Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9252 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 20-08-1999, nr. 159 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche namens de Vereniging Nederlandse Contractcateringorganisaties als partij te ener zijde en de Horecabond FNV, CNV Horeca en De Unie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contract-cateringbranche, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant; dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht; dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit:
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1999 CAO1502
CAO925299
1
I. Trekt in zijn besluit van 29 april 1998 (Stcrt. 1998, nr. 86), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van de artikelen I.1 lid 1, X.4, XIV.3 en XIV.4 alsmede daarbij behorende statuten en reglementen van de Stichting Fonds bevordering arbeidsverhoudingen contract-cateringbranche, de Stichting opleidingen contract-cateringbranche, de Stichting leerplaatsenfonds contract-cateringbranche en de Stichting kwaliteit van de arbeid voor de contract-cateringbranche van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contract-cateringbranche, zulks met inachtneming van hetgeen onder V en VI is bepaald; II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 2001 (en voorzover het betreft de artikelen I.1 lid 1, X.4, XIV.3 en XIV.4 alsmede de daarbij behorende statuten en reglementen van de Stichting Fonds bevordering arbeidsverhoudingen contract-cateringbranche, de Stichting opleidingen contract-cateringbranche en de Stichting leerplaatsenfonds contract-cateringbranche van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contract-cateringbranche tot en met 28 februari 2004) de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contractcateringbranche, alsmede de statuten van de Stichting kwaliteit van de arbeid contract-cateringbranche en van de Stichting Vakraad contractcateringbranche, zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV, V en VI is bepaald: ALGEMEEN DEEL HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel I, 1 Definities en werkingssfeer 1. In deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) en de daarbij behorende bijlagen, die geacht worden deel uit te maken van deze CAO, wordt verstaan onder: Werkgever: natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van Contract-cateringactiviteiten met uitzondering van offshore-cateringactiviteiten. Verwezen wordt naar bijlage 4. Werknemer: iedere natuurlijke persoon met uitzondering van stagiaires waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en wiens functie is ingedeeld in de in de CAO genoemde salarisgroepen en die op 2
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
locatie werkzaam is. De eis van het op locatie werkzaam zijn geldt uit de aard der activiteiten niet indien er sprake is van produktiekeukens. Onder arbeidsovereenkomst wordt eveneens verstaan de overeenkomst bedoeld in artikel 7:690 BW. 1. De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers (iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon) die zich bezighouden met het verrichten van contract-cateringactiviteiten en hun werknemers die in het kader van hun arbeidsovereenkomst betrokken zijn bij activiteiten van hun werkgever op het gebied van Contractcatering. 2. Voor Contract-cateringactiviteiten waarop deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, is karakteristiek het verlenen van restauratieve diensten ten behoeve van personen met wie de opdrachtgever een durende band heeft anders dan die strekkende tot dat verlenen, en die diensten worden verleend in directe relatie tot die band. Onder Contract-cateringactiviteiten dienen tevens te worden begrepen voedselbereidingsactiviteiten die plaatsvinden buiten de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever1) voor zover deze worden verricht ten behoeve van het verlenen van restauratieve diensten in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever. – Onder Institutionele cateringactiviteiten wordt verstaan het direct danwel indirect verlenen van restauratieve diensten in gevangenissen, ziekenhuizen, en verzorgingshuizen of verpleeghuizen alsmede het direct danwel indirect verzorgen van maaltijden aan onder meer thuiswonende bejaarden of gehandicapten en asielzoekerscentra. Voor werknemers als hiervoor bedoeld, werkzaam in de institutionele sector, gelden van de CAO afwijkende arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in deel B. – Inflightcatering is het verlenen van restauratieve diensten in de ruimste zin des woords -ondersteunende diensten voorzover in hoofdzaak ten behoeve van bevoorrading van vliegtuigen uitgevoerd daaronder mede begrepenten behoeve van passagiers van de opdrachtgever. Voor werknemers als hiervoor bedoeld, werkzaam in de inflightcatering, gelden van de CAO afwijkende arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in deel C. ) Hieronder met name aparte rechtspersonen te verstaan.
1
3
– Onder onderwijscatering wordt verstaan het verlenen van restauratieve diensten op onderwijsinstellingen. Voor werknemers als hiervoor bedoeld, werkzaam in de onderwijscatering, gelden van de CAO afwijkende arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in deel D. 3. Bij een geschil over de vraag of in een concreet geval sprake is van Contract-cateringactiviteiten in deze overeenkomst bedoelde zin, beslist de Commissie Werkingssfeer op verzoek van de meest gerede partij. De uitspraak van de Commissie heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan. 4. De samenstelling, taak en werkwijze van de Commissie Werkingssfeer zijn geregeld bij een van deze collectieve arbeidsovereenkomst deel uitmakend reglement (zie bijlage 4). 6. De CAO voor de Contract-cateringbranche is niet van toepassing op de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen wekelijkse arbeidsduur werkzaamheden verricht bij een werkgever als bedoeld in artikel 1 respectievelijk artikel 2 van de CAO voor het horeca- en aanverwante bedrijf en op wie uit dien hoofde de CAO voor het horeca- en aanverwante bedrijf van toepassing is. Levenspartner: Degene die op grond van de Toeslagenwet (artikel I, lid 3, 4 en 5) mede als gehuwd of als echtgenoot wordt aangemerkt. Parttime werknemer: Iedere werknemer waarmee een overeenkomst is gesloten met betrekking tot het verrichten van Contract-cateringactiviteiten voor minder dan de normale arbeidsduur, zoals omschreven in de CAO, en waarmee een andere arbeidsrelatie is overeengekomen dan met een regiomedewerker. Regiomedewerker: Iedere werknemer die geen vaste formatieplaats bezet en op verschillende projecten werkzaamheden (kan) verricht (verrichten) een en ander met inachtname van het bepaalde in artikel IV,1 lid 2A en B. 2. De werknemer die administratieve werkzaamheden verricht op locatie is werknemer in het kader van deze overeenkomst. De werknemer die deze werkzaamheden verricht op het (hoofd) kantoor van de werkgever is slechts dan werknemer in het kader van deze overeenkomst in geval van vrijwillige aansluiting als bedoeld in artikel I.1.5. Voor de functieomschrijvingen wordt verwezen naar het handboek referentie functies. 3. Voor een werknemer met een werkduur van minder dan de normale
4
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
arbeidsduur worden de in deze CAO opgenomen arbeidsvoorwaarden naar evenredigheid toegepast. 4. Leerling: De werknemer die bij de werkgever werkzaam is, welke als leerbedrijf erkend is en waarvoor een leerovereenkomst bestaat, zoals nader aangegeven onder artikel VIII, 1. 5. Vakantiekracht: De werknemer, die uitsluitend tijdens de normale vakanties van het dagonderwijs werkzaamheden verricht. 6. Stagiaires: Leerlingen die op grond van een leerplan van een onderwijsinstelling een stage lopen en met wie door de onderwijsinstelling en de werkgever een stage-overeenkomst is afgesloten als omschreven in artikel I.7. 7. Arbeidsgehandicapte werknemer: De werknemer als bedoeld in de Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten (Wet REA). 8. Commissie Bezwaren functie-indeling: De commissie paritair samengesteld uit partijen bij de CAO met de taak de begeleiding en behandeling van geschillen bij functieindeling, zoals nader aangegeven in artikel XIV, 7. Artikel I, 2 Schriftelijke arbeidsovereenkomst en proeftijd 1. De werkgever is verplicht de arbeidsovereenkomst met een werknemer schriftelijk aan te gaan en hierbij gebruik te maken van het model arbeidsovereenkomst, zoals opgenomen in de bijlagen 1a, 1b of 1c. De werkgever is verplicht een exemplaar voor de aanvang van het dienstverband aan de werknemer te doen toekomen. Indien er sprake is van een proeftijd dient dit uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst te blijken. De proeftijd mag maximaal twee maanden duren bij: – een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor twee jaar of langer; – een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 5
De proeftijd mag maximaal één maand duren bij: – een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van korter dan twee jaar; – een tijdelijke arbeidsovereenkomst waarbij geen einddatum is afgesproken. 2. Wijzigingen of aanpassingen in de arbeidsverhouding dienen in een nieuwe of aanvullende schriftelijke arbeidsovereenkomst te worden vastgelegd en door beide partijen te worden bevestigd. 3. Gedurende en bij beëindiging van de proeftijd kan zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van een opzegtermijn beëindigen; dit is eveneens van toepassing wanneer de werknemer tijdens deze periode arbeidsongeschikt is. Artikel I, 3 De arbeidsovereenkomst 1. De arbeidsovereenkomst wordt steeds geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij met inachtneming van dit artikel anders wordt bepaald. 2. In afwijking van lid 1 kan een dienstverband voor bepaalde tijd worden aangegaan. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:668a, eerste lid, onderdeel b van het Burgerlijk Wetboek, is het navolgende van toepassing: Vanaf het moment dat tussen dezelfde partijen, binnen een periode van maximaal drie jaar, meer dan twee voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd. Een voorafgaande uitzendrelatie met dezelfde werknemer, wordt in de keten niet meegerekend. Artikel I, 4 Einde van de arbeidsovereenkomst 1. Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, c.q. Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen met uitzondering van het in de volgende leden bepaalde. 2. Met inachtneming van artikel I, 3 lid 2 geldt dat indien een werkgever en een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de eerste of tweede maal aansluitend hebben verlengd, voor 6
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
deze verlengde tijdelijke arbeidsovereenkomsten, geen opzegging nodig is. (d.w.z. dat geen voorafgaande toestemming van de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorziening nodig is). Indien echter de werkgever, danwel de werknemer deze verlengde tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten, dient hij hiervan tijdig, voor het van rechtswege aflopen van de arbeidsovereenkomst, schriftelijk mededeling te doen aan de wederpartij. Als tijdig wordt beschouwd een termijn van een week indien de verlengde arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode van korter dan 6 maanden, en een termijn van een maand indien de verlengde arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode van 6 maanden of langer. 3. Indien een partij de in het vorige lid neergelegde verplichting niet nakomt, heeft de wederpartij aanspraak op schadevergoeding. 4. De arbeidsovereenkomst van een werknemer die de 65-jarige leeftijd heeft bereikt, eindigt van rechtswege op de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. Dit is niet van toepassing als werkgever en werknemer anders overeenkomen. 5. Voor wat betreft de opzegtermijnen voor werknemers die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder zijn geldt dat de overgangsregeling in het kader van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid van toepassing blijft zolang betrokken werknemer aaneengesloten in de contractcateringbranche werkzaam is. 6. Er zal gedurende maximaal drie maanden geen opzegging plaatsvinden indien de aanvang van arbeidsongeschiktheid wegens een fysiek bedrijfsongeval, intreedt nadat een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 door de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie is ontvangen. Artikel I, 5 Bedrijfs- en beroepskleding 1. Onder bedrijfskleding wordt uitsluitend verstaan kleding, die kennelijk bestemd is om slechts in het bedrijf of de bedrijven van een bepaalde werkgever te worden gedragen.
7
2. De kosten van aanschaffing van door de werkgever voorgeschreven bedrijfskleding komen voor rekening van de werkgever; de kosten van herstelling en/of chemisch reinigen zijn voor rekening van de werkgever, tenzij de herstelling of het chemisch reinigen noodzakelijk is geworden door opzet of grove schuld van de betrokken werknemer. Het chemisch reinigen zal plaatsvinden indien in het kader van de textiel- en wasvoorschriften chemisch reiniging voorgeschreven is. 3. De bedrijfskleding, waarvan de aanschaffingskosten door de werkgever zijn voldaan, is het eigendom van de werkgever. De werkgever is verplicht de benodigde bedrijfskleding ter beschikking te stellen aan de werknemer die deze draagt ten behoeve van het bedrijf of de bedrijven van die werkgever, waarin hij werkzaam is. 4. Onder beroepskleding wordt verstaan: die specifieke kleding die kenmerkend is voor de uitvoering van een bepaald beroep, zoals koksen kelnerskleding. 5. De kosten van aanschaffing, onderhoud en schoonhouden van beroepskleding van een werknemer zijn voor rekening van die werknemer. Hiervoor wordt een kledingtoeslag toegekend volgens het bepaalde in artikel V, 5. De werkgever heeft het recht de aanschaffing van de beroepskleding te doen en deze vervolgens ter beschikking te stellen aan de werknemer. Het onderhoud en de bewassing – exclusief chemisch reinigen – conform lid 2, van deze kleding komen voor rekening van de werknemer. Artikel I, 6 Reiskosten, reistijden 1. Reiskosten van de werknemer worden door de werkgever vergoed, indien en voorzover deze worden gemaakt voor vervoer tussen locaties of naar een afwijkende locatie op verzoek van de werkgever. Deze vergoeding is op basis van 2e klas openbaar vervoer. 2. Indien een werknemer nachtdienst verricht en geen bedrijfsvervoer of openbaar vervoer danwel eigen vervoer voor woon–werkverkeer beschikbaar is, zal (ad hoc), in overleg met de projectleiding een aangepaste regeling worden getroffen. 3. Indien een regiomedewerker aaneensluitend op meerdere projecten per dag moet werken wordt de tussenliggende reistijd aangemerkt als werktijd. Een regiomedewerker kan niet worden verplicht om op meer dan 2 locaties per dag te werken.
8
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
4. Tenzij in overleg met de werknemer een hoger maximum is afgesproken, geldt voor de werknemer een maximum normale reistijd per dag van 2,5 uur, gemeten naar de reisduur via het openbaar vervoer. Het meerdere wordt beschouwd als werktijd, waarbij artikel V.2 buiten toepassing blijft. Artikel I, 7 Stage 1. Een stage heeft tot doel het onder begeleiding opdoen van relevante ervaring binnen een stagebedrijf. De verantwoordelijkheid voor de stage berust bij de onderwijsinstelling. De stage heeft een opleidend en voorbereidend karakter. 2. In geval er sprake is van een stage wordt er tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de stagiaire een stage-overeenkomst gesloten waarin in ieder geval wordt vastgelegd: – begin en einde van de stage; – de aard van de activiteiten die de stagiaire zal gaan verrichten conform de stageopdracht; – wie als mentor zal optreden; – werktijden; – wanneer en op welke wijze de stage zal worden geëvalueerd; – of en zo ja, welke de vergoedingen zijn die de stagiaire ontvangt. 3. De stagiaire is krachtens de wet verzekerd voor de ziektewet, de ziekenfondswet en de wet op de arbeidsongeschiktheid. De werkgever draagt zorg voor de aanmelding van de stagiaire bij de uitvoeringsinstelling. Artikel I, 8 Uitzendarbeid 1. Een specifieke formatieplaats op een locatie mag ten hoogste gedurende een half jaar worden ingevuld door een uitzendkracht. Hierna biedt de werkgever, indien de formatieplaats voorzienbaar blijft bestaan, een arbeidsovereenkomst aan, in volgorde aan een eigen werknemer, een medewerker uit de pool of een persoon daarbuiten, waaronder een uitzendkracht.
9
2. Voor de beloning van een uitzendkracht wordt verwezen naar artikel III, 1 lid 7. 3. Van de daarvoor in aanmerking komende artikel(-leden) van de CAO voor de Contract-cateringbranche zal op de door de SMU voorgeschreven wijze melding worden gemaakt bij de SMU. HOOFDSTUK II FUNCTIEBENAMING, FUNCTIE-INDELING EN BEROEP Artikel II, 1 Functie-indeling 1. a. Met ingang van 1 januari 1998 dient de werkgever bij de functieindeling gebruik te maken van het Handboek Referentiefuncties Contract-catering. Dit handboek maakt deel uit van deze CAO. b. De werkgever stelt een bedrijfsfunctie vast door een omschrijving te maken van de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden die aan de werknemer worden opgedragen. c. De werkgever vergelijkt de bedrijfsfunctie met de in de meest passende functiecategorie voorkomende referentiefuncties en bepaalt bij welke referentiefunctie(s) de bedrijfsfunctie geheel of het meest past. Mocht dit aan de hand van de in de functiecategorie voorkomende referentiefuncties niet mogelijk zijn, dan maakt hij gebruik van de referentiefuncties van andere functiecategorieën. d. De bedrijfsfunctie wordt aan de hand van de, langs de in c. beschreven procedure, gevonden vergelijkbare referentiefunctie(s) ingedeeld in een functiegroep. 2. De werkgever is verplicht aan de werknemer mede te delen in welke functiegroep de door hem te vervullen bedrijfsfunctie wordt ingedeeld alsmede de gehanteerde referentiefunctie. Voorts is hij verplicht de desbetreffende functiegroep te vermelden in de schriftelijke arbeidsovereenkomst. Als de werknemer dat wenst, dient hem het handboek ter inzage te worden gegeven. Artikel II, 2 Functievervulling 1. De werknemer, met uitzondering van vakantiekrachten en leerlingen, is verplicht tijdelijk andere dan zijn gewone werkzaamheden te verrichten als de werkgever dit noodzakelijk acht. De werkgever zal dit 10
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
beperken tot de werkzaamheden die in redelijkheid aan de betrokken werknemer kunnen worden opgedragen en daarbij zoveel mogelijk rekening houden met de door de werknemer vervulde bedrijfsfunctie. 2. Horizontale vermenging van functies is niet toegestaan. Indien en voorzover hierover onduidelijkheden of moeilijkheden ontstaan in de uitwerking of toepassing kan hierbij, zoals ten aanzien van overige geschillen met betrekking tot indeling, een beroep worden gedaan op de Commissie Bezwaren Functie-indeling. Artikel II, 3 Commissie Bezwaren Functie-indeling 1. a. De werkgever is verantwoordelijk voor een juiste indeling van de bedrijfsfunctie. b. Is de werknemer het niet (meer) eens met de indeling, of is hij van mening dat zijn bedrijfsfunctie zodanig is gewijzigd dat de indeling moet worden herzien, dan dient de werknemer eerst te trachten in goed overleg met zijn directe leidinggevende tot een oplossing te komen. Aan deze overlegfase is een termijn gebonden van ten hoogste 14 dagen. Als de werknemer geen direct leidinggevende heeft, treedt de werknemer in plaats hiervan in overleg met de werkgever. c. Indien het in b. genoemde overleg met de direct leidinggevende niet tot een voor de werknemer bevredigende oplossing leidt, dient de werknemer aansluitend op deze overlegfase, binnen een termijn van 14 dagen, schriftelijk in overleg te treden met de werkgever. d. Indien het in b. of c. genoemde overleg met de werkgever niet tot een voor de werknemer bevredigende oplossing leidt, kan de werknemer zich wenden tot een interne geschillencommissie, als die in het bedrijf is ingesteld. De interne geschillencommissie bestaat uit 2 medewerkers van het betrokken bedrijf en 2 vertegenwoordigers van de directie. De interne geschillencommissie doet uitspraak binnen 14 dagen bij wijze van advies aan de werkgever, die zijn beslissing binnen een termijn van 14 dagen herziet danwel handhaaft. e. Indien de werknemer van mening is dat de beslissing van de werkgever, zoals hierboven in d. genoemd, niet tot een bevredigende oplossing van het geschil heeft geleid, kan hij het geschil voorleggen aan de Vakraad. Dit geldt ook bij het ontbreken van een geschillencommissie in het bedrijf. 11
Namens de Vakraad doet de Commissie Bezwaren Functieindeling een uitspraak in het geschil. De uitspraak van deze commissie heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen, indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan. 2. De procedure van lid 1 onder e. met betrekking tot de Commissie Bezwaren Functie-indeling is geregeld in een reglement, opgenomen in bijlage 2 van de CAO. Artikel II, 4 Invoeringsbepaling In zoverre de loongroepindeling ten aanzien van referentiefuncties tot gevolg zou hebben dat bestaande functies in een lagere loongroep zouden moeten worden ingedeeld dan voorheen, geldt dat de werknemer die vóór de invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem in dienst was, recht blijft behouden op zijn oude salaris. Deze werknemer blijft ingedeeld in zijn oude loongroep en behoudt daarmee hetzelfde recht op functiejaarverhogingen als waarop hij recht zou hebben kunnen doen gelden zonder dat het nieuwe functiewaarderingssysteem zou zijn ingevoerd. HOOFDSTUK III LOON EN PRIJSCOMPENSATIE Artikel III, 1 Loon 1. Voor iedere werknemer, op wie dit hoofdstuk van toepassing is, stelt de werkgever het loon vast aan de hand van de groep waarin de werknemer is ingedeeld met behulp van het Handboek Referentiefuncties Contract-catering. 2. Toepassing funktiejarenschalen (vanaf 1 januari 1991): a. De vakvolwassen werknemer ontvangt tenminste het schaalsalaris van de funktiejarenschaal bij 0 funktiejaren, behorende bij de funktiegroep waarin bij overeenkomstig de uit te oefenen funktie is ingedeeld. b. Daar waar recht bestaat op een functiejaar, wordt het schaalsalaris eenmaal per jaar vastgesteld door toekenning van een functiejaarverhoging, zoals aangegeven in het schaalsalaris, mits
12
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
de betrokken werknemer voor 1 oktober voorafgaande in dienst van de werkgever was. c. Herzieningen van het schaalsalaris op andere tijdstippen dan onder b. genoemd kunnen slechts plaatsvinden bij indeling in een andere funktiegroep c.q. salarisschaal. d. Indien het wegens reeds elders verworven kundigheden en ervaring niet billijk zou zijn de vakvolwassen werknemer bij indiensttreding het schaalsalaris bij 0 funktiejaren toe te kennen, kan de werkgever een schaalsalaris bij meer funktiejaren toekennen. e. Aan de werknemer die 52 weken of langer arbeidsongeschikt is geweest, behoeven geen functiejaarverhogingen, als bedoeld onder b meer te worden toegekend. 3. Overplaatsing naar andere funktiegroep c.q. schaalsalaris: a. Bij definitieve indeling in een hogere salarisschaal of funktiegroep van de vakvolwassen werknemer bedraagt de verhoging zoveel als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het gelijke of eerstkomende hogere bedrag in de nieuwe schaal of groep. Deze verhoging wordt toegepast met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de plaatsing in de hogere funktiegroep heeft plaatsgevonden. b. De werknemer die de functie van een andere, in een hogere loongroep ingedeelde werknemer, anders dan wegens vakantie tijdelijk waarneemt, heeft, indien er sprake is van volledige waarneming die langer dan één aaneengesloten week heeft geduurd en de waarneming niet al ligt besloten in zijn functie, recht vanaf de eerste dag van waarneming op een extra betaling van welke het bedrag tenminste gelijk is aan het verschil tussen het schaalloon bij 0 functiejaren van die functie welke hij tijdelijk waarneemt en zijn feitelijk loon. Hij kan nimmer een hoger loon ontvangen dan het loon dat de werknemer wiens functie hij tijdelijk waarneemt, geniet. c. De jeugdige werknemer bedoeld in artikel III, 1 lid 5, die de funktie van een ander in een hogere loongroep dan de in de loongroep ingedeelde werknemer – anders dan wegens vakantie – tijdelijk waarneemt, heeft, indien er sprake is van volledige waarneming die langer dan één aaneengesloten week heeft geduurd en de waarneming niet al ligt besloten in zijn functie, vanaf de eerste dag van waarneming recht op een extra betaling, van welke het bedrag tenminste gelijk is aan het verschil tussen het CAO-loon van zijn funktie welke hij tijdelijk waarneemt en het CAO-loon van zijn eigen funktie, waarbij de leeftijd in acht wordt genomen. Hij kan nimmer een hoger loon ontvangen dan 13
het loon dat de werknemer wiens funktie hij tijdelijk waarneemt geniet. d. De werknemer die met het oog op een plaatsing naar een hogere funktiegroep (of hogere salarisschaal) in de gelegenheid wordt gesteld een leertijd door te maken, kan gedurende die leertijd geen aanspraak maken op een hogere salariëring. De leertijd en de duur daarvan wordt aan de betrokken werknemer schriftelijk medegedeeld. De leertijd bedraagt maximaal 3 maanden. 4. Aanvullingsregeling in geval van aanpassing van arbeidsvoorwaarden als gevolg van wijzigingen in een contract resp. begroting met de opdrachtgever of sluiting van een contract. a. Indien er als gevolg van wijzigingen in de omstandigheden op een locatie of een logisch samenstelsel van locaties veranderingen optreden in het contract met een opdrachtgever of het contract met de opdrachtgever wordt gesloten of er als gevolg van die wijzigingen, in het met de opdrachtgever overeengekomen budget verandering(en) optreden van de inzet van medewerkers qua aantal, qua salaris en/of salarisindeling of qua uren, dan kan de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer wijzigen met dien verstande dat: – de wijziging in het salaris eerst pas mag worden doorgevoerd twee maanden nadat de werknemer schriftelijk is geïnformeerd over de wijziging in het contract respectievelijk de begroting; – de werkgever al datgene doet wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden om een andere functie op een vaste locatie binnen het bedrijf met dezelfde arbeidsvoorwaarden, respectievelijk hetzelfde aantal uren voor de werknemer te vinden, zonder daarbij de belangen van andere bij hem in dienst zijnde werknemers te schaden, respectievelijk een functie die qua arbeidsvoorwaarden zo dicht mogelijk ligt bij de oorspronkelijke functie. De werkgever volhardt in die inspanning ook tijdens en na de afbouwperiode; – alleen plaatsing mogelijk is in de naast liggende lagere functiegroep, waarbij in deze functiegroep zoveel functiejaren worden toegekend als nodig is om het oorspronkelijke salaris zoveel mogelijk te handhaven; – een aanbod van een arbeidsovereenkomst als regiomedewerker binnen dezelfde loongroep als waar de oorspronkelijke functie volgens de cao was ingedeeld, als adequaat wordt beschouwd, indien een plaatsing vast op locatie niet mogelijk is en indien het aantal contract-uren niet meer dan 20% lager ligt dan de oorspronkelijke contract-uren; – aan de werknemer een aanvulling wordt toegekend. b. De lengte van de hiervoor genoemde aanvulling wordt als volgt bepaald:
14
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– indien het dienstverband korter dan een jaar heeft geduurd wordt gedurende 1 maand een aanvulling toegekend; – indien het dienstverband langer dan een jaar heeft geduurd wordt gedurende zoveel maanden een aanvulling verstrekt als het dienstverband hele jaren heeft geduurd met een maximum van 2,5 jaar; – indien het dienstverband langer dan een jaar heeft geduurd en de werknemer ouder is dan 45 jaar, is de aanvullingsperiode voor elk volledig jaar dat het dienstverband boven de 45 jaar heeft geduurd 2 maanden, met een maximum van 2,5 jaar. De hoogte van de aanvulling wordt als volgt bepaald: – gedurende de eerste helft van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, inclusief toeslagen, verminderd met een eventuele uitkering volgens de WW; – gedurende het derde kwart van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling 50% van het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, inclusief toeslagen, verminderd met een eventuele uitkering volgens de WW; – gedurende het laatste kwart van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling 25% van het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, inclusief toeslagen, verminderd met een eventuele uitkering volgens de WW. c. Voorts geldt het navolgende: – de aanvulling maakt geen deel uit van het schaalsalaris en stijgt niet als gevolg van algemene salarisverhoging(en); – de aanvulling wordt in geval van verbetering van de arbeidsvoorwaarden door b.v. promotie of uitbreiding van uren verminderd met het bedrag van de verbetering; – de werknemer is, als zijn situatie voldoet aan de formele voorwaarden, verplicht om WW aan te vragen; – de werkgever registreert separaat de werknemers die volgens de onderhavige regeling zijn of worden afgebouwd. De werkgever geeft de ondernemingsraad – of bij ontbreken daarvan de personeelsvertegenwoordiging –, op continubasis, doch anoniem, inzicht in de registratie. d. 1. Indien er sprake is van een urenvermindering van minder dan 5 uur, of de helft van het gemiddelde aantal arbeidsuren bij een werkweek van minder dan 10 uur, toetst een door de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging in te stellen commissie of: – de wijziging zich als gevolg van veranderende omstandig-
15
heden op locatie voordoet en niet zijn gelegen in de persoon; – de werkgever al datgene heeft gedaan wat in zijn vermogen ligt om de verslechtering van het salaris op uurbasis tegen te gaan. De werkgever verstrekt daartoe aan de commissie de relevante informatie t.a.v. het contract en de beschikbare vacatures. De straal waarbinnen de vacatures gezocht worden is een zaak van overleg tussen werkgever en werknemer. Leidt dergelijk overleg tussen werkgever en werknemer niet tot resultaat, dan wordt een straal van 30 kilometer rond de werkplek aangehouden. De commissie geeft haar oordeel op relevante informatie. De commissie hoort de werknemer niet. De Commissie toetst een functieverlaging in geval van toepassing van de aanvullingsregeling indien een individuele werknemer daartoe bij de Commissie een verzoek indient. 2. De ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging stelt bedoelde commissie samen, met dien verstande dat: – één lid en twee plaatsvervangende leden worden aangewezen door bij de CAO betrokken vakorganisaties. Deze vakorganisaties kunnen een lid, niet zijnde een werknemer aanwijzen; – de overige leden worden aangewezen door de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging, waarbij tenminste de helft van de commissie uit ondernemingsraadsleden bestaat; – de overige leden werknemers zijn, die onder de directe werkingssfeer van de CAO vallen; – de commissie zo snel mogelijk een oordeel uitspreekt, echter op zijn laatst vier weken nadat om haar oordeel is gevraagd; – indien de bedoelde commissie negatief oordeelt, de werkgever zijn voornemen kan voorleggen aan de Vakraad. De uitspraak van de Vakraad heeft altijd terugwerkende kracht tot het moment waarop de regeling werd toegepast. e. Voorts geldt het navolgende: – de rechten uit hoofde van andere afspraken respectievelijk regelingen komen in de plaats van deze regeling; – wanneer het salaris en/of de functie-indeling van een werknemer wordt verlaagd door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek, dan geschiedt dit zonder toepassing van de onderhavige regeling, met ingang van de betalingsperiode volgend op dit verzoek of het vaststellen van het eigen toedoen of de onbekwaamheid; De aanvullingsregeling is ook van toepassing op contractswisseling na eerdere contractsaanpassing of meer dan één contractswisseling, beide binnen een termijn van 2 jaar.
16
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. De werknemer die jonger is dan 21 jaar heeft recht op tenminste het loon dat wordt berekend met toepassing van onderstaande percentages: 16 17 18 19 20
jaar: jaar: jaar: jaar: jaar:
40% 50% 60% 70% 80%
van van van van van
het het het het het
basisloon basisloon basisloon basisloon basisloon
(0 (0 (0 (0 (0
functiejaren) functiejaren) functiejaren) functiejaren) functiejaren)
Het loon van een werknemer die jonger is dan 21 jaar zal met ingang van de loonperiode, volgend op die waarin hij een jaar ouder wordt, worden verhoogd. 6. Het loon voor de werknemer, werkzaam als vakantiekracht, bedoeld in artikel I, 1 lid 5, is gelijk aan het loon, genoemd in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag 1968. Een vakantiekracht kan nooit werkzaamheden verrichten, welke voorkomen in schaal 3 of hoger. 7. Werknemers, met uitzondering van vakantiekrachten, aangetrokken via uitzendbureaus, dienen te worden betaald op het niveau van de CAO op basis van de desbetreffende loonschaal/salarisgroep. 8. De werknemer met een werkduur van gemiddeld minder dan de normale arbeidsduur heeft recht op een evenredig gedeelte van het loon, vastgesteld met toepassing van artikel III, 1 lid 1. Het bepaalde in artikel III, 1 lid 6 is van overeenkomstige toepassing. 9. Het uurloon bedraagt voor een werknemer zijn maandsalaris gedeeld door 173,33, bij een 4 weekse periode gedeeld door 160. 10. Geen loon is verschuldigd over dagen, waarop de werknemer ter vervulling van zijn wettelijke leerplicht een school, vormingsinstituut of cursus moet bezoeken wanneer de onderwijsinstelling niet wegens vakantie gesloten zou zijn; voor hem wordt het maandloon dan naar evenredigheid verminderd. Artikel III, 2 Initieel en prijscompensatie 1. Per 1 juli 1999 worden de lonen verhoogd met 2,75%. 17
Per 1 januari 2000 worden de lonen verhoogd met 2%. Per 1 juli 2000 worden de lonen verhoogd met 1%. 2. Het systeem van prijscompensatie blijft gehandhaafd maar zal met betrekking tot de contractsperiode van de CAO, niet tot uitbetaling leiden. 3. Dit artikel is niet van toepassing op de lonen van vakantiewerkers, zoals vermeld is in artikel III, 1 lid 6. Artikel III, 3 Afrekening van het loon met de werknemer 1. De werkgever is verplicht conform het Burgerlijk Wetboek voor iedere werknemer gespecificeerd te berekenen wat hij ingevolge deze CAO en de sociale en fiscale wettelijke voorschriften aan de werknemer is verschuldigd of van de werknemer heeft te vorderen. De werkgever dient hetgeen hij op grond van het in de vorige volzin is verschuldigd voor iedere werknemer afzonderlijk uit te betalen met een loonspecificatie. Hierop moet duidelijk vermeld zijn: A De naam van de werknemer; B De periode waarop de betaling betrekking heeft; C Het brutobedrag van het loon (dit is inclusief de eventueel verschuldigde vereveningstoeslag) en de gratificatie, eventueel inclusief hetgeen de werkgever verschuldigd is ingevolge de geldende toeslagen; D De toeslagen, genoemd in de hoofdstukken V en VI, afzonderlijk te vermelden; E De inhoudingen aan loonbelasting; F Het door de werknemer te betalen aandeel in premies, verschuldigd krachtens de sociale verzekeringswetten en aan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf; G Het door de werknemer te betalen aandeel in de bijdrage aan het Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen voor de Contract Catering; H Andere bedragen, welke de werknemer is verschuldigd, nauwkeurig gespecificeerd. Artikel III, 4 Beloningen in natura 1. Iedere werknemer heeft recht op minstens twee koppen koffie of thee per dag zonder hiervoor enige vergoeding aan de werkgever verschuldigd te zijn. 18
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De werkgever is verplicht aan een werknemer, werkzaam op een project (locatie) met de functie-benaming kok gratis die maaltijd te verstrekken die binnen de dienstverlening op het project wordt verstrekt. 3. De werkgever is verplicht het loon van de werknemer te belasten met de door de fiscus vastgestelde norm voor loon in natura, ongeacht of de werknemer van het in dit artikel in lid 2 genoemde recht gebruik maakt, dan wel de mate waarin de werknemer van dit recht gebruik maakt. HOOFDSTUK IV ARBEIDSDUUR, ARBEIDSTIJD, RUSTTIJDEN EN ROOSTERVRIJE DAGEN Artikel IV, 1 Arbeidsduur, arbeidstijden 1. De normale arbeidsduur voor een werknemer die niet bedoeld is in artikel 2.1:5 Arbeidstijdenbesluit bedraagt: A Als hij 18 jaar of ouder is, 40 uur per week en 9 uur per dag; B Als hij jonger is dan 18 jaar, 40 uur per week en 8 uur per dag; C Bovengenoemde arbeidstijden gelden ook voor leerlingen, als bedoeld in artikel VIII, 1 met dien verstande dat hierin zijn begrepen de uren, waarop geen arbeid wordt verricht wegens schoolbezoek in het kader van het leerlingstelsel (volledige schooldag is 8 uur). In de in de arbeidsovereenkomst voor leerlingen vermelde arbeidstijd dienen te allen tijde de schooluren te zijn begrepen. 2. Er kan een arbeidsrelatie met een zogenaamde regiomedewerker worden aangegaan. A De regiomedewerker bezet geen vaste formatieplaats en zal op verschillende projecten werkzaamheden (kunnen) verrichten. Het aantal te werken uren bedraagt minimaal 15 uur per week. De berekeningsbasis is hierbij het gemiddelde per week over een periode van 3 maanden. Uitsluitend op verzoek van de werknemer mag een lager aantal uren overeengekomen worden. B In overleg tussen werkgever en werknemer zal in de arbeidsovereenkomst een maximum aantal uren worden opgenomen, waartoe de regiomedewerker verplicht kan worden. Dit maximum kan 19
echter nooit meer dan 15 uur boven het overeengekomen minimum aantal uren per week uitkomen. 3. De werknemer, niet zijnde regiomedewerker en aangesteld voor een aantal uren, dat minder bedraagt dan de normale arbeidsduur kan niet verplicht worden meer dan 20% langer te werken dan de met hem overeengekomen arbeidstijd. In overleg met werkgever en werknemer kan overeengekomen worden, dat de 20% kan worden overschreden. 4. a. Voor parttimers, niet zijnde regiomedewerker, geldt een minimum aantal uren van gemiddeld 13 uren per week. Echter in overleg tussen werkgever en werknemer kan hiervan worden afgeweken. Voor parttimers die voor 1 maart 1992 in dienst waren kan, uitsluitend indien dit tussen werkgever en werknemer wordt overeengekomen, het minimum-urencontract worden opgetrokken tot 13 uur per week. Indien het feitelijke aantal uren over de referteperiode (3 maanden) reeds gemiddeld 13 uur per week bedraagt dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. b. Voor parttimers en regiomedewerkers geldt, dat indien men structureel, dat wil zeggen gemeten over een periode van 3 maanden meer uren werkt dan overeengekomen, de arbeidsovereenkomst als volgt wordt aangepast. Voor toepassing van deze bepaling wordt gehanteerd het gemiddeld aantal gewerkte uren gedurende de laatste 3 maanden na afsluiting van de laatste overeenkomst. Het aantal uren dat in het contract wordt opgenomen bedraagt het gemiddelde minus 25%, doch nooit minder dan het gemiddeld aantal gewerkte uren na afsluiting van de laatste overeenkomst. De verandering van het aantal overeengekomen uren wordt aan de medewerker schriftelijk bevestigd. Artikel IV, 2 Ploegendienst 1. Onder ploegendienst wordt verstaan arbeid volgens een dienstrooster, dat voorziet in regelmatig wisselende tijdstippen van aanvang en einde, die buiten de dagdienst kunnen liggen. 2. Iedere werknemer werkt volgens een van de volgende roosters: a. Een dagdienstrooster dat een periode van 1 week omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In dagdienst wordt als regel gewerkt op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur. Dit is van toepassing voor de bedrijfscatering en inflightcatering. Voor werknemers in de institutionele catering (deel B) en de onderwijscatering (deel D) gel20
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
den, afhankelijk van datum indiensttreding, afwijkende tijden voor de dagdienst. b. Een 2-ploegendienstrooster dat een periode van twee aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In 2-ploegenrooster wordt als regel maandag tot en met vrijdag gewerkt, waarbij de werknemers afwisselend in een ochtend of een middagdienst zijn ingedeeld. De roosters kunnen elkaar met maximaal een uur overlappen. c. Een 3-ploegenrooster dat een periode van drie aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In 3 ploegenrooster wordt als regel op maandag tot en met zaterdag gewerkt, waarbij de werknemers afwisselend in een nachtdienst, een ochtenddienst of een middagdienst zijn ingedeeld. De roosters kunnen elkaar met maximaal een uur overlappen. d. Een 5-ploegenrooster, waarbij als regel wordt gewerkt op alle dagen van de week en de werknemers afwisselend in een nachtdienst, een ochtenddienst of een middagdienst zijn ingedeeld, onderbroken door roostervrije diensten. Dit rooster geeft een normale arbeidsduur aan van maximaal 33,6 uur per week. Artikel IV, 3 Overige bepalingen ploegendienst 1. Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht in nachtdienst geldt dat hij: 1. in elke periode van 4 weken ten hoogste 16 maal arbeid in nachtdienst verricht indien de arbeid eindigt vóór of op 2.00 uur; 2. indien de nachtdienst eindigt na 2.00 uur ten hoogste 10 maal arbeid in nachtdienst verricht, waarbij in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 25 maal arbeid in nachtdienst wordt verricht; 3. na het verrichten van arbeid in nachtdienst, welke eindigt na 2.00 uur, een onafgebroken rusttijd heeft van tenminste 14 uren; 4. een onafgebroken rusttijd van tenminste 48 uren heeft na een reeks van tenminste 3 en ten hoogste 6 maal achtereen arbeid te hebben verricht in nachtdienst indien de arbeid eindigt vóór of op 2.00 uur; 5. een onafgebroken rusttijd van tenminste 48 uren heeft in andere dan de in f. 3 genoemde gevallen na een reeks van tenminste 3
21
en ten hoogste 5 maal achtereen arbeid te hebben verricht in nachtdienst. 2. Het werken in ploegendienst is niet verplicht voor: a. de werknemer van 55 jaren en ouder; b. de werknemer die een beroep doet op zijn gezondheid. Bij verschil van mening dienst zo mogelijk met inschakeling van een onafhankelijke arts een medische verklaring te worden overlegd; c. zwangere vrouwen. 3. Voor toeslagen voor het werken in ploegendienst geldt de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals van toepassing op en opgenomen als bijlage bij de onderscheiden sectoren. (verbijzonderende delen A t/m D) Per betalingsperiode kan op basis van een jaar een gemiddelde worden aangehouden. Artikel IV, 4 Wekelijkse rustdag 1. Het verrichten van arbeid op zondagen is slechts geoorloofd met inachtneming van het bepaalde in artikel 5:4 Arbeidstijdenwet. 2. De werknemer heeft recht op tenminste 22 vrije zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken. De werknemer die werkzaam is op een locatie waar een vijfploegendienst geldt, heeft – mits de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging daarmee instemt – recht op tenminste 16 vrije zondagen per 52 weken. Naast deze vrije zondagen heeft de werknemer tevens recht op 22 respectievelijk 16 vrije dagen hetzij voorafgaand aan hetzij aansluitend op een vrije zondag. 3. Een werknemer mag, indien hij op een dag gedurende de voor zijn functie in het desbetreffende bedrijf gebruikelijke volle arbeidstijd of langer in dienst van de werkgever arbeid heeft verricht, op die dag gedurende zijn rusttijden geen arbeid verrichten in dienst van een andere werkgever zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 5:15 Arbeidstijdenwet. Artikel IV, 5 Rusttijd per dag 1. Een werknemer die 41⁄2 uur op een dag achtereen heeft gewerkt, heeft recht op een onbetaalde rusttijd van een 1⁄2 uur op diezelfde dag aansluitend op de 41⁄2 uur. 2. De dagelijkse rusttijd bedraagt tenminste 11 uur per 24 uur, welke 22
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
rusttijd eenmaal per periode van 7 maal 24 uren kan worden ingekort tot 8 uur. 3. De wekelijkse rusttijd bedraagt hetzij tenminste 36 uren in een aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren hetzij 60 uren in een aaneengesloten periode van 9 maal 24 uren. De wekelijkse rusttijd kan éénmaal in elke periode van 5 aaneengesloten weken worden bekort tot 32 uur. 4. Voor werknemers jonger dan 18 jaren geldt dat zij geen arbeid mogen verrichten tussen 23.00 en 7.00. Artikel IV, 6 Roostervrije dagen 1. Vanaf 1 januari 1998 worden aan de werknemer 14 roostervrije dagen op jaarbasis toegekend. De werknemer die gedurende een kalenderjaar niet arbeidsongeschikt is geweest, verkrijgt het daaropvolgende kalenderjaar recht op een extra roostervrije dag. 2. In tegenstelling tot vakantiedagen worden roostervrije dagen niet opgebouwd of verdiend door de werknemer. Voor aanwijzing van roostervrije dagen komen niet in aanmerking reeds overeengekomen vakantiedagen. 3. De inroostering kan voor onderdelen danwel projecten en/of personen verschillend zijn. 4. Roostervrije dagen kunnen aaneensluitend worden vastgesteld tot een maximum van 5 dagen. 5. De werkgever kan jaarlijks 6 roostervrije dagen collectief per locatie aanwijzen. 6. Als de werknemer arbeidsongeschikt is op dagen dat hij volgens planning roostervrij is, komen de ingeroosterde roostervrije dagen te vervallen met een maximum van 1 per maand. Voor het overige zal vervangende roostervrije tijd worden vastgesteld in overleg tussen werkgever en werknemer, na diens herstel met dien verstande dat elders vastgestelde rechten op roostervrije dagen moeten zijn opgenomen ten laatste in een periode van 6 maanden volgend op de oorspronkelijk vastgestelde roostervrije dagen. Is dit 23
door voortdurende arbeidsongeschiktheid niet mogelijk dan vervallen de desbetreffende roostervrije dagen. 7. De werknemer die niet de normale arbeidsduur werkt, heeft roostervrije dagen naar evenredigheid. 8. De werknemer die 55 jaar of ouder is, heeft recht op verdere arbeidsduurverkorting. Dit recht vangt aan in de maand waarin de 55-jarige leeftijd wordt bereikt. De aanvullende rechten zijn als volgt: 55 jaar 36 uur per jaar 56 jaar 48 uur per jaar 57 jaar 60 uur per jaar 58 jaar 72 uur per jaar 59 tot 65 jaar 84 uur per jaar Het bepaalde in artikel IV, 5 lid 2 tot en met 7 is, zoveel mogelijk, analoog van toepassing. HOOFDSTUK V OVERWERK EN TOESLAGEN Artikel V, 1 Overwerk en overwerk bij continu arbeid 1. Onder overwerk wordt arbeid verstaan, welke verricht wordt boven 40 uur per week danwel 9 uur per dag. Voor werknemers jonger dan 18 jaar wordt onder overwerk verstaan arbeid, welke verricht wordt bij overschrijding van 8 uur per dag. 2. Overwerk is verplicht voorzover de eisen van het bedrijf zulks naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk maken. Voor werknemers van 50 jaar of ouder bestaat geen overwerkverplichting. 3. De maximum arbeidstijd bij overwerk bedraagt 48 uren per week. Het is niet toegestaan gedurende meer dan twee aaneengesloten weken 48 uren per week te werken. De gemiddelde arbeidstijd bij overwerk bedraagt 42 uren per week berekend per periode van 13 weken. 4. De werknemer die overwerk heeft verricht, heeft, mits dit overwerk hem door of vanwege de werkgever is opgedragen en de normale arbeidsduur met 15 minuten is overschreden, recht op vergoeding in de vorm van vrije tijd, in totaal gelijk aan de duur van het verrichte overwerk. De overwerkregeling geldt bij bedoelde overschrijding
24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van 15 minuten met terugwerkende kracht tot aanvang van deze 15 minuten. De vrije tijd moet worden gegeven buiten de normale vrije tijd en dient uiterlijk in de maand voorafgaande aan of twee maanden volgende op de kalendermaand, waarin het overwerk werd verricht, te worden toegekend en wel zo veel mogelijk aaneengesloten. Bij overwerk kunnen werknemers in overleg met de werkgever kiezen voor vrije tijd volgens de geldende regeling danwel voor de geldende overwerktoeslag. Indien de vrije tijd later wordt gegeven dan zal het percentage opgenomen in de op de desbetreffende sector en werknemer van toepassing zijnde matrix overwerk, in geld worden uitgekeerd. (zie bijlage bij de verbijzonderende delen A t/m D) Is de vergoeding van vrije tijd niet mogelijk dan geniet de werknemer naast zijn normale uurloon de geldelijke vergoeding, zoals opgenomen in de op de desbetreffende sector en werknemer van toepassing zijnde matrix overwerk. (zie bijlage bij de verbijzonderende delen A t/m D) 5. Bij de 4- en 5-ploegendienst geldt een vaste overwerkvergoeding van 75%. 6. Een en ander geldt steeds met inachtname van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. Artikel V, 2 Onregelmatigheidstoeslag respectievelijk toeslag voor bijzondere uren 1. In geval dat de werknemer werkt op onregelmatige uren danwel bijzondere uren – onder dit laatste worden verstaan uren niet vallend onder het 0-tarief – geniet de werknemer daarvoor financiële vergoeding, zoals is opgenomen in de voor de desbetreffende sector en werknemer van toepassing zijnde matrix ,,toeslagen onregelmatige uren’’. (zie verbijzonderende delen A t/m D) 2. a. Slechts indien een vergoeding in vrije tijd niet mogelijk is, wordt de toeslag voor feestdagen in geld conform het bepaalde onder 2b toegekend. De werkgever is verplicht die vrije dag te geven in de periode van 2 weken voorafgaande aan of 6 weken volgend op de kalendermaand waarin die feestdag valt. 25
b. Indien sprake is van arbeid op feestdagen zoals in de CAO genoemd, worden de percentages van de voor de desbetreffende sector en werknemer van toepassing zijnde matrix onregelmatige uren, verhoogd met 100%. 3. De werknemer die vervangen wordt zal gedurende 1 maand het recht op toeslagen voor onregelmatige uren, voor zover die vast in zijn dienstverband zijn opgenomen, behouden. Daarna gelden de voorwaarden van de nieuwe situatie. 4. Een werknemer die, op aanwijzing van de werkgever, niet meer in continudienst werkzaam is, danwel om gezondheidsredenen niet meer in continudienst werkzaam mag zijn, behoudt zijn onregelmatigheidstoeslag respektievelijk toeslag voor bijzondere uren voor zoveel perioden als hij jaren de betreffende toeslag heeft genoten, tot een maximum van 6 salarisperioden. Indien de medewerker gedurende een gedeelte van een jaar de betreffende toeslag heeft ontvangen, wordt dit bij de toepassing van deze regeling als een vol jaar gerekend. Artikel V, 3 Ploegendienstmedewerkers Voor hen die in ploegendienst werkzaam zijn geweest is de navolgende afbouwregeling vastgesteld: Een werknemer die tenminste onafgebroken één jaar in een ploegendienstregeling werkt en – op aanwijzing door de werkgever danwel – om gezondheidsredenen niet meer in de ploegendienstregeling werkzaam kan zijn, ontvangt de volgende garantie van inkomen: a. gedurende zes salarisperioden de toeslag resp. het inkomen conform de ploegendienstregeling; b. na de periode bedoeld in a. geldt dat het verschil tussen de verdiensten tijdens de ploegendienst en de verdiensten in de nieuwe situatie afgebouwd worden – met 50% per jaar als de ploegendienstregeling minder dan drie jaren aaneengesloten heeft geduurd; – met 25% per jaar als de ploegendienstregeling van drie tot vijf jaren aaneengesloten heeft geduurd; – met 15% per jaar als de ploegendienstregeling meer dan vijf jaren aaneengesloten heeft geduurd. c. Indien de werknemer gedurende een gedeelte van een jaar in de ploegendienstregeling heeft gewerkt, wordt dit bij de toepassing van deze regeling als een vol jaar gerekend. d. Ingeval de ploegendienstregeling eindigt, indien de werknemer 55 jaar of ouder is, worden de termijnen onder 1.a. en b. verdubbeld. 26
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel V, 4 Consignatie 1. Onder consignatie wordt in dit artikel verstaan: een tijdruimte tussen twee opeenvolgende diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten. 2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de consignatie uitsluitend een werknemer van 18 jaar of ouder wordt opgelegd. 3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer: a. tenminste gedurende 2 maal een aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren in elke periode van 4 achtereenvolgende weken geen consignatie wordt opgelegd; b. tijdens de bij deze wet en de daarop berustende bepalingen voorgeschreven onafgebroken rusttijd direct voorafgaand aan een nachtdienst en direct volgend op een nachtdienst geen consignatie wordt opgelegd; c. ten hoogste 13 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren en 60 uren per week arbeid verricht; d. ten hoogste gemiddeld 45 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende werken arbeid verricht. 4. Indien de consignatie geheel of gedeeltelijk de periode van 00.00 uur tot 06.00 uur bestrijkt, organiseert de werkgever in afwijking van het derde lid, onderdeel d, de arbeid zodanig, dat de werknemer ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken arbeid verricht. 5. De minimum arbeidstijd per oproep bedraagt 30 minuten. 6. De werknemer die in opdracht van de werkgever is geconsigneerd heeft recht op een consignatietoeslag van f 1,50 per uur. De consignatievergoeding bedraagt tenminste 3 uren.
27
Artikel V, 5 Kledingtoeslag De werknemer die verplicht is beroepskleding op verlangen van de werkgever te dragen en deze zelf aanschaft, ontvangt daarvoor een toeslag van f 35,52 per maand of f 32,80 per periode van 4 weken als een tegemoetkoming in de kosten. Artikel V, 6 Jubileumtoeslag Bij een 12,5-, 25-jarig respectievelijk 40-jarig dienstverband bij een werkgever ontvangt een werknemer 1⁄4 maandsalaris, 1 maandsalaris danwel 2x het maandsalaris. Bij de uitbetaling wordt gebruik gemaakt van de maximaal mogelijke fiscale vrijstellingen. Artikel V, 7 Anti-cumulatie overwerk- en onregelmatigheidstoeslag 1. Er bestaat geen verplichting voor de werkgever om de van toepassing zijnde matrix overwerk en de van toepassing zijnde matrix onregelmatigheid cumulatief toe te passen. 2. De werkgever dient de voor de werknemer meest gunstige regeling toe te passen. HOOFDSTUK VI KORT VERZUIM EN VAKANTIERECHTEN Artikel VI, 1 Kort verzuim 1. Aan de werknemer, die in de in lid 2 genoemde bijzondere omstandigheden binnen de arbeidstijd moet verzuimen, wordt dit toegestaan mits hij dit tijdig aan de werkgever heeft medegedeeld. 2. 1. Bij zodanig verzuim wordt het loon doorbetaald in de navolgende gevallen en hoogstens over de hierbij vermelde duur: A Bij overlijden van: zijn echtgeno(o)t(e), zijn levenspartner dan wel van een inwonend kind van de dag van overlijden t/m de dag van de begrafenis of crematie met een minimum van 4 dagen 28
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
B
C
D E
F
G
I J
K
één van zijn ouders of schoonouders of een niet inwonend kind 2 dagen Bij begraven of cremeren van: één van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte linie t/m grootouders (niet zijnde levenspartner, ouders of kinderen van de werknemer), een broer, zuster, zwager of schoonzuster 1 dag Bij huwelijk van: de werknemer, 2 dagen één zijner kinderen, pleegkinderen of kleinkinderen, broer, zuster, zwager of schoonzuster, vader, schoonvader, moeder of schoonmoeder, mits de plechtigheid wordt bijgewoond 1 dag Bij 25-jarig huwelijksfeest: van de werknemer, diens ouders of schoonouders, mits hij gedurende een jaar aaneengesloten in vaste dienst is 1 dag Bij 40-, 50- of 60- jarig huwelijksfeest: van de ouders, schoonouders of grootouders van de werknemer mits hij gedurende een jaar aaneengesloten in vaste dienst is 1 dag Bij bevalling van partner: Recht gaat in op de dag van de geboorte maar kan eventueel (gedeeltelijk) uitgesteld worden tot het moment van thuiskomst van partner en/of kind uit het ziekenhuis 3 dagen Ter gelegenheid van de eerste Heilige Communie: het dopen, de Berith mila, het afleggen van de belijdenis, de Bar mitswah van één zijner kinderen, pleegkinderen of kleinkinderen, mits de plechtigheid wordt bijgewoond 1 dag Bij verhuizing van de werknemer: hoogstens éénmaal per jaar 1 dag Bij het vervullen van een door de wet of de overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichtingen: daaronder begrepen het verschijnen voor een bedrijfscommissie, voor zover deze verplichting persoonlijk moet worden nagekomen, dit niet buiten de arbeidstijd kan geschieden en voor zover hiervoor van de overheid geen geldelijke vergoeding kan worden verkregen een redelijke tijd tot ten hoogste 1 dag Kort verzuim: een bezoek aan huisarts, tandarts dient zo veel mogelijk te geschieden buiten werktijden, indien de omstandigheden dit toelaten. Is zulks niet mogelijk dan is een verzuim toegestaan gedurende een redelijke tijd nodig voor zo’n bezoek. Voor 29
een bezoek aan de specialist is kort verzuim toegestaan met behoud van loon over een naar redelijkheid met de werkgever te bepalen tijd. 2. Indien het verzuim, bedoeld in dit lid, samenvalt met de vrije dagen, bedoeld in artikel VI, 2 dan wel het verzuim bij overlijden van echtgeno(o)t(e) dan wel levenspartner, ouders of kinderen of bij huwelijk van de werknemer samenvalt met de vakantiedagen, is de werkgever verplicht aan de werknemer extra vrije tijd te geven, gelijk aan de duur van dit verzuim met inachtneming van het bepaalde in dit artikel. 3. De werknemer verliest zijn recht op betaling van zijn loon krachtens lid 2, indien hij zijn werkgever of degene, wie het aangaat, niet zo tijdig mogelijk van tevoren van het verzuim in kennis heeft gesteld. Artikel VI, 2 Erkende feestdagen Erkende feestdagen in het kader van de CAO zijn: Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste Pinksterdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag. 30 april en 5 mei zijn erkende feestdagen mits deze als nationale feestdagen worden gevierd. Artikel VI, 3 Vakantierechten 1. De vakantierechten bestaan uit vakantiedagen en vakantietoeslag. 2. Het bepaalde in de artikelen VI 3 t/m VI 9 is analoog van toepassing op de regiomedewerker en de part-timer, voor zover daarbij niet anders bepaald is, met dien verstande, dat de rechten worden opgebouwd naar evenredigheid van het feitelijk aantal gewerkte uren gedurende het vakantiejaar met een maximum van 40 uur per week. Artikel VI, 4 Algemene bepalingen bij vakantiedagen 1. Een dag geldt als vakantiedag wanneer de werknemer anders op die dag zou hebben gewerkt. 2. Als vakantiedagen worden niet beschouwd: A Dagen of gedeelten van dagen gedurende welke de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Ziektewet de
30
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
bedongen arbeid niet heeft verricht. Zie voor verdere bepalingen hieromtrent lid 3. B Dagen of gedeelten van dagen gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet verricht, omdat er sprake is van erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel VI, 2. C De tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht, omdat hij anders dan voor eerste oefening een verplichting naleeft, hem opgelegd door de wet of voortvloeiend uit een verbintenis door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van ’s lands verdediging of ter bescherming van de openbare orde. D De tijd gedurende welke een jeugdige werknemer geen arbeid heeft verricht, omdat hij onderwijs volgt krachtens de wet of deze CAO, waartoe hij door de werkgever in de gelegenheid is gesteld. 3. De werknemer, die tijdens vakantiedagen arbeidsongeschikt wordt, zal dit zo spoedig mogelijk aan de werkgever melden. 4. Indien het bepaalde in lid 2 onder A, C of D van toepassing is, gelden deze dagen slechts dan niet als vakantiedagen indien aan de werkgever tijdig van de desbetreffende omstandigheid mededeling is gedaan. 5. De werknemer mag gedurende zijn vakantiedagen geen beroepsarbeid verrichten in dienst van een andere werkgever. 6. De werknemer geniet vrije dagen, zoals aangegeven in artikel VI, 5 lid 2, met behoud van loon. 7. De werknemer heeft voor iedere vakantiedag recht op zijn dagloon. De werknemer die geen normale arbeidsduur werkt, maar meer dan het omschreven aantal uren, bouwt toch over dat meerdere vakantiedagen op. Artikel VI, 5 Berekening van het aantal vakantiedagen 1. Het vakantiejaar is de periode, waarover het aantal vakantiedagen en de vakantierechten worden berekend; het loopt van 1 juni tot 1 juni. 2. a. De werknemer van 18 jaar en ouder, die gedurende het gehele 31
vakantiejaar in dienst is geweest, heeft recht op tenminste 25 dagen per jaar, waarvan tenminste drie weken aaneengesloten en de rest in de vorm van snipperdagen. De werknemer die nog geen 18 jaar is, heeft vanaf 1 maart 1992 recht op 28 vakantiedagen op jaarbasis. Dit betekent dat voormelde werknemer voor 1992 reeds recht heeft op (afgerond) 28 dagen. b. De werknemer heeft het recht van de over een vakantiejaar opgebouwde bovenwettelijke vakantiedagen per vakantiejaar maximaal 5 dagen te sparen. Het totaal aantal gespaarde vakantiedagen kan maximaal 15 bedragen. De gespaarde vakantiedagen kunnen aangewend worden om een aaneengesloten vakantieperiode van 3 weken te verlengen tot maximaal 6 weken. c. Een werknemer, die niet het gehele vakantiejaar in dienst is geweest, heeft voor elke maand van het dienstverband recht op 1⁄12 van deze vakantie, waarbij een dienstverband van 15 dagen of meer als volle maand zal worden gerekend en een dienstverband van minder dan 15 dagen wordt verwaarloosd. 3. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de aaneengesloten vakantie en snipperdagen vast na overleg met de werknemer en wel, tenzij bijzondere omstandigheden dit verhinderen, zo tijdig, dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de besteding van de vakantie. De aaneengesloten vakantie wordt, indien de werknemer dit wenst en de werkzaamheden zulks toelaten, in de maanden april t/m september gegeven. De werkgever kan, indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn, na overleg met de werknemer, het door hem vastgestelde tijdvak van de aaneengesloten vakantie wijzigen; de schade, welke de werknemer tengevolge van de wijziging van dit tijdvak lijdt, wordt door de werkgever vergoed. Vakantiedagen kunnen in overleg met de werkgever worden opgenomen in het vakantiejaar, waarin ze zijn opgebouwd. 4. Bij beëindiging van het dienstverband worden de nog niet genoten vakantiedagen alle aaneengesloten onmiddellijk na het einde van het dienstverband gegeven. Het dienstverband wordt dan geacht te zijn verlengd met deze vakantiedagen voor zover de werknemer niet bij een andere werkgever in dienst treedt. Wenst de werknemer de vakantie niet bij het einde van de dienstbetrekking op te nemen, dan heeft hij recht op uitbetaling van zijn vakantierechten. 5. Bij beëindiging van de dienstbetrekking mogen vakantiedagen niet in de opzeggingstermijn worden begrepen tenzij met wederzijds goedvinden.
32
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. De werknemer verdient geen vakantiedagen over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen recht heeft op zijn loon. 7. In afwijking van het bepaalde in lid 6 verdient de werknemer toch vakantiedagen: A Wanneer hij verhinderd is zijn arbeid te verrichten wegens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Ziektewet, tenzij deze arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt; B Over de periode dat de bedongen arbeid niet wordt verricht wegens zwangerschap of bevalling; C Wanneer hij, anders dan voor eerste oefening, een verplichting naleeft, hem opgelegd door de wet of voortvloeiende uit een verbintenis, door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van ’s lands verdediging of ter bescherming van de openbare orde; D Wanneer hij een jeugdige werknemer is, die geen arbeid verricht omdat hij onderwijs volgt, waartoe hij krachtens de wet of deze CAO door de werkgever in de gelegenheid wordt gesteld; E Bij onvrijwillige werkloosheid met handhaving van het dienstverband; F Wanneer hij vakantiedagen geniet, ontleend aan een vorig dienstverband, als bedoeld in lid 4; G Wanneer hij met toestemming van de werkgever deelneemt aan landelijke bijeenkomsten van werknemersorganisaties, bedoeld in artikel VI, 1, lid 2.1 onder H. 8. Lid 7 is slechts van toepassing voor een periode van 12 maanden, gedurende welke de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht. Het bepaalde in lid 7 is voorts slechts van toepassing indien de werknemer de werkgever van de desbetreffende omstandigheid tijdig in kennis heeft gesteld. 9. Hindoestaanse werknemers hebben het recht om op hun verzoek een vakantiedag op te nemen op de feestdag Wali. Islamitische werknemers hebben dit recht op resp. het einde van de Ramadan en de feestdag Eid Curban. Artikel VI, 6 Vervallen van vakantiedagen 1. De vakantiedagen, verworven op grond van artikel VI, 5 lid 7 B t/m
33
G, vervallen indien de dienstbetrekking door de werknemer wordt beëindigd alvorens de arbeid is hervat. 2. Indien de werknemer zijn vakantiedagen niet heeft opgenomen voor 31 mei, volgend op het einde van het vakantiejaar, waarin ze zijn verdiend, stelt de werkgever de data voor deze vakantiedagen vast. Artikel VI, 7 Vakantietoeslag 1. De vakantietoeslag is, uitgezonderd voor vakantiekrachten, gelijk aan 8% van het loon respectievelijk de uitkering in het kader van de Ziektewet en de aanvullingen daarop welke de werknemer in het vakantiejaar bij die werkgever heeft verdiend, doch zonder toeslagen en zonder eventuele gratificatie. Voor vakantiekrachten geldt het bepaalde in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag 1968. 2. De werknemer die geen normale arbeidsduur werkt, maar meer dan het omschreven aantal uren, bouwt toch over dat meerdere vakantietoeslag op. 3. De vakantietoeslag voor de vakvolwassen werknemer met uitzondering van de vakantiekrachten bedraagt f 2400,– per jaar als hij het gehele vakantiejaar in dienst is geweest. Voor een werknemer met een werkweek van gemiddeld minder dan 40 uren bedraagt het minimum van de vakantietoeslag tenminste een evenredig gedeelte. De vakantietoeslag bedraagt voor een werknemer, jonger dan de vakvolwassen werknemer, tenminste het percentage, dat is vermeld in artikel III, 1 lid 5, van het minimum zoals dit geldt voor de vakvolwassen werknemer, als hij het gehele vakantiejaar in dienst is geweest en een evenredig deel hiervan wanneer hij korter dan een jaar in dienst is geweest. 4. De werkgever is verplicht de vakantietoeslag, waarop de werknemer recht heeft over het vakantiejaar tot en met 31 mei van het lopende jaar, in de maand mei van dat jaar aan de werknemer te betalen. Artikel VI, 8 Vakantierechten bij einde dienstverband, ziekte en overlijden 1. Bij beëindiging van het dienstverband voor 1 juni is de werkgever verplicht de vakantierechten, waarop de werknemer recht heeft, op de dag van die beëindiging te betalen. De werkgever heeft het recht
34
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
bij beëindiging van het dienstverband te veel ontvangen vakantierechten met het loon te verrekenen. 2. Wanneer de werknemer is overleden, worden de vakantierechten welke de werknemer nog niet had genoten, betaald aan de nabestaanden. 3. De werknemer die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte of ongeval heeft, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet is veroorzaakt, ongeacht of een aanspraak op in geld vastgesteld loon bestaat, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin de arbeid niet werd verricht, met dien verstande dat tijdvakken samengesteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen. De in eerste volzin genoemde aanspraak bestaat niet indien de werknemer de bedongen arbeid slechts gedurende een gedeelte van de tijd niet verricht. Artikel VI, 9 Verjaren van vakantierechten 1. Ieder vorderingsrecht tot het toekennen van vakantierechten verjaart na afloop van twee jaar na het einde van het kalenderjaar. 2. Na vijf jaren verjaart een vordering ter zake van schade, bedoeld in artikel VI, 5 lid 3. HOOFDSTUK VII REGELINGEN IN HET KADER VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel VII, 1 Ziekte/WAO 1. Verzuim Doelstelling en aanpak verlaging ziekteverzuim. Het ziekteverzuim in de sector wordt door CAO-partijen als te hoog ervaren; een concrete en actieve aanpak gericht op verlaging van het verzuim is daarom noodzakelijk. 35
Doelstelling is het brancheverzuimcijfer, volgens de gegevens van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voor de Contract-cateringbranche, te laten dalen. 2. Verzuimgegevensverzameling op brancheniveau De werkgevers zullen het verzuim meten en op brancheniveau gegevens verzamelen ten behoeve van de Vakraad. 3. Verzuimgegevensverzameling op ondernemingsniveau Werkgevers zullen zowel op ondernemings- als op lokatieniveau verzuim registreren teneinde tot een effectieve verzuimaanpak te komen. Hierbij worden omvang en oorzaken vastgelegd. Werkgevers maken periodiek, bij voorkeur per kwartaal en per lokatie, de ziekteverzuimgegevens aan de werknemer bekend. Tevens maakt de werkgever bekend wat het totale ziekteverzuimcijfer in de onderneming is. 6. Er is een Stichting Kwaliteit van de Arbeid. Voor de taakstelling wordt verwezen naar artikel VII,4. Artikel VII, 2 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. a. Per ziektegeval wordt aan de werknemer gedurende de eerste dag geen loon c.q. uitkering verstrekt vanwege de werkgever. Deze dag is een wachtdag. Aan het aantal wachtdagen is een maximum verbonden van 4 per kalenderjaar. Bij een ziektegeval worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. b. Lid 1.a van dit artikel is niet van toepassing indien door een deskundige is vastgesteld dat het ziekteverzuim het gevolg is van een chronische aandoening. 2. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer veroorzaakt is of mede veroorzaakt is door een zodanig handelen of nalaten van een derde, dat deze derde terzake jegens de werknemer aansprakelijk is, heeft de werkgever jegens deze derde recht op schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:107a van het Burgerlijk Wetboek. De arbeidsongeschikte werknemer is in dit kader gehouden zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek naar de feitelijke omstandigheden van het ongeval c.q. afdoende medewerking te verlenen bij het verzamelen van gegevens, welke voor de werkgever noodzakelijk zijn. 3. De werknemer behoudt evenwel gedurende de gehele ziekteperiode 36
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van 52 weken aanspraak op zijn loon en wel ter hoogte van 100% van zijn nettoloon dat verdiend zou zijn als de werknemer niet arbeidsongeschikt was geweest. Indien bij een variabel arbeidspatroon, het toekomstig arbeidspatroon niet duidelijk is, wordt de hoogte van het loon gerelateerd aan het gemiddeld aantal gewerkte arbeidsuren over een periode van 13 weken voorafgaande aan de eerste ziektedag met een minimum van het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomst staat vermeld. Indien de periode van 13 weken kennelijk geen juiste maatstaf voor vaststelling van het loon biedt, dan wordt uitgegaan van een periode van 13 vierweekse-tijdvakken of 12 maandtijdvakken. Deze termijn van genoemde ziekteperiode van 52 weken wordt, met behoud van de hiervoor genoemde aanspraak, met de duur van de vertraging verlengd ingeval de werkgever de ziekte van de werknemer te laat meldt bij de uitvoeringsinstelling. 4. Voor zover en voor zolang de arbeidsongeschiktheid na 52 weken als bedoeld in lid 3 nog voortduurt (inclusief een eventuele verlenging van de periode van 52 weken als gevolg van de vertraging bij een te late melding van de ziekte door de werkgever bij de uitvoeringsinstelling), maar daarna gedurende ten hoogste 104 weken, wordt door de werkgever, aan de werknemer, die aansluitend een AAW/WAOuitkering geniet naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 tot 100% een aanvulling op de uitkering van 30% van het laatstverdiende loon gedurende de eerste periode van 52 weken en van 20% gedurende de tweede periode van 52 weken verstrekt. Het bepaalde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Met ingang van 1 januari 1998 wordt de in dit lid bedoelde aanvulling van 30% gedurende het eerste jaar en 20% gedurende het tweede jaar AAW/WAO, uitgebreid tot werknemers aan wie op of na 1 januari 1998 een gedeeltelijke AAW/WAO uitkering is toegekend. De aanvulling is gerelateerd aan de AAW/WAO uitkering met een maximum tot 100% van het laatst verdiende loon bij volledig werk gedurende het eerste jaar en 90% van het laatst verdiende loon bij volledig werk gedurende het tweede jaar. 5. Door inwerkingtreding van de Wet Terugdringing van het beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen (Wet TBA), wordt de aanvullende uitkering als bedoeld in lid 4 van dit artikel gerelateerd aan enerzijds de uitkering verstrekt vanwege de WAO en anderzijds, de uitkering verstrekt vanwege het Bedrijfstakfonds, in het kader van de in lid 6 genoemde collectieve brancheregeling ter reparatie van de
37
teruggang in de uitkeringshoogte ten gevolge van de invoering van de Wet TBA. Artikel VII, 3 Maatregelen in het kader van arbeidsongeschiktheid 1. Verplichtingen van de werkgever A De werkgever zal, voorzover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, gelijke kansen van gehandicapte en niet gehandicapte werknemers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces bevorderen en de nodige voorzieningen treffen, gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers. C De werkgever is gehouden tot het bevorderen van gelijke kansen bij de werving van nieuwe werknemers, zulks overeenkomstig het door partijen bij deze CAO geformuleerde aannamebeleid. D De werkgever is gehouden het in het bedrijf van werkgever geldende promotiebeleid op normale wijze van toepassing te laten zijn op gehandicapte werknemers. E Ten behoeve van gehandicapten zorgt de werkgever voor een optimale toegankelijkheid van de interne opleidingen op een zodanige wijze, dat gehandicapten zich binnen de opleidingslocatie onafhankelijk kunnen verplaatsen en daar onafhankelijk kunnen verblijven alsmede dat de leerstof en leermiddelen voor hen toegankelijk zijn. Gehandicapten hebben daarbij dezelfde opleidingsmogelijkheden als niet-gehandicapten. F De werkgever zal arbeidsgehandicapten registreren overeenkomstig de definitie van de arbeidsgehandicapten in de Wet REA. Bovendien registreert de werkgever die werknemers, voor wie op grond van een medische indicatie maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van arbeidsongeschiktheid. Andere preventieve maatregelen worden eveneens geregistreerd. 2. Verplichtingen van de werknemer A De werknemer zal, voorzover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, al datgene doen wat het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid in positieve zin kan beïnvloeden. Een geneeskundig onderzoek is hierbij niet uitgesloten. 3. De werknemer die gedurende een kalenderjaar niet arbeidsongeschikt is geweest, verkrijgt overeenkomstig artikel IV, 6 recht op een extra roostervrije dag.
38
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel VII, 4 Stichting Kwaliteit van de Arbeid 1. Er is een Stichting Kwaliteit van de Arbeid. De Stichting heeft de navolgende doelstelling: het verrichten van onderzoek (inclusief evaluatief onderzoek), het geven van voorlichting en adviezen en het ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van bedrijven met betrekking tot arbeidsomstandigheden, arbeidsongeschiktheid en bedrijfsgezondheidszorg. Doel van de Stichting is mede het kunnen vervullen van de functie van Sectorraad voor de Contract-cateringbranche zoals bedoeld in de OSV. Het beleid wordt geformuleerd en uitgevoerd op ondernemingsniveau nadat hierover conform de wettelijke bepalingen ter zake, met de ondernemingsraad overleg is gevoerd. 2. Het bestuur van de Stichting is paritair samengesteld en bestaat uit 4 werkgeversvertegenwoordigers en 4 werknemersvertegenwoordigers. Daarnaast zal voor ieder bestuurslid een plaatsvervanger worden aangewezen. 3. Het FBA stelt de financiële middelen beschikbaar ten behoeve van de Stichting die daartoe een begroting indient. 4. De statuten en reglementen van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid maken integraal onderdeel uit van deze CAO. HOOFDSTUK VIII LEERLINGEN EN LEERMEESTERS Artikel VIII, 1 1. De leerling wordt ingeschaald in schaal 2. 2. De leerling kan uitsluitend werkzaam zijn in bedrijven, erkend als leerbedrijf door of namens het bestuur van de Stichting Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Horeca, Instellingskeuken, Contractcatering en Toerisme. 3. Ten behoeve van de leerling dient ten overstaan van het bestuur van 39
de Stichting Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Horeca, Instellingskeuken, Contract-catering en Toerisme een leerovereenkomst te zijn gesloten tussen de patroon en de leerling, dan wel, bij diens minderjarigheid, zijn wettelijke vertegenwoordiger(ster). De schriftelijke arbeidsovereenkomst voor leerlingen wordt in drievoud opgemaakt. De werkgever is verplicht de leerling voor de aanvang van het dienstverband een exemplaar van de schriftelijke arbeidsovereenkomst te verstrekken. Het derde exemplaar is voor het SVH Leerlingstelsel. 4. De arbeidsovereenkomst voor leerlingen en de leerovereenkomst zijn aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst vervalt indien de leerovereenkomst eindigt en de leerovereenkomst vervalt indien de arbeidsovereenkomst eindigt. In bijlage 1 C is een model arbeidsovereenkomst voor leerlingen opgenomen. 5. De werkgever is verplicht de leerling in de gelegenheid te stellen het aanvullend theoretisch en beroepsbegeleidend onderwijs te volgen aan de onderwijsinstelling, bedoeld in de leerovereenkomst. 6. De werkgever is verplicht de schooldag door te betalen voor leerlingen die een opleiding volgen van de Stichting Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Horeca, Instellingskeuken, Contract-catering en Toerisme. 7. De leertijd van de leerling duurt zo lang als er ten behoeve van hem een leerovereenkomst, bedoeld in lid 3, van kracht is. 8. a. De leerovereenkomst eindigt, vanwege de koppeling met de arbeidsovereenkomst, indien de arbeidsovereenkomst eindigt. b. De leerovereenkomst eindigt mede op de wijzen, zoals die zijn aangegeven in artikel 2.22 lid 5 van de Wet op het Cursorisch Beroepsonderwijs. 9. De werkgever is verplicht de leermeester in de gelegenheid te stellen het leermeesteroverleg bij te wonen. De werkgever dient hem hiertoe maximaal twee dagen per jaar in de gelegenheid te stellen. HOOFDSTUK IX VAKOPLEIDING EN EDUCATIEF VERLOF Artikel IX, 1 2. Tot de noodzakelijke opleidingen behoren de OCC-opleidingen en examens. 40
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
De vergoeding voor deze noodzakelijke opleidingen bedraagt 100%. Dit betreft de aspecten van de kosten van het opleidingsinstituut (inschrijvingskosten en lesgeld), de kosten van noodzakelijk en voorgeschreven studiemateriaal alsmede de examenkosten. De noodzakelijke opleidingen worden in beginsel binnen de werktijd gevolgd. Voor zover dat niet mogelijk is en de opleiding (deels) buiten werktijd plaatsvindt, zal dit worden beschouwd als werktijd en tegen het voor de werknemer geldende basisuurloon worden vergoed. 3. Voor opleidingen die door zowel werknemer als werkgever wenselijk wordt geacht voor een door de werknemer beoogde loopbaanontwikkeling, zal 50% van de opleidingskosten zoals genoemd in lid 2, worden vergoed, vergoeding van werktijd zoals bij noodzakelijke opleidingen, hieronder niet begrepen. Werkgever en werknemer kunnen afspraken maken over het verlof voor deze opleidingen. HOOFDSTUK X POSITIEVE ACTIE Artikel X, 2 Voorkoming ongewenste intimiteiten 2. Er geldt de volgende klachtenprocedure in dit kader: a. De werkgever wijst, met instemming van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging, een contact-/vertrouwenspersoon aan. Deze kan lid zijn van de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging. Taak van de contact-/vertrouwenspersoon is kennisnemen, begeleiding en bemiddeling bij klachten van werknemers over ongewenste omgangsvormen. b. Indien de bemiddeling niet het gewenste resultaat heeft, kan een betrokken werknemer een schriftelijk gemotiveerde klacht indienen bij de CAO-partijen. CAO-partijen stellen een vertrouwenspersoon aan ter verdere behandeling.
41
Voor de klachtenprocedure wordt verwezen naar bijlage 5 bij deze CAO. Artikel X, 3 Zwangerschaps- en bevallingsverlof 1. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof bedraagt 18 weken waarvan 16 weken wettelijk en 2 weken bovenwettelijk op grond van de CAO. 2. De werkneemster kan het zwangerschaps- en bevallingsverlof flexibel opnemen, met dien verstande dat het zwangerschapsverlof ten vroegste 6 weken en uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum dient in te gaan. De werkneemster is verplicht twee extra weken op te nemen voorafgaande aan het wettelijk zwangerschaps- en bevallingsverlof. Artikel X, 4 Ouderschapsverlof 1. De werknemer die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot een kind heeft recht op verlof zonder behoud van loon. Genoemde verlofmogelijkheid bestaat tevens voor degene die blijkens verklaringen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont als het kind en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind als eigen kind op zich heeft genomen. 2. a. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste 6 maanden. b. Deeltijd werken is ook mogelijk gedurende de periode genoemd in lid 2a. c. In afwijking van het onder 2a vermelde kan de werknemer de werkgever verzoeken om verlof voor een langere periode dan zes maanden. De werkgever stemt in met dit verzoek tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. 3. a. Voormeld recht bestaat voor werknemers met een kind tot de leeftijd van 8 jaren. b. Bij meerdere kinderen in de leeftijd van 0 tot 8 jaren geldt het recht per kind (uitgezonderd meerlingen of meerdere adopties tegelijk). 4. De werknemer stelt de werkgever 2 maanden voor de gewenste ingangsdatum van het verlof schriftelijk op de hoogte van het voornemen om verlof op te nemen onder opgave van de periode, het aantal uren per week en de eventuele spreiding daarvan over de week. 42
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. De verlofmogelijkheid geldt ook ten behoeve van de verzorging van kinderen geboren in de periode voor 1 januari 1991. 6. De gevolgen van de ontstane pensioenbreuk worden door de werkgever gedragen. Betrokken werknemer dient na hervatting van het dienstverband nog minimaal 6 maanden werkzaam te zijn in de onderneming om aanspraak te kunnen maken op de pensioenrechten van de eerste 6 maanden. Wanneer de werknemer langer dan één maand onbetaald verlof neemt, heeft dat consequenties voor het verzekerd zijn ingevolge ZW, Ziekenfonds en dergelijke. Artikel X, 5 Kinderopvang en kinderverzorging 1. Opvang voor kinderen van 0–12 jaar van werknemers in de zin van de CAO kan door de werknemer worden aangevraagd bij de werkgever. De bijdrage ter zake van opvang te voldoen door de werknemer is gebaseerd op de door de VNG vastgestelde ouderbijdragetabel. Voor het overige zullen de kosten worden gedragen door het FBA. Deze regeling geldt voor opvang via gastoudergezinnen alsmede via kinderdagverblijven doch alsdan bedraagt de financiële tegemoetkoming door FBA maximaal het bedrag van de tegemoetkoming bij gastouderopvang. 2. Het Vakraadbestuur stelt jaarlijks budget beschikbaar ten behoeve van kinderopvang. Werknemers kunnen uit dit budget een bijdrage verkrijgen. Deze bijdrage wordt verstrekt op volgorde van binnenkomst totdat het totale budget is uitgeput. Bij uitputting van het kinderopvangfonds zijn geen bijdragen van FBA ten behoeve van kinderopvang meer mogelijk. 3. Er is een reglement kinderopvang. Dit reglement is op aanvraag verkrijgbaar bij de Vakraad voor de Contract-cateringbranche. Artikel X, 6 Calamiteitenverlof Het calamiteitenverlof is van toepassing bij ziekte van een kind alsook bij ziekte van de partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een 43
andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzorging heeft. Ten aanzien van het calamiteitenverlof geldt het navolgende: Aan de werknemer wordt buitengewoon verlof verleend zonder behoud van loon bij ziekte van een kind, waarvoor de werknemer de feitelijke verzorging heeft, of bij ziekte van de partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzorging heeft. Ook andere calamiteiten in verband met verzorgingsverplichtingen vallen onder deze regeling. De duur van het verlof wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgelegd. De duur zal voldoende dienen te zijn om een eerste opvang te geven en voorbereidingen te treffen voor de meer duurzame oplossingen en mag in totaal niet meer bedragen dan 10 dagen per jaar. Daarenboven heeft de werknemer recht op verlof eveneens (zonder behoud van loon) over de periode van maximaal één maand per jaar voor de in lid 1 genoemde verzorgingstaken. De premie voor het Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf wordt door de werkgever gedurende deze periode afgedragen als ware deze werknemer normaal werkzaam in de onderneming. Artikel X, 7 Arbeidsinpassingsbeleid Met betrokkenen voor wie gezinsomstandigheden de redenen van ontslagname waren, zal – indien zij terugkeer overwegen – desgewenst een oriënterend gesprek voor een ,,nieuwe functie’’ plaatsvinden. Daarnaast worden betrokkenen tot twee jaar na het verlaten van de onderneming met voorrang in beschouwing genomen voor bestaande vacatures. Artikel X, 9 Doelgroepenbeleid 1. Voor werkgevers geldt een inspanningsverplichting tot het plaatsen van personen behorende tot de doelgroepen (gedeeltelijk) arbeidsgehandicapten en gehandicapte werknemers alsmede herintredende vrouwen, jongeren met een afgebroken vakopleiding, langdurig werklozen en etnische minderheden. Voorwaarde is dat er een redelijk uitzicht op een baan kan worden geboden. 2. Aan deze inspanningsverplichting zal uitvoering worden gegeven door het Steunpunt Doelgroepenbeleid. Het Steunpunt dient in het kader van de aan haar opgedragen taak optimaal gebruik te maken van overheidsvoorzieningen in het kader van arbeidsinpassing. Het steunpunt zal de aandacht extra richten op (gedeeltelijk) arbeidsgehandicapten.
44
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Tenminste 2 maal per jaar (1 januari en 1 juli) zal aan het Vakraadbestuur mededeling worden gedaan omtrent de resultaten van de inspanningsverplichting ten aanzien van vorengenoemde doelgroepen. 4. De kosten van het Steunpunt Doelgroepenbeleid worden gedragen door het FBA. Artikel X, 11 Arbeidspool Voor werknemers in de bedrijfscatering met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd die onverhoopt als gevolg van redenen anders dan bedoeld in artikel III, 1 lid 4 niet meer bij een werkgever ressorterende onder de CAO voor de contract-cateringbranche werkzaam kunnen zijn, is er een pool ,,Vakwerk Contract-catering’’, bestuurd door sociale partners. HOOFDSTUK XI VAKBONDSWERK IN DE ONDERNEMING EN MEDEZEGGENSCHAP Artikel XI, 1 6. In een situatie van bedrijfsbeëindiging, fusie, overname, reorganisatie of oprichting van een Europese Ondernemingsraad worden de vakverenigingen door de werkgever vroegtijdig betrokken bij besprekingen/ontwikkelingen die daarvoor van belang zijn. 7. Daar waar sprake is van een personeelsvertegenwoordiging (zoals onder andere bedoeld in de Arbeidstijdenwet), heeft dit orgaan en de afzonderlijke werknemers die deel uitmaken van dit orgaan, dezelfde rechten en faciliteiten als een ondernemingsraad respectievelijk leden van een ondernemingsraad.
45
HOOFDSTUK XII BEDRIJFSBEËINDIGING, FUSIE, OVERNAME EN REORGANISATIE Artikel XII, 1 Inschakeling van de vakverenigingen bij bedrijfsbeëindiging, fusie, overname en reorganisatie 1. De – – –
werkgever die overweegt: een fusie of overname aan te gaan, een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of de personeelsbezetting te reorganiseren zal bij het nemen van zijn beslissing de sociale consequenties betrekken.
2. a. In verband daarmede zal de werkgever zo spoedig mogelijk, mede gezien het hiernavolgende, de vakverenigingen inlichten over de overwogen maatregelen. Uiterlijk één week hierna zullen de Ondernemingsraad en de werknemers hierover door de werkgever worden ingelicht. b. Daarna zal de werkgever de overwogen maatregelen en de daaruit eventueel voor de werknemers of een aantal werknemers voortvloeiende gevolgen bespreken met de vakverenigingen, alsmede met de Ondernemingsraad, teneinde deze in de gelegenheid te stellen hun oordeel te geven vanuit het gezichtspunt van het werknemersbelang. De werkgever zal de resultaten van dit beraad mededelen aan de Raad van Commissarissen, dan wel aan de daarmee vergelijkbare beleidsinstantie. 3. Indien de hierboven bedoelde gevolgen voor de werknemers of een aantal werknemers zijn te verwachten, zal de werkgever in overleg met de vakverenigingen een sociaal plan opstellen, waarin wordt aangegeven met welke belangen van de werknemers in bijzonder rekening dient te worden gehouden en welke voorzieningen in verband daarmee kunnen worden getroffen. In verband hiermede zal, indien de vakverenigingen zulks verzoeken, hierbij tevens het inzicht van het desbetreffende RDA worden gevraagd inzake de plaatsbaarheid van de betrokken werknemers.
46
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK XIII VEILIGHEID, GEZONDHEID EN MILIEU Artikel XIII, 1 Veiligheid, gezondheid en milieu 3. a. De werkgever erkent het recht van de werknemer op een veilige arbeidsplaats. Hij treft de nodige maatregelen teneinde deze veilige arbeidsplaats te verwezenlijken. b. De werkgever is verplicht de werknemers op de hoogte te stellen van de te onderkennen specifieke gevaren, welke in hun arbeidssituatie kunnen optreden en van de veiligheidsvoorschriften, welke ter zake worden getroffen. Hij ziet toe op de naleving van de veiligheidsvoorschriften. c. De werkgever zal in contact met de leveranciersgroep zoveel mogelijk gebruik maken van milieuvriendelijke middelen. d. De werknemer heeft het recht een opdracht niet uit te voeren indien niet voldaan is aan de bedrijfsveiligheidsvoorschriften of wanneer zich daarbij een situatie voordoet die een gevaar voor zijn eigen leven of gezondheid of dat van anderen oplevert, zodanig dat van hem in redelijkheid niet kan worden geëist dat hij deze opdracht uitvoert. Hij dient hiervan onmiddellijk de leidinggevende in lijn of diens plaatsvervanger in kennis te stellen. e. De werknemer kan, indien hij dit wenst, aangelegenheden die veiligheid, gezondheid of het milieu betreffen te allen tijde met zijn leidinggevende in lijn bespreken. f. Vervolgens kan hij, indien nodig, deze onderwerpen inbrengen in het vertegenwoordigend overleg binnen de onderneming en via zijn werknemersorganisatie in de Vakraad. Artikel XIII, 2 Gezondheid/werkdruk 1. Er geldt een Reglement Meldingsprocedure werkdruk. Dit reglement is als bijlage 6 in deze CAO opgenomen. 2. Meldingen over werkdruk kunnen volgens de in het reglement beschreven procedure, voorgelegd worden aan de Toetsingscommissie en via haar aan de desbetreffende Geschillencommissies van de Vakraad. 47
Artikel XIII, 3 Functioneringsgesprek/werkoverleg 1. Er dient tenminste éénmaal per jaar een functioneringsgesprek van de directe chef met de medewerker gehouden te worden. 2. a. Er dient op locatie tenminste tweemaal per jaar gestructureerd werkoverleg plaats te vinden, zoveel mogelijk binnen werktijd. Indien onverhoopt het werkoverleg (ten dele) plaatsvindt buiten werktijd, wordt aan de werknemer per werkoverleg maximaal 1 basisuurloon vergoed. b. In het werkoverleg kunnen alle onderwerpen aan de orde komen die van invloed zijn op werkdruk en werkplezier, zoals: – arbeidstijden – inzet flexibele arbeidskrachten – veiligheid, gezondheid en welzijn – ziekteverzuim en RI&E – doorstroombeleid HOOFDSTUK XIV SOCIALE PARAGRAAF EN BEDRIJFSTAKREGELINGEN Artikel XIV, 1 Werkgelegenheid 1. Vacaturemelding Teneinde de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen zal de werkgever alle daarvoor relevante vacatures direct kenbaar maken aan het desbetreffende Arbeidsbureau. 3. Arbeidsmarktanalyse Partijen, in het bijzonder de werkgever, dienen ervoor zorg te dragen dat gegevens die relevant zijn om een inzicht in de bedrijfstak te verkrijgen resp. welke relevant zijn om op een bepaald terrein bedrijfstakbeleid te voeren, beschikbaar dienen te komen. Artikel XIV, 3 Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering 1. Er is een Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering, hierna te noemen FBA.
48
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De statuten en in het kader hiervan vastgestelde reglementen van het FBA worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst. 3. a. De werkgever is over 1999, 2000 en 2001 ten behoeve van FBA een bijdrage verschuldigd van de loonsom waarover hij ten aanzien van alle werknemers, met uitzondering van hen die werkzaam zijn in functies welke buiten de werkingssfeer van de CAO vallen (tenzij van vrijwillige aansluiting sprake is), premie ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering verschuldigd over respectievelijk de kalenderjaren 1999, 2000 en 2001. Tot het heffingsloon wordt ook gerekend het loon van de niet (meer) voor de wettelijke werknemersverzekeringen verplicht verzekerde werknemer, op wie conform artikel I, 1 lid 1 de CAO van toepassing is, welk loon mede in aanmerking zou zijn genomen als bedoelde verplichte verzekeringen voor hem zou gelden. De werkgever dient de in de vorige volzin bedoelde loongegevens te vermelden op de verzamelloonstaat. De loonsomopgave moet zijn voorzien van een verklaring van een externe (register)accountant. De werkgever en de werknemers zijn verplicht de inlichtingen te verschaffen die de stichting noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling. Indien de werkgever of de werknemers, ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoen, is het FBA bevoegd deze gegevens naar beste weten vast te stellen. b. De werknemer is als zijn aandeel in de in lid 3a. bedoelde bijdrage over de jaren 1999, 2000 en 2001 een bijdrage verschuldigd over de loonsom ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering over respectievelijk de kalenderjaren 1999, 2000 en 2001. De werkgever is verplicht dit aandeel van de werknemer te vorderen door inhouding iedere loonperiode op diens loon. Is de werkgever geen of onvoldoende loon aan de werknemer verschuldigd, dan is de werknemer verplicht zijn aandeel in de bijdrage aan de werkgever te betalen. c. Werkgever en werknemer zijn verplicht als hun aandeel ten behoeve van FBA te voldoen:
49
periode
te heffen premie
werkgevers- werknemersaandeel aandeel
1-1-1999 t/m 31-12-1999 1-1-2000 t/m 31-12-2001
1,0% 1,25%
0,5% 0,75%
0,5% 0,5%
4. Uit het FBA zullen middelen ter beschikking worden gesteld ter verwezenlijking van de doelstellingen met betrekking tot de Stichting Kwaliteit van de Arbeid, kinderopvangvoorzieningen, zulks onder verwijzing naar hetgeen gesteld is in artikel X,5. Ten behoeve van kinderopvangvoorzieningen zal vanuit FBA maximaal 0,25 % ter beschikking worden gesteld. Indien het haalbaarheidsonderzoek naar een meer sectorgewijze aanpak van kinderopvang zal zijn afgerond, zal vanaf 1 januari 2000, 0,2% extra ter beschikking worden gesteld. 5. De opbrengst der bijdragen, genoemd in lid 3 strekt tot financiering door het FBA van de kosten voor: a. de werkzaamheden van de stichting FBA; b. werkzaamheden van de stichting LPCC; c. werkzaamheden van de stichting Opleidingen Contract-catering (OCC) d. werkzaamheden van de stichting Kwaliteit van de Arbeid; e. de werkgevers- en werknemersorganisaties ter zake van de rechtstreeks met het uitvoeren en doen naleven van de CAO verband houdende activiteiten, waaronder mede begrepen: 1. de in dat kader gemaakte kosten van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche alsmede 2. de door deze organisatie en/of de Vakraad gemaakte kosten ter zake van voorlichting en onderzoek op gebied van bij de CAO geregelde of te regelen arbeidsvoorwaarden. f. de werkzaamheden van de stichting arbeidspool 6. De werkgever is verplicht aan het FBA of de door de FBA aangewezen administrateur opgave te doen van de loonsom, bedoeld onder lid 3. 7. Het van toepassing zijnde FBA-percentage wordt als volgt verdeeld: Opleidingsfonds contract-catering 0,18% Leerplaatsenfonds contract-catering 0,19% Vakraad voor de Contract-catering 0,30% Kwaliteit van de Arbeid 0,06% Kinderopvang 0,25% Arbeidspool 0,02%
50
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel XIV, 4 Leerplaatsen- en Opleidingsfonds 1. Er is een Stichting Leerplaatsenfonds en een Stichting Opleidingsfonds, hierna te noemen LPCC resp. Stichting OCC. 2. De statuten en in het kader hiervan vastgestelde reglementen van het LPCC en van de Stichting OCC worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst. 3. De financiering van de stichting LPCC en van de Stichting OCC vindt plaats middels een bijdrage vanuit de stichting FBA, zoals omschreven in art. XIV, 3 lid 5. 4. Onverminderd het bepaalde in de statuten van de Stichting OCC stimuleert de Stichting Opleidingen Contract-catering een opleidingsbeleid van werkgevers door inventarisatie van de opleidingsmogelijkheden en het geven van adviezen en voorlichting aan alle betrokkenen binnen de Contract-cateringbranche. De bedrijven werken aan dit stimuleringsbeleid mee door het verschaffen van relevante informatie over het eigen opleidingsbeleid. Artikel XIV, 6 Vakraad voor de Contract-cateringbranche 1. Er is een Vakraad voor de Contract-cateringbranche verder te noemen de Vakraad. De leden en voor elk van hen een plaatsvervanger worden aangewezen door de werknemersen werkgeversorganisaties partijen bij deze overeenkomst voor de duur van de overeenkomst. Gedurende de duur van deze overeenkomst zullen zowel van de zijde van werkgevers als van werknemers drie leden worden aangewezen en voor elk van hen een plaatsvervanger. 2. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter per kalenderjaar, wisselend uit de leden van de werkgeversrespectievelijk werknemersdelegatie. 3. De werkzaamheden respectievelijk de taken van de Vakraad bestaan, voorzover in de CAO niet reeds vernoemd, uit: A Op verzoek van één of meer partijen bij de CAO nadere uitleg, – 51
in de vorm van bindende adviezen –, aan de bepalingen van deze CAO geven ter bevordering van een éénvormige toepassing van de bepalingen. B Op verzoek van één of meer werkgevers tezamen met één of meer werknemers, in een geschil over uitvoering van toepassing van de CAO, tussen betrokken werkgevers en werknemers, het uitbrengen van een bindend advies. C Het geven van een vergunning tot afwijking van één of meerdere bepalingen van de CAO of van de CAO Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contract-cateringbranche. 4. Een bindend advies op verzoek van partijen, zoals eerder genoemd, wordt slechts uitgebracht indien beide partijen hiertoe schriftelijk verzoeken. De verdere procedure is in bijlage 3 bij deze CAO vermeld. Voor het overige regelt de Vakraad haar werkwijze zelf. 5. De Vakraad zal zich doen bijstaan door een secretaris die geen deel uitmaakt van de werkgevers- en werknemersdelegatie. De statuten en in het kader hiervan vastgestelde reglementen van de Stichting Vakraad voor de Contract-cateringbranche worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst. Artikel XIV, 7 Commissie Bezwaren Functie-indeling 1. De Vakraad stelt uit haar midden een Commissie Bezwaren Functieindeling samen. Deze commissie laat zich in voorkomende gevallen adviseren door een externe deskundige. 2. De procedure van de Commissie Bezwaren Functie-indeling is geregeld in een reglement opgenomen in bijlage 2 van de CAO. Artikel XIV, 8 Afwijkingen van bepalingen van deze CAO 1. Afwijkingen van de bepalingen van deze CAO zijn uitsluitend mogelijk na verkregen vergunning van de Vakraad voor Contractcateringbranche. 2. De Vakraad kan een gegeven vergunning te allen tijde intrekken. Artikel XIV, 9 Sociaal Statuut 1. In de situatie bij contractswisseling ten gevolge van heraanbesteding, 52
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
respectievelijk hergunning door de cliënt, zal de werkgever de continuïteit van de arbeidsverhouding binnen zijn onderneming zoveel mogelijk trachten te waarborgen. Hiertoe zal zoveel mogelijk vervangende werkgelegenheid binnen de onderneming, respectievelijk het concern worden gezocht en aangeboden, terwijl tevens de werkgever bereid is in overleg te treden met de andere in het geding zijnde werkgever, teneinde zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. De werknemer zal hieraan in alle redelijkheid zijn medewerking verlenen. 2. De werkgever als bedoeld in deze CAO die bij contractswisseling als hier bedoeld, een project verwerft, heeft de plicht bij het (de) andere betrokken bedrijf(ven) informatie in te winnen met betrekking tot de personeelssterkte, -samenstelling en arbeidsvoorwaarden van de betrokken werknemers op het desbetreffende project. De werkgever die het project verliest, heeft zelfstandig de plicht de hierboven bedoelde informatie met betrekking tot het project te verstrekken. De informatie-opvraag, respectievelijk -verstrekking, zal geschieden zodra de betrokken werkgever zekerheid over de gunning van de cliënt heeft ontvangen. De te verstrekken informatie heeft betrekking op de situatie 3 maanden voorafgaand aan het moment van de offerte-aanvraag, of bij gebreke daarvan, de gunning, en geeft de sindsdien opgetreden mutaties aan. 3. De werkgever die het project verwerft, is verplicht van het aantal arbeidsplaatsen dat na de wisseling op het project aanwezig is, op basis van het in de offerte/overeenkomst opgenomen rooster, binnen één maand na zekerheid van gunning tenminste 100% aan te bieden aan werknemers van het andere betrokken bedrijf. Indien deze termijn van een maand niet haalbaar is, dient de werkgever dit, zodra dit bekend is, te melden bij de Toetsingscommissie. Het anciënniteitsprincipe zal worden toegepast. In het kader van het Sociaal Statuut wordt hieronder verstaan dat gekeken dient te worden naar gelijksoortige functies binnen de eigen locatie. Er bestaat geen verplichting tot aanbieding van arbeidsplaatsen aan het leidinggevend personeel. In dit verband wordt onder leidinggevend personeel verstaan: degene die de functie vervult van cateringbeheerder B en leiding geeft aan tenminste 3 medewerk(st)ers die tenminste de helft van de normale arbeidsduur arbeid verrichten dan wel de functie vervult van cateringmanager A, B, C of D.
53
4. Het bedrijf dat het project verliest en werknemers op grond van het bepaalde in lid 1 binnen zijn organisatie kan herplaatsen, zal bij het aanbieden van vervangende arbeidsplaatsen rekening houden met het anciënniteitsprincipe. 5. a. Aan de werknemers bedoeld onder lid 3 zal bij de wisseling bij het bedrijf dat het project verwerft een arbeidsovereenkomst worden aangeboden, waarbij: 1. geen proeftijd geldt, tenzij de werknemer bij het bedrijf dat het project verliest nog in de proeftijd werkzaam was; 2. het CAO-loon, geldend voor betrokkenen, inclusief de vereveningstoeslag en de functiejaren voor werknemers die reeds vóór 30 juni 1997 bij een werkgever in de zin van de CAO in dienst waren, alsmede andere (opgebouwde) rechten (o.a. functiejaren in de schalen waarin deze niet zijn komen te vervallen), voor zover gebaseerd op de CAO, worden gehonoreerd, respectievelijk zullen verder worden doorgebouwd. b. Vervolgens zal de werkgever trachten zo veel als mogelijk is rekening te houden met niet CAO-lijke voorwaarden zoals roosters en uren. 6. Op werknemers bedoeld onder lid 3 die worden geconfronteerd met aanpassing van arbeidsvoorwaarden, is de aanvullingsregeling van artikel III, 1 lid 4 van toepassing indien deze werknemer eerder met een contractsaanpassing op grond van die regeling is geconfronteerd of eerder met een contractsaanpassing vanwege een contractswisseling, beide binnen een termijn van 2 jaar. Artikel XIV, 10 Overgangsbepalingen Rechtens geldende gunstiger arbeidsvoorwaarden zullen onverkort worden gehandhaafd.
54
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
DEEL A VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOORWAARDEN BEDRIJFSCATERING Artikel 1 Algemeen Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector bedrijfscatering wordt verwezen naar artikel I, 1 Algemeen Deel. Artikel 2 Lonen 1. b. Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering, die reeds vóór 1 juli 1997 in dienst waren bij een werkgever in de zin van de CAO geldt dat zij nog 4 functiejarenronden (op basis van het loon zoals geïndexeerd vanaf het loon van vóór de verlaging als bedoeld in lid 1a) recht kunnen doen gelden op hun salaris en de verhogingen van 1 januari 1998, 1 januari 1999, 1 januari 2000 en 1 januari 2001. Deze verhogingen worden gedefinieerd als een vereveningstoeslag. De vereveningstoeslag omvat tevens het meerdere loon ten opzichte van de nieuwe loonschalen zoals die met ingang van 1 juli 1997 voor nieuwe werknemers in de bedrijfscatering gelden. Met ingang van 1 januari 2001, dat wil zeggen na toekenning van het voor de werknemer laatste functiejaar, vindt inschaling plaats in de nieuwe schaal op hetzelfde loon of indien dat loonbedrag voor betrokkene niet precies uitkomt op hetzelfde loon, het naastgelegen hogere loon in die schaal. 2. a. Op werknemers werkzaam in de sector bedrijfscatering zijn de salarisschalen van toepassing die als bijlagen 1a, 1b en 1c in dit deel zijn opgenomen. b. De voor de bedrijfscatering geldende loontabellen zijn uitgesplitst in: – tabellen met ingang van 1 juli 1999, geldend voor respectie-
55
velijk werknemers in de bedrijfscatering in dienst vóór 1 juli 1997 en na 1 juli 1997 (bijlage 1a). – tabellen met ingang van 1 januari 2000, geldend voor respectievelijk werknemers werkzaam in de bedrijfscatering in dienst vóór 1 juli 1997 en in dienst vanaf 1 juli 1997 (bijlage 1b); – tabellen met ingang van 1 juli 2000, geldend voor respectievelijk werknemers werkzaam in de bedrijfscatering in dienst vóór 1 juli 1997 en in dienst na 1 juli 1997 (bijlage 1c). 3. De loonsverhoging wordt voor werknemers werkzaam in de bedrijfscatering gebaseerd op de lonen zoals deze gelden op respectievelijk 1 juni 1998, 1 juli 1999 en 1 januari 2000. Wanneer een werknemer werkzaam in de bedrijfscatering meer verdient dan het loon vermeld in de CAO wat voor hem geldt, wordt alleen dit CAO-loon verhoogd met: – 2,75% ingang van 1 juli 1999. – 2% met ingang van 1 januari 2000. 1% met ingang van 1 juli 2000. Het bedrag van deze verhogingen wordt opgeteld bij het feitelijk betaalde loon. 4. Aan de verhogingen voor de bedrijfscatering is een minimum verbonden van fl. 296,– per procent prijsstijging voor werknemers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel III,1 lid 5. Artikel 3 Afrekening loon met de werknemer De werkgever zal aan werknemers die reeds op 30 juni 1997 in dienst waren bij een werkgever in de zin van de CAO en die werkzaam zijn in de bedrijfscatering, de opbouw van hun loon, bestaande uit het loon van de nieuwe schaal zoals dat voor hen zou hebben gegolden indien zij niet reeds vóór 1 juli 1997 in dienst waren geweest bij een werkgever in de zin van de CAO, de vereveningstoeslag en eventuele persoonlijke toeslagen, inzichtelijk maken. Artikel 4 Overwerktoeslag Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix overwerktoeslag van bijlage 2, deel A, van toepassing.
56
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 5 Onregelmatigheidstoeslag Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage 3, deel A, van toepassing.
57
BIJLAGE 1A Bedrijfscatering Loontabel per 1 juli 1999 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-6-1998 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salaris-groep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2884,96 2944,15 3003,34 3063,72 3125,28
2979,79 3040,92 3102,04 3164,40 3227,97 3292,77
3077,38 3140,50 3203,62 3268,01 3333,65 3400,56
3353,61 3422,36 3491,12 3561,25 3632,76 3705,65
3739,86 3816,50 3893,14 3971,32 4051,02 4132,26 4215,42
4138,32 4223,09 4307,86 4394,33 4482,50 4572,35 4664,33 4758,01
4532,78 4625,60 4718,42 4813,10 4909,64 5008,03 5108,74 5211,31
4942,99 5044,19 5145,38 5248,60 5353,84 5461,11 5570,91 5682,73 5796,57
5223,56 5324,03 5426,51 5531,04 5637,66 5746,42 5857,35 5970,49 6085,90
1153,98 1442,48 1730,97 2019,47 2307,96
1191,91 1489,89 1787,87 2085,85 2383,83
1230,95 1538,69 1846,43 2154,17 2461,91
1341,44 1676,80 2012,16 2347,52 2682,88
1495,95 1869,93 2243,92 2617,90 2991,89
1655,33 2069,16 2482,99 2896,82 3310,65
1813,11 2266,39 2719,67 3172,94 3626,22
1977,20 2471,50 2965,80 3460,10 3954,40
2089,42 2611,78 3134,14 3656,49 4178,85
N.B. De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contractcateringbranche vóór 1 juli 1994.
58
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1A Bedrijfscatering Loontabel per 1 juli 1999 voor werknemers in dienst vanaf 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-6-1998 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2684,96 2779,79 2877,38 2940,50 3003,62 3068,01 3133,65
3153,61 3222,36 3291,12 3361,25 3432,76
3539,86 3616,50 3693,14 3771,32 3851,02 3932,26
3938,32 4023,09 4107,86 4194,33 4282,50 4372,35 4464,33
4332,78 4425,60 4518,42 4613,10 4709,64 4808,03 4908,74
4742,99 4844,19 4945,38 5048,60 5153,84 5261,11 5370,91 5482,73
5023,56 5124,03 5226,51 5331,04 5437,66 5546,42 5657,35 5770,49 5885,90
1073,98 1342,48 1610,97 1879,47 2147,96
1261,44 1576,80 1892,16 2207,52 2522,88
1415,95 1769,93 2123,92 2477,90 2831,89
1575,33 1969,16 2362,99 2756,82 3150,65
1733,11 2166,39 2599,67 3032,94 3466,22
1897,20 2371,50 2845,80 3320,10 3794,40
2009,42 2511,78 3014,14 3516,49 4018,85
1111,91 1389,89 1667,87 1945,85 2223,83
1150,95 1438,69 1726,43 2014,17 2301,91
59
BIJLAGE 1B Bedrijfscatering Loontabel per 1 januari 2000 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-7-1999 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2938,65 2999,03 3059,41 3120,99 3183,79
3035,38 3097,73 3160,09 3223,68 3288,53 3354,62
3134,93 3199,31 3263,70 3329,37 3396,33 3464,57
3416,68 3486,81 3556,94 3628,48 3701,42 3775,76
3810,66 3888,83 3967,01 4046,74 4128,05 4210,91 4295,73
4217,09 4303,55 4390,02 4478,22 4568,15 4659,80 4753,62 4849,17
4619,43 4714,11 4808,79 4905,36 5003,83 5104,19 5206,92 5311,54
5037,85 5141,07 5244,29 5349,57 5456,92 5566,33 5678,32 5792,38 5908,50
5324,03 5426,51 5531,04 5637,66 5746,42 5857,35 5970,49 6085,90 6203,62
1175,46 1469,33 1763,19 2057,06 2350,92
1214,15 1517,69 1821,23 2124,77 2428,31
1253,97 1567,47 1880,96 2194,45 2507,94
1366,67 1708,34 2050,01 2391,67 2733,34
1524,26 1905,33 2286,40 2667,46 3048,53
1686,83 2108,54 2530,25 2951,96 3373,67
1847,77 2309,72 2771,66 3233,60 3695,55
2015,14 2518,93 3022,71 3526,50 4030,28
2129,61 2662,02 3194,42 3726,82 4259,23
NB De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contract-cateringbranche vóór 1 juli 1994.
60
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1B Bedrijfscatering Loontabel per 1 januari 2000 voor werknemers in dienst vanaf 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-7-1999 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2738,65 2835,38 2934,93 2999,31 3063,70 3129,37 3196,33
3216,68 3286,81 3356,94 3428,48 3501,42
3610,66 3688,83 3767,01 3846,74 3928,05 4010,91
4017,09 4103,55 4190,02 4278,22 4368,15 4459,80 4553,62
4419,43 4514,11 4608,79 4705,36 4803,83 4904,19 5006,92
4837,85 4941,07 5044,29 5149,57 5256,92 5366,33 5478,32 5592,38
5124,03 5226,51 5331,04 5437,66 5546,42 5657,35 5770,49 5885,90 6003,62
1095,46 1369,33 1643,19 1917,06 2190,92
1286,67 1608,34 1930,01 2251,67 2573,34
1444,26 1805,33 2166,40 2527,46 2888,53
1606,83 2008,54 2410,25 2811,96 3213,67
1767,77 2209,72 2651,66 3093,60 3535,55
1935,14 2418,93 2902,71 3386,50 3870,28
2049,61 2562,02 3074,42 3586,82 4099,23
1134,15 1417,69 1701,23 1984,77 2268,31
1173,97 1467,47 1760,96 2054,45 2347,94
61
BIJLAGE 1C Bedrijfscatering Loontabel per 1 juli 2000 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-1-2000 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2966,04 3027,02 3088,00 3150,20 3213,63
3063,74 3126,71 3189,69 3253,92 3319,42 3386,17
3164,28 3229,31 3294,33 3360,66 3428,29 3497,22
3448,84 3519,68 3590,51 3662,76 3736,43 3811,52
3846,77 3925,72 4004,68 4085,21 4167,33 4251,02 4336,69
4257,26 4344,59 4431,92 4521,00 4611,83 4704,40 4799,16 4895,66
4663,63 4759,25 4854,88 4952,42 5051,87 5153,23 5256,99 5362,65
5086,23 5190,48 5294,73 5401,07 5509,49 5620,00 5733,11 5848,31 5965,59
5375,27 5478,78 5584,35 5692,04 5801,88 5913,92 6028,20 6144,76 6263,66
1186,42 1483,02 1779,62 2076,23 2372,83
1225,49 1531,87 1838,24 2144,62 2450,99
1265,71 1582,14 1898,57 2215,00 2531,42
1379,54 1724,42 2069,31 2414,19 2759,08
1538,71 1923,38 2308,06 2692,74 3077,41
1702,90 2128,63 2554,35 2980,08 3405,80
1865,45 2331,81 2798,18 3264,54 3730,90
2034,49 2543,12 3051,74 3560,36 4068,99
2150,11 2687,64 3225,16 3762,69 4300,22
N.B. De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contract-cateringbranche vóór 1 juli 1994.
62
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1C Bedrijfscatering Loontabel per 1 juli 2000 voor werknemers in dienst vanaf 1 juli 1997 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-1-2000 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep
0 fj 1 fj 2 fj 3 fj 4 fj 5 fj 6 fj 7 fj 8 fj 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
2766,04 2863,74 2964,28 3029,31 3094,33 3160,66 3228,29
3248,84 3319,68 3390,51 3462,76 3536,43
3646,77 3725,72 3804,68 3885,21 3967,33 4051,02
4057,26 4144,59 4231,92 4321,00 4411,83 4504,40 4599,16
4463,63 4559,25 4654,88 4752,42 4851,87 4953,23 5056,99
4886,2 3 4990,48 5094,73 5201,07 5309,49 5420,00 5533,11 5648,31
1106,42 1383,02 1659,62 1936,23 2212,83
1299,54 1624,42 1949,31 2274,19 2599,08
1458,71 1823,38 2188,06 2552,74 2917,41
1622,90 2028,63 2434,35 2840,08 3245,80
1785,45 2231,81 2678,18 3124,54 3570,90
1954,49 2443,12 2931,74 3420,36 3908,99
1145,49 1431,87 1718,24 2004,62 2290,99
1185,71 1482,14 1778,57 2075,00 2371,42
IX
5175,27 5278,78 5384,35 5492,04 5601,88 5713,92 5828,20 5944,76 6063,66 2070,11 2587,64 3105,16 3622,69 4140,22
63
BIJLAGE 2 Bedrijfscatering Matrix toeslagen overwerk operationele functies. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
64
weekdagen zo ma
di
wo
do
vr
za
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 100 100
100 100 100 100 100 100 100 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 3 Bedrijfscatering Matrix toeslagen onregelmatige uren. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
70 70 70 70 70 70 70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
tijd di
wo
do
vr
za
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
65
DEEL B VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOORWAARDEN INSTITUTIONELE CATERING Artikel 1 Algemeen 1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector institutionele catering, wordt verwezen naar artikel I,1 Algemeen deel. 2. Onverminderd het overige in de CAO bepaalde is op werknemers die na 1 juli 1994 in dienst zijn getreden bij een werkgever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten verricht en die werkzaam zijn in de institutionele sector, het hiernavolgende van toepassing. Artikel 2 Schaalindeling De werknemer wordt ingedeeld in één van de salarisschalen zoals opgenomen in het direct aan dit hoofdstuk toegevoegde bijlagen. Artikel 3 Lonen 1. a. Op werknemers werkzaam in de sector institutionele catering zijn de salarisschalen opgenomen in het direct aan het onderhavige deel B toegevoegde bijlagen van toepassing. b. De voor de institutionele catering geldende loontabellen zijn uitgesplitst in: – tabellen met ingang van 1 juli 1999, 1 januari 2000 en 1 juli 2000, geldend voor werknemers in de institutionele sector in dienst vóór 1 juli 1994 (bijlage 1a). – tabellen met ingang van 1 juli 1999 en 1 januari 2000 en 1 juli 2000 geldend voor werknemers in de institutionele sector, in dienst vanaf 1 juli 1994 (bijlage 1b). 2. Voor werknemers werkzaam in de institutionele catering worden de verhogingen toegepast op de CAO-lonen en de feitelijk betaalde lonen. 3. Aan de verhoging voor de institutionele catering is een minimum 66
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
verbonden van fl. 320,– per procent prijsstijging voor werknemers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel III, 1 lid 5. Artikel 4 Roostervrije tijd In tegenstelling tot het bepaalde in artikel IV, 5 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel B werkzaam in de institutionele sector, de roostervrije tijd die deze werknemers hebben op grond van artikel IV, 5 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen. Dit geldt voor zowel toekomstige als voor bestaande contracten een en ander onder de voorwaarde dat alle betrokken werknemers zich hiermee schriftelijk akkoord verklaren. Alsdan dient aan de Vakraad ontheffing te worden gevraagd. Artikel 5 Overwerktoeslag Verwijzend naar artikel V, 1 lid 4, waarin wordt verwezen naar de matrixen overwerk bij de verbijzonderende delen, is op werknemers in de institutionele sector die vóór 1 juli 1994 in dienst waren bij een werkgever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix overwerkvergoedingen zoals opgenomen in bijlage 2A deel B van toepassing en op de werknemers bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, de matrix zoals opgenomen in bijlage 2B deel B. Artikel 6 Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel V, 2 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage 3A, deel B, van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage 3B, deel B worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van 67
bijlage 3B, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage 3C. Artikel 7 Ontwikkelingen De Vakraad voor de Contract-cateringbranche brengt jaarlijks aansluitend op een afgesloten CAO is in de institutionele sector, de ontwikkelingen in kaart en brengt de consequenties voor de bepalingen in het onderhavige hoofdstuk in kaart. Het is immers niet de bedoeling dat bepalingen in het onderhavige hoofdstuk gaan achterlopen bij die in de CAO is in de institutionele sector.
68
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1A Institutionele catering Loontabel per 1 juli 1999 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1994 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-6-1998 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2900,49 2959,69 3018,88 3079,26 3140,82
2995,33 3056,45 3117,58 3179,93 3243,51 3308,31
3092,92 3156,04 3219,16 3283,55 3349,19 3416,10
3369,14 3437,90 3506,66 3576,79 3648,30 3721,19
3755,40 3832,04 3908,68 3986,86 4066,56 4147,80 4230,96
4153,86 4238,63 4323,40 4409,87 4498,03 4587,89 4679,87 4773,55
4548,32 4641,14 4733,96 4828,64 4925,18 5023,57 5124,28 5226,85
4958,53 5059,73 5160,92 5264,14 5369,38 5476,65 5586,45 5698,27 5812,11
5229,06 5329,53 5432,01 5536,54 5643,16 5751,92 5862,85 5975,99 6091,40
1160,20 1450,25 1740,30 2030,35 2320,40
1198,13 1497,66 1797,20 2096,73 2396,26
1237,17 1546,46 1855,75 2165,04 2474,34
1347,66 1684,57 2021,49 2358,40 2695,32
1502,16 1877,70 2253,24 2628,78 3004,32
1661,54 2076,93 2492,31 2907,70 3323,09
1819,33 2274,16 2728,99 3183,82 3638,65
1983,41 2479,27 2975,12 3470,97 3966,83
2091,62 2614,53 3137,44 3660,34 4183,25
69
BIJLAGE 1A Institutionele catering Loontabel per 1 januari 2000 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1994 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-7-1999 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
70
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2958,50 3018,88 3079,26 3140,84 3203,64
3055,23 3117,58 3179,93 3243,53 3308,38 3374,47
3154,78 3219,16 3283,55 3349,22 3416,18 3484,42
3436,53 3506,66 3576,79 3648,33 3721,27 3795,61
3830,51 3908,68 3986,86 4066,59 4147,89 4230,76 4315,58
4236,93 4323,40 4409,87 4498,07 4587,99 4679,65 4773,47 4869,02
4639,28 4733,96 4828,64 4925,21 5023,68 5124,04 5226,77 5331,39
5057,70 5160,92 5264,14 5369,42 5476,77 5586,18 5698,17 5812,23 5928,35
5333,64 5436,12 5540,65 5647,27 5756,03 5866,96 5980,10 6095,51 6213,23
1183,40 1479,25 1775,10 2070,95 2366,80
1222,09 1527,62 1833,14 2138,66 2444,19
1261,91 1577,39 1892,87 2208,35 2523,82
1374,61 1718,26 2061,92 2405,57 2749,22
1532,20 1915,25 2298,31 2681,36 3064,41
1694,77 2118,47 2542,16 2965,85 3389,55
1855,71 2319,64 2783,57 3247,50 3711,43
2023,08 2528,85 3034,62 3540,39 4046,16
2133,46 2666,82 3200,19 3733,55 4266,91
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1A Institutionele catering Loontabel per 1 juli 2000 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1994 Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-1-2000 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
2988,09 3049,07 3110,05 3172,25 3235,67
3085,78 3148,76 3211,73 3275,97 3341,46 3408,22
3186,33 3251,35 3316,38 3382,71 3450,34 3519,27
3470,89 3541,73 3612,56 3684,81 3758,48 3833,57
3868,81 3947,77 4026,73 4107,26 4189,37 4273,07 4358,73
4279,30 4366,64 4453,97 4543,05 4633,87 4726,45 4821,20 4917,71
4685,68 4781,30 4876,93 4974,47 5073,92 5175,28 5279,03 5384,70
5108,28 5212,53 5316,78 5423,12 5531,54 5642,04 5755,16 5870,35 5987,64
5386,98 5490,48 5596,06 5703,75 5813,59 5925,63 6039,90 6156,47 6275,36
1195,24 1494,04 1792,85 2091,66 2390,47
1234,31 1542,89 1851,47 2160,05 2468,63
1274,53 1593,16 1911,80 2230,43 2549,06
1388,36 1735,45 2082,54 2429,62 2776,71
1547,53 1934,41 2321,29 2708,17 3095,05
1711,72 2139,65 2567,58 2995,51 3423,44
1874,27 2342,84 2811,41 3279,97 3748,54
2043,31 2554,14 3064,97 3575,80 4086,62
2154,79 2693,49 3232,19 3770,88 4309,58
71
BIJLAGE 1B Institutionele catering Loontabel per 1 juli 1999 Van toepassing op werknemers in de institutionele sector in dienst vanaf 1 juli 1994 bij een werkgever in de zin van de CAO. Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-6-1998 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
0 fj 1 fj 2 fj 3 fj 4 fj 5 fj 6 fj 7 fj 8 fj 9 fj 10 fj 11 fj 12 fj 13 fj 14 fj 15 fj 16 fj
2477,31 2522,28 2568,17 2614,99 2662,77 2711,52 2761,86 2814,20 2868,23 2924,10 2974,54 3034,97 3096,88
2549,68 2596,12 2643,51 2691,87 2741,26 2793,00 2846,45 2901,53 2958,16 3017,61 3075,16 3137,92 3201,94 3267,22
2622,90 2670,84 2719,76 2770,48 2823,13 2877,39 2933,52 2991,47 3052,41 3114,69 3177,27 3242,12 3308,26 3375,69
2835,18 2889,87 2946,26 3004,94 3066,25 3128,83 3192,68 3257,84 3324,32 3392,16 3461,38 3532,02 3604,07 3677,55
3151,21 3215,51 3281,13 3348,09 3416,42 3486,13 3557,28 3629,87 3703,94 3779,52 3856,67 3935,37 4015,65 4097,52 4181,34
3484,17 3555,26 3627,82 3701,85 3777,40 3854,49 3933,15 4013,40 4095,32 4178,88 4264,17 4351,19 4439,97 4530,46 4623,44 4717,58
3815,03 3892,87 3972,30 4053,37 4136,10 4220,50 4306,63 4394,51 4484,20 4575,71 4669,10 4764,37 4861,59 4960,67 5062,17 5165,56
4157,45 4242,29 4328,86 4417,20 4507,35 4599,33 4693,19 4788,96 4886,69 4986,40 5088,18 5192,01 5297,93 5405,92 5516,52 5629,20 5743,96
16 17 18 19 20
990,93 1238,66 1486,39 1734,12 1981,85
1019,87 1274,84 1529,81 1784,78 2039,74
1049,16 1311,45 1573,74 1836,03 2098,32
1134,07 1417,59 1701,11 1984,63 2268,15
1260,48 1575,60 1890,72 2205,84 2520,96
1393,67 1742,08 2090,50 2438,92 2787,34
1526,01 1907,51 2289,02 2670,52 3052,02
1662,98 2078,73 2494,47 2910,22 3325,96
jaar jaar jaar jaar jaar
72
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1B Institutionele catering Loontabel per 1 januari 2000 Van toepassing op werknemers in de institutionele sector in dienst vanaf 1 juli 1994 bij een werkgever in de zin van de CAO. Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-7-1999 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
0 fj 1 fj 2 fj 3 fj 4 fj 5 fj 6 fj 7 fj 8 fj 9 fj 10 fj 11 fj 12 fj 13 fj 14 fj 15 fj 16 fj
2530,64 2575,61 2621,50 2668,32 2716,10 2765,75 2817,10 2870,49 2925,59 2982,58 3034,03 3095,67 3158,82
2603,01 2649,45 2696,84 2745,71 2796,08 2848,86 2903,38 2959,56 3017,32 3077,96 3136,67 3200,68 3265,98 3332,56
2676,23 2724,26 2774,15 2825,89 2879,60 2934,94 2992,20 3051,30 3113,46 3176,98 3240,82 3306,97 3374,43 3443,20
2891,89 2947,66 3005,19 3065,04 3127,57 3191,41 3256,54 3322,99 3390,80 3460,00 3530,61 3602,66 3676,15 3751,10
3214,23 3279,82 3346,75 3415,05 3484,75 3555,85 3628,43 3702,47 3778,02 3855,11 3933,80 4014,08 4095,96 4179,47 4264,97
3553,85 3626,37 3700,37 3775,89 3852,94 3931,57 4011,81 4093,67 4177,22 4262,46 4349,45 4438,21 4528,77 4621,07 4715,91 4811,93
3891,33 3970,73 4051,75 4134,44 4218,82 4304,91 4392,76 4482,40 4573,88 4667,22 4762,48 4859,66 4958,82 5059,89 5163,41 5268,87
4240,60 4327,13 4415,43 4505,55 4597,50 4691,32 4787,05 4884,73 4984,43 5086,13 5189,94 5295,85 5403,89 5514,04 5626,85 5741,78 5858,84
16 17 18 19 20
1012,26 1265,32 1518,39 1771,45 2024,51
1041,20 1301,50 1561,81 1822,11 2082,41
1070,49 1338,11 1605,74 1873,36 2140,98
1156,75 1445,94 1735,13 2024,32 2313,51
1285,69 1607,12 1928,54 2249,96 2571,38
1421,54 1776,93 2132,31 2487,70 2843,08
1556,53 1945,66 2334,80 2723,93 3113,06
1696,24 2120,30 2544,36 2968,42 3392,48
jaar jaar jaar jaar jaar
73
Institutionele catering Loontabel per 1 juli 2000 Van toepassing op werknemers in de institutionele sector in dienst vanaf 1 juli 1994 bij een werkgever in de zin van de CAO. Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-1-2000 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
0 fj 1 fj 2 fj 3 fj 4 fj 5 fj 6 fj 7 fj 8 fj 9 fj 10 fj 11 fj 12 fj 13 fj 14 fj 15 fj 16 fj
2583,97 2628,94 2674,83 2721,68 2770,42 2821,07 2873,44 2927,90 2984,10 3042,23 3094,71 3157,58 3222,00
2656,34 2702,78 2750,78 2800,63 2852,00 2905,83 2961,45 3018,75 3077,67 3139,52 3199,40 3264,70 3331,30 3399,22
2729,75 2778,74 2829,64 2882,41 2937,19 2993,63 3052,04 3112,32 3175,73 3240,52 3305,63 3373,11 3441,91 3512,07
2949,72 3006,62 3065,29 3126,34 3190,13 3255,23 3321,67 3389,45 3458,62 3529,20 3601,22 3674,71 3749,68 3826,12
3278,51 3345,42 3413,68 3483,35 3554,44 3626,97 3701,00 3776,52 3853,58 3932,22 4012,48 4094,36 4177,88 4263,06 4350,27
3624,93 3698,90 3774,38 3851,41 3930,00 4010,21 4092,05 4175,54 4260,77 4347,71 4436,44 4526,98 4619,34 4713,49 4810,23 4908,17
3969,15 4050,15 4132,78 4217,13 4303,20 4391,01 4480,61 4572,05 4665,36 4760,56 4857,73 4956,85 5058,00 5161,09 5266,68 5374,24
4325,41 4413,67 4503,74 4595,66 4689,45 4785,14 4882,79 4982,43 5084,12 5187,86 5293,74 5401,77 5511,96 5624,32 5739,38 5856,62 5976,02
16 17 18 19 20
1033,59 1291,99 1550,38 1808,78 2067,18
1062,54 1328,17 1593,80 1859,44 2125,07
1091,90 1364,88 1637,85 1910,83 2183,80
1179,89 1474,86 1769,83 2064,81 2359,78
1311,41 1639,26 1967,11 2294,96 2622,81
1449,97 1812,46 2174,96 2537,45 2899,94
1587,66 1984,58 2381,49 2778,41 3175,32
1730,16 2162,71 2595,25 3027,79 3460,33
jaar jaar jaar jaar jaar
74
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 2A Institutionele catering Matrix toeslagen overwerkvergoedingen Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma
di
wo
do
vr
za
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 100 100
100 100 100 100 100 100 100 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
75
BIJLAGE 2B Institutionele catering Matrix toeslagen overwerkvergoedingen Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
76
weekdagen zo ma 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 50% 50%
tijd di
wo
do
50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 50% 50%
50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 50% 50%
50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 25% 50% 50%
vr
za
50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 25% 50% 50% 100% 50% 100%
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 3A Institutionele catering Matrix toeslagen onregelmatige uren. Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
70 70 70 70 70 70 70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
tijd di
wo
do
vr
za
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
77
BIJLAGE 3B Institutionele catering Matrix toeslagen onregelmatige uren. Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
78
weekdagen zo ma 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 70 70
45 45 45 45 45 45 25 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 25 25 25 45 45
tijd di
wo
do
vr
za
45 45 45 45 45 45 25 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 25 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 25 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 25 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 25 25 25 45 45
50 50 50 50 50 50 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 40 40 40 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 3C Institutionele catering Matrix toeslagen onregelmatige uren. Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 70 70
45 45 45 45 45 45 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 25 45 45
tijd di
wo
do
vr
za
45 45 45 45 45 45 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 25 45 45
45 45 45 45 45 45 25 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25 25 45 45
50 50 50 50 50 50 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 40 40 40 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
79
DEEL C VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOORWAARDEN INFLIGHTCATERING Artikel 1 Algemeen 1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector inflightcatering, wordt verwezen naar artikel I,1 Algemeen deel. 2. Onverminderd het overige in de onderhavige CAO bepaalde is op werknemers die in dienst zijn getreden bij een werkgever in de zin van deze CAO die inflightcateringactiviteiten verricht en die werkzaam zijn in de sector inflightcatering, het hiernavolgende van toepassing. Artikel 2 Schaalindeling De functies van de werknemers bedoeld in artikel 1, worden ingedeeld op een door de Vakraad voor de Contract-cateringbranche bepaalde wijze. De functiebeschrijvingen zijn vastgelegd in een Handboek Referentiefuncties Contract-catering. De werknemer wordt ingedeeld in één van de salarisschalen zoals opgenomen in het direct aan het onderhavige hoofdstuk toegevoegde bijlagen. Artikel 3 Lonen 1. a. Op werknemers werkzaam in de sector inflightcatering zijn de salarisschalen opgenomen in het direct aan het onderhavige deel C toegevoegde bijlagen van toepassing. b. De voor de inflightcatering geldende loontabellen zijn uitgesplitst in: – tabel per 1 juli 1999 van toepassing op werknemers in de inflightcatering (bijlage 1a); – tabellen met ingang van 1 januari 2000, van toepassing op werknemers in de inflightcatering (bijlage 1b). – tabel met ingang van 1 juli 2000 van toepassing op werknemers in de inflightcatering (bijlage 1c).
80
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Voor werknemers werkzaam in de inflightcatering worden de verhogingen toegepast op de CAO-lonen en de feitelijk betaalde lonen. 3. Aan de verhoging voor de inflightcatering is een minimum verbonden van fl. 320, per procent prijsstijging voor werknemers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel III, 1 lid 5. Artikel 4 Roostervrije tijd In tegenstelling tot het bepaalde in artikel IV,5 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel C werkzaam in de Inflightcatering, de roostervrije tijd die deze werknemers hebben op grond van artikel IV, 5 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen. Artikel 5 Uitzendarbeid Het in artikel I, 8 van het Algemene Deel van deze CAO omtrent uitzendarbeid bepaalde geldt voor de inflightcatering niet eerder dan 1 maart 2001. Artikel 6 Overwerktoeslag Voor werknemers, werkzaam in de inflightcatering, is de matrix overwerktoeslag van bijlage 2, deel C, van toepassing. Artikel 7 Onregelmatigheidstoeslag Voor werknemers, werkzaam in de inflightcatering, is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage 3, deel C, van toepassing.
81
BIJLAGE 1A Inflightcatering Loontabel per 1 juli 1999 voor werknemers vóór of vanaf 1 juli 1997 in dienst. Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-6-1998 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
2900,49 2959,69 3018,88 3079,26 3140,82
2995,33 3056,45 3117,58 3179,93 3243,51 3308,31
3092,92 3156,04 3219,16 3283,55 3349,19 3416,10
3369,14 3437,90 3506,66 3576,79 3648,30 3721,19
3755,40 3832,04 3908,68 3986,86 4066,56 4147,80 4230,96
4153,86 4238,63 4323,40 4409,87 4498,03 4587,89 4679,87 4773,55
4548,32 4641,14 4733,96 4828,64 4925,18 5023,57 5124,28 5226,85
4958,53 5059,73 5160,92 5264,14 5369,38 5476,65 5586,45 5698,27 5812,11
1160,20 1450,25 1740,30 2030,35 2320,40
1198,13 1497,66 1797,20 2096,73 2396,26
1237,17 1546,46 1855,75 2165,04 2474,34
1347,66 1684,57 2021,49 2358,40 2695,32
1502,16 1877,70 2253,24 2628,78 3004,32
1661,54 2076,93 2492,31 2907,70 3323,09
1819,33 2274,16 2728,99 3183,82 3638,65
1983,41 2479,27 2975,12 3470,97 3966,83
N.B. De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contract-cateringbranche vóór 1 juli 1994.
82
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1B Inflightcatering Loontabel per 1 januari 2000 voor werknemers vóór of vanaf 1 juli 1997 in dienst Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-7-1999 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
2958,50 3018,88 3079,26 3140,84 3203,64
3055,23 3117,58 3179,93 3243,53 3308,38 3374,47
3154,78 3219,16 3283,55 3349,22 3416,18 3484,42
3436,53 3506,66 3576,79 3648,33 3721,27 3795,61
3830,51 3908,68 3986,86 4066,59 4147,89 4230,76 4315,58
4236,93 4323,40 4409,87 4498,07 4587,99 4679,65 4773,47 4869,02
4639,28 4733,96 4828,64 4925,21 5023,68 5124,04 5226,77 5331,39
5057,70 5160,92 5264,14 5369,42 5476,77 5586,18 5698,17 5812,23 5928,35
1183,40 1479,25 1775,10 2070,95 2366,80
1222,09 1527,62 1833,14 2138,66 2444,19
1261,91 1577,39 1892,87 2208,35 2523,82
1374,61 1718,26 2061,92 2405,57 2749,22
1532,20 1915,25 2298,31 2681,36 3064,41
1694,77 2118,47 2542,16 2965,85 3389,55
1855,71 2319,64 2783,57 3247,50 3711,43
2023,08 2528,85 3034,62 3540,39 4046,16
N.B. De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contract-cateringbranche vóór 1 juli 1994.
83
BIJLAGE 1B Inflightcatering Loontabel per 1 juli 2000 voor werknemers vóór of vanaf 1 juli 1997 in dienst Salarisschalen op basis van het CAO-loon per 1-1-2000 Funktiejarenschaal in guldens per maand Salarisgroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8
fj fj fj fj fj fj fj fj fj
16 17 18 19 20
jaar jaar jaar jaar jaar
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
2988,09 3049,07 3110,05 3172,25 3235,67
3085,78 3148,76 3211,73 3275,97 3341,46 3408,22
3186,33 3251,35 3316,38 3382,71 3450,34 3519,27
3470,89 3541,73 3612,56 3684,81 3758,48 3833,57
3868,81 3947,77 4026,73 4107,26 4189,37 4273,07 4358,73
4279,30 4366,64 4453,97 4543,05 4633,87 4726,45 4821,20 4917,71
4685,68 4781,30 4876,93 4974,47 5073,92 5175,28 5279,03 5384,70
5108,28 5212,53 5316,78 5423,12 5531,54 5642,04 5755,16 5870,35 5987,64
1195,24 1494,04 1792,85 2091,66 2390,47
1234,31 1542,89 1851,47 2160,05 2468,63
1274,53 1593,16 1911,80 2230,43 2549,06
1388,36 1735,45 2082,54 2429,62 2776,71
1547,53 1934,41 2321,29 2708,17 3095,05
1711,72 2139,65 2567,58 2995,51 3423,44
1874,27 2342,84 2811,41 3279,97 3748,54
2043,31 2554,14 3064,97 3575,80 4086,62
N.B. De cursief vermelde bedragen gelden alléén voor werknemers werkzaam in de Contract-cateringbranche vóór 1 juli 1994.
84
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 2 Inflightcatering Matrix toeslagen overwerk operationele functies. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma
di
wo
do
vr
za
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 100 100
100 100 100 100 100 100 100 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50
tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
85
BIJLAGE 3 Inflightcatering Matrix toeslagen onregelmatige uren. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
86
weekdagen zo ma 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
70 70 70 70 70 70 70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
tijd di
wo
do
vr
za
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
DEEL D VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOORWAARDEN ONDERWIJSCATERING Artikel 1 Algemeen 1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector onderwijscatering, wordt verwezen naar artikel I, 1 Algemeen Deel. 2. Onverminderd het overige in de onderhavige CAO bepaalde, is op werknemers die werkzaam zijn in de onderwijscatering het hiernavolgende van toepassing. Artikel 2 Spaarurenregeling 1. Voor locaties met een vaste bedrijfssluiting geldt dat indien het aantal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht, werkgever en werknemer een spaarurenregeling overeen kunnen komen. 2. Werkgever deelt werknemer bij plaatsing op een locatie met een vaste bedrijfssluiting mede dat werknemer periodiek geen arbeid kan verrichten op die locatie vanwege de vaste bedrijfssluiting. Werkgever biedt werknemer aan een spaarurenregeling overeen te komen. Voorschriften voor toepassing van een spaarurenregeling zijn opgenomen in het direct aan het onderhavige hoofdstuk opgenomen bijlage 1.
87
Artikel 3 Lonen Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, zijn de salarisschalen van de bedrijfscatering van toepassing (bijlagen 1a, 1b en 1c van deel A, bedrijfscatering). Artikel 4 Onregelmatigheidstoeslag Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, vóór 1 juli 1999 in dienst, is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage 2 A, deel D van toepassing. Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, vanaf 1 juli 1999 in dienst, is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage 2 B, deel D van toepassing. In deze bijlage geldt, in tegenstelling tot bijlage 2 A, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur een 0-tarief. Artikel 5 Overwerktoeslag Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld is de matrix overwerktoeslag van de bedrijf scatering van toepassing (bijlage 2, deel A).
88
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1 Voorschriften voor toepassing Spaarurenregeling 1. a. Om een zo vast mogelijk inkomenspatroon over het jaar te bereiken, komen werkgever en werknemer overeen een spaarurenregeling te sluiten. b. De spaarurenregeling is van toepassing indien het aantal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft, minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht. 2. Werknemer zal zijn vakantiedagen opnemen in de periode(s) waarin wegens sluiting van de locatie geen werkzaamheden kunnen worden verricht. 3. a. Werkgever stelt werknemer zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 oktober van enig jaar op de hoogte van de periodes van vaste sluiting van de locatie waarop deze werkzaam is. b. Werkgever deelt gelijktijdig mede hoeveel, uitgedrukt in uren, het verschil bedraagt tussen de duur van de vaste bedrijfssluiting en de opgebouwde vakantierechten; dit verschil betreft het aantal te sparen uren op jaarbasis. c. Werkgever verstrekt maandelijks een overzicht aan werknemer van het aantal gespaarde uren. 4. De opbouw van spaaruren zal ongewijzigd worden voortgezet indien werknemer wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is arbeid te verrichten. 5. a. Indien een werknemer meer- of overwerk verricht, zal uitbetaling daarvan plaatsvinden in de daarop volgende loonperiode. b. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal het tegoed aan spaaruren worden uitbetaald. 6. Door ondertekening van deze spaarurenregeling machtigt werknemer de werkgever het in lid 3 onder b genoemde aantal uren te sparen door iedere loonperiode een aantal gewerkte uren niet uit te betalen; het aantal per periode te sparen uren wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld.
89
BIJLAGE 2A Onderwijscatering Matrix toeslagen onregelmatige uren. Van toepassing op werknemers in de onderwijscatering vóór 1 juli 1999 in dienst. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
90
weekdagen zo ma 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
70 70 70 70 70 70 70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
tijd di
wo
do
vr
za
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 2B Onderwijscatering Matrix toeslagen onregelmatige uren. Van toepassing op werknemers in de onderwijscatering vanaf 1 juli 1999 in dienst. tijd 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
weekdagen zo ma 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
70 70 70 70 70 70 70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 35 35
tijd di
wo
do
vr
za
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 21 21 35 35
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 70 70
00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24
91
BIJLAGEN BIJ DE CAO VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE BIJLAGE 1A bij de C.A.O. Contract-catering MODEL ARBEIDSOVEREENKOMST (M/V)* De ondergetekenden: te.................................................................................................................. ten deze vertegenwoordigd door:............................................................... hierna te noemen de werkgever ................................................................. en te.................................................................................................................. geboren op ................................................................................................. te.................................................................................................................. en gehuwd/gehuwd geweest/ongehuwd* hierna te noemen de werknemer, verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan. Artikel 1 De werknemer treedt met ingang van ...................................... in dienst. Artikel 2 Indien de werknemer voor een werkweek van minder dan de normale arbeidsduur een parttime dienstverband aangaat, bedraagt het aantal arbeidsuren ................... per week, met inachtneming van art. IV, 1 lid 4. Artikel 3 De werknemer wordt aangenomen in de functie van (functie volgens Hoofdstuk II van de CAO) groep/schaal
92
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 4 De werknemer is aangenomen voor onbepaalde tijd*/bepaalde tijd namelijk van ............................ tot ......................... en eindigt alsdan van rechtswege en met een proeftijd van dagen/weken/maanden* Artikel 5 De werknemer geniet een loon van f.............................. per periode van 4 weken/per maand* inclusief/exclusief* diplomatoeslag/consignatietoeslag/andere toeslag, n.l. De uitbetaling van het loon zal geschieden op ......................................... Artikel 6 De werknemer is verplicht bedrijfs-/beroepskleding te dragen. Artikel 7 De werknemer verbindt zich naar beste kunnen alle tot de in artikel 3 genoemde functie behorende werkzaamheden te zullen verrichten, de belangen van de werkgever zoveel mogelijk te zullen behartigen, zich te zullen houden aan alle door zijn meerderen te geven voorschriften alsmede die, welke vervat zijn in het door de werkgever bij deze overeenkomst uitgereikte reglement, welk reglement de werknemer verklaart te kennen en er zich mede te verenigen. Artikel 8 De werknemer verplicht zich omtrent alle zaken van de werkgever, die hem uit hoofde van zijn functie bekend zijn, stipte geheimhouding te bewaren en is verplicht de grootst mogelijke zindelijkheid in acht te nemen op zijn persoon en kleding alsmede in de bedrijfsruimten, waarin hij vertoeft of werkzaam is.
93
Artikel 9 Indien de werkgever dit wenst, is de werknemer verplicht zich te onderwerpen aan een medisch onderzoek naar de geschiktheid voor de in artikel 3 genoemde functie, waarvan de kosten door de werkgever zullen worden betaald. Nadere bepalingen: Opgemaakt in ........................................ .....................................
voud
en
getekend
te
Datum ................................................................................................. 19... De werkgever.............................................................................................. De werknemer............................................................................................. * doorhalen wat niet van toepassing is.
94
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1B bij de C.A.O. Contract-catering MODELOVEREENKOMST VOOR REGIOMEDEWERKER (M/V)* Tussen ................, hierna te noemen werkgever, vertegenwoordigd door ..................., en .............................., hierna te noemen regiomedewerker, is een arbeidsovereenkomst gesloten onder de volgende voorwaarden. Artikel 2 De regiomedewerker treedt bij de werkgever in dienst en zal werkzaamheden verrichten die vallen in groep/schaal Artikel 3 a
De dienstbetrekking is aangegaan voor onbepaalde tijd*/bepaalde tijd, namelijk van .............................tot.................................. en eindigt alsdan van rechtswege.
b De eerste twee maanden van deze dienstbetrekking gelden als een proeftijd. Artikel 4 In artikel IV, 1 lid 2 sub A van deze CAO is o.a. geregeld dat het minimum aantal overeen te komen werkuren per week tenminste 13 uur is en de regiomedewerker nimmer verplicht kan worden meer dan 15 uren boven het overeengekomen minimum aantal uren per week te werken. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in art. IV, 1 lid 2 sub A. De regiomedewerker heeft niet het recht met betrekking tot de uren boven het minimum aantal tot het vermelde maximum de werkzaamheden te weigeren. De regiomedewerker heeft het recht aan een verzoek boven het maximum aantal uren geen gehoor te geven indien en voorzover het hem niet schikt. Hij zal dit zo spoedig mogelijk aan de werkgever melden. De dagen waarop en de uren gedurende welke arbeid moet worden verricht, zullen door de werkgever in overleg met de regiomedewerker zoveel mogelijk periodiek worden vastgesteld. 95
Indien voor de werkgever duidelijk is dat er gedurende langere tijd geen uren beschikbaar zullen zijn voor werk boven de minimum-garantie, zal hij dit aan de regiomedewerker mededelen in verband met diens eventuele aanspraken op WW-uitkering. Artikel 5 Het bruto-salaris per betalingsperiode wordt berekend aan de hand van het aantal gewerkte uren, in ieder geval minimaal 13 uur per week. Artikel 6 Bij ziekte meldt de regiomedewerker dit uiterlijk 10.00 uur v.m. aan de werkgever, ook indien hij op die dag/dat uur (nog) niet zou werken. De regiomedewerker zal zich zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de dag van hersteldverklaring door de verzekeringsgeneeskundige, voor het werk melden. Dit geldt ook als dit op een dag zou plaatsvinden waarop de regiomedewerker normaliter geen werk zou verrichten. Artikel 7 De regiomedewerker ontvangt van de werkgever aan het einde van iedere betalingsperiode een gespecificeerde opgave van het aantal gewerkte uren, het uitbetaalde salaris en de inhoudingen daarop. Nadere bepalingen In tweevoud opgemaakt .................................. 19........
te
Handtekening regiomedewerker (1)
.....................................,
op
Handtekening werkgever
* doorhalen wat niet van toepassing is. (1) Bij minderjarigheid van de regiomedewerker dient mede-accoord ondertekend te worden door ouder/pleegouder/voogd.
96
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1C bij de C.A.O. Contract-catering MODELOVEREENKOMST VOOR LEERLINGEN (M/V)* De ondergetekenden: .................................................................................. te.................................................................................................................. ten deze vertegenwoordigd door:............................................................... hierna te noemen de werkgever en geboren op ..................................... te........................................................ en gehuwd/gehuwd geweest/ongehuwd*) hierna te noemen de werknemer, verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan. Artikel 1 De werknemer treedt in dienst voor ................................. uur per week. Artikel 2 De werknemer wordt aangenomen in de functie van leerling/........../ .......... ..... jaar, voor het tijdvak dat aanvangt op .......... en eindigt op .......... (met/zonder*) proeftijd van twee maanden), of zoveel eerder, als de leerovereenkomst eindigt of wordt beeindigd op grond van de Wet op het leerlingwezen, doch uiterlijk op 31 augustus Artikel 3 De werknemer geniet een loon van f............ per periode van 4 weken/ per maand*. De uitbetaling van het loon zal geschieden op....................
97
Artikel 4 De werknemer verbindt zich naar beste kunnen alle tot de in artikel 2 genoemde functie behorende werkzaamheden te zullen verrichten, de belangen van de werkgever zoveel mogelijk te zullen behartigen, zich te zullen houden aan alle door zijn meerderen te geven voorschriften alsmede die, welke vervat zijn in het door de werkgever bij deze overeenkomst uitgereikte reglement, welk reglement de werknemer verklaart te kennen en er zich mede te verenigen. Artikel 5 De werknemer verplicht zich omtrent alle zaken van de werkgever, die hem uit hoofde van zijn functie bekend zijn, stipte geheimhouding te bewaren en is verplicht de grootst mogelijke zindelijkheid in acht te nemen op zijn persoon en kleding alsmede in de bedrijfsruimten, waarin hij vertoeft of werkzaam is. Artikel 6 Indien de werkgever dit wenst, is de werknemer verplicht zich te onderwerpen aan een medisch onderzoek naar de geschiktheid voor de in artikel 2 genoemde functie, waarvan de kosten door de werkgever zullen worden betaald. Artikel 7 De werkgever verplicht zich de leerling op te leiden in de praktijk van het in de leerovereenkomst vermelde beroep volgens het praktijkprogramma dat is vastgesteld in het takenboek van de leerling, uitgereikt door het SVH Onderwijscentrum. Nadere bepalingen: Opgemaakt in .....voud en getekend te ...................................................... Datum ............................................................................................ 19....... De werkgever De werknemer(1)........................................................................................ * doorhalen wat niet van toepassing is. (1) Bij minderjarigheid van de werknemer dient mede-accoord ondertekend te worden door ouder/pleegouder/voogd.
98
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 2 bij de C.A.O. Contract-catering. REGLEMENT VAN DE COMMISSIE BEZWAREN FUNCTIE-INDELING 1. De Vakraad stelt uit haar midden een Commissie Bezwaren Functieindeling samen. Deze Commissie laat zich in voorkomende gevallen adviseren door een externe deskundige. 2. De Commissie doet namens de Vakraad uitspraak in geval een werknemer het niet of niet meer eens is met de indeling van de functie respectievelijk van mening is, dat de feitelijke inhoud niet meer in de overeenstemming is met de oorspronkelijke omschrijving. 3. De Commissie bestaat uit 4 leden en een onafhankelijke deskundige. Elk der leden kan zich door een plaatsvervanger laten vervangen. Twee leden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de werkgeverspartij bij de CAO; twee leden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de werknemerspartijen bij de CAO. De onafhankelijke deskundige heeft geen stemrecht. 4. De Commissie wordt bij haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris van de Vakraad. 5. De melding van het bezwaar moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. 6. De Commissie zal partijen te allen tijde horen. 7. Partijen dienen persoonlijk aanwezig te zijn bij de horing voor de Commissie. Bij de horing kunnen partijen zich laten vergezellen door een deskundige. 8. De horing door de Commissie kan indien partijen daar geen bezwaar tegen aantekenen in gezamenlijkheid plaatsvinden. 9. De Commissie doet uitspraak uiterlijk binnen 2 maanden na de laatste horing. 10. De uitspraak van de Commissie is voor de betrokken partijen bin99
dend, indien partijen vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan. 11. Partijen kunnen voor het bijwonen van een zitting van de Commissie hun reiskosten op basis van kosten openbaar vervoer 2e klasse declareren bij de Vakraad. 12. De Commissie regelt voor het overige haar procedure zelf.
100
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 3 bij de C.A.O. Contract-catering. REGLEMENT BINDEND ADVIES VAKRAAD 1. Met in acht name van het daaromtrent bepaalde in de CAO is de Vakraad bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen een werkgever en één of meerdere werknemers met betrekking tot de uitvoering en toepassing van de CAO. 2. De melding van het geschil vergezeld van de verklaring respectievelijk het verzoek van partijen aan de Vakraad het geschil in behandeling te nemen, dient schriftelijk te worden gedaan bij de secretaris van de Vakraad. 3. Een geschil moet zo snel mogelijk nadat het is ontstaan, doch uiterlijk na 6 weken, aanhangig gemaakt worden. Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan zodra één der betrokken partijen het bestaan van het geschil aanwezig acht. 4. Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, is de Vakraad niettemin bevoegd van het geschil kennis te nemen. 5. De melding en het verzoek tot behandeling van het geschil moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. 6. Na ontvangst door de secretaris, van het in het vorige artikel bepaalde, zal deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, de aanvraag verzenden naar de leden van de Vakraad alsmede naar de andere betrokken partij. 7. De andere betrokken partij heeft na dagtekening van de brief van de secretaris een periode van 14 dagen voor antwoord. Dit antwoord zal door de secretaris zo spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen een week na ontvangst worden gezonden naar de leden van de Vakraad en de eisende partij. 8. De Vakraad zal allereerst bij partijen onderzoeken op basis van de eis en het antwoord of alsnog een minnelijke regeling kan worden bereikt. 101
Blijkt dit naar het oordeel van de Vakraad niet het geval te zijn, zal het geschil verder in behandeling worden genomen met in achtneming van de volgende bepalingen. 9. Op basis van de conclusie van de eis en het antwoord kan de Vakraad besluiten tot het vragen van een tweede schriftelijke reactie aan beide partijen, danwel rechtstreeks overgaan tot het horen van partijen bij het geschil. 10. Partijen bij het geschil kunnen zich zowel bij de schriftelijke presentatie van hun standpunten als bij de horing laten vergezellen door een deskundige respectievelijk zich doen vertegenwoordigen door een gemachtigde. 11. Partijen kunnen de Vakraad verzoeken getuigen te horen. 12. Indien partijen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, dan wel zich laten vergezellen door een deskundige, dan wel getuige(n) wil(len) laten horen, dient de secretaris van de Vakraad daar schriftelijk zo tijdig kennis van te kunnen nemen, dat Vakraad en de tegenpartij tenminste 7 dagen voor aanvang van de horing daarvan in kennis gesteld kunnen worden onder opgave van na(a)m(en) en woonplaats(en). 13. De Vakraad doet zo mogelijk uitspraak binnen 14 dagen na de ,,laatste’’ horing van partijen, doch uiterlijk binnen 6 maanden na ontvangst van het verzoek. 14. De Vakraad is bevoegd een tussentijdse uitspraak te doen. Daarbij wordt, zo enigszins mogelijk, een termijn vastgesteld waarbinnen de behandeling van het geschil zal worden voortgezet. 15. De Vakraad doet een bindende uitspraak voor partijen. 16. De Vakraad bepaalt de eventuele kosten, welke door de behandeling van het geschil zijn veroorzaakt en in hoeverre en in welke verhouding partijen deze zullen dragen. Onder kosten worden niet begrepen de kosten van een eventuele rechtskundige of andere bijstand van partijen. 17. De Vakraad kan ter bestrijding van de kosten bij de aanvang van de procedure via de secretaris een voorschot vragen. Het voorschot zal nimmer de f 75,– per geschil overschrijden. 18. De Vakraad regelt voor het overige haar procedure zelf.
102
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 4 Bij de CAO Contract-catering REGLEMENT COMMISSIE WERKINGSSFEER Artikel 1 Algemene bepaling Onder ,,commissie’’ wordt in dit Reglement verstaan de Commissie Werkingssfeer. Artikel 2 Taak van de Commissie De Commissie Werkingssfeer heeft tot taak in concrete gevallen te bepalen of al dan niet sprake is van Contract-cateringactiviteiten, waarop de CAO’s Contract-catering van toepassing zijn, dan wel van activiteiten waarop de CAO’s in het Horecabedrijf van toepassing zijn. Artikel 3 Samenstelling van de Commissie De Commissie Werkingssfeer bestaat uit 9 leden, waarvan er drie worden aangewezen door Koninklijk Horeca Nederland, drie door Veneca, één door de Horecabond FNV, één door CNV BedrijvenBond en één door De Unie. Desgewenst kunnen er plaatsvervangers worden benoemd. Een lid kan te allen tijde worden vervangen door de organisatie die hem heeft benoemd. Ontstaat een vacature in de Commissie, dan wordt deze vervuld door de organisatie door wie het gedefungeerde lid was benoemd. Artikel 4 Duur van het lidmaatschap De leden en eventuele plaatsvervangende leden van de Commissie worden benoemd voor onbepaalde tijd. Het lidmaatschap van de Commissie eindigt door: 103
a. bedanken door het lid zelf c.q. door de betreffende organisatie alwaar het commissielid bij aangesloten is; b. overlijden van het lid; Artikel 5 Secretariaat De Commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat. Het secretariaat wordt, afhankelijk van via welke zijde het verzoek om een uitspraak is binnengekomen, wisselend uitgevoerd door het secretariaat van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche (Postbus 90154, 5000 LG te Tilburg) of het secretariaat van de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (Postbus 7308, 2701 AH Zoetermeer). Artikel 6 Indienen van een verzoek 1. Een verzoek om een uitspraak door de Commissie kan worden gedaan door ieder van de partijen bij de CAO voor de Contractcateringbranche en de Horeca-CAO alsmede, wat betreft de eigen onderneming, door iedere werkgever op wie één van die CAO’s in redelijkheid van toepassing kan worden geacht alsmede door iedere werknemer van zodanige werkgever. 2. De uitspraak van de Commissie heeft het karakter van een bindend advies voor partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. 3. Het verzoek dient te vermelden: a. naam en adres van verzoeker c.q. werkgever; b een nauwkeurige beschrijving van de bedrijfsactiviteiten, eventueel vergezeld van de argumenten die verzoeker heeft betreffende toepasselijkheid van één van de beide in het geding zijnde CAO’s; 4. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek, een ontvangstbevestiging aan verzoeker en een verklaring dat de partij die het verzoek heeft gedaan zich verbindt de uitspraak van de Commissie als bindend te aanvaarden. Indien de verzoeker de uitspraak als bindend wenst te aanvaarden, dient deze verklaring, ondertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te worden geretourneerd. Tevens wordt ter gelegenheid van de ontvangstbevestiging gevraagd of de verzoeker in de gelegenheid gesteld wil worden om door de
104
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Commissie te worden gehoord. De verzoeker dient hierop eveneens binnen 14 dagen na verzending te antwoorden. 5. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van alle voor de beoordeling noodzakelijke bescheiden, het verzoek aan de Commissie Werkingssfeer, met een verklaring aan ieder der betrokken partijen dat men zich verbindt de uitspraak als bindend te aanvaarden. Indien de desbetreffende partij(en) de uitspraak als bindend wensen te aanvaarden, dient de verklaring, ondertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te worden geretourneerd. Tevens wordt ter gelegenheid van het in kennis stellen van het verzoek, gevraagd of één of meerdere van de betrokken partijen een hoorzitting wenselijk acht. Hierop dient eveneens binnen 14 dagen na verzending te worden geantwoord. Artikel 7 Het horen van partijen 1. Indien de verzoeker of één der partijen zulks te kennen heeft gegeven, roept de secretaris partijen op om op een zitting te verschijnen teneinde door de Commissie te worden gehoord. Bij deze hoorzitting dient de Commissie zich laten vertegenwoordigen door minimaal één afgevaardigde namens Veneca, minimaal één afgevaardigde namens Koninklijke Horeca Nederland en minimaal één afgevaardigde namens de overige organisaties. 2. Deze hoorzitting wordt gehouden binnen één maand nadat de verzoeker heeft kenbaar gemaakt te willen worden gehoord. De termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal 1 maand. 3. Verzoeker en/of de betrokken partijen kunnen zich laten bijstaan door deskundigen. Artikel 8 Verdere behandeling van het verzoek 1. De Commissie neemt binnen 1 maand nadat zij kennis heeft genomen van het verzoek of binnen 1 maand na de hoorzitting een besluit. 105
De Commissie wordt, ten behoeve van het te nemen besluit, in het bezit gesteld van het verslag van de eventueel gehouden hoorzitting. Deze termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal 1 maand. 2. Een besluit van de Commissie behoeft de steun van zeven of meer leden van de Commissie. Ontbreekt in een voorkomend geval zodanige meerderheid, dan wordt het dossier in handen gesteld van een gezamenlijk door partijen aangewezen vertrouwenspersoon die binnen 1 maand na verwerking van het dossier een besluit neemt. Deze termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal 1 maand. 3. Bij gebreke van eenstemmigheid aangaande de vertrouwenspersoon, wordt in de vacature voorzien, op verzoek van de meest gerede partij, door de voorzitters van de Stichting van de Arbeid. 4. De Commissie respectievelijk de vertrouwenspersoon baseert zich bij haar respectievelijk zijn besluiten op de in de CAO voor de contract-cateringbranche en de Horeca-CAO neergelegde werkingssfeerbepalingen. Richtinggevend is wat ter zake van dergelijke activiteiten in de bijlage bij dit Reglement is neergelegd. 5. De Commissie kan buiten vergadering rechtsgeldige besluiten nemen. Voorwaarde is wel dat de mening van ieder Commissielid, schriftelijk bij de secretaris is ingediend. 6. Het besluit van de Commissie wordt terstond aan de verzoeker schriftelijk medegedeeld. De uitspraak dient de gronden te bevatten waarop zij berust. 7. Indien het besluit zal worden genomen door de vertrouwenspersoon, wordt, zodra dit bekend is, de verzoeker daarvan in kennis gesteld. 8. Het besluit van de vertrouwenspersoon wordt terstond aan de verzoeker schriftelijk medegedeeld. Artikel 9 Kosten De vacatiegelden van de leden van de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig de voor de leden van het bestuur van de Vakraad/LBC vastgestelde regeling. Deze kosten komen ten laste van de Stichting Vakraad voor de Contract-cateringbranche/LBC
106
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 10 Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Commissie.
107
BIJLAGE 4A bij de C.A.O. Contract-catering. REGLEMENT COMMISSIE WERKINGSSFEER Restauratieve diensten waarbij van Contract-catering sprake is, doen zich voor bij dienstverlening ten behoeve van – bijvoorbeeld – de volgende opdrachtgevers: werkgevers (ten behoeve van diegenen die in hun onderneming werkzaam zijn), instellingen actief in de gezondheidszorg (ten behoeve van patiënten), bejaarden- rusthuizen (ten behoeve van bewoners), correctionele instellingen (ten behoeve van diegene die tot een verblijf aldaar veroordeeld zijn), onderwijsinstellingen (ten behoeve van studenten en leerlingen), het leger (ten behoeve van militairen) en inflightcatering (ten behoeve van passagiers). Offshore-catering is uitgezonderd van de werkingssfeer van deze CAO. Werkgevers met activiteiten ter zake van inflightcatering kunnen automatisch via de Vakraad dispensatie verkrijgen voor toepassing van de CAO is in de Contract-cateringbranche ten behoeve van het kunnen blijven toepassen van hun eigen ondernemings-CAO. Uitgangspunt is dat van de restauratieve diensten in kwestie in overwegende mate gebruik gemaakt wordt door de categorie gebruikers met wie de opdrachtgever de in de CAO genoemde andere ,,durende band’’ heeft. Dat is in beginsel niet mogelijk indien de activiteiten niet in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever worden aangeboden en verricht. Zo is bij de publieke horeca-exploitatie van een gelegenheid als Duinrell niet van Contract-catering sprake. Hetzelfde geldt voor de exploitatie door een cateringbedrijf van een gelegenheid als het WTC-restaurant te Rotterdam: daar is immers sprake van een volledige publieke openstelling alsmede van een vorm van dienstverlening die een horeca-exploitatie is tegen nagenoeg ,,normale’’ horecaprijszetting van de aangeboden producten en diensten. Tenslotte kan bij wijze van voorbeeld ook de dienstverlening door een cateringsbedrijf bij dierentuin Artis worden genoemd; ook daar staat de exploitatie volledig open voor het publiek, waarmee geen vaste andere relatie bestaat als hierboven bedoeld, en ook hier geldt dat de normale horeca-prijszetting grotendeels wordt gevolgd. Bestaat twijfel over de vraag of in een concreet geval al dan niet van Contract-cateringactiviteiten sprake is, dan is indicatief voor de aanwezigheid daarvan dat de opdrachtgever een overwegende invloed heeft bij de bepaling waar, wanneer en/of op welke condities de activiteiten worden verricht. Daar waar in dit reglement wordt gesproken van CAO voor de Contractcateringbranche wordt daaronder tevens verstaan de VUT-CAO voor de Contract-cateringbranche en de SAVAC-CAO voor de Contractcateringbranche.
108
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 5 bij de CAO Contract-catering KLACHTENREGELING MET BETREKKING TOT HET VOORKOMEN EN BESTRIJDEN VAN SEKSUELE INTIMIDATIE Artikel 1 c. Van de werkgever mag worden verwacht dat deze in redelijkheid de werkorganisatie en werkomgeving zodanig inricht, dat seksuele intimidatie wordt voorkomen. De werkgever is door het aangaan van deze overeenkomst verplicht tot het voeren van een samenhangend beleid, dat seksuele intimidatie in de werkorganisatie voorkomt en bestrijdt. Een samenhangend beleid bevat de volgende onderdelen: – het ontwikkelen en uitvoeren van preventief beleid; – het instellen van een vertrouwenspersoon; – ontwikkelen en tot uitvoering brengen van een klachtenprocedure: Artikel 2 In deze regeling wordt verstaan onder: seksuele intimidatie: direct of indirect seksueel getinte uitingen in woord, gebaar, afbeelding of anderszins, welke door een werkne(e)m(st)er als ongewenst worden ervaren, en/of waarvan de pleger redelijkerwijs moet begrijpen dat werkne(e)m(st)er deze ongewenst vindt; werkne(e)m(st)er: degene die op arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, alsmede degene die als stagiaire, uitzendkracht, oproepkracht of anderszins voor de werkgever werkzaam is (geweest); werkgever: natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van Contract-cateringactiviteiten; klachtencommissie: de commissie tot wie de werkne(e)m(st)er die wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie zich kan wenden met een klacht en die deze klacht terzake behandelt; 109
vertrouwenspersoon: de functionaris tot wie de werkne(e)m(st)er die wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie zich kan wenden voor advies en ondersteuning. Artikel 3 Preventief beleid Aan alle werkne(e)m(st)ers zal door de werkgever te kennen worden gegeven dat seksuele intimidatie niet getolereerd wordt en tot sancties kan leiden voor de persoon, die zich daar aan schuldig maakt. Alle werkne(e)m(st)ers zullen via de gebruikelijke informatiekanalen worden geïnformeerd over het beleid ter preventie en bestrijding van seksuele intimidatie op het werk. Partijen bij deze CAO komen overeen hiertoe een gezamenlijke voorlichtingsbrochure te ontwikkelen. Artikel 4 Vertrouwenspersoon De werkgever wijst met instemming van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging, een vertrouwenspersoon aan. Deze kan lid zijn van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging. a. Deze vertrouwenspersoon zal worden belast met de eerste opvang van werkne(e)m(st)ers, die ongewenst intiem gedrag hebben ondergaan en daarover willen praten. Gelet op de aard van de problematiek zal deze functionaris bij voorkeur een vrouw zijn, maar in ieder geval het vertrouwen genieten van het vrouwelijk personeel binnen de arbeidsorganisatie. Zij/hij moet gemakkelijk aanspreekbaar zijn, vertrouwelijk met informatie om kunnen gaan en bij voorkeur kennis en ervaring hebben op het terrein van individuele hulpverlening. b. De vertrouwenspersoon heeft tot taak: – een werkne(e)m(st)er die een klacht heeft inzake seksuele intimidatie bij te staan en van advies te dienen; – door onderzoek en overleg met de betrokkenen bij bedrijfsonderdelen te trachten tot een oplossing van het gesignaleerde probleem te komen; – de kla(a)g(st)er desgewenst te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de eigen klachtencommissie, dan wel de klachtencommissie van derden (bijvoorbeeld de opdrachtgever); – de directie en andere relevante bedrijfsonderdelen (bijvoorbeeld) personeelszaken, bedrijfsmaatschappelijk werk) gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van preventie van seksuele intimidatie in de onderneming. 110
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
c. De vertrouwenspersoon verricht geen handeling ter uitvoering van haar/zijn taak dan met instelling van de betrokken kla(a)g(st)er. d. De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van haar/zijn taken uitsluitend verantwoording schuldig aan de directie en geniet bescherming ter garantie van haar/zijn onafhankelijkheid. e. De vertrouwenspersoon is bevoegd in het kader van een poging tot bemiddeling, gegevens te verzamelen die de vertrouwenspersoon nodig heeft om zich een goed oordeel te kunnen vormen. Dit kan plaatsvinden door dossieronderzoek en vertrouwelijke informele gesprekken met betrokkenen. f. De werkgever dient de vertrouwenspersoon de nodige faciliteiten te verschaffen waardoor zij/hij op vertrouwelijke wijze schriftelijk dan wel telefonisch kan worden geraadpleegd, zoals bijvoorbeeld een eigen postbusnummer en/of een eigen telefoonlijn, afspraken over het ongeopend laten van aan haar/hem geadresseerde post en dergelijke. Voorts verschaft de werkgever de vertrouwenspersoon de mogelijkheid om zich binnen werktijd op kosten van de werkgever nader te bekwamen voor de functie; een en ander voor zover noodzakelijk voor het door de betrokkene goed vervullen van deze functie en te bepalen in goed overleg tussen de werkgever en de vertrouwenspersoon. Artikel 5 Voorkoming benadeling vertrouwenspersoon a. Een vertrouwenspersoon zal door de werkgever niet worden belemmerd dan wel geschaad in haar/zijn positie, mogelijkheden of kansen binnen de onderneming door het enkele feit dat zij/hij een dergelijke functie vervult en de bij die functie vervult en de bij die functie behorende taken uitvoert. b. Indien een vertrouwenspersoon van mening is, dat ten opzichte van haar/hem in strijd hiermede wordt of is gehandeld, kan zij/hij hierover een klacht indienen bij de Vakraad. c. De Vakraad stelt vervolgens een geschillencommissie in die bestaat uit drie leden. Uit de Vakraad worden daartoe één werknemerslid en één werkgeverslid aangewezen. Voorts zal de Commissie bestaan uit 111
een onafhankelijke voorzitter, niet zijnde de centrale vertrouwenspersoon. Bij de samenstelling van de Commissie zal er op worden toegezien, dat vertegenwoordigers van betrokken partijen geen zitting kunnen hebben. d. De Commissie wordt bij haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris van de Vakraad. e. De melding van het bezwaar moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp en eis met een duidelijke en bepaalde conclusie. f. De Commissie zal partijen te allen tijde horen. g. Partijen dienen persoonlijk aanwezig te zijn bij de horing voor de Commissie. Bij de horing kunnen partijen zich laten vergezellen door een deskundige. h. De horing door de Commissie kan indien partijen daartegen geen bezwaar aantekenen in gezamenlijkheid plaatsvinden. i. De Commissie doet uitspraak uiterlijk binnen 2 maanden na de laatste horing. j. Alvorens de Commissie uitspraak doet vraagt zij advies aan de centrale vertrouwenspersoon. De uitspraak van de Commissie is voor de betrokken partijen bindend, indien partijen vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan. k. Partijen kunnen voor het bijwonen van een zitting van de Commissie hun reiskosten op basis van openbaar vervoer 2e klasse declareren bij de Vakraad. l. De Commissie regelt voor het overige haar procedure zelf. Artikel 6 Klachtenprocedure a. – de werkgever stelt met instemming van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging bij voorkeur permanent een klachtencommissie in; – de klachtencommissie bestaat uit 3 leden, waarvan tenminste 1 vrouw; in beginsel maakt de vertrouwenspersoon geen deel uit van deze commissie; – in de commissie moet bij voorkeur juridische deskundigheid en
112
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
–
b. – –
– – c. – –
deskundigheid op het gebied van het bestrijden van seksuele intimidatie aanwezig zijn; de leden van de commissie mogen niet direct betrokken zijn geweest bij seksuele intimidatie waarvoor een klacht is ingediend. Is zulks wel het geval dan dient een vervanger te worden aangewezen door de werkgever in overleg met ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging; een klacht kan worden ingediend door een werkne(e)m(st)er in de zin van deze klachtenregeling, alsmede door een exwerkne(e)m(st)er tot en met het tweede jaar na uitdiensttreding; een klacht over seksuele intimidatie wordt door de werkne(e)m(st)er die daarvan last beleeft en/of nadelige gevolgen heeft ondervonden schriftelijk ingediend bij de (secretaris van de) klachtencommissie; door het indienen van een klacht als zodanig zal de huidige of toekomstige positie van kla(a)g(st)er niet worden benadeeld. anonieme klachten worden niet door de klachtencommissie in behandeling genomen; de klachtencommissie stelt een onderzoek in naar iedere bij haar ingediende klacht omtrent seksuele intimidatie; de klacht kan betrekking hebben op iedere vorm van seksuele intimidatie die zich tijdens of in verband met de werkzaamheden voor de werkgever voordoen, ongeacht of de desbetreffende gedragingen zijn gepleegd door eigen personeel van de werkgever, door personeel van de opdrachtgever of door derden;
d. de klachtencommissie hoort afzonderlijk de werkne(e)m(st)er die een klacht over seksuele intimidatie heeft ingediend, degene tegen wie de klacht is gericht en andere betrokkenen. De klachtencommissie is bevoegd ook anderen te horen; e. de zittingen van de klachtencommissie zijn besloten. Van iedere zitting wordt een schriftelijk rapport opgemaakt dat door alle betrokkenen voor gezien wordt ondertekend. Indien een betrokkene die weigert, wordt de reden daarvan in het rapport vermeld; f. tijdens het onderzoek door de klachtencommissie kan de kla(a)g(st)er alsmede degene tegen wie de klacht is gericht zich doen bijstaan door een door haar/hem te kiezen raadsvrouw/-man. Op deze mogelijkheid worden beide partijen tijdig schriftelijk gewezen; g. na afronding van het onderzoek doet de secretaris van de commissie
113
een afschrift van de schriftelijke rapportage toekomen aan de leden van de klachtencommissie en de andere direct-betrokkenen; k. – de klachtencommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de werkgever en aan de centrale vertrouwenspersoon over het aantal en de aard van de behandelde zaken en de uitspraken die daarin zijn gedaan, met afschrift aan de vertrouwenspersoon in het bedrijf van voormelde werkgever; – in deze en andere rapportages door de vertrouwenspersoon en/of klachtencommissie worden geen namen of initialen van betrokkenen genoemd; l. de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en andere betrokkenen bij de klachtenprocedure handelen in deze procedure zodanig, dat de privacy van kla(a)g(st)er en andere betrokkenen voldoende wordt gewaarborgd. Artikel 8 a. Indien een werkne(e)m(st)er bij of door een opdrachtgever wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie; – dient zij/hij het voorval eveneens onmiddellijk bij de werkgever c.q. een daartoe door de werkgever aangewezen persoon te melden. b. Indien de werkne(e)m(st)er een geval van seksuele intimidatie bij of door een opdrachtgever bij de werkgever c.q. de daartoe door de werkgever aangewezen persoon heeft gemeld, stelt de werkgever een onderzoek in en neemt hij dusdanige maatregelen dat herhaling wordt voorkomen. c. De werkne(e)m(st)er die een geval van seksuele intimidatie bij of door een opdrachtgever heeft gemeld, heeft in afwachting van het in sub b genoemde onderzoek het recht het opnieuw plaatsen bij de btrokken opdrachtgever te weigeren. Indien de klacht gegrond verklaard wordt heeft zij/hij recht op passend werk elders, tenzij dit redelijkerwijs niet van de werkgever gevergd kan worden. Contactadres: Secretaris Vakraad Contract-cateringbranche Postbus 90154 5000 LG TILBURG
114
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 6 REGLEMENT MELDINGSPROCEDURE WERKDRUK 1. a. De werknemer kan alleen of tezamen met andere werknemers een onderbouwde melding van werkdruk indienen, in eerste instantie aan de direct leidinggevende. De werknemer dient hiertoe gebruik te maken van het meldingsformulier werkdruk, verkrijgbaar bij de Vakraad. b Indien de melding naar de mening van de werknemer(s) niet bespreekbaar is met de direct leidinggevende wordt de melding gedaan bij de naasthogere leidinggevende. 2. De leidinggevende bij wie de melding is gedaan, geeft schriftelijk aan welke actie(s) hij/zij zal ondernemen. 3. Deze reactie wordt binnen 2 weken geretourneerd aan de betrokken werknemer(s). Tevens draagt de leidinggevende er zorg voor dat de Toetsingscommissie (deze commissie is gekozen vanwege de betrokkenheid van de Ondernemingsraad) een kopie van de schriftelijk ingediende melding en de schriftelijke reactie van de leidinggevende krijgt. 4. Indien de melding van te hoge werkdruk naar de mening van de werknemer(s) niet serieus in behandeling is genomen en met zicht op resultaat binnen vier weken is afgehandeld deelt de werknemer(s) dit schriftelijk mede aan de Toetsingscommissie. 5. De Toetsingscommissie onderzoekt de melding en beoordeelt de actie(s) van de leidinggevende en legt binnen vier weken haar advies voor aan de directie van de betrokken organisatie. 6. Indien de melding en het advies van de Toetsingscommissie niet binnen vier weken afdoende zijn behandeld, legt de Toetsingscommissie haar bevindingen voor aan een Geschillencommissie van de Vakraad. De Geschillencommissie toetst de gevolgde proceduregang, beschouwt de melding inhoudelijk en legt haar eindoordeel binnen vier weken neer bij de Toetsingscommissie en de directie van de betrokken organisatie. 7. De Geschillencommissie stelt in haar oordeel een periode vast, binnen welke de onderneming aan dient te geven dat men aan het eindoordeel invulling geeft. 115
8. Als naar de mening van de Geschillencommissie door de onderneming daaraan onvoldoende invulling is gegeven, legt de Commissie haar bevindingen voor aan de Vakraad via kwartaalrapportages alsmede aan de directie van de betrokken onderneming en aan de Toetsingscommissie. 9. De Geschillencommissie doet jaarlijks verslag van haar werkzaamheden aan de Vakraad. 10. De Geschillencommissie bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, twee leden van werknemers (waarvan bij voorkeur minimaal 1 lid van de Vakraad is) en twee leden werkgevers (waarvan bij voorkeur minimaal 1 lid van de Vakraad is).
116
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 8 STATUTEN STICHTING VAKRAAD VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE Artikel 1 Naam, zetel en duur 1. De Stichting is genaamd: ,,Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche’’, hierna te noemen de Stichting. Zij heeft haar zetel in Tilburg. 2. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. Artikel 2 Doel De Stichting heeft ten doel: a. Op verzoek van één of meer partijen bij de Collectieve Arbeids Overeenkomst (hierna ook te noemen CAO) nadere uitleg, – in de vorm van bindende adviezen –, aan de bepalingen van deze CAO te geven ter bevordering van een eenvormige toepassing van de bepalingen. b. Het uitbrengen van een bindend advies op verzoek van één of meer werkgevers tesamen met één of meer werknemers, in een geschil over de toepassing van de CAO, tussen betrokken werkgevers en werknemers. c. Het geven van een vergunning tot afwijking van één of meerdere bepalingen van de CAO of van de CAO Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de contract-cateringbranche. d. Het voeren van overleg over uitwerking van principe of termijnvraagstukken in de CAO aangegeven en het vormgeven van overleg zoals aangegeven in de CAO.
117
Artikel 3 Werkwijze Een bindend advies op verzoek van partijen, zoals in artikel 2 genoemd, wordt slechts uitgebracht indien beide partijen hiertoe schriftelijk verzoeken. De verdere procedure is geregeld in het reglement bindend advies Vakraad. Voor het overige regelt de Vakraad haar werkwijze zelf. Artikel 4 Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de Stichting bestaan uit: a. De van het Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen contractcatering, gevestigd te Tilburg, ontvangen bijdragen; b. Hetgeen de Stichting door erfstelling, legaat, schenking of op enigerlei andere wijze verkrijgt. 2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. 3. De gelden in lid 1 genoemd zullen worden aangewend voor de realisering van de activiteiten, zoals omschreven in artikel 2. Artikel 5 Bestuur 1. De Stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit tenminste 8 leden. 2. 1. De bestuursleden worden benoemd door partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche. 2. Door partijen aan werkgeverszijde worden evenveel bestuursleden benoemd als door partijen aan werknemerszijde. 3. De in lid 2 genoemde partijen benoemen voor elk bestuurslid een plaatsvervangend lid, dat in het bestuur zitting zal nemen bij ontstentenis van het zittende bestuurslid. 4. De benoeming van een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid geschiedt voor een tijdvak van 3 jaar. 5. Een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid zijn terstond herbenoembaar. 6. De in lid 2 genoemde partijen hebben te allen tijde het recht de door 118
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
haar benoemde bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden te vervangen door anderen. 7. Het bestuurslidmaatschap en het plaatsvervangend bestuurslidmaatschap eindigt: a. door overlijden; b. periodiek aftreden; c. schriftelijk bedanken; d. onder curatele-stelling of faillissement; e. door ontslag door de partij die het betreffende bestuurslid heeft benoemd. 8. Het bestuur is binnen de grenzen van het doel van de Stichting zelfstandig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen en het sluiten van alle overeenkomsten de Stichting betreffende, gene uitgezonderd. 9. Het bestuur waakt voor handhaving van de statuten en de reglementen. 10. De aan de Stichting toebehorende vermogenswaarden dienen te worden bewaard, hetzij ten kantore van de Stichting, hetzij bij een Nederlandse bankinstelling. Artikel 6 Voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en secretaris 1. a. Het bestuur kiest telkenjare uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. b. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. c. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter gezamenlijk. 2. Indien de voorzitter een bestuurslid is, benoemd door een werkgeversorganisatie, dient de plaatsvervangend voorzitter een bestuurslid te zijn, benoemd door een werknemersorganisatie en omgekeerd. 3. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zullen ieder jaar wisselen. 4. Het bestuur benoemt een secretaris die geen deel uitmaakt van de
119
werkgevers- en werknemersdelegatie. Hij heeft in het bestuur een adviserende stem. 5. De secretaris vervult tevens de functie van penningmeester. Artikel 7 Vergaderingen en het nemen van besluiten 1. Het bestuur vergadert wanneer de voorzitter of de helft der bestuursleden dit noodzakelijk achten; in het laatste geval dient een schriftelijk verzoek met opgave voor de te behandelen punten aan de voorzitter te worden gericht. 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld. 3. Het bestuur kan slechts besluiten nemen wanneer tenminste 2 bestuursleden, benoemd door partijen aan werkgeverszijde, en twee bestuursleden, benoemd door partijen aan werknemerszijde, aanwezig zijn. Indien een besluit niet genomen kan worden wegens het niet aanwezig zijn van het vereiste aantal bestuursleden, kan in een volgende vergadering, welke zal worden gehouden tenminste een week na de eerste vergadering, doch niet langer dan 2 weken na die eerste vergadering, het betreffende besluit worden genomen zonder dat aan het vereiste van de eerste zin hoeft te worden voldaan. 4. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald kunnen geldige besluiten slechts worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Een lid benoemd door de werkgeversorganisatie brengt evenveel stemmen uit als het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties en omgekeerd. 5. Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken mondeling. 6. Bij het bepalen van het aantal geldig uitgebrachte stemmen worden blanco stemmen en ongeldige stemmen niet meegerekend. 7. Bij staking van stemmen wordt in een volgende vergadering opnieuw over hetzelfde onderwerp gestemd; staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen wanneer het zaken betreft en beslist het lot wanneer de stemming personen betreft. 8. Besluiten kunnen ook buiten de vergadering worden genomen, mits schriftelijk en met eenparigheid van stemmen van alle bestuursleden.
120
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Een dergelijk besluit staat gelijk met een besluit genomen in een vergadering. 9. De leden van het bestuur ontvangen voor elke door hen bijgewoonde vergadering van het bestuur een jaarlijks door het bestuur vast te stellen vacatievergoeding. Reis- en verblijfkosten, door de leden van het bestuur in hun functie gemaakt, worden vergoed volgens een door het bestuur vast te stellen regeling. Artikel 8 Boekjaar en begroting 1. Het boekjaar van de Stichting valt samen met het kalenderjaar. 2. Jaarlijks voor 1 januari stelt het bestuur de begroting voor het komende boekjaar vast. 3. De gelden van de Stichting worden door het bestuur beheerd. 4. De begroting zal ten kantore van de Stichting ter inzage worden neergelegd. Artikel 9 Jaarverslag, rekening en verantwoording 1. Uiterlijk 6 maanden na afloop van het kalenderjaar stelt het bestuur de rekening en de verantwoording vast, welke vergezeld dient te zijn van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccountant. 2. Vaststelling van de rekening en verantwoording strekt de penningmeester tot dcharge van het door hem gevoerde financiële beheer voorzover van zijn beheer uit overgelegde stukken blijkt. 3. Tegelijkertijd brengt de secretaris verslag uit aan het bestuur over de werkzaamheden van de Stichting in het afgelopen kalenderjaar. 4. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de externe registeraccountant wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter kennis gebracht van het
121
Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie en de werknemersorganisaties en werkgeversorganisatie. De vorenbedoelde stukken worden ter inzage voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd ten kantore van de stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen en worden op aanvraag toegezonden aan de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten. Artikel 10 Reglementen 1. Het bestuur kan reglementen vaststellen en wijzigen; deze reglementen mogen geen bepalingen inhouden welke in strijd zijn met de wet of deze statuten. 2. Ten aanzien van besluiten tot vaststellen of wijzigen van een reglement is het bepaalde in artikel 11, het tweede lid van toepassing. Artikel 11 Wijziging van de statuten 1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten en tot ontbinding van de Stichting. 2. Besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de Stichting kunnen slechts worden genomen met algemene stemmen in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering, waarin tenminste 3⁄4 der bestuursleden aanwezig is. De tweede zin van lid 3 van artikel 7 is van overeenkomstige toepassing. 3. De wijziging van de statuten moet op straffe van nietigheid bij notariële akte totstandkomen. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Tilburg. Artikel 12 Ontbinding 1. Het bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is toepasselijk hetgeen in artikel 11 van deze statuten is bepaald aangaande een besluit tot wijziging van de statuten. 2. Bij ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur. 122
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Gedurende de vereffening blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. 4. Het besluit tot ontbinding van de Stichting moet inhouden de bestemming van een eventueel batig saldo, met dien verstande, dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat het meest overeenkomt met het doel van de Stichting. Artikel 13 Inschrijving in het Stichtingenregister 1. Het bestuur is verplicht de Stichting te doen inschrijven in het Stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Tilburg en een authentiek afschrift van deze akte danwel een authentiek uittreksel van de akte, bevattende de volledige statuten, ten kantore van dat register neer te leggen. 2. Het bestuur draagt zorg, dat in bedoelde register steeds worden ingeschreven de naam, de voornamen, de woonplaats, het adres alsmede de geboortedatum van ieder, die de Stichting in en buiten rechte vertegenwoordigt. Artikel 14 Slotbepaling In alle gevallen waarin deze statuten of reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.
123
BIJLAGE 9 STATUTEN STICHTING FONDS BEVORDERING ARBEIDSVERHOUDINGEN CONTRACT-CATERING Artikel 1 Begrippen In deze statuten wordt verstaan onder: CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor de contract-cateringbranche. Werkgever: natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van contract-cateringactiviteiten. Werknemer: iedere natuurlijke persoon waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en wiens functie is ingedeeld in de in de CAO genoemde salarisgroepen en die op locatie werkzaam is. De Vakraad: de stichting ,,Stichting Vakraad voor de Contract-cateringbranche’’, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst, gevestigd te Tilburg. Het Leerplaatsenfonds: de stichting ,,Stichting Leerplaatsen- en Opleidingsfonds contractcatering’’, gevestigd te Zoetermeer. Artikel 2 Naam, zetel en duur 1. De stichting draagt de naam: ,,Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering’’ (afgekort FBA), hierna te noemen de Stichting en is gevestigd te Tilburg. 2. De Stichting is voor onbepaalde tijd opgericht. Artikel 3 Doel De Stichting heeft ten doel: 124
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
a. het innen en besteden van de bijdragen, op grond van de CAO voor de Contract-catering verschuldigd aan de Stichting en wel voor het bestrijden van de kosten van: 1. de vorming, scholing en opleiding van werknemers in de contractcateringbranche met uitzondering van werknemers, die werkzaam zijn in functies, welke buiten de werkingssfeer van de CAO vallen; 2. de werkgevers- en werknemersorganisaties ter zake van de rechtstreeks met het uitvoeren en doen naleven van de CAO verband houdende activiteiten, waaronder mede begrepen: – de in dat kader gemaakte kosten van de Vakraad voor de contract-cateringbranche alsmede – de door deze organisatie en/of de Vakraad gemaakte kosten ter zake van voorlichting en onderzoek op gebied van bij de CAO geregelde of te regelen arbeidsvoorwaarden. b. het innen en besteden van bijdragen, verder te noemen de bedrijfstakheffing en wel voor de financiering van: 1. de kosten van de activiteiten van de Stichting Leerplaatsenfonds Contract-catering (LPCC) en de financiële bijdragen ten behoeve van in principe alle bij het Leerlingstelsel ingeschreven leerlingen, welke krachtens een schriftelijke arbeidsovereenkomst in dienstverband werkzaam zijn; 2. werkzaamheden van de Stichting Opleidingen Contract-catering (OCC); 3. werkzaamheden van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid; 4. bijdragen in de kosten van de kinderopvangregeling voor de Contract-cateringbranche. Artikel 4 Bestuur 1. Het bestuur van de Stichting bestaat uit tenminste 8 leden. 2. a. De bestuursleden worden benoemd door partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche. b. Door partijen aan werkgeverszijde en partijen aan werknemerszijde worden elk tezamen evenveel bestuursleden benoemd. 3. De in lid 2. genoemde partijen benoemen voor elk bestuurslid een plaatsvervangend lid, dat in het bestuur zitting zal nemen bij ontstentenis van het zittend bestuurslid.
125
4. De benoeming van een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid geschiedt voor een tijdvak van 3 jaar. 5. Een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid zijn terstond herbenoembaar. 6. De in lid 2 genoemde partijen hebben te allen tijde het recht de door haar benoemde bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden te vervangen door anderen. 7. Het bestuurslidmaatschap en het plaatsvervangend bestuurslidmaatschap eindigt door: a. overlijden; b. periodiek aftreden; c. schriftelijk bedanken; d. onder curatelestelling of faillissement; e. door ontslag door de partij, die het betreffende bestuurslid heeft benoemd. 8. Het bestuur is binnen de grenzen van het doel van de Stichting zelfstandig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen en het sluiten van alle overeenkomsten de Stichting betreffende, gene uitgezonderd. 9. Het bestuur waakt voor handhaving van de statuten en de reglementen. 10. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wijze van belegging van de gelden van de Stichting, welke op solide wijze binnen Nederland dient te geschieden. 11. De aan de Stichting toebehorende vermogenswaarden dienen te worden bewaard, hetzij ten kantore van de Stichting, hetzij bij een Nederlandse bankinstelling. 12. Het administratieve en geldelijke beheer van de Stichting kan worden uitbesteed aan een uitvoerend orgaan. De bestuursverantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze taken blijft onverkort gehandhaafd. Artikel 5 Dagelijks bestuur 1. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter vormen het dagelijks bestuur.
126
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Het dagelijks bestuur is belast met de behartiging en afdoening van alle aangelegenheden, welke hem door het bestuur zijn opgedragen. 3. Het is terzake verantwoording schuldig aan het bestuur. Artikel 6 Voorzitter 1. Het bestuur kiest telkenjare uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. 2. Indien de voorzitter een bestuurslid is, benoemd door een werkgeversorganisatie, dient de plaatsvervangend voorzitter een bestuurslid te zijn, benoemd door een werknemersorganisatie en omgekeerd. 3. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zullen ieder jaar wisselen. Artikel 7 Secretaris 1. Het bestuur stelt een secretaris aan. 2. De secretaris is geen lid van het bestuur. 3. Hij heeft in het bestuur een adviserende stem. 4. Hij vervult tevens de functie van penningmeester. Artikel 8 Vergaderingen en nemen van besluiten 1. Het bestuur vergadert wanneer de voorzitter of de helft der bestuursleden dit noodzakelijk achten; in het laatste geval dient een schriftelijk verzoek met opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter te worden gericht. 2. Voor het houden van vergaderingen en het nemen van besluiten is de aanwezigheid van tenminste 5 bestuursleden vereist, van wie tenminste 2 bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisaties, en 2 127
bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties. Indien een besluit niet genomen kan worden wegens het niet aanwezig zijn van het vereiste aantal bestuursleden, kan in een volgende vergadering, welke zal worden gehouden tenminste één week na de eerste vergadering, het betreffende besluit worden genomen zonder dat aan het vereiste van de eerste zin hoeft te worden voldaan. 3. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. 4. Een lid, benoemd door de werkgeversorganisatie, brengt evenveel stemmen uit als het aantal in de vergadering aanwezige bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties; een lid, benoemd door de werknemersorganisaties, brengt evenveel stemmen uit als het aantal in de vergadering aanwezige bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisatie. 5. Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken mondeling. 6. Bij het bepalen van het aantal geldig uitgebrachte stemmen worden blanco-stemmen en ongeldige stemmen niet medegerekend. 7. Bij staking van stemmen wordt in een volgende vergadering opnieuw over hetzelfde onderwerp gestemd; staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen wanneer het zaken betreft en beslist het lot wanneer de stemming personen betreft. 8. De leden van het bestuur en het dagelijks bestuur alsmede de secretaris zijn tot geheimhouding verplicht omtrent alle aangelegenheden, welke hen ter kennis komen en waarvan de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd dan wel waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen. Artikel 9 Vertegenwoordiging 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de fungerende voorzitter te zamen met de vice-voorzitter. 3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
128
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 10 Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de Stichting bestaan uit: a. het afgezonderde Stichtingskapitaal; b. de werkgevers- en werknemersbijdrage, welke conform het bepaalde in de CAO aan de Stichting zijn verschuldigd; c. andere inkomsten. Artikel 11 Begroting 1. Het bestuur ontwerpt jaarlijks voor de datum van inwerkingtreding van de CAO een begroting van de ontvangsten en uitgaven voor het komende begrotingsjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar. 2. Deze ontworpen begroting wordt ter kennisneming gebracht van de werkgeversorganisatie en de werknemersorganisaties en wordt niet eerder dan een maand daarna vastgesteld door het bestuur. 3. De gelden van de Stichting worden door het bestuur beheerd. 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening van die kosten vaststellen. 5. De begroting zal ten kantore van de Stichting ter inzage worden gelegd. Artikel 12 Jaarverslag, rekening en verantwoording 1. Uiterlijk 6 maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur de rekening en verantwoording vast, welke vergezeld dient te zijn van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccountant. 2. Tegelijkertijd brengt de secretaris een verslag uit aan het bestuur over de werkzaamheden van de Stichting in het afgelopen kalenderjaar.
129
3. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de externe registeraccountant wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter kennis gebracht van het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie en de werknemersorganisaties en werkgeversorganisatie. De vorenbedoelde stukken worden ter inzage voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd ten kantore van de stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen en worden op aanvraag toegezonden aan de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten. Artikel 13 Inning van de bijdragen 1. Het bestuur is bevoegd op het totaal per jaar door de werkgever verschuldigde bedrag aan bijdragen aan de Stichting voorschotten te heffen tot zodanige bedragen en in zodanige termijnen als het nodig oordeelt. 2. Het bestuur stelt een reglement vast, dat voor het overige de wijze van inning regelt van hetgeen de werkgever ter zake van een financiële bijdrage ingevolge de CAO Contract-catering verschuldigd is. Artikel 14 Besteding der geldmiddelen 1. Het bestuur bepaalt de bijdrage aan de activiteiten van de Vakraad, de overige instellingen genoemd in artikel 3 en andere subsidieaanvragers aan de hand van een vooraf ingediende begroting. De gesubsidieerde instelling zal jaarlijks aan het bestuur verantwoording afleggen omtrent de besteding van de ontvangen gelden. 2. Het bestuur bepaalt op welke wijze gelden binnen de in artikel 3, lid 1a genoemde doelstelling aan de werkgevers- en werknemersorganisaties ter beschikking zullen worden gesteld met dien verstande dat over enig jaar niet meer gelden aan de werknemersorganisaties ter beschikking kunnen worden gesteld dan aan de werkgeversorganisatie. 3. Aan de ter beschikkingstelling zoals bedoeld in lid 2, is de voorwaarde verbonden dat de betreffende gelden niet worden gestort in stakingskassen, weerstandskassen of dergelijke fondsen. 4. Het bestuur kan voorts nadere voorwaarden verbinden aan het ter beschikking stellen van gelden aan de in artikel 3 bedoelde 130
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
instellingen/fondsen en de in lid 2 van dit artikel genoemde organisaties. 5. Ten behoeve van de naleving van het in dit artikel bepaalde is de secretaris gerechtigd alle inlichtingen te vragen aan de instellingen en organisaties alsmede inzage in begrotingen, rekeningen en verantwoordingen of accountantsrapporten en dergelijke stukken. Hij is geheimhouding ook tegenover het bestuur verschuldigd inzake de door hem verkregen inlichtingen. 6. In door het bestuur aan te geven gevallen zal de secretaris niet de in lid 5 bedoelde bevoegdheid uitoefenen doch een door het bestuur aangewezen registeraccountant. Artikel 15 Reglementen 1. Behalve het in artikel 13 bedoelde reglement kan het bestuur voor de uitvoering van zijn taak nog meer reglementen vaststellen. 2. Ieder reglement dient te worden vastgesteld met een meerderheid van 3⁄4 van de uitgebrachte stemmen. 3. Het in lid 2 bepaalde is eveneens van toepassing in geval van wijziging van een reglement. 4. Een reglement mag geen bepaling bevatten in strijd met deze statuten. 5. Een reglement treedt niet in werking dan nadat hiervan een volledig exemplaar, ondertekend door het bestuur, voor eenieder ter inzage is neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te Tilburg. Wijzigingen van statuten en reglementen moeten eveneens voor eenieder ter inzage worden neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te Tilburg. Artikel 16 Statutenwijziging 1. Wijziging der statuten is slechts mogelijk in een deswege bijeengeroepen vergadering van het bestuur; het daartoe strekkende besluit 131
dient te worden genomen met een meerderheid van 3⁄4 der uitgebrachte stemmen. 2. De oproeping voor deze vergadering dient tenminste 3 weken tevoren te worden verzonden. 3. De wijziging van de statuten moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een volledig exemplaar, ondertekent door het bestuur, voor eenieder ter inzage is neergelegd ter Griffie van het Kantongerecht te Tilburg. Artikel 17 Ontbinding 1. De Stichting kan worden ontbonden door het bestuur. 2. De Stichting kan voorts worden ontbonden door hetzij de werkgeversorganisatie hetzij de gezamenlijke werknemersorganisaties doordat zij bij aangetekend schrijven, gericht aan het bestuur, hun medewerking aan de Stichting opzeggen. 3. De Stichting is van rechtswege ontbonden een jaar nadat het in lid 2 genoemd aangetekend schrijven is verzonden. 4. Het bestuur is belast met de liquidatie. Een eventueel batig saldo bij liquidatie dient te worden bestemd voor een doel, dat het doel van de Stichting zoveel mogelijk nabij komt. Artikel 18 Ministerieel vertegenwoordiger 1. Indien door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur van de Stichting en de Minister een waarnemer toegelaten. 2. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken. Artikel 19 CAO voor de Contract-cateringbranche 1. Deze statuten maken deel uit van de CAO voor de Contractcateringbranche. 132
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 20 Slotbepaling 1. In alle gevallen, waarin deze statuten of de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur.
133
BIJLAGE 10 INVORDERINGREGLEMENT FBA Artikel 1 Invordering bijdragen 1. a. Betaling van de aan FBA verschuldigde bijdrage dient te geschieden binnen één maand na dagtekening van de desbetreffende door FBA uitgebrachte nota. Wanneer niet binnen de aangegeven termijn wordt voldaan, zal de bijdrage worden vermeerderd met de rente van de dag af, waarop de betaling had moeten plaatsvinden. Het percentage van de in rekening te brengen rente wordt vastgesteld op dat van de geldende wettelijke rente. b. In geval de bijdrage niet binnen de aangegeven termijn wordt voldaan, wordt de schuldenaar geacht van rechtswege in verzuim te zijn, zonder dat zulks afzonderlijk ingebrekestelling behoeft. Alle op de invordering vallende kosten, waaronder de administratiekosten, de gerechtelijke en de buitengerechtelijke incassokosten, de laatste ten belope van minimaal 15% van het in te vorderen bedrag, komen voor rekening van de schuldenaar.
134
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 11 STATUTEN VAN DE STICHTING KWALITEIT VAN DE ARBEID VOOR DE CONTRACT-CATERINGBRANCHE Artikel 1 Naam, zetel en duur 1. De stichting draagt de naam: ,,Stichting Kwaliteit van de Arbeid voor de Contract-cateringbranche’’. 2. De stichting is gevestigd te Tilburg. 3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. Artikel 2 Begrippen In deze statuten wordt verstaan onder: werkgever natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van contract-cateringactiviteiten. werknemer iedere natuurlijke persoon waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en wiens functie is ingedeeld in de in de CAO genoemde salarisgroepen en die op locatie werkzaam is. FBA de stichting ,,Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering’’ gevestigd te Tilburg. LISV Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen. Sectorraad Sectorraad voor de Contract-catering. OSV Organisatiewet Sociale Verzekering. 135
Artikel 3 De stichting heeft tot doel het verrichten van onderzoek (incl. evaluatief onderzoek), het geven van voorlichting en adviezen en het ontwikkelen van instrumenten met betrekking tot arbeidsomstandigheden, arbeidsongeschiktheid en bedrijfsgezondheidszorg. Doel van de Stichting is mede het kunnen vervullen van de functie van Sectorraad voor de contract-catering zoals bedoeld in de OSV. Artikel 4 Doel De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. ten behoeve van de bedrijfstak een beleid te ontwikkelen inzake kwaliteit van de arbeid, met name gericht op arbeidsomstandigheden en bestrijding ziekteverzuim; b. activiteiten en onderzoeken ten behoeve van de bedrijfstak te initiëren en coërdineren; c. het verspreiden van kennis over mogelijkheden ter verbetering van arbeidsomstandigheden en terugdringen van ziekteverzuim, onder andere door middel van onderricht en voorlichting; d. alle andere middelen die voor het doel van de stichting bevorderlijk kunnen zijn. Artikel 5 Geldmiddelen De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. bijdragen van de stichting: Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering gevestigd te Tilburg. b. bijdragen van het LISV op grond van een bekostigingsregeling; c. andere inkomsten. Artikel 6 Bestuur 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste 8 leden. 2. De bestuursleden worden benoemd door partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche. 3. a. Door partijen aan werkgeverszijde resp. werknemerszijde worden elk tezamen evenveel bestuursleden benoemd. b. De in lid 2 genoemde partijen benoemen voor elk bestuurslid een
136
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
plaatsvervangend lid dat in het bestuur zitting zal nemen bij ontstentenis van het zittend bestuurslid. 4. De benoeming van een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid geschiedt voor een tijdvak van 3 jaar. 5. Een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid zijn terstond herbenoembaar. 6. De in lid 2 genoemde partijen hebben te allen tijde het recht de door haar benoemde bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden te vervangen door anderen. 7. Het bestuurslidmaatschap en het plaatsvervangend bestuurslidmaatschap eindigt door: a. overlijden; b. periodiek aftreden; c. schriftelijk bedanken; d. onder curatelestelling of faillissement; e. door ontslag door de partij, die het betreffende bestuurslid heeft benoemd. 8. Het bestuur is binnen de grenzen van het doel van de Stichting zelfstandig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen en het sluiten van alle overeenkomsten de Stichting betreffende, gene uitgezonderd. 9. Het bestuur waakt voor handhaving van de statuten en de reglementen. 10. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wijze van belegging van de gelden van de Stichting, welke op solide wijze binnen Nederland dient te geschieden. 11. De aan de Stichting toebehorende vermogenswaarden dienen te worden bewaard, hetzij ten kantore van de Stichting, hetzij bij een Nederlandse bankinstelling. 12. Het administratieve en geldelijke beheer van de Stichting kan worden uitbesteed aan een uitvoerend orgaan. De bestuursverantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze taken blijft onverkort gehandhaafd.
137
Artikel 7 Dagelijks Bestuur 1. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter vormen het dagelijks bestuur. 2. Het dagelijks bestuur is belast met de behartiging en afdoening van alle aangelegenheden, welke hem door het bestuur zijn opgedragen. 3. Het is terzake verantwoording schuldig aan het bestuur. Artikel 8 Voorzitter 1. Het bestuur kiest telkenjare uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. 2. Indien de voorzitter een bestuurslid is, benoemd door een werkgeversorganisatie, dient de plaatsvervangend voorzitter een bestuurslid te zijn, benoemd door een werknemersorganisatie en omgekeerd. 3. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zullen ieder jaar wisselen. Artikel 9 Secretaris 1. Het bestuur stelt een secretaris en een ambtelijk secretaris aan. 2. De ambtelijk secretaris is geen lid van het bestuur. 3. De ambtelijk secretaris heeft in het bestuur een adviserende stem. 4. De secretaris vervult tevens de functie van penningmeester. Artikel 10 Vergaderingen en nemen van besluiten 1. Het bestuur vergadert wanneer de voorzitter of de helft der bestuursleden dit noodzakelijk achten; in het laatste geval dient een schriftelijk verzoek met opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter te worden gericht. 2. Voor het houden van vergaderingen en het nemen van besluiten is de 138
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
aanwezigheid van tenminste 5 bestuursleden vereist, van wie tenminste 2 bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisaties, en 2 bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties. Indien een besluit niet genomen kan worden wegens het niet aanwezig zijn van het vereiste aantal bestuursleden, kan in een volgende vergadering, welke zal worden gehouden tenminste één week na de eerste vergadering, het betreffende besluit worden genomen zonder dat aan het vereiste van de eerste zin hoeft te worden voldaan. 3. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. 4. Een lid, benoemd door de werkgeversorganisaties, brengt evenveel stemmen uit als het aantal in de vergadering aanwezige bestuursleden, benoemd door de werknemersorganisaties; een lid, benoemd door de werknemersorganisaties, brengt evenveel stemmen uit als het aantal in de vergadering aanwezige bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisaties. 5. Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken mondeling. 6. Bij het bepalen van het aantal geldig uitgebrachte stemmen worden blanco stemmen en ongeldige stemmen niet medegerekend. 7. Bij staking van stemmen wordt in een volgende vergadering opnieuw over hetzelfde onderwerp gestemd; staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen wanneer het zaken betreft en beslist het lot wanneer de stemming personen betreft. 8. De leden van het bestuur en het dagelijks bestuur alsmede de secretaris zijn tot geheimhouding verplicht omtrent alle aangelegenheden, welke hen ter kennis komen en waarvan de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd dan wel waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen. Artikel 11 Vertegenwoordiging 1. Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de fungerende voorzitter met de secretaris der Stichting. 139
Artikel 12 Begroting 1. Het bestuur ontwerpt jaarlijks vóór 1 januari een begroting van de ontvangsten en uitgaven voor het komende begrotingsjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar. 2. Deze ontworpen begroting wordt ter kennisneming gebracht van de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties en wordt niet eerder dan een maand daarna vastgesteld door het bestuur. 3. De gelden van de Stichting worden door het bestuur beheerd. 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van geldmiddelen en de wijze van de rekening vaststellen. 5. De begroting zal ten kantore van de stichting ter inzage worden neergelegd. Artikel 13 Jaarverslag, rekening en verantwoording 1. Uiterlijk 6 maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur de rekening en verantwoording vast, welke vergezeld dient te zijn van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccountant. 2. Tegelijkertijd brengt de secretaris een verslag uit aan het bestuur over de werkzaamheden van de Stichting in het afgelopen kalenderjaar. 3. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de externe registeraccountant wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter kennis gebracht van het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie en de werknemersorganisaties en werkgeversorganisatie. De vorenbedoelde stukken worden ter inzage voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd ten kantore van de stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen en worden op aanvraag toegezonden aan de de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
140
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 14 Reglementen 1. Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak reglementen vaststellen. 2. Ieder reglement dient te worden vastgesteld met een meerderheid van 3⁄4 der uitgebrachte stemmen. 3. Het in lid 2 bepaalde is eveneens van toepassing in geval van wijziging of opheffing van een reglement. 4. Een reglement mag geen bepaling bevatten in strijd met deze statuten. 5. Een reglement treedt niet in werking dan nadat hiervan een volledig exemplaar, ondertekend door het bestuur, voor eenieder ter inzage is neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te Tilburg. Wijzigingen van statuten en reglementen moeten eveneens voor eenieder ter inzage worden neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te Tilburg. Artikel 15 Statutenwijziging 1. Wijziging der statuten is slechts mogelijk in een deswege bijeengeroepen vergadering van het bestuur; het daartoe strekkende besluit dient te worden genomen met een meerderheid van 3⁄4 der uitgebrachte stemmen. 2. De oproeping voor deze vergadering dient tenminste 3 weken tevoren te worden verzonden. 3. De wijziging van de statuten moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een volledig exemplaar, ondertekent door het bestuur, voor eenieder ter inzage is neergelegd ter Griffie van het Kantongerecht te Tilburg.
141
Artikel 16 Ontbinding 1. De Stichting kan worden ontbonden door het bestuur. 2. De Stichting kan voorts worden ontbonden door hetzij de gezamenlijke werkgeversorganisaties hetzij de gezamenlijke werknemersorganisaties doordat zij bij aangetekend schrijven, gericht aan het bestuur, hun medewerking aan de Stichting opzeggen. 3. De Stichting is van rechtswege ontbonden een jaar nadat het in lid 2 genoemd aangetekend schrijven is verzonden. 4. Het bestuur is belast met de liquidatie. Een eventueel batig saldo bij liquidatie dient te worden bestemd voor een doel, dat het doel van de Stichting zoveel mogelijk nabij komt. Artikel 17 Ministerieel vertegenwoordiger 1. Indien door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur van de Stichting en de Minister een waarnemer toegelaten. 2. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken. Artikel 18 Slotbepaling 1. In alle gevallen, waarin deze statuten of de reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. 2. Deze statuten maken deel uit van de CAO voor de contractcateringbranche.
142
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 12 STATUTEN STICHTING OPLEIDINGEN CONTRACT-CATERING Artikel 1 Naam, zetel en duur 1. De stichting draagt de naam: ,,Stichting Opleidingen Contractcatering’’ (OCC). 2. Zij is gevestigd in Tilburg. 3. Zij is in het leven geroepen voor onbepaalde tijd. Artikel 2 Doel en middelen De stichting heeft tot doel het bevorderen van een adequate scholingsinfrastructuur binnen en buiten de contract-cateringbranche, die een kwaliteitsbevorderend effect zal hebben op de activiteiten van werknemers en werkgevers in de branche, met name door de vorming, scholing en opleiding van (potentiële) werknemers voor bedrijfstak-kwalificaties, om op deze wijze te voorzien in de toenemende vraag naar vakbekwame medewerkers, een en ander op basis van afspraken die daarover zijn gemaakt door cao-partijen in de contract-catering. Artikel 3 De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het uitwerken en vaststellen van het onderwijs- en scholingsbeleid gericht op allen die werkzaam zijn of willen zijn in de branche, gericht op het uitvoerend personeel en het lager, midden en hoger kader, voor zover dit personeel valt onder de werkingssfeer van de cao; b. het ontwikkelen van een beleid ten aanzien van de inspanningen van het regulier onderwijs, het beïnvloeden van het regulier onderwijs c.q. de overheid en het initiëren van nieuwe scholingstrajecten; c. het ontwikkelen en uitvoeren van een diplomabeleid, een toelatingsbeleid van instellingen die daarbinnen activiteiten kunnen ontplooien, het afnemen van en toezicht houden op de examens en de vaststelling van examenresultaten; 143
d. het ontwikkelen van leertrajecten en leermiddelen; e. het (doen) organiseren, uitvoeren en begeleiden van opleidingen, her-, bij- en nascholing; f. alle andere middelen die het doel dienstig kunnen zijn. Een en ander op basis van afspraken die daarover zijn gemaakt door cao-partijen in de contract-cateringbranche. Artikel 4 De a. b. c. d. e.
financiële middelen van de stichting bestaan uit: het door oprichters afgezonderde bedrag; inkomsten uit het vermogen van de stichting; subsidies; cursus- en examengelden; andere inkomsten en toevallige baten. Artikel 5 Bestuur
1. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Er zijn minimaal zes en maximaal acht bestuursleden, welk aantal door het bestuur wordt vastgesteld. 2. Zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde worden bestuursleden benoemd door partijen bij de cao. De betreffende partij bepaalt onderling in gezamenlijk overleg hoeveel bestuursleden elk der afzonderlijke organisaties, die één partij vormen, mag benoemen. 3. Indien het aantal bestuursleden daalt beneden het voorgeschreven minimum blijft het bestuur bevoegd, maar neemt onverwijld maatregelen tot aanvulling. 4. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij treden af uiterlijk op 1 januari in het vierde jaar van hun benoeming. Zij zijn steeds herbenoembaar. In een tussentijdse vacature wordt door de organisatie die tot benoeming is bevoegd, zo spoedig mogelijk voorzien. 5. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door overlijden, b. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken), c. bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; d. zodra de organisatie die het betreffende bestuurslid heeft benoemd, zijn/haar benoeming heeft ingetrokken en daarvan schriftelijk heeft kennis gegeven aan alle overige zittende bestuursle144
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
den. Tot een dergelijke intrekking is bedoelde organisatie te allen tijde bevoegd. e. Door een besluit van het bestuur, genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarbij het voltallige bestuur aanwezig is zonder dat er een vacature bestaat, uitgezonderd het betrokken bestuurslid, ook al is het betreffende bestuurslid voor bepaalde tijd benoemd. 6. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid, niettemin een wettig bestuur, behoudens in de gevallen, waarin voor bepaalde bestuursbesluiten voltalligheid van het bestuur wordt vereist. Artikel 6 1. Partijen bij de CAO kunnen naast ieder bestuurslid een plaatsvervanger benoemen. Een plaatsvervanger kan niet tevens bestuurslid zijn. Een plaatsvervangend bestuurslid vervangt een bestuurslid tijdens bestuursvergaderingen bij diens ontstentenis op uitdrukkelijk verzoek van het betrokken bestuurslid. 2. Voor plaatsvervangend bestuursleden zijn artikel 5, leden 4 en 5, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij het aftreden van een bestuurslid, zijn/haar plaatsvervanger ook onmiddellijk aftreedt. 3. Een plaatsvervangend bestuurslid kan de voorzitter, de vicevoorzitter, de secretaris of de penningmeester niet vervangen in de uitoefening van zijn/haar specifieke bevoegdheden als zodanig, doch kan voor een dergelijke functionaris alleen een gewone bestuursstem uitbrengen. 4. Een plaatsvervangend bestuurslid heeft buiten de bestuursvergaderingen geen bevoegdheden. 5. Een plaatsvervangend bestuurslid ontvangt alle voor bestuursleden bestemde stukken. Artikel 7 1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. 145
Twee van de vier functies wordt vervuld door werkgeversvertegenwoordigers, de andere twee door werknemersvertegenwoordigers. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. 2. De functies voorzitter en vice-voorzitter worden vervuld voor een periode van een jaar, waarna partijen elkaars functies overnemen. De periode van een jaar loopt gelijk met een kalenderjaar. 3. De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens ontstentenis. Artikel 8 1. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het te voeren beleid en het toezicht op de uitvoering daarvan berust bij het bestuur. 2. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, tot het verkopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerstelling voor een schuld van een derde verbindt. 3. Het bestuur wordt vertegenwoordigd door het bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden, waarbij kan worden gekozen uit de voorzitter, de vice-voorzitter, de secretaris en de penningmeester, in dier voege dat altijd beide cao-partijen zijn vertegenwoordigd. Artikel 9 1. Het bestuur kan zich bij de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting laten bijstaan door de Opleidingscommissie ContractCatering. 2. De Opleidingscommissie werkt het beleid zoals door het bestuur vastgesteld zonodig verder uit en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. 3. De Opleidingscommissie fungeert als adviesorgaan voor het bestuur. 4. De Opleidingscommissie bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal leden. De leden worden door het bestuur benoemd. 5. De kosten van het functioneren van de Opleidingscommissie komen ten laste van de stichting.
146
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 10 Het bestuur zal een instantie of persoon die het vertrouwen geniet van beide partijen, de uitvoering van de taken van het secretariaat van de stichting opdragen, alsmede andere door het bestuur te bepalen taken, zulks onder verantwoordelijkheid van het bestuur. De kosten in deze zijn voor rekening van de stichting. Artikel 11 Vergaderingen en besluitvorming 1. Het bestuur vergadert tenminste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of één van de bestuursleden dit, met opgave van redenen, de voorzitter verzoekt. De voorzitter zal aan een dergelijk verzoek binnen tien werkdagen gevolg geven. Blijft de voorzitter in gebreke, dan kan ieder ander bestuurslid de vergadering bijeenroepen, met inachtneming van de vereiste formaliteiten. 2. De bestuursleden worden voor de vergadering schriftelijk door of namens de voorzitter bijeen geroepen. Voorts wordt hen tenminste vijf werkdagen voor de datum van de te houden vergadering een agenda toegezonden, waarop de op de vergadering te behandelen onderwerpen zijn vermeld en zoveel mogelijk worden toegelicht. 3. Van de vergaderingen worden notulen bijgehouden, die vaststelling door het bestuur behoeven. 4. De voorzitter is belast met de voorbereiding van de vergaderingen. 5. In een bestuursvergadering kunnen slechts rechtsgeldig besluiten worden genomen, indien beide partijen door tenminste twee bestuursleden zijn vertegenwoordigd. Artikel 12 1. Ieder bestuurslid heeft recht op het uitbrengen van één stem. 2. Ieder bestuurslid kan ter vergadering worden vertegenwoordigd door hetzij diens plaatsvervanger als bedoeld in artikel 6, lid 1, hetzij een gemachtigd medebestuurslid op grond van een schriftelijke volmacht. Een bestuurslid dat ter vergadering wordt vertegenwoordigd 147
op grond van een schriftelijke volmacht, wordt geacht ter vergadering in persoon aanwezig te zijn, behoudens bij besluitvorming over statutenwijziging, fusie of ontbinding van de stichting. Indien een bestuurslid een medebestuurslid van een machtiging heeft voorzien, is de vaste plaatsvervanger niet bevoegd namens het afwezige bestuurslid een stem uit te brengen. 3. Besluiten worden, met inachtneming van het in artikel 11, lid 5 bepaalde, genomen met volstrekte meerderheid (meer dan de helft) van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij de statuten een grotere meerderheid voorschrijven, waarbij overigens de gezamenlijke stemmen van de aanwezige werkgeversvertegenwoordigers even zwaar wegen als de gezamenlijke stemmen van de aanwezige werknemersvertegenwoordigers. 4. Het bestuur kan ook buiten vergaderingen rechtsgeldige besluiten nemen. Dit geschiedt schriftelijk en met algemene stemmen. Een dergelijk besluit staat gelijk met een besluit dat in een bestuursvergadering wordt genomen en wordt ten behoeve van de verslaglegging de eerstvolgende bestuursvergadering bekrachtigd. Artikel 13 Begroting, rekening en verantwoording 1. Het boekjaar van de stichting loopt van één januari tot en met éénendertig december. 2. Uiterlijk in de maand september dient de penningmeester een begroting in bij het bestuur van de geraamde inkomsten en uitgaven in het eerstvolgende boekjaar. 3. Jaarlijks voor 1 januari stelt het bestuur de begroting vast. 4. De begroting van de uitgaven zal de beschikbare middelen (inkomsten en voorzieningen) nimmer overtreffen. 5. De begroting van de inkomsten wordt in ieder geval gespecificeerd aan de hand van de in artikel 4 van deze statuten genoemde bronnen. 6. De begroting van de uitgaven kent in ieder geval een specificatie van de kosten van de stichting en van de geplande activiteiten. 7. De begroting zal ten kantore van de stichting ter inzage worden neergelegd. 8. Uiterlijk in de maand mei brengt het secretariaat van de stichting aan
148
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
het bestuur een schriftelijk verslag uit over de activiteiten van de stichting tijdens het voorafgaande boekjaar. 9. Eveneens uiterlijk in de maand mei legt de penningmeester rekening en verantwoording af over het gevoerde financiële beleid tijdens het voorafgaande kalenderjaar. Dit geschiedt in een jaarrekening die is voorzien van een verklaring van een door het bestuur aangewezen externe registeraccountant. 10. Zowel het verslag van de activiteiten als de jaarrekening worden uiterlijk in de maand juni door het bestuur vastgesteld. De vaststelling der jaarrekening geldt als décharge voor de penningmeester voor zijn beheer gedurende het afgelopen jaar. 11. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de externe registeraccountant wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter kennis gebracht van het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie en de werknemersorganisaties en werkgeversorganisatie. De vorenbedoelde stukken worden ter inzage voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd ten kantore van de stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen en worden op aanvraag toegezonden aan de de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten. Artikel 14 Reglementen Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak één of meer reglementen vaststellen. Een vastgesteld reglement kan door het bestuur worden gewijzigd. De reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met deze statuten. Op een besluit tot vaststelling, wijziging en opheffing van een reglement is het bepaalde in artikel 15, leden 4, 5 en 6 van overeenkomstige toepassing. Artikel 15 Statutenwijziging, fusie en ontbinding 1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen en tot fusie over te gaan. 149
2. Het bestuur waakt voor handhaving van de statuten. 3. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. 4. Een besluit tot statutenwijziging, fusie of ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen in een vergadering, waarin – onverminderd het bepaalde in artikel 11, lid 5 – tenminste twee/derde van het aantal in functie zijnde bestuursleden in persoon aanwezig is. 5. Indien in deze vergadering niet het in lid 4 vereiste aantal bestuursleden in persoon aanwezig is, wordt niet eerder dan drie weken nadien en niet later dan drie maanden nadien een volgende bestuursvergadering gehouden, waarin over de wijziging van de statuten, fusie of ontbinding wordt beslist met twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. 6. Tot statutenwijziging, fusie of ontbinding kan slechts worden besloten indien dit onderwerp op de agenda van de betrokken vergadering(en) is vermeld en het voorstel tenminste tien werkdagen tevoren schriftelijk aan de bestuursleden kenbaar is gemaakt. Artikel 16 De vereffening per ontbinding of beëindiging geschiedt door het bestuur. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. Het bestuur bepaalt de bestemming van de overgebleven bezittingen van de stichting, met dien verstande dat het saldo zal worden besteed aan een doel dat zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de stichting. Artikel 17 Onvoorziene gevallen In alle gevallen waarin de statuten of reglementen van de stichting niet voorzien, beslist het bestuur. Artikel 18 1. Indien door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur van de Stichting en de Minister een waarnemer toegelaten. 2. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
150
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 13 REGLEMENT OPLEIDINGSCOMMISSIE CONTRACT-CATERING 1. Dit reglement regelt samenstelling, taken en verantwoordelijkheden van de Examencommissie Contract-Catering en vormt een nadere uitwerking van artikel 9 van de statuten van de Stichting Opleidingen Contract-Catering. 2. De leden van de Opleidingscommissie worden door het bestuur benoemd op grond van: – specifieke kennis van de contract-cateringbranche; – kennis van de (bedrijfstak)opleidingen. 3. De Opleidingscommissie heeft onder meer de volgende taken: – ontwikkeling van opleidingen; – beheer van opleidingen; – stimulering van het volgen van opleidingen; – toezicht examinering. Teneinde deze taken effectief te kunnen uitvoeren is het daarbij noodzakelijk dat periodiek overleg met de branche plaatsvindt over de kwalitatieve aspecten van de opleiding, door middel van opstelling c.q. bijstelling van: – beroepsprofielen; – opleidingsprofielen; – eindtermen. De uitkomsten van periodieke arbeidsmarktanalyses maken het mogelijk daarnaast ook uitspraken te doen over kwantitatieve opleidingsbehoeften. 4. De Opleidingscommissie is vrij binnen haar taakomschrijving haar eigen werkzaamheden te regelen. Dit betekent dat zij zelf onder meer haar besluitvormingsprocedure en het aantal vergaderingen vaststelt.
151
BIJLAGE 14 STATUTEN STICHTING LEERPLAATSENFONDS CONTRACT-CATERING Artikel 1 Naam, zetel en duur De Stichting draagt de naam: ,,Stichting Leerplaatsenfonds Contractcatering’’ (afgekort Stichting LPCC), hierna te noemen de stichting, en is gevestigd te Zoetermeer. Artikel 2 Doel 1. De Stichting stelt zich ten doel: ervoor zorg te dragen dat voldoende medewerkenden in uitvoerende functies en toekomstige kaderfunctionarissen voor de sector contract-catering worden opgeleid, onder meer via de methode Leerlingwezen, en dat deze medewerkenden en kaderfunctionarissen langdurig in de sector werkzaam blijven. 2. Om genoemde doelstelling te bereiken, acht de Stichting zich verantwoordelijk voor het: a. bevorderen van de instroom van leerlingen in het voor de sector relevante beroepsonderwijs; b. bevorderen van de instroom van het aantal leerlingen in het leerlingstelsel; c. bevorderen van de aanwezigheid van voldoende erkende leerbedrijven; d. zorgdragen dat de praktijkopleiding in het Leerlingstelsel plaatsvindt in een cultuur van modern en kwalitatief hoogstaand personeelsbeleid in de leerbedrijven; e. terugdringen van voortijdige uitstroom; f. streven naar een zo hoog mogelijk rendement van de praktijkopleidingen in het Leerlingstelsel; g. terugdringen van de uitstroom van alle werkenden in de sector contract-catering. 3. De Stichting tracht haar doel te bereiken door het geven van financiële bijdragen alsmede door alle andere wettige middelen.
152
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 3 Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van de stichting kunnen bestaan uit: a. bijdragen van het Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen contract-catering, gevestigd te Tilburg; b. bijdragen van de overheid; c. opbrengst van beleggingen; d. erfenissen, legaten en schenkingen; e. andere onvoorziene baten en inkomsten. 2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. 3. De gelden, genoemd onder lid 1 b van dit artikel, dienen te worden aangewend in overstemming met de daaraan verbonden voorwaarden. Artikel 4 Samenwerkende organisaties In deze statuten worden onder samenwerkende organisaties verstaan: de Horecabond FNV, de CNV BedrijvenBond, De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening en de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca). Artikel 5 Bestuur 1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit acht leden waarvan vier leden afkomstig van werkgeverszijde en vier leden afkomstig van werknemerszijde. 2. Bestuursleden worden als volgt benoemd: als vertegenwoordiging van werkgeverszijde, a. vier bestuursleden, te benoemen door de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) te Gorinchem; als vertegenwoordiging van werknemerszijde, b. twee bestuursleden, te benoemen door de Horecabond FNV te Amsterdam; 153
c. één bestuurslid, te benoemen door de CNV BedrijvenBond te Houten; d. één bestuurslid te benoemen door de Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening te Houten. 3. De organisaties, die één of meer bestuursleden benoemen, benoemen voor hun organisatie een plaatsvervangend bestuurslid, welke laatste bij ontstentenis van een door deze organisatie benoemd bestuurslid als diens plaatsvervanger optreedt. 4. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. Indien de voorzitter voortkomt uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde, dient de plaatsvervangend voorzitter voort te komen uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werknemerszijde, en indien de voorzitter voortkomt uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werknemerszijde, dient de plaatsvervangend voorzitter voort te komen uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde. 5. Het bestuur kiest uit zijn midden een statutair penningmeester en een statutair secretaris. De statutair penningmeester is verantwoordelijk voor het gevoerde financiële beleid. De statutair penningmeester kan zijn taken geheel dan wel gedeeltelijk delegeren aan de administrateur als bedoeld in artikel 7, onverlet zijn verantwoordelijkheid in dezen. De statutair secretaris is verantwoordelijk voor de secretariaatsvoering. De statutair secretaris kan zijn taken geheel dan wel gedeeltelijk delegeren aan de ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 8, onverlet zijn verantwoordelijkheid in dezen. Indien de penningmeester voortkomt uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde, dient de secretaris voort te komen uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werknemerszijde, en indien de secretaris voortkomt uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werknemerszijde, dient de penningmeester voort te komen uit de organisaties, vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde. 6. De overige bestuurstaken worden in onderling overleg verdeeld onder de bestuursleden met dien verstande dat de behartiging van bestuurstaken zoveel mogelijk wordt toevertrouwd aan een bestuurslid afkomstig van de zijde van een in artikel 4 aan werkgeverszijde vermelde organisatie tezamen met een bestuurslid afkomstig van de zijde van een in artikel 4 aan werknemerszijde vermelde organisatie. 7. De taak van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter wordt voor de tijd van één jaar vervuld. Indien de voorzitter het ene jaar voortkomt uit de in artikel 4 aan werkgeverszijde vermelde organisatie, dient de voorzitter het andere jaar voort te komen uit een in artikel 4 aan werknemerszijde vermelde organisatie. Hetzelfde geldt voor de plaatsvervangend voorzitter. 154
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
8. Indien het bestuur uit minder dan het vastgestelde aantal leden bestaat, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting van het bestuur om in de vacature te doen voorzien. 9. De benoeming van een bestuurslid geschiedt voor de tijd van 3 jaar. 10. Telkenjare treedt tenminste één bestuurslid af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Hij die benoemd wordt ter voorziening in een tussentijds ontstane vacature neemt op het rooster van aftreding de plaats van zijn voorganger in. 11. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door periodiek aftreden; b. door het bereiken van de zeventigjarige leeftijd; c. door schriftelijk bedanken; d. door beëindiging van het bestuurslidmaatschap door de organisatie als bedoeld in de aanhef van het tweede lid van dit artikel, door wie het betrokken bestuurslid op grond van dit artikel is benoemd; e. bij beëindiging van de samenwerking in de stichting door een organisatie, als bedoeld in artikel 4, indien het betrokken bestuurslid als afkomstig van die organisatie op grond van dit artikel is benoemd; f. door overlijden, onder curatelestelling of faillissement van het bestuurslid. Artikel 6 Naleving statuten en geheimhouding 1. Het bestuur ziet toe op naleving van de statuten. 2. De leden van het bestuur zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun in hun functie ter kennis is gekomen, behoudens ten aanzien van feiten en gegevens waarvan het bestuur besluit dat ze geen vertrouwelijk karakter hebben. Artikel 7 Administrateur 1. Het bestuur benoemt een administrateur. De administrateur is geen lid van het bestuur. 155
2. De administrateur is onder verantwoordelijkheid van de statutair penningmeester belast met de uitvoering van de administratie en het financieel beheer. Artikel 8 Ambtelijk secretaris 1. De functie van ambtelijk secretaris wordt vervuld door de algemeen directeur van het SVH Onderwijscentrum of een door hem aan te wijze medewerker. De ambtelijk secretaris is geen lid van het bestuur. Bij ontstentenis of belet van de ambtelijk secretaris wijst deze voor het vervullen van het ambtelijk secretariaat een personeelslid van het Onderwijscentrum Horeca aan. 2. De ambtelijk secretaris, verder te noemen het secretariaat, is belast met de secretariaatsvoering. Mede in verband met een adequate functiescheiding en interne controle heeft het secretariaat jegens de statutaire organen en de administrateur een zelfstandige verantwoordelijkheid. Artikel 9 Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging 1. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen op dit punt gelden derhalve niet. 2. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de plaatsvervangend voorzitter. 3. Bij bestuursbesluit kunnen bepaalde bevoegdheden van het bestuur geheel of gedeeltelijk worden gedelegeerd aan de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en/of de statutair penningmeester en ambtelijk secretaris. Artikel 10 Dagelijks bestuur 1. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter vormen tezamen het dagelijks bestuur. 2. Het dagelijks bestuur is belast met de behartiging en afdoening van de lopende zaken en alle aangelegenheden, welke hem door het
156
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
bestuur zijn opgedragen; het is terzake verantwoording schuldig aan het bestuur. 3. Activiteiten, gebaseerd op besluiten van bestuur respectievelijk dagelijks bestuur, gericht op de realisering van de doelstelling, worden uitgevoerd door het SVH Onderwijscentrum. Activiteiten, gebaseerd op de realisering van de doelstelling genoemd onder artikel 2 lid 2 worden uitgevoerd door één of meer natuurlijke personen of rechtspersonen aan te wijzen door het bestuur of door het SVH Onderwijscentrum. Artikel 11 Waarnemers 1. Indien door de Minister van een Ministerie dat subsidie verstrekt de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen de Minister en het bestuur van de Stichting een waarnemer in het bestuur toegelaten. 2. De secretaris van de ,,Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contract-catering’’ is waarnemer in het bestuur van de stichting. 3. Het bestuur kan nog andere waarnemers toelaten. 4. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en tot het voeren van het woord daarin, maar hebben uitsluitend een adviserende stem. Zij ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken. Artikel 12 Vergaderingen 1. Het bestuur vergadert zo vaak de voorzitter of alle bestuursleden, afkomstig van de zijde van de werkgeversorganisaties als vermeld in artikel 5, lid 2, of alle bestuursleden, afkomstig van de zijde van de werknemersorganisaties als vermeld in artikel 5 lid 2 dit noodzakelijk achten, dan wel wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. 2. Indien alle bestuursleden, afkomstig van de zijde van de werkgevers157
organisaties als vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde, of alle bestuursleden afkomstig van de zijde van de werknemersorganisaties als vermeld in artikel 4 aan werknemerszijde een vergadering wenselijk oordelen, dient het daartoe strekkend verzoek schriftelijk aan het ambtelijk secretariaat te worden gedaan onder opgave van de te behandelen onderwerpen. 3. Het ambtelijk secretariaat stelt in overleg met de voorzitter tijd en plaats van de vergadering vast en doet daarvan mededeling aan de andere bestuursleden. 4. Behoudens in spoedeisende gevallen en voorzover deze statuten niet anders bepalen, wordt een vergadering schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van tenminste 7 dagen. 5. Het bestuur stelt een vacatiegeldregeling vast voor het bijwonen van bestuursvergaderingen door leden, plaatsvervangende leden, plaatsvervangende leden en waarnemers. Artikel 13 Besluitvorming 1. Voorzover deze statuten niet anders bepalen, besluit het bestuur bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waarin tenminste de helft plus één van het totaal aantal fungerende bestuursleden aanwezig is. Indien een besluit niet genomen kan worden wegens het niet aanwezig zijn van het vereiste aantal bestuursleden, kan in een volgende vergadering, welke zal worden gehouden tenminste één week na die eerste vergadering, het betreffende besluit worden genomen zonder dat tenminste de helft plus een van het totaal aantal fungerende bestuursleden aanwezig moet zijn. 2. In vergaderingen heeft ieder bestuurslid afkomstig van de zijde van een werkgeversorganisatie vermeld in artikel 4 aan werkgeverszijde zoveel stemmen als er bestuursleden afkomstig van de zijde van werknemersorganisaties bedoeld in artikel 4 aan werknemerszijde aanwezig zijn, doch niet minder dan één stem en ieder bestuurslid afkomstig van de zijde van werknemersorganisaties bedoeld in artikel 4 aan werknemerszijde heeft zoveel stemmen als er bestuursleden afkomstig zijn van de zijde van werkgeversorganisaties bedoeld in artikel 4 aan werkgeverszijde aanwezig zijn, doch niet minder dan één stem. 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken mondeling. 4. Bij het bepalen van het aantal geldig uitgebrachte stemmen worden blanco stemmen en ongeldige stemmen niet meegerekend. 158
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. Bij staking van stemmen wordt in een volgende vergadering opnieuw over hetzelfde onderwerp gestemd, staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen wanneer het zaken betreft en beslist het lot wanneer de stemming personen betreft. 6. Besluiten kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits schriftelijk en met de stemmen van alle bestuursleden daarvoor. 7. In een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn, kunnen rechtsgeldige besluiten worden genomen, ook al is niet aan de formaliteiten met betrekking tot de oproeping tot die vergadering voldaan. Artikel 14 Boekjaar, begroting, beleidsplan 1. Het boekjaar van de stichting loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. 2. Jaarlijks voor 1 juli stelt het bestuur het beleidsplan en de begroting voor het komende boekjaar vast. 3. De begroting zal ten kantore van de stichting ter inzage worden neergelegd. Artikel 15 Rekening en verantwoording 1. Binnen 5 maanden na afloop van een boekjaar stelt de administrateur een rekening en verantwoordiging op over het afgelopen boekjaar, bestaande uit een balans, een staat van baten en lasten en een toelichting op deze stukken, welke stukken door de statutair penningmeester aan het bestuur ter akkoordbevinding worden voorgelegd. 2. Nadat de rekening en verantwoording door een door het bestuur te benoemen extra registeraccountant blijkens een door hem uitgebrachte schriftelijke verklaring is gecontroleerd, worden de rekening en verantwoording uiterlijk 1 juli door het bestuur vastgesteld. 3. Vaststelling van de jaarstukken strekt de statutair penningmeester tot
159
décharge van het door hem gevoerde financiële beheer voorzover van zijn beheer uit de overgelegde stukken blijkt. 4. Jaarlijks brengt het secretariaat verslag uit omtrent de werkzaamheden ten behoeve van de stichting, welk verslag door de statutair secretaris aan het bestuur wordt voorgelegd. 5. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de externe registeraccountant wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter kennis gebracht van het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie en de werknemersorganisaties en werkgeversorganisatie. De vorenbedoelde stukken zullen ten kantore van de stichting ter inzage worden gelegd en worden op aanvraag toegezonden aan de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten. Artikel 16 Reglementen Het bestuur kan reglementen voor al zodanige personen en betreffende al zodanige onderwerpen als het nodig oordeelt maken en deze reglementen wijzigen. Reglementen mogen echter geen bepalingen inhouden, die in strijd zijn met de wet of deze statuten. Het bepaalde in artikel 18, lid 2, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 17 Beëindiging samenwerking 1. Opzegging van de samenwerking door één van de in de stichting samenwerkende organisaties als bedoeld in artikel 4, dient schriftelijk te geschieden bij het bestuur tegen het einde van een boekjaar met een opzegtermijn van 6 maanden. 2. Indien een in de stichting samenwerkende organisatie deze samenwerking op de hiervoor omschreven wijze heeft opgezegd, blijft zij, tot en met het einde van het boekjaar volgende op het boekjaar tegen het einde waarvan is opgezegd, gebonden aan alle besluiten, welke voor het einde van het boekjaar waartegen is opgezegd door het bestuur of het dagelijks bestuur van de stichting werden genomen, tenzij bij die besluiten anders is bepaald.
160
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 18 Wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting 1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting. 2. Besluiten tot wijziging van deze statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste 3⁄4 der geldig uitgebrachte stemmen in een op een termijn van tenminste 3 weken schriftelijk op te roepen vergadering waarin tenminste 3⁄4 van het totaal aantal fungerende bestuursleden aanwezig is. Indien het een voorstel tot statutenwijziging betreft, dient de volledige tekst van de voorgestelde wijzigingen bij de oproepingsbrief te worden gevoegd. Het bepaalde in de tweede zin van lid 1 van artikel 11 is van overeenkomstige toepassing. Indien een besluit niet genomen kan worden wegens het niet aanwezig zijn van het vereiste aantal bestuursleden, kan in een volgende vergadering, welke zal worden gehouden tenminste één week na die eerste vergadering, het betreffende besluit worden genomen zonder dat drie/vierde van het totaal aantal fungerende bestuursleden aanwezig moet zijn. 3. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting behoeft de voorafgaande goedkeuring van tenminste 3⁄4 van de in de stichting samenwerkende organisaties als bedoeld in artikel 4, waaronder in ieder geval de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca). 4. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de vereiste akte is ieder bestuurslid bevoegd onder overlegging van een uittreksel uit de notulen van de vergadering waarin tot de statutenwijziging wordt besloten. 5. Bij ontbinding der stichting geschiedt de liquidatie door het bestuur, tenzij daartoe bij het besluit tot ontbinding andere personen zijn aangewezen. 6. Gedurende de liquidatie blijven de statuten zoveel mogelijk van kracht. 7. De na voldoening van alle verplichtingen van de stichting overblijvende activa worden overgedragen aan de ,,Stichting Fonds Bevor161
dering Arbeidsverhoudingen Contract-catering’’ of diens wettige opvolger, ter aanwending voor een doel, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel der stichting. Artikel 19 Inschrijving in het stichtingenregister 1. Het bestuur is verplicht de stichting te doen inschrijven in het stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft en een authentiek afschrift van deze akte, alsmede een afschrift of uittreksel van eventuele toekomstige wijzigingen van de statuten van de stichting ten kantore van dat register neer te leggen. 2. Het bestuur draagt zorg dat in bedoeld register steeds worden ingeschreven de naam, de voornamen, de woonplaats en het adres alsmede de geboortedatum van alle bestuursleden die de stichting kunnen vertegenwoordigen. Artikel 20 Slotbepaling In alle gevallen, waarin deze statuten of enig reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
162
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 15 Handboek Referentiefuncties Contractcateringbranche 1. INLEIDING Met ingang van 1 januari 1998 dient de werkgever op grond van de CAO voor de Contract-cateringbranche bij de salarisbepaling van de medewerkers gebruik te maken van het Handboek Referentiefuncties Contract-catering. Dit handboek ligt voor u. Het bevat de benodigde hulpmiddelen om de functie-indeling eenvoudig en met het juiste resultaat uit te voeren. Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
inleiding. geeft de achtergrond en het ontstaan van het Handboek weer. bevat de werkmethoden voor het indelen van functies. bevat een overzicht van de groepsindeling van de referentiefuncties. omschrijvingen van de referentiefuncties. bevat een beknopte toelichting op de ORBA-methode; deze tekst is toegevoegd voor diegenen, die in de achtergronden van de methode zijn geïnteresseerd.
Na hoofdstuk 6 zijn twee bijlagen opgenomen: een indelingsformulier en ,,Tien gouden regels voor het indelen van functies in de CAO van de Contract-catering’’. 2. ACHTERGROND VAN HET HANDBOEK De Stichting Vakraad voor de Contract-catering heeft enkele jaren geleden een opdracht verstrekt tot het uitvoeren van een functie-onderzoek. Het doel was om de bedrijven een bruikbaar en efficiënt hulpmiddel te leveren voor het indelen van medewerkers in de salarisgroepen van de CAO. Daarmee zou een juiste salarisgroep-bepaling worden bereikt. In het onderzoek heeft het bureau de functies geïnventariseerd die in de branche voorkomen. Daaruit zijn de functies uitgewerkt die het meest in de bedrijven voorkomen en die het meest kenmerkend zijn. Die functies zijn ,,referentiefuncties’’ genoemd. Deze referentiefuncties zijn vervolgens gewaardeerd met behulp van de ORBA-methode. De uitkomsten van de waardering zijn gekoppeld aan de salarisgroepen van de CAO. Van elke referentiefunctie is zodoende de inhoud en de bijpassende salarisgroep bekend. De functies zijn onderscheiden naar de volgende categorieën: Categorie 1: Catering algemeen 163
Categorie Categorie Categorie Categorie
2: 3: 4: 5:
Beheerders-/managers-functies Institutioneel Financieel-administratief In-flight catering
3. METHODE VAN INDELEN Het indelen van een functie in een bedrijf is: het vergelijken van de inhoud van die functie met de inhoud van één (of meer) referentiefunctie(s), en uit die vergelijking de juiste functiegroep afleiden. Dit moet, volgens de CAO, door de werkgever worden gedaan. Ter toelichting worden enkele begrippen uitgelegd. De functiegroep is: de groep van de CAO waarin de bedrijfsfunctie van een werknemer wordt ingedeeld na vergelijking van diens bedrijfsfunctie met een referentiefunctie. De bedrijfsfunctie is: het geheel van taken en verantwoordelijkheden zoals die in een bepaald bedrijf voorkomt en door de werkgever is vastgesteld. De referentiefunctie is: het geheel van taken en verantwoordelijkheden dat voor een bepaald werksoort kenmerkend is en in de bedrijfstak vaak voorkomt. 3. 1. Indelingsmethode voor functies (anders dan de functie ,,cateringbeheerder/manager’’) Om tot een juiste indeling te komen moeten de volgende stappen worden gezet: 1. verzamel informatie over de in te delen bedrijfsfunctie; 2. zoek de best passende referentiefunctie of referentiefuncties erbij; 3. vergelijk de bedrijfsfunctie met de referentiefunctie(s) en stel vast wat er in de bedrijfsfunctie wel en niet voorkomt ten opzichte van de referentiefunctie(s); 4. trek de conclusie over de juiste functiegroep. Ad 1. Bedrijfsfunctie Van elke bedrijfsfunctie moeten gegevens worden vastgelegd. Dat kan op twee manieren gebeuren: – door van die bedrijfsfunctie een omschrijving te maken zoals van een referentiefunctie is gebeurd, of: – door vergelijking met de inhoud van de gekozen referentiefunctie(s) en door vermelding van datgene dat wel en niet voorkomt ten opzichte van de referentiefunctie(s). Voor deze laatste manier staat een model in de bijlage in dit handboek, na hoofdstuk 5. Ad 2. Referentiefunctie(s) Het bijzoeken van de passende referentiefunctie of referentiefuncties gaat als volgt:
164
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– bepaal welke functiecategorie van toepassing is voor de in te delen bedrijfsfunctie; – selecteer die referentiefunctie die qua werkinhoud het meest overeenkomt met de bedrijfsfunctie; – komt er meer dan één referentiefunctie in aanmerking, betrek die andere dan ook in de vergelijking. N.B.: Voor het indelen van functies kan gebruik gemaakt worden van functies uit andere categorieën. Zo kan voor het indelen van institutionele functies b.v. gebruik gemaakt worden van referentiefuncties uit de categorie ,,Catering algemeen’’. Ad 3. Vergelijken Door middel van vergelijken van de tekst van de bedrijfsfunctie met die van de referentiefunctie(s) komen de verschillen aan het licht. Inventariseer deze verschillen: – treden ze op in functienaam, in organisatiestructuur (dit is meestal geen reden tot andere indeling), of – treden ze op in de taken en betreft het dan wezenlijk andere taken (dit is meestal doorslaggevend). N.B.: – Lees de functies zorgvuldig; het gaat om de taken die moeten worden verricht; – andere woorden betekent niet direct dat er ook sprake is van andere taken. Het aanduiden van taken kan per bedrijf met andere termen gebeuren. ad 4. functiegroep Wanneer er (bijna) geen verschillen optreden, dan is de functiegroep van de bedrijfsfunctie gelijk te stellen aan die van de referentiefunctie. Wanneer er verschillen zijn die andere taken betreffen, ga dan na of die andere taken in een andere geselecteerde referentiefunctie voorkomen. Behoort die andere referentiefunctie tot dezelfde functiegroep of tot een andere functiegroep? Kijk welke referentiefunctie het dichtst bij de bedrijfsfunctie komt. De bij die referentiefunctie behorende functiegroep is dan meestal de juiste. Ter controle: vergelijk achteraf de ingedeelde bedrijfsfunctie met referentiefuncties van 1 functiegroep hoger en van 1 functiegroep lager. Concludeer daaruit of de ingedeelde functiegroep gevoelsmatig nog steeds de juiste is. 2. Het indelen van de functie ,,cateringbeheerder/manager’’ 165
De indeling van de functie ,,cateringbeheerder/manager’’ wordt bepaald door drie elementen/aspecten die van invloed zijn op de moeilijkheid van de leidinggevende taak. Deze drie elementen zijn: A. het aantal medewerkers waaraan de functie leiding geeft (de personeelsbezetting); B. de mate waarin de medewerkers ,,ruimtelijk’’ zijn verspreid over het aantal uitgifte-/verstrekkingspunten en waarvoor het leidinggeven gedeeltelijk is gedelegeerd; C. de mate waarin de medewerkers anders dan in de ,,kantooruren’’ werkzaamheden moeten verrichten. Hoe meer er sprake is van de elementen A, B of C, des te zwaarder is de leidinggevende taak te achten. Het vierde element dat van invloed is op de indeling van de functie is: D. de ,,moeilijkheidsgraad’’ van het bereiden en serveren van gerechten, maaltijden, etc. Toelichting op de elementen Aan elk element is de ,,mate van voorkomen’’ verbonden; dat zijn de volgende: A. De omvang van de personeelsbezetting, te onderscheiden naar: 1. 1 of 2 medewerkers; 2. 3 tot 6 medewerkers; 3. 6 tot 11 medewerkers; 4. 11 tot 16 medewerkers; 5. 16 tot 26 medewerkers; 6. 26 en meer medewerkers. Onder personeelsbezetting wordt verstaan: De totale normale bezetting volgens het formatieplan in aantallen medewerkers waaraan de beheerder/manager leiding geeft, ongeacht of medewerkers parttime of fulltime werken of gedetacheerd zijn (invalkrachten vallen hier dus buiten). B. De mate waarin de medewerkers ,,ruimtelijk’’ zijn gespreid over het aantal uitgifte-/verstrekkingspunten en waarvoor dan het leidinggeven gedeeltelijk is gedelegeerd, te onderscheiden naar: 1. 1 of meer uitgifte-/verstrekkingspunt(en), echter allen onder één dak, alles onder leiding van de beheerder/manager; 2. 2 of meer uitgifte-/verstrekkingspunten, die niet onder één dak gehuisvest zijn en waarvoor de leiding (gedeeltelijk) is gedelegeerd. C. De mate waarin de medewerkers volgens het contract op andere tijden dan de normaal te achten kantoortijden de werkzaamheden moeten verrichten en waarvoor dan de leiding is gedelegeerd, te onderscheiden naar: 1. kantoortijd, d.w.z. de normale kantoortijd gedurende 5 dagen per week waarop de manager steeds aanwezig is; 2. ruimere bedrijfstijd, d.w.z. er wordt structureel langer gewerkt dan de normale kantoor-/bedrijfstijd óf er wordt op 166
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
andere dagen dan de normale kantoor-/bedrijfstijd gewerkt (uitgangspunt is hier langere werktijd gedurende 5 dagen óf normale werktijd gedurende meer dan 5 dagen); 3. (nagenoeg) ,,vol-continu’’, d.w.z. er wordt structureel langer gewerkt dan de normale kantoor-/bedrijfstijd en dit tevens gedurende meer dan 5 dagen per week. D. Tevens kan er sprake zijn van het door de medewerkers bereiden en serveren van gerechten, maaltijden, etc. waarover in het contract afspraken zijn opgenomen, te onderscheiden naar: 1. standaard assortiment, d.w.z. alles tot aan het uitgebreid/ speciaal assortiment; 2. uitgebreid/speciaal assortiment, d.w.z. dat er naast standaardmatige gerechten (D1) ook structureel (warme) maaltijden, al dan niet in een menu-cyclus, worden bereid, waartoe theoretische kennis van het bereidingsvakgebied is vereist. De bereiding vereist het verrichten van samengestelde (voor)bereidingstaken, als regel bestaande uit meerdere (op zichzelf losstaande) handelingsreeksen, die zijn gericht op het bewerken van meerdere (verse) grondstoffen, via meerdere halffabrikaten tot presentabele en consumptiegerede maaltijden. Indelingsmethode Ten behoeve van het indelen van de cateringbeheerder/manager moet eerst worden vastgesteld in welke mate de elementen A, B en C voorkomen. Vervolgens vindt de indeling plaats, a.d.h.v. 1 hulptabel en 2 indelingstabellen. Via de hulptabel worden de gevonden waarden van de elementen B en C herleid naar de ,,moeilijkheidsgraad’’ van het leidinggeven. Zoek via onderstaande hulptabel op welke moeilijkheidsgraad in de in te delen bedrijfsfunctie optreedt: normaal, verzwaard of complex. Hulptabel voor vaststelling moeilijkheidsgraad van het leidinggeven spreiding in werktijd
C1
C2
C3
normaal verzwaard
normaal verzwaard
verzwaard complex
ruimtelijke spreiding B1 B2
Vervolgens moet de juiste indelingstabel worden gekozen. 167
Tabel 1 is van toepassing voor het standaard assortiment, de gevonden waarde D1. Tabel 2 is van toepassing voor het uitgebreid/speciaal assortiment, de gevonden waarde D2. De juiste indeling van de bedrijfsfunctie wordt gevonden door in de gekozen indelingstabel, bij de gevonden waarde van element A en de uit de hulptabel gevonden moeilijkheidsgraad van het leidinggeven, de functiegroep af te lezen. Indelingstabel 1 Voor indeling van standaard-assortiment
beheerders-/managers-functies
personeelsbezetting (= aantal medew.)
A1 1 of 2
A2 3 tot 6
A3 6 tot 11
A4 11 tot 16
A5 16 tot 26
A6 26 tot 51
3 -
4 -
4 5 -
5 5 6
5 6 7
6 7 8
in
het
moeilijkheidsgraad v/h leidinggeven (zie hulptabel) normaal verzwaard complex
N.B.: de getallen in de tabel geven de functiegroepen van de CAO weer. Zie het functiegroepenstelsel (hoofdstuk 4). Indelingstabel 2 Voor indeling van beheerders-/managers-functies in het uitgebreid/ speciaal assortiment personeelsbezetting (= aantal medew.)
A1 1 of 2
A2 3 tot 6
A3 6 tot 11
A4 11 tot 16
A5 16 tot 26
A6 26 tot 51
4 -
4 5 -
5 5 6
5 6 7
6 7 8
7 8 9
moeilijkheidsgraad v/h leidinggeven (zie hulptabel) normaal verzwaard complex
168
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
N.B.: de getallen in de tabel geven de functiegroepen van de CAO weer. Zie het functiegroepenstelsel (hoofdstuk 4). 4. INDELINGEN VAN REFERENTIEFUNCTIES 1. Overzicht van de referentiefuncties en hun indeling in de functiegroepen Per categorie worden hieronder de referentiefuncties in de bijbehorende functiegroep weergegeven. Binnen één functiegroep zijn de referentiefuncties gerangschikt naar functienummer. Categorie: Catering algemeen functienr.
functienaam
functiegroep
1.01 1.10 1.11
Cateringmedewerker A Afwasser Medewerker algemene dienst
1 1 1
1.02 1.04 1.08 1.12
Cateringmedewerker B Hulpkok Automaten-operator Chauffeur terreindienst
2 2 2 2
1.03 1.05 1.13 1.14
Cateringmedewerker C Kok (standaard assortiment) Chauffeur Magazijnmeester
3 3 3 3
1.06 1.09 1.15
Zelfstandig werkend kok (standaard assortiment) 1e Automaten-operator/-technicus Kok (uitgebreid/speciaal assortiment)
4 4 4
1.16
Zelfstandig werkend kok (uitgebreid/speciaal assortiment)
5
1.17
Chefkok (standaard assortiment)
6
1.07
Chefkok (uitgebreid/speciaal assortiment)
7
169
Categorie: Beheerders-/managersfuncties De functiegroep is afhankelijk van de mate van voorkomen van verzwarende elementen; zie hoofdstuk 3, indelen van de functie ,,cateringbeheerder/manager’’. N.B.: De functie ,,assistent-beheerder/manager’’ is een afgeleide van de basisfunctie ,,cateringbeheerder/manager’’. Deze assistent-functie zal, afhankelijk van de situatie, navenant lager ingedeeld moeten worden. Categorie: Institutioneel functienr.
functienaam
functiegroep
3.07
Medewerker algemene dienst/keukenhulp
1
3.06 3.08
Keukenassistent Medewerker voedingsadministratie
2 2
–
(Geen referentiefuncties)
3
3.05
Instellingskok
4
3.04
1e Instellingskok
5
3.02
Chefkok grote (penitentiaire) instelling Chefkok kleinere (verzorgings)instelling/ locatieverantw. Hoofd voeding grote (penitentiaire) instelling/ locatieverantw.
6
3.03 3.01
6 7
Categorie: Financieel-administratief functienr.
functienaam
functiegroep
4.01 4.02
Administratief medewerker A Administratief medewerker B
2 3
Categorie: In-flight catering functienr.
functienaam
functiegroep
5.01 5.04
Keukenassistent Productiemedewerker A
1 1
170
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
functienr.
functienaam
functiegroep
5.05
Productiemedewerker B
2
5.02 5.06
Kok Chauffeur/belader
3 3
5.03
Procescoördinator
4
171
172 1.01 Cateringmedewerker A 1.10 Afwasser 1.11 Medewerker algemene dienst 1.02 Cateringmedewerker B 1.04 Hulpkok 1.08 Automatenoperator 1.12 Chauffeur terreindienst 1.03 Cateringmedewerker C (G en referentiefuncties) 1.05 Kok (standaard assortiment) 1.13 Chauffeur 1.14 Magazijnmeester
groep 1
groep 3
groep 2
Catering algemeen
Functiegroep
(Geen referentiefuncties)
3.06 Keukenassistent 3.08 Medewerkervoedingsadministratie
3.07 Medewerker algemene dienst/keukenhulp
Institutioneel
4.02 Administratief medewerker B
4.01 Administratief medewerker A
(Geen referentiefuncties)
Financieeladministratief
5.02 Kok 5.06 Chauffeur/belader
5.05 Productiemedewerker B
5.01 Keukenassistent 5.04 Productiemedewerker A
In-flight catering
2. Overzicht van referentiefuncties en hun indeling in functiegroepen, behoudens beheerders-/managersfuncties; deze worden ingedeeld in de groepen 3 t/m 9 (zie punt 3.2, pag. 9 e.v.)
1.06 Zelfstandig werkend kok 1.09 le Automatenoperator/ -technicus 1.15 Kok (uitgebreid/speciaal assortiment) 1.16 Zelfstandig werkend kok (uitgebreid/speciaal assortiment) 1.17 Chefkok (standaard assortiment)
1.07 Chefkok (uitgebreid/speciaal assortiment
groep 4
groep 7
groep 6
groep 5
Catering algemeen
Functiegroep
3.02 Chefkok grote (penitentiaire) instelling 3.03 Chefkok kleinere (verzorgings)instelling/ locatieverantwoordelijke 3.01 Hoofd voeding grote (penitentiaire) instelling/ locatieverantwoordelijke
3.04 1e Instellingskok
3.05 Instellingskok
Institutioneel
(Geen referentiefuncties)
(Geen referentiefuncties)
(Geen referentiefuncties)
(Geen referentiefuncties)
Financieeladministratief
(Geen referentiefuncties)
(Geen referentiefuncties)
(Geen referentiefuncties)
5.03 Procescoördinator (standaard assortiment)
In-flight catering
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
173
174 (Geen referentiefuncties) (Geen referentiefuncties)
groep 8
groep 9
Catering algemeen
Functiegroep (Geen referentiefuncties) (Geen referentiefuncties)
Institutioneel (Geen referentiefuncties) (Geen referentiefuncties)
Financieeladministratief (Geen referentiefuncties) (Geen referentiefuncties)
In-flight catering
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Het functiegroepenstelsel Het functiegroepenstelsel bevat de groepen 1 t/m 9, die worden gedefinieerd door de volgende ORBA-punten: groep groep groep groep groep groep groep groep groep
1 2 3 4 5 6 7 8 9
van van van van van van van van van
25 45 65 85 105 125 145 165 190
tot tot tot tot tot tot tot tot tot
45 65 85 105 125 145 165 190 215
punten punten punten punten punten punten punten punten punten
ORBA ORBA ORBA ORBA ORBA ORBA ORBA ORBA ORBA
5. OMSCHRIJVINGEN VAN DE REFERENTIEFUNCTIES 1. Toelichting op de functie-omschrijvingen De tekst van de functie-omschrijvingen is in rubrieken verdeeld; daarover volgen hieronder nog enkele toelichtingen. – In de rubriek ,,organisatie’’ is weergegeven binnen welke organisatie-structuur de functie meestal in de bedrijfstak voorkomt. Met het woord ,,vaktechnisch leiding geven’’ wordt bedoeld dat degene die deze vaktechnische leiding geeft, verantwoordelijk is voor de zogenaamde operationele aspecten van het leidinggeven. De vaktechnisch leidinggevende is ervoor verantwoordelijk dat zijn medewerkers de juiste taken uitvoeren (werkverdeling) en dat zij dat op de juiste manier doen (wijze van werkuitvoering). Hij/zij is niet verantwoordelijk voor de hiërarchische aspecten van leiding geven zoals aanname en ontslag, beoordeling, salarisvaststelling e.d. Daarin adviseert hij/zij. – In de rubriek ,,voornaamste taken/verantwoordelijkheden’’ zijn de belangrijkste taken opgenomen die in de functie worden verricht. De voorlaatste alinea (een alinea is een tekstblok dat begint met een liggend streepje) geeft de taken weer op het gebied van sociale vaardigheden en communicatie. De laatste alinea van deze rubriek vermeldt de (hand)vaardigheden, nauwkeurigheden en speciale eisen, die voor uitvoering van de taken van bijzonder belang zijn. – In de rubriek ,,inconveniënten (werkomstandigheden)’’ zijn de bezwarende omstandigheden weergegeven, waaronder de taken worden verricht. In principe gaat het daarbij om de lichamelijke 175
en/of psychische belastende factoren, die een direct gevolg zijn van en onvermijdelijk behoren bij de uitvoering van de taken. De bezwaren, verbonden aan het werken op ,,abnormale’’ uren, op onregelmatige tijden, etc. blijven daarbij buiten beschouwing. 2. Inhoudsopgave functie-omschrijvingen pag. 1. 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06
1.17
categorie: catering algemeen Cateringmedewerker A Cateringmedewerker B Cateringmedewerker C Hulpkok Kok (standaard assortiment) Zelfstandig werkend kok (standaard assortiment) Chefkok (uitgebreid/speciaal assortiment) Automaten-operator 1e Automaten-operator/-technicus Afwasser Medewerker algemene dienst Chauffeur terreindienst Chauffeur Magazijnmeester Kok (uitgebreid/speciaal assortiment) Zelfstandig werkend kok (uitgebreid/speciaal assortiment) Chefkok (standaard assortiment)
2. 2.01
categorie: beheerders-/managersfuncties ,,Basisfunctie’’ cateringbeheerder/manager
3. 3.01
3.04 3.05 3.06 3.07 3.08
categorie: institutioneel Hoofd voeding grote (penitentiaire) instelling/locatieverantwoordelijke Chefkok grote (penitentiaire) instelling Chefkok kleinere (verzorgings)instelling/ locatieverantwoordelijke 1e Instellingskok Instellingskok Keukenassistent Medewerker algemene dienst/keukenhulp Medewerker voedingsadministratie
222 225 228 230 232 234
4. 4.01 4.02
categorie: financieel-administratief Administratief medewerker A Administratief medewerker B
235 236
1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16
3.02 3.03
176
178 180 182 184 185 187 189 192 194 196 197 199 201 203 205 207 209 212
216 219
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
pag. 5. 5.01 5.02 5.03 5.04 5.05 5.06
categorie: in-flight catering Keukenassistent Kok Procescoördinator Productiemedewerker A Productiemedewerker B Chauffeur/belader
237 239 241 243 245 248
177
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Cateringmedewerker A Functienr: 1.01 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Serveren van koffie en thee en verrichten van schoonmaak- en afwaswerkzaamheden. Organisatie Directe chef: cateringbeheerder/manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Verzorgen van koffie- en theerondes in het gebouw; daartoe zetten van koffie en thee m.b.v. speciale apparatuur. Op verzoek serveren van koffie/thee en eventueel frisdranken e.d. in kantoorruimten, vergaderzalen e.d. Ophalen/afruimen van gebruikt serviesgoed, koffiekannen e.d. – Verrichten van opruim- en schoonmaakwerkzaamheden in de diverse werkruimten; afruimen en schoonmaken van tafels, schoonmaken van counter, apparatuur e.d., afwassen van gebruikt serviesgoed, glazen, keukenhulpmiddelen e.d., handmatig of m.b.v. afwasapparatuur. Gesorteerd wegzetten van afgewassen serviesgoed e.d. op daartoe bestemde plaatsen. Afvoeren van afval. – Vullen van dranken-, snacks- en levensmiddelen-automaten met kant en klare, eventueel gekoelde/geportioneerde artikelen volgens een vast patroon. Uithalen van artikelen die de uiterste consumptiedatum hebben overschreden en deze afvoeren naar het magazijn of keuken. Schoonmaken van automaten volgens voorschrift. – • • – • •
178
Correct en gastvrij te woord staan van bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie. Beantwoorden van vragen en melden van problemen met werk/werkvoortgang bij directe chef. Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden), bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie (informatief). Plaatsen van af te wassen stukken in juiste positie in rekken, hanteren van schoonmaakhulpmiddelen. Soms manoeuvreren met dienblad. Attent zijn op de naleving van gestelde eisen t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen van serviesgoed, glaswerk e.d. Duwen van koffiewagen. – Lopend en staand, en soms in gedwongen houding werken bij afwasen schoonmaakwerkzaamheden. – Hinder van geluid van in werking zijnde was-/spoelmachine, van vocht, van aanraking met etensresten en van vuil. Omgaan met reinigingsmiddelen (w.o. chemicaliën). – Kans op letsel bij uitglijden op gladde vloeren, alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling, stoten of snijden.
179
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Cateringmedewerker B Functienr: 1.02 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verstrekken van diverse dranken, koude lunches, snacks, warme gerechten e.d. Organisatie Directe chef: cateringbeheerder/manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Verzorgen van koffie- en theerondes in het gebouw; daartoe zetten van koffie en thee m.b.v. speciale apparatuur. Op verzoek serveren van koffie/thee en eventueel frisdranken, koude lunches e.d. in kantoorruimten, vergaderzalen e.d. Daartoe smeren van broodjes, klaarmaken van eenvoudige lunchgerechten en deze serveren op de afgesproken plaats. Zonodig dekken van tafels. Ophalen/afruimen van gebruikt serviesgoed, koffiekannen e.d. – Uitgeven van maaltijden, snacks, dranken e.d. vanuit de counter. Daartoe o.m.: • inrichten van de counter met voorverpakt beleg, brood, dranken, snacks en andere maaltijdcomponenten volgens vastgesteld menu; • bereiden (eventueel op verzoek) van eenvoudige lunchgerechten, bakken van halfproducten, zoals kroketten, inscheppen van soep e.d. en plaatsen in de counter of overhandigen aan bezoekers; • bijvullen van de counter en zorgen dat deze in presentabele staat blijft; • afrekenen met bezoekers m.b.v. kassa (afrekenen met geld, bonnen of creditcard-systeem). – Verrichten van opruim- en schoonmaakwerkzaamheden in de diverse werkruimten; schoonmaken van counter, apparatuur, tafels e.d., afwassen van gebruikt serviesgoed, glazen, keukenhulpmiddelen e.d., handmatig of m.b.v. afwasapparatuur. Afvoeren van afval naar de daartoe bestemde plaatsen. – Verrichten van eenvoudige administratieve werkzaamheden, zoals het vastleggen van verbruiken en verkopen op lijsten, maken van tellingen e.d. – In voorkomende gevallen serveren van koude lunches in gastenhoek van bedrijfsrestaurant; daartoe maken van de nodige mastiek. Tevens assisteren bij recepties, evenementen e.d. (serveren drankjes, rondgaan met hapjes, afruimen, afwassen e.d.). Incidenteel vullen en schoonmaken van automaten. 180
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– •
Correct en gastvrij te woord staan van bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie. Beantwoorden van vragen, overleggen over werkzaamheden.
– •
Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden) en bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie (uitgifte spijzen, afrekenen).
– •
Bedienen van keukenapparatuur en kassa, hanteren van schoonmaakhulpmiddelen. Soms manoeuvreren met dienblad. Attent zijn op juiste instelling van apparatuur en het correct aanslaan op de kassa; attent zijn op wensen van bezoekers, op de naleving van gestelde eisen t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
•
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen/verplaatsen van dozen met halfproducten. Duwen van koffiewagen. – Lopend en staand, en soms in gedwongen houding werken bij schoonmaak-/opruim- en kassawerkzaamheden. – Hinder van hitte (warmte-uitstraling), dampen van frituurinstallatie, van geluid van in werking zijnde apparatuur en vuil. – Kans op letsel door hanteren van messen, verbranden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
181
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Cateringmedewerker C Functienr: 1.03 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verstrekken van diverse dranken, warme en koude gerechten op bijzondere locaties. Optreden als gastvrouw/-heer bij recepties. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden Verrichten van alle basis-cateringwerkzaamheden (zoals vermeld in de functie cateringmedewerker A, functienr. 1.01 en cateringmedewerker B, functienr. 1.02) alsmede, afhankelijk van de situatie, één of meer van de hierna genoemde werkzaamheden. – Serveren van dranken en warme/koude gerechten in speciale ruimtes voor directieleden en/of gasten. Opnemen van bestellingen t.a.v. dranken en bijzondere wensen n.a.v. het menu. Uitserveren van gerechten of inzetten van borden (plate service) en inschenken van dranken (wijn e.d.). Maken van mastiek voorafgaand aan de bedieningswerkzaamheden; afruimen en afvoeren van gebruikt serviesgoed, bestek e.d. – Optreden als gastvrouw/-heer bij recepties en andere speciale gelegenheden. Zorgen voor het serveren van drankjes, hapjes e.d.; daartoe begeleiden van de werkzaamheden van collega’s (in de regel cateringmedewerkers B) door het geven van aanwijzingen, oplossen van zich voordoende problemen e.d. Zelf meewerken bij de uitvoerende werkzaamheden. – Beheren van voorraden, serviesgoed en dranken (w.o. wijn) in de directie-/gastenruimten. Signaleren van noodzakelijke aanvullingen; bijbestellen bij het magazijn. – Registreren van hoeveelheden geserveerde dranken en maaltijden; vastleggen van bestellingen. Verantwoorden van verbruiken aan de directe chef. – • • 182
Correct en gastvrij te woord staan van bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie. Beantwoorden van vragen en geven van toelichtingen over menu’s. Geven van aanwijzingen aan collega’s. Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden), be-
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
zoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie (vragen, toelichtingen). – •
Manoeuvreren met borden/bladen, ontkurken van flessen, inschenken van dranken etc. Bedienen van keukenapparatuur en kassa, hanteren van schoonmaakhulpmiddelen.
– •
Attent zijn op wensen van gasten, en (bij counterwerkzaamheden) op de juiste instelling van apparatuur, op correct aanslaan op de kassa, en op de naleving van de gestelde eisen t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen van bladen, (stapels) borden, gevulde schotels/schalen e.d. Tillen/verplaatsen van dozen met halfproducten. Duwen van koffiewagen. – Lopend en staand en soms in gedwongen houding werken. – Soms hinder van hitte (warmte-uitstraling), dampen van frituurinstallatie en van geluid van in werking zijnde apparatuur. – Kans op letsel door het verbranden aan hete schotels of hete delen, door het hanteren van messen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
183
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Hulpkok Functienr: 1.04 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verrichten van hulpwerkzaamheden in de keuken. Organisatie Directe chef:
chefkok; zelfstandig werkend kok (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Bereiden van spijzen, maaltijdgedeelten, snacks e.d. vanaf grondstoffen en aangeleverde halffabrikaten, onder aanwijzingen van de (zelfstandig werkend) kok v.w.b. hoeveelheden en productietijdstippen. Verrichten van bewerkingen als wassen, snijden, mengen/roeren, koken e.d. met behulp van keukenapparatuur. Uitvoeren van de bereiding c.q. afmaken van de producten, onder toezicht en begeleiding van de (zelfstandig werkend) kok. – Verrichten van werkzaamheden in het kader van de voorbereiding van gereed product zoals het snijden, portioneren en verpakken van belegsoorten, vullen van bakjes e.d. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur en machines. In voorkomende gevallen schoonmaken van koel- en vriesruimten. Afvoeren van afval. – • •
Overleggen over werk en werkuitvoering. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief).
– • •
Hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur. Attent zijn op de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contractcatering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen/verplaatsen van pannen, (dozen met) ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van warmte-uitstraling bij werken aan kooktoestellen. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
184
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Kok (standaard assortiment) Functienr: 1.05 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden en uitgeven van gerechten. Organisatie Directe chef: cateringbeheerder/manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Bereiden van gerechtgedeelten, maaltijden, snacks e.d. volgens vastgesteld menu van een beperkte omvang, vanaf grondstoffen en aangeleverde halffabrikaten. Verrichten van voorbereidende werkzaamheden als wassen, snijden, mengen/roeren, koken e.d. met behulp van keukenapparatuur, e.e.a. volgens de door de chef opgegeven planning t.a.v. hoeveelheden/aantallen en productietijdstippen. – Uitvoeren van de bereiding c.q. afmaken van de producten; bewaken/ controleren van gaarheid, smaak, geur e.d. en eventueel uitvoeren van bijstelling/bijdosering. Uitgiftegereed maken van de producten. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur en machines. Afvoeren van afval. – Bijhouden van de verbruiken en melden van voorraadaanvullingen aan de chef. – • • – • •
Overleggen over werk en werkuitvoering. Te woord staan van bezoekers en medewerkers van de cliëntorganisatie. Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden) en medewerkers van de cliëntorganisatie (informatief). Hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur. Doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contractcatering).
185
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen/verplaatsen van pannen (dozen met) ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van warmte-uitstraling bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk tijdens pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
186
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Zelfstandig werkend kok (standaard assortiment) Functienr: 1.06 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden en uitgeven van gerechten. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: 1 à 2 hulpen (vaktechnisch). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Adviseren van de catering manager bij het samenstellen van de menu-cyclus en de menu-onderdelen. Dagelijks plannen van de te bereiden aantallen, bepalen van de inkoopbehoefte, plaatsen van bestellingen aan (vnl. vaste) leveranciers. Ontvangen en controleren en opslaan van leveringen. Uitvoeren van calculaties, ook voor bijzondere aanvragen. – Bereiden van gerechtgedeelten, maaltijden, snacks e.d. volgens vastliggend menu vanaf grondstoffen en aangeleverde halffabrikaten. Plannen van de te bereiden hoeveelheden/aantallen en productietijdstippen. Verrichten van voorbereidende werkzaamheden als wassen, snijden, mengen/roeren, koken e.d. met behulp van keukenapparatuur. – Uitvoeren van de bereiding c.q. afmaken van de producten; bewaken/ controleren van gaarheid, smaak, kleur e.d. en eventueel uitvoeren van bijstelling/bijdosering. Uitgiftegereed maken van de producten. Bereiden en opmaken van gerechten voor bijzondere gelegenheden. – Bijhouden van de verbruiken en uitvoeren van nacalculaties t.b.v. de resultatenbewaking. Verrichten van de benodigde administratie. Beheren van de voorraden grondstoffen, halffabrikaten en gerede producten. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur en machines. Afvoeren van afval. Volgens de aangegeven werkmethoden bedienen van en werken met apparatuur en machines (eigendom van de opdrachtgever).
187
– Coördineren van de werkzaamheden van en begeleiden van de toegevoegde hulp(en). – • •
– • •
Inwinnen en verstrekken van informatie over werkzaamheden. Overleggen met de catering manager over planning en voortgang. Geven van aanwijzingen en instructies aan toegevoegde hulpen. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) de cliëntorganisatie (afstemming van de werkzaamheden, wensen/ opmerkingen e.d.), leveranciers (bestellingen). Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur. Dosering van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Tillen/verplaatsen van pannen (dozen met) ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van warmte-uitstraling bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk tijdens pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
188
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Chefkok (uitgebreid/speciaal assortiment) Functienr: 1.07 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen voorzieningen binnen de vastgelegde kaders van kosten en kwaliteit. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: 10 tot 15 medewerkers, w.o. sous-chefkok, koks, hulpkoks, medewerkers algemene dienst. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden In de locatie worden werkzaamheden verricht t.b.v. het bedrijfsrestaurant (met een capaciteit van meerdere honderden bezoekers), gastenrestaurant en directierestaurant (elk met een capaciteit van meerdere tientallen bezoekers). De werkzaamheden vinden plaats zowel t.b.v. vaste programma’s en menu-cycli alsook voor bijzondere gelegenheden (diners – tot meerdere honderden couverts –, recepties, partijen, ontvangsten, sponsoractiviteiten e.d.). De producten variëren van standaardmatige gerechten in de bedrijfsrestaurant-menu-cyclus tot en met uitgebreide/speciale lunches/diners. – Leiden van de werkzaamheden welke omvatten het: • ontvangen, controleren en opslaan (in magazijn c.q. koel- of vriesruimte) van bestelde voedingsmiddelen (grondstoffen, halffabrikaten, uitgiftegerede producten); • snijden, verpakken van belegsoorten e.d.; uitgeven van gerede producten vanuit de voorraad naar (vnl.) het bedrijfsrestaurant; • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden als schoonmaken, snijden, mengen/roeren, koken e.d. met behulp van keukenapparatuur; • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren e.d.); doorgeefgereed maken van gerechten of menu’s (à la minute bereidingen, opmaken/garneren van borden of schotels); • opruimen van de keuken; schoonmaken van apparatuur, afvoeren van afval, afwassen van pannen en serviesgoed.
189
Daartoe o.m. opstellen van werkroosters en indelen van de werkzaamheden, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen. Behandelen van personeelsaangelegenheden in samenwerking met de directe chef, w.o. het mede selecteren en aannemen van nieuwe medewerkers, begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en goede samenwerking. Uitvoeren van beoordelingen. Regelen van verlof. – Opstellen van de menu-cyclus en de menu-onderdelen uit de standaardvoorzieningen (met eindaccoord door de directe chef). Dagelijks plannen van de te produceren aantallen/hoeveelheden en zorgen voor voldoende voorraad gronden hulpstoffen via bestellingen aan (vnl. vaste) leveranciers. – Voorbereiden van de bijzondere/extra activiteiten. Afstemmen met en adviseren aan de directe chef over de inhoud/uitwerking van de activiteit op basis van de wensen van de opdrachtgever. Samenstellen van menu’s, uitvoeren van calculaties, opstellen van begrotingen. Zorgen voor de voorradigheid van (bijzondere) grond- en hulpstoffen. Opstellen van de bezettingsplanning. – Bewaken/controleren van de kwaliteit in de afdeling. Controleren van opgeslagen grondstoffen en halffabrikaten, controleren van werkmethoden en van het volgen van recepten en voorschriften, en van het opvolgen van de voorschriften inzake hygiëne. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de cliëntorganisatie). – Doen van wijzigingsvoorstellen inzake de overige menukaarten (gastenrestaurant, directierestaurant). Opstellen van nieuwe recepten, maken van calculaties van nieuwe recepten. Doen van voorstellen voor verbetering van kwaliteit of efficiency in het productieproces, voor efficiencyverbeterende investeringen, etc. – Zonodig zelf meewerken bij grote drukte, ziekte, etc. van medewerkers, extra activiteiten e.d. Overdragen van regelende en leidinggevende taken aan de plaatsvervanger, bij eigen afwezigheid. – Verrichten van overige werkzaamheden zoals: • het verrichten van de vereiste administratie; • het uitvoeren van nacalculaties; • het oplossen van problemen in leveringen (reclameren bij leveranciers). – Begeleiden van leerlingen in het kader van het leerlingenstelsel.
190
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– •
•
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van de werkzaamheden, plannen, extra activiteiten, etc. met de directe chef. Bespreken van leerlingen-aangelegenheden met docenten. Onderhouden van contacten met medewerkers van de eigen organisatie (afstemming, werkzaamheden), (medewerkers van) de cliëntorganisatie (extra activiteiten, wensen/opmerkingen e.d.), leveranciers (bestellingen). Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur, doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. (bij zelf meewerken). – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren (bij zelf meewerken).
191
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Automaten-operator Functienr: 1.08 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Tijdig vullen en operationeel houden van de automaten voor dranken, snacks en levensmiddelen. Organisatie Directe chef: catering manager of hoofd automatendienst. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Vullen van dranken-, snacks- en levensmiddelen-automaten met kant en klare, eventueel gekoelde/geportioneerde artikelen volgens een vast patroon, rekening houdend met de personele bezetting bij de opdrachtgever (in volcontinu-dienst). Uitnemen van artikelen die de uiterste consumptiedatum hebben overschreden en deze afvoeren naar het magazijn of keuken. Zonodig leeghalen van wisselautomaten en deze vullen met wisselgeld. – Op peil houden van de eigen werkvoorraden, daartoe bestellen van noodzakelijke aanvullingen bij magazijn of centrale keuken. Ophalen en laden van bestelde artikelen, zonodig retourneren van ,,oude producten’’. Zich verplaatsen met een bestelwagen voor bevoorrading van de decentrale automaten-eenheden. – Verrichten van onderhoud aan automaten zoals schoonmaken en verhelpen van eenvoudige storingen, mede a.d.h.v. opgevangen klachten. Waarschuwen van technische dienst van de leverancier bij grote storingen. Verrichten van dagelijks onderhoud aan de bestelwagen (opheffen van eenvoudige storingen, schoonhouden en tanken). – Registreren van voorraden, verbruik e.d. en eventueel van de geldopbrengst van automaten op lijsten. Verantwoorden van eventuele geldopbrengsten. – In voorkomende gevallen verrichten van catering-werkzaamheden (bedienen, keukenwerkzaamheden, schoonmaken e.d.), doen van boodschappen e.d. – •
192
Uitwisselen van informatie over bestellingen en storingen. Op-
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
•
– • •
vangen van klachten over automaten van medewerkers van de opdrachtgever. Onderhouden van contacten met magazijnmeester en medewerkers keuken (bestellingen), medewerkers opdrachtgever (klachten) en externe monteur (storingen). Verhelpen van eenvoudige storingen m.b.v. handgereedschappen. Besturen van een bestelwagen. Attent zijn op uiterste consumptiedata van levensmiddelen en op de naleving van gestelde regels t.a.v. werkmethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van dozen, kratten e.d. met benodigdheden voor automaten. – Inspannende houding bij het vullen en leeghalen van automaten en het besturen van een bestelwagen. – Hinder van wisselende weersomstandigheden bij laden en lossen van bestelwagen. – Kans op letsel door verkeersongevallen op het terrein.
193
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: 1e Automaten-operator/-technicus Functienr: 1.09 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de afgesproken catering-voorzieningen via automaten in de toegewezen ploeg. Organisatie Directe chef: catering manager of hoofd automatendienst. Ondergeschikten: 1 tot 5 automaten-operators (vaktechnisch). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Geven van vaktechnische leiding, in ploegendienst, aan de door de medewerkers uit te voeren werkzaamheden m.b.t. het vullen en onderhouden van dranken-, snacks- en levensmiddelen-automaten, het op peil houden van werkvoorraden, het oplossen van kleine storingen en het registreren van voorraden, verbruik, geldopbrengsten e.d. Daartoe o.m. indelen van medewerkers, regelen van vervanging bij ziekte/calamiteiten, geven van aanwijzingen en instructies en informeren over wijzigingen in assortiment, prijzen e.d., toezien op de werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen en adviseren van de directe chef over personeelsaangelegenheden (beoordelingen, personeelsproblemen e.d.). – Zorg dragen voor het beheer van de automaten, zodanig dat een ongestoorde werking volgens de afspraken wordt gewaarborgd. Daartoe o.m.: • opvangen en verhelpen van storingen, afstellen van de apparatuur, uitwisselen van onderdelen of repareren van mechanische onderdelen; • zonodig oproepen van leverancier bij zeer grote problemen of versturen van onderdelen aan leveranciers voor reparatie; • zorgen voor de tijdige invoer van prijs-/assortimentsmutaties in automaten m.b.v. geautomatiseerde hulpmiddelen; • realiseren van verplaatsingen van automaten. – Verzorgen van de administratie van voorraden, verbruiken, ,,waste’’, opbrengsten e.d. door het samenvoegen van de door de operators ingevulde lijsten; deze controleren, zonodig aanvullen en doorgeven aan de centrale administratie. Vastleggen van storingen, bijzonderheden e.d. ten behoeve van overdracht naar de volgende ploeg en ter informatie van de leiding.
194
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Verrichten van de werkzaamheden zoals vermeld in de functie automaten-operator, functienr. 1.08. – • •
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van voortgang, bijzonderheden e.d. met de directe chef; bespreken van storingen met leveranciers. Onderhouden van contacten met medewerkers (werkzaamheden), medewerkers magazijn en keuken (bestellingen), medewerkers opdrachtgever (klachten) en leveranciers/externe monteurs (storingen). Verhelpen van storingen m.b.v. handgereedschap. Bedienen van geautomatiseerde hulpmiddelen (PC). Besturen van een bestelwagen. Attent zijn op de tijdige invoer van juiste prijzen en op uiterste consumptiedata van levensmiddelen, alsmede op de naleving van de gestelde regels t.a.v. werkmethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van dozen, kratten e.d. met benodigdheden voor automaten. – Inspannende houding bij het vullen, leeghalen en repareren van automaten en het besturen van een bestelwagen. – Hinder van wisselende weersomstandigheden bij laden en lossen van bestelwagen. – Kans op letsel door verkeersongevallen op het terrein.
195
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering Algemeen Functie: Afwasser Functienr: 1.10 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Afwassen van serviesgoed, bestek, glaswerk, pannen e.d. Organisatie Directe chef: catering manager of chefkok. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Afwassen van vuil serviesgoed, bestek, glaswerk, pannen en eventuele andere keukenbenodigdheden, handmatig of m.b.v. automatisch werkende was-/spoelmachine. Zonodig aanvoeren van af te wassen serviesgoed e.d., verwijderen van etensresten en plaatsen in rekken; plaatsen van rekken op de invoerbaan van de machine. – Uitnemen van schoon serviesgoed e.d. en sorteren en wegzetten op de daarvoor bestemde plaatsen. Zonodig transporteren van serviesgoed e.d. naar opslagruimten. – Verrichten van overige werkzaamheden zoals o.m.: • schoonhouden van de werkomgeving w.o. vloeren en apparatuur; • assisteren bij voorbewerking van voedingsmiddelen (schoonmaken, schillen, snijden e.d.) en bij het portioneren van (onderdelen van) maaltijden. – • •
Melden van problemen met werk/werkvoortgang bij directe chef. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief).
– • •
Plaatsen van af te wassen stukken in juiste positie in rekken. Attent zijn op de naleving van de gestelde regels t.a.v. werkmethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contractcatering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van serviesgoed, glaswerk e.d.; duwen van transportwagens. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk; gedwongen houding bij het inen uitzetten van rekken en handmatig afwassen. – Hinder van geluid van de in werking zijnde was-/spoelmachine, van vocht, van aanraking met etensresten en van vuil. Omgaan met reinigingsmiddelen (w.o. chemicaliën). – Kans op letsel bij uitglijden op gladde vloeren, alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling, stoten of snijden. 196
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Medewerker algemene dienst Functienr: 1.11 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verrichten van schoonmaak-, afwas- en transportwerkzaamheden. Organisatie Directe chef: catering manager of chefkok. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Schoonmaken van diverse bedrijfsruimten volgens schema of in opdracht van de chef. E.e.a. houdt afhankelijk van de toegewezen taken in: • soppen van (keuken)wanden, (keuken)kasten, banken, meubilair e.d.; • schoonmaken van keuken-/afzuigapparatuur; • dweilen van vloeren; • afvoeren van afval. – (Mechanisch) afwassen van vuil serviesgoed, bestek, glaswerk, pannen en eventuele andere keukenbenodigdheden. Zonodig aanvoeren van af te wassen serviesgoed e.d., verwijderen van etensresten en plaatsen in rekken; deze plaatsen op invoerbaan van de machine. Uitnemen van schoon serviesgoed e.d., gesorteerd wegzetten op de daarvoor bestemde plaatsen. Zonodig transporteren van serviesgoed e.d. naar opslagruimte. – Intern transporteren van grondstoffen, half/eindproducten van magazijn naar keukens, counter en eventueel andere ruimten m.b.v. rolcontainers of karren. Tevens transporteren van serviesgoed, tafels, stoelen en andere uitrustingstukken van/naar diverse interne locaties op aanwijzing van directe chef. Assisteren bij het zetten van zalen. – In voorkomende gevallen verrichten van bijkomende werkzaamheden zoals: • aanvullen van bepaalde verbruiksartikelen; • vullen van bakjes met eenvoudige maaltijdcomponenten.
197
– • •
Melden van problemen met werk/werkvoortgang bij directe chef. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief).
– •
Plaatsen van af te wassen stukken in juiste positie in rekken. Hanteren van schoonmaakhulpmiddelen. Attent zijn op de naleving van gestelde regels t.a.v. werkmethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
•
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van serviesgoed, glaswerk e.d.; duwen van transportkarren, tillen van tafels, stoelen en ander meubilair. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk; gedwongen houding bij keuken-, afwas-, schoonmaak- en inrichtingswerkzaamheden. – Hinder van geluid van in werking zijnde was-/spoelmachine, van vocht en van aanraking met etensresten en van vuil. Omgaan met reinigingsmiddelen (w.o. chemicaliën). – Kans op letsel bij uitglijden op gladde vloeren alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling, stoten of snijden.
198
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Chauffeur terreindienst Functienr: 1.12 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Vervoeren en afleveren van bestellingen naar diverse locaties op het terrein. Organisatie Directe chef: Catering manager; Magazijnmeester (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Vervoeren van bestellingen van magazijn en eventueel de centrale keuken naar diverse locaties op het terrein, e.e.a. op aanwijzing van de directe vaktechnische chef (het betreft hier vnl. vaste/vloeibare, koude of warme levensmiddelen, zonodig in speciale isolatie-/ transportverpakkingen, alsmede verbruiksartikelen). Laden en lossen van de bestelwagen, gebruikmakend van diverse transporthulpmiddelen. – Zorgen voor tijdig periodiek onderhoud aan de bestelwagen ter waarborging van de bedrijfszekerheid. Signaleren van mankementen en maken van afspraken met garage voor onderhoudsbeurten. Uitvoeren van klein dagelijks onderhoud (kleine storingen, schoonhouden e.d.), tanken van brandstof. – Assisteren van de magazijnmeester bij het ontvangen, uitpakken, opslaan en uitgeven van goederen. – Incidenteel uitvoeren van boodschappen in de nabije omgeving van het bedrijf, in opdracht van chef. – • •
Overleggen met chef en besteller bij afwijkingen in leveringen. Onderhouden van contacten met catering beheerders en interne medewerkers (af te leveren goederen), monteur (onderhoud vervoermiddel).
199
– • •
Besturen van bestelwagen. Hanteren van gereedschap voor kleine reparaties. Opletten tijdens ritten over het bedrijfsterrein. Letten op de aflevering van juiste artikelen en op de staat van onderhoud van bestelwagen.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Uitoefenen van kracht bij laad-/loswerkzaamheden en bij werkzaamheden in het magazijn. – Inspannende houding bij laden en lossen, alsmede bij in- en uitstappen in/uit bestelwagen (veel korte ritten). – Hinder van wisselende weersomstandigheden bij afleveringen. Aanraking met vuil en vocht bij onderhoudswerkzaamheden. – Kans op letsel bij verkeersongevallen op het terrein.
200
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Chauffeur Functienr: 1.13 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Vervoeren en afleveren van bestellingen van en naar verschillende locaties. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Vervoeren van bestellingen van magazijn en eventueel de centrale keuken naar de diverse locaties op het terrein, alsmede vervoeren van bestellingen over de openbare weg van en naar verschillende locaties, op aanwijzing van de directe chef (het betreft hier het vervoer van vaste/vloeibare, koude/warme levensmiddelen, zonodig in speciale isolatie/transportverpakkingen, alsmede verbruiksartikelen). Laden en lossen van de bestelwagen, gebruikmakend van diverse transporthulpmiddelen. Controleren van ingeladen en afgeleverde bestellingen a.d.h.v. vrachtbrieven. – Zorgen voor tijdig periodiek onderhoud aan de bestelwagen ter waarborging van de bedrijfszekerheid. Signaleren van mankementen en maken van afspraken met garage voor onderhoudsbeurten. Uitvoeren van klein dagelijks onderhoud (kleine storingen, schoonhouden e.d.), tanken van brandstof. – Verrichten van overige werkzaamheden zoals o.m.: • assisteren bij magazijnwerkzaamheden; • uitvoeren van boodschappen e.d. in opdracht van directe chef. – • •
Overleggen met chef en besteller bij afwijkingen in leveringen. Onderhouden van contacten met catering beheerders en interne medewerkers (af te leveren goederen), monteur (onderhoud vervoermiddel).
201
– • •
Besturen van bestelwagen. Hanteren van gereedschap voor kleine reparaties. Opletten tijdens ritten over het bedrijfsterrein of bij deelname aan het verkeer op de openbare weg. Letten op de aflevering van juiste artikelen en op de staat van onderhoud van bestelwagen.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Uitoefenen van kracht bij laad-/loswerkzaamheden. – Inspannende houding bij laden en lossen, alsmede bij in- en uitstappen in/uit bestelwagen (veel korte ritten). – Hinder van wisselende weersomstandigheden bij afleveringen. Aanraking met vuil en vocht bij onderhoudswerkzaamheden. – Kans op letsel bij verkeersongevallen op het terrein.
202
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Magazijnmeester Functienr: 1.14 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Beheren van het magazijn met food- en non food-artikelen; plaatsen en ontvangen van bestellingen, uitgeven van goederen. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: 1 tot 2 medewerkers vaktechnisch (chauffeur en/of magazijnmedewerker). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Zorgen voor het uitvoeren van werkzaamheden in het magazijn (waarin opgeslagen alle verse en lang-houdbare producten, non foodartikelen e.d.) in samenwerking met medewerker(s), welke omvatten het: • ontvangen en controleren van goederen a.d.h.v. geplaatste bestellingen; • uitpakken en opslaan op juiste locatie; • gereed maken van interne bestellingen a.d.h.v. bestelformulieren; • uitgeven van bestellingen en laten afleveren van bestellingen m.b.v. bestelwagen; • vastleggen van magazijnmutaties in het geautomatiseerd voorraadsysteem (m.b.v. terminal); • op orde houden en schoonhouden van magazijnruimten. Daartoe verdelen van de werkzaamheden, geven van aanwijzingen en instructies aan medewerker(s), oplossen van zich voordoende problemen e.d. – Bewaken van voorraden (vastgelegde voorraadniveaus per artikel), signaleren van (dreigende) tekorten en tijdig bijbestellen van artikelen bij vaste leveranciers. Vastleggen van bestellingen op formulieren, bevestigen aan leveranciers en, afhankelijk van de situatie, invoeren van bestellingen in het geautomatiseerd systeem. – Reclameren over problemen met leveringen (beschadigde artikelen, tekorten e.d.) bij leveranciers. Overleggen over vervanging, creditering e.d. 203
– • •
– • •
Overleggen met leveranciers en interne medewerkers over bestellingen, leverproblemen e.d. Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerker(s). Onderhouden van contacten met catering-beheerders/managers en interne medewerkers (bestellingen), medewerkers hoofdkantoor (inkoopaangelegenheden) en leveranciers (bestellingen, aflevertijdstippen). Bedienen van toetsenbord van het geautomatiseerd systeem. Attent zijn op plaatsen van goederen op juiste locatie, op hantering first-in first out-systeem, op correcte aflevering van bestellingen, op uiterste gebruiksdatum en op hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van dozen, kratten e.d. – Inspannende houding bij in- en uitpakken en opslaan/uitgeven van artikelen en bij het werken met de terminal van het geautomatiseerd systeem.
204
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Kok (uitgebreid/speciaal assortiment) Functienr: 1.15 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden en doorgeven van gerechten/gerechtgedeelten. Organisatie Directe chef: chefkok. Ondergeschikten: geen Voornaamste taken/verantwoordelijkheden In de locatie worden werkzaamheden verricht t.b.v. het bedrijfsrestaurant (met een capaciteit van meerdere honderden bezoekers), gastenrestaurant en directierestaurant (elk met een capaciteit van meerdere tientallen bezoekers). De werkzaamheden vinden plaats zowel t.b.v. vaste programma’s en menu-cycli alsook voor bijzondere gelegenheden (diners – tot meerdere honderden couverts –, recepties, partijen, ontvangsten, sponsoractiviteiten e.d.). De producten variëren van standaardmatige gerechten in de bedrijfsrestaurant-menu-cyclus tot en met uitgebreide/speciale lunches en diners. – Bereiden van gerechten/gerechtgedeelten, maaltijden, snacks e.d. volgens vastgestelde menu’s vanuit verse grondstoffen, halffabrikaten e.d. Verrichten van voorbereidende werkzaamheden als wassen, snijden, mengen/roeren, koken, pureren, passeren e.d. met behulp van keukenapparatuur, e.e.a. vanuit de door chef toegewezen werkplek op basis van de opgegeven planning t.a.v. hoeveelheden/aantallen en productietijdstippen. – Verwerken van voorbereide grondstoffen door het opzetten van bouillons, fonds, maken van (basis)sauzen, voorbewerken van garneringen en afmaken van producten volgens voorgeschreven recept. Daarbij beoordelen van de versheid van de ingrediënten en bewaken van het bereidingsproces, afhankelijk van recept/ingrediënten op gaarheid, smaak, geur e.d. en eventueel uitvoeren van bijstelling/ bijdosering. Doorgeefgereed maken van schotels, borden e.d. door het uitvoeren van à la minute-kookwerkzaamheden, het portioneren en garneren van gerechten en controleren van de presentatie volgens recept. 205
– Bijdragen aan de ontwikkeling van gerechten en garnituren door het doen van voorstellen aan de directe chef. Uitwerken van voorstellen door het uitproberen in de praktijk en het laten beoordelen van de resultaten door de directe chef. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur en machines. Afvoeren van afval. – Bijhouden van de verbruiken en melden van voorraadaanvullingen aan de directe chef. – • • – • •
Overleggen over werk en werkuitvoering. Te woord staan van medewerkers van de cliëntorganisatie. Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden) en medewerkers van de cliëntorganisatie (informatief). Hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur. Doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contractcatering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen (dozen met) ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van warmte-uitstraling bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk tijdens pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
206
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Zelfstandig werkend kok (uitgebreid/speciaal assortiment) Functienr: 1.16 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden en doorgeven van gerechten/gerechtgedeelten. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: 1 à 2 hulpen (vaktechnisch). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden In de locatie worden werkzaamheden verricht t.b.v. het bedrijfsrestaurant (met een capaciteit van ca. 100 bezoekers), gasten/directierestaurant (elk met een capaciteit van meerdere tientallen bezoekers). De werkzaamheden vinden plaats zowel t.b.v. vaste programma’s en menu- cycli alsook voor bijzondere gelegenheden (diners, recepties, partijen, ontvangsten e.d.). De producten variëren van standaardmatige gerechten in de bedrijfsrestaurant-menu-cyclus tot en met uitgebreide/speciale lunches en diners. – Adviseren van de catering manager bij het samenstellen van de menu-cyclus, menu-onderdelen, aanvragen voor bijzondere gelegenheden. Dagelijks plannen van de te bereiden aantallen, bepalen van de inkoopbehoefte, plaatsen van bestellingen aan (vnl. vaste) leveranciers. Ontvangen en controleren en opslaan van leveringen. Doen van voorstellen aan de catering manager inzake bijzondere aanvragen, maken van calculaties. – Bereiden van gerechten/gerechtgedeelten, maaltijden, snacks e.d. volgens vastgestelde menu’s vanuit verse grondstoffen, halffabrikaten e.d. Verrichten van voorbereidende werkzaamheden als wassen, snijden, mengen/roeren, koken, pureren, passeren e.d., een en ander met behulp van keukenapparatuur op basis van de planning t.a.v. hoeveelheden/aantallen en productietijdstippen. – Verwerken van voorbereiden grondstoffen door het opzetten van bouillons, fonds, maken van (basis)sauzen, voorbewerken van garneringen en afmaken van producten volgens voorgeschreven recept. Daarbij beoordelen van de versheid van de ingrediënten en bewaken 207
van het bereidingsproces, afhankelijk van recept/ingrediënten op gaarheid, smaak, geur e.d. en eventueel uitvoeren van bijstelling/ bijdosering. Doorgeefgereed maken van schotels, borden e.d. door het uitvoeren van à la minute-kookwerkzaamheden, het portioneren en garneren van gerechten en controleren van de presentatie volgens recept. – Doen van wijzigingsvoorstellen inzake de menukaart in gasten-/ directierestaurant. Opstellen van nieuwe recepten, maken van calculaties voor nieuwe recepten e.d. Uitwerken van voorstellen door het uitproberen in de praktijk en het laten beoordelen van de resultaten door de directe chef. – Bijhouden van de verbruiken en uitvoeren van nacalculaties t.b.v. de resultatenbewaking. Verrichten van de benodigde administratie. Beheren van de voorraden grondstoffen, halffabrikaten en gerede producten. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur en machines. Afvoeren van afval. Volgens de aangegeven werkmethoden bedienen van en werken met apparatuur en machines (eigendom van de opdrachtgever). – Coördineren van de werkzaamheden van en begeleiden van de toegevoegde hulp(en). – •
•
– • •
Inwinnen en verstrekken van informatie over werkzaamheden. Overleggen met de catering manager over planning en voortgang en adviseren over menu-samenstelling. Geven van aanwijzingen en instructies aan toegevoegde hulpen. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) de cliëntorganisatie (afstemming van de werkzaamheden, wensen/ opmerkingen e.d.), leveranciers (bestellingen). Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur. Dosering van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen (dozen met) ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van warmte-uitstraling bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk tijdens pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren. 208
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Catering algemeen Functie: Chefkok (standaard assortiment) Functienr: 1.17 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen voorzieningen binnen de vastgelegde kaders van kosten en kwaliteit. Organisatie Directe chef: catering manager. Ondergeschikten: 10 tot 15 medewerkers, w.o. sous-chefkok, koks, hulpkoks, medewerkers algemene dienst. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden In de locatie worden werkzaamheden verricht t.b.v. het bedrijfsrestaurant (met een capaciteit van meerdere honderden bezoekers) en evt. gastenhoek. De werkzaamheden vinden plaats zowel t.b.v. vaste programma’s en menu-cycli alsook voor bijzondere gelegenheden (recepties, partijen, ontvangsten e.d.). De producten zijn vnl. standaardmatige gerechten. – Leiden van de werkzaamheden welke omvatten het: • ontvangen, controleren en opslaan (in magazijn c.q. koel- of vriesruimte) van bestelde voedingsmiddelen (grondstoffen, halffabrikaten, uitgiftegerede producten); • snijden, verpakken van belegsoorten e.d.; uitgeven van gerede producten vanuit de voorraad naar (vnl.) het bedrijfsrestaurant; • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden als schoonmaken, snijden, mengen/roeren, koken e.d. met behulp van keukenapparatuur; • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren e.d.); doorgeefgereed maken van gerechten of menu’s (à la minute bereidingen, opmaken/garneren van borden of schotels); • opruimen van de keuken; schoonmaken van apparatuur, afvoeren van afval, afwassen van pannen en serviesgoed. Daartoe o.m. opstellen van werkroosters en indelen van de werkzaamheden, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen.
209
Behandelen van personeelsaangelegenheden in samenwerking met de directe chef, w.o. het mede selecteren en aannemen van nieuwe medewerkers, begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en goede samenwerking. Uitvoeren van beoordelingen. Regelen van verlof. – Opstellen van de menu-cyclus en de menu-onderdelen uit de standaardvoorzieningen (met eindakkoord door de directe chef). Dagelijks plannen van de te produceren aantallen/hoeveelheden en zorgen voor voldoende voorraad gronden hulpstoffen via bestellingen aan (vnl. vaste) leveranciers. – Bewaken/controleren van de kwaliteit in de afdeling. Controleren van opgeslagen grondstoffen en halffabrikaten, controleren van werkmethoden en van het volgen van recepten en voorschriften, en van het opvolgen van de voorschriften inzake hygiëne. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de cliëntorganisatie). Doen van voorstellen voor verbetering van kwaliteit of efficiency in het productieproces, voor efficiencyverbeterende investeringen, etc. – Zonodig zelf meewerken bij grote drukte, ziekte, etc. van medewerkers, extra activiteiten e.d. Overdragen van regelende en leidinggevende taken aan de plaatsvervanger, bij eigen afwezigheid. – Verrichten van overige werkzaamheden zoals: • het verrichten van de vereiste administratie; • het uitvoeren van nacalculaties; • het oplossen van problemen in leveringen (reclameren bij leveranciers). – • •
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van de werkzaamheden, plannen, extra activiteiten, etc. met de directe chef. Onderhouden van contacten met medewerkers van de eigen organisatie (afstemming, werkzaamheden), (medewerkers van) de cliëntorganisatie (extra activiteiten, wensen/opmerkingen e.d.), leveranciers (bestellingen). Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur, doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. (bij zelf meewerken). 210
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hinder van hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in bereidings-/uitgifte-aanvraag. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren (bij zelf meewerken).
211
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Beheerders/managers Functie: Cateringbeheerder/manager Functienr: 2.01 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen dienstverlening binnen vastgelegde kaders van kosten en kwaliteit. Organisatie Directe chef: regio-manager. Ondergeschikten: uitvoerende medewerkers, aantal afhankelijk van grootte locatie en soort dienstverlening. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Leiding geven aan (eventueel via tussenleidinggevenden) de door de medewerkers uit te voeren werkzaamheden m.b.t. het voorbereiden, klaarmaken en uitgeven/serveren van koude/warme dranken en maaltijden, bereiden/serveren van dranken/gerechten voor bijzondere gelegenheden, vullen, beheren van automaten, verrichten van opruim-/ schoonmaakwerkzaamheden, etc., e.e.a. afhankelijk van het soort contract en de afspraken over geboden assortiment en het serviceniveau (zie bijlage). Daartoe o.m. opstellen van werkroosters, indelen van medewerkers, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen. Behandelen van personeelsaangelegenheden w.o. het selecteren en (mede-)aannemen van nieuwe medewerkers (met ondersteuning van de directe chef), begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en samenwerking, uitvoeren van beoordelingen, regelen van verlof. – Zorgen voor de voortgang van de dagelijkse werkzaamheden. Overleggen/afstemmen met opdrachtgevers t.a.v. de dienstverlening in het algemeen, wensen, bijzonderheden e.d., overleggen over partijen en maken van calculaties/offertes daartoe. Plannen van de uit te voeren werkzaamheden, regelen van eventueel aanvullend personeel, materieel e.d. en bewaken van voorraadniveaus. Tijdig (laten) bijbestellen van voorraadaanvullingen, via hoofdkantoor of bij vaste leveranciers en (laten) controleren van ontvangen goederen. – Zorgen voor de administratie inzake inkoop, verkoop en personeelsbezetting t.b.v. de gegevensverwerking door het hoofdkantoor. Bewaken van budgetten a.d.h.v. ontvangen resultatenoverzichten; nemen van maatregelen ter bijsturing. Doorrekenen van bepaalde
212
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
kosten, verantwoorden van ontvangen gelden en zorgen voor storting/ afdracht. – Adviseren van de directe chef t.a.v. jaarplan, bepaalde investeringen e.d. Doen van voorstellen terzake. – In voorkomende gevallen meewerken aan de uitvoerende werkzaamheden in de locatie. – •
•
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van wensen, klachten e.d. met opdrachtgever(s), van voortgang en resultaten met directe chef. Overleggen t.a.v. inkoop, kwaliteitsafwijkingen e.d. met leveranciers. Zonodig deelnemen aan overleg intern of met medewerkers hoofdkantoor. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) opdrachtgever (afstemming werkzaamheden, klachten e.d.), functionarissen hoofdkantoor (administratie, procedures e.d.) en leveranciers (bestellingen/inkoop). Verrichten van bedieningshandelingen en bedienen van keukenapparatuur bij zelf meewerken. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering). Accuraat uitvoeren van administratieve werkzaamheden.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. (bij zelf meewerken). – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen, werkdruk bij pieken in werkzaamheden (bij zelf meewerken). – Kans op letsel bij keukenwerkzaamheden (bij zelf meewerken). Bijlage bij functie nr. 2.01, Cateringbeheerder/manager Criteria onderscheid in beheerders-/managersfuncties Contract-catering In de functie kan sprake zijn van drie elementen die van invloed zijn op de omvang en inhoud van de leidinggevende taak/verantwoordelijkheid, nl: A. De omvang van de personeelsbezetting, te onderscheiden naar: A1 1 of 2 medewerkers; 213
A2 A3 A4 A5 A6
3 tot 6 medewerkers; 6 tot 11 medewerkers; 11 tot 16 medewerkers; 16 tot 26 medewerkers; 26 en meer medewerkers. Onder personeelsbezetting wordt verstaan: De totale normale bezetting volgens het formatieplan in aantallen medewerkers waaraan de beheerder/manager leiding geeft, ongeacht of medewerkers parttime of fulltime werken of gedetacheerd zijn (invalkrachten vallen hier dus buiten).
B. De mate waarin de medewerkers ,,ruimtelijk’’ zijn gespreid over het aantal uitgifte-/verstrekkingspunten en waarvoor dan het leiding geven gedeeltelijk is gedelegeerd, te onderscheiden naar: 1 1 of meer uitgifte-/verstrekkingspunt(en), echter allen onder één dak, alles onder leiding van de beheerder/manager; 2 2 of meer uitgifte-/verstrekkingspunten, die niet onder één dak gehuisvest zijn en waarvoor de leiding (gedeeltelijk) is gedelegeerd; C. De mate waarin de medewerkers volgens het contract op andere tijden dan de normaal te achten kantoortijden de werkzaamheden moeten verrichten en waarvoor dan de leiding is gedelegeerd, te onderscheiden naar: 1 kantoortijd, d.w.z. de normale kantoortijd gedurende 5 dagen per week waarop de manager steeds aanwezig is; 2 ruimere bedrijfstijd, d.w.z. er wordt structureel langer gewerkt dan de normale kantoor-/bedrijfstijd óf er wordt op andere dagen dan de normale kantoor-/bedrijfstijd gewerkt (uitgangspunt is hier langere werktijd gedurende 5 dagen óf normale werktijd gedurende meer dan 5 dagen); 3 (nagenoeg) ,,vol-continu’’, d.w.z. er wordt structureel langer gewerkt dan de normale kantoor-/bedrijfstijd en dit tevens gedurende meer dan 5 dagen per week. D. Tevens kan er sprake zijn van het door de medewerkers bereiden en serveren van gerechten, maaltijden, etc. waarover in het contract afspraken zijn opgenomen, te onderscheiden naar: 1 standaard assortiment, d.w.z. alles tot aan het uitgebreid/speciaal assortiment; 2 uitgebreid/speciaal assortiment, d.w.z. dat er naast standaardmatige gerechten (D1) ook structureel (warme) maaltijden, al dan niet in een menu-cyclus, worden bereid, waartoe theoretische kennis van het bereidingsvakgebied is vereist. De bereiding vereist het verrichten van samengestelde (voor)bereidingstaken, als regel bestaande uit meerdere (op zichzelf losstaande) handelingsreeksen, die zijn gericht op het bewer214
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
ken van meerdere (verse) grondstoffen, via meerdere halffabrikaten tot presentabele en consumptiegerede maaltijden.
215
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Hoofd voeding grote (penitentiaire) locatieverantwoordelijke Functienr: 3.01
instelling/
FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen maaltijdvoorziening binnen het afgesproken bedrijfseconomische kader en serviceniveau. Organisatie Directe chef: districts-manager. Ondergeschikten: 20 tot 25, w.o. assistent-hoofd voeding, 1e instellingskoks, hulpkoks/keukenassistenten, afwas-/keukenhulpen en weekendhulpen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Leiden van de werkzaamheden in de centrale keuken, m.b.t. het voorbereiden en uitgeven van broodmaaltijden, bereiden en uitgeven van warme (instellings)maaltijden (w.o. diverse diëten en maaltijden voor diverse specifieke groepen), alsmede bereiden van gerechten/ schotels voor bijzondere gelegenheden (partijen e.d.), welke o.m. omvatten het: • ontvangen, controleren en opslaan van bestelde voedingsmiddelen (in magazijn of koel-/vriesruimten van keuken); • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden (schoonmaken, snijden), m.b.v. keukenhulpmiddelen/-apparatuur; • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken) m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren e.d. vanuit verse of voorbereide grondstoffen; • inpakken van voorbereide gerechtgedeeltes of ingekochte artikelen en opslaan (op voorgeschreven wijze) in de keukenvoorraad; • uitgeven van maaltijden (portioneren aan ,,de band’’) en bijplaatsen van maaltijdcomponenten op transporteenheden; • opmaken/garneren van schalen/schotels voor bijzondere gelegenheden; • afwassen van serviesgoed e.d., opruimen en schoonmaken van keuken, keukenhulpmiddelen en -apparatuur. Daartoe o.m. indelen van de werkzaamheden, inroosteren van (tijdelijke) medewerkers, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op de werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen. Behandelen van personele aangelegenheden, w.o. het selecteren en (mede) aannemen van nieuwe medewerkers, begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en goede samenwerking, regelen van verlof e.d. 216
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Voorbereiden van de menu-samenstelling, rekening houdend met vereiste diëten/maaltijden voor specifieke groepen, via het doen van voorstellen aan de opdrachtgever (veelal vast patroon in standaardmaaltijden), alsmede voorbereiden/calculeren van speciale aanvragen voor partijen e.d. Overleggen/afstemmen met opdrachtgever(s) over de werkzaamheden, bijzondere wensen, bijbehorende kosten, klachten e.d. Doen van voorstellen t.a.v. bijzondere gelegenheden. – Plannen van de werkzaamheden op basis van goedgekeurde menu’s en afspraken t.a.v. bijzondere activiteiten. Opstellen van werkroosters voor 7 dagen bezetting per week, rekening houdend met roulerende weekendbezetting, verschoven diensten, verlofwensen, bewerkelijkheid van menu’s. Vaststellen van benodigde voorraadaanvullingen en deze bestellen bij vnl. vaste leveranciers. Kwalitatief controleren van ontvangen bestellingen; reclameren bij afwijkingen/problemen. Zonodig zoeken naar andere leveranciers, dan onderhandelen over condities, prijzen e.d. Signaleren van tekort aan mankracht aan directe chef. – Bewaken van de kwaliteit van de afdeling. Controleren van opgeslagen grondstoffen en halfproducten, controleren van de werkmethode en het volgen van recepten, voorschriften e.d. en de naleving van de hygiënevoorschriften. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de instelling). Bewaken van de toegewezen budgetten; nemen van maatregelen bij afwijkingen, eventueel in overleg met de directe chef. – Verzorgen van de administratie m.b.t. inkoop, verkoop, personele bezetting e.d. op dagstaten en deze verwerken tot periode-overzichten. Doorgeven van gegevens alsmede gegevens voor doorberekening van kosten aan het hoofdkantoor. Zonodig verantwoorden van in- en uitgaande gelden. Opstellen van het eigen budget in concept. – Verrichten van voorkomende bijzondere werkzaamheden zoals b.v. het toezien op/begeleiden van de werkzaamheden van een kantinebeheerder of winkelbeheerder (in een decentrale locatie). Geven van aanwijzingen/instructies en oplossen van problemen inzake werkzaamheden, contacten met opdrachtgever(s) e.d. Doorspreken van de administratieve gegevens en opnemen in de eigen verantwoording. – Zonodig zelf meewerken bij grote drukte, ziekte van medewerkers,
217
etc. Delegeren van regelende taken aan een assistent/plaatsvervanger bij eigen afwezigheid. – •
•
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van wensen, klachten e.d. met opdrachtgever(s), voortgang en resultaten met directe chef. Overleggen t.a.v. inkoop, kwaliteitsafwijkingen e.d. met leveranciers. Zonodig deelnemen aan overleg intern of met medewerkers hoofdkantoor. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) opdrachtgever (afstemming werkzaamheden, klachten e.d.), functionarissen hoofdkantoor (administratie, procedures e.d.) en leveranciers (bestellingen/inkoop). Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur, doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. (bij zelf meewerken). – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in werkzaamheden. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren (bij zelf meewerken).
218
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Chefkok grote (penitentiaire) instelling Functienr: 3.02 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen maaltijdvoorziening binnen de vastgelegde kaders van kosten en kwaliteit. Organisatie Directe chef: locatie-manager. Ondergeschikten: 15 tot 20 medewerkers, w.o. 1e instellingskoks, hulpkoks, keukenassistenten en medewerkers algemene dienst. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Leiden van de werkzaamheden in de centrale keuken m.b.t. het voorbereiden en uitgeven van broodmaaltijden, het bereiden en uitgeven van warme maaltijden voor instellingsbewoners (w.o. diverse diëten en maaltijden/spijzen voor diverse specifieke groepen), bereiden van gerechten voor bijzondere gelegenheden, het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden. De werkzaamheden omvatten o.m. het: • ontvangen, controleren en opslaan van bestelde voedingsmiddelen (in magazijn c.q. koel- of vriesruimte); • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden (schoonmaken, snijden e.d. met behulp van keukenhulpmiddelen/-apparatuur); • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken, etc.) m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren vanuit verse of voorbereide grondstoffen; • bereiden van diëten en afwijkende spijzen; • inpakken of terugkoelen van voorbereide gerechten of gerechtgedeelten; • uitgeven van maaltijden (portioneren aan ,,de band’’) en bijplaatsen van maaltijdcomponenten op transporteenheden; • opmaken/garneren van schotels voor bijzondere gelegenheden; • afwassen van serviesgoed e.d., schoonmaken van keuken, keukenhulpmiddelen en keukenapparatuur; • verrichten van werkzaamheden in de zgn. broodkeuken w.o. het gereed maken van belegsoorten, het portioneren van de verstrekkingsartikelen; • verrichten van administratieve werkzaamheden w.o. het aanma-
219
ken en muteren van bewonerskaartgegevens, het vastleggen van diverse gegevens over bestellingen, producten, personeel. Daartoe o.m. opstellen van werkroosters en indelen van de werkzaamheden, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen. Behandelen van personeelsaangelegenheden i.s.m. de locatiemanager w.o. het mede selecteren en aannemen van nieuwe medewerkers, begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en goede samenwerking. Uitvoeren van beoordelingen. Regelen van verlof. – Opstellen van de menu-cyclus en de menu-onderdelen (met eindaccoord door de locatie-manager) rekening houdend met aspecten als wensen van de opdrachtgever, voedingswaarde en variatie, voedingsdagprijs-normen, personeelsbezetting, verkrijgbaarheid en prijsniveau van grondstoffen. Uitvoeren van calculaties ook voor bijzondere aanvragen. Zorgen voor de voorradigheid van grond- en hulpstoffen via bestellingen aan (vnl. vaste) leveranciers. Opstellen van werkroosters voor 7 dagen bezetting per week, rekening houdend met roulerende weekendbezetting, aanwezigheid in de verschoven diensten, verlofwensen, bewerkelijkheid van menu’s. – Bewaken/controleren van de kwaliteit van de afdeling. Controleren van opgeslagen grondstoffen en halffabrikaten, controleren van werkmethoden en van het volgen van de recepten en voorschriften, en van het opvolgen van de voorschriften inzake de hygiëne. Uitvoeren van de eindcontrole ,,aan de band’’ op overeenstemming met de bewonerskaart-gegevens. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de instelling). – Oplossen van problemen in leveringen (reclameren bij leveranciers). Zonodig zoeken naar alternatieve leveranciers volgens richtlijnen van het hoofdkantoor. Doen van voorstellen aan de locatie-manager over werkmethode-verbeteringen, vervanging van en investering in apparatuur, etc. – Zonodig zelf meewerken bij grote drukte, ziekte van medewerkers, etc. Overdragen van regelende en leidinggevende taken aan plaatsvervanger, bij eigen afwezigheid. – • •
220
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van werkzaamheden met de locatie-manager. Deelnemen aan intern periodiek overleg. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) de opdrachtgever (afstemming van de werkzaamheden, opmerkingen/ klachten, etc.), leveranciers (bestellingen).
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– • •
Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur, doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. (bij zelf meewerken). – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in werkzaamheden. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren (bij zelf meewerken).
221
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Chefkok kleinere (verzorgings)instelling/locatie- verantwoordelijke Functienr: 3.03 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de overeengekomen maaltijdvoorziening binnen het afgesproken bedrijfseconomische kader en serviceniveau. Organisatie Directe chef: districtsmanager. Ondergeschikten: 4 tot 8, w.o. een instellingskok, hulpkoks/ keukenassistenten, afwas-/keukenhulpen en weekendhulpen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Leiden van de werkzaamheden in de centrale keuken, m.b.t. het voorbereiden en uitgeven van broodmaaltijden, van warme maaltijden (vnl. standaardmaaltijden voor bewoners en externe ,,tafeltje dekje-service’’, w.o. diverse diëten), alsmede bereiden van gerechten/ schotels voor bijzondere gelegenheden (partijen e.d.), welke o.m. omvatten het: • ontvangen, controleren en opslaan van bestelde voedingsmiddelen (in magazijn of koel-/vriesruimten van keuken); • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden (schoonmaken, snijden, m.b.v. keukenhulpmiddelen/-apparatuur; • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken) m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren e.d. vanuit verse of voorbereide grondstoffen; • inpakken van voorbereide gerechtgedeeltes of ingekochte artikelen en opslaan (op voorgeschreven wijze) in de keukenvoorraad; • uitgeven van maaltijden (portioneren aan ,,de band’’) en bijplaatsen van maaltijdcomponenten op transporteenheden; • opmaken/garneren van schalen/schotels voor bijzondere gelegenheden; • afwassen van serviesgoed e.d., opruimen en schoonmaken van keuken, keukenhulpmiddelen en -apparatuur. Daartoe o.m. indelen van de werkzaamheden, inroosteren van (tijdelijke) medewerkers, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op de werkvoortgang en werkkwaliteit, oplossen van zich voordoende problemen. Behandelen van personele aangelegenheden, w.o. het selecteren en (mede) aannemen van nieuwe medewerkers, begeleiden van nieuwe medewerkers, stimuleren van ontwikkeling en goede samenwerking, regelen van verlof e.d. – Voorbereiden van de menusamenstelling via het doen van voorstel222
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
len aan de opdrachtgever (veelal vast patroon in standaardmaaltijden), alsmede voorbereiden/calculeren van speciale aanvragen voor partijen e.d. Overleggen/afstemmen, i.s.m. directe chef, met opdrachtgever(s). – Plannen van de werkzaamheden op basis van goedgekeurde menu’s en afspraken t.a.v. bijzondere activiteiten. Opstellen van werkroosters voor 7 dagen bezetting per week, rekening houdend met roulerende weekendbezetting, verschoven diensten, verlofwensen, bewerkelijkheid van menu’s. Vaststellen van benodigde voorraadaanvullingen en deze bestellen bij vnl. vaste leveranciers. Kwalitatief controleren van ontvangen bestellingen; reclameren bij afwijkingen/problemen. Zonodig zoeken naar andere leveranciers, dan onderhandelen over condities, prijzen e.d. Signaleren van tekort aan bezetting aan directe chef. – Bewaken van de kwaliteit van de afdeling vnl. via controle bij uitgifte aan ,,de band’’. Controleren van opgeslagen grondstoffen en halfproducten, controleren van de werkmethode en het volgen van recepten, voorschriften e.d. en van de naleving van de hygiënevoorschriften. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de instelling). – Bewaken van de toegewezen budgetten; nemen van maatregelen in overleg met de directe chef. – Verzorgen van de administratie m.b.t. inkoop, verkoop, personele bezetting e.d. op dagstaten en deze verwerken tot periode-overzichten. Doorgeven van gegevens alsmede gegevens voor doorberekening van kosten aan het hoofdkantoor. Opstellen van het eigen budget in concept. – Meewerken in de keuken, en dan zelf verrichten van alle keukenwerkzaamheden. Delegeren van regelende taken aan de instellingskok bij eigen afwezigheid. – •
•
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van voortgang en resultaten met directe chef en afstemmen met opdrachtgevers. Overleggen t.a.v. inkoop en kwaliteitsafwijkingen met leveranciers. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) opdrachtgever (afstemming werkzaamheden, klachten e.d.), functionarissen
223
hoofdkantoor (administratie, procedures e.d.) en leveranciers (bestellingen/inkoop). – • •
Vaardig omgaan met messen, bedienen van keukenapparatuur, doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving (door medewerkers) van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten e.d. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in werkzaamheden. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
224
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: 1e Instellingskok Functienr: 3.04 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden en uitgeven van maaltijden en gerechten/producten, d.m.v. het (plaatsvervangend) regelen en coördineren van de daartoe te verrichten werkzaamheden. Organisatie Directe chef: chefkok. Ondergeschikten: 10 tot 15 medewerkers (vaktechnisch, bij afwezigheid van de chefkok). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Coördineren en regelen (bij afwezigheid van de chefkok) van de werkzaamheden m.b.t. het voorbereiden en uitgeven van broodmaaltijden, het bereiden en uitgeven van warme maaltijden voor instellingsbewoners (w.o. diverse diëten en maaltijden/spijzen voor diverse specifieke groepen), bereiden van gerechten voor bijzondere gelegenheden, het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden. De werkzaamheden omvatten o.m. het: • ontvangen, controleren en opslaan van bestelde voedingsmiddelen (in magazijn c.q. koel- of vriesruimte); • uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden (schoonmaken, snijden e.d. met behulp van keukenhulpmiddelen/-apparatuur); • bereiden van spijzen (bakken, braden, koken, etc.) m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren vanuit verse of voorbereide grondstoffen; • bereiden van diëten en afwijkende spijzen; • inpakken of terugkoelen van voorbereide gerechten of gerechtgedeelten; • uitgeven van maaltijden (portioneren aan ,,de band’’) en bijplaatsen van maaltijdcomponenten op transporteenheden; • opmaken/garneren van schotels voor bijzondere gelegenheden; • afwassen van serviesgoed e.d., schoonmaken van keuken, keukenhulpmiddelen en keukenapparatuur; • verrichten van werkzaamheden in de zgn. broodkeuken w.o. het gereed maken van belegsoorten, het portioneren van de verstrekkingsartikelen. 225
Daartoe regelen van de werkzaamheden, geven van aanwijzingen en instructies, toezien op de werkvoortgang en werkkwaliteit, e.e.a. op basis van de door de chefkok opgestelde roosters en aangegeven werkverdeling. Oplossen van zich voordoende problemen. Verzorgen van de dagelijkse bestelling aan leveranciers. – Bewaken/controleren van de kwaliteit van de afdeling (bij afwezigheid van de chefkok). Controleren van de opgeslagen grondstoffen en halfproducten, controleren van de werkmethoden en het volgen van recepten en voorschriften, en van het opvolgen van de voorschriften inzake hygiëne. Uitvoeren, als plaatsvervanger van de chefkok, van de eindcontrole ,,aan de band’’ op overeenstemming met de bewonerskaart-gegevens. Toezien op juist gebruik van keukenapparatuur en hulpmiddelen (eigendom van de instelling). – Zelf verrichten van de taken in de keuken op basis van de opgegeven menu-cyclus en de opgegeven aantallen, w.o.: • gereed maken van ingrediënten, uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden (schoonmaken, snijden, malen/wegen, etc.); • bereiden van de spijzen d.m.v. bakken/braden, koken, etc. m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren, zodanig dat gewenst uiterlijk en smaak worden bereikt; • bereiden van diëten zoals zoutloos, licht-verteerbaar, diabetes; bereiden van afwijkende (v.w.b. de te bereiken smaak) gerechten; • assisteren bij de samenstelling en uitgifte van maaltijden ,,aan de band’’; • schoonmaken van werkomgeving, keukenmachines en -apparatuur, en de overige werkmaterialen. – • •
– • •
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van werkzaamheden met de chefkok. Deelnemen aan intern periodiek overleg. Onderhouden van contacten met (medewerkers van) de opdrachtgever (afstemming werkzaamheden, opmerkingen/klachten, etc.), leveranciers (bestellingen/inkoop). Vaardig omgaan met messen en bedienen van keukenapparatuur. Doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken.
226
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in werkzaamheden. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
227
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Instellingskok Functienr: 3.05 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden van spijzen en maaltijden. Organisatie Directe chef: chefkok. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Voorbereiden van de spijzen op basis van de opgegeven menu-cyclus en de opgegeven aantallen, en met aanwijzingen van de chefkok/1e instellingskok. Gereed maken van ingrediënten uit voorraad (berekenen, afwegen, tellen). Uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden zoals schoonmaken, snijden, malen, afwegen/mengen van grondstoffen, e.e.a. handmatig of m.b.v. machines. Beoordelen/controleren van de ingrediënten op versheid/bruikbaarheid. – Bereiden van de spijzen d.m.v. bakken/braden, koken, etc. m.b.v. fornuizen, ovens, convectoren e.d. Bewaken/controleren van het bereidingsproces en de verschillende bereidingswijzen op kleur, uiterlijk/gaarheid e.d. en zonodig uitvoeren van bijstelling of bijdosering. Bewaken van de planning zodat het juiste gewenste gaarheidsmoment wordt bereikt. – Bereiden van diëten zoals zoutloos, licht-verteerbaar, diabetes. Bereiden van afwijkende spijzen. Schatten/afwegen van de daarvoor te bestemmen hoeveelheden, afnemen van deze hoeveelheden in het bereidingsproces en apart afmaken daarvan volgens de opgegeven/ bekende recepturen. – Assisteren bij de samenstelling en uitgifte van maaltijden ,,aan de band’’. Opscheppen of plaatsen van maaltijdcomponenten volgens de opgegeven samenstelling per instellingsbewoner. Eventueel plaatsen van plateaus in transportwagens. – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenmachines en -apparatuur en overige werkmaterialen. – In voorkomende gevallen geven van aanwijzingen aan en begeleiden van toegevoegde hulpkok of hulppersoneel.
228
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– • • – • •
Overleggen over werk en werkvoortgang. In voorkomende gevallen deelnemen aan werkoverleg. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief). Vaardig omgaan met messen en bedienen van keukenapparatuur. Doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen, (dozen met) grondstoffen, ingrediënten, etc. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werken. – Hitte (warmte-uitstraling) bij werken aan kooktoestellen. Werkdruk bij pieken in werkzaamheden. – Kans op letsel door het hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur, branden aan hete delen en uitglijden over (natte/vette) vloeren.
229
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Keukenassistent Functienr: 3.06 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verrichten van hulpwerkzaamheden in de keuken, alsmede afwassen en schoonmaken. Organisatie Directe chef: chefkok. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Assisteren bij de voorbereiding van voedingsmiddelen (schoonmaken, schillen, snijden, wassen e.d.) en bij het portioneren/klaarzetten van (onderdelen van) maaltijden zoals het vullen van bakjes, portioneren van beleg, brood e.d. Verzorgen van hoofdmaaltijden. – Verrichten van werkzaamheden bij het bereiden van spijzen, onder toezicht en met aanwijzingen van een kok of een leidinggevende. – Assisteren bij de uitgifte van warme en koude maaltijden door het ,,aan de band’’ opscheppen of plaatsen van maaltijdcomponenten op borden/plateaus en zonodig plaatsen van plateaus in transportkarren. – Verrichten van schoonmaakwerkzaamheden volgens schema of in opdracht van de (sous)chefkok, w.o. het schoonmaken van de keuken (wanden, vloeren), meubilair, apparatuur etc., het afvoeren van afval, alsmede het (machinaal) afwassen van serviesgoed, bestek, w.o. het verwijderen van resten, invoeren van rekken en uitnemen van gewassen serviesgoed uit de machine en sorteren en wegzetten daarvan. – • •
Overleggen over werk en werkuitvoering. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief).
– •
Hanteren van messen en diverse keukenhulpmiddelen. Plaatsen van af te wassen stukken in juiste positie in rekken. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering).
•
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van emmers water bij schoonmaakwerkzaamheden en van
230
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
serviesgoed, pannen e.d. bij de afwas; uitoefenen van (hand)kracht bij schoonmaken. – Lopend en staand, en soms in gedwongen houding werken bij keukenen afwaswerkzaamheden. – Hinder van geluid van in werking zijnde was-/spoelmachine, van vocht, aanraking met etensresten en vuil. Omgaan met reinigingsmiddelen (w.o. chemicaliën). – Kans op letsel bij uitglijden op gladde vloeren alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling, stoten of snijden.
231
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Medewerker algemene dienst/keukenhulp Functienr: 3.07 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verrichten van schoonmaak- en afwaswerkzaamheden, assisteren in de keuken. Organisatie Directe chef: chefkok. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – (Machinaal) afwassen van vuil serviesgoed, bestek, pannen en eventueel andere keukenbenodigdheden. Zonodig aanvoeren van af te wassen serviesgoed e.d., verwijderen van etensresten (spuiten, schrapen) en plaatsen in rekken op de invoerbaan van de machine. Uitnemen van schoon serviesgoed e.d., sorteren en wegzetten op de daarvoor bestemde plaatsen. Zonodig transporteren van serviesgoed e.d. naar opslagruimte. – Schoonmaken van diverse werkruimten volgens schema of in opdracht van de chef. Een en ander houdt in: • soppen van (keuken)wanden, (keuken)kasten, banken, meubilair e.d.; • schoonmaken van keuken- en afzuigapparatuur; • dweilen van vloeren; • afvoeren van afval, aanvullen van bepaalde verbruiksartikelen e.d. – Verrichten van werkzaamheden in de keuken (afhankelijk van het dienstrooster), zoals het zetten van koffie en thee in de opgegeven hoeveelheden, het assisteren bij het portioneren en gereedmaken van verstrekkingsartikelen. Assisteren bij de samenstelling en uitgifte van maaltijden ,,aan de band’’; opscheppen of plaatsen van maaltijdcomponenten volgens de opgegeven samenstelling per instellingsbewoner. – • •
Overleggen over werk en werkuitvoering. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief).
– •
Plaatsen van af te voeren stukken in de machine. Hanteren van schoonmaak(hand)gereedschappen. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en
•
232
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
presentatiemethoden en hygiëne (volgens de Hygiënecode voor de contract-catering). Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van emmers water bij schoonmaakwerkzaamheden en van serviesgoed, pannen e.d. bij de afwas; uitoefenen van (hand)kracht bij schoonmaken. – Lopend en staand en in gedwongen houding werken. – Hinder van geluid van in werking zijnde was-/spoelmachine, van vocht, aanraking met etensresten en vuil. Omgaan met reinigingsmiddelen (w.o. chemicaliën). – Kans op letsel bij uitglijden op gladde vloeren alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling, stoten of snijden.
233
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Institutioneel Functie: Medewerker voedingsadministratie Functienr: 3.08 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Inbrengen in en verwerken van voedingsgegevens m.b.v. een geautomatiseerd systeem. Organisatie Directe chef: catering-manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Inbrengen van door ziekenhuis-medewerkers aangeleverde mutaties betreffende patiënten (gegevens over NAW, opname, ontslag, soort voeding, etc.) in het geautomatiseerde voedingssysteem t.b.v. het produceren van menukaarten per patiënt. Uitdraaien (dagelijks) van menukaarten via het geven van commando’s. Sorteren van menukaarten op afdeling. – Inlezen van door patiënten ingevulde menukaarten (met streepjescodes) m.b.v. scanner. Handmatig invoeren van kaarten met foutmeldingen; zonodig navragen van onduidelijkheden bij voedingsassistentes van het ziekenhuis. – Verzorgen van printwerkzaamheden m.b.v. het systeem zoals printen van kooklijsten, uitschepstickers, bandkaarten e.d. Doorgeven van het geprinte materiaal aan catering-manager en/of chefkok. – Verrichten van eenvoudige werkzaamheden aan het geautomatiseerde systeem, zoals het maken van backups volgens procedure, verwisselen van toner in de printer e.d. – • •
Overleggen over werkzaamheden en navragen van onduidelijkheden. Onderhouden van contacten met collega’s en medewerkers ziekenhuis (informatief).
– • •
Bedienen van toetsenbord geautomatiseerd systeem. Accuraat inbrengen van gegevens; nauwkeurig opvolgen van de werkinstructies.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij het langdurig werken met het geautomatiseerde systeem. 234
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Financieel-administratief Functie: Administratief medewerker A Functienr: 4.01 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Uitvoeren van administratieve en ondersteunende werkzaamheden. Organisatie Directe chef: catering-manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Sorteren en controleren (op volledigheid) van ontvangen administratieve gegevens; signaleren van verschillen. Coderen en invoeren van deze gegevens in het geautomatiseerde systeem. Samenstellen, uitdraaien en distribueren van standaardmatige overzichten, lijsten e.d. – Verrichten van overige elementaire administratieve/ondersteunende werkzaamheden, zoals: • uitwerken van gegevens t.b.v. de facturering; • typen van bepaalde lijsten, overzichten, notities e.d. van concept m.b.v. tekstverwerker/PC; • maken van fotokopieën en archiveren van stukken/administratieve gegevens. – • • – • •
Overleggen over werkzaamheden en navragen van onduidelijkheden. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief). Bedienen van toetsenbord geautomatiseerd systeem. Accuraat controleren, verwerken en inbrengen van administratieve gegevens; nauwkeurig opvolgen van de werkinstructies.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij het langdurig werken met het geautomatiseerde systeem.
235
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: Financieel-administratief Functie: Administratief medewerker B Functienr: 4.02 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Uitvoeren van administratieve en ondersteunende werkzaamheden. Organisatie Directe chef: catering-manager. Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden – Zorgen voor de voortgang van de administratie, zodanig dat tijdig de periode afgesloten kan worden. Daartoe intern verzamelen en navragen van nog te ontvangen gegevens, verwerken van deze gegevens, uitzoeken van eventuele verschillen e.d. Uitvoeren van bepaalde (verbands-) controles op de periode-afsluiting. – Opnemen en beantwoorden van telefoontjes voor de manager en/of medewerkers; geven van informatie, doorgeven van bepaalde boodschappen en afhandelen van routine-aangelegenheden. – Beheren van een kleine kas voor het doen van uitbetalingen; bijhouden van een kasboek. – Verrichten van de werkzaamheden zoals genoemd in de functie Administratief medewerker A, functienr. 4.01. – • • – • •
Overleggen over werkzaamheden en navragen van onduidelijkheden. Geven van (telefonische) informatie. Onderhouden van contacten met collega’s (informatief). Bedienen van toetsenbord geautomatiseerd systeem. Accuraat controleren, verwerken en inbrengen van administratieve gegevens; nauwkeurig opvolgen van de werkinstructies.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Eenzijdige houding en belasting van oog- en rugspieren bij het langdurig werken met het geautomatiseerde systeem.
236
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight catering Functie: Keukenassistent Functienr: 5.01 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Verrichten van hulpwerkzaamheden in de toegewezen keuken. Organisatie Directe chef: • Ploegchef, met een ploeg van ca. 10 medewerkers; • Coördinator (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De keukenassistent werkt in óf de voorbereidingskeuken (VBK), óf de warme keuken (WK), óf de koude keuken (KK), óf de patisserie (PAT). – Verrichten van werkzaamheden m.b.t. de voorbereiding van voedingsmiddelen (schoonmaken, wassen, snijden, vormen e.d.) volgens specificatie m.b.v. handgereedschap of keukenapparatuur. Portioneren van gereed product in schaaltjes, bakjes e.d./assembleren van maaltijdcomponenten volgens opdracht. Controleren op voorgeschreven gewicht en specificatie. Afdekken en coderen van maaltijdcomponenten volgens voorschrift. Controleren van servies e.d. op reinheid. Signaleren van afwijkingen/storingen aan coördinator. – Ophalen van te verwerken componenten en serviesgoed uit voorraadkasten/ruimten, daarbij letten op hantering fifo-systeem. Afleveren van gereed product op voorgeschreven afdelingen of plaatsen in koelkasten. Uitvoeren en afleveren van eventuele aanvullingen. – Schoonmaken van de werkplek, opruimen van koelingen, kasten en rekken. Afwassen van handgereedschap en gebruikt keukenmateriaal. – •
Overleggen met collega’s over werk en werkuitvoering.
– •
Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden) en medewerkers goederenontvangstcentrum en schoonmakers (informatief). 237
– • •
Hanteren van messen en diverse keukenhulpmiddelen, bedienen van keukenapparatuur. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (HACCP).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van boxen met maaltijden, duwen van loweratorkarren, gevulde trolleys, en containerwagens e.d. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hinder van temperatuursverschillen (overgang keukens, koel-/ vriescellen); soms werken onder druk bij verstoringen of piekuren. – Kans op letsel door snijden aan messen of gebroken porselein, door stoten, schaven of omvallen materiaal, door branden aan hete delen en door uitglijden op (natte/vette) vloeren.
238
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight catering Functie: Kok Functienr: 5.02 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bereiden van de te produceren verstrekkingen en maaltijdcomponenten t.b.v. diverse afnemers. Organisatie Directe chef: Ploegchef, met een ploeg van ca. 10 medewerkers; Coördinator (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De kok is inzetbaar in alle secties van óf de voorbereidingskeuken (VBK), óf de warme keuken (WK), óf de koude keuken (KK). – Bereiden van gevraagde verstrekkingen, maaltijdcomponenten e.d. volgens vaste recepturen, opdrachtgeving/planning en andere instructies vanuit de door de VBK geprepareerde aangeleverde grondstoffen, halffabrikaten e.d. Uitvoeren van de bereiding c.q. afmaken van de producten; bewaken/ controleren van het productieproces (tijd, gaarheid, geur e.d.) en eventueel uitvoeren van bijstellingen. Daarbij letten op juist en efficiënt gebruik van grondstoffen en hulpmiddelen. Plaatsen van geproduceerd product op speciale transporteenheden en deze transporteren naar de daartoe aangewezen plaatsen (o.a. koelkasten). – Uitgiftegereed maken van warme of koude verstrekkingen en maaltijdcomponenten. Opmaken van schotels, schalen e.d., aan de hand van foto’s en eigen inzicht (met uitzondering van VBK). – Schoonmaken van de werkomgeving, keukenapparatuur, -machines en koelkasten. – Begeleiden, in de praktijk, van toegewezen assisterende medewerkers, keukenassistenten en uitzendkrachten. – •
Overleggen met collega’s over werk en werkuitvoering. 239
•
Onderhouden van contacten met collega’s (werkzaamheden) en medewerkers goederenontvangstcentrum en schoonmakers (informatief).
– •
Hanteren van messen, bedienen van keukenapparatuur. Doseren van ingrediënten tot zeer kleine hoeveelheden. Attent zijn op naleving van de gestelde regels t.a.v. werk- en presentatiemethoden en hygiëne (HACCP).
•
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen/verplaatsen van pannen en trolleys met ingrediënten. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk. – Hinder van warmte-uitstraling bij het werken aan kooktoestellen en van temperatuurswisselingen bij het transporteren van en naar koelkasten; soms werken onder druk bij verstoringen of piekuren. – Kans op letsel door snijden aan messen of gebroken porselein, door bedienen van keukenapparatuur, door branden aan hete delen en door uitglijden op (natte/vette) vloeren.
240
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight Catering Functie: Procescoördinator Functienr: 5.03 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Realiseren van de operationele uitvoering van delen van het productieproces in wisselende diensten. Organisatie Directe chef: duty manager. Ondergeschikten: 10 – 30 productiemedewerkers A en B. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De procescoördinator werkt roulerend binnen de afdelingen volgens de planning van de directe chef. Hij werkt met medewerkers van diverse culturele achtergrond en nationaliteit. – Leiding geven aan door de medewerkers uit te voeren werkzaamheden in het toegewezen deel van een afdeling (dagmagazijn, productielijn 1, 2 en 3 BM EQH), die omvatten het sorteren en afwassen van aangeleverde vliegtuigbeladingen en assembleren van equipment, voedsel- en non-food-beladingen t.b.v. diverse luchtvaartmaatschappijen. Daartoe efficiënt indelen van medewerkers, geven van informatie/ instructies e.d., bewaken van de werkkwaliteit en -voortgang, stimuleren/motiveren van medewerkers, ,,dagelijks’’ inwerken van nieuwe medewerkers en mede behandelen van personeelsaangelegenheden (betrokken bij aanname, optreden als eerste beoordelaar, coördineren van aanvragen verlofuren, ziekteverzuim e.d.); adviseren van directe chef hierover. – Realiseren dat de werkzaamheden in het toegewezen gedeelte van het productieproces volgens planning en volgens de geldende procedures/kwaliteitseisen worden uitgevoerd; zorgen voor een zorgvuldige en efficiënte inzet van medewerkers en materieel en op een doelmatig gebruik van grondstoffen en equipment. Corrigeren van de dagplanning op basis van opkomst, in overleg met de duty manager. Signaleren van procesverstoringen en deze zo mogelijk bijsturen en nemen van noodzakelijke beslissingen; op de hoogte stellen van de
241
directe chef indien verstoringen tot vertragingen in het productieproces kunnen leiden. Zorg dragen voor het opgeruimd en overzichtelijk houden van het toegewezen deel van de afdeling, zorgen voor het naleven van de regels van orde, netheid, hygiëne (HACCP), gedrag. – Verrichten van bestellingen bij externe leveranciers na overleg met duty manager. Doornemen van ontvangen gegevens (lijsten, kaartjes e.d.) t.b.v. vluchtwijzigingen en hierover rapporteren aan de duty manager en afstemmen en overleg voeren met diverse interne afdelingen. – Rapporteren over performance van het toegewezen deel van de afdeling aan directe chef (dagelijks meerdere malen). – Zelf meewerken aan de uitvoering van de werkzaamheden, indien dit voor de voortgang noodzakelijk is. Zonodig waarnemen van directe chef v.w.b. lopende werkzaamheden. – • • – •
•
Geven van aanwijzingen en instructies aan medewerkers. Bespreken van werkzaamheden met directe chef en collega’s. Onderhouden van contacten met medewerkers (instructie, opleiding, overleg), collega’s en directe chef (overleg, rapportage). Handmatig inpakken van laden, trolleys, containers en rekken van de afwasmachine (bij zelf meewerken). Bedienen van toetsenbord van diverse geautomatiseerde systemen. Bedienen van rollend materieel zoals lowerator, trolley; opheffen van kleine storingen aan apparatuur. Attent zijn op het naleven van de gestelde huisen gedragsregels en de regels t.a.v. hygiëne (HACCP).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van dozen, manden, bakken e.d.; duwen van containers, trolleys e.d. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk; gedwongen houding bij het uitvoeren van de werkzaamheden. – Hinder van temperatuursverschillen en van het geluid van in werking zijnde apparatuur, van vocht, onfrisse lucht en aanraking met etensresten; werken onder druk bij verstoringen of piekuren. – Kans op letsel door uitglijden op gladde vloeren, door vallende artikelen/containers, gebroken flessen, gebroken serviesgoed e.d.
242
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight catering Functie: Produktiemedewerker A Functienr: 5.04 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Sorteren en afwassen van aangeleverde vliegtuigbeladingen en assembleren van equipment, voedsel en non-food-beladingen t.b.v. diverse afnemers. Organisatie Directe chef: Duty manager; Procescoördinator (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De werkzaamheden worden verricht op één van de door de directe chef toegewezen werkplekken. – Afwassen van diverse retour gekomen materialen m.b.v. afwasinstallaties. Daartoe o.m.: • transporteren van gesorteerde materialen (serviesgoed, glazen, trolleys, containers e.d.) naar de betreffende afwasinstallaties; • afruimen/verwijderen van etensresten, vuil e.d.; • afwassen van materialen m.b.v. automatische afwasinstallaties; • opruimen/sorteren van schoon materiaal in manden, laden e.d.; daarbij controleren op reinheid en beschadigingen; • coderen van laden, manden e.d. ten behoeve van automatische opslag; • afwassen van trolleys m.b.v. trolleywasmachine; transporteren van schone trolleys naar opslagplaats. – Afwassen (handmatig) van bepaalde artikelen (bijv. hotjugs). Demonteren van kranen en controleren van deze hotjugs na montage. – Schoonmaken en schoonhouden van afwasinstallaties door het demonteren en schoonmaken van losse elementen, filters, doorvoeren, openingen e.d. Controleren van de afwasmachines na demontage/ montage van de diverse elementen. Schoonhouden van de eigen werkplek.
243
– Gereedmaken van equipment-bestellingen volgens planning en specificatie. Daartoe o.m.: • controleren van binnenkomend equipment op reinheid en/of beschadigingen en (in geval van leveringen) op juistheid/ volledigheid van levering. Tevens uitpakken van equipment; • assembleren van standaarden (porselein, glas, bestek, linnen, hot towels e.d.) in laden, containers en trolleys. – Gereedmaken van food en non-food-bestellingen volgens planning en specificatie. Daartoe o.m.: • opdekken van plateaus voor diverse maatschappijen; • assembleren van maaltijdcomponenten volgens aanwijzingen en opdrachten van de procescoördinator. – Ontvangen van teruggekomen trolleys, containers e.d. in het dagmagazijn en gereedmaken van bestellingen. Daartoe o.m.: • uitsorteren/transporteren van retourgoederen naar de diverse subsecties en regenereren van de inhoud volgens specificatie; • controleren van de inhoud op uiterlijk en houdbaarheid (datumcode) en uitsorteren van voor hergebruik geschikte artikelen; • deciliteren van flessen sterke drank; • verzamelen van orders non-food-artikelen aan de hand van manuals. – Verrichten van diverse voorkomende werkzaamheden op de diverse afdelingen. – • • – • •
Melden van de werkvoortgang en signaleren van problemen aan de procescoördinator. Onderhouden van contacten met collega’s en medewerkers andere afdelingen (informatief). Handmatig inpakken van laden, trolleys, containers en rekken van de afwasmachine. Attent zijn op het naleven van de gestelde huisen gedragsregels en de regels t.a.v. hygiëne (HACCP).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van manden, bakken e.d.; duwen van containers, trolleys e.d. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk; gedwongen houding bij het uitvoeren van de werkzaamheden. – Hinder van temperatuursverschillen en van het geluid van in werking zijnde apparatuur, van vocht, onfrisse lucht en aanraking met etensresten; soms werken onder druk bij verstoringen of piekuren. – Kans op letsel door uitglijden op gladde vloeren, door vallende artikelen/containers, gebroken flessen, gebroken serviesgoed e.d.
244
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight catering Functie: Productiemedewerker B Functienr: 5.05 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Sorteren en afwassen van aangeleverde vliegtuigbeladingen en assembleren van equipment, voedsel en non-food-beladingen t.b.v. diverse afnemers. Organisatie Directe chef: Duty manager; Procescoördinator (vaktechnisch). Ondergeschikten: geen. Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De werkzaamheden worden verricht op één van de door de directe chef toegewezen werkplekken. De Productiemedewerker B voert in principe de werkzaamheden van Productiemedewerker A uit, aangevuld met de volgende taken/verantwoordelijkheden. – Ondersteunen van het afwasproces door het o.m.: • sorteren van de van afnemers teruggekomen trolleys en containers op de afdeling; • uitsorteren van voor hergebruik geschikte artikelen (zoals ongeopende blikken, flessen e.d.); • legen van trolleys en plaatsen van plateaus op de afruimband; • afvoeren van schone materialen naar de daarvoor bestemde plaatsen. – Gereedmaken van equipment-bestellingen voor de vluchtuitvoering van buitenlandse maatschappijen (BM) en assisteren bij het voorraadbeheer hiervan. Daartoe o.m.: • verzamelen van benodigde equipment, zonodig met behulp van heftruck; • assembleren van veelal niet-standaard bestellingen; • mede inventariseren van de voorraden. – Verrichten van niet-standaard opdek- en assemblagewerkzaamheden, zoals: • opdekken van plateaus d.m.v. zgn. tafelproductie; 245
• • •
vullen van containers, waarvan de inhoud een grotere diversiteit vertoont dan die van de standaardproductie; toevoegen van speciale maaltijden/maaltijdcomponenten aan de basisbelading; uitvoeren van vluchtregulatiewerkzaamheden.
– Verrichten van niet-standaard werkzaamheden in het dagmagazijn zoals: • assembleren van documenten en niet-standaard bestellingen aan de hand van manuals; • vluchtgericht ,,orderpicken’’ van non-food-bestellingen; • uitvoeren van retourtellingen, volledigheidscontroles en kistwisselingen. – Verrichten van de bij de werkzaamheden behorende administratieve taken zoals: • registreren van opgehaalde en verwerkte hoeveelheden aan de hand van actuele bestellingsinformatie; • opnemen van reeds vastgelegde bestellingen en deze invoeren in het geautomatiseerde systeem; controleren van data-invoer op juistheid; • verzamelen van de BM-administratie t.b.v. de douane, alsmede de afdeling controlling. – Mede begeleiden van de voortgang van de werkzaamheden, door het aangeven van het tempo, geven van praktische aanwijzingen aan collega’s, verzorgen van de aanwezigheid van de juiste werkvoorraden t.b.v. een goede doorloop van het proces, controleren van eindproducten aan de hand van specificaties e.d. – • • – • •
Geven van aanwijzingen/informatie aan collega’s. Melden van de werkvoortgang en signaleren van problemen aan de procescoördinator. Onderhouden van contacten met collega’s en medewerkers andere afdelingen (informatief). Handmatig inpakken van laden, trolleys, containers en rekken van de afwasmachine. Bedienen van heftruck en van toetsenbord geautomatiseerd systeem. Attent zijn op het naleven van de gestelde huisen gedragsregels en de regels t.a.v. hygiëne (HACCP).
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Vullen van manden, bakken e.d.; duwen van containers, trolleys e.d. – Lopend en staand, soms plaatsgebonden werk; gedwongen houding bij het uitvoeren van de werkzaamheden. – Hinder van temperatuursverschillen en van het geluid van in werking
246
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
zijnde apparatuur, van vocht, onfrisse lucht en aanraking met etensresten; soms werken onder druk bij verstoringen of piekuren. – Kans op letsel door uitglijden op gladde vloeren, door vallende artikelen/containers, gebroken flessen, gebroken serviesgoed e.d.
247
BEDRIJFSTAK CONTRACT-CATERING Functiecategorie: In-flight catering Functie: Chauffeur/belader Functienr: 5.06 FUNCTIE-OMSCHRIJVING Doel Bevoorraden van vliegtuigen van binnen- en buitenlandse maatschappijen met levensmiddelen, dranken, lectuur en diverse andere artikelen. Organisatie Directe chef: Duty manager, met een ploeg van ca. 80 medewerkers; Procescontroller (vaktechnisch). Ondergeschikten: 1 belader/bijrijder (vaktechnisch). Voornaamste taken/verantwoordelijkheden De werkzaamheden worden verricht op één van de toegewezen werkplekken, onder vaktechnische leiding van één van de procescontrollers. – Realiseren van de assemblage- en afhandelingsopdrachten volgens de door de procescontroller gemaakte indeling en de gestelde normen, tijden en specificaties. Daartoe o.m.: • vluchtgereedstellen, per vluchtnummer, van de bevoorrading voor vliegtuigen; • controleren vóóraf van aantallen te laden containers/trolleys, de juiste wijze van stuwen e.d.; zonodig zelf laden van de schaarwagen; • transporteren van bevoorradingen naar de aangegeven vliegtuigen m.b.v. een schaarwagen; • correct positioneren van de schaarwagen bij het vliegtuig en op hoogte brengen van de laadbak met behulp van de hefinrichting; • lossen en laden van containers/trolleys en plaatsen van bevoorradingen op de voorgeschreven plaatsen; • zonodig uitvoeren van belly/galley-wisselingen volgens eisen van de betreffende maatschappij; • lossen van retour gekomen containers/trolleys op de daartoe aangewezen afdeling en deze sorteren naar klasse, bestemming e.d.; • verrichten van los- en beladingswerkzaamheden op andere vliegvelden bij uitgeweken vluchten (incidenteel); • lossen en laden van LD3-containers van de thuisreisbevoorrading m.b.v. vrachtwagen met laadklep-installatie; • uitvoeren van wijzigingen bij afwijkingen van de standaard belading op aanwijzing van de catering representatives; • melden van verstoringen/problemen e.d. (met behulp van portofoon) aan de procescontroller. – Afhandelen van de nalevering volgens opdracht; indelen van de 248
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
afhandelingsvolgorde a.d.h.v. vertrektijden van vluchten. Doorgeven van eventuele nabestellingen aan directe chef. – Uitvoeren van dagelijkse controles, schoonhouden, en eventueel tanken van de toegewezen schaarwagen; controleren en schoonhouden van het toegewezen cateringterrein. Direct melden en afhandelen van eventuele schades (w.o. invullen schadeformulier) volgens procedure. – Invullen/inleveren van rij-opdrachten en doorgeven van storingen/ mankementen aan de procescontroller. – Toezien op de werkzaamheden van de belader en/of bijrijder, geven van werkaanwijzingen e.d. – • •
– • •
Melden van problemen met werk/werkvoortgang aan directe chef. Overleggen met de medewerkers andere afdelingen over werkzaamheden (vaak in het Engels). Onderhouden van contacten met medewerkers andere afdelingen, alsmede douanebeambten, vertegenwoordigers en bemanningen van vliegtuigmaatschappijen (werkuitvoering). Besturen van de schaarwagen/vrachtwagen en de hefinstallatie volgens instructieboek chauffeur/belader (C-rijbewijs en chauffeursdiploma vereist). Oplettend zijn tijdens ritten op het luchthavencomplex. Letten op de aflevering van de juiste bevoorradingen volgens afhandelingsnormen en op naleving van de voorschriften van de betrokken maatschappij, de luchthaven en de eigen organisatie.
Inconveniënten (werkomstandigheden) – Krachtsinspanning bij het frequent verplaatsen van wagens met containers, en het frequent plaatsen/tillen van containers op juiste plaatsen in het vliegtuig (soms boven 25 kg zonder hulpmiddelen). – Werken onder moeilijke ergonomische omstandigheden, hetzij direct (kleine ruimte in het vliegtuig), hetzij indirect (met veel disciplines tegelijk in het vliegtuig). – Hinder van wind, tocht en van wisselende weersomstandigheden en van het geluid van draaiende straalmotoren, power units e.d. Irritatie aan luchtwegen door uitlaatgassen. Werken met tijdlimieten waarbij soms sprake is van hoge werkdruk (laadproces is laatste schakel); daardoor onregelmatige rust-/ eetpauzes. 249
– Kans op letsel bij het tillen van containers, bij verkeersongevallen, bij vallen van hoogwerkers e.d. Kans op gehoorbeschadiging (werken met gehoorbescherming is soms onmogelijk).
250
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. BESCHRIJVING VAN DE ORBA-METHODE Voor diegenen, die geïnteresseerd zijn in de achtergronden van de ORBA-methode, zijn in dit hoofdstuk de belangrijkste aspecten van deze methode opgenomen. Deze tekst is overgenomen uit brochures van de AWVN over de ORBA-methode. Voor o.a. het bereiken van een evenwichtig en rechtvaardig beloningssysteem in een bedrijf of een bedrijfstak wordt een systeem van functiewaardering toegepast. De grondgedachte daarbij is, dat een functie die meer eisen stelt aan de functievervuller, ook beter mag worden beloond. Met behulp van functiewaardering worden de eisen, die aan een functievervuller worden gesteld om de functie naar behoren uit te oefenen, geanalyseerd en als het ware ,,gewogen’’. Daaruit ontstaat het functieniveau, de ,,zwaarte’’ van de functie. Functiewaardering is een methode om functieniveaus te bepalen, niet om mensen in de uitoefening van hun functie te beoordelen! De ORBA-methode is een integraal toepasbare methode van analyse en functiewaardering, die voor alle functies in het bedrijfsleven, ongeacht het niveau of het vakgebied, kan worden gehanteerd. Het gehele proces van ontwikkeling, toetsing en praktijk van de ORBAmethode is en wordt van nabij gevolgd en positief-kritisch begeleid door de deskundigen van de vakverenigingen. Over de systematiek en de uitwerking van de ORBA-methode wordt door de systeemhouder voortdurend indringend overleg gepleegd; daardoor bestaat bij de vakbondsdeskundigen vertrouwen in systematiek en procedures. Anderzijds zijn zij in staat de toepassing in de praktijk zelf deskundig te volgen en te toetsen. Een functie-onderzoek op basis van de ORBA-methode bestaat in principe uit de volgende fasen: 1. Overeenkomen van de doelstelling(en) van het onderzoek en van procedures, taakverdeling, etc. 2. Introductie van het onderzoek. 3. Verzamelen van informatie (b.v. door middel van vragenformulieren, interviews, werkgroepen). 4. Analyseren, eventueel structureren van informatie. 5. Opstellen van afdelings- en functie-omschrijvingen. 6. Waarderen van omschreven functies. De ORBA-methode maakt voor de analyse en waardering van de vereisten gebruik van een analysemodel, dat is verwoord en vastgelegd in de zgn. systeemsleutel. Het analysemodel omvat 5 hoofdkenmerken, te weten: – verantwoordelijkheid 251
– kennis – sociale interactie – specifieke handelingsvereisten – bezwarende omstandigheden De hoofdkenmerken zijn onderverdeeld in dertien gezichtspunten. Elk gezichtspunt is op zijn beurt opgebouwd uit 2 invalshoeken, ook wel aspecten genoemd. Deze zijn nodig om het voor de functie vereiste niveau van elk gezichtspunt precies vast te stellen. Elk gezichtspunt heeft binnen het analysemodel een eigen gewicht, dat tot uiting komt in de zgn. afweegfactor. De opbouw van de hoofdkenmerken uit de gezichtspunten is als volgt. afweegfactor Verantwoordelijkheid – problematiek – effect
6 4
Kennis – kennis
5
Sociale interactie – leiding geven – uitdrukkingsvaardigheid – contact
2 2 2
Specifieke handelingsvereisten – bewegingsvaardigheid – oplettendheid – uitzonderlijke kenmerken
2 1 1
Bezwarende omstandigheden – lichamelijke inspanning/massa – lichamelijke inspanning/houding – werkomstandigheden – persoonlijk risico
1 1 3 1
Na de functie-analyse worden door de functie-analist voor elk van toepassing zijnde gezichtspunt ,,graden’’ toegekend. Het aantal graden hangt af van de mate waarin zo’n gezichtspunt wordt vereist, resp. voorkomt in het kader van een juiste uitoefening van de functie. Het aantal graden wordt per gezichtspunt voor elke functie afzonderlijk bepaald. Naarmate meer kennis nodig is, of de zelfstandigheid groter, of het werk zwaarder, of het gezag veelomvattender, worden meer graden voor de desbetreffende gezichtspunten gegeven. Deze ,,gradering’’ vindt plaats met behulp van één of meer tabellen per gezichtspunt. Het is specialistisch werk. In de zgn. systeemsleutel, waarin de ORBA-methode is vastgelegd, zijn voorschriften voor het analyseren naar gezichtspunten en het waarderen 252
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
in graden aangegeven. Om de eenheid bij deze waardering te bevorderen wordt tevens gebruik gemaakt van uitgebreid referentiemateriaal. Dit referentiemateriaal dient als hulpmiddel bij gradering met behulp van normstellende voorbeelden en ter bevordering van eenduidige interpretatie van schema’s. Sommige gezichtspunten zijn met het oog op de bepaling van de rangorde van een functie van groter belang dan andere. Daarom worden verhoudingen in belangrijkheid tussen de gezichtspunten onderling vastgesteld. Men gebruikt daartoe ,,afweegfactoren’’. Deze afweegfactoren liggen in de methode vast en zijn niet afhankelijk van de aard van de in een onderzoek betrokken functies, de aard van de onderneming etc. Zij zijn in het overzicht van de gezichtspunten opgenomen. Het voor elke functie afzonderlijk toegekende aantal graden per gezichtspunt wordt nu vermenigvuldigd met de vaste afweegfactor voor dat gezichtspunt. Dit leidt tot ,,gewogen punten’’ voor elk gezichtspunt. Optelling van de gewogen punten van de gezichtspunten geeft de totaalwaardering van die functie in punten: de ORBA-score. Dit puntentotaal is maatgevend voor de plaatsing van de functie in een rangorde-overzicht. Dit overzicht wordt gewoonlijk ,,functieniveau-rangorde’’ genoemd. In deze lijst worden alle onderzochte functies in rangorde van de ORBAscores van laag naar hoog weergegeven. Aldus is de relatieve ,,waarde’’ van elke functie ten opzichte van alle overige functies vastgelegd.
253
BIJLAGE Indelingsformulier Bedrijf :....................................................................................................... Afdeling :.................................................................................................... In te delen bedrijfsfunctie: (naam)............................................................. Datum van indeling :.................................................................................. Voor de vergelijking geselecteerde referentiefunctie(s) uit de categorie functienr. functienaam functiegroep Verschillen in functie-inhoud tussen bedrijfsfunctie en referentiefunctie(s) T.o.v. referentiefunctie nr. ........... heeft de bedrijfsfunctie de volgende taken niet: – – – T.o.v. referentiefunctie nr. ........... heeft de bedrijfsfunctie de volgende taken wel, die in de referentiefunctie niet voorkomen: – – – Conclusie De bedrijfsfunctie moet in functiegroep ........... worden ingedeeld. Dit formulier is ingevuld door: (naam)
254
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE Tien gouden regels voor het indelen van functies in de CAO van de Contract-catering (behoudens voor de functie cateringbeheerder/ manager) 1. Doelstelling De functies die in een Contract-cateringorganisatie voorkomen moeten worden ingedeeld in één van de salarisgroepen van de CAO. Dit gebeurt door middel van vergelijking (met zgn. referentiefuncties), afweging en uiteindelijke indeling. De verantwoordelijkheid voor de indeling berust bij de werkgever. 2. Hulpmiddelen In het ,,Handboek Referentiefuncties Contract-catering’’ zijn 34 functies omschreven uit diverse soorten Contract-cateringorganisaties: dit zijn de zgn. referentiefuncties. De indeling van deze referentiefuncties is vastgesteld, zodat de salarisgroep, waarin deze referenties thuishoren, bekend is. Opm: Het verdient aanbeveling om de functies in het functiehandboek eerst eens door te lezen, en met name de functies die ook in het bedrijf voorkomen. 3. Eerste stap: verzamelen van functiegegevens De indeling van functies uit het bedrijf (,,bedrijfsfuncties’’) moet zorgvuldig gebeuren. Daarom is het belangrijk een duidelijk beeld te krijgen van alle taken die in de functies voorkomen. Het is aan te bevelen om van de functies gegevens te verzamelen en deze vast te leggen. 4. Tweede stap: bijzoeken van de referentiefuncties Uit de bedrijfsfunctie wordt eerst vastgesteld wat de kern van de functie is. Bij elke bedrijfsfunctie wordt dan de best-passende referentiefunctie (of referentiefuncties) uit het functiehandboek gezocht, d.w.z. de referentiefunctie die er het meest op lijkt. De functies uit het functiehandboek zijn daartoe gesorteerd in categorieën (catering algemeen, beheerders-/ managersfuncties, institutioneel, financieel-administratief en in-flight catering). Soms komen meerdere referentiefuncties in aanmerking als de best-passende referentiefunctie, omdat ze, voor een gedeelte, lijken op de bedrijfsfunctie. Ook kunnen referentiefuncties uit andere categorieën gebruikt worden.
255
Opm. Ga niet uitsluitend op de functienaam af bij het zoeken naar de referentiefunctie. De gehele functie-inhoud is voor de vergelijking van belang. 5. Derde stap: vergelijken De bedrijfsfunctie wordt vergeleken met de gekozen referentiefunctie(s). Dit komt erop neer, dat er wordt bekeken waar de best-passende referentiefunctie verschilt van de bedrijfsfunctie. Het kan zijn, dat de bedrijfsfunctie een aantal taken meer heeft dan de referentiefunctie, of een aantal taken minder. Opm. Het verdient aanbeveling deze meer- of mindertaken (,,plussen’’ en ,,minnen’’) vast te leggen. Gebruik hiervoor het als bijlage bij het functiehandboek opgenomen indelingsformulier. 6. Vierde stap: wegen van de verschillen Nu moet de ,,waarde/zwaarte’’ van de ,,plussen’’ en ,,minnen’’ uit de vorige stap worden bepaald. Zijn het kleine verschillen in b.v. de organisatiestructuur? Behoren de meer- of mindertaken tot de kerntaken of liggen deze op een ander terrein? Het is zaak om van de meer- of mindertaken vast te stellen of ze functieeigen zijn (d.w.z. het zijn taken die logisch bij de kerntaken behoren) ofwel dat ze functie-vreemd zijn (d.w.z. het zijn taken op een volstrekt ander terrein). Bij het ,,wegen’’ van de meer- of mindertaken gaan de volgende regels op: – hoe kleiner het aantal ,,plussen’’ en ,,minnen’’, des te meer lijkt de bedrijfsfunctie op de referentiefunctie; – hoe meer elke ,,plus’’ of ,,min’’ bij de eigenlijke kerntaken behoort, des te meer lijkt de bedrijfsfunctie op de referentiefunctie. 7. Conclusie: gelijkheid Wanneer de ,,plussen’’ en ,,minnen’’ weinig in aantal zijn en tevens tot de kerntaken van de bedrijfsfunctie behoren, dan mag haast altijd worden gesteld dat de bedrijfsfunctie gelijk is aan de referentiefunctie. De CAO-groep van de referentiefunctie geldt dan ook voor de bedrijfsfunctie. 8. Conclusie: verschil Wanneer de ,,plussen’’ en ,,minnen’’ groter in aantal zijn en afwijken van de kerntaken, dan is het meestal ook zo dat de bedrijfsfunctie met meer dan één referentiefunctie te vergelijken is. In dat geval moet bekeken worden in welke CAO-groepen die referentiefuncties zijn ingedeeld: – zijn dat dezelfde groepen, dan hoort de bedrijfsfunctie meestal ook in die groep thuis;
256
Contract-cateringbranche 1999/2001 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– zijn dat verschillende maar opeenvolgende groepen, dan hangt het van de referentiefunctie af waar de bedrijfsfunctie het meest op lijkt. Meestal komt de groep van di referentiefunctie in aanmerking, waar de bedrijfsfunctie het meest op lijkt; – zijn dat groepen die ver uit elkaar liggen, dan ontstaat er een werkelijk indelingsprobleem. Zie punt 9. 9. Conclusie: er is niet uit te komen Voor een heel klein gedeelte van de bedrijfsfuncties zal er worden geconcludeerd dat een goede vergelijking met twee of (maximaal) drie referentiefuncties niet mogelijk is, of dat de groepen van referentiefuncties ver uit elkaar liggen, of dat er zelfs geen enkele referentiefunctie voorkomt. In zo’n geval doet u er verstandig aan, het probleem aan uw organisatie voor te leggen en daarover advies te vragen. 10. Tenslotte De referentiefuncties zijn zorgvuldig gekozen. Naar verwachting zullen verreweg de meeste bedijfsfuncties (heel) goed lijken op maar 1 referentiefunctie. Voor een klein gedeelte van de bedrijfsfuncties zal de vergelijking met 2 of 3 referentiefuncties nodig zijn. Naar schatting zal een paar procent van de bedrijfsfuncties pas een echt indelingsprobleem opleveren. Meestal zult u, met enige hulp van uw organisatie, het probleem wel kunnen oplossen. In laatste instantie kan de Stichting Vakraad voor de Contract-catering u altijd helpen.
257
III. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder II opgenomen bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een ontheffing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd. IV. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. V. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht. VI. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant. ’s-Gravenhage, 17 augustus 1999 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens de Minister: De Directeur van het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie, C.J. Meerhof.
258