van de crisisinterventie is een noodsituatie zo te herstructureren dat het op gang brengen of voortzetten van (psychiatrische) hulpverlening op reguliere wijze en bij voorkeur binnen kantooruren mogelijk wordt. Bij een crisissituatie is er altijd sprake van een vorm van machteloosheid. De interventie is erop gericht deze situatie van ‘machteloosheid’ zo snel mogelijk om te buigen naar een situatie waarin de cliënt en ouders weer de regie over de eigen hulpverlening kunnen hebben. 4. Wat houdt het in Deze interventie vindt binnen de reguliere werkwijze plaats, echter de intake is binnen 3 dagen na aanmelding. De crisisinterventie bestaat uit aanvullende hulp, daarmee wordt bedoeld dat de verwijzende behandelaar slechts dat deel van zijn zorg tijdelijk kan overdragen. De overdracht kan pas plaatsvinden, nadat daarover overeenstemming is bereikt met de instroomcoördinator van Mutsaersstichting. Er vindt intensief intern- en extern overleg plaats met meerdere disciplines waarbij de ‘crisiscoördinator’ een sturende rol heeft om de passende hulpverlening in te zetten. 5. Praktische informatie Omvang: 240 minuten • Directe tijd: 120 minuten • Indirecte tijd: 120 minuten (inclusief: intern- extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: 28 dagen Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
49
Modulegroep 4. Ouderbegeleiding
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
50
Module 4.1.1 psycho- educatie aan ouders 1. In het kort De module psycho- educatie is voor ouders van kinderen en jongeren (cliënt)met een langdurige beperking of handicap. Door de psycho- educatie krijgen ouders meer begrip, kennis en vaardigheden om met de handicap van hun kind en de omgeving om te gaan. In een vijftal gesprekken wordt op methodische wijze vragen beantwoord en uitleg gegeven over wat de handicap voor hun inhoud. 2. Voor wie is het Deze ouders van cliënten in de hulpverlening met een langdurige beperking of handicap vragen zich af wat er nu precies aan de hand is, hoe zij het beste kunnen omgaan met hun kind/omgeving of zij hebben hulp nodig in het verwerken en accepteren van de diagnose. Zij zijn bereid om zich open op te stellen en te praten over hun gezin, opvoeding en de omgeving. Zij nemen verantwoordelijk voor de zorg en willen het kind de optimale ontwikkelingskansen te bieden. 3. Waarom Na afloop van deze module weten ouders beter wat er met hun kind aan de hand is en zijn ontvankelijker voor behandeling en zelfstandiger geworden. Zij zijn in staat om het kind die pedagogische aanpak en begeleiding te geven die het nodig heeft. Ouders voelen zich in staat om op partnerniveau, met alle kinderen in het gezin en ook met mensen in hun omgeving op een goede wijze te communiceren over de problematiek van hun kind en gezin. 4. Wat houdt het in Bij deze module wordt educatieve- of opvoedkundige voorlichting aan ouders gegeven om ze te leren omgaan met de beperkingen van hun kind. Er wordt informatie verstrekt over de diagnose en problematiek, de behandeling en neveneffecten, de inpassing in het dagelijks functioneren en over de prognose. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd altijd vanuit een integrale en methodische benadering. 5. Praktische informatie Omvang: 525 minuten • Directe tijd: 350 (inclusief: 5 gesprekken van 60 minuten) • Indirecte tijd: 175 (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging). Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: E, F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
51
Module 4.1.2 behandeling en ondersteuning (zowel ouders als gezin) 1. In het kort Deze module is voor ouders met hulpvragen over hun kinderen in de leeftijd van 0 – 23 jaar (cliënt). Zij ervaren het gedrag van het kind als problematisch en hebben hulp nodig om de groeimogelijkheden van het kind te optimaliseren. Vanuit de hulpvraag van de ouders wordt, door middel van een reeks gesprekken, gewerkt aan één of meerdere doelen. Na afloop van de behandeling is probleemgedrag verminderd danwel verdwenen en zijn de doelen behaald. 2. Voor wie is het Deze module is voor ouders die te maken hebben met een verzwaarde opvoedingssituatie. Door kind en/of ouderfactoren vraagt de opvoeding meer dan geboden wordt of kan worden. De ouders zijn bereid om zich open op te stellen en te praten over hun gezin, opvoeding en de omgeving. Zij nemen verantwoordelijk voor de zorg en willen het kind de optimale ontwikkelingskansen te bieden. 3. Waarom Het doel van de module is om de ontwikkelmogelijkheden van het kind te optimaliseren. Door het vergroten van de pedagogische kwaliteiten van ouders en gezin wordt toegewerkt naar het bereiken van de doelen en oplossen van de hulpvraag. Hierdoor worden negatieve gezinspatronen veranderd, draagkracht vergroot en draaglast verminderd, tevens nemen risico’s op ernstigere vormen van probleemgedrag af. In het geval van huiselijk geweld kan een nieuwe traumatische geweldsituatie mogelijk voorkomen worden. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen van deze module mogelijk. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem, worden andere invalshoeken gehanteerd. Enkele mogelijkheden zijn, Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (IAG), Intensieve Thuis Begeleiding (ITB), Video Home Training (VHT), gezinsbehandeling, oudergesprekken, geweldloos verzet in gezinnen en ouderbegeleiding in het kader van vrouwenhulpverlening. Uitgangspunt is een klimaat van wederzijds respect voor ieders positie, waarden en normen. De behandeling duurt minimaal drie tot gemiddeld negen maanden. 5. Praktische informatie Omvang: 540 minuten • Directe tijd: 360 minuten (inclusief: zes contacten van 60 minuten) • Indirecte tijd: 180 minuten (inclusief: intern- extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: drie maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: E, F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
52
Module 4.1.3 praktische pedagogische gezinsbegeleiding (PPG) 1. In het kort De module praktische pedagogische gezinsbegeleiding (PPG) is geschikt voor gezinnen met kinderen tussen de 0- 23 jaar waar ouders problemen ervaren in de opvoeding en de omgang met hun kind. De problematiek is vaak complex en heeft invloed op meerdere levensgebieden. De hulp richt zich op hoe het probleemgedrag van het kind te verminderen en de ontwikkeling te optimaliseren. Er vinden op vaste tijden gesprekken plaats gedurende drie tot zes maanden. 2. Voor wie is het Ouders die vastlopen in de opvoeding van hun kind kunnen gebruik maken van deze module. Zij vragen hulp hoe om te gaan met dagelijkse opvoedingssituaties zoals, eten, slapen, spelen of hebben specifieke vragen over hoe om te gaan met het (probleem)gedrag van het kind. De module is speciaal geschikt voor ouders die leren via ‘modeling’ in de thuissituatie, zoals ouders met een (licht) verstandelijke beperking of psychiatrische problemen. Tevens is de module geschikt voor multi- probleem gezinnen en gezinnen met een andere culturele achtergrond. 3. Waarom Het doel van de module is dat ouders hun kind beter leren kennen en begrijpen, waarbij de hulpvraag altijd het uitgangspunt is. Zij werken aan gedragsverandering in de thuissituatie en hebben daardoor na afloop van de behandeling een beter contact met hun kind en voelen zich zekerder in de opvoeding. Het probleemoplossend vermogen wordt vergroot, het toezicht op het kind wordt beter en het inzicht in het opvoedkundig handelen neemt toe. Hierdoor zal het vermogen tot ontwikkeling en groei van het kind toenemen en de balans in het gezin zich herstellen. 4. Wat houdt het in Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd vanuit een methodisch, systemisch en gedragstherapeutisch kader. Er wordt methodisch gewerkt aan verandering op drie niveaus: het gedragsniveau, inzichtniveau en emotioneel niveau. De gesprekken, op kantoor of in het gezin, duren 60 tot 90 minuten en er vinden tussen de zes en vijftien contacten plaats. 5. Praktische informatie Omvang: 540 minuten • Directe tijd: maximaal 360 minuten (inclusief: minimaal zes contacten van 60 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 180 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: E, F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
53
Module 4.1.4 BOR (begeleide omgangsregeling) 1. In het kort BOR is een vorm van intensieve ondersteuning aan kinderen en hun ouders na een echtscheiding. Er wordt omgang gewenst tussen kind(eren) en de uitwonende ouder maar deze is nog niet gerealiseerd of verloopt problematisch. Een beschikking voor begeleide omgang van de rechtbank en indicatie van bureau Jeugdzorg is een vereiste. De methode is procesgericht met de focus op de verandering van patronen, dynamiek en interacties in het gezin. Waardoor ouders uiteindelijk in staat zijn om ofwel zelfstandig of met behulp van derden de omgangsregeling uit te voeren. Er vinden oudergesprekken en (begeleide) omgangscontacten plaats gedurende ongeveer zes maanden. 2. Voor wie is het Deze module is bedoeld voor gescheiden (of scheidende) ouders die zelfstandig niet tot goede omgang tussen de kind(eren) en uitwonende ouder komen. De communicatie tussen de ouders en/of gezinsleden verloopt problematisch of is ernstig verstoord. Er is hulp nodig om in het belang van het kind(eren) tot een veilige en goede omgangsregeling te komen. Wanneer de veiligheid (fysiek, emotioneel, seksueel of psychisch) van het kind niet gewaarborgd is, kan de module niet worden uitgevoerd. Veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde de module te starten. 3. Waarom Het doel van de module is dat er uiteindelijk (veilige) omgang plaatsvindt tussen de kind(eren) en de uitwonende ouder. Omgang met beide ouders is over het algemeen bevorderend voor het welzijn en een gunstige ontwikkeling van het kind. Na afloop van de module is de communicatie tussen ouders niet belastend voor de kind(eren), kunnen ouders conflicten beheersen en handelen vanuit de positie als ouder in het belang van het kind, hebben gezinsleden positieve ervaringen opgedaan tijdens de omgangsregeling en hebben vertrouwen dat zij in de toekomst de omgang zelfstandig kunnen uitvoeren. 4. Wat houdt het in De belangrijkste uitgangspunten van deze module zijn: de omgangsregeling is er voor het (de) kind (eren), ouderschap blijft, ouders willen een goede ouder zijn en willen het beste voor hun kind. De hulpverlening gaat uit van een veelzijdige meerzijdige partijdigheid en het creëren van een kader waar recht gedaan kan worden aan ieders perspectief. Afhankelijk van de aard en de ernst van de problematiek wordt inzet op maat aangeboden, bijvoorbeeld in de vorm van netwerkondersteuning, (on)begeleide omgang of de inzet van andere modules. Er vinden gemiddeld drie oudergesprekken en dertien omgangscontacten plaats. 5. Praktische informatie Omvang: 1.575 minuten • Directe tijd: 1.050 minuten (inclusief: drie oudergesprekken van 90 minuten en 13 omgangscontacten van 60 minuten) • Indirecte tijd: 525 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: drie maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: E, F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
54
Module 4.1.6 acute zorg ambulant 1. In het kort Deze kortdurende module is voor gezinssystemen die door de Spoedeisende Hulp (SEH) van Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor ambulante acute zorg worden aangemeld. Door de gezamenlijke inspanningen van de zorgaanbieders wordt geprobeerd een indicatiestelling van BJZ te voorkomen, de regie in het gezin te herstellen en indien nodig passende vervolghulp aan te bieden. 2. Voor wie is het Deze module is voor cliënten en cliëntsystemen die in een situatie zitten waarbij de pedagogische nood zo hoog is dat spoedeisende ambulante hulp geïndiceerd is. Zij worden bij het meldpunt door de SEH van BJZ aangemeld. 3. Waarom Het doel van de module is om binnen vier weken de noodzaak voor ambulante acute zorg op te heffen en de regie in het gezin weer te herstellen. Zodat ouders verantwoordelijk blijven voor de zorg voor hun kinderen en een indicatiestelling van BJZ zoveel mogelijk kan worden voorkomen. 4. Wat houdt het in Deze module is een kortdurende, activerende en intensieve vorm van outreachende hulp. In vier weken wordt de problematiek verkend en geordend, veiligheid geboden aan gezinsleden, het sociaal netwerk geactiveerd, het probleemoplossend vermogen van de gezinsleden vergroot en de regie in het gezin hersteld. Zo nodig wordt aanvullende vervolghulp geboden in een doorlopend traject. 5. Praktische informatie Omvang: 960 minuten • Directe tijd: 480 minuten (inclusief: 4 contacten van 120 minuten) • Indirecte tijd: 480 minuten (inclusief: lezen dossier, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: 28 dagen Reistijd: ja Uitvoerend behandelaar: E Financiering: JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
55
Module 4.1.7 moeder- baby- interventie (van Doessum) 1. In het kort Het programma is bedoeld voor ouders met psychische problemen en hun baby in de leeftijd van 0 t/m 12 maanden. Door vroegtijdig de kwaliteit van de ouder- kind interactie te verbeteren wordt positieve invloed uitgeoefend op de hechtingsrelatie met de ouder, daardoor kan mogelijk voorkomen worden dat kinderen op latere leeftijd zelf psychische problemen ontwikkelen. De behandeling duurt gemiddeld vier maanden, is concreet en praktisch waardoor snel resultaat geboekt kan worden. Moeders krijgen weer positieve en betere ervaringen in de interactie met hun kind hetgeen ook gunstig is voor hun eigen problemen. 2. Voor wie is het Deze ouder(s) hebben hulp nodig bij het verbeteren van de band met hun kind en willen deze band graag versterken om de van de sociale en of emotionele ontwikkeling van de baby te verbeteren. Voorwaarde is dat moeders zelf ook in behandeling zijn voor hun klachten. In het bijzonder wordt speciale aandacht aan moeders met een persoonlijkheidsstoornis (borderline) gegeven. Wanneer er naast depressie ook verslavingproblemen spelen of ernstige vermoedens van kindermishandeling spelen dan is deze module niet geschikt 3. Waarom De moeder- kind interactie is een belangrijke bouwsteen in de ontwikkeling van veilige hechting. Bij moeders en vaders met psychische problemen kan deze interactie verstoord zijn hetgeen problemen in de (latere) ontwikkeling van het kind kan opleveren. Het doel van de module is dat de kwaliteit van de ouder- kind interactie verbetert, zodat het kind een veilige gehechtheidrelatie met de ouder kan ontwikkelen. Er wordt daardoor een protectieve basis gelegd in het eerste levensjaar en moeders doen weer positieve ervaringen op. 4. Wat houdt het in Gedurende de behandeling wordt gefocust om moeders te leren om positief contact te maken met het kind om zo stapsgewijs de kwaliteit van het contact te verbeteren. Moeders leren contactinitiatieven beter herkennen en de sensitieve responsiviteit te vergroten zodat de hechting tussen moeder en kind positief gestimuleerd wordt. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. Bijvoorbeeld video hometraining, modeling, cognitieve herstructurering en baby massage. Er vinden gemiddeld vijf tot vijftien gesprekken plaats van ongeveer 60 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: 450 minuten • Directe tijd: 300 minuten (inclusief 5 gesprekken van 60 minuten) • Indirecte tijd: 150 minuten (inclusief: lezen dossier, intakeoverleg, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: D en E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
56
Module 4.1.8 triple P individueel (niveau 4 en niveau 5) 1. In het kort Triple P is geschikt voor ouders die hulp nodig hebben in de opvoedingsondersteuning bij het veranderen van opvoedgedrag, om ernstige emotionele- en gedragsproblemen bij de kinderen te verminderen en de communicatie in het gezin te verbeteren. De interventies van Triple P zijn gericht op het bevorderen van competenties, vergroten van het zelfvertrouwen en toepassen van adequate positieve opvoedingsstrategieën. In 8 tot 24 contacten leren ouders verschillende strategieën en vaardigheden toe te passen zoals: positief contact bevorderen, gewenst gedrag bevorderen en ongewenst gedrag hanteren. 2. Voor wie is het Het Triple P Programma is geschikt voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar. Deze ouders hebben hulpvragen over ernstige emotionele- en gedragsproblemen van hun kinderen en hebben hulp nodig om als ouder competenter te worden en opvoedingsstress te verminderen. De niveaus van Triple P 1, 2 en 3 bieden te weinig ondersteuning bij de opvoedingsproblemen. 3. Waarom Het doel van de module is om ouders competenter te maken in hun opvoedingsmogelijkheden. Na afloop van de module hebben zij meer kennis, meer vaardigheden en meer zelfvertrouwen verworven op het gebied van opvoeden en omgaan met probleemgedrag. Hierdoor wordt de onafhankelijkheid en gezondheid van het gezin versterkt en het opvoedingsklimaat verbeterd, hetgeen het risico op kindermishandeling en psychische problemen van de kinderen verminderd. Ouders hebben meer plezier in de omgang met de kinderen en opvoedingsstress is verminderd of verdwenen. 4. Wat houdt het in Triple P staat voor: Positief Pedagogisch Programma. Het is een laagdrempelig en integraal programma van 5 niveaus ter preventie van ernstige gedragsproblemen bij kinderen en het bevorderen van competent ouderschap. Deze module richt zich op de Triple P niveaus 4 en 5. Deze niveaus zijn modulair opgebouwd en bieden`diverse keuzemogelijkheden voor kinderen in verschillende leeftijden en sluiten op deze manier aan bij verschillende behoeften en hulpvragen. Het uitgangspunt is gebaseerd op vijf basisprincipes van positief opvoeden: het creëren van een veilige en stabiele omgeving, zorgen voor een positieve leeromgeving, hanteren van een aansprekende discipline, hebben van realistische verwachtingen en voor jezelf zorgen als ouder. De basismodule bestaat uit 8 tot 10 sessies van gemiddeld 90 minuten. Aansluitend kan een vervolgmodule (niveau 5) ingezet worden, deze bestaat uit 3 tot 12 sessies van 60 tot 90 minuten. 5. Praktische informatie Omvang: 1.080 minuten • Directe tijd: maximaal 720 minuten (inclusief 8 contacten van 90 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 360 minuten (inclusief: lezen dossier, vragenlijsten scoren en interpreteren, intervisie, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: drie maanden Reistijd: ja Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
57
Module 4.1.9 Korte interventie Methode (KIM) 1. In het kort Deze module is geschikt voor ouders die de opvoeding zwaar vinden, overbelast zijn door de situatie en daardoor onvoldoende ondersteuning aan de kinderen geven. Vooral de communicatie en relatie onderling is verstoord waardoor niet adequaat wordt gereageerd op gedragssignalen van de kinderen. In vijf sessies wordt gewerkt aan het verbeteren van de onderlinge communicatie en de relatie met als uiteindelijk doel een gezamenlijke oplossing te vinden voor de ervaren problemen. 2. Voor wie is het KIM is voor gezinnen met jeugdigen in de leeftijd vanaf (5 tot 23) jaar. Er spelen relatie- en communicatieproblemen, er wordt veel ruzie gemaakt en weinig gepraat en er is vaak sprake van een één ouder gezin. De ouder(s) kunnen niet de ondersteuning bieden die de jeugdige nodig heeft en wederzijds wordt onvoldoende (h)erkenning ervaren. Er wordt niet adequaat gereageerd op gedrag(problemen) van de kinderen, sensitiviteit wordt gemist en ouders voelen zich overbelast, onmachtig over de situatie. De problemen komen vooral naar voren wanneer de kinderen in hun ontwikkeling een fase overgang doormaken en/of als gevolg van belangrijke life-events in het gezin. KIM is ook goed geschikt voor gezinnen met een nietwesterse achtergrond. 3. Waarom Het doel van de module is het in gang zetten van een veranderingsproces waarin inzicht in en beleving van de gezinsdynamiek vergroot wordt. Gezinsleden leren beter met elkaar omgaan en communiceren. Hierdoor wordt (beginnend) probleemgedrag verminderd en ernstige problemen in een later stadium voorkomen. Gezinsleden kunnen met elkaar praten over de problemen, hoe dat een probleem voor ieder persoonlijk is en welke toekomst zij zich wensen. Deze nieuwe communicatiemogelijkheden bieden handvaten voor de toekomst. Zodat zij bij het ontstaan van nieuwe problemen hier zelf een oplossing voor kunnen vinden. 4. Wat houdt het in Gedurende vijf bijeenkomsten met twee professionals wordt toegewerkt naar een gezamenlijk doel: de aanpak en oplossing van de ervaren problemen. Er wordt zowel gezamenlijk als met de afzonderlijke gezinsleden gewerkt. Aan de hand van verschillende beeldende methodieken zoals een interactie genogram en ‘ Een Taal Erbij’ wordt het inzicht in de verschillende verhalen van de gezinsleden verduidelijkt. Het inzicht in ieders verhaal leidt uiteindelijk tot een gezamenlijk verhaal en het gezamenlijk werken aan de oplossing (aanpak ) van de problemen. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd vanuit een overwegend systemisch, contextueel en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief 5 sessies van 120 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 1.200 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, in- en extern overleg, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 1.200 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars:2.400 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 2.400 minuten Duur: vier maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren uit verschillende disciplines worden ingezet: D en E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
58
Module 4.1.10 Horizonmethode 1. In het kort De Horizonmethodiek is bedoeld voor jongens en meisjes in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar die seksueel zijn misbruikt door iemand van binnen of buiten het gezin. Daarnaast is er een parallelaanbod voor de nietmisbruikende ouder(s) van het kind. Het doel van de Horizonmethodiek is de negatieve gevolgen van de traumatische (seksuele) gebeurtenissen voor het vertrouwen en het (sociale) functioneren van het kind te herstellen. Door middel van 15 wekelijkse bijeenkomsten van ongeveer 75 minuten wordt door zowel ouders als kinderen gewerkt om de gebeurtenissen een plek te geven. 2. Voor wie is het De Horizonmethodiek wordt aangeboden als een kind problemen heeft die het gevolg zijn van of verband houden met het seksueel misbruik, bijvoorbeeld posttraumatische stressstoornis, gedrag- en/of emotionele problemen of een specifieke stoornis. Daarnaast zijn er diverse contra-indicaties waardoor het kind of ouder niet kan deelnemen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van ernstige psychopathologie, wanneer het misbruik nog niet gestopt is of de ouder zelf het misbruik gepleegd heeft of onverwerkte seksuele (misbruik)problemen heeft. 3. Waarom Het doel van de Horizonmethodiek is om de negatieve gevolgen van de traumatische (seksuele) gebeurtenissen te verminderen en het vertrouwen, (sociale) functioneren van het kind te herstellen. Het doel van het parallelaanbod aan ouders is enerzijds dat zij in staat zijn hun kind optimaal steun te bieden bij het verwerken van de ervaringen en anderzijds dat zij hun eigen emoties kunnen hanteren en (tijdelijke) opvoedingsonmacht weten te overkomen. 4. Wat houdt het in De Horizonmethodiek is gebaseerd op een cognitief gedragsmatig behandelingsmodel (Deblinger en Heflin, 1996). Het model heeft als uitgangspunt dat cognitie, gedrag en emoties sterk van elkaar afhankelijk zijn. De behandeling richt zich op alle drie de domeinen. De behandeling volgt een duidelijke structuur met een thema per sessie, vindt groepsgewijs plaats in een veilige en ontspannen sfeer. Er is constant aandacht voor het verband tussen wat er is gebeurd en hoe het kind dat vertaalt in gedachten, gevoelens, gedrag en lichaamsbeleving. In de sessies wordt niet alleen gepraat met de kinderen maar ook actief geoefend om het besprokene te ervaren, bijvoorbeeld door tekenen, spelen, toneelspelen en bewegen. De methode is opgenomen in de databank van het NJI. 5. Praktische informatie Omvang: 3.375 minuten • Directe tijd: 2.250 minuten (inclusief 15 behandelingen kind(eren) van 75 minuten en 15 behandelingen ouders van 75 minuten) • Indirecte tijd: 1.125 minuten (inclusief: lezen dossier, vragenlijsten scoren en interpreteren, intervisie, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: 6 maanden Reistijd: n.v.t. Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren C Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
59
Modulegroep 5. Groepsbehandeling
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
60
Module 5.1.1 ‘ik ben speciaal’ 1. In het kort ‘Ik ben speciaal’ is voor jongeren tussen de 9 en 16 jaar (cliënt) met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Deze groep is bedoeld om deze kinderen te leren wat ASS inhoudt en hen te leren omgaan met hun handicap. Gedurende een aantal weken wordt door middel van stapsgewijze en concrete opdrachten gewerkt aan het vergroten van zelfkennis. Daarnaast wordt gewerkt aan het versterken van de eigenwaarde en het verbeteren van het inzicht in de diagnose. 2. Voor wie is het De module is geschikt voor cliënten die nog niet goed weten wat de diagnose (ASS, PDD-NOS, Asperger, MCDD) voor hen specifiek inhoudt. Zij hebben nog onvoldoende zelfkennis en er spelen vragen over hoe ze moeten omgaan met sociale situaties, emoties en gevoelens. Cliënten met een benedengemiddeld IQ kunnen vanaf 12 jaar deelnemen aan deze module. De training is minder geschikt voor kinderen met heel beperkte schrijf/ leesvaardigheden, een taakspanning van minder dan een half uur, een depressie of een zeer instabiele thuis of schoolsituatie. Voor cliënten die de groepstraining niet kunnen volgen vanwege hun handicap is een individueel traject mogelijk. 3. Waarom Het doel van de module is enerzijds om cliënten te leren welke invloed autisme kan hebben op het dagelijks functioneren en anderzijds om ze beter in staat te stellen zelf oplossingen en manieren te bedenken om makkelijker met dagelijkse situaties om te gaan. Het versterkt het zelfoplossend vermogen, de zelfkennis en eigenwaarde. Ook de omgeving is hierdoor instaat om beter te reageren op de handicap van de jongere. 4. Wat houdt het in De socratische gespreksmethode wordt als basis gebruikt om de cliënt achter zijn of haar eigen (on)mogelijkheden te laten komen. Op basis van de groepssamenstelling en de hulpvragen wordt het programma afgestemd vanuit een cognitief, leer theoretisch en competentiegericht kader. Het accent ligt op het (letterlijk en figuurlijk) activeren van de cliënt om na te denken over zichzelf en anderen, zoals over het lichaam, karakter, sterke en minder sterke kanten. In een persoonlijke werkmap worden de wekelijkse opdrachten (schrijven, lezen, tekenen en spelen) bewaard zodat deze aan het eind van de behandeling meegenomen kan worden. De behandeling beslaat minimaal vijftien sessies van één uur. Ouders en school worden geïnformeerd gedurende het proces. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.170 minuten (inclusief 15 sessies van 60 minuten en 4 contacten van 15 minuten met ouders) o Declarabele minuten per cliënt: 360 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.170 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, overleg met derden, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 360 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 4.320 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 720 minuten Duur: vier maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: D, E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
61
Module 5.1.2 dyslexie de baas 1. In het kort Deze module richt zich op jongeren tussen de 12 en 16 jaar(cliënt) met dyslexie. Tijdens de groepsbijeenkomsten worden deze jongeren geholpen om beter met hun handicap om te gaan en hebben zij contact met leeftijdgenoten met dezelfde problematiek. Hetgeen bijdraagt aan het acceptatieproces en de preventie van psychische problematiek. Deze module is volledig gebaseerd op effectief bevonden methoden en bestaat uit elf groepssessies. Ouders worden nadrukkelijk betrokken door middel van twee bijeenkomsten. 2. Voor wie is het Deze cliënten hebben beginnende psychische problemen en lotgenotencontact wordt nodig geacht om het welbevinden van deze jongeren te bevorderen. Zij hebben bijvoorbeeld last van faalangst of somberheid. Tevens kunnen ze de het vertrouwen in zichzelf verliezen doordat ze regelmatig slechte cijfers halen op school ondanks dat ze slim zijn. 3. Waarom Bij dyslexie is het van groot belang dat er aandacht wordt besteed aan de sociaal- emotionele gevolgen van dyslexie. Lotgenoten contacten kunnen helpen om de dyslexie beter te accepteren en beter met de handicap om te gaan. Deze behandeling draagt bij aan de preventie van internaliserende problematiek bij kinderen en adolescenten. Jongeren geven na afloop van de training aan dat ze het fijn vinden om te ervaren dat ze niet alleen zijn. Verder zijn zij minder gespannen op school, zijn eventuele klachten afgenomen en is het geloof in het eigen kunnen vergroot. 4. Wat houdt het in Het programma Dyslexie de Baas werkt op een wetenschappelijk verantwoorde manier (Paleij en Stikkelbroek 2009) aan het vormgeven van lotgenotencontacten. Er wordt gewerkt vanuit een cognitief leertheoretisch verklaringsmodel en effectief bevonden gedragstherapeutische technieken. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van effectief bevonden onderwijskundige principes in het optimaliseren van het leergedrag bij mensen met leerproblematiek. Er wordt veel geoefend met praktisch toe te passen technieken om bijvoorbeeld meer zicht op persoonlijke doelen te krijgen en je gezond te voelen. Het trainingsprogramma bestaat uit elf groepssessies van 90 minuten en een terugkombijeenkomst na drie maanden. Verder vinden er twee bijeenkomsten met ouders en leerkrachten plaats. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.520 minuten (14 sessies van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 420 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.520 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 420 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 5.040 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 840 minuten Duur: negen maanden, inclusief terugkombijeenkomst Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E of Vaktherapeut Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
62
Module 5.1.3 Brussencursus 1. In het kort De brussencursus is gericht op broers en zussen (brussen) vanaf 8 jaar van kinderen met autisme en heeft een preventief karakter. In vier bijeenkomsten worden negatieve gevolgen beperkt en beschermende factoren versterkt waardoor brussen van kinderen met autisme niet als gevolg daarvan zelf problemen ontwikkelen. 2. Voor wie is het Deze cursus is geschikt voor brussen die vragen hebben over hoe zij het beste om kunnen gaan met hun broer of zus met autisme. Zij kunnen vragen stellen zoals: help mij mijn gevoel van eigenwaarde te vergroten en meer zicht krijgen op mijn eigen gevoelens, onafhankelijk van mijn broer of zus met autisme. Ook ouders kunnen vragen hebben om hun kind te helpen in het omgaan met hun broer of zus met autisme. Bij brussen die zelf psychische problemen hebben wordt gekeken of deelname aan de groep haalbaar is (draagkracht – draaglast). 3. Waarom Het doel van deze cursus is om te voorkomen dat brussen zelf psychosociale of psychiatrische problemen ontwikkelen. Het gemis aan wederkerigheid in het contact met het kind met autisme gaat voor de 'gezonde' brus gepaard met allerlei emoties; van verdriet tot boosheid, van medelijden tot angst, maar ook van empathie tot liefde. Door brussen te leren gevoelens beter te uiten en stress te reduceren, krijgen zij handvatten om beter om te gaan met hun broer of zus met autisme. Ouders weten wat hun kinderen tijdens de cursus hebben geleerd en zijn op de hoogte op welke wijze zij hun kinderen kunnen ondersteunen t.a.v. relatie met hun autistische broer of zus. Het uitwisselen van ervaringen met ouders helpt de beschermende factoren te verstevigen en de risicofactoren te doen afnemen zodat een zo gezond mogelijke gezinssituatie ontstaat. 4. Wat houdt het in Afhankelijk van de hulpvragen en de wensen van de groep, worden per bijeenkomst verschillende thema’s besproken vanuit een integrale en methodische benadering. De kracht ligt vooral in de mogelijkheid om als groep met elkaar in gesprek te gaan over verschillende thema’s. Er vinden vier bijeenkomsten van anderhalf uur plaats met de brussen waar aan de hand van diverse werkvormen gewerkt wordt met de verschillende thema’s. Voor ouders kan er een informatieve afspraak voorafgaand aan de cursus worden gepland en ter afronding van de cursus vindt er een gezamenlijke bijeenkomst met ouders en kinderen plaats. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 960 minuten (inclusief: 1 intakegesprek van 60 minuten, 4 groepsbehandelingen kinderen, 1 groepsbehandeling ouders en kinderen van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 210 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 960 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 160 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1920 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 370 minuten Duur: drie maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
63
Module 5.1.4 Beter Boos 1. In het kort De ‘Beter Boos’ training is geschikt voor jongeren tussen de 12 en 15 jaar (cliënt) met problemen in de agressieregulatie. Zij laten vaak oppositioneel gedrag zien en dit levert problemen op in het contact met anderen. Het doel van de module is om de emoties die agressie opwekken beter te leren reguleren en vaardigheden aan te leren in het contact met anderen. In de behandeling van tien bijeenkomsten staat het aanleren van deze nieuwe vaardigheden vanuit een cognitief gedragstherapeutisch kader centraal. 2. Voor wie is het Deze module is voor jongeren die vaker en heftiger last hebben van emoties zoals irritatie, boosheid, woede of agressie en vaardigheden missen om deze emoties adequaat te hanteren. Zij laten regelmatig verbaal en of fysiek agressief gedrag zien. Zij kunnen hulp gebruiken in het aanleren van nieuwe manieren van denken en doen in het omgaan met anderen. Daarnaast is het vergroten van het inzicht in het eigen gedrag belangrijk. Voor cliënten met een verstandelijke beperking is deze groepsbehandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de module is om een stevige basis mee te geven zodat jongeren zich beter kunnen beschermen voor negatieve invloeden en ander gedrag eigen kunnen maken. Zodat jongeren zich bewust worden van hun eigen emoties en leren omgaan met de eigen en andermans grenzen. De jongeren krijgen meer zelfcontrole en kunnen impulsief gedrag beter in de hand te houden. Doordat nieuwe mogelijkheden ontstaan om met situaties en gedrag van anderen om te gaan zijn jongeren beter in staat om vriendschappen aan te gaan en (sociale) situaties goed in te schatten. 4. Wat houdt het in Er worden verschillende invalshoeken gehanteerd vanuit een systemisch- en cognitief gedragstherapeutisch kader. Via (spel)oefeningen worden vaardigheden getraind, zoals GGGGG-model, de basishouding (staan, kijken, praten), assertiviteit, ontspanningstechnieken en zelfinstructie. In acht bijeenkomsten worden deze technieken besproken en geoefend. Er kunnen zes jongeren deelnemen aan de groep. Ouders en indien gewenst leerkrachten, worden betrokken door middel van twee bijeenkomsten. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief 10 bijeenkomsten van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.600 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 600 minuten Duur: zes maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
64
Module 5.1.5 geweldige kinderen 1. In het kort Geweldige kinderen is voor kinderen of jongeren (cliënt) die getuige zijn geweest van huiselijk geweld, ook ouders worden bij de behandeling betrokken. De behandeling heeft een non-verbaal karakter met het accent op het bezig zijn met verschillende therapeutische werkvormen. In tien groepsbijeenkomsten en één terugkombijeenkomst komen thema’s aan bod gerelateerd aan de ervaringen. Parallel hieraan lopen ouderbijeenkomsten, waarvan één gezamenlijk met de kinderen. Na afloop hebben kinderen ervaringen kunnen uiten, heeft dit een plek gekregen en kunnen hun verhaal te delen met groepsgenoten en ouders. 2. Voor wie is het Voor cliënten in de leeftijd van 3 tot 18 jaar en hun ouders die hulp nodig hebben om ervaringen met betrekking tot huiselijk geweld te verwerken. Zij hebben hulp nodig in het creëren van een uitlaatklep, het verwerken van gebeurtenissen of emoties, het leren omgaan met dreigende situaties en het ‘verwoorden’ van ervaringen. Deze module kan gestart worden wanneer het huiselijk geweld is gestopt. 3. Waarom Wanneer kinderen getuige zijn van ruzie en gewelddadig (verbaal en fysiek) gedrag tussen volwassenen heeft dit grote invloed op de ontwikkeling. Zij groeien op met het idee dat geweld de manier is om dingen op te lossen of met elkaar om te gaan. Zij lopen hierdoor zelf groot risico om psychische problemen te ontwikkelen en uiteindelijk slachtoffer of dader van huiselijk geweld te worden. Het doel van de behandeling is deze cliënten de mogelijkheid te bieden om ervaringen een plek te geven en de communicatie tussen hen en ouder(s) te versterken. Het doet een beroep op de cliënt om te structureren, te ordenen en afstand te nemen van emoties en het cognitief integreren daarvan. Na afloop kunnen cliënten in een groep en met hun ouders praten over hun ervaringen met huiselijk geweld en zijn er geen geheimen meer. 4. Wat houdt het in Samen met andere kinderen wordt gewerkt om het eigen verhaal vast te leggen. De betrokkenheid met ouders is een belangrijk onderdeel, zodat ook zij handvatten krijgen hoe met de kinderen en elkaar om te gaan. De ‘verhalen’ vormen de rode draad tijdens de therapie, voor zowel de ouders als de kinderen. Thema’s die aan bod komen zijn: emoties, veiligheid, ruzie en tegenstrijdige gevoelens. In de oudergroep is er aandacht voor psycho- educatie, ouder- kind interactie en ondersteuning van ouders in hun ouderrol. Afhankelijk van de hulpvragen en de samenstelling van de groep, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.820 minuten (inclusief: aanmeldingsgesprek van 60 min, 11 groepsbijeenkomsten van 90 min, 4 ouderbijeenkomsten van 60 min) o Declarabele minuten per cliënt: 470 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.820 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 470 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 5.640 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 940 minuten Duur: twaalf maanden, inclusief terugkombijeenkomst Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar(s): twee vaktherapeuten Financiering: GGZ, JHV Module 5.1.6 vaktherapeutische groepsbehandeling
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
65
1. In het kort Vaktherapeutische groepsbehandeling is voor kinderen of jongeren (cliënt) met hulpvragen over het beter leren uiten van gevoelens of gebeurtenissen. Het behandelproces helpt de eigen (on)mogelijkheden te ontdekken, stimuleert het sociaal functioneren en geeft de gelegenheid om nieuw gedrag te oefenen. De behandeling heeft een handelingsgericht, ervaringsgericht en non- verbaal karakter. Mogelijke therapievormen zijn: beeldende/creatieve therapie, muziektherapie en psychomotorische therapie. In tien groepsbijeenkomsten wordt toegewerkt naar een geïntegreerd beeld van denken, voelen en doen. 2. Voor wie is het De groepsbehandeling is voor cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar die moeite hebben om zich adequaat verbaal te uiten. Het kan zijn dat ze moeite hebben om woorden te geven aan gevoelens of meegemaakte gebeurtenissen. Zij zijn angstig, teruggetrokken en kwetsbaar. Het is ook mogelijk dat ze juist agressief of dominant gedrag laten zien, waarachter eveneens onzekerheid en angst schuilgaat. Zij hebben hulp nodig in het verwerken van gebeurtenissen, het leren omgaan met conflicten of frustraties en het ontdekken van hun eigen (on)mogelijkheden. Deze vorm van behandeling niet geschikt voor cliënten met een te hoog angstniveau voor veranderingsprocessen of geen affiniteit hebben met non-verbale middelen. Voor cliënten die niet in staat zijn om in een groep te functioneren kan een individueel traject worden ingezet. 3. Waarom Het doel van de behandeling is het opgang brengen van veranderingprocessen gericht op acceptatie, inzicht en ontwikkeling. Door de inzet van verschillende vaktherapeutische middelen worden deze psychische processen beïnvloed en kunnen cliënten zich met non verbale middelen beter leren uitdrukken. De cliënten hebben geleerd om gevoelens en gebeurtenissen een plekje te geven en zijn in staat om meer gestalte aan hun eigen mogelijkheden te geven. 4. Wat houdt het in Het bezig zijn met non verbale therapeutische middelen doet bewust en onbewust een beroep op lust- en onlustgevoelens, maakt ervaringen en thema’s zichtbaar en biedt de mogelijkheid om uiting te geven aan gevoelens die niet in woorden te vatten zijn. Dat wat niet in woorden te vatten is wordt zichtbaar in vorm, kleur en materiaal en daarmee bespreekbaar. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt, worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet variërend van gedragstherapeutisch tot psychoanalytisch. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief 10 behandelingen van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.600 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 600 minuten Duur: zes maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: Vaktherapeut Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
66
Module 5.1.7 training sociale vaardigheden 1. In het kort Deze training sociale vaardigheden is voor kinderen en jongeren van 6 tot 23 (cliënt) die het contact met anderen lastig vinden en door nare ervaringen anderen op afstand houden. In het bijzonder is deze training geschikt voor cliënten met problemen binnen het autisme spectrum. De training bestaat uit twaalf groepsbijeenkomsten waar zes kinderen aan kunnen deelnemen. Middels een veelheid aan (spel)oefening wordt het zelfvertrouwen vergroot en vaardigheden aangeleerd om het contact met anderen makkelijker te laten verlopen. 2. Voor wie is het Wanneer de sociaal-emotionele ontwikkeling vastloopt vanwege negatieve ervaringen met andere mensen is deze module geschikt. Deze cliënten zijn onzeker en gespannen in het sociale contact, worden gepest en laten over zich heenlopen. Door deze ervaringen, trekken zich terug of zijn juist agressief naar anderen, alles om andere mensen op afstand te houden. Zij hebben hulp nodig om zich weerbaarder te maken, gevoelens op een adequate manier te uiten of handvaten te krijgen om socialer en positiever met andere mensen om te gaan. De training is niet geschikt in een crisissituatie of wanneer de cliënt niet in een groep kan functioneren. 3. Waarom De negatieve ervaringen met anderen hebben invloed gehad op hoe iemand denkt, voelt en doet. Het doel van deze training is om de negatieve patronen in denken, voelen en doen te doorbreken. Cliënten leren sociale vaardigheden aan om beter in sociale situaties te reageren en gaan weer positief over zichzelf denken. Sociaal vaardige kinderen beschikken over meer mogelijkheden om problemen op te lossen die zich in het dagelijks leven voordoen sociale contact. Ook zijn zij beter in staat om moeilijke situaties te hanteren, overredingskracht en humor te gebruiken om situaties minder gespannen te maken. Hierdoor worden situaties minder bedreigend en is de kans kleiner dat de eigenwaarde schade oploopt. 4. Wat houdt het in De groepstraining is gebaseerd op (sociale) leertheoretische principes en het competentiemodel. Via (spel)oefeningen, modeling, positieve bekrachtiging of imitatie worden vaardigheden getraind, zoals luisteren, grenzen aangeven, opkomen voor jezelf, helpende- en niet helpende gedachten. Het motiveren en geloof in eigen kunnen staat centraal. Speciaal voor kinderen met ASS is de Smiley training ontwikkeld. Naast de twaalf kindbijeenkomsten worden ook ouders betrokken door middel van gesprekken voorafgaand en gedurende de training. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.060 minuten (inclusief: intake van 60 min, 12 groepsbijeenkomsten van 90 min, gesprek van 60 min, terugkombijeenkomst van 90 min) o Declarabele minuten per cliënt: 510 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.060 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, in- en extern overleg en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 510 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 6.120 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 1.020 minuten Duur: twaalf maanden, inclusief intakegesprek en terugkombijeenkomst Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E en F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
67
Module 5.1.8 training rots en water 1. In het kort Deze training ‘rots en water’ is geschikt voor jeugdigen van 9 tot 23 (cliënt) jaar met problemen op het gebeid van de sociale- en emotionele ontwikkeling. In de training leren zij competenties aan om innerlijke spanningen, geweld en onvrede beter te hanteren. In acht tot veertien bijeenkomsten worden door middel van actieve (spel)oefeningen vaardigheden getraind om de weg vrij te maken voor het ontwikkelen van de zelfbeheersing en eigen kracht. 2. Voor wie is het Cliënten die baat hebben bij deze training hebben regelmatig last van emoties zoals boosheid of woede. Zij kunnen zich niet verdedigen tegen geweld of vertonen zelf gewelddadig gedrag. Ook hebben zij moeite om zichzelf in situaties te beheersen, laten weinig zelfreflectie zien of hebben weinig zelfvertrouwen. Emoties als onvrede, innerlijke spanningen en onzekerheden hebben de overhand waardoor ze onvoldoende aan hun eigenlijke ontwikkeling toekomen. Voor cliënten die niet kunnen functioneren in een groep is deze behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van de module is om cliënten te versterken in hun sociaal-emotionele en mentale ontwikkeling. Door het aanleren van vaardigheden in de zelfbeheersing, de zelfreflectie, de zelfkennis en het zelfvertrouwen vergroten zij de mogelijkheden om met hun eigen innerlijke wereld om te gaan. Het resultaat hiervan is een uitgebreider gedragsrepertoire om zich te verdedigen tegen verschillende vormen van geweld en een beter inzicht in het eigen en andermans grensoverschrijdend gedrag. 4. Wat houdt het in ‘Rots en Water’ is een vaststaande methodiek, die echter niet strak gevolgd hoeft te worden. Uitgangspunt is de rots en water communicatie: luisteren, argumenteren, flexibel reageren (water) en standvastigheid, vasthouden aan het eigen standpunt zonder de behoeftes van de ander uit het oog te verliezen (rots). Het programma bestaat uit: acht lessen, waarin de fundamenten van het programma aan bod komen en zijn geschikt voor jeugdigen vanaf negen jaar. De lessen negen tot en met veertien zijn voor jongeren vanaf 13 jaar. Voor jeugdigen tussen de 8 en de 13 jaar is een soortgelijk programma beschikbaar: Kiezel en Drup. Ouders worden betrokken door middel van twee bijeenkomsten. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.160 minuten (inclusief 8 bijeenkomsten van 50 minuten en twee bijeenkomsten voor ouders van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 193 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.160 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 193minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.320 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 387 minuten Duur: twaalf maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: D of E Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
68
Module 5.1.9 ervaringsleren groep 1. In het kort Ervaringsleren is voor kinderen of jongeren (cliënt) met hulpvragen op psychosociaal en/of psychiatrisch gebied waarbij verwacht wordt dat beweging en ondernemen van activiteiten het meest doeltreffend zal zijn. Door middel van uitdagende activiteiten doet de cliënt onder professionele begeleiding nieuwe ervaringen op waardoor het zelfvertrouwen toeneemt en beter (in)zicht in de eigen competenties en sociale vaardigheden ontstaat. De behandeling bestaat uit 10 bijeenkomsten van 90 minuten. 2. Voor wie is het Voor cliënten in de leeftijd van 6 tot 23 jaar die vastgelopen zijn in hun leven. Zij hebben vaak problemen op meerdere levensgebieden, last van een negatief zelfbeeld en onvoldoende mogelijkheden om zelf tot constructieve probleemoplossende vaardigheden te komen. Ook kunnen zijn vast blijven houden aan bepaalde (slachtoffer/ zorg) rollen en hebben weinig mogelijkheden tot zelfreflectie. Er worden twee varianten aangeboden: een groep met leeftijdsgenoten (peergrouplearning) en een gezinsgroep. Voor cliënten met een aversie tegen (buiten) activiteiten of groepsbijeenkomsten, een ernstige verslaving, suïcidaal gedrag of psychoses is deze vorm van groepsbehandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van ervaringsleren is gedragsverandering. Ervaringsleren staat vaak aan de basis van gedragsverandering. Het verwerken van ervaringen opgedaan tijdens deze behandeling vormen een belangrijke fase om te komen tot de transfer naar het alledaagse leven en dus ook naar een eventuele thuisof werksituatie. Na afloop van deze module hebben cliënten enerzijds meer zelfvertrouwen, zelfcontrole, zijn zich meer bewust van hun eigen competenties en kunnen beter voor zichzelf opkomen. Anderzijds zijn cliënten fysiek fitter geworden. 4. Wat houdt het in Ervaringleren bestaat uit een reeks uitdagende avontuurlijke activiteiten. Met behulp van methodisch aangeboden niet alledaagse activiteiten worden cliënten uitgedaagd om aan verschillende punten te werken en daarover in groepsverband te reflecteren, te evalueren en te vertalen naar het dagelijks leven. De kracht zit hem in het aanbieden van (onverwachte) situaties waardoor niet kan worden teruggevallen op ingeslepen gedragspatronen en cliënten zodoende de confrontatie moeten aangaan om tot andere oplossingen te komen. Het experimenteren met gedrag, succes en plezier vormen de belangrijkste drijfveren. De groep bestaat uit maximaal 8 deelnemers en twee trainers. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief 10 bijeenkomsten van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.800 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 300 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.600 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 600 minuten Duur: zes maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: twee vaktherapeuten (gecertificeerd ervaringsleer trainers) Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
69
Module 5.1.10 begeleiding groep (incl. logeren) 1. In het kort De groepsbegeleiding richt zich op kinderen en volwassenen (cliënten) met beperkingen in het dagelijks functioneren door een psychische, somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. De zelfredzaamheid (lichamelijke, cognitieve en psychische mogelijkheden) van de cliënt, is na inzet van deze module zodanig ontwikkeld dat hij in staat is om binnen de persoonlijke levenssfeer te functioneren en waardoor inzet van zwaardere behandeling voorkomen kan worden. Tijdens groepsactiviteiten krijgen cliënten de mogelijkheid zich te ontspannen, goede ervaringen op te doen waardoor een positiever zelfbeeld ontstaat, beter te leren omgaan met hun angsten, sociale afzijdigheid of psychotrauma. 2. Voor wie is het Individuele begeleiding wordt ingezet bij cliënten die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van: de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. Er zijn hulpvragen op het gebied van de zelfredzaamheid zoals, het uitvoeren van praktische dagelijkse vaardigheden en het inslijpen, vasthouden en bevorderen van nieuw aangeleerde vaardigheden. Tevens kan het bieden van toezicht onderdeel van de hulpvraag zijn. Voor cliënten met overheersende psychiatrische problematiek is deze module minder geschikt. 3. Waarom Het doel van groepsbegeleiding is het ontwikkelen, bevorderen, behouden of het compenseren van de zelfredzaamheid. Bij ernstige opvoedproblemen, een bedreigde ontwikkeling of e e ontwikkelingspsychopathologie zijn interventies vaak gericht op het 1 en 2 milieu. Door de hulpvraag op alle niveaus (hiërarchie van George Engel), op alle drie de milieus te betrekken kan een generalistische benadering gerealiseerd worden waardoor de kans op het kunnen realiseren van de behandeldoelstellingen vergroot wordt. De module begeleiding versterkt de vaardigheden die een cliënt nodig heeft om zich goed te ontwikkelen in relatie met het derde milieu. 4. Wat houdt het in Tijdens de begeleiding wordt ingezet op het compenseren en herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van de cliënt. Tijdens groepsactiviteiten krijgen cliënten mogelijkheden om in een prettige en ontspannen sfeer (sociale)vaardigheden te trainen. Activiteiten zijn bijvoorbeeld: sporten, gezelschapsspellen doen, invullen van vrije tijd. De mogelijkheid tot logeren behoort eveneens tot het aanbod van groepsactiviteiten en duurt van vrijdagmiddag tot en met zondagmiddag (één keer per maand). De groepsbegeleiding bestaat uit ongeveer één dagdeel begeleiding per week, met de mogelijkheid tot uitbreiding gedurende 12 maanden. 5. Praktische informatie Omvang: Logeren: klasse 1 = één etmaal per week, klasse 2 = 2 etmalen per week etcetera. Begeleiding groep: klasse 1 = één dagdeel per week, klasse 2 = 2 dagdelen per week, etcetera. Duur: twaalf maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: F Financiering: AWBZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
70
Module 5.1.11 Cardea Weet en Beweeg 1. In het kort De cursus weet en beweeg is voor kinderen en jongeren van 9 tot 15 jaar met overgewicht of obesitas. Het is een groepscursus van dertien sessies gedurende ongeveer een half jaar. In combinatie met individuele en groepsgerichte behandeling wordt advies en training gegeven door een multidisciplinair team van onder andere diëtisten, gedragsdeskundigen en fysiotherapeuten. Na afloop van de behandeling hebben cliënten niet alleen minder overgewicht, ook eten zij minder als gevolg van veranderde eetgewoonten, bewegen zij meer en hebben een positiever zelfbeeld. 2. Voor wie is het Deze training is nadrukkelijk bedoeld en geschikt voor het hele gezin. Er spelen hulpvragen rondom het overgewicht zoals help mij om mijn eigen of andermans gewicht aan te pakken en vaardigheden aan te leren om mijn gewicht onder controle te houden. Omdat het een behandeling is waarbij schriftelijk materiaal gebruikt wordt, is beheersing van de Nederlandse taal vereist en moet deelname aan een groep mogelijk zijn. 3. Waarom De primaire doelen van de behandeling zijn: gewichtscontrole, verandering van eetgewoonten, toename van (fysieke) activiteiten en toename van het welbevinden. Omgevingsfactoren, leefgewoonten, psychologische factoren, leerprocessen, opvoedingsstijl en vaardigheden en de rol van ouders spelen namelijk een belangrijke rol bij overgewicht. Een bijkomend effect van de behandeling is dat ook zelfcontrolevaardigheden, probleemoplossend vermogen en het omgaan met weerstand en frustratie verbeteren. 4. Wat houdt het in De behandeling is gericht op het hele gezin. Voedingsleer, training in lichamelijke activiteiten in combinatie met gedragsverandering op basis van gedragstherapeutische principes zijn de belangrijkste ingrediënten van de behandeling. Met een goed resultaat zoals uit onderzoek blijkt (TNO). De aanpak kent dertien groepssessies voor kinderen en negen voor ouders. Eveneens vinden bijeenkomsten voor de individuele gezinnen plaats en is individuele behandeling mogelijk. Tevens is er in de behandeling aandacht voor mogelijke andere gevolgen van overgewicht, zoals minder vrienden hebben, pesten/plagen, verminderd gevoel van eigenwaarde, schoolresultaten, etc. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 4.320 minuten (inclusief: 1 intakegesprek van 60 minuten, 13 groepsbehandelingen kinderen, 9 groepsbehandelingen ouders van 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 720 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 4.320 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 720 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 8.640 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 1.440 minuten Duur: zes maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren E Financiering:
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
71
Module 5.2.1 Oudergroep of cursus 1. In het kort De oudercursus is voor ouders met vragen over de opvoeding van hun kinderen. In een veilige groepssetting wordt gedurende vijf bijeenkomsten gesproken en gediscussieerd over de belangrijkste opvoedthema’s. Onder leiding van bekwame professionals wordt het gedragsrepertoire van ouders vergroot en worden competenties als opvoeder gesterkt. 2. Voor wie is het Deze ouders hebben kinderen in de leeftijd van 0- 23 jaar en hebben hulpvragen over: hoe zij het beste met hun kind kunnen omgaan, hoe zij praktische vaardigheden kunnen aanleren die passend zijn in de opgroeifase van hun kind en hoe zij het contact met hun kind kunnen verbeteren. Deze cursus is niet geschikt wanneer ouders niet de hele cursus willen volgen of bij een acute crisis. 3. Waarom Het doel van deze module is om bewustwording bij ouders te bewerkstelligen dat zij met hun gedrag ook het gedrag van het kind kunnen beïnvloeden en bijsturen. Ouders worden vaardiger in het hanteren van gewenst en ongewenst gedrag en het bieden van een positief en ondersteunend opvoedingsklimaat. Tevens hebben zij lotgenotencontact met andere ouders en kunnen ideeën met elkaar uitwisselen. Dit maakt dat ouders zich gesteund en gesterkt voelen in hun rol als opvoeder en het sociale netwerk wordt hierdoor verstevigd. 4. Wat houdt het in Afhankelijk van de hulpvragen en de wensen van de groep, worden per bijeenkomst verschillende thema’s besproken vanuit een integrale en methodische benadering. De kracht ligt vooral in de mogelijkheid om als groep met elkaar in gesprek te gaan over verschillende opvoedsituaties en opvoedtechnieken. Daarom verandert de samenstelling van de groep niet gedurende de bijeenkomsten. Aan de hand van divers (beeld)materiaal, oefeningen en groepsgesprekken worden ouders gesterkt in hun rol als opvoeder en krijgen verschillende handvatten aangereikt. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief: vijf bijeenkomsten van 120 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 200 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 200 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.400 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 400 minuten Duur: drie maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E en F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
72
Module 5.2.2 CarrouselCursusOuders: opvoedingsondersteuning 1. In het kort Opvoedingsondersteuning is voor gezinnen waarbij de ouders pedagogische vragen hebben. Deze ouders hebben baat bij een laagdrempelig aanbod dat snel van start kan gaan. Door middel van acht open groepsbijeenkomsten worden verschillende pedagogische opvoedkundige thema’s besproken en kunnen ervaringen met andere ouders gedeeld worden. Ouders worden ondersteund en gestimuleerd om zelf verantwoording te nemen voor de opvoeding van de kinderen en krijgen daar praktische handvaten en tips voor. Er bestaan twee varianten: een algemene cursus en een cursus voor ouders met kinderen met eetstoornissen. 2. Voor wie is het Deze ouders vragen zich af hoe zij het beste kunnen omgaan met hun kind(eren). Bijvoorbeeld over hoe ze problemen in dagelijkse situaties rondom slapen, eten, zindelijkheid en spelen het beste kunnen aanpakken. Deze ouders ervaren problemen in het opvoeden van hun kind en hebben zelf nog onvoldoende mogelijkheden om dat te veranderen. Zij nemen verantwoordelijk voor de zorg en willen dat het goed gaat met hun kind(eren). Tevens is dit aanbod geschikt voor ouders die overbruggingshulp nodig hebben, bijvoorbeeld in de eerste fase van een behandeltraject of wanneer specifiek aanbod niet direct beschikbaar is. 3. Waarom Het doel van deze module is om de opvoedkundige competenties van ouders te versterken. Zij zijn in staat om het kind die pedagogische aanpak en begeleiding te geven die het nodig heeft. Ouders voelen zich gesterkt in hun mogelijkheden om tot eigen oplossingen te komen en kunnen beter met elkaar over de opvoeding praten. Door het vergroten van de competenties zal de draaglast en draagkracht in het gezin zich herstellen en de ontwikkeling en groei van het kind toenemen. 4. Wat houdt het in De module wordt in ‘CarrouselCursusOuders’ vorm aangeboden hetgeen inhoudt dat ouders op ieder moment kunnen instromen. Gedurende in totaal acht bijeenkomsten, worden educatieve of opvoedkundige adviezen gegeven met voldoende ruimte voor individuele vragen. Thema’s die aan bod komen zijn onder andere: straffen en belonen, emoties, positief opvoeden, draaglast en draagkracht. Er wordt volgens een vaste methodiek gewerkt, vanuit een respectvolle, empowerende en praktische benadering. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.920 minuten (inclusief: acht bijeenkomsten van 120 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 320 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.920 minuten (inclusief: lezen dossier, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 320 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.840 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 640 minuten Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E en F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
73
Module 5.2.3 psycho- educatie (thema bijeenkomsten) 1. In het kort De module psycho- educatie is voor ouders en betrokkenen van kinderen en jongeren (cliënt) met een langdurige beperking of (psychische)handicap. Door de psycho- educatie in groepsvorm met thema bijeenkomst(en) aan te bieden krijgen betrokkenen enerzijds meer kennis en vaardigheden om met de handicap van het kind om te gaan en anderzijds hebben zij de gelegenheid om onderling contact te leggen en ervaringen uit te wisselen. 2. Voor wie is het Deze thema bijeenkomsten zijn bedoeld voor directe betrokkenen van de cliënt. Zoals ouders, opvoeders, partners, leerkrachten, familieleden of vrienden. Zij vragen zich af wat er nu precies aan de hand is en hoe zij het beste kunnen omgaan met het kind en vragen uit de omgeving. Zij hebben bijvoorbeeld hulp nodig in het verwerken en accepteren van de diagnose of willen graag hun kennis over de psychiatrische beperking vergroten en andere mensen in hun netwerk de consequenties daarvan beter uit kunnen leggen. Deze vorm van hulp is niet geschikt wanneer ouders het niet eens zijn met de diagnose of wanneer er sprake is van een crisissituatie. 3. Waarom Het doel is dat deelnemers van de cursus na afloop beter weten wat er met het kind aan de hand is en welke gevolgen dit heeft in het dagelijks functioneren. Zij zijn beter staat om het kind die pedagogische aanpak, behandeling en begeleiding te geven die het nodig heeft. Tevens kunnen zij beter om ondersteuning in het netwerk vragen en hebben een begin gemaakt aan het accepteren van de beperking. 4. Wat houdt het in In deze themabijeenkomst(en) worden educatieve of opvoedkundige adviezen en tips aangereikt om te leren omgaan met de specifieke beperking. Er wordt informatie en voorlichting verstrekt over de diagnose en problematiek, de behandeling en neveneffecten, het inpassen in het dagelijks functioneren en de prognose. Deze voorlichtingsavond(en) worden aangeboden in groepsverband waardoor men andere betrokkenen met soortgelijke ervaringen kan ontmoeten. Per thema worden stapsgewijs onderwerpen besproken en kunnen vragen gesteld worden. In principe wordt er niet op de individuele situatie van de cliënten ingegaan. Mogelijke thema’s zijn: Autisme Spectrum Stoornissen, ADHD of dyslexie. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief: vijf bijeenkomsten van 120 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 200 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.200 minuten (inclusief: lezen dossier, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 200 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 2.400 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 400 minuten Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E en F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
74
Module 5.2.4 triple P groep (niveau 4) 1. In het kort Triple P is geschikt voor ouders die hulp nodig hebben in het veranderen van opvoedgedrag, het veranderen van kindgedrag en de communicatie in het gezin te verbeteren. De interventies van Triple P zijn gericht op het bevorderen van competenties, vergroten van het zelfvertrouwen en toepassen van adequate positieve opvoedingsstrategieën. In zes groepsbijeenkomsten leren ouders strategieën en vaardigheden toe te passen zoals: positief contact bevorderen, gewenst gedrag bevorderen en ongewenst gedrag hanteren. 2. Voor wie is het Het Triple P Programma is geschikt voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar. De ouders hebben behoefte aan gericht advies en begeleiding in het omgaan met specifieke problemen, zij voelen zichzelf incompetent. Deze ouders hebben hulpvragen over (ernstige) emotionele- en gedragsproblemen van hun kinderen en hebben hulp nodig om als ouder competenter te worden en opvoedingsstress te verminderen. De niveaus van Triple P 1, 2 en 3 bieden te weinig ondersteuning bij de opvoedingsproblemen. 3. Waarom Het doel van de module is om ouders competenter te maken in hun opvoedingsmogelijkheden. Na afloop van de module hebben zij meer kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen verworven op het gebied van opvoeden en omgaan met probleemgedrag. Hierdoor wordt de onafhankelijkheid en gezondheid van het gezin versterkt en het opvoedingsklimaat verbeterd, hetgeen het risico op kindermishandeling en psychische problemen van de kinderen vermindert. Ouders hebben meer plezier in de omgang met de kinderen en opvoedingsstress is verminderd of verdwenen. 4. Wat houdt het in Triple P staat voor: Positief Pedagogisch Programma. Het is een laagdrempelig en integraal programma van 5 niveaus ter preventie van ernstige gedragsproblemen bij kinderen en het bevorderen van competent ouderschap. Deze module richt zich op de Triple P niveau 4. Het uitgangspunt is gebaseerd op vijf basisprincipes van positief opvoeden: het creëren van een veilige en stabiele omgeving, zorgen voor een positieve leeromgeving, hanteren van een aansprekende discipline, hebben van realistische verwachtingen en voor jezelf zorgen als ouder. Deze groepsmodule bestaat uit ongeveer zes bijeenkomsten van 110 minuten, inclusief een terugkombijeenkomst en drie individuele telefonische consulten van maximaal 30 minuten. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.860 minuten (inclusief: zes bijeenkomsten van 110 minuten en telefonische contacten van maximaal 90 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 310 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.860 minuten (inclusief: lezen dossier, scoren en interpreteren van de vragenlijsten, evaluatieoverleg, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 310 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.720 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 620 minuten Duur: vier maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: E en F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
75
Modulegroep 6. Psychotherapie
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
76
Module 6.1.1 Individuele psychotherapie 1. In het kort Deze module is voor alle kinderen en jeugdigen en hun systeem die vastlopen in hun dagelijks functioneren vanwege psychische of psychiatrische problematiek. Verwacht wordt dat het proces van de gedragsverandering leidt tot het verminderen danwel opheffen van de problemen, conflicten en klachten. Door middel van gemiddeld vijf tot vijftien gesprekken worden niet helpende gedachtes, die de problemen veroorzaken aangepakt. Na afloop zijn cliënten weerbaarder, raken minder snel van slag en zijn de ontwikkelingsmogelijkheden vergroot. 2. Voor wie is het Deze behandeling is geschikt voor alle normaal begaafde cliënten met complexe hulpvragen waarvan verwacht wordt dat een vorm van psychotherapie de aangewezen behandeling zal zijn. Er wordt een beroep gedaan op de mogelijkheid om klachten onder woorden te brengen. Voor cliënten die het lastig vinden klachten verbaal te uiten of wanneer er sprake is van een onveilige leefsituatie is deze behandeling minder geschikt. Er zijn diverse contra- indicaties echter, deze worden per individu bekeken en ingeschat. 3. Waarom Het doel van deze module is om door middel van planmatige interventies complexe veranderprocessen in gang te zetten, waardoor klachten verminderen danwel verdwijnen en ontwikkelingsmogelijkheden vergroot worden. Kinderen en jongeren zijn na afloop van de behandeling beter in staat om factoren die van invloed zijn op de problemen te herkennen en positief te beïnvloeden. 4. Wat houdt het in Binnen de psychotherapie wordt gebruik gemaakt van verschillende psychotherapeutische-, cognitieve- , psychodynamische-, gezinstherapeutische- en gedragstherapeutische benaderingen. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt wordt de therapiedoelstelling en methodiek aangepast. Belangrijk bij deze vorm van therapie is het aangaan van een vertrouwensvolle therapeutische relatie en het ontwikkelen van een gedeelde visie over de problemen en probleemsamenhang van de cliënt. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt worden de doelstellingen, methodiek, frequentie en duur van de behandeling aangepast. Bij jonge kinderen zal meer regulerend gewerkt worden terwijl bij jongeren zal worden ingezet op de eigen verantwoordelijkheden en zelfregulatie. Bij deze vorm van behandeling worden indien voorhanden wetenschappelijk onderbouwde multidisciplinaire richtlijnen gehanteerd. 5. Praktische informatie Omvang: 337 minuten • Directe tijd: maximaal 225 minuten (inclusief: 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 112 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: vier maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: B Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
77
Module 6.2.1 Groepspsychotherapie 1. In het kort Deze module is voor jeugdigen tussen de 13 en 23 jaar die vastlopen in hun dagelijks functioneren, bijvoorbeeld vanwege identiteitsproblemen of een negatief zelfbeeld. Verwacht wordt dat een proces van gedragsverandering leidt tot het verminderen danwel opheffen van de problemen, conflicten en klachten. De groepspsychotherapie wordt gegeven in een open groep met zes tot acht deelnemers en heeft ongeveer acht bijeenkomsten. Na afloop zijn de mogelijkheden om het leven in eigen hand te nemen en eigen keuzes te maken vergroot. 2. Voor wie is het Deze behandeling is geschikt voor alle normaal begaafde cliënten die nog niet goed weten hoe en welke keuzes ze moeten maken in de nabije toekomst. Zij hebben hulp nodig om tot meer reflectie te komen over de eigen gevoelens, gedachtes en gedrag. Zij willen leren opkomen voor hun eigen belangen en wensen, meer loskomen van hun ouders en zich beter thuis voelen bij leeftijdgenoten. Voor cliënten die het lastig vinden klachten verbaal te uiten of wanneer er sprake is van ernstige specifieke klachten (eetstoornis, depressie of trauma) dan is deze behandeling minder geschikt. Er zijn diverse contra- indicaties echter, deze worden per individu bekeken en ingeschat. 3. Waarom Het doel van deze module is het in gang brengen van complexe veranderprocessen waardoor klachten verminderen danwel verdwijnen en ontwikkelingsmogelijkheden vergroot worden. De meerwaarde van groepspsychotherapie is dat men kan leren en delen van en met elkaar. Jeugdigen kunnen zich spiegelen, ervaren dat ze niet alleen zijn en kunnen daardoor (h)erkenning vinden wat uiteindelijk coping vaardigheden en sociale vaardigheden vergroot en een positiever zelfbeeld tot stand brengt. 4. Wat houdt het in Binnen de psychotherapie wordt gebruik gemaakt van interventies en inzichten uit verschillende therapeutische benaderingen. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van het individu en de groep worden de doelstellingen en methodiek aangepast. Het gaat om een open groep waarbij twee psychotherapeuten zorgen voor een veilige en constructieve omgeving. Per cliënt wordt na acht sessies geëvalueerd in hoeverre de module van toegevoegde waarde is. Bij deze vorm van behandeling worden indien voorhanden wetenschappelijk onderbouwde multidisciplinaire richtlijnen gehanteerd. 5. Praktische informatie Omvang. • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.710 minuten (inclusief 8 groepssessies van 90 minuten en 1 intake van 45 minuten) o Declarabele minuten per cliënt: 285 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaars: 1.710 minuten (inclusief: lezen dossier, voorbereiding, overleg met derden, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 285 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 3.420 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 570 minuten Duur: drie maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: twee behandelaren B Financiering: GGZ
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
78
Module 6.3.1 Systeemtherapie 1. In het kort Systeemtherapie is vooral effectief bij kind gerelateerde problemen waarbij processen binnen het (gezins)systeem deze problemen (mede) hebben veroorzaakt of mede in stand houden. De sociale systemen waar het kind of jeugdige (cliënt) deel vanuit maakt kunnen bijvoorbeeld het gezin, familie, school, werk en behandelsetting zijn. Door middel van deze behandeling ontstaat inzicht in wat problemen in stand houdt. Na afloop van de behandeling zijn problemen opgelost, verminderd of worden blijvende symptomen meer geaccepteerd. Ook worden verlangens en behoeftes van ieder individu en het systeem (h)erkend en neemt het onderlinge vertrouwen toe. Gemiddeld vinden er vijf tot vijftien gesprekken van 60 minuten plaats. 2. Voor wie is het Uit het systeemonderzoek of kinder- of jeugdpsychiatrisch onderzoek is gebleken dat systeemtherapie geïndiceerd is. Er bestaan klachten waarbij samenhang wordt verondersteld met de systeeminteracties. Er kan sprake zijn van verstoorde communicatie, vastgelopen gezinspatronen, onduidelijke hiërarchische verhoudingen of intergenerationele problemen. Cliënten kunnen hulpvragen hebben zoals hoe kunnen we klachten van ons kind verminderen of oplossen, hoe kunnen we de gezinsverhoudingen weer herstellen of hoe kunnen we geweld in ons gezin stoppen. 3. Waarom Het doel van de module systeemtherapie is het positief beïnvloeden van het systeem functioneren en het inzichtelijk maken van vastgelopen gezinspatronen. Verstoorde interactie- en communicatie patronen kunnen zichtbaar gemaakt worden en intergenerationele problemen kunnen besproken worden. Zo ontstaat er gaandeweg ruimte voor het gezin en de afzonderlijke leden om tot andere oplossingen te komen en oude patronen los te laten. Daarnaast wordt het mogelijk om adequate copingstrategieën te ontwikkelen en de eigen competenties te versterken. 4. Wat houdt het in Binnen de systeemtherapie wordt gebruik gemaakt van interventies en inzichten uit verschillende therapeutische benaderingen. Binnen de systeemtherapie zijn vier stromingen te onderscheiden: de structurele, de narratieve, de strategische en de contextuele stroming. Vaak wordt een eclectische benadering toegepast waarbij elementen uit de verschillende stromingen gecombineerd worden. Binnen de systeemtherapie is het van belang om samen met het gezin een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen op het probleem. De aanmeldklachten worden geherdefinieerd in relationele en interactionele termen. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van het systeem worden de doelstellingen, methodiek, frequentie en duur van de behandeling aangepast. 5. Praktische informatie Omvang: 450 minuten • Directe tijd: maximaal 300 minuten (inclusief: minimaal 5 contacten van 60 minuten) • Indirecte tijd: maximaal 150 minuten (inclusief: lezen dossier, in- en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: vier maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: D, E (gecertificeerd systeemtherapeut) Financiering: GGZ,
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
79
Modulegroep 7. Leefgroep
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
80
Module 7.1.1 leefgroep 24 uur 1. In het kort Verblijf in de leefgroep 24 uur richt zich op kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar (cliënt) waarbij vragen spelen rondom complexe gedragproblematiek, diagnostiek of opvoedvragen die niet in de thuissituatie behandeld kunnen worden. Het doel van de module is altijd om de ontwikkeling van cliënt en zijn systeem zo optimaal mogelijk te beïnvloeden. De leefgroep kent verschillende behandelmogelijkheden en karakters. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd en middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch- en gedragstherapeutisch kader. 2. Voor wie is het Leefgroep 24 uur wordt ingezet wanneer de problemen binnen het eigen milieu niet voldoende op te lossen zijn. Er is behoefte aan een zeer intensief behandelaanbod dat aansluit bij de fundamentele behoeften van de cliënt (o.a. aandacht, verzorging, voeding, sociale interactie, verblijf, school, en vrijetijdsbesteding). Uitgaande van het feit, dat de cliënt een onlosmakelijk onderdeel is en blijft van het eigen milieu, is het vanzelfsprekend, dat het ouder/gezinssysteem ook zo ruim mogelijk betrokken is bij de behandeling in de leefgroep. Naar gelang de hulpvraag van de ouders kan dit in verschillende vormen plaats vinden. 3. Waarom Het doel van de behandeling is het veranderen van het hele systeem, de gestagneerde ontwikkeling van de cliënt weer op gang te brengen en tot vermindering danwel oplossing van problemen te komen. Vaardigheden worden aangeleerd en competenties vergroot waardoor het kind/jeugdige zo zelfstandig mogelijk kan functioneren in het dagelijkse leven, het oplossend vermogen van het gezin wordt vergroot of ambulante behandeling wordt mogelijk danwel de effecten daarvan worden vergroot. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen en combinaties van leefgroep 24 uur mogelijk. De groep wordt gebruikt als behandelinstrument waarbij therapeutisch gebruik gemaakt wordt van de dagelijkse gebeurtenissen en activiteiten. De verschillen in de ontwikkelingsfase van kinderen en hun gezinssysteem wordt weerspiegeld in de behandelcontext. De behandeling duurt tussen de drie en zes maanden. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. Het karakter van de leefgroep kan variëren van open, besloten naar gesloten. In gesloten setting is de begeleiding meer intensief. 5. Praktische informatie Omvang: vaste dagprijs per cliënt Duur: drie maanden Reistijd: n.v.t. Uitvoerend behandelaar: F of G Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
81
Module 7.1.2 leefgroep deeltijd 1. In het kort Verblijf in de deeltijd leefgroep richt zich op kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar (cliënt) waarbij vragen spelen rondom complexe gedragproblematiek, diagnostiek of opvoedvragen. Het doel van de module is altijd om de ontwikkeling van cliënt en zijn systeem zo optimaal mogelijk te beïnvloeden. Diverse vormen van dagbehandeling zijn mogelijk. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch- en gedragstherapeutisch kader. 2. Voor wie is het Deeltijdbehandeling of dagbehandeling kan ingezet worden wanneer er hulp en ondersteuning nodig is om problemen te verminderen danwel op te lossen. Er is verheldering van de problematiek in relatie tot de opvoeding van de jeugdige nodig of de druk in de gezinssituatie dient tijdelijk verminderd te worden. Vaak zijn jeugdigen vastgelopen in hun ontwikkeling, missen de aansluiting met leeftijdgenoten en hebben ruzie met hun ouders. Er is voldoende energie en draagkracht nodig om als gezin te oefenen en te ontdekken hoe het beste kan worden omgegaan met de cliënt. Er zijn diverse contra- indicaties zoals ernstige psychiatrische problematiek, deze worden per individu bekeken en ingeschat. 3. Waarom Het doel van deeltijdbehandeling is om de ontwikkeling van de cliënt zo optimaal mogelijk te stimuleren, om problematiek te reguleren, draagkracht te vergroten en draaglast te verminderen. Door de dagelijkse wisselwerking tussen de behandelgroep, thuis en school zijn er intensieve oefenmogelijkheden waar ouders een belangrijke plaats innemen. Er wordt een individuele relatie met groepsleiding opgebouwd en een veilige ruimte geboden om over problemen te praten. De cliënt kan zo op een niet bedreigende manier nieuwe woorden geven aan zijn belevingswereld en weer tot ontwikkeling komen. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen en combinaties van deeltijd behandeling mogelijk. De groep wordt gebruikt als behandelinstrument waarbij therapeutisch gebruik wordt gemaakt van de dagelijkse gebeurtenissen en activiteiten. De verschillen in de ontwikkelingsfase van kinderen en hun gezinssysteem wordt weerspiegeld in de behandelcontext. De verzorging, opvoeding, behandeling en observatiediagnostiek gaan samen. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband ontstaat. De behandeling duurt minimaal drie en maximaal zes maanden. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. 5. Praktische informatie 2
Omvang : • Directe tijd: o Inzet minuten behandelaar: 5.760 (inclusief: 12 weken dagbehandeling, 4 dagen per week) o Declarabele minuten per cliënt: 5.760 minuten • Indirecte tijd: o Inzet minuten behandelaar: 5.760 minuten (inclusief: lezen dossier, overleg, registratie en verslaglegging) o Declarabele minuten per cliënt: 5.760 minuten • Totale tijd: o Inzet minuten behandelaars: 11.520 minuten o Declarabele minuten per cliënt: 11.520 minuten Duur: drie maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: F of G Financiering: GGZ, JHV 2
Op basis van de huidige beschikbare gegevens is gekozen om de daadwerkelijk declarabele tijd te berekenen per individuele cliënt. Dit komt neer op twee uur per cliënt per dag.
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
82
Module 7.2.1 advies en consultatie aan de therapeutische leefgroep 1. In het kort Deze module is voor alle kinderen en jeugdigen verblijvend op de leefgroep waarbij specifieke hulpvragen spelen over deze leefsituatie. De aanwezige kennis en expertise van groepsleiding wordt vergroot door op concrete en vraaggerichte wijze werkproblemen zichtbaar te maken en gezamenlijk tot oplossingen te komen. Het doel is om problemen op te lossen danwel te verminderen zodat de leefsituatie verbetert en de ontwikkelingsmogelijkheden vergroot worden. 2. Voor wie is het De module is voor begeleiders van cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar verblijvend op de leefgroep. Deze cliënten hebben hulp nodig om emotionele- of gedragsproblemen op te lossen of hanteerbaar te maken. Tevens is intensieve hulp nodig in het dagelijks leven om weer voldoende aan ontwikkeling en groei toe te komen. De begeleiders hebben hulp nodig om de cliënt deze mogelijkheden te bieden. 3. Waarom Het doel van de module is om de leefsituatie te verbeteren, zodat na afloop de cliënt en groepsleiding beter op eigen kracht vooruit kunnen. Na afloop worden de beschikbare mogelijkheden efficiënt ingezet en is de autonomie van betrokkenen vergroot. Door de inzet van de expertise van de orthopedagoog wordt de professionaliteit van de professional vergroot, problemen worden inzichtelijk gemaakt en er wordt gezamenlijk toegewerkt naar een aanpak en een oplossing. 4. Wat houdt het in De behandeling heeft een handelingsgericht en ervaringsgericht karakter. Expertise wordt ingezet om begeleiders/groepsleiding concrete handelingsadviezen en ondersteuning te geven. Problemen worden systematisch in kaart gebracht, waardoor praktische en concrete handelingsadviezen gegeven kunnen worden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes zoals: oplossingsgerichte en vraaggerichte technieken, het gedragsclassificatie- en het fasenmodel. Advies en consultatie kunnen zowel individueel als aan een team gegeven worden. Er vinden gemiddeld vijf gesprekken plaats. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief 5 contacten van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: D, E (en aandachtsfunctionaris) Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
83
Module 7.3.1 individuele behandeling gegeven door groepsleiding 1. In het kort De individuele behandeling richt zich op kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar (cliënt) die tijdelijk verblijven op een leefgroep. Het doel van de module is altijd om de ontwikkeling van cliënt en zijn systeem zo optimaal mogelijk te beïnvloeden, waarbij de werkrelatie tussen hulpverlener en cliënt, bejegening en systemisch kader een belangrijke rol spelen. Er zijn verschillende vormen en combinaties van individuele behandeling mogelijk. Afhankelijk van de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem worden verschillende invalshoeken gehanteerd en vaktherapeutische middelen ingezet vanuit een overwegend systemisch en gedragstherapeutisch kader. 2. Voor wie is het Individuele behandeling kan ingezet worden wanneer er een hulpvraag is op een van de volgende gebieden: psycho- educatie, traumaverwerking, echtscheidingsproblematiek, vaardigheidstraining, empowerment, materiële hulpverlening en het bieden van bescherming. Eveneens kunnen modules worden ingezet bij vragen of problemen over de ontwikkeling van de cliënt op sociaal, emotioneel, cognitief en lichamelijk gebied. Concrete hulpvragen zijn bijvoorbeeld: help mij om gebeurtenissen beter te verwerken, inzicht te krijgen in problemen en/of gedrag of beter om te gaan met mijn beperkingen. Voor cliënten met onhanteerbaar agressief gedrag, acute psychiatrische of ernstige verslavingsproblematiek is deze vorm van individuele behandeling niet geschikt. 3. Waarom Het doel van individuele behandeling is om de ontwikkeling van de cliënt zo optimaal mogelijk te stimuleren, om problematiek te reguleren, draagkracht te vergroten en draaglast te verminderen. Individuele begeleiding biedt de cliënt de mogelijkheid om een individuele relatie met groepsleiding op te bouwen en zo een veilige ruimte te bieden om over problemen te praten. De cliënt kan zo op een niet bedreigende manier over problemen praten en nieuwe woorden geven aan zijn belevingswereld. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen en combinaties van modulen van individuele behandeling mogelijk. Zoals individuele gesprekken in de vorm van begeleiding, behandeling, speltherapie of begeleiding van kinderen met eetstoornissen. Steeds wordt er gezocht naar de meest ondersteunende afspraak en maatregel. De behandeling wordt uitgevoerd vanuit een basishouding waarin empathie, respect en onvoorwaardelijke acceptatie centraal staan zodat een goede werkrelatie en een vertrouwensband ontstaat. De behandeling duurt tussen de twee en maximaal zes maanden. Er vinden gemiddeld vijf gesprekken plaats. Indien nodig kan de module nogmaals worden ingezet. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: F of G Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
84
Module 7.4.1 behandeling en ondersteuning gegeven door groepsleiding 1. In het kort Deze module is voor ouders of verzorgers waarvan de kinderen of jongeren op de leefgroep verblijven. Zij ervaren gedrag van het kind als problematisch en hebben hulp nodig om de opgroeimogelijkheden van het kind te optimaliseren. Vanuit de hulpvraag van de ouders of verzorgers wordt, door middel van wekelijkse gesprekken, gewerkt aan één of meerdere doelen. Na afloop van de behandeling is probleemgedrag verminderd danwel verdwenen en de doelen behaald. 2. Voor wie is het De ouders of het hele gezin heeft hulp nodig om te leren omgaan met opvoedkundige taken waarbij de verwachting is dat ouderbegeleiding in combinatie met leefgroep de meest doeltreffende hulp kan bieden. Het is duidelijk welke lacunes of achterstanden er zijn in de ontwikkeling van het kind, het gezin en wat ouderbegeleiding hierin kan veranderen. Deze ouders of opvoeders zijn bereid om zich kwetsbaar op te stellen en te praten over hun gezin, opvoeding en de omgeving. Zij nemen verantwoordelijk voor de zorg en willen het kind de maximale ontwikkelingskansen te bieden. 3. Waarom Het doel van de module is om de groeimogelijkheden van het kind te optimaliseren. Door het werken aan verandering in oudergedrag, verandering in kindgedrag en/of bieden van hulp en ondersteuning wordt toegewerkt naar het bereiken van de doelen en oplossen van de hulpvraag. Hierdoor worden negatieve gezinspatronen veranderd, draagkracht vergroot en draaglast verminderd, risico’s op ernstigere vormen van probleemgedrag nemen af. In het geval van huiselijk geweld kan een nieuwe traumatische geweldsituatie mogelijk voorkomen worden. 4. Wat houdt het in Er zijn verschillende vormen van deze module mogelijk. Afhankelijk van de hulpvragen en mogelijkheden van de cliënt en het cliëntsysteem, worden verschillende invalshoeken gehanteerd. Enkele mogelijkheden zijn, Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (IAG), Intensieve Thuis Begeleiding (ITB), Video Home Training (VHT), gezinsbehandeling, oudergesprekken, geweldloos verzet in gezinnen en ouderbegeleiding in het kader van vrouwenhulpverlening. Uitgangspunt is een klimaat van wederzijds respect voor elkaars positie, waarden en normen. De behandeling duurt tussen de twee en maximaal zes maanden. Er vinden gemiddeld vijf gesprekken plaats. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: G of F Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
85
Module 7.5.1 groepsbehandeling, ontwikkelingsstimulerende groepsactiviteiten 1. In het kort Ontwikkelingstimulerende groepsbehandeling is voor kinderen of jongeren (cliënt) die tijdelijk op de leefgroep verblijven en door middel van dagelijkse groepsactiviteiten gestimuleerd worden om de werken aan hun ontwikkeling. Afhankelijk van het behandelplan en omgangstrategieën worden groepsactiviteiten therapeutische momenten ingebouwd. De cliënt krijgt de mogelijkheid om in pedagogisch klimaat en met professionele hulp te werken aan vermindering danwel oplossing van zijn of haar problemen. 2. Voor wie is het De groepsbehandeling is voor cliënten in de leeftijd van 0 tot 23 jaar waarbij de leefgroep, tijdelijk of 24 uur geïndiceerd is. Zij hebben hulp nodig om emotionele- of gedragsproblemen op te lossen of hanteerbaar te maken. Tevens is intensieve hulp nodig in het dagelijks leven om weer voldoende aan ontwikkeling en groei toe te komen. 3. Waarom Het doel van de behandeling is gericht op verandering- en ontwikkelingsprocessen om tot vermindering danwel oplossing van problemen te komen. Gedurende het verblijf op de leefgroep wordt tijdelijk een specifiek behandelklimaat geboden om klachten en problemen te verminderen danwel op te lossen. Door de inzet van verschillende groepsactiviteiten wordt de functieontwikkeling gestimuleerd. De cliënten leren bijvoorbeeld gevoelens en gebeurtenissen bespreekbaar te maken, beter om te gaan met conflicten en leren beter samenwerken. 4. Wat houdt het in De behandeling heeft een handelingsgericht en ervaringsgericht karakter. Afhankelijk van de hulpvragen, doelen en mogelijkheden van de cliënt worden dagelijkse activiteiten gebruikt als behandelmomenten. Er wordt therapeutisch ingezet op dagelijkse gebeurtenissen en activiteiten, vooral de interactie met de volwassenen en andere jeugdigen zijn bruikbare behandelmomenten. Andere vormen van activiteiten zijn: groepsgesprekken en dagroutines zoals samen eten en koken. De behandeling duurt tussen de twee en maximaal zes maanden. Er vinden gemiddeld vijf activiteiten plaats. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. 5. Praktische informatie Omvang: 338 minuten • Directe tijd: 225 minuten (inclusief minimaal 5 behandelingen van 45 minuten) • Indirecte tijd: 113 minuten (inclusief: lezen dossier, evaluatieoverleg, registratie en verslaglegging) Duur: twee maanden Reistijd: niet van toepassing Uitvoerend behandelaar: F en G Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
86
Module 7.6.1 ondersteuning naar het onderwijs door groepsleiding 1. In het kort Deze module is voor alle kinderen en jeugdigen in de schoolgaande leeftijd (4 tot 23 jaar) waarbij specifieke hulpvragen spelen op het gebied van naar school gaan en deelnemen aan het onderwijs. De aanwezige kennis en expertise van groepsleiding wordt gedeeld om concrete en handelingsgerichte adviezen aan leerkrachten en betrokkenen te geven. De ondersteuning richt zich op gedrags- en emotionele aspecten, niet op didactische aspecten. Het doel is om participatieproblemen op te lossen danwel te verminderen zodat de onderwijssituatie verbetert en de ontwikkelingsmogelijkheden worden vergroot. 2. Voor wie is het Deze module is voor cliënten, docenten en ouders met vragen over wat de diagnose of de behandelingvoor hen betekent. Er is een hulpvraag op het gebied van onderwijs en onderwijsondersteuning. In de onderwijssetting spelen participatieproblemen bijvoorbeeld als gevolg van ernstige gedragsproblematiek. Er is hulp nodig om mogelijkheden te creëren om (weer) optimaal deel te kunnen nemen aan het onderwijs. 3. Waarom Het doel van de module is om de onderwijssituatie te verbeteren, zodat na afloop de cliënt, leerkrachten en ouders weer op eigen kracht vooruit kunnen. Leerkrachten zijn beter toegerust en kunnen beter omgaan met de specifieke problematiek. De voorwaarden voor het leerproces zijn verbeterd zodat de cliënt onderwijs kan (blijven) volgen. Na afloop worden de beschikbare mogelijkheden efficiënt ingezet en is de autonomie van betrokkenen vergroot. 4. Wat houdt het in Vanuit de één kind één plan gedachte wordt deskundigheid en ervaring gedeeld over de betreffende cliënt, zodat een integrale benadering gerealiseerd kan worden. Expertise wordt ingezet om leerkrachten concrete handelingsadviezen en ondersteuning te geven. Problemen worden systematisch in kaart gebracht, waardoor praktische en concrete handelingsadviezen gegeven kunnen worden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes zoals: oplossingsgerichte en vraaggerichte technieken, het gedragsclassificatie- en het fasenmodel. De behandeling duurt tussen de één en maximaal zes maanden. Er vinden gemiddeld twee gesprekken plaats. Indien nodig kan de module nogmaals ingezet worden. 5. Praktische informatie Omvang: 135 minuten • Directe tijd: 90 minuten (inclusief: twee gesprekken van 45 minuten) • Indirecte tijd: 45 minuten (inclusief: lezen dossier, in en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: F of G Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
87
Modulegroep 8. Onderwijs
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
88
Module 8.1.1 Onderwijs 1. In het kort Deze module is voor alle kinderen en jeugdigen in de schoolgaande leeftijd (3 tot 23 jaar) waarbij specifieke hulpvragen spelen op het gebied van deelnemen aan het onderwijs. Jeugdzorg dient integraal plaats te vinden en beperkt zich niet alleen tot het domein van de voorzieningen voor jeugdzorg. Onderwijs, en met name speciaal onderwijs, is een onmisbare schakel in het beantwoorden en oplossen van hulpvragen op dit gebied. Het doel van deze module is om vanuit een gemeenschappelijke basis, met alle betrokkenen rondom het kind, het zorg- en onderwijs aanbod optimaal vorm te geven. Het één-kind-één-plan, het fasenplan, de gedragsclassificatie en het primaire proces van de Mutsaersstichting maken hier integraal onderdeel van uit. Na afloop van de module kan het kind weer optimaal deelnemen aan het onderwijs of arbeidstoeleiding via onderwijs. 2. Voor wie is het Deze module is voor alle schoolgaande cliënten van de Mutsaersstichting. Deze cliënten hebben een grote diversiteit aan (gedrags)problemen en hulpvragen. De meeste cliënten zijn vastgelopen in het voorafgaande onderwijs en hebben hulp nodig om mogelijkheden te creëren om (weer) optimaal deel te kunnen nemen aan het onderwijs en of arbeidstoeleiding. 3.
Waarom
Het doel van de module is om vanuit het uitgangspunt één-kind-één-plan een integraal zorgarrangement samen te stellen. Het gezin, de leefgroep en de school zijn verschillende milieus waarbinnen het kind zich ontwikkelt. Door deze milieus integratief aan te bieden ontstaat synergie, versterken ze elkaar en vormen ze een continuïteit. De Mutsaersstichting, vormt een keten met haar ketenpartners, die in staat is om het kind in deze verschillende omstandigheden integraal te behandelen en te begeleiden. De eerste zorg gaat uit naar optimalisatie van het schoolleergedrag of leerwerkgedrag, met behulp van de opvattingen van Kok (1984) over specifiek opvoeden in jeugdzorginstellingen, de zogenaamde eerste-, tweede-, en derdegraad strategieën. 4.
Wat houdt het in
Vanuit de één-kind-één-plan gedachte wordt deskundigheid en ervaring gedeeld over de betreffende cliënt en zijn systeem, zodat een integrale benadering gerealiseerd kan worden. Problemen worden systematisch in kaart gebracht en alle benodigde expertise wordt ingezet om alle betrokkenen concrete handelingsadviezen en ondersteuning te geven. Om het (school)behandelplan (inclusief module onderwijs) voor docenten, begeleidingscommissie, kliniek, ouders en cliënt inzichtelijk en evalueerbaar te maken wordt gewerkt aan de hand van gedragsclassificatie (Termaat, 2010) en een voor dit doel ontworpen fasenplan. De school/leerwerkplek is geen verblijfsplaats maar is gericht op doorgroeien en/of schoolplaatsing elders. De schoolingroei, in tijd en intensiteit gebeurt fasengewijs. Dit plan vereenvoudigt de communicatie en onderlinge samenwerking en vergroot de mogelijkheden efficiënt te werken. Na afloop van deze module kunnen de cliënt, leerkrachten en ouders weer op eigen kracht vooruit, de beschikbare mogelijkheden worden efficiënt ingezet en de autonomie van betrokkenen is vergroot. 5.
Praktische informatie
De Mutsaersstichting werkt intensief samen met diverse ketenpartners in het onderwijs, waaronder de Aloysiusstichting, de Wijnbergschool, Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg en diverse scholen voor voortgezet onderwijs. Alleen de Wijnbergschool heeft in de afgelopen jaren haar onderwijsprogramma feitelijk afgestemd op het primair proces van de Mutsaersstichting en vormt daarmee met de Mutsaersstichting een Full Service Centrum.
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
89
Module 8.2.1 ondersteuning aan het onderwijs 1. In het kort Deze module is voor alle kinderen en jeugdigen in de schoolgaande leeftijd (4 tot 23 jaar) waarbij specifieke hulpvragen spelen op het gebied van naar school gaan en deelnemen aan het onderwijs. Met alle betrokkenen worden de ervaren participatieproblemen in kaart gebracht, resulterend in een concreet plan waarbij afgestemd wordt op alle wensen, mogelijkheden en verwachtingen van de betrokkenen. Het doel is de participatieproblemen op te lossen danwel te verminderen zodat de onderwijssituatie verbetert en de ontwikkelingsmogelijkheden vergroot worden. Er kunnen één of meerdere gesprekken plaatsvinden in een lage frequentie, gemiddeld één keer in drie maanden. Er vinden één tot vier gesprekken van 90 minuten plaats. 2. Voor wie is het Deze module is voor cliënten, de scholen en hun docenten, andere betrokkenen en ouders met een hulpvraag op het gebied van onderwijs en onderwijsondersteuning. In de onderwijssetting spelen participatieproblemen bijvoorbeeld als gevolg van ernstige gedragsproblematiek. Er is hulp nodig om mogelijkheden te creëren om (weer) optimaal deel te kunnen nemen aan het onderwijs. 3. Waarom Het doel van de module is om de onderwijssituatie te verbeteren, zodat na afloop de cliënt, leerkrachten en ouders weer op eigen kracht vooruit kunnen. Leerkrachten zijn beter toegerust om om te gaan met de specifieke problematiek en de voorwaarden voor het leerproces zijn verbeterd zodat de cliënt onderwijs kan (blijven) volgen. Na afloop worden de beschikbare mogelijkheden efficiënt ingezet en de autonomie van betrokkenen vergroot. 4. Wat houdt het in Vanuit de één kind één plan gedachte wordt deskundigheid en ervaring gedeeld over de betreffende cliënt, zodat een integrale benadering gerealiseerd kan worden. Expertise wordt ingezet om leerkrachten concrete handelingsadviezen en ondersteuning te geven. Problemen worden systematisch in kaart gebracht, waardoor praktische en concrete handelingsadviezen gegeven kunnen worden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes zoals: oplossingsgerichte en vraaggerichte technieken, het gedragsclassificatie- en het fasenmodel. 5. Praktische informatie Omvang: 135 minuten • Directe tijd: 90 minuten (inclusief: één gesprek van 90 minuten) • Indirecte tijd: 45 minuten (inclusief: lezen dossier, in en extern overleg, registratie en verslaglegging) Duur: één maand Reistijd: afhankelijk van de locatie zijn outreachende contacten mogelijk Uitvoerend behandelaar: C of D Financiering: GGZ, JHV
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
90
Modulegroep 9. GIA (in ontwikkeling)
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
91
Mutsaersstichting moduleboek juli 2013
92