mis maa see on Siiri sisask
Estland Oppervlakte: 43000 km2 Aantal inwoners: 1.300.000 Hoofdstad: Talinn: 380.000 inwoners Andere steden: Tartu, 100.000 inwoners Pärnu, 50.000 inwoners Munteenheid De Euro
Kaart Estland
Hoogveen moeras in het nationale park Lahemaa
KUMU, Het Kunst Museum in Talinn
Het Peipsi meer
Albert stichtte rond 1200 een kleine nederzetting- Riga- aan de monding van de Dvina (Daugava.) In 1202 stichtte hij de “Orde van de Zwaardbroeders” een geestelijke ridderorde. Albert werd al spoedig tot bisschop benoemd en mocht in 1215 een domkerk laten bouwen. De “Zwaardbroeders” kregen de taak de stammen rond Riga te bekeren. Bekeren betekende ook onderwerpen. Om hun gezag te handhaven bouwden ze her en der burchten.
“Ridders van het Duitse ziekenhuis van Maria in Jeruzalem”, luidde de officiële naam van deze Duitse geestelijke ridder orde,die wij kennen als de Teutoonse of Duitse orde. Tijdens de derde kruistocht, bij de belegering van Acre ( 1192) hadden Duitse kruisvaarders een soort veldhospitaal ingericht. Dit wekte grote bewondering en hieruit ontstond een geestelijke ridderorde, ingezegend door de paus. Deze stuurde de orde naar het Oostzee gebied om de heidenen daar te bekeren. Na de Pruisen volgden de bewoners van de Baltische gebieden. Zetel van de“Ordenmeister” werd Mariënburg (Malbork).Vandaar uit ondernamen de ridders tochten naar Lijfland en Koerland , bouwden daar burchten en bekeerden de bevolking.
Opmars loopt vast. De veroveringen en bekeringen van beide orden stuitte op grenzen.De Zwaardbroeders leden een fatale nederlaag tegen een stam in Litouwen bij Siauliai (1236) en de Teutoonse orde werd verslagen door Alexander Nevski in de beroemde “slag op het ijs” op het Peipsi meer (1242) Na 1236 werden de Zwaardbroeders onderdeel van de Duitse orde onder de naam Lijflandse orde.
In 1260 is Estland onderworpen door de Lijflandse orde, een onderdeel van de Teutoonse orde . In 12441246 kwamen de Estse stammen nog een keer in opstand.(St George dag)Tevergeefs. In 1561 komt Estland in Zweedse handen evenals Koerland en Lijfland. De orde had al snel ruzie met de stad Riga en de bisschop.
Jan Matejko; De slag bij Tannenberg 1410 ( schilderij dateert van 1878) De overwinning is daar. Ulrich von Jungingen, grootmeester van de Teutoonse orde, sneuvelt. (witte jas met zwart kruis) Vytautas, de Groot Hertog van Litouwen heft juichend de banier.
Van de Teutoonse orde rest alleen folklore. Hier de “Mariënburg Ritter”die bij gelegenheid de slag bij Tannenberg nog eens overdoen. Mariënburg (Malbork)was de zetel van de Orde. De grootmeester controleerde vaak ook het Hanzeverbond
Hat Hanze verbond
Riga werd al snel een belangrijke haven voor doorvoer van produkten uit Rusland en exporthaven voor graan. Vrijwel meteen werd de stad lid van het Hanze verbond. Ook Nederlandse kooplieden dreven handel met Riga. Hier Nederlandse schepen voor de kade. Er worden tonnen met haring gelost. Het schilderij dateert van rond 1650
Harold Eelma: Oud Talinn
Verrassend snel , nog maar vijf jaar nadat Luther in 1517 zijn 95 stellingen op de deur van de slotkapel te Wittenberg had gespijkerd, ging de Teutoonse orde, ooit de stoottroepen van de paus, over tot het Luthers geloof.Dat er ook kerkelijke goederen te verdelen waren, zal daartoe ongetwijfeld hebben bijgedragen. Voor de taalontwikkeling in Estland/Lijfland heeft de hervorming veel bijgedragen. Al spoedig verscheen er een bijbel vertaling evenals een cathechismus en psalmen in de landstaal. Hiernaast Melanchton, opsteller van de geloofsbelijdenis
Rijksdag te Augsburg 1530. Melanchton leest de geloofsbelijdenis voor ( Augsburgse Confessie) Karel V , keizer van Duitsland luistert.
Universiteit van Tartu, gesticht door Gustaaf Adolf II, koning van Zweden in 1632. Opleiding voor Lutherse predikanten.
Standbeeld van Gustaaf Adolf II, bij de universiteit van Tartu
Karel XI, koning van Zweden 1660- 1697.
Portret van de Zweedse koning Karel XII in 1697. Hij is hier 17 jaar
Johann Reinhold von Patkul, een ambitieus lid van de “Ritterschaft” verzet zich hevig tegen de plannen van de Zweedse koning de lijfeigenschap af te schaffen. Hij wint de tsaar en de Poolse koning voor zijn plannen. Het begin van de Noordse oorlog 1701- 1721
De slag bij Poltava in 1709. Karel XII laat zich verleiden Rusland binnen te trekken. Bij Poltava wordt zijn leger vernietigd. Hij vlucht naar Turkije. De Turken sluiten hem op , maar hij weet te ontsnappen.
Belegering van het kasteel Cesis in noord Letland door de Russen in de Noordse oorlog 1700-1721
Zoals het kasteel er nu uitziet, een geconserveerde ruïne
De wisseling van de macht in Estland en Lijfland na de Noordse oorlog . Vrede van Nystad 1721
De zwaar toegetakelde Baltische gebieden hadden lange tijd nodig om weer te herstellen. Tsaar Peter de Grote bemoeide zich weinig met de nieuw verworven gebieden . Voor hem telde de beveiliging van zijn pas gebouwde stad St. Petersburg , belasting opbrengsten , en het bezit van twee belangrijke havensteden Talinn en Riga, die de Russische handel met het westen vergemakkelijkte. Van Russificatie van deze gebieden was bij hem geen sprake . Het binnenlands bestuur liet hij over aan de Duitse “Ritterschaft” Graag maakte hij gebruik van de bestuurlijke kwaliteiten van de Baltische adel. De culturele invloed vanuit het westen bleef in de 18e eeuw doorgaan.
August Wilhelm Hupel (1757-1819) was predikant in Poltsamaa en een echte “Aufklärungs” man.Hij publiceerde in 1780 een Estische grammatica en woordenboek Portret door tijdgenoot
Borstbeeld in Poltsamaa
August Wilhelm was een groot man binnen wat heette de “Gelehrten Republik”. Taal, geschiedenis, volkenkunde, gezondheidszorg, folklore, economie, hij wist overal van, en over deze onderwerpen schreef hij. Vandaar zijn bijnaam “Livländische Orakel “. Estland en Letland zette hij op de kaart door er over te schrijven voor een breed Duits publiek. Zijn Estische grammatica en het Estische woordenboek werden tot ver in de 19e eeuw gebruikt. Als echte Verlichtingsman bracht hij de denkbeelden uit het westen over religieuze tolerantie en geloof in de vooruitgang naar Estland en Lijfland . Zo verbond hij de opkomende cultuur in deze landen met westers gedachtengoed.
Johan Gotfried Herder was dominee in Riga en tijd genoot van Hupel. Ze kenden elkaar. Herder had grote belangstelling voor het volk en de volkscultuur. Volkstaal, volksliederen en gedichten, gebruiken en gewoonten maakten een groep mensen tot een samenhangend geheel met een eigen volksaard. Het volk herbergde een schat aan bovengenoemde zaken. Herder schreef zijn collega’s zoveel mogelijk volksliederen en gedichten op te sporen en hem toe te sturen. Hij bundelde deze later in “Stimmen der Völker und Lieder”
Litouwen Oppervlakte: 65.3000 km2 Aantal inwoners: 3.500.000 Steden: Vilnius: 565.000 inwoners Kaunas; 400.000.inwoners Klaipeda: 205.000 inwoners Siauliai : 129.000 inwoners
Munt: Religie
Litas Katholiek
De paus zette alles op alles om Litouwen te kerstenen. Voorkomen moest worden dat het op dat moment grootste land van Europa onder gezag kwam van de Russisch orthodoxe kerk. Koning Mindaugas(11901263) liet zich door de paus overhalen christen te worden. Dit stuitte op verzet van edelen en volk en werd daarom in 1263 vermoord.
Groothertog Gediminas (1275-1346) Onder zijn regering reikte Litouwen tot aan de Zwarte Zee. De paus leek succes te hebben, want in 1330 stond hij op het punt christen te worden, maar ziet er op het laatste moment vanaf. Hij stierf als heiden. Hij geldt als de stichter van Vilnius
Kathedraalplein met klokkentoren en standbeeld Gaediminas (1996)
Trakai, het oude bestuurscentrum van Litouwen,gebouwd rond 1300. Gerestaureerd in de Soviet periode.
Vytautas Magnus (13501430)Veruit de beroemdste groothertog in de geschiedenis van Litouwen. Hij trok handwerkslieden, waaronder veel joden, aan vanuit heel Europa om de welvaart van het land te vergroten. Hij zegevierde in de slag bij Tannenberg over de Teurtoonse Orde in 1410.
Vytautas Magnus, de groothertog van Litouwen en zijn neef de koning Jagiello van Polen vormen samen een machtig koppel. Litouwen en Polen vormden sinds 1386 een unie, die onder meer bedoeld was de Duitse ridders van de Teutoonse orde op afstand te houden. Deze geestelijke ridderorde deed al jaren pogingen Litouwen te veroveren. In 1410 komt het tot een beslissende slag, de slag bij Tanneberg. De Teutoonse orde leed een nederlaag en is er nooit meer bovenop gekomen. Na 1520 bekeerden de leden van de orde zich tot het Luthers geloof en werd een groot aantal van hen grootgrondbezitter. Voor de Polen werd deze slag in de 19e eeuw gepromoveerd tot een historisch hoogtepunt, want de Duitsers werden immers verslagen. Hindenburg heeft in 1915 in zijn ogen revanche genomen door de Russen daar te verslaan.
Litouwse staat 1200-1500
Nicolaas I ( 1825-1854) Het Pools-Litouwse rijk was in de 18de eeuw ten onder gegaan. Maar Napoleon had de Polen nieuwe hoop gegeven. Die hoop vervloog tijdens het congres van Wenen (1815). Tsaar Nicolaas I werd koning van van een deel van Polen dat tot voorbij Warschau reikte. Litouwen maakte deel uit van dit koninkrijk. In 1831 brak een opstand uit tegen de Russen. Toen deze was neergeslagen hief Nicholaas het koninkrijk op en werd het bij Rusland ingelijfd. De universiteiten van Warschauw enVilnius werden gesloten. Pools en Litouws werd verboden. Polen werd een broeinest van nationalisme.
Postzegel ter herdenking van de Poolse opstand van 1830 tegen de Russische overheersing. Litouwen vormde een deel van Polen
In 1863 komen de Polen opnieuw in opstand omdat voor Poolse jongens de dienstplicht werd ingevoerd . De opstand werd hardhandig neergeslagen. Hevige repressie volgde
Jan Matejko: Slag bij Tannenberg 1410 Schilderij 1878
Kruisenheuvel Siauliai. Tijdens de opstand in 1831 was hier een verdedigingswal. Na de nederlaag verschenen de eerste kruisen als monument. Tijdens de Sovjet bezetting nam het aantal razendsnel toe. Het weg buldozeren hielp niet.
Alexander II (1855-1881) werd vooral bekend als “de bevrijder”, omdat hij de lijfeigenschap afschafte.(1861) Andere hervormingen waren: het verbeteren van onderwijs, van de rechtspraak, het inkorten van de dienstplicht en het versoepelen van de censuur. Voor Estland en Letland was dat gunstig. Het culturele “ontwaken” dat eind 18de eeuw was begonnen, kon zich verder ontwikkelen. Kranten in eigen taal, boeken, gedichten en liederen festivals, het kon allemaal zolang er maar geen politieke bijbedoelingen waren. Voor Litouwen was Alexander een stuk minder liberaal. Het Litouws was absoluut verboden, zowel in woord als geschrift. Polen en Litouwers waren bij duizenden naar Siberië verbannen “omdat ze in het geheim revolutionaire plannen smeedden.”
Alexander III (1854-1894)Na de moord op zijn vader Alexander II oordeelde de nieuwe tsaar dat liberalisme en democratie niets was voor de Russen. Die konden alleen maar worden geregeerd met de knoet. Derhalve draaide hij allerlei liberale maatregelen van zijn vader terug. De censuur werd strenger. De geheime politie uitgebreid en voor de niet Russisch sprekende gebieden binnen het rijk werd russificatie het instrument om het nationalisme te onderdrukken. Zo ook in Estland en Letland waar Russisch de onderwijs- en bestuurstaal werd. Op den duur zou de hele bevolking moeten overgaan naar de Russisch orthodoxe kerk. Studenten mochten gedichten van hun eigen dichters alleen nog in een Russische vertaling lezen.
Nicolaas II (1868-1918) Wat Alexander III veel beter begreep dan zijn opvolger Nicolaas II was dat het toch al wankele staatsbestel in Rusland geen oorlog kon verdragen. De altijd weifelende tsaar Nicolaas raakte echter verzeild in een oorlog met Japan(1904-1905). Die ging verloren. Een vreedzame demonstratie van arbeiders in januari 1905 leidde tot een bloedbad. Stakingen volgden in alle delen van het rijk. Ook in Talinn, Riga en Vilnius werd gedemonstreerd met doden als gevolg. Uiteindelijk stemde de tsaar in met de vorming van een parlement, de doema. Er kwam kiesrecht en er gingen afgevaardigden uit Estland, Letland en Litouwen naar de zittingen. Allerlei Russische maatregelen werden teruggedraaid en het politieke bewustzijn groeide in de Baltische staten