Modellen voor thematische vieringen van Woord en Gebed
C-jaar vier adventszondagen
Bas Rentmeester Huub Schumacher
DOCETE
Colofon
De liedsuggesties in deze brochure zijn afkomstig uit de volgende liedbundels: Gezangen voor de liturgie (GvL) Liedboek voor de Kerken (LvdK) Randstadbundel (Rb) Tussentijds (Tt) Teksten: Bas Rentmeester en Huub Schumacher Illustraties: Eric Wijnands Foto voopagina: Red@ctieService, Bedevaartskerk te Brielle De eerste lezingen zijn afkomstig uit: 1e zondag van de advent: Bed & Breakfast, 2006 ANWB , ’s Gravenhage 2e zondag van de advent: Terug naar de bron, P. Nissen , Wegen en dwarswegen. Tweeduizend jaar christendom in hoofdlijnen Van de Akker en Nissen , Boom Meppel 3e zondag van de advent: Lang niet zover, Verhalen en gedichten. Ad Goos 4e zondag van de advent: Verwacht, Karel Staes, Ik neem een woord, Kees van Harte, Gooi & Sticht, Kampen.
Bestelnummer Vieringen06 ©2006 stichting Docete, Ev. Meijsterlaan 54, 3533 CN Utrecht tel. 030 293 68 07 fax 084 754 69 120
[email protected] Al onze boeken en die van alle christelijke uitgeverijen zijn in Nederland en België te bestellen via internetboekhandel. www.kerkboek.nl. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, Internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. 2
Voorwoord
De eigen en ook eigenlijke viering van de zondag als de dag van de Heer is de Eucharistie. Hierin wordt, na het horen en overwegen van Gods Woord uit de Schriften, in een maaltijd met brood en wijn een gebed van lof en dank gesproken, waarin de dood en de opstanding van Jezus, de Christus, onze Heer wordt herdacht en waaraan de aanwezigen kunnen deelnemen door de communie. Ook aan gelovigen, die niet aanwezig kunnen zijn, kan deze communie worden gegeven. Wanneer op zondag geen Eucharistie mogelijk is omdat geen priester aanwezig is, wordt veelal een viering van Woord en Communie gehouden. Gelovigen zijn gehecht aan de communie en ze zijn niet zozeer vertrouwd met de loutere viering van het Woord van God. Ook wanneer pastores dat wel zijn, geven zij toch vaak voorkeur aan de Woord- en Communieviering, omdat zij vrezen, dat de gelovigen anders niet zullen komen. De Nationale Raad voor Liturgie heeft in 1982 “Modellen voor gebedsdiensten, woorddiensten en communiediensten” uitgegeven en deze in 1984 gewijzigd heruitgegeven, voorzien van een “Ten Geleide”, dat door de Bisschoppenconferentie is goedgekeurd. In dit Ten Geleide wordt een reserve tot uitdrukking gebracht ten aanzien van het gebruik om de zondagse Eucharistie altijd te vervangen door de Woord- en Communieviering. Voor deze reserve zijn er twee redenen. Altijd Woord- en Communieviering ter vervanging van de zondagse Eucharistie heeft ten gevolge, dat de loutere viering van Gods Woord nooit als een volwaardige liturgische viering tot zijn recht zal komen. Altijd Communieviering gaat bovendien betekenen, dat de gelovigen de communie niet meer in eenheid beleven met de lof en dank, waarin de herdenking geschiedt van de dood en de opstanding van de Heer. Vroeger gingen de gelovigen vrijwel altijd buiten de viering van de Eucharistie te communie. Het is destijds niet gemakkelijk geweest om dat gebruik te vervangen door deelname aan de Eucharistie door de communie tijdens de viering van de Eucharistie zelf. Het verleden komt nu terug. En we maken nu al mee, dat vele gelovigen geen meer verschil zien tussen de Eucharistie en de Communieviering. Dit wordt nog verergerd, doordat soms in de Communieviering – zonder goed inzicht in de viering en in strijd met de liturgische regels – een deel van het Eucharistisch gebed herhaald wordt. Daarom is het een goed initiatief, dat Bas Rentmeester en Huub Schumacher voor de zondagen, waarop geen Eucharistie kan worden gevierd, 3
modellen aanbieden voor een viering van Woord en Gebed. In de toelichting die zij daarbij geven, blijkt dat zij modellen aanbieden en dat zij de voorganger aanbevelen, er eigen werk van te maken. In de loutere viering van het Woord van God evenals in de Gebedsviering is hiervoor ook meer ruimte dan in de combinatie met de sacramentele viering. Het interessante in de hier aangeboden modellen is, dat er een poging in geschiedt om het klassieke Woord van God uit de Schriften in inleiding en commentaar te verbinden met de omgangstaal van mensen van vandaag en toe te lichten vanuit situaties, die mensen uit het dagelijkse leven kennen. Bovendien wordt in de modellen voorgesteld, om het gesproken woord nader te verhelderen of de aandacht ervoor te prikkelen door het gebruik van symbolen Ook dit is weer bedoeld als suggesties aan de gebruiker om hierin eigen creativiteit te ontwikkelen. Moge deze modellen ertoe bijdragen, dat de Viering van het loutere Woord van God, gecombineerd met het gebed van mensen in antwoord op Gods Spreken, tot volle liturgische ontplooiing komt in onze kerk. H.C.A. Ernst, emeritus bisschop van Breda
4
suggesties voor voorgangers Mogelijke opstelling in kerk of gebedsruimte 2 ■
1 ■■■
4 ■
6 o■o
3 ■
7 o■o
8 o■o
5 ■
9 ❍
10 ❍
11 ❍
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------mensen in de kerk mensen in de kerk
Legenda 1 Altaar of Avondmaalstafel (kaal, zonder kaarsen,bloemen, lessenaar, boek of wat dan ook; hoogstens een dwaal er over) 2 Tafeltje waar het symbool op staat 3 Stoel voor degene die voorgaat 4 Stoel voor lector 1 5 Stoel voor lector 2 6 Lezenaar (daarnaast 2 kaarsen) voor map met Eerste Lezing 7 Lezenaar (daarnaast 2 kaarsen) voor Lectionarium 8 Lezenaar (daarnaast 2 kaarsen) voor Evangeliarium 9 Ambo met microfoon 10 Wierook 11 Wierook
Aandachtspunten 1. Tijdens intrede lied worden er drie boeken binnen gedragen a) boek voor profane lezingen ( eerste lector) b) lectionarium (tweede lector) c) evangeliarium (voorganger) Dezen worden ieder op een eigen standaard gesloten neergelegd en bij iedere standaard staan er twee kaarsen 2. Wanneer men één van de boeken haalt voor de lezing dan worden de twee kaarsen die er bij staan aangestoken 3. Na de lezing wordt het boek geopend teruggelegd. 4. Zoals u in de vieringen ziet, wordt er in iedere viering met een symbool gewerkt. Bij elke viering is dit als een tekening aangegeven. U zult begrijpen dat het de bedoeling is om datgene wat u getekend ziet als atribu(u)t(en) goed zichtbaar neer te zetten op de tafel voor het symbool zodat daar ook steeds naar verwezen kan worden tijdens de viering. 5
5. Onder de slotgedachte is er stille meditatieve muziek en ondertussen wordt dan de slotgedachte aandachtig en ingetogen met tussenpozen gelezen. 6. Wanneer het mogelijk is de mensen zo dicht mogelijk bij het liturgisch centrum laten plaats nemen 7. Wanneer u een liturgieboekje stencilt, dan neemt u daarin de volgorde van de dienst op, niet de gebeden, wel de liederen en wanneer uw lectoren duidelijk en begrijpend lezen, hoeven ook de teksten van de lezingen niet opgenomen te worden (tekening voor de voorkant vindt u in het boek) Als men geen boekje maakt, is het natuurlijk ook mogelijk om de indeling van de liturgie en de tekst van de liederen te projecteren via een beamer 8. Het verdient aanbeveling een organist te hebben 9. Een koor kan heel verdienstelijk zijn wanneer het ondersteunend werkt voor het meezingen van de mensen in de kerk 10. Waneer er geen koor is, kan een cantor, die de mensen bij het zingen meetrekt, heel fijn zijn 11. Alle gebeden zijn natuurlijk als een suggestie bedoeld. Het verdient aanbeveling tot iets van jezelf te maken wanneer je het bidt 12. De aanzet tot de Verkondiging is vanzelfsprekend als aanzet (als suggestie) bedoeld. Houd daarom de Verkondiging in je eigen bewoordingen. Maak het dus tot iets van jezelf. Spreek duidelijk en vooral héél rustig zodat de boodschap over kan komen. 13. Wanneer je rond het thema van de viering en de lezingen een beter symbool kunt bedenken dan het aangegevene, dan is daar vanzelfsprekend niets op tegen 14. Wanner het mogelijk is, kan het heel goed zijn om voordat de viering begint (ongeveer 10 minuten tevoren) even met de mensen de liederen door te nemen. Een wat minder bekend lied moet zeker geoefend worden 15. Als men een lied per se niet kent, of men vindt een ander lied op die plaats beter, dan zal men dát uiteraard kiezen 16. In het geval je niet theologisch bent opgeleid verdient het aanbeveling om de teksten door te spreken met een professionele kracht. Dit geldt zowel voor de lectoren om begrijpend te kunnen lezen, als voor de voorganger om de verkondiging goed te kunnen houden 17. Daar het de twee Schriftlezingen zijn in deze viering die ook door de Nederlandse Raad voor Liturgie worden aangegeven, zou dit thema, al of niet met zijn symbool, ook in een eucharistieviering gebruikt kunnen worden 18. Tussen de voorbeden kan het soms goed zijn even een korte stilte te houden, en een andere keer een zelf gekozen acclamatie te zingen. Als het kan maak je een keuze die wat bij het thema past
6
1e zondag van de advent
Regeren is vooruitzien
jaar C
Opening
Intrede Lied Naar U gaat mijn verlangen Heer Rb no. 101, blz. 107; Gvl Psalm 25 blz 45; LvdK Psalm 25
Symbool: een prikbord
Begroeting Genade en vrede van God onze Vader van Jezus, Gods Zoon, naar wie wij uitzien en van hun beider goede Geest! Amen. Inleiding op de lezing Als je met elkaar aan iets nieuws gaat beginnen, moet je wel weten wat je het eerst gaat doen en wat daarna. Een goed begin is het halve werk, zeggen we. De grote lijnen moeten goed uitgezet zijn, de taken voor zover mogelijk verdeeld; zo niet, dan heeft dat zijn weerslag op het resultaat. Dat is altijd zo, als je de zaakjes goed voorbereidt, heb je er daarna veel profijt van. Deze zondag beginnen we met iets nieuws. Met alle andere christenen beginnen we aan de adventstijd. Dat is de jaarlijks terugkerende periode van voorbereiding op kerstmis, het feest van Jezus’ geboorte. We doen dat ieder jaar opnieuw omdat we vinden dat Jezus’ geboorte ook aan ons eigen lijf moet kunnen komen. Kerstmis heeft daarom ook iets met een nieuwe geboorte van onszelf te maken. Wij zijn er zélf mee gemoeid, begrijpt u. De lezing die we strakjes uit het evangelie gaan beluisteren, die speelt daar al op in. Ze heeft het over opletten, over waakzaam zijn. Hoe meer je nu al probeert de zaakjes onder schot te krijgen die van belang zijn, des te beter is straks het effect zijn van zijn komst. Voor deze vorm van waakzaam zijn hebben wij trouwens een mooie uitdrukking: Regeren is vooruitzien. Kiezen we die uitdrukking als thema voor onze viering. Kinderen kunnen naar de kinderwoorddienst Orgel kort
7
Regeren is vooruitzien Aankondiging van het symbool Wij zijn toch zo handig! Moet je horen: om rekening te houden met dingen die afgesproken zijn; zaakjes niet te vergeten, om de lijntjes uit te zetten die iedereen moet weten; adressen bij de hand te hebben waar ieder over moet kunnen beschikken … voor deze en nog honderdduizend dingen méér gebruiken wij het alom bekende prikbord. Het klinkt misschien vreemd, maar zo’n prikbord kunnen we misschien ook goed gebruiken in verband met onze voorbereiding op kerstmis! Geen letterlijk prikbord natuurlijk, maar een symbolisch. Daar kunnen we, bij wijze van spreken, de boodschappen op vastprikken waar we aan willen denken nu het kerstmis wordt. Nee, geen krentenbollen, maar dingen waar we aan willen werken, bijvoorbeeld die met onze mentaliteit te maken hebben. Iedereen heeft toch wel iets voor ogen waarvan hij zegt dat het eigenlijk anders moet. Dus, dat doen we: een prikbord moet het symbool zijn op deze Eerste Zondag van de Advent. Het past ook prima bij ons thema: regeren is vooruit zien. Zijn we even stil om daar aan te denken. Moment van stille overdenking
Inkeer Inleiding Er kan in het leven van mensen van alles gebeuren. Iemand die denkt alles in de hand te hebben, zal algauw merken dat hier de wens de vader van de gedachte is. Veel dingen lopen anders dan je dacht. En laten we eerlijk zijn, dat is ook niet erg; het geeft wat spanning en kleur aan onze dagen. Ja toch! Anderzijds vinden we tóch dat we met overleg te werk moeten gaan; dat we onze hersens moeten gebruiken, tenminste als we niet in zeven sloten tegelijk willen lopen. We vinden dat we onze zaakjes moeten plannen. Zo niet, dan komt er van alle plannen niet veel terecht. Wie heeft vroeger van pa of ma nooit het dringende advies gekregen: 'Denk er nog maar eens goed over na vóór je eraan begint'. Vandaar, goede mensen, we zullen toch wat op een rijtje moeten krijgen wat er moet gebeuren als we naar kerstmis willen. Wellicht is er iets als een bijstelling nodig op bepaalde terreinen? Laten we een moment stil zijn om bij onszelf na te gaan om te bezien of er wat moet. Verstilling Meditatie Stem van ons geweten, Durven we stil te zijn … hebben we een beetje de discipline ontwikkeld om U, God, in de stilte van ons hart te beluisteren? Soms is het zo moeilijk oog 8
1e zondag van de advent jaar C
in oog met U te staan en onze eigen armzaligheid te onderkennen. We moeten toegeven: als het om materiële dingen gaat, zijn we er meestal als de kippen bij om zaakjes tevoren prima te regelen. Maar zo gauw het over geestelijke, innerlijke, dingen gaat … die boot houden we gemakkelijk af; we laten die maar op hun beloop, terwijl we van de andere kant zo duidelijk van binnen voelen dat het niet goed is als we dat doen. Stem van God, we zien het in: het ontbreekt ons aan voldoende body om aan onszelf te werken met het oog op de toekomst. We zingen U daarom biddend toe om vergeving en bemoediging. Lied om vergeving en bemoediging Houd mij in leven Rb no. 103, blz. 109; Gvl Psalm 25 III, blz 46; Tt no. 32, blz. 55
Gebed God, U die was, die is en die komt, U bent de grond onder onze voeten, de trekkracht die ons wenkt naar morgen. Wat goed is het dat wij vooruit kunnen zien; dat we rekening kunnen houden met wat van levensbelang is. Wij bidden U aan het begin van de Advent dat we bezig durven zijn met ons af te vragen wat kerstmis nu al, in deze adventsweken van ons vraagt. En geef dat we de moed hebben om er concreet aan te gaan werken! Dat vragen wij, God, in de naam van Hem die wij verwachten, Jezus Christus, onze Heer. Amen.
9
Regeren is vooruitzien
Dienst van de lezingen Eerste lezing (Uit het boek ‘Bed and Breakfast’) Wie in Nederland tegenwoordig op stap gaat en onderweg een charmant en persoonlijk overnachtingsadres zoekt, heeft volop keuze. Of u nu wilt logeren bij de boeren, overnachten in een eenvoudige woning of op zoek bent naar een monumentaal onderkomen, er is altijd wel een passend adres in de buurt. Om u comfortabel op weg te helpen naar een gastheer of vrouw heeft de ANWB deze gids voor u samengesteld. U vindt ruim 1600 adressen die u kunt selecteren op prijs, voorzieningen, ligging, fiets- en wandelmogelijkheden en nog veel meer. Zodat u verzekerd bent van een goed bed en … een lekker ontbijt natuurlijk. Ik wens u alvast een aangename nachtrust. Lied Scheur toch de wolken GvL no. 633, blz. 739; Tt no. 134, blz 204
Tweede lezing Jeremia 33,14-16
Lied Zij zullen de wereld bewonen GvL no. 572, blz. 636; LvdK Gezang 31
Derde lezing Lucas 21,25-28 en 34-36
Lied Ons hart verheft zich tot U Heer Rb no.108, blz. 115; Gvl no. 514 blz 565
Verkondiging (voor aanzet daartoe zie pagina 12/13) Stilte We besluiten deze aandachtige stilte met het aansteken van de eerste kaars op de adventskrans Intermezzo Muziek instrumentaal (orgel, of ander instrument, of muziek van cd ……) Kinderen komen terug uit de kinderwoorddienst Collecte
10
1e zondag van de advent jaar C
Dienst van de gebeden Het opleggen van de wierook Voorbede God, wij willen U de intenties voorleggen zoals die momenteel leven hier in onze eigen gemeenschap … V: Laat ons bidden A: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. God, regeren is vooruitzien. Wij bidden dat we ons gezond verstand gebruiken want dat hebben we niet voor niets gekregen. V: Laat ons bidden A: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. God, regeren is vooruitzien. Wij bidden voor mensen die een opvoedende taak hebben, dat zij hun pupillen leren om, wanneer ze zich een bepaald doel voor ogen stellen, alvast vooruit te denken en zo mogelijk de nodige maatregelen te treffen. V: Laat ons bidden A: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. God, regeren is vooruitzien. Wij zijn er over het algemeen heel sterk in om onze vakanties te plannen; we regelen waar we overnachten en hoever we de dag daarna zullen gaan. Wij bidden U dat we een zelfde zorgvuldigheid aan de dag leggen als het gaat om de planning van ons geestelijk leven. V: Laat ons bidden A: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. God, regeren is vooruitzien. Wij bidden U dat we er moeite voor doen om nu al over het kerstfeest na te denken, om daar bijvoorbeeld met anderen ook eens een serieus gesprek over te hebben; en met wat daar uit komt ook werkelijk iets mee te gaan doen in deze voorbereidingstijd. Amen. V: Laat ons bidden A: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. God, verhoor onze gebeden. Amen. Slotgedachte Misschien moeten we het maar gewoon aan onszelf vragen, nu aan het einde van deze viering: zijn er intussen bij ons bepaalde plannen gerijpt, dingen waarvan we zeggen: dát zou ik, dát zouden we, eens moeten aanpakken? Zo ja, dan kunnen we ze alvast in de symbolische betekenis van het woord op het prikbord bevestigen om ze niet vergeten zodat we ze op tijd kunnen uitvoeren. Het is immers al gauw kerstmis en regeren is vooruitzien. Mededelingen
11
Regeren is vooruitzien Wegzending Gaan we dan uiteen onder Gods zegen en maken we er nu al iets goeds van! Slotlied Ik zal niet rusten GvL no. 474, blz. 507
Aanzet voor de verkondiging Het is een beetje een deftig woord, maar ik wed dat haast iedereen oor heeft naar wat het betekent. Ik heb het over het woord ‘Voorzegging’. Zo zijn we bijvoorbeeld heel vertrouwd met de weerberichten voor morgen. Er wordt voorzegd hoe het weer er morgen uit zal zien. Of als we informeren naar een huis dat te koop staat, dan voorzegt de makelaar je gegarandeerd dat je er bij aankoop niet in teleurgesteld zult zijn. Zo gaat dat ook tussen mensen die een relatie willen aangaan; men voorzegt naar elkaar ten aanzien van de toekomst hele waardevolle dingen. Net zoals mensen, kunnen ook dingen in een zekere zin iets voorzeggen. Het evangelie heeft het over een vijgenboom. Als daar de takken van gaan uitbotten, dan voorzegt dat de komst van de zomer. Het moge duidelijk zijn, voorzeggingen horen er helemaal bij. Je wilt graag al even iets over de toekomst horen. Dat brengt je in beweging. En zo kunnen er dan uit die voorzeggingen ook weer beloftes voortvloeien. Als de weervrouw zegt dat het morgen regenachtig zal zijn, dan hoor ik moeder haar dochtertje al beloven dat zij haar regenjas waar ze nog een nieuwe rits in zou zetten, morgen klaar zal hebben. En die makelaar van daarnet, met zijn mooiste voorzeggingen ten aanzien van de nieuwe woning, belooft de kopers snel werk te maken van het koopcontract. En nadat het verliefde stelletje na alle prachtige wederzijdse voorzeggingen weer op aarde was teruggekeerd, deed de jongen de belofte om er nu meteen al voor te gaan sparen. Zo zie je: voorzeggingen worden vaak gevolgd door beloftes. Denk ook aan die tweede lezing uit Jeremia waar de Heer zegt dat Hij de voorzegging aan Juda en aan Israël gaat nakomen door ervoor te zorgen dat er een wettige nakomeling van David als koning aangesteld gaat worden die eerlijk en rechtvaardig het land zal besturen. Voorzeggingen worden gevolgd door beloftes. En beloftes? Die vragen dat je ze nakomt! Daar hoort dus bij dat je tevoren bedenkt hoe je het een en ander gaat doen. Regeren is vooruitzien, zeggen we. Wanneer er belofte12
1e zondag van de advent jaar C
volle dingen staan te gebeuren, dan ga je daar nu al mee aan de slag. Dan zorg ik bijvoorbeeld het nodige materiaal al bij de hand te hebben. Zo pak ik de Bed&Breakfast Gids al eens in mijn hand en zie daar in het ‘Woord vooraf’ staan: ‘U vindt ruim 1600 adressen die u kunt selecteren op prijs, voorzieningen, ligging, fiets- en wandelmogelijkheden en nog veel meer’. Daar wil ik meer van weten en vol goede moed ga ik die Gids doorwerken om te kijken wat er voor mogelijkheden zijn als we er straks heerlijk een paar daagjes tussenuit zullen gaan. Regeren is vooruit zien, ja toch! Het kan daarom goed zijn om zoiets als een ‘apparaat’ te hebben dat je helpt om allerlei dingen die je op zo’n moment te binnen schieten en die je nog moet regelen, niet te vergeten. Een prikbord, dat is zo’n apparaat! Je prikt er de dingen die je beslist niet wil vergeten. Er is ook een symbolisch prikbord denkbaar. Dat ziet een ander niet en dat hoeft hij ook niet te zien. Maar jij noteert daar op wat je graag aan jezelf zou willen veranderen. Zo’n symbolisch prikbord komt misschien goed van pas nu het kerstmis gaat worden. Kerstmis, daar gaan we naar op weg. De voorzegging heeft geklonken: Gods Zoon, Jezus Christus, gaat geboren worden; ook in uw leefwereld wil Hij binnentreden en tot leven komen! Zo’n voorzegging roept van onze kant de belofte wakker om zo bewust mogelijk naar Kerstmis op weg te gaan. En in het kader van die belofte gaan we vanaf nu bepaalde dingen ondernemen. Wat dat is, dat moet ieder voor zichzelf uitmaken. Maar dát ieder dat doet, is belangrijk. En om van de werkzaamheden die je in dit verband te binnen schieten, er geen te vergeten, zou zo’n prikbord wellicht een uitkomst zijn. Prik er in de symbolische betekenis van het woord alvast maar wat boodschappen op. Om er één te noemen: dat je hier volgende week zondag weer zult zijn, bijvoorbeeld. Ja, ik noem maar wat. Vul andere dingen zelf maar in. Maar doe het wel, want regeren is vooruit zien.
13
2e zondag van de advent jaar C
Een plaats om in stilte te zijn Opening
Intrede Lied Verheft uw hart, weest welgemoed Rb no.109, blz. 116; GvL no. 537 blz. 595; LvdK Gezang 130
Symbool: Wanneer u een stilte-kapel hebt, zou bijvoorbeeld het beeldje uit die kapel als symbool kunnen dienen omdat stilte oproept. Evengoed zou het een ander beeldje of nog iets anders kunnen zijn, als het maar stilte oproept.
Begroeting Mag de milde stilte van God ons omgeven en ons vervullen met verlangen naar zijn Zoon Jezus en naar de Heilige Geest. Amen. Inleiding op de viering Als je je ergens op voorbereidt, ergens naar toe leeft, moet je er je verstand bij houden, anders gaat het mis. Van tijd tot tijd eens even stil zijn, je weet wel voor de concentratie, dat is ook geen overbodige luxe. Daardoor kom je even los van de drukte en daardoor krijg je de boel weer wat beter voor ogen. Als geloofsgemeenschap zijn we bezig om naar het kerstfeest toe te leven. 'Regeren is vooruitzien' zo luidde ons thema op de Eerste Zondag van de Advent. Daar werd toen sterk het belang onderstreept van het bewust en actief naar kerstmis toe groeien. Nu, vandaag, op de Tweede Zondag van de Advent werpen de lezingen uit de Bijbel het licht op iets waar je óók veel aan kunt hebben als je op reis bent naar kerstmis. En dat is dit: tijdens die reis óók durven vertoeven op plaatsen waar je stil wordt. Daarom luidt ons thema dit keer: Een plaats om in stilte te zijn. Kinderen kunnen naar de kinderwoorddienst Orgel kort 14
2e zondag van de advent jaar C
Aankondiging van het symbool Het lijkt er wel eens een beetje op dat in de wereld van vandaag de stilte minder en minder vanzelfsprekend wordt. Ieder kan erover meepraten die toevallig in de buurt woont van een plek waar schilders of bouwvakkers in de weer zijn. Die bewoners kunnen meestal de godganselijke dag meegenieten van het genadeloze en keiharde gedreun van de radio. O zeker, wij kunnen toch zo’n lawaai maken! En dat is niet altijd verstandig. Er is immers ook nog zoiets als stilte. Kijk, lawaai kan lang aanhouden, maar vroeg of laat valt het ‘n keer stil. En in dat geval is het van groot belang als je tevoren al wat gewend geraakt bent aan stilte. Mensen die niet meer bang zijn van de stilte die weten uit ervaring hoe fijn weldadig stilte soms kan zijn. Ze hebben gemerkt dat stilte helpt om van binnen, in je ziel, schoon schip te maken… Ach, ze weten gewoon dat stilte onmisbaar is om méns te blijven. Om in deze viering, waarin we ons al weer ietsje dichter bij het kerstfeest weten, de stilte een beetje te en ook een beetje op te roepen, hebben we hier als symbool een tafereel opgesteld dat stilte weergeeft (U kent het ook vanuit onze stilte-kapel). Laten we het, als het kan, even bij ons binnenkomen. Moment van stille overdenking
Inkeer Inleiding Durven we de stilte aan? Die vraag is echt niet overbodig. We denken nu natuurlijk allereerst aan de letterlijke stilte. Het kan al véél vragen om bij het wakker worden ’n keer níet direct de radio aan te zetten. Nog méér kan het van ons vragen om ook vanbinnen een beetje stil te worden. Maar áls het lukt, als stilte wél regelmatig de kans krijgt, dan kunnen we er heel gelukkig mee zijn. Op een of andere manier voegt het iets toe. Wat dat precies is, is moeilijk te verwoorden; het heeft iets met verruiming te maken. En verruiming ontspant; het geeft nieuwe energie. Het is alsof God dan ’n stuk makkelijker bij je binnen kan komen. Proberen we voor een moment naar de plaats in onszelf te gaan waar het stil is; een plaats waar we ons hart, het léven, God, horen kloppen. Verstilling Meditatie God, Mozes hoort U in het stille ruisen van een zachte bries. Ik merk ook dat ik dicht bij U kan zijn als ik stil ben. Stilte zorgt voor leegte. Stilte geeft een gevoel van leegte, een aangename leegte. Het lijkt wel een leegte die tegelijk ook vol is, vol van toewijding, van aandacht. Ja God, in de stilte 15
Een plaats om in stilte te zijn voel ik een over-en-weer, van U naar mij, van mij naar U. Wat goed is dat! Het vernieuwt me; U enerveert me, geeft me een nieuwe onbevangen kijk, ook op wat me te doen staat. Bedankt voor de stilte. Stilte is iets heiligs. Het kan niet anders, God, of U moet de stilte bedacht hebben als één van de mooiste geschenken voor de mens. We willen graag zingen over U, Stem die de stilte niet breekt Lied Niet als een storm als een vloed Rb no. 430, blz. 289; GvL no. 503 blz. 550; LvdK Gezang 325
Gebed God van hemel en aarde, onvoorstelbaar grote ruimte in wie wij leven mogen, wat is het toch een wonder dat U, die zó ontzaglijk grote God, een plaats hebt ingeruimd, nota bene midden in Uw hart, voor ons kleine en miezerige mensen! Laten wij er maar het zwijgen toe doen. Hoe meer we stil durven zijn, hoe meer we open komen voor uw zo sprekende aanwezigheid. Wij bidden U, lieve God, dat U niet moe wordt ons te stimuleren levenslang naar plaatsen te gaan waar we in de stilte kunnen zijn en waar we U kunnen ontmoeten. Amen.
Dienst van de lezingen Eerste lezing (Uit het boek ‘Wegen en dwarswegen’) Er kwam een reactie van monniken die streefden naar een uitzuivering van het kloosterleven door terug te keren naar de bron ervan: het kluizenaarsleven. In het kluizenaarsleven vonden zij de waarden terug die volgens hen wezenlijk waren voor het ‘godgewijde’ leven: eenzaamheid, afgescheidenheid van de wereld, soberheid en armoede. Soms alleen, soms met enkele gezellen zochten zij een verlaten plaats op om daar te zoeken naar een authentieke beleving van hun ideaal en naar een zuivere beleving van de oorspronkelijke kloosterregel. Uit deze zoektocht kwamen in de elfde eeuw nieuwe kloosterorden voort. De orde die het duidelijkst de sporen van het kluizenaarsideaal draagt, is die van de kartuizers. Zij ontstond uit een kluizenaarsgemeenschap die 16
2e zondag van de advent jaar C
door … Bruno …gesticht werd in het dal van la Chartreuse (vandaar de naam kartuizers) bij Grenoble. De karthuizers bewoonden ieder een eigen cel… In hun leven bleef een sterke nadruk op stilte, eenzaamheid en inkeer liggen. Zij vormen nog steeds de strengste vorm van kloosterleven die de westerse kerk kent. Lied De stilte zingt U toe, o Here, strofen 1 en 2 Rb no. 372, blz. 226; GvL Psalm 65, blz. 102; LvdK Psalm 65
Tweede lezing Baruch 5, 1-9
Lied De stilte zingt U toe, o Here, strofen 3 en 4 Rb no. 372, blz 227; GvL Psalm 65, blz. 103; LvdK Psalm 65
Derde lezing Lucas 3,1-6
Lied Psalm 65: De stilte zingt U toe, o Here, strofen 5 en 6 Rb no. 372, blz 227; GvL Psalm 65, blz. 103; LvdK Psalm 65
Verkondiging (voor aanzet daartoe zie pag. 20/21 Stilte We ronden deze stilte af met aandacht voor de ons al zo lang zo vertrouwde adventskrans door het aansteken van de tweede kaars op de adventskrans
Intermezzo Muziek instrumentaal (orgel, of ander instrument, of muziek van cd ……) Kinderen komen terug van de kinderwoorddienst Collecte
17
Een plaats om in stilte te zijn
Dienst van de gebeden Het opleggen van de wierook Voorbede God, we willen bidden voor de intenties die hier leven in onze groep … (gevraagde intenties) V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons God, wij willen het symbool voor deze viering op ons netvlies mee naar huis nemen. We zullen niet meer vergeten dat het goed en weldadig, ja, levensnoodzakelijk is om plaatsen te hebben waar we stil kunnen zijn. Geef dat we elkaar aan die noodzaak tot stilte voortdurend herinneren. V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons Wij bidden, God, voor mensen die altijd lawaai om zich heen moeten hebben. Laat ons niet bang zijn om er met hen over te praten of dat nou wel zo verstandig is. V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons God, op deze plaats waar stilte de nodige ruimte krijgt, bidden wij dat we ons door U aangesproken weten en daardoor de energie opdoen om daadwerkelijk naar het kerstfeest toe te leven. V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons God, wij bidden voor mensen die letterlijk doof zijn. Mogen wij en anderen bijdragen aan een leefsfeer waarbinnen zij zich zo min mogelijk geïsoleerd voelen. V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons God, mag het begeven naar plaatsen om stil te zijn bijdragen aan een innerlijke revolutie, aan een innerlijke omvorming waarbij dalen gevuld en heuvels geslecht worden, een omvorming die aanvoelt als een thuiskomst uit ballingschap. V: Luister, Heer, ontferm U over ons A: Luister, Heer, ontferm U over ons God, U hebt onze gebeden gehoord: geef ons wat we U gevraagd hebben. Amen.
18
2e zondag van de advent jaar C
Slotgedachte Een plaats om in stilte te zijn. Het is te hopen dat dit uur alhier zo'n plaats is mogen zijn. We gaan verder de Advent in. Dat betekent dat we ook in de komende week weer doorgaan met het voorbereidende werk op kerstmis. Van onze viering van vandaag kunnen we meenemen dat stilte daarbij ook van belang is; en helemaal voor iemand die God wil ontmoeten. Maken we het in de komende week zo nu en dan eens bewust stil… Wie weet dat we zelfs zulke momenten van stilte ingebouwd krijgen in het ritme van onze dag? Kijk maar, dat ligt voor iedereen weer anders. Mededelingen Wegzending Gaan we dan uiteen en geniet van de stilte waar in je God vanbinnen voelt kloppen. Slotlied De nacht loopt ten einde Rb no. 104, blz. 111; GvL no. 427 blz. 434; Tt no. 133 blz. 202
19
Een plaats om in stilte te zijn
Aanzet voor de verkondiging Ieder jaar opnieuw weer worden we in de adventstijd, de tijd waarin we ons voorbereiden op Kerstmis, meegevoerd in de liturgie naar de woestijn. Nu hebben we bij het woord ‘woestijn’ algauw wat negatieve gedachten. Daar is alleen maar zand, daar is het droog en dor, daar groeit niks, daar is geen water, kortom, daar is het niet goed toeven. Waarom zou de evangelist Lucas ons dan toch willen met Johannes de Doper willen meenemen naar de woestijn? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we in zo’n negatieve woestijnsituatie belanden? Nee, door ons met Johannes de Doper in contact te brengen wil Lucas ons veeleer úít de woestijn halen, want daar zitten we momenteel, vindt Lucas, midden in! Hij opent namelijk met het noemen van lieden die voor die woestijn zorgen. Wat denk je van keizer Tiberius, van Pontius Pilatus, Herodes, Filippus, en Lysanias; met z’n allen zorgen ze voor een stevige dictatuur boven de hoofden van die vele kleine mensjes in dat onbetekende Juda aan de Middellandse Zee. En die lieve hogepriesters Annas en Kajafas zorgen ervoor dat het óók op geestelijk vlak een woestijn is. Nee, zo vindt de evangelist, laat ons onze aandacht maar aan een andere figuur geven, één zonder al die poeha. Hij leeft op een betere plaats, in de letterlijke woestijn. Je moet hierbij bedenken namelijk dat het Griekse woord voor woestijn geen negatieve klank heeft. Veeleer wordt daar de verlatenheid van een gebied mee bedoeld. Een plaats waar je in de stilte bent. En zulke plaatsen kunnen overal zijn, je kunt ze ook zelf creëren. Om maar wat te noemen: zo hadden we het in de eerste lezing over de kartuizers. Nou, je zou dat kartuizerklooster, la Grande Chartreuse, eens moeten zien daar hoog in de bergen in de buurt van Grénoble… een kolossale stilte valt daar over je heen. Je kunt bij stilte ook denken aan een natuurgebied; ver van de gewone wereld, ver van de machtigen van de wereld, waar je alleen bent met jezelf. Zo kun je ook stilte ervaren hier, in het stiltecentrum van onze kerk, dicht bij de beeltenis die we nu op deze plaats als symbool hebben weggezet. En de meeste van ons zullen ook wel ergens een plekje hebben waar het stil is en waar ze bij gelegenheid graag naar toe gaan. Welnu, al dit soort stilte-plaatsen vat Lucas samen in het woord ‘woestijn’. Hij houdt van dat woord. In hoofdstuk 3, waaruit we vandaag lazen, is het Johannes de Doper die in de woestijn leeft. In hoofdstuk 4 lezen we dat Jezus zelf veertig dagen lang in de woestijn verblijft. En nóg een hoofdstuk verder schrijft Lucas dat Jezus zich telkens in de woestijn terugtrekt om zich te bezinnen en om te bidden. Blijkbaar is zo’n stiltegebied belangrijk. Wanneer Leo Feijen, de bekende presentator van Kruispunt, in een donkere periode van zijn leven terecht komt, dan trekt hij zich twee maanden terug in een klooster. Hoe velen zijn er niet net zoals hij. Natuurlijk is er dan wel 20
2e zondag van de advent jaar C
contact met anderen, maar je kunt er ook helemaal alleen zijn, in de stilte. Je raakt bevriend met de fazanten, de schapen, de reigers en de ganzen en uiteindelijk ook met jezelf. Het heeft al bij al een stevig effect op je: de stilte waarin je als het ware God tot je hoort spreken, geeft je een andere kijk op jezelf. En daar begint de revolutie, eerst een innerlijke revolutie, wel te verstaan. Een innerlijke omvorming waarbij dalen gevuld en heuvels geslecht gaan worden. Een omvorming waarbij je een gevoel hebt: ik kom thuis uit een ballingschap. Denk hier aan de lezing uit het profetenboek Baruch. Daar is sprake van het afleggen van het rouwkleed en het bekleed worden met een stralende schoonheid. Zoiets overkomt dan ook jouzelf. Zo’n verblijf in de stilte gaat je niet in de koude kleren gaan zitten, maar het doet je wél goed! In zo’n woestijn, op zo’n plaats in de stilte, wordt je innerlijk vernieuwd. Denk ook maar aan dat ene uur per week dat we hier op deze plaats van stilte, in de kerk, samenzijn. Dat doet iets met je! Het maakt je sterk, geeft je geloof in- en hoop op de toekomst. Het gaat misschien met ons dan wel net als met die man die in een klein bergdorp woonde. Daar was maar weinig ontwikkeling. Om de buitenwereld te bereiken moesten de dorpelingen altijd een hoge berg over. Op zekere dag zagen de dorpelingen de oude man met een schop en een kruiwagen naar boven gaan. ‘Wat ben je toch van plan?’, vroegen ze. ‘Ik ga de berg afgraven’, zei de man. ‘Je begint al aardig af te takelen’, antwoordden de dorpsbewoners. De oude man keek hen doordringend aan en zei: ‘Ik zal het wel niet meer meemaken, maar ik weet zeker als ik nu begin, dat eens mijn kleinkinderen of hun kinderen een beter leven zullen hebben hier in het dorp.’ Met deze woorden sjouwde de oude man verder en begon te graven. En wat zag je: langzaam kwamen er meer gravers, de een na de ander. Hij stak de anderen aan. Zo zie je maar: je hebt een stille plaats nodig om tot zulke gedachten te komen, tot zo’n geloof, tot zo’n vertrouwen, máár het kan wel. Het duurt misschien nog heel lang, en wij zullen het wel niet meer meemaken, dat het weer voor heel veel mensen kerstmis wordt zoals het bedoeld is. Maar wanneer wij vanuit een plaats om stil te zijn, vanuit een woestijn, zoals Johannes de Doper en zoals Jezus de hand weer aan de ploeg slaan, dan wordt het in de verre toekomst beslist echt kerstmis. Roepen we daarom ook andere mensen op om naar deze plaats van stilte te komen.
21
3e zondag van de advent jaar C
Wat moeten we doen? Opening
Intrede Lied O Christus, woord de eeuwigheid Rb no. 111, blz. 118; GvL no. 509a, blz. 557; LvdK Gezang 151
Symbool: Plaats op de symbooltafel wandelschoenen, wandelstok en rugzak.
Begroeting Genade en vrede van God onze Vader van Jezus, zijn Zoon naar wie wij uitzien en van hun beider goede Geest. Amen. Inleiding op de viering 'Regeren is vooruitzien', zo schreven we boven onze viering op de eerste adventszondag. Intussen groeien we stap voor stap richting kerstmis. Vorige zondag, de tweede adventszondag, reikten we elkaar een hulpmiddel om de kwaliteit van de reis naar kerstmis nog te verhogen. Het belang namelijk van een plaats om in stilte te zijn. Zonder stille aandacht, lukt het niet; als je niet voldoende stil bent, kun je God niet horen. Nu, op de derde adventszondag, horen we in het Evangelie de mensen aan Johannes de Doper vragen: Johannes, wat moeten wij doen? Wat moeten wij doen? Dat is een concrete vraag. En het is ook de bijbel op z’n best, want als je de bijbel een beetje kent, weet je dat hij op zo’n concrete vraag ook een concreet antwoord verwacht. Het is blijkbaar niet vrijblijvend als je naar kerstmis toe wilt, Christus tegemoet. Dat vraagt echt iets van ons, iets concreets. Laten we daarom deze bijbelse vraag ook zelf in de mond nemen, en daarmee als thema voor dit uur gebruiken: Wat moeten we doen? Kinderen kunnen naar de kinderwoorddienst Orgel kort 22
3e zondag van de advent jaar C
Aankondiging van het symbool Wij willen graag naar kerstmis toe, maar wat moeten we dan doen? Welke kant moeten we dan op? In welke richting moeten we het zoeken? Weet je wat we gedaan hebben … ? We hebben hier enkele wandelattributen bij elkaar gezet. Ze zijn bedoeld als symbool, symbool van op weg zijn, van dingen ook die je nodig hebt om je doel te bereiken. Wat hebben wíj bij ons op weg naar kerstmis? Moment van stille overdenking
Inkeer Inleiding In ons binnenste is er nogal eens een wervelende parade van belangen. Er is zoveel dat vecht om voorrang … Heel vaak is het een getob! Het ene moment wil je dit en het andere moment wil je dat. Nu hoeft alle-kanten-op-vliegen niet altijd desastreus te zijn, zeker niet als het maar tijdelijk is. Maar het kan ook te maken hebben met een houding, een houding van gebrek aan ‘ruggegraat’ weet je wel. Dan zijn we verder van huis. En dat daar ook in mee kan spelen dat we, als het erop aankomt, veel te weinig duidelijk hebben wat geloven nou feitelijk inhoudt, zou wel eens heel goed het geval kunnen zijn. Laten we daar een moment kritisch naar onszelf over nadenken. Verstilling Meditatie Hoe kan het toch bestaan, God, dat we bij de vraag 'Wat moeten we doen?', heel goed weten dat we ook aan andere mensen moeten denken, maar dat we dan toch, wanneer puntje bij paaltje komt, weer helemaal met onszelf bezig zijn en de ander achter de coulissen laten verdwijnen? Om het vooralsnog wat vriendelijk uit te drukken: ego-centrisme is ons niet vreemd. De ander, hoe nabij soms ook, doet niet altijd echt mee. Zelfs al raken we misschien lijfelijk aan elkaar, we kunnen toch mijlen ver van die ander vandaan zijn. God, op zulke momenten zijn we ook ver van het evangelie verwijderd. Zou dat misschien met elkaar verband houden? Het is iets waar we ons voor schamen. Als je dat toch zou vergelijken met Jezus! Het eigene van hém was juist dat hij zijn leven gaf voor zijn vrienden. Dat is nog wat anders. Huiverend denkend aan zijn geboorte kunnen wij nu niet veel anders dan als kleine mensen bidden: Zie vol ontferming op ons neer. Vergeef ons onze zonden groot. Wij zijn in eenzaamheid en nood?
23
Wat moeten we doen? Lied om vergeving en bemoediging Ons hart verheft zich Rb no. 108, blz. 115; GvL no. 514, blz. 565
Gebed God, omdat U er bent, kan het niet anders of, vroeg of laat, zullen de dingen duidelijk worden en zal er recht geschieden. Hoe we het ook wenden of keren, en met welke excuses we ook aankomen, in het uiteindelijke oordeel van U over ons gaat het er om of we medemens hebben durven zijn, mens-voor-een-mens ten einde toe… of laten we maar zeggen: of we dat minstens eerlijk geprobéérd hebben te zijn. Want zó was ook de weg van Jezus. En met Kerstmis gáát het over Jezus; nog wel om een viering van zijn geboorte! Maar God, dan ligt het toch zó voor de hand, dat we op de vraag ‘wat moeten we doen? het natuurlijk, te midden van onze besonges van alledag, ook voor de ander plezierig maken? Met wat anders in de hand dan goed-zijn-voor-elkaar kunnen we bij de stal van Bethlehem aankomen? We vragen U dit in naam van Hem naar wie we uitzien, Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Dienst van de lezingen Eerste lezing (Uit de bundel ‘Lang niet zover’) Elke morgen zetten we hem op het toilet. Hij kan niet spreken met woorden, niet lopen, niet zelfstandig eten of drinken. Hij is helemaal afhankelijk van anderen. Vanmorgen heeft hij vast en zeker het mooiste moment van de dag beleefd en wij ook. Toen we merkten dat hij in de betegelde muren rondom het toilet een gezicht zag dat tegen hem lachte en dat hijzelf was, hebben we hem een echte glanzende spiegel voorgehouden. Hij lachte nog intenser en langer. Misschien zag hij er een vriend in, misschien zichzelf. Hoe dan ook, hij werd er door geboeid en was er blij om. Dan, nadat hij had geplast, hebben we hem na verzorging met tweeën opgepakt en tussen ons heen en weer bewogen als in een schommel. Daar 24
3e zondag van de advent jaar C
houdt hij ontzettend van. Pas na deze activiteit hebben we hem terug in z’n rolstoel gezet. We deden in dit hele toiletbedrijf veel méér dan we moesten doen. We moesten hem eigenlijk alleen maar op het toilet zetten en terug in z’n rolstoel. Maar … wat zou hij veel hebben gemist, als wij alleen maar hadden gedaan wat we moesten doen. En wat zouden wij veel hebben gemist, had hij alleen maar geplast! Lied Bekleedt u met de nieuwe mens GvL no. 580 blz. 652; Tt no. 84 blz. 134
Tweede lezing Sefanja 3,14-18a
Lied Jerusalem, mijn vaderstad Rb no. 380, blz. 233; LvdK Gezang 265
Derde lezing Lucas 3, 10-18
Lied Kwam van Gods wegen Rb no. 410, blz. 266; GvL no. 487 blz. 528; LvdK Gezang 46
Verkondiging (voor aanzet daartoe zie pag. 28/29) Stilte We ronden nu dit gedeelte van onze viering af met het aansteken van de derde kaars op de adventskrans Intermezzo Muziek instrumentaal (orgel, of ander instrument, of muziek van cd ……) Kinderen komen terug uit de kinderwoorddienst Collecte
25
Wat moeten we doen?
Dienst van de gebeden Het opleggen van de wierook Voorbede God van Jezus naar wie wij uitzien, we willen aan U voorleggen wat ons persoonlijk en als gemeenschap bezighoudt … (gevraagde intenties) Die God zijt, toon ons weer uw liefde, kom naar ons toe, bevrijd ons melodie: Rorate Coeli desuper
God van Jezus naar wie wij uitzien, van de mensen die in het Evangelie vragen 'Wat moeten we doen?', worden geen namen genoemd. Dat lijkt wel opzet! Lucas zal gedacht hebben: daar vult de hoorder, de lezer, zijn of haar eigen naam maar in … Wij bidden U dat wij die vraag regelmatig over onze lippen durven laten komen. Die God zijt, toon ons weer uw liefde, kom naar ons toe, bevrijd ons God van Jezus naar wie wij uitzien, wij bidden voor al onze kerkgemeenschappen. Dat men daar, met heel veel gevoel voor de huidige moderne tijdgeest, woorden weet te vinden die het hart van de mens ontroeren kunnen en hem op weg kunnen zetten naar wat kerstmis in de wereld wil wakker roepen. Die God zijt, toon ons weer uw liefde, kom naar ons toe, bevrijd ons God van Jezus naar wie wij uitzien, we zien daar die wandelschoenen en die stok en die rugzak. Dat symbool maakt christen–zijn ineens zo concreet. Wij bidden U dat we dat accepteren. U zult begrijpen dat het voor ons onwennig is omdat we geloven-in-U zo graag reserveren voor onze innerlijke gevoelens en niet zozeer voor concreet dingen-doen, voor een manier van omgaan met anderen, voor een maatschappijkritische levensstijl. Die God zijt, toon ons weer uw liefde, kom naar ons toe, bevrijd ons God van Jezus naar wie wij uitzien, we bidden voor de koersbepalers in onze geloofsgemeenschappen: dat zij de mensen met raad en daad adviseren bij wat ze moeten doen als ze naar kerstmis toe willen. Die God zijt, toon ons weer uw liefde, kom naar ons toe, bevrijd ons
26
3e zondag van de advent jaar C
Slotgedachte Christen – zijn is een heel eigen manier van door het leven gaan; het klinkt misschien wat vreemd maar kijkend naar hem wiens geboorte we gaan vieren, heeft een christen geen enkele reden om te ontkomen aan de verantwoordelijkheid voor zijn broeder en zuster. En wat misschien ook vreemd klinkt: zó door het leven wandelen, als mede-mens, geeft je een geweldige vreugde: dat maakt je leven nog eens écht tot een feest!! Mededelingen Wegzending Laten we gaan onder zijn zegen om zelf een zegen te zijn voor anderen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Slotlied Pelgrimstocht der mensen Rb no. 387, blz. 239
27
Wat moeten we doen?
Aanzet voor de verkondiging Het was zondagmiddag, de handdoek waarmee de pastor de hoofdjes van de dopelingen had afgedroogd, was nat, de fototoestellen waren weer netjes opgeborgen en de vijf doopkaarsen van de kinderen die gedoopt waren, stonden nog te branden. De pastor had zich het schuim op de mond gepreekt. Blijkbaar was het goed overgekomen want één van de vaders kwam vragen ‘Wat moet ik nu doen?’. Zorg maar, zei de pastor, dat je kind materieel niets tekort komt, maar dat het ook geen overdaad krijgt. En wat moet ik doen? vroeg oma. Vertel maar de verhalen van vroeger, zei de pastor, hoe sommige dingen toen waren en hoe zorgelijk tegelijkertijd. En wij, wat moeten wij doen? vroegen peter en meter. Jullie moeten de ouders helpen het kindje de dingen van Jezus te leren, zei de pastor. Ongetwijfeld kwam u de vraag van deze mensen ook al tegen in de eerste lezing van daarnet. De beide verpleegkundigen realiseren zich daar eveneens die vraag wat ze in hun geval ten aanzien van die gehandicapte jongen moeten doen. Ook in het evangelie wordt die vraag gesteld. Aan Johannes de Doper die de mensen onderricht heeft gegeven en ze gedoopt heeft, wordt tot drie keer toe gevraagd: ‘Wat moeten we doen?’ De tollenaars vragen het, de mensen uit het leger en ook een stel andere mensen. En we hoorden zijn antwoorden. Die logen er niet om. Het viel op dat die zo concreet waren. Ja, voor Johannes was het een duidelijke zaak: het gaat erom dat je donders goed weet dat gedoopt zijn echt iets van je vraagt. Het moet konsekwenties hebben voor de praktijk van alledag. Als je je daar met anderen samen niet regelmatig op bezint en tot daden over gaat, ziet het er niet best uit bij de uiteindelijke beoordeling. Eigenlijk hebben we het niet zo begrepen op zo’n dreigende toon. We hebben in het nog niet zo verre verleden al genoeg donderpreken over ons heen gehad. Bovendien, waarom zouden we trouwens dreigen met het oordeel? Johannes doet dat wel, maar is dat wel terecht? God is toch een God van liefde en barmhartigheid, of niet soms? Mensen, laat ik u uit de droom helpen: dat uiteindelijke, ‘laatste’, oordeel hier heeft niets van doen met bangmakerij. Integendeel zou ik zeggen. Het beantwoordt aan een fundamenteel verlangen in u en mij dat Godzelf recht verschaft aan mensen, ook aan ons. Er moet gerechtigheid geschieden. En gerechtigheid is nogal eens zoek in onze wereld. Hoe dikwijls zien we niet dat tyrannen de dans ontspringen, de grote jongens achter de drugssmokkel ongrijpbaar zijn. Om maar te zwijgen van zoveel kwaad dat nooit aan het daglicht komt: geweld binnen gezinnen, incest, fraude, wat mensen elkaar en de samenleving aandoen enz. Wat goed daarom, dat er een God is die het laatste oordelende woord heeft en onmensen zodoende niet tot in lengte van dagen hun wrede voorsprong behouden en slachtoffers aan het kortste eind trekken. Die kloosterzuster die haar levenlang luiers verschoond heeft van gehandicapte kinderen en die nooit het NOS-journaal heeft gehaald, komt door dát 28
3e zondag van de advent jaar C
oordeel aan haar trekken. Zij heeft in de symbolische betekenis haar wandelschoenen, haar stok en haar rugzak gebruikt. Datzelfde wordt ook ons gevraagd. Deze woorden van Johannes willen woorden zijn van bemoediging en niet van bangmakerij. Zo ook in de lezing uit de profetie van Sefanja. Wees niet bang, staat er, als je je handen maar niet laat verslappen. Het zal een feest zijn. We zullen zingen en verheugd zijn met heel ons hart, uitgelaten van vreugde. ‘Wat moeten wíj doen?’, dat mag, ja dat moet ook onze vraag zijn. Je daar op bezinnen is van belang. En dan aan de slag ermee! Ieder dient op haar en zijn eigen manier het gedoopt-zijn waar te maken. Trekken we de wandelschoenen aan, hangen we de rugzak op de rug en nemen we de stok; we gaan op weg naar kerstmis, naar de geboorte van het kerstkind, naar de geboorte van de liefde in de wereld van vandaag.
29
4e zondag van de advent jaar C
Tegen alle verwachting in Opening Intrede Lied De nacht loopt ten einde Rb no. 104, blz. 111; GvL no. 427, blz. 434; Tt no. 133, blz. 202
Begroeting Mag God in deze tijd van verwachting ons nabij zijn. Amen.
Symbool: Feestelijke pakjes
Inleiding op de viering Vorige zondag, de derde van de Advent, stonden hier wandelschoenen, een stok en een rugzak. Het ging toen over: 'Wat moeten we doen?' Met andere woorden: is er nou wat te zeggen over de eigen manier waarop je als christen in deze tijd door het leven moet gaan. Momenteel zijn we in deze weken op weg naar kerstmis. Op dat stukje van de weg klinkt dikwijls het woord verwachting! Dat is een prachtig woord, vindt u niet? Naar ieder van ons is hopelijk vol verwachting uitgezien; kun je nagaan! Het mooie van verwachting is, dat het je op het moment zelf al heel veel doet. Datgene of diegene waar je naar uitziet, heeft je tijdens die verwachting al helemaal in de greep. Zo ook, nu we Jezus verwachten. Hoe meer je nu al met hem bezig bent, hoe meer hij nu al voor je begint te leven! We beleven nú al vreugde aan zijn geboorte, ook al zijn we er nog naar op weg. Dat is toch tegen alle verwachting in, of niet soms! Zo zie je, hoe meer werk je van advent maakt, hoe meer kerstmis al binnenkomt. En kerstmis, natuurlijk, dat heeft met de geboorte van Jezus te maken, maar het heeft niet minder ook met een opnieuw geboren worden van jezelf te maken. En die nieuwe geboorte van jezelf kan wel eens heel en heef fijn zijn; tegen alle verwachting in ja. Weet u, laten we dat maar boven onze viering schrijven, nu op deze vierde zondag van de Advent: Tegen alle verwachting in. Kinderen kunnen naar de kinderwoorddienst Orgel kort 30
4e zondag van de advent jaar C
Aankondiging van het symbool Cadeautjes krijgen is altijd fijn. En als ze dan ook nog mooi zijn ingepakt, oh ja, dan kunnen de verwachtingen heel hoog gespannen zijn. Trouwens, je geniet al van die pakketjes zélf ook al heb je ze nog niet eens opengemaakt. Je begint er al van te gloeien, enkel en alleen om het feit dat ze voor jou bedoeld zijn. Men heeft aan je gedacht en dat is toch geweldig! Wat wil je nog meer? We hebben daarom wat van die pakketjes hier weggelegd. Vind je ze niet mooi verpakt! Ze zijn voor dit uur als symbool bedoeld. Zoals je nu al geniet van die dingen door er alleen al naar te kijken, zo is het eigenlijk ook met ons uitkijken naar kerstmis. Dat uitkijken zélf, alleen al het verwáchten van het kerstkind, dat doet al ontzaglijk veel met je. Dat is het, wat dit symbool van die verzameling pakketjes ons –tussen aanhalingstekens – wil vertellen. Het is de moeite van het overdenken waard. Moment van stille overdenking Inkeer Inleiding Pakketjes wekken het verlangen. Ze brengen bij de mens verwachting op gang. En vergeet niet, iets kunnen verwachten, dat is misschien wel het allerbelangrijkste voor een mens om een beetje gelukkig te zijn. Je moet je eens voorstellen dat je nergens meer naar uit zou kunnen zien. Je zou toch als een vodje in mekaar zakken! Er is dan toch niks meer wat je overeind houdt. Zolang je nog kunt verlangen, reik je nog naar iets toe. Je staat als het ware op je tenen en je houdt je armen uitgestrekt naar wat komen gaat. Maar verlang je nergens meer naar, tja, dan zak je als een pudding in elkaar. Wat zou je nog naar morgen willen? Zo groeien wij mensen aan wat buiten ons is, aan wat nog vóór ons is. Zo groeien we ook als mensen aan elkaar. Vol verwachting openen we ons naar elkaar en zo beïnvloeden we elkaar. Dat is nu juist léven! Je ziet hoe belangrijk het verlangen, de verwachting, is. En zo is het ook als het om onze verhouding met God gaat. Zogauw een mens niet meer verlangt naar God, zogauw hij zijn handen niet meer naar God uitstrekt, dan wordt God voor zo iemand steeds minder levend. Ja, zeker ook onze verhouding met God wordt zo enorm sterk bepaald door de mate waarin wij ons voor God willen openstellen. Het is geen vraag of God zich voor óns openstelt. De bijbel doet alle moeite ons te zeggen hoezeer God naar ons uitziet. Maar dat verbond dat God zo graag met ons mensen aangaat, moet wel van twee kanten komen. Zullen we even stil zijn rond de vraag of wijzelf vol verwachting onze handen naar de komst van God uitstrekken … Een terechte vraag zo vlak vóór kerstmis, verwacht ik. Verstilling 31
Tegen alle verwachting in Meditatie Op onze beste momenten, God, gaan we voor U door de knieën. U bent toch de bodem waarop de staan. U bent toch de adem in onze longen, de spirit in ons bloed! Jawel, we verlangen naar U, we willen zo dicht mogelijk tegen U aan kruipen. En, God, op de momenten dat we zo intens naar U uitzien, is het net alsof we U dan ook al voelen. We hoeven eigenlijk enkel nog maar aan U te denken, of we weten onszelf al door U omgeven en door U gedragen. Terwijl we nog maar naar U verlangen, is het alsof U al binnenkomt. Dat hadden we niet durven hopen. Dat is tegen alle verwachting in. Al tijdens de verwachting, zo zullen we direct in uw evangelie beluisteren, dient het nieuwe leven zich al trappelend aan. Wat een geheim is dit! Te groot eigenlijk! Vol blijdschap, God, willen uiting geven aan onze verwachting, aan ons verlangen naar U. Lied van verwachting Vol van verwachting zijn wij gekomen GvL no. 643, blz. 754
Gebed Lieve Levensbron, Adem die ons in het leven roept, wij danken U omdat U zo op ons betrokken bent. Bedankt, God, voor het verbond dat U met ons wilt aangaan. Wij van onze kant zijn ook met U bezig. En dat samen -Uw uitzien naar ons en ons uitzien naar Ugeeft een goed gevoel, een heel goed gevoel. Tegen alle verwachting in zorgt dat al voor ontluiken van nieuw leven, nieuw leven dat groeien mag naar uw definitieve geboorte in ons bestaan. Amen.
Dienst van de lezingen Eerste lezing (Uit het boek ‘Ik neem een woord’) Vanavond word ik bij een heel goede vriend verwacht. We kennen elkaar 32
4e zondag van de advent jaar C
door en door en de één begrijpt de ander van binnenuit in één enkele oogopslag. Onze blikken en onze gebaren zeggen dikwijls oneindig veel méér dan onze woorden. Ik heb hem gebeld, hij weet dat ik kom. Zo kan hij mij verwachten. Niet om van alles klaar te maken, maar om nu al gelukkig te zijn. Ik voel dat hij zich voorbereidt. Samen – in afstand ver uit elkaar – groeien we naar de avond toe. In gedachten zie ik hem nu met een stille glans in de ogen. Als de zon daalt, zal ik bij hem zijn. Straks zal ik naar hem toe rijden. Niet overhaast, maar heel rustig, met een dankbare glimlach in mijn hart ... Het zal mooi worden vanavond als we samen zijn. Ik ben er nu al gelukkig om, vooral omdat ik weet dat hij het ook is, op dit moment. Lied Als tussen licht en donker GvL no. 578, blz. 648; Tt no. 129, blz. 198
Tweede lezing Micha 5, 1-4a Lied O Heiland open wijd de poort GvL no. 510, blz. 559
Derde lezing Lucas 1,39-45
Lied Ik heb mijn hart tot U geheven Rb no. 405, blz. 261; GvL no. 472, blz. 504
Verkondiging (voor aanzet daartoe zie pagina 36/37)
Stilte De vervulling van de adventstijd maken we nu zichtbaar door het aansteken van de vierde kaars op de adventskrans Intermezzo Muziek instrumentaal (orgel, of ander instrument, of muziek van cd ……) Kinderen komen terug van de kinderwoorddienst Collecte
33
Tegen alle verwachting in
Dienst van de gebeden Het opleggen van de wierook Voorbede God, wij willen bidden voor onze eigen intenties… V: Zo bidden wij: A: Reik ons het leven aan, Heer God, als wij met U verbonden zijn zal ons geen dood weerstaan God, wij bidden U dat we er plezier in blijven houden om elkaar op gepaste tijden cadeautjes te geven Zomaar, onverwacht, aan de ander laten voelen dat we blij met hem zijn. V: Zo bidden wij: A: Reik ons het leven aan, Heer God, als wij met U verbonden zijn zal ons geen dood weerstaan God, wij bidden voor mensen wier verwachtingen ruw de bodem zijn ingeslagen. Dat ze mensen ontmoeten die hen weer een beetje kunnen openmaken naar morgen toe. V: Zo bidden wij: A: Reik ons het leven aan, Heer God, als wij met U verbonden zijn zal ons geen dood weerstaan God, wij bidden U dat we zoveel als het mogelijk is, voeling houden met de wereld om ons heen. Dat we ermee bezig zijn, dat we eraan proberen te groeien en dan ook nog eens ’n keer ten goede! V: Zo bidden wij: A: Reik ons het leven aan, Heer God, als wij met U verbonden zijn zal ons geen dood weerstaan God, wij bidden voor alle voorgangers in onze kerkgemeenschappen, dat ze strakjes bij de kerstviering woorden kunnen vinden om het Onmogelijke te verwoorden: uw vlees en bloed willen worden in de wereld van vandaag.
34
4e zondag van de advent jaar C
Mogen ze nu al het vertrouwen hebben dat hen dat strakjes zal gaan lukken en dat het fijne vieringen zullen worden. V: Zo bidden wij: A: Reik ons het leven aan, Heer God, als wij met U verbonden zijn zal ons geen dood weerstaan God, mogen wij verhoring vinden. Amen. Slotgedachte Verwachten wil echt niet alleen zeggen dat het pas leuk gaat worden als de verwachting in vervulling is gegaan. Nee, het verwachten zélf doet al echt iets met ons! Het feit van in verwachting zijn, geeft zo al een stuk bevrediging. Vraag het maar aan een vrouw die in verwachting is, of vraag het aan een kind dat de kadootjes al ziet liggen maar ze nog niet mag uitpakken. Het is tegen alle verwachting in, maar dát alleen al is een feest! Advent is ook verwachten, uitzien naar Christus’ geboorte. En ook hier geldt: naarmate je die adventstijd intenser beleeft, hoe meer Christus nu al in ons geboren wordt. Vandaar: we hebben nog tijd, verwachtingstijd, en tegen alle verwachting in kan dat nog een hele goede tijd voor ons worden. Buit daarom deze dagen vóór het kerstfeest maar extra uit.
35
Tegen alle verwachting in Mededelingen Wegzending Gaan we vol verwachting heen in Gods lieve vrede. Slotlied Nu daagt het in het oosten Rb no. 107, blz. 114; GvL no. 505, blz. 552; LvdK Gezang 124
Aanzet voor de verkondiging ‘Het deed me zo goed’, zei de moeder, ‘dat ik als eerste van m’n dochter te horen kreeg dat ze in verwachting was.’ Er was vroeger nogal eens veel verdriet wanneer een ongetrouwd meisje zwanger was. ‘Je zult naar een kliniek moeten, ver van hier, om te bevallen. Jammer voor je, maar jij mag niet in verwachting zijn; en als het zover is, moet je het kindje afstaan.’ ‘’t Is weer zover’, zuchtte de buurvrouw toen ze voor de veertiende keer zwanger was en een kind verwachtte. Oh wat was ze in blijde verwachting! Stel je voor, steeds maar niet zwanger, jarenlang dokteren, van alles ondernomen wat de huidige medische wetenschap op dit terrein te bieden heeft; en dan nu, eindelijk, al vijf maanden in verwachting! Wat is dat mooi, dat we van een vrouw die zwanger is zeggen: ze is in verwachting! Ze verwacht oh zoveel; ze verwacht een kind, ze verwacht dat het goed zal gaan bij de bevalling, ze verwacht dat het gezond is, ze verwacht misschien een meisje of misschien wel een jongen, misschien verwacht ze er wel twee. Echt ja, zij en haar man en misschien nog anderen in de nabije omgeving, samen zijn ze in verwachting. De evangelielezing van vandaag is goedbeschouwd toch één superdans over het in verwachting zijn! Twee zwangere vrouwen staan daar op het toneel. De ene, Elisabet, had het niet meer verwacht. Ze was boven een bepaalde leeftijd en normaal gesproken word je dan niet meer zwanger; maar bij haar is dat nu toch het geval; ze had het echt niet meer verwacht. En de tweede vrouw, Maria, zij had het nog niet verwacht; eigenlijk is het nog te vroeg voor haar om in verwachting te zijn, maar ja, ze is het toch. En met z’n tweetjes geloven ze dat het een bijzonder kind is dat ze ter wereld gaan brengen. Voor Elisabeth wordt het Johannes de Doper en voor Maria wordt het Jezus. In ietwat romantischer tijden dan de onze, zijn beide borelingen wel uitgebeeld als ‘Jezus en Sint Janneke’. Het moet een pracht tijd zijn, de periode van verwachting; er wordt een hoop voorbereid, men raakt er niet over uitgepraat, het fijne ook van 36
4e zondag van de advent jaar C
samen met anderen te delen wat er aan verwachting bij jezelf leeft. Zo is het toch; als je die twee – Elisabeth en Maria – daar samen met elkaar in de tekst bezig ziet, dan is dat toch geweldig!!! Dat heeft toch al alles van een geboorte! Je voelt daar haast aan den lijve wat in de eerste lezing zo goed tot uiting kwam, namelijk dat alleen al het verwachten zélf je blij maakt, je doet genieten. Die twee - weet u nog, uit de eerste lezing - die elkaar die avond gaan ontmoeten, alle twee zijn op de dag zelf, terwijl ze nog ver van elkaar zijn, al zielsgelukkig door de verwachting van wat er die avond komen gaat. De komst van straks werpt al licht naar nu. Jazeker, in verwachting zijn maakt je al blij; je kunt vol hoop de toekomst in kijken. Wat denk je welk een vreugdevuur de profeet Micha in de harten van zijn toehoorders aansteekt als hij vertelt wat er in de toekomst gaat gebeuren..! Nog vóór 700 v. Christus, een periode waarin het in Israëls geschiedenis verre van florisant is, voorzegt hij maar liefst dat er een kind geboren gaat worden; en dat kind gaat op zo’n manier herder over zijn volk zal zijn, dat er zelfs iets van God in het land zal komen! Wat denk je wat dat voor zijn toehoorders betekend moet hebben? Lieve mensen, dat was gewoonweg tegen alle verwachting in! Mooiere teksten-van-verwachting zoals van Micha en van Lucas zijn zo vlak vóór kerstmis bijna niet denkbaar. En geloof het maar, zelfs in deze tijd zijn er vele mensen, van wie je het zo van de buitenkant af bezien niet zou verwachten, weldegelijk met dat komende kerstfeest bezig. En wat kan hen dat goeddoen, nu al! Vergeet niet dat er in mensen dikwijls zoveel méér schuil kan gaan dan we misschien op het eerste gezicht denken. Ook zij zullen bezig zijn om op symbolische wijze de kinderkamer in orde te krijgen, met alle kleertjes en zalfjes en toestandjes die daarvoor nodig zijn. Fijn ook dat we nog enkele dagen hebben om onszelf, ook vanbinnen, misschien nog met meer hart en ziel af te stemmen op wat komen gaat; het zal Jezus’ geboorte nu al dichterbij brengen! Want kijk ook maar naar ons symbool: van pakketjes alleen kun je al genieten. Wees ervan verzekerd: wat er met ons over enkele dagen gebeuren zal, zal geweldig zijn, máár wat er in deze laatste, intens beleefde, adventsdagen gebeuren kan… echt hoor, dat is tegen alle verwachting in.
37
Tegen alle verwachting in
38
Personalia Bas Rentmeester (1935 in Yerseke, Zeeland), priester van het bisdom Breda, studeerde theologie in Nijmegen en Amsterdam, werkte als pastor voor kerk en samenleving in het bisdom Breda, was werkzaam in enkele grote parochiegemeenschappen. Hij vond het belangrijk verantwoordelijkheid over te dragen aan niet-gewijde pastoraal werkenden, aan besturen en vrijwilligers in de parochie. Ook om deze laatste daartoe een goede opleiding te geven en hen te begeleiden. Hij ontdekte in zijn parochiepastoraat hoe voortreffelijk mensen zélf in Vieringen van Woord en Gebed kunnen voorgaan, niet alleen op de vooravond van de uitvaart, maar ook in de uitvaart zelf. Eén van zijn aandachtsvelden was ook steeds een goede catechese voor volwassenen. Zo heeft hij in zijn werk altijd ‘mens voor een mens’ willen zijn, wat ook het thema was van zijn priesterwijding. Bas Rentmeester publiceerde het boek ‘Meer dan brood en wijn’ (2001), een nieuwe eye-opener ten aanzien van de eucharistie. Het boek wordt ook in cursusverband gebruikt. Samen met Huub Schumacher publiceerde hij ‘Alle bijbelboeken dichterbij’(1981), een beknopte verhandelingen over elk bijbelboek; ook ‘Als in een spiegel, aandachtige notities bij vijfentwintig teksten uit de Schrift’(1992), en ‘Algemene Geloofsbezinning’, een vijf stappen tellende laagdrempelige voorbereiding voor mensen die zich willen voorbereiden op sacramenten (2000, 6-e druk). Huub Schumacher (1945 in Raamsdonk), priester van het bisdom Breda, studeerde godsdienstwetenschappen in Nijmegen. Was samen met Bas Rentmeester actief in het pastoraat van verschillende grote parochiegemeenschappen; legde zich extra toe op catechetische samenkomsten rond geloofsverdieping en geloofsvernieuwing. Is vanaf 1990 tot 2000 actief geweest op bisdomniveau voor de ontwikkeling van parochiecatechese en scholing van vrijwilligers tot medewerkenden in het pastoraat. Is sinds 2000 in het Brabantse jaarlijks met vier- à vijfhonderd cursisten bezig met antwoorden zoeken op fundamentele vragen rond geloven. Naast de boeken ‘Alle bijbelboeken dichterbij’, ‘Als in een spiegel’ en ‘Algemene Geloofsbezinning’ die hij samen met Bas Rentmeester schreef, publiceerde hij een studie over Jack Kerouac ‘Jij bent een engel’( 1972), vervolgens: Van hier uit, geloven met beide voeten op de grond’(1999), ‘Het menselijk gezicht van de bijbel’ (2000), ‘Heeft u even?’(1997), ‘Heeft U nog even?(1997), ‘Op aarde zoals in de hemel, naar een nieuw verstaan van het Onze Vader’(1992), ‘Braakliggend terrein’ (2005)(no 2 serie Gat in de muur), en ‘Wat je nodig hebt’ (2006). Eric Wijnands is beeldend kunstenaar.
39
en verder.... Hopelijk is deze brochure u goed bevallen want in juni 2007 verschijnt:
MODELLEN VOOR THEMATISCHE VIERINGEN VAN WOORD EN GEBED Voor het A – jaar In de daarop volgende jaren zullen ook de boeken voor het B- en C-jaar verschijnen. De uitwerking van de vieringen zal in principe gelijk zijn aan die uit deze brochure. De boeken zullen per jaar ca. 55 modellen voor woord- en gebedsvieringen op zon- en feestdagen bevatten. Aantal pagina’s ca. 350 Prijs inclusief CD-Rom met de illustraties en een selectie uit de teksten, waardoor dit materiaal eenvoudig in uw eigen liturgieboekjes kan worden opgenomen. Ca. € 35,-Heeft u naar aanleiding van het gebruik van deze brochure vragen en of opmerkingen dan vernemen wij dit graag.
Bas Rentmeester en Huub Schumacher (schrijvers) Kees Uitewaal (uitgever)
Indien u nu reeds intekent op deze reeks ontvangt u (tot het verschijnen van het eerste boek in juni 2007) € 5,-- intekenvoordeel per deel!
Stichting Docete Postbus 8471 3503 RL UTRECHT Tel. 030 2936807 Email:
[email protected]
40