Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Colleges van Burgemeester en Wethouders I.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden p/a Griffier Hoofdkantoor en vestigingen CWI Hoofdkantoor UWV Hoofdkantoor IWI Wsw-bedrijven
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl
Contactpersoon Gemeenteloket
Ons kenmerk
Doorkiesnummer (070) 315 20 10
Datum
E-maii
[email protected]
Onderwerp
Verzamelbrief januari 2008
INTERCOM/2008/492
^^
Door middel van de Verzamelbrief informeer ik u over relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. De brief bevat informatie over de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
= 00 •oo
Kabinetsstandpunt evaluatie WWB Eindonderzoek van bureau Meccano: Werkt de WWB? Onderzoek van bureau SEO: Kwantitatief effect WWB Aan de slag met IPW! Ketenprogramma 2008 'Doorpakken .en verankeren' Gemeentelokettelefoon en Helpdesk Inburgering Schatting belastbaar inkomen bij standsgerechtigden Rectificatie vakantietoeslag Wsw: wetswijziging en het aanleveren van informatie
Prominent onderdeel van deze Verzamelbrief is het Kabinetsstandpunt evaluatie Wet werk en bijstand, dat op 21 december 2007 naar het Parlement is gezonden, en het daaraan ten grondslag liggende eindonderzoek van bureau Meccano. B&W ontvangen het Kabinetsstandpunt en het eindonderzoek als bijlage bij deze Verzamelbrief. Ook het SEO-onderzoek naar de effecten van de WWB op de bijstandslasten en het bij stands volume komt aan bod. Dit onderzoek is op 18 december 2007 aan het Parlement aangeboden. Zie voor een samenvatting bijlage 3 bij deze Verzamelbrief. Alle rapporten in verband met de evaluatie van de WWB zijn te vinden op: O http ://gemeentel oket. szw.nl/ GO
Ik ben verheugd over de resultaten van de evaluatie van de WWB. Het blijkt dat de WWB een duidelijke cultuurwijziging heeft teweeggebracht bij gemeenten in de richting van werk boven uitkering. De WWB prikkelt de gemeenten financieel en geeft de mogelijkheid tot het leveren van maatwerk. Dankzij de inzet van gemeenten zijn de doelen van de WWB in belangrijke mate gehaald.
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
1.
Kabinetsstandpunt evaluatie WWB (zie bijlage)
"Veel minder mensen in de bijstand en meer mensen aan het werk. Vier jaar Wet werk en bijstand heeft ons met dit resultaat een stuk de goede kant op gebracht." Dat is de aanvang van de brief waarmee ik het Kabinetsstandpunt evaluatie WWB en het daaraan ten grondslag liggende eindonderzoek op 21 december 2007 aan het Parlement heb aangeboden. Uit de evaluatie komt naar voren dat de WWB - dankzij de inspanningen van gemeenten, mede in samenwerking met het CWI - een belangrijke bijdrage levert aan de verhoging van de participatie die door het kabinet hoog op de agenda is gezet, zoals blijkt uit het Coalitieakkoord en het Actieprogramma 'Iedereen doet mee'. Maar dit betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen. We moeten voortvarend verder, met name met het activeren van mensen die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het kabinet geeft gemeenten ruimte voor een aanpak op lokaal niveau. Zo heeft het kabinet besloten dat gemeenten overschotten op het uitkeringsbudget langer mogen houden, zodat zij mensen die moeilijker een baan krijgen nog beter kunnen begeleiden op weg naar werk. Daarnaast wordt gewerkt aan het samenvoegen van de budgetten die gemeenten krijgen voor re-integratie, volwasseneneducatie en inburgering. Deze aanpak geeft gemeenten meer armslag om mensen aan het werk te helpen. Ook is het kabinet bezig met voorstellen voor deregulering van de langdurigheidtoeslag en ruimere mogelijkheden voor toekenning van bijzondere bijstand, twee verbeterpunten die uit het eindonderzoek naar de WWB naar voren kwamen (zie ook het onderzoek van Meccano, onderdeel 2 van deze Verzamelbrief). Op deze wijze moet het mogelijk zijn om de afgesproken ambities met de VNG om in 2011 75.000 minder huishoudens in de bijstand te hebben en 25.000 niet-uitkeringsgerechtigden aan een baan of zinvolle activiteit te helpen, te halen. In bijlage l vindt u meer informatie over de (resultaten van de) evaluatie WWB.
2.
Eindonderzoek van bureau Meccano: Werkt de WWB? (zie bijlage)
Het grote succes van de WWB is dat er een cultuurverandering in gang is gezet, aldus Meccano. In de gemeentelijke uitvoering is men zich meer gaan richten op doelmatigheid in plaats van alleen op rechtmatigheid. Gemeenten zijn meer resultaatgericht gaan werken en zijn alerter op fraude. De WWB werkt daarmee zoals hij bedoeld is. Volgens Meccano is de daling van het bij stands volume vooral te danken aan de inspanningen gericht op relatief makkelijk te bemiddelen groepen met goede kansen op de arbeidsmarkt. Het is dan ook een punt van kritiek van Meccano dat bij standgerechtigden die minder makkelijk naar de arbeidsmarkt te begeleiden zijn minder aandacht krijgen onder de WWB. Het doet mij deugd dat Meccano tevens signaleert dat het accent thans aan het verschuiven is in de richting van moeilijk plaatsbare cliënten. Work First is een effectief instrument gebleken waarmee nieuwe instroom deels voorkomen kan worden. Met de re-integratietrajecten in zijn
OnskenmerK
INTERCOM/2008/492
algemeenheid kan volgens Meccano nog volumewinst geboekt worden, omdat pas circa een derde tot de helft van de cliënten van mening is dat deze goed aansluiten op hun behoeften. Bijlage 2 bevat informatie over de bevindingen van Meccano m.b.t. de inkomenswaarborg, de rol van de gemeenteraad en het sturingsconcept van de WWB.
3.
Onderzoek van bureau SEO: Kwantitatief effect WWB (zie bijlage)
Is de daling van het aantal bijstandsuitkeringen te danken aan de WWB, aan de conjunctuur of aan andere factoren? Bureau SEO heeft dit onderzocht. Een van de belangrijkste wijzigingen van de WWB is de financieringssystematiek. Voor het effect van de WWB is gekeken naar het effect van de financieringssystematiek ultimo 2006 ten opzichte van ultimo 2003. Hieruit blijkt dat de WWB voor een extra daling van 13.300 uitkeringen heeft gezorgd; een daling van 4% ten opzichte van het volume ultimo 2003. Daarnaast werkt de financieringssystematiek van vóór de WWB nog door na 2003 en zorgt eveneens voor een daling van 4 % ultimo 2006. Het effect van de WWB zal ook na 2006 nog doorlopen. De conjunctuur blijkt per saldo in de periode 2003-2006 een opwaarts effect te hebben gehad op het aantal uitkeringen. De WWB heeft verder geleid tot een besparing op de bijstandslasten, tot een verminderde, maar vermoedelijk selectievere inzet van re-integratietrajecten en tot een intensivering van het handhavingsbeleid. Zie voor een uitgebreide samenvatting van het onderzoek bijlage 3.
4.
Aan de slag met IPW! (zie bijlage)
Gemeenten, VNG, Divosa en SZW gaan aan de slag met het IPW In onderstaand overzicht ziet u op welke wijze gemeenten gaan bijdragen aan de resultaten die SZW, VNG en Divosa met de vijf programmalijnen van het Innovatie Programma Werk en bijstand willen behalen. In bijlage 4 vindt u een uitgebreidere versie van deze plannen, alsmede meer informatie ov.er het IPW en de programmalijnen. 1. Werk en maatschappelijke participatie Leeuwarden en Arnhem ontwikkelen integraal participatiebeleid. Zij geven inzicht in de manier waarop gemeenten per cliënt een keuze maken tussen geschikt voor reguliere arbeid (toeleiding naar werk), gedeeltelijk geschikt en nog niet geschikt voor reguliere arbeid (maatschappelijke participatie).
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
2. Regionaal arbeidsmarktbeleid Zwolle en Boxtel gaan ieder op zoek naar de kansen en knelpunten bij het uitvoeren van een arbeidsmarktanalyse en het formuleren van regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit doen zij samen met hun partners in de regio (UWV, CWI, werkgevers etc.). Doel is het versterken van de beleids- en organisatiekracht. 3. Samenhangende dienstverlening aan de klant Gemeenten ontwikkelen een (visie op) integrale dienstverlening: in de frontoffice worden de vragen voor dienstverlening door de klanten geformuleerd. De backoffice faciliteert daarvoor de frontoffice. Bij alle drie de projecten (Hoorn, Leiden en Zoetermeerl ligt de focus op de meervoudige vraag van de klant. 4. Verkennen van nieuwe mogelijkheden van gemeentelijk armoedebeleid Rotterdam en Vianen bevorderen participatie (deelname aan de samenleving) en het terugdringen van niet-gebruik van voorzieningen door samenwerking tussen partners op lokaal en regionaal niveau te stimuleren. 5. Terugdringen van huishoudens met problematische schulden GKB Drenthe biedt inzicht in de kosten en baten van beleid om uitstroom naar werk te belonen met (gedeeltelijke) kwijtschelding van schulden. RSD Hoeksche Waard ontwikkelt en beproeft aanpakken om bij wachtlijsten voor schuldhulpverlening voorrang te geven aan gezinnen met kinderen.
5.
Ketenprogramma 2008 'Doorpakken en verankeren'
Aansluitend op de Ketenmeibrief 2008 (verzamelbrief juni 2007) en de afspraken uit het Coalitieakkoord hebben de ketenpartners op 3 oktober jl. het definitieve Ketenprogramma 2008 aan mij aangeboden, onder de titel 'Doorpakken en verankeren'. Met dit programma willen de ketenpartners een belangrijke bijdrage leveren aan de ambities die in het Coalitieakkoord zijn geformuleerd. 'Doorpakken en verankeren' is het motto van dit ketenprogramma. Doorpakken in de bestanden om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Om dat te kunnen doen willen de ketenpartners integrale dienstverlening verankeren in de te vormen Locaties Werk en Inkomen. De ambitie van de ketenpartners is om de integrale dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers eind 2008 op alle Locaties Werk en Inkomen gestart en grotendeels werkend te hebben.
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
6.
Gemeentelokettelefoon en Helpdesk Inburgering
De Gemeentelokettelefoon van SZW, het adres voor gemeenten voor vragen over werk en inkomen, fungeert vanaf 14 januari 2008 ook als Helpdesk Inburgering. Voor beide onderwerpen zijn de medewerkers op elke werkdag telefonisch bereikbaar van 9.00 tot 12.30 uur. De (nieuwe!) telefoonnummers vindt u hieronder. Nieuw telefoonnummer Gemeentelokettelefoon per 14 januari 2008
070 315 2010 Als vanouds kunt u hier terecht met uw vragen over: • Wet werk en bijstand, alle besluiten en regelingen op basis van deze wet, plus de wijzigingen van deze wet- en regelgeving • Innovatie Programma Wwb • Wet sociale werkvoorziening, alle besluiten en regelingen op basis van deze wet, plus de wijzigingen van deze wet- en regelgeving • IOAW/IOAZ • Armoede en schulden • Wet werk en inkomen kunstenaars Uiteraard kunt u uw vragen ook per mail stellen. Het e-mailadres blijft ongewijzigd: gemeenteloket @ min sz w. nl. Daarnaast kunt u vragen ook online blijven stellen via de knop 'Stel uw vraag online' op de homepage van www. gemeenteloket, sz w .nl
Nieuw telefoonnummer Helpdesk Inburgering per 14 januari 2008
070 315 21 40 U kunt hier terecht met al uw vragen over de Wet inburgering en alle bijbehorende besluiten en regelgeving. Verdere informatie over het onderwerp Inburgering kunt u vinden op de website Handig: HANDIG staat voor HANDreiking Inburgering voor Gemeenten. www.handreikinginburgeringgemeenten.nl U kunt uw vragen ook per mail stellen. Het e-mailadres blijft ongewijzigd: helpdesk.inburgering @ minvrom.nl.
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
7.
Schatting belastbaar inkomen bijstandsgerechtigden (zie bijlage)
Bij nieuwe aanvragen en bij wijzigingen in de omstandigheden van de belanghebbende, die de hoogte van de voorlopige teruggaaf kunnen beïnvloeden, zal het nodig zijn dit door te geven aan de Belastingdienst. Op het aanvraagformulier heffingskortingen moet de belanghebbende aan de Belastingdienst opgeven hoe hoog het belastbaar inkomen is dat de belanghebbende het komende jaar zal hebben. In dat verband is een overzicht opgesteld van de bij standsinkomens voor het jaar 2008. De gegevens zijn gebaseerd op de stand van l januari 2008. Alle bedragen zijn inclusief vakantieuitkering. U vindt het overzicht in bijlage 7.
8.
Rectificatie Vakantietoeslag
De Verzamelbrief van december 2007 bevatte de wijzigingen bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per l januari 2008 (onderdeel 12). In bijlage VI, Formules en percentages genoemd in paragraaf 6 (Vakantietoeslag) van de Regeling WWB voor het jaar 2008, is een fout geslopen. Artikel 14, eerste lid, onderdeel b moet als volgt worden gelezen: b. een alleenstaande ouder, indien - het inkomen € 939,60 of meer bedraagt - het inkomen lager is dan € 939,60
9.
5,66% x ink - € 9,46; 4,70% x ink;
Wsw: wetswijziging en het aanleveren van informatie (zie bijlage)
Per l januari 2008 is de wetswijziging Wsw in werking getreden alsmede een wijziging van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken en een nieuwe Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008. Vanaf l januari 2008 zijn afzonderlijke gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Op de website www.aanhetwerkmetdewsw.nl is alle informatie met betrekking tot de wetswijziging te vinden. Zo worden veelgestelde vragen op deze site van een antwoord voorzien en is een overzicht te vinden van de activiteiten en producten die worden ontwikkeld in het kader van het implementatieprogramma van VNG, Cedris, cliëntenorganisaties én vakbonden, zoals een modelverordening persoonsgebonden budget begeleid werken en een handreiking wachtlijstbeheer.
Ons kenmerk
1NTERCOM/2008/492
In bijlage 9 wordt u nader geïnformeerd over het indienen van de verantwoordings- en beleidsinformatie over de Wsw in 2008 (wie, waar, wanneer, wat). Deze informatie is ook gepubliceerd op het Gemeenteloket. 2008 is met betrekking tot het indienen van de verantwoordings- en beleidsinformatie nog een overgangsjaar.
Extra bijlagen B&W ontvangen als bijlage bij de Verzamelbrief ook samenvattingen van de rapporten 'Evaluatie Cliëntenparticipatie WWB, een landelijk beeld van de lokale vormgeving' en 'Wet werk en bijstand: Cliënten aan het woord'. Deze zijn abusievelijk niet mee gezonden met de Verzamelbrieven september en december 2007.
Wilt u de Verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, stuur dan een e-mail met uw naam, gemeente, functie en e-mail adres naar
[email protected]. Voor vragen met betrekking tot de Verzamelbrief kunt u een e-mail sturen naar gemeenteloket® minszw.nl.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlagen Verzamelbrief januari 2008
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage l
Kabinetsstandpunt evaluatie WWB
Met de aanbieding aan het Parlement van het Kabinetsstandpunt evaluatie WWB en het daaraan ten grondslag liggende eindonderzoek voldoet het kabinet aan de verplichting uit de WWB (artikel 84) om de wet te evalueren binnen vier jaar na de inwerkingtreding ervan. De evaluatie begon in april 2005 met de aanbieding van het Nader Uitgewerkte Plan van Aanpak voor de evaluatie Wet werk en bijstand 2004-2007 aan het Parlement. Hierin is gekozen voor deelonderzoeken, kwalitatieve en kwantitatieve, verspreid over vier jaar om tussentijds op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Direct na oplevering zijn de deelrapporten aangeboden aan Parlement en gemeenten. Al dit materiaal ligt ten grondslag aan het Kabinetsstandpunt. Uit de evaluatie blijkt dat de WWB een duidelijke cultuurwijziging heeft teweeggebracht bij gemeenten in de richting van werk boven uitkering. Er is groot draagvlak bij gemeenten voor de decentralisatie van beleid en budget onder de WWB: deze prikkelt gemeenten financieel en geeft de mogelijkheid tot het leveren van maatwerk. Ook cliënten ervaren de cultuuromslag door de WWB en staan hier over het algemeen niet negatief tegenover. De doelen van de wet zijn in belangrijke mate gehaald. Het volume bijstandgerechtigde huishoudens is ultimo 2006 met 10 procent gedaald ten opzichte van 2003. Ook sinds eind 2006 is het volume blijven dalen. Het meest recente volumecijfer betreft september 2007; er ontvingen toen 281.000 huishoudens (jonger dan 65 jaar) een WWB-uitkering. De WWB sec droeg naast andere factoren aantoonbaar bij aan deze daling (zie ook het SEO-onderzoek bij onderdeel 3 van deze Verzamelbrief). Van re-integratietrajecten die in 2002 zijn gestart voor bijstandsgerechtigden blijkt 10% binnen 24 maanden tot uitstroom naar regulier werk te leiden. Van trajecten die in 2004 zijn gestart bedraagt dat percentage 19%; een toename met 90%. Daarmee is de doelstelling van het kabinet om 25% meer uitstroom naar werk uit trajecten te realiseren in de periode 20042007 al vóór 2007 voor bijstandsgerechtigden behaald.
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage 2
Eindonderzoek van bureau Meccano: Werkt de WWB?
Het bureau Meccano heeft de opdracht gekregen om het eindrapport van de evaluatie WWB te schrijven. Door Meccano is een grote hoeveelheid onderzoeksmateriaal over het functioneren van de WWB van de periode 2004, 2005 en 2006 en waar mogelijk 2007 geanalyseerd en gesynthetiseerd. Er zijn geen aanwijzingen dat het nieuwe beleid van de WWB de inkomenswaarborg zou aantasten. Er is weliswaar sprake van een resolute aanpak van nieuwe instroom d.m.v. instrumenten als Work First, maar er zijn geen aanwijzingen dat potentiële bij standgerechtigden niet zouden krijgen waar zij recht op hebben. Tevens is er in veel gemeenten toenemende aandacht van gemeenten voor armoede- en minimabeleid. De gemeenteraad heeft een controlerende en kaderstellende rol. Het is volgens Meccano de vraag of deze taak bij de WWB voldoende aandacht heeft gekregen. Hierdoor ontstaat het risico dat, mede door de prikkel van het financieringssysteem van het I-deel, de inhoudelijke afwegingen voor het beleid onderbelicht of onbesproken raken. Dat kan betekenen dat de keuzes die vanuit de decentralisatie van de WWB aan de gemeenteraad toevallen, de facto in de uitvoering gemaakt worden. Volgens Meccano zou dit te maken kunnen hebben met het feit dat deze rol nieuw is voor de gemeenteraad. In het Kabinetsstandpunt geeft het kabinet aan dat het bereid is om samen met de VNG te bezien of ondersteuning van gemeenteraden met betrekking tot de WWB nodig is. Meccano constateert dat het sturingsconcept van de WWB in principe werkt: door de verschuiving van financiële verantwoordelijkheid naar gemeenten gekoppeld aan de verruiming van de gemeentelijke beleidsruimte hebben gemeenten de bovenstaande resultaten kunnen behalen. Meccano is echter van mening dat het Rijk met aanvullende sturingselementen gemeenten beperkt in hun beleidsvrijheid, bv. bij het verbod op categoriale bijzondere bijstand en de regulering van de langdurigheidstoeslag. Meccano verwacht dat met het huidige sturingsmodel van de WWB de aandacht van gemeenten vooral gericht zal zijn op de relatief makkelijk te bemiddelen cliënten, zeker in de nadeelgemeenten. Meccano pleit daarom te blijven zoeken naar een optimale mix van regelgeving, prestatieprikkels en het bevorderen van de inzet van professionele kennis en kunde. In de sturing van de politieorganisatie is hiermee al ervaring opgedaan.
10
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage 3
Onderzoek van bureau SEO: Kwantitatief effect WWB
Onderzoeksvraag Op l januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. Met de introductie van de WWB hebben gemeenten een grotere financiële verantwoordelijkheid gekregen. Gemeenten hebben bovendien zelfde keuze gekregen op welke wijze zij hun activerende rol precies invullen. Het hoofddoel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de effecten van de WWB op de bijstandslasten en het bij standsvolume. Het ministerie van SZW verwachtte in 2006 een daling van de bijstandslasten met 5%, oftewel 250 miljoen euro, als gevolg van de WWB. Daarnaast wil het ministerie inzicht krijgen in het effect van de WWB op het gemeentelijke beleid. Om deze vraag te beantwoorden hebben we het effect van de WWB en de conjunctuur op de in- en uitstroom uit de uitkering bepaald. Om het effect van de WWB en conjunctuur op de in- en uitstroom te schatten, voerden we analyses uit op microdata. Met behulp van de in- en uitstroomkansen simuleerden we vervolgens het effect op het totale aantal uitkeringsgerechtigden, zowel op de korte termijn als in een meer structurele situatie. De WWB De veranderingen in de bekostigingssystematiek bestaan uit twee componenten: de mate waarin gemeenten hun bij standsbudget bij het ministerie van SZW konden declareren en de mate waarin gemeenten hun middelen volgens een objectief verdeelmodel ontvangen.
Tot 2001 konden gemeenten 90% van de bijstandsuitgaven bij het ministerie declareren. Gemeenten hadden daardoor slechts een zeer beperkte financiële prikkel om de instroom in de bijstand te beperken en de uitstroom uit de bijstand te bevorderen. In 2001 is het declaratiepercentage afgenomen tot 75%. Met de introductie van de WWB in 2004 werden gemeenten volledig budgetverantwoordelijk. Ze konden niets meer declareren bij het Rijk. Gemeenten kregen dus een steeds groter wordende budgetverantwoordelijkheid. Ook de wijze waarop dit budget werd vastgesteld is in de loop van de tijd veranderd. In 2001 werd het budget dat gemeenten kregen volledig bepaald door de uitgaven die gemeenten in het verleden hadden gemaakt. Gemeenten met een activerend beleid kregen daardoor een relatief klein deel van het bij standsbudget. Daarom is eindjaren negentig een verdeelmodel ontwikkeld dat het budget russen gemeenten verdeelt op basis van objectieve gemeentelijke kenmerken. De mate waarin de middelen worden verdeeld volgens het objectieve verdeelmodel verschilt in de loop van de tijd en tussen gemeenten.
n
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
WWB leidt tot daling volume met 4% in 2006 In de periode 2004-2006 is als gevolg van de WWB het bij standsvolume gedaald met 13.300 uitkeringen; een daling van 4% ten opzichte van het volume ultimo 2003. Als gevolg van eerdere wijzigingen van de bekostigingssystematiek is in de periode 2004-2006 eveneens een volumedaling van 4% opgetreden. In dezelfde periode heeft de conjunctuur gezorgd voor een stijging van het volume met 8%. hl 2006 is het effect van de WWB nog niet volledig. Dit komt doordat het effect van de WWB volgens onze schattingen met vertraging doorwerkt op de daling van de instroom en de stijging van de uitstroom. Na 2006 loopt de geschatte daling van het volume nog verder op tot 14% (ten opzichte van het volume ultimo 2003) in 2010 en 16% in de structurele situatie. De WWB heeft geleid tot een jaarlijkse besparing op de bijstandslasten van 106 miljoen euro in 2006. Dit bedrag loopt op tot naar schatting 556 miljoen euro in 2010 en 667 miljoen euro structureel. WWB leidt tot vergroting van het aantal fraudeonderzoeken en daling van het aantal gestarte re-integratietrajecten De wijziging van de bekostigingssystematiek van de bijstand heeft geleid tot een intensivering van het handhavingsbeleid. Er is bij meer mensen een fraudeonderzoek gestart. Het aantal gestarte re-integratietrajecten is verminderd als gevolg van de WWB. Vermoedelijk zijn reintegratietrajecten wel selectiever ingezet, waardoor de effectiviteit is vergroot. Kanttekeningen bij het onderzoek De conclusies zijn gebaseerd op een schatting op basis van een econometrisch model waarin we de ontwikkeling van het bij standsvolume hebben verklaard uit verschillende factoren. Een dergelijk schattingsmodel is een abstractie van de werkelijkheid, waarin niet alle factoren die invloed hebben op het bij standsvolume kunnen worden meegenomen. Zo hebben we de effecten van andere beleidswijzigingen die gevolgen hebben voor het WWB volume niet kunnen meenemen. De resultaten van onze schattingen moeten daarom met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.
12
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage 4
Aan de slag met IPW!
Doel van het Innovatie Programma Werk en bijstand is het zoeken van nieuwe wegen om meer mensen aan het werk te krijgen/te laten participeren door de samenhang te verbeteren tussen de (gemeentelijke) uitvoeringspraktijk van de WWB en andere beleidsterreinen. Onderstaand een overzicht met de wijze waarop gemeenten gaan bijdragen aan de resultaten die SZW, VNG en Divosa met de vijf programmalijnen willen behalen. Per programmalijn bekijken we: • Wat vraagt dit van de gemeentelijke organisatie (inclusief interne samenwerking)? • Wat vraagt dit aan samenwerking van de gemeente met andere organisaties op lokaal en regionaal niveau? • Wat vraagt dit van het departement of van de samenwerking tussen departementen? 1. Werken maatschappelijke participatie Leeuwarden en Arnhem ontwikkelen integraal participatiebeleid. Zij geven inzicht in de manier waarop gemeenten per cliënt een keuze maken tussen geschikt voor reguliere arbeid (toeleiding naar werk), gedeeltelijk geschikt en nog niet geschikt voor reguliere arbeid (maatschappelijke participatie). Het gaat ook om inzicht in de groep inwoners binnen een gemeente die niet of parttime werken, wel of geen uitkering hebben en al dan niet bekend zijn (bij het CWI). Samenwerking tussen sociale diensten, UWV en CWI met zorgaanbieders en hulpverlenende instanties is daarbij belangrijk. 2. Regionaal arbeidsmarktbeleid Zwolle en Boxtel gaan ieder op zoek naar de kansen en knelpunten bij het uitvoeren van een arbeidsmarktanalyse en het formuleren van regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit doen zij samen met hun partners in de regio (UWV, CWI, werkgevers etc.). Doel is het versterken van de beleids- en organisatiekracht. Interessant daarbij is de verschillende positie die Zwolle (voortrekkersgemeente) en Boxtel (kleine gemeente gelegen russen drie voortrekkersgemeenten) hebben. Bekeken wordt ook wat dit betekent voor de bestuurlijke verhoudingen in de regio. 3. Samenhangende dienstverlening aan de klant Gemeenten ontwikkelen een (visie op) integrale dienstverlening: in de frontoffice worden de vragen voor dienstverlening door de klanten geformuleerd. De backoffice faciliteert daarvoor de frontoffice. Bij alle drie de projecten (Hoorn, Leiden en Zoetermeer) ligt de focus op de meervoudige vraag van de klant. Zoetermeer richt zicht op het gebruik van persoonsgebonden budget voor uiteenlopende groepen klanten vanuit o.a. de WWB, WSW, inburgering en WMO. Hoorn formuleert met haar samenwerkingspartners gezamenlijke klantdoelen en kijkt wat er nodig is om die te realiseren (op niveau van beleid, uitvoering en technologische ondersteuning). Leiden ontwikkelt met partners een proactieve dienstverlening op het terrein van educatie, inburgering, re-integratie, sociale participatie, sociale werkvoorziening en zorg. 13
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
4. Verkennen van nieuwe mogelijkheden van gemeentelijk armoedebeleid Het doel is het bevorderen van participatie (deelname aan de samenleving) en het terugdringen van niet-gebruik van voorzieningen door samenwerking russen partners op lokaal en regionaal niveau te stimuleren. Rotterdam doet dit op de thema's gezinnen met kinderen, voedselbanken en krachtenbundeling op buurtniveau. Vianen verbindt armoedebeleid en jeugdbeleid, zodat problemen van kind en ouder niet langer geïsoleerd behandeld worden zonder verband te leggen met de problemen binnen het gezin. 5. Terugdringen van huishoudens met problematische schulden GKB Drenthe biedt inzicht in de kosten en baten van beleid om uitstroom naar werk te belonen met (gedeeltelijke) kwijtschelding van schulden. Onderzocht wordt of dit vorm gegeven kan worden zonder dat dat leidt tot perverse effecten en verlies aan maatschappelijk draagvlak. RSD Hoeksche Waard ontwikkelt en beproeft aanpakken om bij wachtlijsten voor schuldhulpverlening voorrang te geven aan gezinnen met kinderen. De vijf programmalijnen van het IPW zijn vastgesteld voor de huidige kabinetsperiode (20072011). Voor het uitvoeren hiervan is structureel 5 miljoen euro per jaar beschikbaar. Meer informatie over de werkwijze van het IPW in 2008 vindt u in een volgende verzamelbrief. Op het gemeenteloket vindt u de vijf programmalijnen van het IPW en meer informatie over de projecten 2007 en de contactpersonen daarvan. Ik blijf graag op de hoogte van interessante ontwikkelingen binnen gemeenten die kunnen bijdragen aan de uitvoering van de programmalijnen. Hiervoor kunt u bellen met Geeta Gebhard:
[email protected] of0703334271.
14
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage 7
Schatting belastbaar inkomen bijstandsgerechtigden *)
Voorlopige teruggaaf Loon uit vroegere arbeid (gebaseerd op de bijstandsnormen van januari 2008 op jaarbasis): Personen van 21 tot 65 jaar gehuwd, per partner
€ 9.190
alleenstaande ouder - zonder toeslag -met toeslag
€11.820 €16.890
alleenstaande - zonder toeslag - met toeslag
€ 9.190 € 14.260
Personen jonger dan 21 jaar zonder kinderen gehuwden, beide partners < 21 jr; per partner gehuwden, één partner < 21 jr; per partner alleenstaande 18, 19 of 20 jaar
€ 2.800**) € 5.450**) €2.800**)
Personen jonger dan 21 jaar met kinderen gehuwden, beide partners < 21 jr; per partner gehuwden, één partner < 21 jr; per partner alleenstaande ouder
€ 4.420**) € 7.580 € 4.480***)
*) Bij de berekening van de bedragen is uitgegaan van een volledige bijstandsuitkering. Er is geen rekening gehouden met een eventuele samenloop met inkomsten uit tegenwoordige arbeid. **) Het inkomen is niet toereikend om de algemene heffingskorting volledig te vergelden. ***) Het inkomen is niet toereikend om de alleenstaande ouderkorting volledig te vergelden.
15
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Bijlage 9
Wsw
Aanleveren verantwoordingsinformatie over 2007 in 2008 Wie, waar en wanneer Per l januari 2008 is de wetswijziging Wsw in werking getreden alsmede een wijziging van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken en een nieuwe Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008. Vanaf l januari 2008 zijn individuele gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Het jaar 2008 is met betrekking tot het indienen van de verantwoordingsinformatie evenwel een overgangsjaar. In het uitvoeringsjaar 2008 dient namelijk verantwoording te worden afgelegd over het uitvoeringsjaar 2007, waarin zelfstandig uitvoerende gemeenten en werkvoorzieningschappen nog de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de Wsw. De individuele gemeenten die in het uitvoeringsjaar 2007 de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de Wsw en die tevens de Wsw-subsidie voor dat jaar rechtstreeks hebben ontvangen van het ministerie van SZW, zijn verantwoordelijk voor opname van de verantwoordingsinformatie Wsw in de bijlage SiSa bij de gemeentelijke jaarrekening die vóór 15 juli 2008 in het bezit dient te zijn van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De werkvoorzieningschappen die in het uitvoeringsjaar 2007 de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de Wsw en die tevens de Wsw-subsidie voor dat jaar hebben ontvangen van het ministerie van SZW, zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de verantwoordingsinformatie Wsw. De accountant controleert de verantwoordingsinformatie Wsw conform de uitgangspunten in de 'nota verwachtingen accountantscontrole' zoals opgenomen in de circulaire Single Information en Single audit 2007 van 8 oktober 2007. Dit betekent dat de accountant de verantwoordingsinformatie Wsw controleert op deugdelijke totstandkoming. Deze controle is daarmee hetzelfde als de controle voor de individuele gemeenten die de verantwoordingsinformatie opnemen in de bijlage SiSa bij de gemeentelijke jaarrekening. Daarnaast dient de accountant te rapporteren over zijn controlebevindingen. De rapportage van de accountant dient - ook als er geen bevindingen zijn - ten minste uit de onderstaande tabel te bestaan. Per indicator of- voor zover niet per indicator mogelijk - als 'overig' moet de totale fout en/of onzekerheid worden aangegeven en (kort) worden toegelicht. Door de accountant dient gerapporteerd te worden over alle door hem geconstateerde afwijkingen.
Wsw
Fout of onzekerheid
Toelichting fout/onzekerheid
Indicator
16
Ons kenmerk
INTERCOM/20087492
De individuele gemeenten die formeel onderdeel uitmaken van het werkvoorzieningschap zijn vervolgens verantwoordelijk voor opname van de verantwoordingsinformatie Wsw van het werkvoorzieningschap, de daarbij horende ondertekende accountantsverklaring en de tabel met fouten en onzekerheden zoals die door de accountant zijn gerapporteerd als één aparte bijlage (pdf-bestand) bij de gemeentelijke jaarrekening die vóór 15 juli 2008 in het bezit dient te zijn van het CBS. Deze gemeenten sturen dus geen zeven, maar acht bestanden naar het CBS. Via het CBS wordt de verantwoordingsinformatie over de Wsw vervolgens verstrekt aan het ministerie van SZW. Het Verslag over de uitvoering Wsw zoals in voorgaande jaren moest worden ingediend bij het ministerie van SZW komt dus te vervallen. Heeft een individuele gemeente niet de verantwoordingsinformatie over de Wsw over het uitvoeringsjaar 2007 ingediend vóór 15 juli 2008 en is door de minister van BZK geen uitstel verleend i.v.m. overmacht dan worden de voorschotbetalingen met betrekking tot de Wsw aan de betreffende gemeente stopgezet. Hervatting daarvan vindt plaats op de vijftiende van de kalendermaand na de maand waarin alsnog de informatie is geleverd. Is de verantwoordingsinformatie echter aangeleverd na 15 juli 2008 maar vóór l augustus 2008 dan vindt de hervatting van de voorschotbetalingen pas plaats per 15 september 2008. Aldus wordt voorkomen dat aanlevering in die periode zonder gevolgen blijft en de einddatum voor de aanlevering de facto opschuift naar l augustus 2008. Is de verantwoordingsinformatie over de Wsw over het uitvoeringsjaar 2007 van een individuele gemeente niet ontvangen vóór l september 2008 dan wordt voor de berekening van de taakstelling en de daarmee gemoeide uitkering Wsw voor 2009 voor de betreffende gemeente het aantal in de gemeente woonachtige Wsw-geïndiceerden dat op de wachtlijst staat of een dienstbetrekking heeft op 31 december 2007 op nihil gesteld. De desbetreffende gemeente maakt dan aanspraak op de garantiestelling. Wijziging na l september 2008 van reeds ingediende gecertificeerde gegevens is niet mogelijk. Het hanteren van de deadline van l september 2008 is noodzakelijk om de landelijke taakstelling tijdig, namelijk voor l oktober 2008, onder gemeenten te kunnen verdelen en gemeenten ten aanzien hiervan rechtszekerheid te bieden. Wat De indicatoren Wsw waar over het uitvoeringsjaar 2007 verantwoording moet worden afgelegd, worden opgenomen in de Regeling verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen (hierna: de regeling) van de minister van BZK. De gewijzigde regeling zal naar verwachting in februari 2008 gepubliceerd worden in de Staatscourant. De volgende indicatoren Wsw zullen daarin worden opgenomen:
17
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
l. Indicatoren noodzakelijk om de taakstelling en de daarbij behorende uitkering voor 2009 per gemeente vast te stellen: A. Het totaal aantalf geïndiceerde15 inwoners6 per gemeentea dat een dienstbetrekking dan wel een arbeidsovereenkomst heeft0 of op de wachtlijst staat en beschikbaar isd om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2007. Toelichting: a) Een uitsplitsing van dit gegeven moet worden gemaakt per woongemeente. Hiertoe dient gebruik te worden gemaakt van het unieke nummer van de gemeente. Dit is het zogenoemde CBS-nummer. b) Alléén inwoners met een geldige (her)indicatiebeschikldng mogen worden meegerekend. Hiertoe worden in dit verband ook gerekend inwoners die al voor de wetswijziging van 1998 een Wsw-dienstverband hadden en nu nog werken in het kader van de Wsw (en formeel niet beschikken over een indicatiebeschikking). c) De zelfstandig uitvoerende gemeente/werkvoorzieningschap die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor de geïndiceerde inwoner met een Wsw-dienstverband (Wsw-dienstbetrekking of Wsw-arbeidsovereenkomst in geval van begeleid werken) op 31 december 2007, ofwel het Wsw-dienstverband bekostigt, dient de gevraagde informatie over deze persoon op te nemen. d) Een geïndiceerde inwoner die op de wachtlijst staat op 31 december 2007 maar niet beschikbaar is voor Wsw-arbeid dient, al dan niet met terugwerkende kracht, van de wachtlijst te worden verwijderd. Iemand is niet beschikbaar als: • hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek niet in staat is tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden indien hij dat gedurende een ononderbroken periode van ten minste 13 weken is geweest; • hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen; • hij buiten Nederland woont; • hij een voltijdsscholing of-opleiding volgt, tenzij de voltijdsscholing of-opleiding bedoeld is om aansluiting te vinden met het aanvaarden van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet; of • uit zijn houding en gedragingen ondubbelzinnig blijkt dat hij niet bereid is een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden. e) Een persoon wordt als inwoner aangemerkt als hij is geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie. Een persoon die een Wsw-dienstverband heeft, maar buiten Nederland woont, wordt als inwoner aangemerkt van de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. Een persoon met een Wsw-dienstverband die nergens is geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie, wordt als inwoner aangemerkt van de gemeente waar hij een. postadres heeft. 18
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
f) Geïndiceerde inwoners die zijn ingedeeld in de arbeidshandicapcategorie 'ernstig' en een Wsw-dienstverband hebben of op de wachtlijst staan en beschikbaar zijn om een Wsw-dienstverband te aanvaarden, tellen mee voor 1,25. Dit geldt ook voor inwoners die al vanaf de wetswijziging van 1998 werkzaam zijn bij de blindenwerkplaats Blizo, behorende tot de bestuurlijke eenheid 'WSD' te Boxtel, en de blindenwerkplaats Proson, behorende tot de bestuurlijke eenheid 'Intergemeentelijk samenwerkingsverband Noordwest Veluwe' te Nunspeet. Het totaal aantal wordt berekend op honderdsten nauwkeurig waarbij vijfduizendste of meer naar boven wordt afgerond op een honderdste. B. Het totaal aantal personen dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2007 uitgedrukt in standaardeenheden Toelichting: Deze indicator komt overeen met code 332/600 uit het Verslag over de uitvoering 2006. Het enige verschil is dat een verhuizing niet als uitstroom geldt. Het totaal aantal wordt berekend op honderdsten nauwkeurig waarbij vijfduizendste of meer naar boven wordt afgerond op een honderdste. 2. Indicator noodzakelijk om de toegekende taakstelling en de daarbij behorende subsidie voor het uitvoeringsjaar 2007 per zelfstandig uitvoerende gemeente of werkvoorzieningschap vast te stellen: C. De totale realisatie in 2007 uitgedrukt in standaardeenheden Toelichting: Deze indicator komt overeen met code 219 uit het Verslag over de uitvoering 2006. Het totaal aantal wordt berekend op honderdsten nauwkeurig waarbij vijfduizendste of meer naar boven wordt afgerond op een honderdste. 3. Indicator noodzakelijk om de stimuleringsuitkering begeleid werken per gemeente vast te stellen: D. Het aantal6 gerealiseerde arbeidsjaren0 in begeleid werkenb van geïndiceerde inwonersd per gemeente3 in 2007. Toelichting: a) Een uitsplitsing van dit gegeven moet worden gemaakt per woongemeente. Hiertoe dient gebruik te worden gemaakt van het unieke nummer van de gemeente. Dit is het zogenoemde CBS-nummer. b) De zelfstandig uitvoerende gemeente of het werkvoorzieningschap die fa financiële verantwoordelijkheid draagt voor de geïndiceerde inwoner met een begeleid 19
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
werkenplek, ofwel dit dienstverband bekostigt, dient de gevraagde informatie over deze persoon op te nemen. Voor het toekennen van de bonus wordt onder begeleid werken verstaan een dienstbetrekking: • waarop niet de collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociale werkvoorziening van toepassing is; • waarbij de werkgever niet een rechtspersoon is als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet noch een dergelijke rechtspersoon houder is van aandelen die ten minste de helft van de stemmen in de algemene vergadering van de werkgever vertegenwoordigen dan wel anderszins op directe of indirecte wijze de bestuurlijke zeggenschap heeft binnen de werkgever; en • indien deze is aangegaan voor ten minste zes maanden. c) Bij de bepaling van het aantal gerealiseerde arbeidsjaren wordt: • onder het vervullen van een dienstbetrekking niet verstaan de situatie dat de werknemer niet werkt tenzij hij loon geniet op grond van artikel 628, 629 of 639 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, • onder geïndiceerde mede verstaan de persoon die op 31 december 1997 een dienstbetrekking heeft op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening zolang de dienstbetrekking voortduurt alsmede de niet langer geïndiceerde persoon wiens (her)indicatiebeschikking tijdens de duur van de dienstbetrekking is ingetrokken of vervallen of van wie de geldigheidsduur van de indicatie tijdens de duur van de dienstbetrekking is verlopen; • een gerealiseerd arbeidsjaar met 1,25 vermenigvuldigd voor een geïndiceerde ingezetene ingedeeld in de arbeidshandicapcategorie ernstig alsmede voor degene, bedoeld in voorgaand onderdeel, die laatstelijk was ingedeeld in die arbeidshandicapcategorie; d) Een persoon wordt als inwoner aangemerkt als hij is geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie. Een persoon die een Wsw-dienstverband heeft, maar buiten Nederland woont, wordt als inwoner aangemerkt van de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. Een persoon met een Wsw-dienstverband die in nergens is geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie, wordt als inwoner aangemerkt van de gemeente waar hij een postadres heeft. e) Het totaal aantal wordt berekend op honderdsten nauwkeurig waarbij vijfduizendste of meer naar boven wordt afgerond op een honderdste. Meer informatie over sisa is te vinden op www.minbzk.nl/sisa.
20
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Aanleveren beleidsinformatie in 2008 Wie, waar en wanneer Ook voor de beleidsinformatie Wsw, de zogenoemde Wsw-statistiek, geldt dat het jaar 2008 een overgangsjaar is. De beleidsinformatie over de Wsw dient binnen zes weken na afloop van een halfjaarsperiode te zijn verstrekt aan de door de minister aangewezen bewerker, te weten Research voor Beleid. De individuele gemeenten die in het uitvoeringsjaar 2007 de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de Wsw en die tevens de Wsw-subsidie voor dat jaar rechtstreeks hebben ontvangen van het ministerie van SZW, zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de beleidsinformatie die betrekking heeft op de personen die in de periode l juli 2007 tot en met 31 december 2007 tot de wachtlijst of het werknemersbestand behoorden alsook voor het indienen van de beleidsinformatie vóór 15 februari 2008 bij Research voor Beleid. De werkvoorzieningschappen die in het uitvoeringsjaar 2007 de verantwoordelijkheid droegen voor de uitvoering van de Wsw en die tevens de Wsw-subsidie voor dat jaar hebben ontvangen van het ministerie van SZW, zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de beleidsinformatie Wsw die betrekking heeft op de personen die in de periode l juli 2007 tot en met 31 december 2007 tot de wachtlijst of het werknemersbestand behoorden. De individuele gemeenten die formeel onderdeel uitmaken van het werkvoorzieningschap zijn verantwoordelijk voor het indienen van de beleidsinformatie vóór 15 februari 2008 bij Research voor Beleid. Dit kan ook door het werkvoorzieningschap schriftelijk te machtigen om de betreffende informatie namens de gemeente in te dienen bij Research voor Beleid. De beleidsinformatie die betrekking heeft op de personen die in de periode l januari 2008 tot en met 30 juni 2008 tot de wachtlijst of het werknemersbestand behoorden, moet vóór 15 augustus 2008 ingediend worden. Het zijn de individuele gemeenten die vanaf l januari 2008 verantwoordelijk zijn voor zowel het opstellen van de beleidsinformatie over de eigen ingezetenen als het indienen ervan. Als de gemeente ervoor kiest om de beleidsinformatie over haar inwoners niet zelf te verstrekken maar dit over te laten aan de betreffende gemeenten/werkvoorzieningschappen waar de inwoners op de wachtlijst staan dan wel werken, dan dient de gemeente de betreffende gemeenten/werkvoorzieningschappen hiertoe schriftelijk te machtigen.
21
Ons kenmerk
INTERCOM/2008/492
Wat De beleidsinformatie die over 2008 verstrekt moet worden, is hetzelfde als 2007. Pas met ingang van l januari 2009 zal de nieuw aan te leveren beleidsinformatie worden vastgesteld. 2008 kan gebruikt worden om de voorbereidingen daarvoor te treffen.
Met ingang van l januari 2008 komt de 'voorlopige volume en financiële informatie', die voorheen jaarlijks voor l maart moest worden aangeleverd bij het ministerie van SZW, te vervallen.
22
LET OP: Deel document/Bijlage(n) niet meegescand (voor eventuele toelichting: zie memo)
Deze pagina is door Div toegevoegd aan het digitale exemplaar en maakt geen deel uit van het originele stuk. Team DIV, Gemeente Bloemendaal