Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9269 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 3-11-1999, nr. 212 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE GROOTHANDEL IN BLOEMEN EN PLANTEN De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het verzoek van de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten als partij te ener zijde mede namens de FNV Bondgenoten en de Dienstenbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Groothandel in Bloemen en Planten, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant; dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht; dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 juni 2001 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Groothandel Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1999 CAO1607
CAO926999
1
in Bloemen en Planten, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities In deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder: a. werkgever de natuurlijke persoon of rechtspersoon die uitsluitend of in hoofdzaak de groothandelsfunctie in sierteeltprodukten uitoefent en/of; de natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor de werkgever die uitsluitend of in hoofdzaak de groothandelsfunctie in sierteeltproducten uitoefent, werkzaamheden verricht bestaande uit het • sorteren en/of • verpakken en/of • bewerken en/of • laden en lossen en vervoeren van de door deze werkgever verhandelde producten. b. werknemer de man of vrouw die een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een werkgever als bedoeld onder a. c. jaarsalaris Het in één kalenderjaar ontvangen salaris bestaande uit: – het overeengekomen bruto maand- of 4 weken salaris – de vakantietoeslag; – de met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkeringen, zoals bijvoorbeeld een vaste 13e maand of een vaste eindejaarsuitkering; – al datgene wat de werknemer op basis van deze CAO dan wel op basis van de individuele arbeidsovereenkomst aan vaste toeslagen ontvangt, niet zijnde (netto) onkostenvergoedingen. d. uursalaris maandsalaris x 3 : 13 : 40 of 4 weken salaris : 4 : 40 e. zon- of feestdagen zondag, Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, beide Kerstdagen, Koninginnedag. 2
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
f. dagspiegel eenmalig en definitief vastgestelde bedrijfstijd, dan wel per afdeling of functiegroep eenmalig en definitief vastgestelde bedrijfstijd waarbinnen de individuele roosters worden vastgesteld. g. werknemer in deeltijd werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft voor minder dan 40 uur per week Artikel 3 Karakter van de CAO De bepalingen van deze CAO hebben een minimumkarakter. Afwijkingen van de CAO in positieve zin zijn toegestaan. Artikel 4 Werkingssfeer 1. Deze CAO is van toepassing op alle werknemers die zijn ingedeeld in de functies van de functielijst van bijlage 1. 2. Voor werknemers in deeltijd zijn de bepalingen van deze CAO naar evenredigheid van toepassing tenzij nadrukkelijk anders wordt vermeld. 3. De bepalingen van deze CAO zijn niet van toepassing op werknemers met een arbeidscontract voor bepaalde tijd van minder dan een half jaar, stagiaires en vakantiekrachten, tenzij in de hierna volgende bepalingen uitdrukkelijk anders is bepaald. 4. De bepalingen van deze CAO zijn niet van toepassing op werknemers die een bruto jaarsalaris ontvangen van meer dan ƒ 49.550,00 bij indiensttreding dan wel bij aanvang van de looptijd van deze CAO. Dit bedrag zal steeds worden verhoogd met de afgesproken salarisverhoging zoals neergelegd in artikel 25 van deze CAO.
3
Artikel 5 Afwijkingen van de CAO De op het tijdstip van inwerking treden van deze CAO bestaande arbeidsvoorwaarden, die voor de werknemer in positieve zin van deze CAO afwijken, blijven tijdens de looptijd van deze CAO gehandhaafd. Arbeidsvoorwaarden die voor de werknemer in negatieve zin van de CAO afwijken zijn nietig. Artikel 6 Algemene verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever past gedurende de looptijd van de CAO de in deze CAO vermelde arbeidsvoorwaarden toe en gedraagt zich als goed werkgever (7:611 BW). 2. Een door de werkgever vastgestelde personeelsgids of arbeidsinstructie mag geen bepalingen bevatten die in negatieve zin afwijken van deze CAO. Bepalingen die in negatieve zin van deze CAO afwijken, zijn nietig. Artikel 7 Algemene verplichtingen van de werknemer 1. De werknemer gedraagt zich als goed werknemer. Dit houdt onder andere in dat hij de belangen van het bedrijf in acht zal nemen, ook als hij geen uitdrukkelijke opdracht hiervoor heeft ontvangen (art. 7:611 BW). 2. De werknemer voert de hem opgedragen werkzaamheden zo goed mogelijk uit en hij neemt daarbij de verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht (art. 7:611 en 7:660 BW). 3. De werknemer is gehouden, zowel tijdens als na zijn dienstverband, tot geheimhouding ten aanzien van gegevens die hem uit hoofde van dit dienstverband ter kennis (zijn ge-)komen en waarvan hij begrijpt, of kan begrijpen dat deze gegevens een economische waarde voor zijn (ex)werkgever vertegenwoordigen of van directe invloed zijn op de concurrentiepositie van zijn (ex)werkgever. 4. De werknemer informeert de werkgever voorafgaand als hij nevenwerkzaamheden, betaald of onbetaald, wil gaan verrichten of wil uitbreiden. De werkgever kan de nevenwerkzaamheden verbieden als de werknemer door die werkzaamheden zijn functie niet meer naar
4
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
behoren kan verrichten of als de organisatorische en/of economische belangen van het bedrijf zich hiertegen verzetten. HOOFDSTUK II BEGIN EN EINDE ARBEIDSOVEREENKOMST Artikel 8 De arbeidsovereenkomst 1. De werkgever en de werknemer sluiten een schriftelijke arbeidsovereenkomst af bij indiensttreding van de werknemer. 2. De arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. 3. Een voortgezette arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als (art.7:668a BW): a. de arbeidsovereenkomst(en) voor bepaalde tijd een periode van 36 maanden hebben overschreden; b. er sprake is van meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden. 4. De werkgever kan schriftelijk met de werknemer overeenkomen dat er geen salaris is verschuldigd over maximaal de eerste zes maanden van arbeidsovereenkomst dat de werknemer de overeengekomen arbeid niet heeft verricht (art.7:628 BW). Artikel 9 Proeftijd De proeftijd wordt schriftelijk vastgelegd en bedraagt (art. 7:652 BW) • twee maanden bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of langer. • een maand bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan twee jaar.
5
Artikel 10 Einde arbeidsovereenkomst 1. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt door opzegging door de werkgever na toestemming van de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorziening of door opzegging door de werknemer (art. 6 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, BBA). De opzegging gebeurt schriftelijk. 2. De a. b. c. d.
arbeidsovereenkomst eindigt zonder opzegging: door het overlijden van de werknemer (art. 7:674 bw); door beëindiging met wederzijds goedvinden; door beëindiging tijdens de proeftijd (art. 7:676 BW); door beëindiging op staande voet wegens dringende redenen zoals vermeld in de artikelen 7:678 en 6:679 BW; e. door ontbinding wegens gewichtige redenen door de kantonrechter op grond van artikel 7:685 BW; f. met ingang van de dag waarop aan de werknemer pensioen of volledige VUT-uitkering wordt toegekend.
3. Bij beëindiging om een dringende, onverwijld aan de werknemer meegedeelde reden, als bedoeld in artikel 7:677 BW, zal de schriftelijke mededeling geschieden binnen 24 uur na het tijdstip waarop het dienstverband beëindigd werd. 4. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van de overeengekomen tijd. Artikel 11 Opzegtermijn 1. De – – –
opzegtermijn voor de werkgever bedraagt (art.7:672 BW): als de werknemer minder dan 5 jaar in dienst is: 1 maand als de werknemer tussen de 5 en 10 jaar in dienst is: 2 maanden als de werknemer tussen de 10 en 15 jaar in dienst is: 3 maanden – als de werknemer 15 jaar of meer in dienst is: 4 maanden
2. De opzegtermijn voor de werknemer bedraagt een maand (art.7:672 BW). 3. Er kan alleen tegen het einde van de maand worden opgezegd. Er kan alleen tegen het einde van een vier-wekenperiode worden opgezegd als de werknemer een vier-weken salaris ontvangt.
6
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK III ARBEIDSTIJDEN Artikel 12 Arbeidstijd 1. De normale arbeidstijd voor voltijd werknemers bedraagt gemiddeld 40 uren per week. 2. De normale werkweek loopt van maandag tot en met zaterdag. 3. De arbeidstijd wordt verdeeld over maximaal 5 werkdagen per week. 4. De arbeidstijd per werkdag bedraagt minimaal drie uur. 5. Een veildag is een normale werkdag. Zie ook artikel 14. 6. De begin- en eindtijden van de arbeidstijd worden per bedrijf bepaald en hangen af van de aard van het werk en omstandigheden in het bedrijf. 7. De dagspiegel ligt tussen 00.00 en 24.00 uur en bedraagt maximaal 11 uur. Artikel 13 Roosters 2. De werkgever kan door middel van het vaststellen van weekroosters over een periode van 3 maanden de arbeidstijd per week laten variëren. De arbeidstijd per week voor een voltijds werknemer bedraagt niet minder dan 35 uur en niet meer dan 45 uur. 5. De feitelijk te werken uren per dag worden een week van te voren na overleg met de betrokken werknemer vastgesteld.
7
Artikel 14 Arbeid op zon- of feestdagen Op een zon- of feestdag wordt in principe niet gewerkt. Op een zon- of feestdag wordt alleen gewerkt als naar het oordeel van de directie de belangen van het bedrijf in het geding zijn of het een veildag is. Voor het werken op een zon- of feestdag wordt een toeslag van 100% betaald, zie artikel 15 lid 8c CAO. Artikel 15 Overwerk 1. Er a. b. c.
is sprake van overwerk wanneer: de vastgestelde arbeidsduur per week wordt overschreden; er wordt gewerkt buiten de vastgestelde dagspiegel en; er wordt gewerkt na afloop van de voor die dag ingeroosterde werktijd.
2. De werknemer is verplicht overwerk te verrichten als de werkgever dit nodig acht. 3. Het verrichten van extra werk van maximaal een half uur direct voorafgaand of direct aansluitend aan het dagelijkse werk ter beëindiging of ter aanvang, is geen overwerk. 4. De overwerkuren als bedoeld onder 1a worden per periode van 3 maanden uitbetaald. Per salarisperiode worden de teveel en te weinig gewerkte uren vastgesteld. Binnen de lopende periode van 3 maanden kan de werkgever deze te veel of te weinig gewerkte uren inclusief de eventuele toeslagen compenseren. In de eerste salarisperiode na de periode van 3 maanden moeten de overgebleven overwerkuren worden uitgekeerd (dus 4 maal per jaar). 5. De werknemer heeft de keuze of hij de overwerkuren wil laten uitbetalen of in vrije tijd vergoed wil hebben. Te weinig gewerkte uren worden niet ingehouden op het salaris of op de vakantiedagen van de werknemer (art. 7:628 BW). 6. De toeslag voor het werken op een zon- of feestdag en de overwerktoeslag als bedoeld onder 1c van dit artikel wordt per salarisperiode geregistreerd en betaald. 7. Ten aanzien van de deeltijdwerker geldt dat er pas sprake is van overwerk op het moment dat de arbeidsduur van een voltijdsmedewerker wordt overschreden.
8
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
8. De vergoeding voor overwerk bedraagt: a. 125 procent van het bruto-uurloon voor overwerk b. 150 procent van het bruto-uurloon voor overwerk verricht op een 6e werkdag c. 200 procent van het bruto-uurloon voor werk op een zonof feestdag HOOFDSTUK IV VAKANTIERECHTEN Artikel 16 Vakantie 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. De voltijds werknemer heeft per vakantiejaar recht op 24 vakantiedagen. 3. De werkgever heeft de mogelijkheid om na overleg met de betrokken werknemers een vakantierooster op te stellen waarbij rekening wordt gehouden met de vereiste bedrijfsbezetting. 4. De werkgever mag maximaal 4 verplichte vakantiedagen per jaar vaststellen. 5. Werkgever kan een collectieve bedrijfsvakantie vaststellen. 6. De werknemer kan maximaal 15 dagen aaneengesloten vakantie opnemen. Hiervoor moet de werknemer in de eerste 3 maanden van het vakantiejaar schriftelijk een verzoek bij zijn werkgever indienen. De werkgever beslist binnen 1 maand na indiening van dit verzoek. Het besluit wordt schriftelijk meegedeeld. 7. Bij berekening van de vakantierechten van een werknemer in deeltijd worden de vakantierechten naar boven afgerond op een heel uur. De werknemer in deeltijd bouwt ook vakantierechten op over de meeruren die worden gewerkt binnen het normale, voor de betreffende afdeling/functiegroep geldende weekrooster, niet zijnde overwerk.
9
8. Als de arbeidsovereenkomst tijdens het kalenderjaar begint of eindigt, worden de vakantierechten naar evenredigheid vastgesteld. 9. De vakantierechten worden opnieuw berekend bij wijziging van de arbeidsduur tijdens het kalenderjaar. 10. Vakantieaanspraken vervallen na verloop van 2 jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan (7:642 BW). Artikel 17 Extra vakantiedagen De werknemer heeft recht op extra vakantiedagen als hij 50 jaar of ouder is. De extra vakantiedagen zijn: – 2 dagen met ingang van het vakantiejaar waarin de werknemer 50 jaar of ouder wordt; – 4 dagen met ingang van het vakantiejaar waarin de werknemer 55 jaar of ouder wordt: – 6 dagen met ingang van het vakantiejaar waarin de werknemer 60 jaar of ouder wordt: Artikel 18 Opbouw vakantierechten bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid 1. De arbeidsongeschikte werknemer bouwt vakantierechten op gedurende de laatste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid (art. 7:635 lid 3 BW). 2. De werknemer met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid bouwt naar evenredigheid van de gewerkte uren vakantierechten op (art. 7:635 lid 3 BW). 3. Voor het bepalen van de termijn van de arbeidsongeschiktheid worden de perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld, als zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen (art. 7:635 lid 3 BW). Artikel 19 Vakantierechten bij einde dienstverband 1. Bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan de werkgever in redelijkheid bepalen dat de op dat moment nog resterende vakantierechten niet (of niet allemaal) kunnen worden opgenomen maar zullen worden uitbetaald. 10
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De werkgever verstrekt de werknemer bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst een schriftelijk bewijs waaruit blijkt hoeveel vakantiedagen aan de werknemer zijn uitbetaald. Artikel 20 Vakantietoeslag De vakantietoeslag bedraagt 8% van het bruto maandsalaris of bruto vierweken salaris per gewerkte maand/ vier weken-periode. De vakantietoeslag wordt berekend over de periode 31 mei tot 1 juni. De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei of juni van elk jaar. HOOFDSTUK V KORT VERZUIM VAN WERK EN ONBETAALD VERLOF Artikel 21 Bijzonder verlof 1. De werknemer heeft recht op bijzonder verlof met behoud van salaris bij de navolgende gebeurtenissen, tenzij de werknemer daarbij niet aanwezig is of de gebeurtenis plaatsvindt op een dag waarop de werknemer volgens het rooster niet hoeft te werken. Het bijzonder verlof is: a. 2 dagen bij het huwelijk van de werknemer, het sluiten van een samenlevingscontract of het laten registreren van het partnerschap. In de laatste twee gevallen zal, wanneer indien op enig moment een huwelijk volgt, niet opnieuw bijzonder verlof worden verleend voor dat huwelijk. b. 1 dag bij het huwelijk van een eigen, stief-, pleeg- of kleinkind van de werknemer en/of zijn levenspartner, (schoon)ouder, broer of zuster,(onder wie begrepen zwager en schoonzuster) c. 1 dag bij het 25- en 40-jarig huwelijks-/samenlevingsjubileum van de werknemer d. 1 dag bij het 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksfeest van (schoon-) ouders en bij het 50- en 60-jarig huwelijksfeest van grootouders en grootouders levenspartner e. 5 dagen bij het overlijden van de levenspartner of een (stief-, pleeg-)kind waaronder begrepen de dag van uitvaart 11
f. 3 dagen bij overlijden van de eigen ouders of die van de levenspartner, waaronder begrepen de dag van uitvaart g. 1 dag bij overlijden van grootvader en grootmoeder van werknemer of levenspartner, kleinkind, broer, zuster, zwager en schoonzuster h. 1 dag bij het op verzoek van de werkgever verhuizen van de werknemer 2. Voor werknemers in deeltijd geldt het recht op bijzonder verlof volledig, dus niet naar rato, met uitzondering van 21 lid 1 onder h CAO dat wel naar rato wordt toegekend. Artikel 22 Ouderschapsverlof 1. De werknemer die tenminste 1 jaar bij werkgever in dienst is en als ouder familierechterlijke betrekking met een kind heeft, heeft recht op onbetaald ouderschapsverlof. Ook de werknemer zonder familierechterlijke betrekking die blijvend de verzorging en opvoeding van een kind op zich heeft genomen en met het kind op hetzelfde adres woont, heeft recht op onbetaald ouderschapsverlof (art. 7:644 BW). 2. Het ouderschapsverlof geldt per kind en kan worden opgenomen zolang het kind nog geen 8 jaar is. Bij meerlingen bestaat de aanspraak voor elk van de kinderen. 3. Het ouderschapsverlof bedraagt 13 maal de wekelijkse arbeidsduur. 4. Het ouderschapsverlof kan door de werknemer flexibel worden ingevuld maar kan ten hoogste gedurende een aaneengesloten periode van 6 maanden worden opgenomen (art. 7:644 lid 4 BW). 5. Het aantal uren verlof bedraagt ten hoogste de helft van de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur (art. 7:644 lid 4 BW). 6. In overleg met de werkgever kan in positieve zin van de leden 4 en 5 van dit artikel worden afgeweken (art. 7:644 lid 4 BW) 7. De werknemer informeert de werkgever tenminste twee maanden voor de ingangsdatum schriftelijk onder opgave van: a. de periode van het verlof b. het aantal uren verlof per week c. de gewenste spreiding van de verlofdagen per week De werkgever kan tot een maand voor de door de werknemer gewenste ingangsdatum de gewenste spreiding van de verlofuren wijzigen. Dit kan echter alleen na overleg met de werknemer en als gewichtige redenen zich tegen de gewenste spreiding verzetten. 12
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
8. De werknemer behoudt in geval van niet opnemen of onderbreking van het ouderschapsverlof het recht om (de rest van) het ouderschapsverlof later op te nemen. 9. Het opnemen van ouderschapsverlof heeft geen gevolgen voor de pensioenopbouw. Alle overige rechten zijn naar evenredigheid van toepassing. Artikel 23 Zorgverlof Als het dringend noodzakelijk is dat een werknemer zorg of bijstand verleent aan een ernstige zieke naaste en er geen andere oplossing voorhanden is, heeft de werknemer het recht om onbetaald zorgverlof op te nemen. Tussen werkgever en werknemer worden afspraken gemaakt over de duur van de afwezigheid en de vorm van het verlof. Artikel 24 Kraamverlof 1. Bij bevalling van de levenspartner wordt 2 dagen verlof met behoud van salaris gegeven. 2. Bij adoptie wordt 2 dagen verlof met behoud van salaris gegeven. 3. De werknemer heeft het recht om in aanvulling op het kraamverlof maximaal 3 vakantiedagen op te nemen. Als het vakantiesaldo ontoereikend is, kan de werknemer onbetaald verlof opnemen. HOOFDSTUK VI SALARIS Artikel 25 Salaris 1. De bij de bedrijven reeds bestaande regelingen inzake opbouw van het jaarsalaris blijven gedurende de looptijd van deze CAO gehandhaafd. 13
2. Alle salarissen zullen per 1 januari 2000, per 1 juli 2000 en per 1 januari 2001 telkens met 1,5% worden verhoogd. HOOFDSTUK VII ZIEKTE Artikel 26 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid De bij de bedrijven reeds bestaande regelingen inzake doorbetaling bij arbeidsongeschiktheid blijven gedurende de looptijd van de CAO gehandhaafd. HOOFDSTUK VIII OVERIGE BEPALINGEN Artikel 27 Beoordeling Ieder jaar vindt er tenminste één keer een gesprek naar aanleiding van het functioneren van de werknemer plaats. Artikel 28 Vakbondsfaciliteiten 1. Vakorganisaties kunnen kaderleden aanwijzen die fungeren als contactpersoon bij een bepaalde werkgever. De werkgever zal over de aanwijzing van contactpersonen tijdig en schriftelijk worden geïnformeerd. 2. Na instemming van de leiding van de onderneming kunnen kaderleden/contactpersonen informatie van hun vakorganisatie betreffende de sector, de onderneming en/of vakorganisatie in de onderneming verspreiden, indien aanwezig via de publicatieborden binnen de onderneming. 3. De werknemers die als kaderlid/contactpersoon zijn aangewezen, kunnen maximaal vijf werkdagen per kalenderjaar met behoud van salaris, deelnemen aan publiekrechtelijke en vakbondsvergaderingen. 4. Werknemers kunnen met behoud van salaris maximaal 5 dagen per 14
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
kalenderjaar cursussen georganiseerd door de vakorganisaties volgen onder de voorwaarde dat: – dit voor de onderneming van belang is, – de werkzaamheden dit toelaten, en – tijdig verlof is aangevraagd. Artikel 32 Anti-discriminatie, intimidatie, agressie en geweld De werkgever zal werknemers gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie bieden. De werkgever zal objectieve maatstaven hanteren ten aanzien van de eisen die aan de verschillende functies worden gesteld. Daarbij zullen factoren als leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit, politieke keuze en vakbondskeuze niet van betekenis zijn. Artikel 33 Medezeggenschap De werkgeversvereniging en de vakbonden partij bij deze CAO zien toe op de instelling van ondernemingsraden en personeelsvertegenwoordigingen bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging in te stellen maar nog niet aan deze verplichting hebben voldaan (Art. 2 en art. 35b WOR).
15
BIJLAGE 1 (ARTIKEL 4): Functielijst behorende bij CAO voor de Bloemengroothandel Inleiding De functies in de functielijst zijn beschreven aan de hand van het functiebeloningssysteem USB. De functielijst is niet uitputtend. Niet genoemde functies die grote overeenkomsten vertonen met een of meerdere functies in de functielijst dienen te worden ingedeeld in de functie met de meeste raakvlakken. 1. Medewerker bloemenverwerkende bedrijven Taken: het onder directe leiding verrichten van werkzaamheden aan de productiebanden, zoals: • op basis van opgegeven specificaties boeketten en bossen bloemen samenstellen – het wikkelen en inzakken van bloemen – het bedienen van het waterapparaat – het schoonhouden van de directe werkomgeving Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de boxmanager, hoofd productie, voorman, meewerkend voorman. 2. Boxmedewerker, Fustmedewerker Taken: het onder directe leiding verrichten van eenvoudige ondersteunende werkzaamheden in en buiten de box, zoals: – het slepen van karren – het verzamelen van het lege fust – het legen en tillen van emmers en deze op karren plaatsen Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de boxmanager, hoofd productie, voorman, meewerkend voorman. 3. Intouwer, Inroller Taken: het onder directe leiding rollen en touwen van boeketten en bossen bloemen. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de boxmanager, hoofd productie, voorman, meewerkend voorman. 4. Productiemedewerker De functies boxmedewerker, halmedewerker, bandmedewerker, inpakker en verdeler worden hieronder mede begrepen gezien de overeenkomsten in het takenpakket en plaats in de organisatie. Taken: 16
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Het onder directe leiding verrichten van de volgende werkzaamheden: Is verantwoordelijk voor het op een juiste manier inpakken/verdelen van de goederen naar klanten, en verder: – het klaarzetten van partijen; het verwijderen van dode bladeren en bloemen; het in dozen pakken of in emmers zetten van bloemen; het halen en brengen van producten uit en naar de koelcel; het tillen van dozen en emmers; het opbouwen an karren; het slepen met karren; het controleren van de kwaliteit van de producten en signaleren van afwijkingen; het onderhouden van contacten met de inkoper; het gebruikmaken van een geautomatiseerd systeem voor de werkzaamheden. Van een productiemedewerker wordt verder verwacht dat hij/zij oog heeftvoor de kwaliteit van de producten en voldoende kennis om de verschillende soorten te kunnen onderscheiden. Verder moet de productiemedewerker inschattingen maken over het kwaliteitsniveau van het product en de wensen van de klanten. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de directeur, bedrijfsleider, hoofd productie, boxmanager, voorman en meewerkend voorman. 5. Chauffeur (binnenland) Taken: – het vervoeren en afleveren (laden en lossen) van de producten bij klanten; – het controleren en verhelpen van storingen betreffende de op de wagen aanwezige koel- en verwarmingsapparaten; – het innemen en controleren op beschadigingen en hoeveelheden van de retouremballage. – het verzorgen van de bij het vervoer noodzakelijke administratie. – het bewaken van de klimaateisen van de verschillende producten tijdens het transport; – het slepen van karren en het tillen van emmers. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de transportplanner. 6. Chauffeur (buitenland) Taken: – het vervoeren en afleveren (laden en lossen) van de producten bij klanten;
17
– het controleren en verhelpen van storingen van de op de wagen aanwezige koel- en verwarmingsapparatuur; – het innemen en controleren op beschadigingen en hoeveelheden van de retouremballage; – het verzorgen van de bij het vervoer noodzakelijke administratie; – het bewaken van de klimaateisen van de producten tijdens het transport; – het tillen van dozen en emmers; – het slepen met karren; Van een chauffeur buitenland wordt verwacht dat hij tenminste 2 moderne talen op eenvoudig niveau kan spreken. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de transportplanner. 7. Telefoniste, receptioniste Taken: Het zelfstandig bedienen van de telefooncentrale en het verrichten van werkzaamheden via een geautomatiseerd systeem, zoals – het doorverbinden van binnenkomende gesprekken en overleggen of er teruggebeld moet worden – het ontvangen en doorverwijzen van bezoekers – het bijhouden van een bezoekerslijst – het verrichten van ondersteunende administratieve werkzaamheden Een telefoniste, receptioniste moet tenminste twee 2 moderne talen anders dan Nederlands kunnen spreken. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de directeur/bedrijfsleider/algemene zaken. 8. Administratief medewerker De functies exportdocumentenmedewerker, facturist en medewerker facturering worden hieronder mede begrepen wegens de overeenkomsten in het takenpakket en plaats in de organisatie. Taken: – invoeren van orders in en vergelijken van inkoopfacturen met de inkoopbriefjes en melden geconstateerde afwijkingen; – het maken, controleert en boeken van verkoopfacturen; – het aanleveren van de factuurgegevens voor de administratieve verwerking; – het aanvragen van de voor export noodzakelijke certificaten, vergunningen en verklaringen; – het samenstellen van uitvoerdocumenten en opstellen van transportfacturen, grensfacturen en exportpaklijsten; – stelt voor elk land de juiste exportdocumenten samen; – het verzorgen van de administratieve afhandeling en verwerking exportdocumenten; 18
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
In de beschreven functies wordt computervaardigheid en spreek-, lees- en schrijfvaardigheid in twee moderne talen verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider of de boekhouder. 9. Assistent medewerker financiele administratie Taken: het onder directe leiding voeren van een deel van de financiele administratie van de onderneming. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de medewerker financiele administratie, boekhouder. 10. Financieel-administratief medewerker, administratief medewerker, boekhoudkundig medewerker Taken: – het voeren van een deel van de financiele administratie, zoals crediteuren-,of debiteuren-, of salaris-,of inkoop-, of verkoopadministratie; – het verwerken opstellen van gegevens betreffende de voor- en nacalculatie en het vergelijken van deze gegevens tussen verschillende periode’s; – het controleren van betalingen, leveringen, ontvangsten; – het signaleren van betalingsachterstanden en sturen van aanmaningen; – het opstellen van periodieke overzichten met betrekking tot de gevoerde deeladministraties. In de beschreven functies wordt computervaardigheid verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider of de boekhouder. 11. Debiteurenbewaker, kredietbewaker, medewerker debiteurenadministratie Taken: – het zorgen voor de bewaking en controle van de vorderingen op debiteuren; – het bewaken van krediettermijnen en kredietlimieten; – het versturen van aanmaningen; – het opstellen van periodieke overzichten op met betrekking tot het debiteurenbeheer; – het onderhouden van contacten met de verkoop; 19
– het adviseren omtrent betalingsregelingen en het na goedkeuring uitvoeren van betalingsregelingen; – het aanleveren van de benodigde gegevens voor de financiele administratie; In de beschreven functies worden computervaardigheden verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider of de boekhouder. 12. Secretaresse, management assistente, administratief medewerker Taken: – het uitvoeren van werkzaamheden op organisatorisch en administratief gebied ten behoeve van de directie; – het verzorgen van de correspondentie aan de hand van concepten of volgens ontvangen summiere aanwijzingen waarbij vreemde talen moeten worden toegepast; – het beheren van de agenda van de directie; – het notuleren en voorbereiden van de vergaderingen en verzorgen van benodigde stukken; – het aannemen van telefoongesprekken voor de directie en zonodig of doorverbinden; – het zelfstandig afhandelen van routinematige aanvragen; – het beheren van het directie-archief; In de beschreven functies wordt computervaardigheid en spreek-, lees- en schrijfvaardigheid in tenminste twee moderne talen verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de directeur/bedrijfsleider 13. Transportplanner, hoofd expeditie, hoofd transport, transportcoördinator Taken: – het maken van planningen voor het vervoer; – het binnen de gegeven rijroute en vrachtruimte de optimale indeling van de vrachtwagens vaststellen; – het opstellen van de beladingsplannen overeenkomstig de wettelijke voorschriften; – het huren van extra vrachtruimte binnen bestaande contracten bij externe expediteurs; – het regelen van de voor het vervoer noodzakelijke verzekeringen. In de beschreven functies wordt kennis van het logistieke proces en computervaardigheid verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de directeur/bedrijfsleider.
20
Groothandel in Bloemen en Planten 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
14. Assistent inkoper, medewerker inkoop, aankomend inkoper Taken: – het kopen op de veiling via de klok en bij bemiddelingsbureaus waarbij zowel hoeveelheden als richtprijzen bekend zijn. – kwaliteitsbewaking van het ingekochte product; – het verrichten van voorkomende administratieve werkzaamheden; – het assisteren in voorkomende gevallen bij de verdeling en het inpakken; In de beschreven functies wordt een zekere basiskennis van de producten en computervaardigdheid verondersteld. Plaats in organisatie: Valt onder de hierarchische en functionele verantwoordelijkheid van de inkoper of de bedrijfsleider/directeur.
21
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgenomen bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een ontheffing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd. III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht. V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant. ’s-Gravenhage, 27 oktober 1999 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens de Minister: De Directeur van het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie, C. J. Meerhof.
22