Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8647 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 22-11-1996, nr. 227 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDKRACHTEN De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het verzoek van de Algemene Bond Uitzendondernemingen als partij te ener zijde mede namens de FNV Dienstenbond, de Dienstenbond CNV en de Unie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant; dat naar aanleiding van dit verzoek een bezwaarschrift is ingebracht door de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU); Het bezwaar richt zich tegen het volgende. De NBBU heeft voor de bij haar aangesloten vergunninghouders een eigen cao afgesloten met het Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties (OVB) en staat terzake een eigen beleid voor dat in het bijzonder gericht is op het midden- en kleinbedrijf in de branche. De NBBU maakt bezwaar tegen algemeen verbindendverklaring (avv) van de cao voor Uitzendkrachten van de Algemene Bond van Uitzendondernemingen (ABU) en verzoekt – indien tot avv wordt overgegaan – dispensatie te verlenen voor alle bij de NBBU aangesloten Uitzendondernemingen en voor de uitzendondernemingen die zich gedurende de
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 6C0016
CAO864796
1
looptijd van de NBBU-cao (1995/1996) bij de NBBU als lid zullen aanmelden. In de Stichting van de Arbeid is naar aanleiding van de adviesaanvrage over de kabinetsnota Flexibiliteit en Zekerheid een akkoord bereikt over de toekomstige regelgeving inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. Door alle partijen in de uitzendbranche is op 2 april 1996 een bindend convenant afgesloten, waarin afspraken zijn gemaakt omtrent het pakket van regelingen dat deel dient uit te maken van te sluiten cao’s. Momenteel zijn alle partijen, waaronder bezwaarde, betrokken bij de totstandkoming van een nieuwe cao voor Intermediaire Dienstverlening. Gegeven het vorenstaande hebben partijen bij de cao vervolgens in hun commentaar op het bezwaarschrift van de NBBU ondergetekende verzocht de leden van de NBBU op pragmatische gronden van het besluit te dispenseren. Tegen de achtergrond van het bovenstaande ligt het in de rede om conform het verzoek van cao-partijen de leden/vergunninghouders van de NBBU, die, op de datum waarop het voorliggende avv-besluit is genomen, reeds lid zijn van de NBBU, van dit besluit te dispenseren. dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Gezien het advies van de Stichting van de Arbeid; Besluit: I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1996 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV, V, VI en VII is bepaald: Artikel 1 Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. ,,uitzendkracht’’: iedere natuurlijke persoon, die ingeschreven staat bij een uitzendbureau en met dat bureau een arbeidsverhouding aan-
2
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen gaat tot het verrichten van werkzaamheden (arbeid) ten behoeve van derden; b. ,,opdrachtgevers’’: de derden, genoemd onder a, die met het uitzendbureau aangaan of hebben aangegaan een overeenkomst tot het aan hen bezorgen van uitzendkrachten voor het ten behoeve van hen verrichten van werkzaamheden; c. ,,uitzendbureaus’’: de natuurlijke of rechtspersonen, die op basis van gesloten overeenkomsten uitzendkrachten bezorgen (uitzenden) aan opdrachtgevers, onder wier aanwijzingen en toezicht de uitzendkrachten werkzaamheden zullen verrichten. Artikel 2 Voorwaarden van uitzending 1. Alvorens met een uitzendkracht een arbeidsverhouding aan te gaan, overhandigt het uitzendbureau aan hem/haar de voorwaarden van uitzending. 2. De voorwaarden van uitzending omvatten een algemene omschrijving van de rechten en verplichtingen van het uitzendbureau en de uitzendkracht; zij zijn als Bijlage I aan deze overeenkomst gehecht en vormen hiervan een integrerend onderdeel. Zij worden door de uitzendkracht voor gezien en akkoord ondertekend. 3. De voorwaarden van uitzending verplichten het uitzendbureau niet de uitzendkracht naar een opdrachtgever uit te zenden, noch omvatten zij enig gebod voor een uitzendkracht om voor een opdrachtgever te gaan werken. Artikel 3 Gelijkberechtiging 1. Uitzendbureaus wijzen, uitgaande van het grondwettelijk beginsel dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, af. 2. Bij de werving en selectie van, alsmede bij het aangaan van de arbeidsverhouding met de uitzendkracht, laten uitzendbureaus zich enerzijds alleen leiden door redelijkerwijze te stellen functionele
3
eisen, anderzijds houden zij rekening met de belangen van de betrokken arbeidskrachten. 3. Het is, met inachtneming van hetgeen in of bij de Wet Persoonsregistratie is bepaald, het uitzendbureau toegestaan om bij inschrijving van de uitzendkracht de in het eerste lid van dit artikel genoemde gegevens te registreren indien wettelijke regelingen dit verplichten of toelaten. 4. Het in het eerste lid van dit artikel neergelegde beginsel is voor uitzendbureaus nader uitgewerkt in de Gedragsregels ter voorkoming van discriminatie van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU)1). Artikel 4 Aard, aanvang en einde der arbeidsverhouding 1. Een arbeidsverhouding ontstaat eerst op het moment dat een uitzendkracht op grond van een daartoe strekkende overeenkomst met een uitzendbureau metterdaad werkzaamheden gaat verrichten voor een nader omschreven opdrachtgever. 6. Zolang de arbeidsverhouding nog niet twee maanden heeft geduurd, kan zij zowel door de uitzendkracht als het uitzendbureau op ieder moment naar eigen keuze zonder inachtneming van enige termijn, hoe kort ook, worden bee¨indigd. Artikel 5 Tijdverantwoordingsformulier (werkbriefje) 1. Bij de aanvang van ieder opdracht, derhalve van iedere afzonderlijke arbeidsverhouding en vervolgens zolang deze voortduurt, wekelijks, wordt aan de uitzendkracht een tijdverantwoordingsformulier (werkbriefje) verstrekt. 2. Op dit formulier zal aan het einde van iedere week door de uitzendkracht worden ingevuld het aantal normale, toeslag- en/of overwerkuren, dat door hem/haar in die week is gewerkt en ter akkoordbevinding en ondertekening aan de opdrachtgever worden overlegd. Na die ondertekening wordt dit formulier onverwijld bij het uitzendbureau ingeleverd.
) Deze gedragsregels liggen ter inzage bij de ABU, tel. 020-6580101.
1
4
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 6 Arbeidstijd en werktijden 1. De dagelijkse arbeidstijd zal de bij de opdrachtgever gebruikelijke en de wettelijk toegestane arbeidstijd niet overschrijden. 2. Het is de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende werktijden en een andere arbeidsduur aan te houden, indien zulks bij de aanvang van de arbeidsverhouding reeds was overeengekomen of door hem/haar in onderling overleg met de opdrachtgever gedurende de arbeidsverhouding alsnog wordt overeengekomen. Artikel 7 Uurbeloning 1. De beloning wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen in dit artikel wordt bepaald. 2. De uitzendkracht geniet ten minimale een beloning (aanloop- en garantie basisuursalaris), vastgesteld per uur, die wordt uitbetaald naar rato van het aantal gewerkte uren. De toekenning van de beloning (aanloop- en garantie basisuursalaris) vindt plaats volgens de beloningsregeling uitzendkrachten, opgenomen in Bijlage II, die een integrerend onderdeel van deze CAO uitmaakt. 3. Bij de beloningsregeling behoren de tabellen aanloop- en garantie basisuursalarissen waarin per 1 januari 19961) een verhoging wordt verwerkt waarvan het percentage gelijk is aan de eventuele procentuele wijziging van het wettelijk minimumloon voor volwassenen. De verwerking van deze initie¨le wijziging vindt plaats conform het Protocol collectieve wijziging van de basisuursalarissen opgenomen in Bijlage IIA van deze CAO2). 4. De beloning is alleen verschuldigd over de tijden, waarop en gedurende welke de uitzendkracht arbeid heeft verricht, en nimmer indien er geen arbeid wordt verricht, wat daarvan ook de oorzaak moge zijn. Doorbetaling van de beloning, ook in gevallen van artikelen ) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht. ) Zie voor de inmiddels per 1 juli 1996 gewijzigde tabellen de Bijlage II van deze cao.
1 2
5
1638c en 1638d Burgerlijk Wetboek wordt mitsdien uitdrukkelijk uitgesloten. Artikel 8 Functie-indeling en salarisklasse De functies van de uitzendkrachten worden zoveel als mogelijk ingedeeld in functieniveaus naar de aard van de te verrichten werkzaamheden. Bij deze functieniveaus behoren salarisklassen. Functieniveaus en salarisklassen alsmede toepassingsregelingen zijn eveneens opgenomen in Bijlage II. Artikel 9 Kort verzuim, algemeen erkende feestdagen, ziekte en ongeval: melding van ziekte en ongeval 1. De uitzendkracht ontvangt een aanvulling voor kort verzuim, die wordt uitgedrukt in een percentage van het door hem over de normale uren genoten basisuursalaris, verhoogd met de vergoeding volgens lid 6, sub a van dit artikel. Deze aanvulling komt in de plaats van de overeengekomen beloning en wordt, wanneer de arbeidsverhouding blijft voortduren, niet iedere week bij de wekelijkse uitbetaling uitgekeerd, maar gereserveerd. Aan het einde van de arbeidsverhouding wordt de gereserveerde en nog niet uitgekeerde aanvulling betaald. 2. De uitzendkracht ontvangt voorts een aanvulling voor feestdagen, die wordt uitgedrukt in een percentage van het door hem over de normale uren genoten basisuursalaris, verhoogd met de vergoeding volgens lid 6, sub a van dit artikel. Deze aanvulling komt alsdan in de plaats van de overeengekomen beloning gedurende algemeen erkende feestdagen, waaronder wordt verstaan Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, beide Kerstdagen voorzover niet vallende op zaterdag en/of zondag, Koninginnedag of daarvoor in de plaats tredende dag en Bevrijdingsdag, voorzover daarover in enig jaar algemeen vrij wordt gegeven. Deze aanvullingen worden niet iedere week bij de wekelijkse uitbetaling uitgekeerd, maar gereserveerd, totdat zich een week voordoet, waarin een feestdag valt. Alsdan vindt aan het einde van zo’n week uit deze reservering een uitkering plaats tot het maximum der beloning over een voor de betreffende uitzendkracht normale werkdag, maar niet meer dan het bedrag van de reservering. Is meer gereserveerd dan nodig is om de feestdag(en) door te betalen, dan blijft het resterende staan voor een volgende feestdag. Aan het einde van de arbeidsverhouding wordt het nog aanwezige gereserveerde bedrag aan de uitzendkracht uitgekeerd. 6
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen 3. De percentages, bedoeld in leden 1 en 2 van dit artikel, staan vermeld in Bijlage IV van deze CAO. 4. Het kan het uitzendbureau op zijn verzoek door de geschillencommissie, genoemd in artikel 17, worden toegestaan, om telkens, indien er tijdens de duur van de arbeidsverhouding een feestdag is, deze uit te betalen als ware op die dag het normale of gemiddelde aantal uren gewerkt. Indien die toestemming is verleend, zal voor en jegens het betrokken uitzendbureau uiteraard niet gelden het omtrent aanvulling en reservering in lid 2 van dit artikel bepaalde. Een overeenkomstig de eerste volzin van dit lid gedane keuze en verkregen toestemming verplicht het uitzendbureau tot toepassing daarvan voor de duur van tenminste een kalenderjaar; bij verandering van systeem dienen door de uitzendkracht verkregen rechten normaal te worden afgewikkeld overeenkomstig de regeling waaraan die rechten zijn ontleend. Een uitzendbureau, dat voor doorbetaling van feestdagen heeft gekozen als bedoeld in dit lid, is verplicht bij de aanvang van de arbeidsverhouding daarvan mededeling te doen aan de uitzendkracht. 5. De uitzendkracht zal in geval van ziekte of ongeval recht hebben op uitkering ingevolge de bepalingen van de Ziektewet mits de voorschriften van de bedrijfsvereniging in acht worden genomen. De uitzendkracht is verplicht op de eerste verzuimdag van de ziekte of het ongeval daarvan melding te doen onder opgave van het juiste verpleegadres aan het uitzendbureau alsook aan de opdrachtgever en wel zo vroeg mogelijk, in ieder geval voor 10.00 uur ’s morgens. Het uitzendbureau is gehouden de Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging (Gemeenschappelijk Administratiekantoor) te verzoeken, om de uitkeringen, welke overeenkomstig de Ziektewet aan de uitzendkracht dienen te worden gedaan, rechtstreeks aan deze te betalen. 6. Met betrekking tot de bij de arbeidsongeschiktheid voor uitkering geldende wachtdagen en de aanvulling van het verschil tussen de wettelijke uitkering en het normale nettosalaris geldt het volgende: a. Het uitzendbureau zal aan de uitzendkracht terzake van e´e´n wachtdag, waarop wegens ziekte de beloning zal worden gederfd, een vergoeding in de vorm van een opslag op de beloning, uitgedrukt in een percentage van het basisuursalaris, verstrekken. Dit percentage is opgenomen in Bijlage V. b. Het uitzendbureau zal voor de uitzendkracht een verzekering afsluiten ter aanvulling van de wettelijke uitkering op grond van de Ziektewet tot 90% van het uitkeringsdagloon, met dien ver-
7
stande dat na zes weken wordt gesuppleerd vanaf het sociaal relevante minimum. 7. De percentages, genoemd in het vorige lid, zijn vermeld in Bijlage V van deze CAO, (hetgeen voor de groep van uitzendkrachten werkzaam in de kantoor- of administratieve sector en in de medische, paramedische, verplegende en verzorgende sector enerzijds en voor de uitzendkrachten, werkzaam in de overige sectoren van het beroepsen bedrijfsleven anderzijds verschillend kan zijn, aangezien het uitzendbureau veelal krachtens de terzake geldende regeling ingevolge de Organisatiewet Sociale Verzekering en statuten van de bedrijfsvereniging is aangesloten bij verschillende risicogroepen van de Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging). Artikel 10 Kostenvergoedingen 1. Kosten, in de vorm van onbelaste vergoedingen, kunnen worden vergoed, indien deze betrekking hebben op reiskosten, pensionkosten en andere noodzakelijk te achten kostenvergoedingen, voorzover deze fiscaal zijn toegestaan. 2. Onverminderd de in het eerste lid van dit artikel genoemde kostenvergoedingen kan de uitzendkracht, indien zijn of haar specifieke situatie daartoe aanleiding geeft, een kostenvergoeding genieten, die afwijkt van de bij de opdrachtgever gebruikelijke vergoedingen. Deze mogelijkheid beperkt zich tot uitzonderingssituaties en wijken niet af van wat de opdrachtgever zou vergoeden, indien een personeelslid in permanent dienstverband in een gelijkwaardige uitzonderingspositie zou verkeren. Dit betekent, dat te dezen eerst een aanspraak aanwezig is, indien uit een geschrift van de opdrachtgever blijkt, dat zulk een situatie zich inderdaad voordoet. Artikel 11 Vakantierechten en bijzonder verlof 1. De uitzendkracht heeft bij elke volledige gewerkte werkmaand recht op 162⁄3 uur vakantie (waaronder 2⁄3 uur bijzonder verlof) met aanspraak op het over de normale uren genoten basisuursalaris, verhoogd met de vergoeding, genoemd in artikel 9 lid 6 sub a, of een evenredig deel daarvan, indien niet een volledige werkmaand is gewerkt. Voor de berekening van dit recht is een percentage vastgesteld in Bijlage VI van deze CAO.
8
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen 2. Daarnaast heeft de uitzendkracht recht op vakantiebijslag die 8% bedraagt van het door hem in iedere maand over de normale uren genoten basisuursalaris. Voor de berekening wordt uitgegaan van het aantal te werken dagen per jaar exclusief vakantiedagen en feestdagen. 3. De in het eerste lid genoemde vakantie wordt opgenomen in de vorm van vakantiedagen of verlofdagen. 4. Het uitzendbureau is ter uitvoering van het in het vorige lid bepaalde overigens verplicht de uitzendkracht, wiens aanspraak op vakantie of verlof daartoe toereikend is, desgevraagd jaarlijks op zodanige wijze vakantie of verlof te verlenen, dat de uitzendkracht gedurende twee opeenvolgende weken of gedurende tweemaal een week geen arbeid hoeft te verrichten, zulks met aanspraak op de beloning genoemd in het eerste lid van dit artikel. 5. In verband met de beperkte termijn van een terbeschikkingstelling zal een uitzendkracht gedurende de eerste twee maanden van de termijn van de opdracht geen vakantie opnemen, tenzij zulks door hem in overleg met het uitzendbureau tevoren wordt overeengekomen. Verlofdagen kunnen zoals gebruikelijk in overleg worden genoten. 6. Bijzonder verlofdagen kunnen zoals gebruikelijk zowel gedurende de eerste twee maanden van de termijn van de opdracht als daarna in overleg worden opgenomen. 7. Het uitzendbureau is verplicht de overige vakantiedagen of verlofdagen met aanspraak op de beloning, als genoemd in het eerste lid van dit artikel, te verlenen, naargelang de aanspraak van de uitzendkracht op een zodanige dag toereikend is en nadat eerst de aanspraak op vakantie, als genoemd in de leden 4, 5 en 6 van dit artikel, is verworven. 8. De vakantiebijslag als genoemd in het tweede lid van dit artikel, waarop de uitzendkracht tot en met de maand, onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de uitbetaling geschiedt aanspraak heeft verworven wordt in de maand juni automatisch uitbetaald op een voor de aanvang van de uitzending door de uitzendkracht aan te geven wijze. Automatische uitbetaling kan, met inachtneming van hetgeen in de eerste volzin wordt bepaald, eveneens in de maand december geschieden. 9. Indien de uitzendkracht een aaneengesloten vakantie geniet van ten 9
minste vijf werkdagen, wordt hem, indien daarvoor door de uitzendkracht bij het uitzendbureau een verzoek wordt ingediend, voor de aanvang daarvan een zodanig bedrag aan vakantiebijslag automatisch uitbetaald, als waarop hij op dat tijdstip aanspraak heeft verworven. Indien door de uitzendkracht aan het uitzendbureau mededeling wordt gedaan van bee¨indiging van de arbeidsverhouding, wordt aan de uitzendkracht automatisch het bedrag aan vakantiebijslag betaald, waarop hij op dat tijdstip aanspraak heeft verworven, voorzover die hem niet reeds is uitbetaald. 10. Bij de uitbetaling van de vakantierechten zal het uitzendbureau de uitzendkracht een schriftelijke verklaring verstrekken, waarin duidelijk wordt aangegeven het terzake uitbetaalde bedrag alsmede de wettelijke inhoudingen daarop. Artikel 12 Vakantiewerkers 1. De bepalingen van deze collectieve overeenkomst gelden evenzeer voor vakantiewerkers, echter met dien verstande, dat zij in afwijking van artikel 11 lid 1 voor elke volledige gewerkte werkmaand recht hebben op 131⁄3 uur vakantie met aanspraak op het over de normale uren genoten basisuursalaris, of een evenredig deel daarvan, indien niet een volledige werkmaand is gewerkt. Zij kunnen voorts geen recht doen gelden op de aanvulling terzake van kort verzuim en feestdagen, als bedoeld in artikel 9 lid 1 en 2 en betaling van de wachtdagcompensatie, als bedoeld in artikel 9 lid 6 sub a. 2. Onder vakantiewerkers in de zin van deze overeenkomst worden verstaan scholieren, studenten en andere studerenden, die in de periode van vakantie van onderwijsinstellingen tijdelijk werkzaamheden verrichten. 3. Voor berekening van bovengenoemde vakantierechten zijn percentages vastgesteld in Bijlage VII van deze CAO. Artikel 13 Verbod concurrentiebeding 1. Verboden en derhalve nietig zijn alle bedingen, die willen voorkomen, dat de uitzendkracht in dienst van een opdrachtgever van het uitzendbureau treedt, alsook van andere derden. 2. De uitzendkracht is, indien hij in dienst treedt van een opdrachtgever voor wie hij voorafgaand middels het uitzendbureau werkzaam was, verplicht hiervan mededeling te doen aan het uitzendbureau. 10
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 14 Bijzondere voorzieningen 1. Het uitzendbureau mag aan de uitzendkracht eenmalige verstrekkingen doen die uit hoofde van goed gebruik (zoals bij gelegenheid van Sinterklaas en Kerstmis) worden gedaan tot een bedrag als maximaal is vrijgesteld van de heffing van loonbelasting krachtens de Wet op de Loonbelasting. 2. Het uitzendbureau mag aan de uitzendkracht eveneens verstrekkingen doen bij verloving, huwelijk, jubileum of langdurige ziekte, eveneens tot ten hoogste het bedrag dat van loonbelasting is vrijgesteld. Artikel 15 CAO inlenende onderneming Indien in de inlenende onderneming een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is die bepalingen bevat inzake lonen van ter beschikking gestelde arbeidskrachten, dan wel de vergoeding van door de ter beschikking gestelde arbeidskrachten gemaakte kosten, worden in afwijking van hetgeen in artikel 7 en 10 is gesteld, deze bepalingen toegepast voorzover door partijen bij de desbetreffende CAO van de inlenende onderneming ter kennis is gebracht van de Stichting Meldingsbureau Uitzendbranche (SMU). Deze aanmelding en kennisgeving kunnen alleen geschieden door partijen bij de desbetreffende CAO van de inlenende onderneming en dienen te worden gericht aan het secretariaat van de stichting gevestigd te Badhoevedorp (Postbus 302, 1170 AH Badhoevedorp). Artikel 17 Geschillencommissie 1. Er is een geschillencommissie voor het uitzendwezen, bestaande uit zeven leden, waarvan e´e´n lid het voorzitterschap zal vervullen en zal worden aangewezen door partijen bij deze overeenkomst, drie leden zullen worden aangewezen door partij ter ene zijde en drie leden, aangewezen door de gezamenlijke partijen ter andere zijde. In de benoeming van de desbetreffende leden zal onverwijld worden voorzien. Doet zich een vacature voor, zo tijdig of definitief, dan zal door
11
de partij of door partijen, die dit aangaat, onverwijld daarin worden voorzien. 2. De geschillencommissie geeft op verzoek van uitzendbureaus of uitzendkrachten, betrokken bij een geschil, over de uitvoering of de toepassing van deze overeenkomst, als scheidsmannen een uitspraak die voor betrokkenen eerst bindend is indien zij vooraf schriftelijk hebben verklaard, dat zij zich aan de door de geschillencommissie te geven scheidsrechterlijke uitspraak of uitspraken zullen onderwerpen. 4. De werkwijze van de geschillencommissie wordt door de commissie vastgesteld, dit alles behoudens de wettelijke bepalingen omtrent de uitspraken van scheidsmannen. 5. De leden van de commissie alsmede de eventueel door de commissie aan te wijzen secretaris zullen geheimhouding betrachten omtrent feiten en omstandigheden, waarvan zij als scheidsmannen kennis hebben genomen en slechts door die hoedanigheid kennis konden nemen, alsmede over de door de leden van de commissie uitgebrachte stemmen; zij mogen voorts in woord en geschrift geen mededeling doen over hun besluitvorming na afloop van de zitting van de commissie, leidende tot de uitspraak der commissie. 6. De behandeling van het geschil is in beginsel kosteloos voor partijen, doch de geschillencommissie kan een door haar vast te stellen bedrag van de kosten bij haar uitspraak geheel of ten dele ten laste brengen van ieder der partijen betrokken bij het geschil of bij de partij, die in het ongelijk is gesteld, welk bedrag echter niet zal overschrijden de kostenveroordeling door de kantonrechter, indien het geschil voor de kantonrechter zou hebben gediend. 7. De geschillencommissie kan, alvorens een zaak in behandeling te nemen, van partijen een waarborgsom verlangen onder omstnadigheden en voor een bedrag, door haar zelf te bepalen, zulks met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde en onder respectering van de regels van kosteloze rechtsbijstand ingevolge de wet. 9. Het secretariaat van de geschillencommissie is gevestigd op het bureau van de Algemene Bond Uitzendondernemingen1).
) p/a ABU, Postbus 302, 1170 AH Badhoevedorp, tel. 020-6580101.
1
12
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 20 Nadere bepalingen Een wijziging in de bij de opdrachtgever geldende regelingen verbindt het uitzendbureau pas vanaf het tijdstip dat het uitzendbureau hiervan op de hoogte is gesteld door de opdrachtgever, dan wel dat het uitzendbureau hiervan redelijkerwijze kennis had kunnen nemen.
13
BIJLAGE I VOORWAARDEN VAN UITZENDING 1. De uitzendkracht maakt als tijdelijke kracht gebruik van de diensten van het uitzendbureau, om werkzaam te zijn ten behoeve van opdrachtgevers, door het bureau hem/haar voor te stellen. 2. De uitzendkracht behoudt daarbij tegenover het uitzendbureau de vrijheid tot het al of niet aanvaarden van opdrachten en opdrachtgevers. Met betrekking tot de tijden waarop en de tijden waarin hij/zij werkzaam wil zijn, bezit hij/zij de vrijheid regelingen te treffen met het uitzendbureau of de opdrachtgever, als in de CAO voorzien. 3. De uurbeloning van de uitzendkracht zal telkens worden vastgesteld met inachtneming van de regeling dienaangaande in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld. 4. De beloning is alleen verschuldigd over de tijden waarop en gedurende welke de uitzendkracht arbeid verricht en nimmer indien er geen arbeid wordt verricht, wat daarvan ook de oorzaak moge zijn, zulks behoudens het in de CAO omtrent aanzegging bepaalde. Doorbetaling van de beloning ook in de gevallen van art. 1638c en 1638d B.W. wordt mitsdien uitgesloten. 5. De beloning bestaat uit een basisuursalaris, eventueel verhoogd met de wachtdagcompensatie en de reserveringen ten behoeve van feestdagen, vakantiedagen, kort verzuim en vakantiebijslag. 6. De uitzendkracht is bekend met het feit: a. dat de uurbeloning hem/haar slechts verschuldigd is door het uitzendbureau en hij/zij terzake geen enkele vordering heeft op een derde – o.a. de opdrachtgever; b. dat op de beloningen worden ingehouden de loonbelasting, de premieheffing en het werknemersaandeel sociale verzekering, omdat hij krachtens wetsduiding verzekerd is; c. dat het uitzendbureau aan de opdrachtgever een tarief berekent, omvattende de beloning, het werkgeversdeel der sociale lasten en de commissie van het bureau wegens het verzorgen van administratie, het werven en leggen van contacten, het vooruitbetalen van honoraria, het verdelen van opdrachten, andere werkzaamheden en het dragen van het risico van wanbetaling door opdrachtgevers.
14
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen 7. De uitzendkracht is tegenover het uitzendbureau verplicht: a. zijn/haar beroep naar beste weten uit te oefenen, alsmede de door hem/haar aanvaarde opdrachten zorgvuldig en met grote ijver uit te voeren; b. geheimhouding te bewaren omtrent al hetgeen hij/zij bij de beroepsuitoefening gewaarwordt en waarvan hij/zij redelijkerwijze kan en moet vermoeden, dat bekendmaking daarvan het uitzendbureau en/of de opdrachtgever schade kan toebrengen; c. voor het vervullen van een opdracht eigen werkmateriaal en/of werkkleding te gebruiken, indien dit in de desbetreffende bedrijfstak gebruikelijk is en de wens daartoe kenbaar wordt gemaakt; d. de door hem/haar naar waarheid ingevulde en getekende tijdverantwoordingsformulieren onmiddellijk na afloop van de opdracht, of, wanneer langer wordt gewerkt dan een week, aan het einde van iedere week door de opdrachtgever of de door deze daartoe aangewezen persoon ter verificatie en goedkeuring te laten aftekenen en onmiddellijk te zenden aan het uitzendbureau; e. bij het rechtstreeks aangaan van een arbeidsverhouding met een opdrachtgever van het uitzendbureau gedurende de tijd, dat hij/ zij via tussenkomst van het bureau ten gunste van de opdrachtgever werkzaam is, het uitzendbureau daarvan onverwijld kennis te geven. Het uitzendbureau is op basis van de gesloten collectieve arbeidsovereenkomst met de betreffende vakverenigingen waarin deze voorwaarden van uitzending zijn opgenomen, gebonden de uit deze voorwaarden voortvloeiende verplichtingen zorgvuldig en stipt na te komen. Voor gezien en akkoord: .................................................................... (handtekening uitzendkracht) Naam en voorletters in blokletters: .......................................................... ..................................................................................................................... Handtekening medewerker uitzendbureau: ............................................... Naam uitzendbureau: .................................................................................
15
BIJLAGE II BELONINGSREGELING UITZENDKRACHTEN Inleidende bepalingen en definities 1. Karakter van de regeling De regeling geeft een tabel voor de vaststelling van basisuursalarissen alsmede toepassingsregels die door uitzendondernemingen zullen worden aangehouden. 2. Niveau De functies waarin uitzending kan plaatsvinden zijn naar het niveau van het te verrichten werk onderscheiden. De tabel telt tien niveaus, die in een bijlage met behulp van voorbeelden zijn aangegeven. 3. Positie Per niveau bevat de tabel een schaal met een aantal posities. De positie wordt per verschillend niveau toegekend op grond van het aantal uitzenduren dat via eenzelfde uitzendonderneming is gewerkt (zie toepassing: punten 8 en volgende). Bij wisseling van uitzendonderneming zal zoveel mogelijk met eventuele verworven rechten rekening worden gehouden, zoals aangegeven in punt 12 van deze regeling. 4. Uurbeloning De uurbeloning is het basisuursalaris vermenigvuldigd met de eventueel van toepassing zijnde factoren (zie toepassing: punt 6). De opgenomen basisuursalarissen zijn brutobedragen. Tabellen basisuursalarissen per 1 juli 19961) 5A.Tabel aanloop-basisuursalarissen Aan uitzendkrachten van 23 jaar of ouder, die binnen een tijdvak van e´e´n jaar nog geen 1000 uitzenduren bij de uitzendende onderneming hebben volgemaakt, worden – met inachtneming van artikel 12 – de volgende, zogenaamde aanloop-basisuursalarissen toegekend. De aanloop-basisuursalarissen in de niveaus 1 t/m 4 zijn gerelateerd aan het wettelijk brutominimumloon voor de 23-jarige.
) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
1
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12,72
12,72
12,72
12,72
14,03
14,03
15,33
15,33
17,40
17,40
5B.Tabel garantie basisuursalarissen Na deze aanloopperiode worden aan uitzendkrachten van 23 jaar en ouder de volgende basisuursalarissen toegekend: Positie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
12,72 13,08 13,48 13,90 14,36 14,85 15,38 15,94 15,94 15,94 15,94 15,94 15,94 15,94 15,94 15,94
12,94 13,29 13,67 14,08 14,51 14,96 15,45 15,97 16,52 16,52 16,52 16,52 16,52 16,52 16,52 16,52
13,22 13,58 13,95 14,35 14,77 15,21 15,68 16,17 16,70 17,25 17,25 17,25 17,25 17,25 17,25 17,25
13,58 13,94 14,32 14,72 15,15 15,59 16,05 16,54 17,06 17,60 18,17 18,17 18,17 18,17 18,17 18,17
14,03 14,41 14,81 15,23 15,66 16,12 16,59 17,09 17,62 18,16 18,47 19,34 19,34 19,34 19,34 19,34
14,60 15,01 15,43 15,88 16,34 16,82 17,32 17,84 18,39 18,96 19,55 20,17 20,81 20,81 20,81 20,81
15,33 15,77 16,23 16,71 17,21 17,73 18,26 18,82 19,40 20,01 20,64 21,29 21,97 22,67 22,67 22,67
16,24 16,73 17,24 17,77 18,32 18,89 19,48 20,09 20,72 21,37 22,05 22,76 23,49 24,24 25,03 25,03
17,40 17,95 18,52 19,12 19,73 20,36 21,02 21,69 22,39 23,11 23,86 24,64 25,44 26,26 27,12 28,00
18,86 19,53 20,23 20,95 21,70 22,47 23,26 24,09 24,94 25,82 26,73 27,67 28,64 29,65 30,69 31,77
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau
17
5C.Basisuursalarissen jeugdigen Voor uitzendkrachten die jonger dan 23 jaar zijn, gelden aanloop basisuur-salarissen en basisuursalarissen die van de onder 5A, 5B genoemde bedragen met de volgende, per leeftijd vastgestelde percentages zijn afgeleid: 15-jarige 16-jarige 17-jarige 18-jarige 19-jarige 20-jarige 21-jarige 22-jarige
30% 341⁄2% 391⁄2% 451⁄2% 521⁄2% 611⁄2% 721⁄2% en 85%
Ingangsdatum salariswijziging jeugdigen Voor de vaststelling van het (aanloop-)basisuursalaris wordt de in enig kalenderjaar te bereiken leeftijd aangehouden. 5D.Kortere werkweek Indien de geldende normale arbeidsduur gemiddeld minder dan 40 uur per week bedraagt zal het (aanloop-)basisuursalaris gecorrigeerd worden voorzover er strijd ontstaat met de Wet Minimumloon en de Wet Minimumvakantiebijslag, met dien verstande dat in dat geval het (aanloop-)basisuursalaris zal moeten worden verhoogd dan wel een extra reservering zal moeten plaatsvinden ten behoeve van de betrokken medewerker. 6A.Tabel dag- en tijdzonefactoren Het basisuursalaris wordt – afhankelijk van dag en tijdzone waarin het gewerkte uur valt – met een factor vermenigvuldigd. Ten minste zullen de volgende factoren worden toegepast: Tabel minimum dag- en tijdzonefactoren dag/tijdzone
vroeg 00.00–07.00
normaal 07.00–18.00
laat 18.00–00.00 uur
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
1,50 1,25 1,25 1,25 1,25 1,50 1,50
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,50 1,50
1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,50 1,50
18
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
dag/tijdzone
vroeg 00.00–07.00
normaal 07.00–18.00
laat 18.00–00.00 uur
feestdag op maandag– vrijdag zaterdag– zondag
1,50
1,50
1,50
2,00
2,00
2,00
Tabel maximum dag- en tijdzonefactoren dag/tijdzone
vroeg 00.00–07.00
normaal 07.00–18.00
laat 18.00–00.00 uur
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
2,00 1,50 1,50 1,50 1,50 1,70 2,00
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,70 2,00
1,50 1,50 1,50 1,50 1,70 2,00 2,00
feestdag op maandag– vrijdag zaterdag– zondag
2,50
2,50
2,50
3,00
3,00
3,00
6B.Overgangsmaatregel Bij wijze van overgangsmaatregel is het mogelijk om een dag- en tijdzonefactor toe te passen die afwijkt van de in 6A genoemde regelingen. Indien de factor overeenkomt met de bij de opdrachtgever in gelijke omstandigheden geldende factor, is melding aan CAO-partijen vereist. Indien de factor hiermede niet overeenkomt is dispensatie van CAOpartijen vereist. Meldingen en dispensatie-aanvragen dienen te worden gericht aan het secretariaat van de Algemene Bond Uitzendondernemingen. 7A.Overwerkfactor Van overwerk is sprake indien werkzaamheden worden verricht 19
boven de in de desbetreffende sector gebruikelijke arbeidsduur per dag, resp. per week, of bij regeling of rooster vastgesteld aantal uren. Overwerk aansluitend op de normale werktijd en niet langer durende dan een half uur wordt niet als zodanig aangemerkt. De toeslag zal minimaal 0,25 bedragen. De toeslag wordt op maximaal 0,50 gesteld. 7B.Overgangsmaatregel Bij wijze van overgangsmaatregel is het mogelijk om een overwerkfactor vast te stellen die afwijkt van de in 7A genoemde meldingen. Indien de factor overeenkomt met de bij de opdrachtgever in gelijke omstandigheden geldende factor, is melding aan CAO-partijen vereist. Indien de factor hiermede niet overeenkomt is dispensatie van CAO-partijen vereist. Meldingen en dispensatie-aanvragen dienen te worden gericht aan het secretariaat van de Algemene Bond Uitzendondernemingen. Toepassing 8. Actueel niveau Uitzending kan successievelijk plaatsvinden op wisselende niveaus. Onder het ,,actuele niveau’’ wordt verstaan het niveau van het werk dat een uitzendkracht verricht binnen het kader van een uitzending in een bepaalde functie bij een onderneming of instelling. Het basisuursalaris wordt steeds vastgesteld volgens de schaal van het actuele niveau. Indien op enig moment tijdens de uitzending blijkt dat verandering in het aanvankelijk opgedragen werk optreedt, en dientengevolge het actuele functieniveau niet overeenkomt met de functie die de uitzendkracht in werkelijkheid vervult, zal het uitzendbureau in overleg met de opdrachtgever en de uitzendkracht het basisuursalaris corrigeren overeenkomstig het functieniveau zoals dit in werkelijkheid had moeten luiden; een eventuele bijstelling heeft terugwerkende kracht tot maximaal het moment van melding aan het uitzendbureau. 9. Persoonlijk niveau Het persoonlijke niveau is het hoogste werkniveau waarop een uitzendkracht bij eenzelfde uitzendbureau tot tevredenheid heeft gefunctioneerd gedurende 500, binnen een tijdvak e´e´n jaar gewerkte uren. De eventueel binnen het tijdvak op daaropvolgende hogere niveaus gewerkte uren worden hierbij meegerekend. 10. Persoonlijke positie Elke uitzendkracht heeft een persoonlijke positie. Deze wordt als regel verhoogd, telkens nadat een ,,doorloop-eenheid’’ van 1000 uitzenduren binnen het tijdvak van een jaar bij een uitzendbureau is volgemaakt. Dit tijdvak wordt steeds berekend vanaf het moment waarop de voor20
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen gaande positie voor de eerste maal werd toegekend. De persoonlijke positie bepaalt het basisuursalaris bij uitzending op elk actueel niveau tot en met het persoonlijke. 11. Uitzending op hoger niveau Bij uitzending in een functie die op een hoger niveau ligt dan het persoonlijke, wordt het basisuursalaris – uitgaande van het bedrag dat bij de persoonlijke positie in de schaal van het persoonlijke niveau is vermeld – minimaal vastgesteld op het naasthogere bedrag in de schaal van het actuele niveau. 12. Overgang naar andere uitzendonderneming Een uitzendonderneming die een uitzendkracht tewerkstelt die voorheen door een andere onderneming werd uitgezonden, zal er naar streven het persoonlijk niveau en de persoonlijke positie – bij deze andere onderneming verkregen – te handhaven zoveel als binnen haar verzorgingsgebied mogelijk blijkt. Uitvoeringsbepalingen 13.
De betaalbaarstelling van de uurbeloning geschiedt tezamen met de eventuele toeslagen vermeld in de art. 6 en 7 van deze regeling, hetzij in contanten, hetzij giraal of per cheque, op het einde van iedere week, behoudens dispensatie van de in de CAO genoemde geschillencommissie.
14A. Voor de aanvang van elke uitzending wordt aan de uitzendkracht schriftelijk het actueel functieniveau, de persoonlijke positie, het bruto-aanloop- dan wel garantie basisuursalaris alsmede de feitelijk afgesproken uurbeloning aangegeven. 14B.
Op zijn minst maandelijks wordt de uitzendkracht een loonafrekening verstrekt. Voor de aanvang van de uitzending zal het uitzendbureau bij de uitzendkracht informeren op welke wijze, hetzij in persoon, hetzij per post, hij de loonafrekening verstrekt wil krijgen. De loonafrekening bevat voorts de volgende gegevens: 1. de feitelijke brutobeloningen zonodig onderverdeeld in normale en toeslaguren en eventuele overuren; 2. eventuele suppleties; 3. eventuele onkostenvergoedingen; 4. de inhoudingen zoals ZW, AOW/AWW, WW, WAO, ZFW en LB; 5. de per betalingsperiode netto uitbetaalde bedragen; 21
6. de (cumulatieve) reserveringen ten behoeve van kort verzuim, feestdagen, vakantie- en verlofdagen en vakantiebijslag, zowel in percentages als in guldens. 14C.
Aan het einde van de arbeidsverhouding verplicht het uitzendbureau zich aan de uitzendkracht een verklaring te doen toekomen waaruit valt af te leiden welk persoonlijk niveau en welke persoonlijke positie deze heeft verworven, alsmede het cumulatief aantal gewerkte uren voor het uitzendbureau.
Beroepsprocedure 15.
Algemeen Indien een uitzendkracht van mening is dat zijn functie onjuist is ingedeeld, kan hij hiertegen in beroep komen volgens de hieronder beschreven procedure.
16A. Overleg; punten functiewaardering Indien de uitzendkracht van mening is dat zijn functie onjuist is ingedeeld, dient hij allereerst – binnen 14 dagen – in overleg te treden met de uitzendmedewerker die de functie-indeling heeft verricht. Deze kan zonodig de vestigingsmanager en/of het hoofdkantoor van de desbetreffende uitzendonderneming inschakelen. De functie-indeling is gebaseerd op zogenaamde punten UGM waarbij per verschillend functieniveau de volgende punten UGM zijn toegekend. niveau
punten UGM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
3– 21 21– 42 42– 63 63– 85 85–107 107–129 129–152 152–175 175–199 199–225
UGM = uitgebreide genormaliseerde methode.
16B.
22
Intern beroep 1. Indien het overleg niet leidt tot een bevredigende oplossing kan de uitzendkracht een schriftelijke indelingsbeslissing vragen van de uitzendmedewerker (die binnen 14 dagen wordt verstrekt). De uitzendkracht kan binnen 14 dagen na ontvangst van de indelingsbeslissing in beroep gaan.
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen 2. Het beroep dient schriftelijk te worden ingediend bij de directie of bij een door de directie aangewezen afdeling van de desbetreffende uitzendonderneming en dient de gronden te bevatten waarom de uitzendkracht de mening is toegedaan dat de omstreden functie ten opzichte van de gehanteerde referentiefunctie(s) onjuist zou zijn ingedeeld. De ontvangst van het beroep wordt schriftelijk bevestigd. 3. De directie wint omtrent de indeling informatie in bij de desbetreffende vestiging en indien gewenst bij het secretariaat van de door CAO-partijen ingestelde functieclassificatiecommissie. Op basis van deze informatie dient de directie binnen 1 maand na aantekening van het beroep een beslissing te nemen. 4. Indien blijkt dat de functie-indeling onjuist is geschied, zal de uitzendonderneming – zonodig – het basisuursalaris bijstellen overeenkomstig de juiste functie-indeling. Een eventuele bijstelling in de beloning geschiedt met terugwerkende kracht tot het moment dat het beroep werd ingesteld. 16C.
Extern beroep 1. De uitzendkracht kan tegen de beslissing van de directie binnen 14 dagen schriftelijk beroep indienen bij de functieclassificatiecommissie, die daaromtrent binnen uiterlijk 6 weken een beslissing zal nemen. 2. De functieclassificatiecommissie wordt door CAO-partijen ingesteld en maakt onderdeel uit van de geschillencommissie voor het uitzendwezen.
Indeling functies naar niveau Toelichting Bij de hantering van de voorbeeldfunctie en per niveau dient rekening te worden gehouden met het niet altijd ondubbelzinnig gebruik van functietitels. Functietitels kunnen afhankelijk van de zwaarte van de werkzaamheden die worden verricht onder verschillende niveaus voorkomen. In bijzondere gevallen kan een hogere indeling worden toegekend. De indeling wordt steeds bepaald door de algemene niveaukarakteristiek. De nadere aanduiding van het kennisniveau houdt niet in dat de vermelde algemeen vormende of beroepsopleiding moet zijn gevolgd, alleen dat de functievervulling kenniselementen van het niveau vereist die in deze opleidingen worden aangetroffen.
23
Onder ,,aanvullende functiescholing’’ worden verstaan kort durende, externe zowel als interne opleidingen of trainingen (zoals een cursus tekstverwerking) alsmede werkervaring, waardoor voor de functie noodzakelijke kennis en vaardigheid is verkregen. Met ,,uitgebreide functiescholing’’ worden, in de regel externe, opleidingen bedoeld (zoals opleiding in het kader van een leerlingstelsel of voor het praktijkdiploma boekhouden, handelscorrespondentie, etc.) die de niveaucategorie (laag, middelbaar, hoog en academisch) van de kennis verhogen. Toezichthoudende en leidinggevende functies zijn niet opgenomen. In het algemeen geldt, dat – toezichthoudende functies e´e´n niveau hoger worden ingedeeld dan de functies waarop zij toezicht houden en – leidinggevende functies twee niveaus hoger worden ingedeeld dan de functies waaraan zij leiding geven. Voor alle vermelde functies geldt: M/V. NIVEAU 1 NIVEAUKARAKTERISTIEK zeer eenvoudige werkzaamheden van hetzelfde karakter die zich steeds herhalen en die geen beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau lavo ADMINISTRATIEVE FUNCTIES PRODUKTIEFUNCTIES inpakker vakkenvuller bijrijder TECHNISCHE FUNCTIES (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES DIVERSE FUNCTIES schoonmaker afwasser vakantiehulp NIVEAU 2 NIVEAUKARAKTERISTIEK eenvoudige werkzaamheden van nagenoeg hetzelfde karakter die zich in de regel steeds herhalen en die enige lagere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen 24
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen kennis op niveau lavo en soms enige aanvullende gerichte functiescholing ADMINISTRATIEVE FUNCTIES administratief assistent assistent postkamer archiefassistent caissie`re PRODUKTIEFUNCTIES inpakker orderverzamelaar magazijnbediende vakkenvuller bijrijder TECHNISCHE FUNCTIES (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES DIVERSE FUNCTIES afwasser keukenbediende schoonmaker portier/receptionist assistent linnenkamer serveerster NIVEAU 3 NIVEAUKARAKTERISTIEK eenvoudige werkzaamheden van wat verschillend karakter die zich in de regel steeds herhalen en die meer lagere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau lavo en aanvullende gerichte functiescholing mavo of lbo ADMINISTRATIEVE FUNCTIES datatypist typist Nederlands administratief assistent assistent postkamer archiefassistent caissie`re 25
PRODUKTIEFUNCTIES magazijnbediende inpakker orderverzamelaar machinebediener bijrijder bestelwagenchauffeur koerier-chauffeur binnenland TECHNISCHE FUNCTIES (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES verzorgingsassistent afdelingshulp badhulp DIVERSE FUNCTIES tuinhulp schoonmaker kamermeisje afwasser serveerster kelner hulpkok portier/receptionist NIVEAU 4 NIVEAUKARAKTERISTIEK minder eenvoudige werkzaamheden die zich niet steeds volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die in de regel een uitgebreidere lagere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau lavo en uitgebreide functiescholing mavo of lbo en aanvullende gerichte functiescholing havo of vwo ADMINISTRATIEVE FUNCTIES typist Nederlands tekstverwerker stenotypist Nederlands typist moderne talen administratief assistent boekhoudkundig assistent telefonist assistent postkamer datatypist 26
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen operator PRODUKTIEFUNCTIES vorkheftruckrijder bestelwagenchauffeur vrachtwagenchauffeur koerier-chauffeur buitenland machinebediener procesoperator TECHNISCHE FUNCTIES hulptimmerman hulpbankwerker loodgieter metselaar schilder hulpmonteur (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES bejaardenhelper DIVERSE FUNCTIES tuinman telefonist portier/receptionist kamermeisje kelner kok NIVEAU 5 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke werkzaamheden die zich weinig volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die veelal enige middelbare beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau mavo of lbo en een uitgebreide functiescholing havo of vwo en aanvullende gerichte functiescholing mbo ADMINISTRATIEVE FUNCTIES tekstverwerker typist Nederlands 27
stenotypist Nederlands typist moderne talen stenotypist moderne talen afdelingssecretaresse administratief medewerker boekhoudkundig medewerker operator werkvoorbereider computer PRODUKTIEFUNCTIES vrachtwagenchauffeur machinebediener proces-operator TECHNISCHE FUNCTIES timmerman bankwerker metselaar schilder loodgieter monteur tekenaar (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES bejaardenverzorgende ziekenverzorgende bezigheidstherapeut DIVERSE FUNCTIES tuinman telefonist portier/receptionist kelner kok laborant NIVEAU 6 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke werkzaamheden die zich zelden volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die meer middelbare beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau havo of vwo en een uitgebreide functiescholing mbo met een op de functie gericht vakkenpakket
28
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen ADMINISTRATIEVE FUNCTIES stenotypist Nederlands typist moderne talen stenotypist moderne talen afdelingssecretaresse boekhoudkundig medewerker operator werkvoorbereider PRODUKTIEFUNCTIES vrachtwagenchauffeur procesoperator TECHNISCHE FUNCTIES timmerman bankwerker schilder metselaar loodgieter monteur (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES bezigheidstherapeut DIVERSE FUNCTIES telefonist kelner kok laborant chemisch analist programmeur NIVEAU 7 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke en enigszins samengestelde werkzaamheden die zich niet volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die in de regel een uitgebreidere middelbare beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau mbo en aanvullende functiescholing hbo
29
ADMINISTRATIEVE FUNCTIES stenotypist moderne talen secretaresse boekhoudkundig medewerker boekhouder werkvoorbereider computer PRODUKTIEFUNCTIES TECHNSCHE FUNCTIES monteur bankwerker tekenaar tekenaar-constructeur (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES verpleegkundige DIVERSE FUNCTIES kok laborant chemisch analist programmeur systeemanalist-programmeur NIVEAU 8 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke en vrij samengestelde werkzaamheden die zich niet volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die enige hogere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau mbo en een uitgebreide functiescholing hbo met een op de functie gericht vakkenpakket ADMINISTRATIEVE FUNCTIES secretaresse directiesecretaresse boekhouder PRODUKTIEFUNCTIES TECHNISCHE FUNCTIES tekenaar-constructeur constructeur
30
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES verpleegkundige heilgymnast/masseur die¨tist DIVERSE FUNCTIES kok chemisch analist programmeur systeemanalist-programmeur NIVEAU 9 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke en samengestelde werkzaamheden die zich niet volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die meer hogere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau hbo en aanvullende functiescholing wo ADMINISTRATIEVE FUNCTIES secretaresse directiesecretaresse boekhouder PRODUKTIEFUNCTIES TECHNISCHE FUNCTIES constructeur (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES verpleegkundige fysiotherapeut DIVERSE FUNCTIES chemisch analist systeemanalist-programmeur systeemontwerper
31
NIVEAU 10 NIVEAUKARAKTERISTIEK moeilijke en zeer samengestelde werkzaamheden die zich niet volgens hetzelfde werkpatroon herhalen en die een uitgebreide hogere beroepsscholing en daarbij behorende ervaring vereisen kennis op niveau hbo en een uitgebreide functiescholing wo met een op de functie gericht vakkenpakket ADMINISTRATIEVE FUNCTIES PRODUKTIEFUNCTIES TECHNISCHE FUNCTIES constructeur (PARA-)MEDISCHE FUNCTIES verpleegkundige DIVERSE FUNCTIES chemisch analist systeemontwerper
32
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE IIA PROTOCOL COLLECTIEVE WIJZIGING VAN DE BASISUURSALARISSEN Met betrekking tot de uitwerking in de tabel van collectieve wijzigingen van de basisuursalarissen gelden de volgende uitgangspunten. Wijziging van het wettelijk minimumloon Tabellen garantie-aanloop- en basisuursalarissen Het aanloop-basisuursalaris voor de niveaus 1 tot en met 4 en het garantie-basisuursalaris in de eerste positie van niveau 1 die op wettelijk minimum-loonniveau zijn vastgesteld, worden uitsluitend aangepast overeenkomstig eventuele wijzigingen in het wettelijk minimumloon voor volwassenen en wel met hetzelfde percentage. De basisuursalarissen behorende bij de hoogste positie van elk niveau, alsmede de basisuursalarissen behorende bij alle overige posities van niveau 10 blijven ongewijzigd. Tussen de gewijzigde basisuursalarissen en de ongewijzigde worden nieuwe basisuursalarissen berekend volgens de bij partijen bekende Prosasys-methode van de ,,gedifferentieerde mutatie’’. Wijziging van de wettelijke afleidingspercentages voor de minimumjeugdlonen De in artikel 5c vermelde percentages voor de berekening van de garantiebasisuursalarissen voor jeugdigen worden steeds aangepast aan de percentages vermeld in de Wet op het minimum(jeugd)loon. Bij CAO overeengekomen initie¨le wijzigingen Tabellen garantie aanloop- en basisuursalarissen Het aanloop-basisuursalaris voor de niveaus 1 tot en met 4 en het garantie-basisuursalaris in de eerste periode van niveau 1 blijven ongewijzigd. De basisuursalarissen behorende bij de hoogste positie van elk niveau, alsmede de basisuursalarissen behorende bij alle overige posities van niveau 10 worden gewijzigd met het overeengekomen percentage. Tussen de ongewijzigde basisuursalarissen en de basisuursalarissen die met het overeengekomen percentage zijn gewijzigd worden nieuwe basisuursalarissen berekend volgens de eerder genoemde methode van de ,,gedifferentieerde mutatie’’.
33
BIJLAGE IV RESERVERING KORT VERZUIM EN FEESTDAGEN Voor 1996 gelden de volgende percentages. Het in artikel 9 lid 1 bedoelde percentage voor kort verzuim bedraagt 0,2%. Het in artikel 9 lid 2 bedoelde aantal feestdagen bedraagt in 1996: 8 (te weten Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag, Tweede Kerstdag). Het aantal werkbare dagen bedraagt in 1996: 262 – 8 feestdagen en 25 vakantiedagen = 229 dagen. Het in artikel 9 lid 3 bedoelde percentage bedraagt in 1996: 8 ––– x 100% = 3,49% 229
34
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE V WACHTDAGCOMPENSATIE EN INHOUDING AANVULLENDE ZIEKTEWET De in artikel 9 lid 6 sub a bedoelde percentages bedragen: Voor uitzendbureaus I: 0,71% Voor uitzendbureaus II: 1,16% De in artikel 9 lid 6 sub b bedoelde percentages bedragen: Voor uitzendbureaus I: 0,58% Voor uitzendbureaus II: 1,33%
35
BIJLAGE VI RESERVERING VAKANTIEDAGEN Het percentage bedoeld in artikel 11 lid 1 bedraagt in 1996: 25 ––– x 100% = 10,92% 229
36
Uitzendkrachten 1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE VII RESERVERING VAKANTIEDAGEN VAKANTIEWERKERS Het percentage bedoeld in artikel 12 lid 3 bedraagt in 1996: 20 ––– x 100% = 8,26% 242
37
II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen in strijd zouden komen met de voorschriften en beperkingen als bedoeld in artikel 94 lid 2 van de Arbeidsvoorzieningswet prevaleren die voorschriften en beperkingen boven deze bepalingen, zonder dat terzake dispensatie van of melding aan partijen bij de onderhavige CAO is vereist; III. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgenomen bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een ontheffing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd. IV. Dit besluit tot algemeen verbindendverklaring is niet van toepassing op leden/vergunninghouders van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen, indien althans het lidmaatschap van die vereniging reeds vo´o´r 20 november 1996 is aangevangen. V. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. VI. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant. VII. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant. ’s-Gravenhage, 20 november 1996 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens de Minister: De Directeur van het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie, A. van Dijk.
38