Modelnr. Categorie Referentie

Installatie-instructies (Pagina 1 van 6)

• Rexnord® Viva® elastomeerkoppelingen Type V, VS en VSX • Maten 110-460

De aanduiding „ATEX“ (wat staat voor „ATmosphère Explosive“ - explosieve omgeving) werd in de nieuwe richtlijnen als norm opgenomen. ATEX bepaalt alle regelgeving in verband met de staat van explosieveilige uitrusting.

Modelnr._ ______________________ Fabricagejaar ___________________

1.

Algemene informatie

Categorie_ _______________________ Max. temperatuur_ _________________

Referentie______________________

1.1.

Viva koppelingen zijn ontworpen om voor een mechanische verbinding te zorgen tussen draaiende assen van mechanische uitrusting via het gebruik van een torsioneel zacht, flexibel element om de inherente afwijking op te vangen bij het overbrengen van kracht en torsie tussen de assen.

1.2.

Deze instructies zijn bedoeld om u te helpen bij het installeren en onderhouden van uw Viva koppeling. Gelieve deze instructies te lezen, alvorens de koppeling te installeren en de koppeling en de ermee verbonden uitrusting een onderhoudsbeurt te geven. Bewaar deze instructies in de buurt van de koppelingsinstallatie, op een plaats waar ze door onderhoudspersoneel geraadpleegd kunnen worden.

1.3.

Rexnord Industries, LLC bezit het auteursrecht op dit materiaal. Deze installatieen onderhoudsinstructies mogen noch volledig, noch gedeeltelijk gereproduceerd worden voor concurrentiedoeleinden.

1.4.

Symboolomschrijvingen Letselgevaar. De machine kan beschadigd raken. Aanduiding van belangrijke elementen.

2.

Veiligheidsvoorschriften en -tips

2.1.

Bij elk aspect van de installatie, het gebruik en het onderhoud van koppelingen dient de veiligheid te primeren.

2.2.

Om te vermijden dat de uitrusting ongewild wordt opgestart, moeten de juiste lockout/tagout-procedures worden gevolgd.

GEVAAR!

2.3. 2.4.

Omwille van het mogelijke gevaar voor personen en/of goederen door het risico op ongevallen die het gevolg kunnen zijn van een verkeerd gebruik of een foutieve installatie van deze producten, is het uitermate belangrijk dat de juiste selectie-, installatie-, onderhouds- en operationele procedures worden gevolgd.

2.5.

Alle draaiende krachtoverbrengingsproducten zijn potentieel gevaarlijk en kunnen ernstige letsels veroorzaken. Ze moeten naar behoren worden beveiligd in overeenstemming met de OSHA-, ANSI-, ATEX-, Europese machineveiligheids- en andere lokale normen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om hierop toe te zien.

Al het personeel dat betrokken is bij de installatie, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van deze koppeling en de ermee verbonden uitrusting, moet deze installatieen onderhoudsinstructies lezen, begrijpen en naleven.

OPGELET! Opdat deze koppeling aan de ATEX-voorschriften zou voldoen, dient u deze installatieen onderhoudsinstructies alsook het aanvullende formulier 0005-08-49-01 nauwgezet op te volgen. Voormelde aanvulling specificeert de vigerende ATEX-voorschriften. Als de operator deze instructies niet opvolgt, zal de koppeling automatisch als niet-ATEX-conform worden beschouwd.

2.6.

Om aan de ATEX-voorschriften te voldoen, dient de radiale afstand tussen de beschermkap en de buitendiameter van de koppeling (de in Tabel 1 getoonde koppelingsmaten stemmen overeen met de buitendiameter van de koppelingen, uitgedrukt in millimeter) minstens 12,7 mm (1/2 inch) te bedragen en voor voldoende ventilatie te zorge.

2.7.

Zorg ervoor dat de stroomtoevoer en alle andere mogelijke energiebronnen zijn losgekoppeld, alvorens aan de koppeling te beginnen werken.

2.8.

Raak de koppeling niet aan, wanneer deze roteert en/of in gebruik is.

2.9.

Alle werken aan de koppeling moeten uitgevoerd worden, wanneer de koppeling zich in rusttoestand bevindt of onbelast is.

Rexnord Industries, LLC, 5555 S. Moorland Rd., New Berlin, WI 53151-7953 Telefoon: 262-796-4060 Fax: 262-796-4064 E-mail: [email protected] Website: www.rexnord.com

508-510

november 2011 vervangt 02/10


3.


Ontwerp- en onderdeelnummers van Rexnord Viva koppeling Type V

Type VS en VSX

Figuur 1 Elastomeerelement Koppelingsmaat

Type V

Type VS

Type VSX

1

1

1

110 125 130 150= 170= 190 215 245 290 365 425 460

7392646 7392650 7392654 7392656 7392658 7392662 7392666 7392670 7392674 7392678 7392682 7392686

7392702 7392706 7392710 7392712 7392714 7392718 7392722 7392726 7392730 7392734 7392738 7392742

7392702X 7392706X 7392710X 7392712X 7392714X 7392718X 7392722X 7392726X 7392730X 7392734X 7392738X 7392742X

Tabel 1 - Viva onderdeelnummers Naven BSW-schroefdraad Voorgeboord Klembus(British Standard staal naven - inch* 2 3 Whitworth) 7392746 7392768 7392770 7392774 7392797 7392799 7392803 7392827 7392829 7392833 7392856 7392858 7392833 7392856 7392858 7392862 7392884 7392886 7392890 7392912 7392914 7392918 7392933 7392935 7392939 7392954 7392956 7392960 7392966 7392969 7392972 7392978 7392981 7392984 7392990 7392993

QD-naven*

Element Moerbouten

Stabiliseringsringen

7

5

6

7392766 7392795 7392825 7392854 7392854 7392882 7392910 7392931 7392952 7392964 7392976 7392988

7393097 7393097 7393097 7393101 7393101 7393101 7393105 7393105 7393109 7393120 7393120 7393120

7393046 7393049 7393052 7393055 7393055 7393058 7393061 7393064 7393067 7393070 7393073 7393076

Noot: De naven kunnen vervangen worden door standaard flexibele elementen of flexibele elementen die bedoeld zijn om een tussenruimte te overbruggen. *Bussen niet inbegrepen. = V150/V170 gebruiken dezelfde naven, stabiliseringsringen en moerbouten.

4.

Naafmontage

GEVAAR! Zorg ervoor dat de stroomtoevoer en alle andere mogelijke energiebronnen zijn losgekoppeld, alvorens aan de naaf en het koppelingssamenstel te beginnen werken.

4.1.

Controleer het koppelingssamenstel op zichtbare schade.

4.2.

Maak de naafgaten en de assen proper met behulp van een pluisvrije doek. Verwijder elke eventuele kerf of braam.

4.3.

Na assemblage moet(en) de spie(ën) precies in de spiesleuf in zowel de naaf als de as passen, met een lichte speling bovenaan de spie.

Opgelet: Wanneer de naven verwarmd moeten worden, dient de voorkeur uit te gaan naar het gebruik van een oven. Een open vlam wordt niet aangeraden. Als vlamverwarming toch nodig wordt geacht, is het belangrijk dat voor een uniforme verhitting wordt gezorgd om vervormingen en te hoge temperaturen te vermijden. Een met een thermische stift (krijtmarker) op het naafoppervlak aangebrachte markering zal de temperatuur van de naaf helpen bepalen.

GEVAAR! Het aanraken van warme naven veroorzaakt brandwonden. Draag veiligheidshandschoenen om elk contact met warme oppervlakken te vermijden.

508-510





4.4.

Rexnord Viva naven kunnen als volgt worden geïnstalleerd: D E F

•

gelijk met het asuiteinde (D)

•

verder dan het asuiteinde (E)

•

minder ver dan het asuiteinde (F) Figuur 2

OPGELET! De dragende inschroeflengte moet > zijn dan 0,8 keer de asdiameter, klembusnaven moeten 100 % worden ingeschroefd.

5.

Recht boorgat met speling/schuifpassing

5.1.

Plaats de spie(ën) in de as.

5.2.

Controleer of de klemschroef/-schroeven in de naaf niet uitsteekt/uitsteken in de spiesleuf en/of het boorgat. Draai de klemschroef los om tijdens de assemblage voor wat speling te zorgen.

5.3.

Schuif de naaf over de as in de gewenste axiale positie.

OPGELET! Gebruik het halve element om de juiste naafspeling te krijgen. Assembleer en draai de klemschroef/-schroeven aan met

behulp van een geijkte torsiesleutel conform de waarden die in Tabel 2 worden gespecificeerd. Tabel 2 - Aandraaimomentwaarden klemschroef

Schroefdraadmaat klemschroe

Aandraaimoment

Binnenmaat zeskant

Schroefdraadmaat klemschroe

Aandraaimoment

Binnenmaat zeskant

inch 1/4 5/16 3/8

lb-in 66 132 240

lb-ft 6 11 20

Nm 7 15 27

inch 1/8 5/32 3/16

mm M6 M8 M10

lb-in 55 110 220

lb-ft 5 9 18

Nm 6 12 25

mm M3 M4 M5

1/2

600

50

68

1/4

M12

440

37

50

M6

OPGELET! Gebruik nooit twee klemschroeven boven elkaar in hetzelfde tapgat.

6.

Recht gat met vaste passing

6.1.

Meet het gat en de asdiameters nauwkeurig om een correcte passing te verzekeren.

6.2.

Plaats de spie(ën) in de as.

6.3.

Verwarm de naaf in een oven, totdat het gat voldoende groter is dan de as.

6.4.

350 °F (177 °C) volstaat meestal voor naven in koolstofstaal. Ga niet boven de 500 °F (260 °C).

6.5.

Wanneer er wordt gewerkt met naven van gelegeerd staal, kunnen er hogere temperaturen nodig zijn voor grotere vaste passingswaarden. Als algemene regel geldt dat bij elke temperatuurstijging van 160 °F, staal 0,001 inch zal uitzetten per inch asdiameter (of 0,029 mm/100 °C). Houd bij het berekenen van temperaturen verder ook rekening met bijkomende uitzetting om voor speling te zorgen en voorzie een verlies van warmte en het daarmee gepaard krimpeffect tijdens het manipulatieproces.

6.6.

Eenmaal de naaf is uitgezet, dient deze snel op de as in de gewenst axiale positie te worden geïnstalleerd. Een vooraf aangebrachte axiale schuifstop kan hierbij helpen.

7.

Klembusnaven

7.1.

8.

Rexnord Viva “Type V” koppelingsnaaf / elementmontageopties (zie tabel 3)

Bij het gebruik van klembussen dient u de instructies van de busfabrikant te volgen.

Opstelling

Opstelling

Opstelling

Figuur 3

Naafopstelling

110

125

130

150

A B C

9 32 55

9 32 55

7 31 55

9 35 60

Tabel 3 - Type V Montageopties Koppelingsmaten 170 190 215 Afmeting C (mm) 9 7 11 35 34 38 60 60 64


245

290

365

425

460

7 40 73

8 54 94

20 76 131

19 76 133

19 76 132

508-510



9.


Rexnord Viva “Type VS” koppelingsnaaf / elementmontageopties (zie tabel 4) Tabel 4 - Verlengkoppeling (VS) Naafmontageopties voor tussenruimte tussen industriële assen Rexnord Viva koppelingsmaat

Beide naven naar buiten toe gemonteerd

VS 110 VS 125 VS 130 VS 150

Een naaf naar buiten toe gemonteerd Een naaf naar binnen toe gemonteerd

VS 170 VS 190 VS 215 VS 245

Beide naven naar binnen toe gemonteerd

VS 290

ISO (mm) 100

140

C2-B1 101

Ansi (inch)

180

250

300

3,5

5

C1-C1

B1-B1

C2-C1

139

3,47

4,98

B1-B1 C1-C2* 101

3,42

C2-C2 C1-C1 100

140 C1-C1

3,50 D1-D1

102

140

179

C1-C1

D1-D1

102

140

179

B1-B1

C1-C1

D1-D1

102

141

179

B1-B1

C1-C1

D1-D1

103

142

181

3,52

VS 365 VS 425 VS 460

143 137

3,52 3,50

137 137

5,04 4,94

3,50

5,06

B1*-D1* B2-C1 3,50

6,87 7,04

257

3,54 D1-D1

250

300

C1-C1

D1-D1

180

250

299

C1-C1

D1-D1

250

299

180

4,95

7,14 D1-C1 6,89

B1*-B2* C2*-B1* B2-B1

C1-C1

180

C2*-C2* B1-B1

6,87

C1*-C1* D1*-D1* D1-D1

179

C2*-C2* B1-B1

5,04

C1*-C1* D1*-D1* D1-D1

185

C1*-C1* B1-B1

5,12

B1*-D1* D1*-D1* D1-D2*

B2*-B2* B2*-B1 C1-B2* C1-C1 100

4,93

B1*-D1* D1*-D1* D1-D2*

B1-B2 D1-C1* D2-D1 142

12

B1-B1 C2*-C2*

B1-B1

106

9,5

B1-B2 C2-C2*

139

B1-B1

7

4,92

6,94

B1-B1* B1-B1 4,86

7,09

B1-B2* B1-B1 4,86

7,08

B1-B2* B1-B1 4,86

7,08

C1-C2 9,70 C1-C1

D1-D1

9,85

11,81

C1-C1

D1-1D

9,84

11,77

C1-C1

D1-D1

9,84

11,77

* naaf naar binnen toe gemonteerd

Figuur 4

10.

Rexnord Viva elementmontage

10.1. Monteer eerst het halve element op de naaf en gebruik hiervoor alleen de meegeleverde originele Rexnord Viva bevestigingsmiddelen (vervang deze niet door niet-goedgekeurde moerbouten).

10.2. Draai de as 180 graden en bevestig het tweede halve element.

10.3. Als de as niet gedraaid kan worden, monteer beide halve elementen dan bij 90 graden.

Type V

Type VS en VSX

Figuur 5

508-510

OPGELET! Het gewicht van de elementen is uitgebalanceerd. De elementen moeten dan ook per paar gebruikt worden, zoals ze verpakt zijn.





GEVAAR! Onjuist vastgedraaide moerbouten kunnen ervoor zorgen dat één of meerdere koppelingscomponenten bij gebruik loskomen en letsels veroorzaken. DRAAI DE MOERBOUTEN VAST MET BEHULP VAN DE TORSIESLEUTEL.

10.4. Zorg ervoor dat alle moerbouten zijn aangedraaid conform de aandraaimomentwaarden die in Tabel 5 worden gespecificeerd.

Type V

Type VS en VSX

Figuur 6

Tabel 5 - Aandraaimomentwaarden moerbout Viva maat

Onderdeelnr.

Boutmaat

110 125 130 150 170 190

7393097 7393097 7393097 7393101 7393101 7393101

M8 M8 M8 M10 M10 M10

Sleutelmaat mm 13 13 13 13 13 13

Aandraaimoment Nm 27 27 27 53 53 53

ft lb 20 20 20 39 39 39

in lb 240 240 240 468 468 468

Viva maat

Onderdeelnr.

Boutmaat

215 245 290 365 425 460

7393105 7393105 7393109 7393120 7393120 7393120

M10 M10 M12 M14 M14 M14

Sleutelmaat mm 13 13 15 19 19 19

Aandraaimoment Nm 53 53 92 158 158 158

ft lb 39 39 68 117 117 117

in lb 468 468 816 1404 1404 1404

OPGELET! Breng bij het installeren van het element eerst alle moerbouten in en draai deze licht aan. Gebruik vervolgens een torsiesleutel

OPGELET! Breng geen smeermiddel aan op de schroefdraden van de moerbouten. OPGELET! Op de moerbouten moet een kleefstof voor schroefdraden worden aangebracht. OPGELET! Na drie installaties of bij het vervangen van het elastomeerelement moeten de moerbouten vervangen worden door een

om alle moerbouten vast te draaien conform de respectieve aandraaimomentwaarden.

originele Rexnord Viva bevestigingsset.

GEVAAR! Onjuist vastgedraaide moerbouten kunnen ervoor zorgen dat één of meerdere koppelingscomponenten bij gebruik loskomen en letsels veroorzaken.

11.

Asuitlijning

11.1. Breng de uitrusting in de juiste positie.

11.1. Verplaats de aangesloten uitrusting om een aanvaardbare uitlijning te krijgen.

11.3. Tabel 6 specificeert de aanbevolen installatielimieten voor een parallelle en hoekvormige uitlijning.

11.4. Deze afmetingen worden vermeld met het oog op de initiële installatie. Er is een bijkomende speling voorzien om thermische en structurele verschuivingen op te vangen.

OPGELET! ”Soft-foot” - De uitrusting moet plat op haar basis rusten. Als één of meerdere voetstukken van de machine korter of langer zijn of een hoek vertonen, waardoor een uniform contact onmogelijk wordt (een situatie waarnaar doorgaans met de term “soft-foot” wordt verwezen), moet dat hier eerst gecorrigeerd worden.


508-510


Installatie-instructies • Rexnord® Viva® elastomeerkoppelingen (Pagina 6 van 6) Type V, VS en VSX • Maten 110-460

b (max.)__________ mm a (min.)___________ mm

∆K (huidig) x 100 ∆KW% = W ∆KW (max. limiet tabel 6) ∆Kr% =

Hoekvormige verschuivingen ∆KW%

∆Kw% + ∆Kr % ≤ 100%

Parallelle verschuivingen ∆Kr%

Figuur 7

12.

Preventief onderhoud

∆Kr (huidig) x 100 ∆Kr (max. limiet)

Tabel 6 - Limietwaarden voor de uitlijning van de aandrijving (max.) (b-a) mm ∆ Kr mm (b-a) inch ∆ Kr inch 110 4,2 1,6 0.165 0.063 125 4,9 1,6 0.193 0.063 130 5,5 1,6 0.217 0.063 6,1 1,6 0.240 0.063 150= 6,6 1,6 0.260 0.063 170= 190 6,1 2,4 0.240 0.095 215 7,3 2,4 0.287 0.095 245 8,9 2,4 0.350 0.095 290 11,2 2,4 0.441 0.095 365 8,2 3,2 0.323 0.126 9,9 3,2 0.390 0.126 425 9,4 3,2 0.370 0.126 460

OPGELET! Een slechte uitlijning van de uitrusting of naven kan ervoor zorgen dat de naven in contact komen met de uitrusting of

beschermkap en kan in vonkvorming resulteren.

GEVAAR! Raak de koppeling niet aan, wanneer deze roteert en/of in gebruik is.

12.1. Om te oordelen over de staat van het fl exibele element, is een periodieke visuele inspectie vereist. Een dergelijke inspectie kan bij werking met behulp van een stroboscooplamp gebeuren.

12.2. Controleer het element bij inspectie op:

• aan metaalmoeheid te wijten barsten ter hoogte van elementsplitsingen.

• urethaanverkleuring

• oppervlaktebarsten in de romp van het urethaanelement.

OPGELET! Vervang elk element, indien nodig.

13.

Vervangen van elementen

Inspecteer hier

Figuur 8

GEVAAR! Stop en vergrendel de motor om te vermijden dat deze tijdens de installatie van de koppeling opnieuw opgestart zou worden.

13.1. Vervang altijd beide halve elementen.

13.2. Installeer beide halve elementen op dezelfde box.

13.3. Volg de installatie-instructies (zie Sectie 5, Rexnord Viva Elementinstallatie).

GEVAAR! Draai de moerbouten van het element aan conform de juiste aandraaimomentwaarden met behulp van een torsiesleutel (zie Tabel 3).

508-510



Modelnr. Categorie Referentie

Recommend Documents