Contract-cateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1996/2001 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8639 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-11-1996, nr. 221 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad voor de Contract-catering namens de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties als partij te ener zijde mede namens de Horecabond FNV, Industrie- en Voedingsbond CNV en de Unie, als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegde Uittreding Contract-cateringbranche, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant; dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht; dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 6C0200
CAO863996
1
Besluit: I. Trekt in zijn besluit van 2 september 1996 (Stcrt. 1996, nr. 170), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van artikel 4 van de CAO en artikel 3 en 4 van het reglement van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Contract-cateringbranche behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Contract-cateringbranche, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald; II. Verklaart algemeen verbindend – tot en met 31 mei 1997 artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Contractcateringbranche en – tot en met 31 mei 2001 de artikelen 3 en 4 van het reglement van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegde Uittreding Contract-cateringbranche zoals dit door partijen is gewijzigd, en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald: Artikel 4 van de CAO wordt gelezen als volgt: ,,Artikel 4 Aanspraak op uitkering 1 A. Aanspraak op uitkering krachtens deze regeling kan de werknemer maken: – die 40 of meer jaren in dienstbetrekking als werknemer bij e´e´n of meer werkgevers in de contract-cateringbranche is geweest, – die na 29 februari 1992 de 58-jarige leeftijd heeft bereikt, onder de voorwaarde, dat hij gedurende de laatste 10 jaar onafgebroken bij e´e´n of meer werkgevers in de contractcateringbranche als werknemer werkzaam is geweest behoudens: a. een onderbreking wegens arbeidsongeschiktheid, b. andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer, een en ander ter beoordeling van het bestuur van de SUCON. 1 B. ,,Jaren, gedurende welke de werknemer bij een werkgever die van de Vakraad voor de Contract-Cateringbranche volledige ontheffing heeft verkregen om deze CAO toe te passen, in dienstbetrekking werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van het dienstjarencriterium van 40 of 10 jaar. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ont-
2
Contract-cateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1996/2001 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen heffing en wel voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing’’. 2. De werknemer die in het verleden werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens de SUCON. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande, dat hij in plaats van 10 jaar tenminste de laatste 3 jaar ononderbroken werkzaam bij een of meer werkgevers in de contract-cateringbranche werkzaam is geweest. De overige 7 jaar dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf. 3. Onder de navolgende voorwaarden bestaat voor alle werknemers de mogelijkheid om gebruik te maken van de deeltijd-VUT regeling. – Op basis van deze overeenkomst is het voor iedere werknemer van 56 jaar en ouder danwel met een 40-jarig dienstverband, mogelijk om – na instemming van de werkgever – gedurende een gedeelte van de overeengekomen arbeidstijd, met een minimum van 50% daarvan, contract-cateringactiviteiten te verrichten. – De overige uittredingsvoorwaarden zijn gelijk aan die bij volledig vervroegde uittreding. 4. Geen aanspraak op een uitkering krachtens de regeling kan doen gelden c.q. verliest zijn aanspraak: a. hij, die in aanmerking komt voor een uitkering krachtens de Ziektewet wegens volledige arbeidsongeschiktheid danwel bij volledige arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor loondoorbetaling op grond van artikel 1638c BW, alsmede hij die in aanmerking komt voor een volledige uitkering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering/Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Werkloosheidswet of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), danwel voor een combinatie van genoemde uitkeringen, e´e´n en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW), of een vergelijkbare uitkering op grond van een vrijwillige verzekering, b. hij, die onder een afvloeiingsregeling of een non-activiteitenregeling valt,
3
c. hij, die niet voldoet aan de in het Reglement van de SUCON opgenomen voorwaarden. 5. Voor hem die wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor een uitkering als bedoeld in lid 4 sub a, danwel recht heeft op een gedeeltelijke loondoorbetaling van het loon op grond van artikel 1638c BW, bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de voltijd-VUT-regeling, alsmede van de deeltijd VUT-regeling. In het geval er van de deeltijd VUT-regeling gebruik wordt gemaakt, wordt de resterende beschikbare werktijd beschouwd als de overeengekomen arbeidstijd. De werknemer dient minimaal 50% van laatstbedoelde tijd contract-cateringactiviteiten te verrichten. In het geval de gedeeltelijke uitkering of loondoorbetaling als hiervoor bedoeld geheel of ten dele wordt bee¨indigd, wordt de daaruit voortvloeiende vrijgekomen beschikbare werktijd, eveneens beschouwd als een stuk overeengekomen arbeidstijd ten aanzien waarvan minimaal 50% contract-cateringactiviteiten door de werknemer moet worden verricht.’’
4
Contract-cateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1996/2001 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen BIJLAGE II REGLEMENT STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE (SUCON) Artikel 3 van het reglement van de Stichting Vervroegde Uittreding voor de Contract-Cateringbranche wordt gelezen als volgt: ,,Artikel 3 Aanspraak op uitkering 1 a. Aanspraak op een uitkering krachtens deze regeling kan de werknemer maken: – die 40 of meer jaren in dienstbetrekking als werknemer bij een of meer werkgevers in de Contract-Cateringbranche werkzaam is geweest, – die na 29 februari 1992 de 58-jarige leeftijd heeft bereikt, onder de voorwaarde, dat hij gedurende de laatste 10 jaar ononderbroken bij een of meer werkgevers in de ContractCateringbranche als werknemer werkzaam is geweest behoudens: a. een onderbreking wegens arbeidsongeschiktheid, b. andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer, een en ander ter beoordeling van het bestuur van SUCON. 1 b. Jaren, gedurende welke de werknemer bij een werkgever die van de Vakraad voor de Contract-Cateringbranche volledige ontheffing heeft gekregen om deze CAO toe te passen, in dienstbetrekking werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van het dienstjarencriterium van 40 of 10 jaar. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover een werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing. 2. De werknemer die in het verleden werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer onder de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens de SUCON. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande, dat hij in plaats van 10 jaar tenminste de laatste 3 jaar ononderbroken bij een of meer werkge5
vers in de Contract-Cateringbranche werkzaam is geweest. De overige 7 jaar dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf. 3. Onder de navolgende voorwaarden bestaat – met ingang van 1 maart 1994 – voor alle werknemers de mogelijkheid om gebruik te maken van de deeltijd-VUT-regeling. – Op basis van deze overeenkomst is het voor iedere werknemer van 56 jaar en ouder danwel met een 40-jarig dienstverband mogelijk om – na instemming van de werkgever – gedurende een gedeelte van de overeengekomen arbeidstijd met een minimum van 50% daarvan, contract-cateringactiviteiten te verrichten. – De overige uittredingsvoorwaarden zijn gelijk aan die bij volledig vervroegde uittreding. 4. Geen aanspraak op een uitkering krachtens de regeling kan doen gelden c.q. verliest zijn aanspraak: a. hij, die in aanmerking komt voor een uitkering krachtens de Ziektewet wegens volledige arbeidsongeschiktheid danwel bij volledige arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor loondoorbetaling op grond van artikel 1638c BW, alsmede hij die in aanmerking komt voor een volledige uitkering, krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering/Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Werkloosheidswet of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), danwel voor een combinatie van genoemde uitkeringen, e´e´n en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW), of een vergelijkbare uitkering op grond van een vrijwillige verzekering, b. hij, die onder een afvloeiingsregeling of een non-activiteitenregeling valt, c. hij, die niet voldoet aan de in het Reglement van de SUCON opgenomen voorwaarden. 5. Voor hem die wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor een uitkering als bedoeld in lid 4 sub a, danwel recht heeft op gedeeltelijke loondoorbetaling van het loon op grond van artikel 1638c BW, bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de voltijd-VUT-regeling alsmede van de deeltijd-VUT-regeling. In het geval er van de deeltijd-VUT-regeling gebruik wordt gemaakt, wordt de resterende beschikbare werktijd beschouwd als de overeengekomen arbeidstijd. De werknemer dient minimaal 50% van laatstbedoelde tijd contract-cateringactiviteiten te verrichten. In het geval de gedeeltelijke uitkering of loondoorbetaling als hiervoor bedoeld geheel of ten dele wordt bee¨indigd, wordt de daaruit voortvloeiende vrijgekomen beschikbare werktijd, eveneens be6
Contract-cateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1996/2001 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen schouwd als een stuk overeengekomen arbeidstijd ten aanzien waarvan minimaal 50% contract-cateringactiviteiten door de werknemer moet worden verricht. 6. Het volledig ingevulde aanvraagformulier of wijzigingsformulier met eventuele bijlagen dient tenminste 2 maanden voor de gevraagde uittredingsdatum in het bezit van SUCON te zijn. 7. Het verzoek tot gehele of gedeeltelijke vervroegde uittreding dient 3 maanden voor de gevraagde uittredingsdatum aan de werkgever te worden gedaan.’’ Artikel 4 van het reglement van de Stichting Vervroegde Uittreding voor de Contract-cateringbranche wordt gelezen als volgt: ,,Artikel 4 Uitkeringsgrondslag en uitkeringen 1. Als grondslag van de uitkering geldt het loon, dat betrokkene in de 52 weken onmiddellijk voorafgaande aan de ingangsdatum van de VUT-uitkering heeft verdiend. Onder loon wordt in dit verband verstaan het loon als bedoeld in artikel 1 van de Algemene Dagloonregelen Ziektewet. Een werknemer die op dagen – uitsluitend als gevolg van arbeidsongeschiktheid op grond van de Ziektewet, het BW en/of de AAW/ WAO – niet tegen zijn normale loon werkzaam was, wordt geacht op die dagen toch zijn normale loon te hebben genoten. 2. De grondslag voor de uitkering bedraagt ten hoogste het maximum dagloon ingevolge de Ziektewet. 3. De netto-uitkering bedraagt tenminste het voor de deelnemer geldende netto wettelijk minimumloon. Het minimum van de netto VUT-uitkering kan met ingang van 1 juli 1993 niet onder het niveau van het netto wettelijk minimumloon van 1 januari 1993 plus 15% komen. De VUT-uitkering kan nimmer hoger zijn dan het netto-loon dat de werknemer ontving direct voorafgaande aan het moment waarop hij de VUT-uitkering ging genieten. Bij deeltijd-VUT geldt een en ander naar evenredigheid. 4. De deelnemer ontvangt een vakantietoeslag van 8% van de uitkering.
7
5. Indien uit de aanvrage een bovenmatige salarisverhoging blijkt danwel een (exorbitante) urenuitbreiding kan het bestuur met betrekking tot het vaststellen van de uitkeringsgrondslag uitgaan van het vaste bruto-salaris van 36 maanden voor de indiening van de aanvrage. Laatstgenoemd salaris wordt verhoogd met de algemene loonsverhogingen opgenomen in de CAO voor de contract-cateringbranche. Het bestuur beslist per uitkeringsgerechtigde naar redelijkheid en billijkheid.’’
8
Contract-cateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding 1996/2001 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant. V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant. ’s-Gravenhage, 12 november 1996 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens de Minister: De Directeur van het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie, A. van Dijk.
9