– Mind the Gap – Impact voor je jeugdwerk?!
Een onderzoek van de Evangelische Alliantie naar het jeugdbeleid binnen evangelische en pinksterkerken in Nederland in samenwerking met Youth Alive, LEF, Youth for Christ, Soul Survivor, OM en Royal Mission.
Geschreven door:
David Bogaerds
Onderzoek verricht door:
Vincenza La Porta, David Bogaerds
Opdrachtgever:
Evangelische Alliantie i.s.m. Youth Alive, LEF, OM, Youth for Christ, Soul Survivor, Royal Mission
1. Inleiding Er bestond vanuit enkele jeugdorganisaties het vermoeden dat de visie op het jeugdwerk tussen de kerkleiders en de jeugdleiders nogal kan verschillen. Kerkleiders zeggen het jeugdwerk erg belangrijk te vinden, maar wat er in de praktijk van terecht komt lijkt hier nogal eens van af te wijken. Het doel van dit onderzoek is dan ook een betere inzage krijgen in het verschil van beleving van het jeugdwerk tussen de kerkleiders en jeugdleiders. De deelnemende organisaties zijn Youth Alive, LEF, OM, Youth for Christ, Soul Survivor, Royal Mission onder projectleiderschap van de Evangelische Alliantie. Het onderzoek is gehouden in evangelische, baptisten en pinkstergemeenten. Probleemstelling De originele probleemstelling van het onderzoek luidde dan ook: Wat zijn de verschillen in de beleving van het jeugdwerk in Evangelische/pinkster kerken tussen kerkleiders aan de ene kant en jeugdleiders aan de andere kant? Uiteindelijk is er tijdens het onderzoek voor gekozen om de probleemstelling iets breder te formuleren. Dit omdat de tegenstelling tussen kerkleiders en jeugdleiders minder centraal is komen te staan. Er wordt aan de ene kant een beeld geschetst van hoe het jeugdwerk functioneert en aan de andere kant zal er aandacht besteed worden aan de eventuele verschillen in beleving. De definitieve probleemstelling luidt als volgt: Hoe beleven kerkleiders en jeugdleiders het jongerenwerk in hun (evangelische) kerk en welke verschillen zijn er tussen hen in beleving? Definiëring en afbakening Hierbij is het niet altijd makkelijk om een onderscheid te maken tussen kerkleiders en jeugdleiders. In sommige kerken is de jeugdleider lid van het oudstenteam. Met kerkleiders bedoelen we dan ook ouderlingen of voorgangers van een kerk die niet direct betrokken zijn of leiding geven aan het jeugdwerk. De jeugdleiders kunnen in functie variëren van coördinatoren van het jeugdwerk (al dan niet betaald, profs in het jeugdwerk worden jeugdwerkers genoemd) tot aan praktische jeugdleiders die als vrijwilliger groepen leiden. Dit hangt sterk af van de organisatiestructuur van de kerk. De kerken die binnen het onderzoek vallen zijn de stromingen die niet tot de traditionele kerken aangesloten zitten. Het gaat dus om evangelische kerken, pinkstergemeenten en baptistengemeenten. Kenmerk van deze kerken is dat zij relatief onafhankelijk van een overkoepelend orgaan functioneren. Sommigen zijn wel aangesloten bij een groter verband als de VPE of de Unie van Baptistengemeenten, maar hebben binnen dit verband veel vrijheid.
Conclusies Op basis van de gehouden enquête en de aanvullende interviews, kunnen conclusies en aanbevelingen opgesteld worden. Aangezien het hier slechts om een aantal interviews en een beperkt kwantitatief onderzoek gaat kunnen geen bindende of algemene uitspraken gedaan worden betreffende het jongerenwerk in de kerken. Daarom biedt enige voorzichtigheid in acht genomen te worden voor wat betreft conclusies en aanbevelingen. Wel biedt dit onderzoek inzage in wat er in de kerken speelt betreffende jeugdwerk en waarom. Uit de enquête en de interviews blijken er grote overeenkomsten te zijn bij wat er in kerken speelt voor wat betreft jongerenwerk. Hierbij lijken de verschillen tussen Evangelische kerken, pinkster –en baptistengemeenten klein te zijn. Uit het onderzoek kwamen bepaalde duidelijke lijnen naar voren, die nader uitgewerkt zullen worden. Het kwantitatief onderzoek geeft bepaalde indicaties die kunnen worden ingevuld en kleur kunnen krijgen door de interviews. In het kwantitatief onderzoek wordt immers enkel in korte termen gesproken, en is het achterliggende verhaal niet bekend. Dit wordt ingevuld door de interviews. Indicaties kwantitatief onderzoek Sterkten Volgens de enquête zijn de jeugdleiders en kerkleiders het met elkaar eens als ze de sterke punten van hun jeugdwerk benoemen. De eerste vaak genoemde sterkte is het persoonlijke aspect van het jongerenwerk en de onderlinge relaties die er zijn. Een tweede sterkte sluit hierop aan en dat is eenheid, gezelligheid en groepsdynamiek. Een derde genoemde sterkte is de enthousiasme en de passie. Sterkten Toewijding/trouw Persoonlijk/relaties Eenheid/groepsdynamiek/gezelligheid Goede activiteiten Voldoende faciliteiten Samenwerking andere kerken/komst nietkerkelijken Enthousiasme/verlangen/passie Vrijheid Band gemeente / jeugd Ontwikkelingsgericht
Kerkleiders Jeugdleiders 13 3 20 27 20 21 13 3 2 3 2 19 4 4 4
6 21 9 0 6
Knelpunten Als gevraagd wordt naar de knelpunten van het jongerenwerk wordt er een verdeelder beeld geschetst. Wel zijn jeugdleiders en kerkleiders het er over eens dat het tekort aan jeugdleiders een probleem is. Ook een tekort aan motivatie en opkomst van jongeren wordt door beiden genoemd als een echt probleem. Er zijn echter ook verschillen. Opvallend is dat jeugdleiders een tekort aan communicatie en coaching van de kerkleiders noemen. Ook noemen zij een gebrek aan visie en visieontwikkeling, organisatie en slecht beleid als zwakten. Deze zaken worden door de kerkleiders totaal niet genoemd. Dit is een goed voorbeeld van een gegeven dat invulling
gegeven kan worden tijdens de interviews. De kerkleiders noemen als zwakte het feit dat er weinig jongeren in hun kerk zijn. Ook geven zij het contact tussen de jeugd en de kerk aan als zwakte. Knelpunten Tekort leiders Weinig jongeren Lage opkomst / motivatie / afhaken jongeren Connectie kerk en jeugd Gebrek eigen ruimte Communicatie/coaching jeugdleiders - kerlkleiding Slecht beleid, visie en organisatie Naar binnen gericht
Kerkleiders Jeugdleiders 35 26 21 0 21 19 10 0 4 0 2 26 4 30 4 0
Hulp Ook is in de enquête aan jeugd –en kerkleiders gevraagd waarbij zij graag hulp zouden ontvangen. Jeugdleiders noemen hierbij allereerst coaching en training. Dit sluit dan ook aan op de eerder genoemde zwakte. Daarnaast kunnen zij hulp gebruiken bij het ontwikkelen van visie en het vormgeven van een programma of avondinvulling. Als kerkleiders gevraagd wordt waar zij hulp bij kunnen gebruiken, noemen zij vooral hulp bij het trainen van jeugdleiders. Zij zien hier dus ook een sterke behoefte. Kerkleiders Overbruggen generatiekloof Training jeugdleiders Motiveren/stimuleren jeugd Hoe bereiken ongelovige vrienden Lesmateriaal/programma
3 13 5 4 2
Jeugdleiders Visie ontwikkelen Coaching/training Communicatie leiding kerk Vinden extra leiders Lesmteriaal/programma
7 8 2 2 8
Aanvullend kwalitatief onderzoek
Er zijn diepte-interviews gehouden met acht jeugdleiders en vier kerkleiders ter uitdieping van bovenstaande opvallendheden. Tijdens deze interviews stond het functioneren van het jongerenwerk centraal. Hierbij werd gevraagd naar organisatiestructuur, visie, contact met de kerk, algeheel functioneren, de ontwikkeling van jongeren en dergelijke.
“Als je
Ontwikkeling visie geluk hebt Het is erg opvallend dat veel jeugdleiders sterk bezig waren met het blijven ontwikkelen van een visie en het al dan niet op papier zetten van deze visie. Dit verklaart ook de behoefte aan visieontwikkeling die bleek uit de jeugd enquête. Veel gesproken jeugdleiders waren nog niet zo lang actief in die leiders rol. Veel jeugdleiders zijn jong en de doorstroomsnelheid een jaar” is hoog. Dit laat zien dat continuïteit een duidelijk “Alles probleem is binnen het jeugdwerk van deze kerken. De visie is draaiende afhankelijk van de jongerenleider en staat niet op zichzelf. Er wordt houden op amper gewerkt met de visie van anderen, maar elke nieuwe
de korte termijn kost me alle energie”
jeugdleider zet zijn nieuwe visie op. Ook lange termijn doelen lijken te ontbreken. De meeste jeugdleiders zijn sterk bezig met het hier en nu. Met hoe het jeugdwerk nu functioneert, hoeveel jongeren er komen en hoe de geestelijke graadmeter nu is. Velen komen amper toe aan lange termijn doelen en proberen het jeugdwerk in stand te houden. Ze zijn al lang blij als er jongeren komen en ze het naar hun zin hebben. Dragen visie In geen enkele kerk was het leidersteam van de kerk de dragers van de visie van het jeugdwerk. Zij laten het ontwikkelen en uitvoeren van een visie graag over aan de jeugdleiders. Dit terwijl het voor de continuïteit misschien een goed “Ik krijg alle idee zou zijn als de kerkleiders meer drager zouden zijn van de vrijheid van visie. Ook is er amper kritische reflectie op het functioneren van de jeugdleider. Vaak blijft het enkel bij het “op de hoogte houden” van de kerkleiding” de kerkleiding. Zelfs dan is het nog een luxe als de kerkleiding echt goed op de hoogte is van wat er speelt. Vrijheid en verantwoordelijkheid De jeugdleiders hebben dus enorm veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Deze vrijheid wordt door hen ook gewaardeerd. Aan de andere kant missen ze soms wat input of hebben het gevoel dat ze er wat alleen voor staan. Zij hebben echter liever deze situatie dan een situatie waarin ze aan heel veel regels en dergelijke moeten voldoen. Onderwijs Ook wat betreft invulling van de avonden is vrijheid voor veel jeugdleiders belangrijk. Slechts één van de geïnterviewde kerken had een structureel plan voor onderwijs. Vaak ligt de verantwoordelijkheid voor het onderwijs bij degene die “Onderwijs de avond organiseert. Vanuit de leiding van de gemeente wordt is erg ad amper input gegeven voor onderwijs, terwijl daar wel de kennis ligt. De nadruk ligt dan ook sterk op gemeenschap. Veel jeugdleiders zijn hoc zonder blij als de jongeren komen en het naar hun zin hebben. Als de vast beleid” jongeren ook echt iets meekrijgen is dat mooi meegenomen. In de praktijk ligt de focus daar vaak niet. Veel jongerengroepen zijn dan ook behoorlijk hecht. Jongeren komen graag en de opkomst is over het algemeen vrij behoorlijk. Er is wel weinig kijk op hoeveel jongeren er “verdwijnen”. In de vroege tienerfase komen jongeren nog mee met hun ouders en is er nog wel zicht op hoe het met de jongeren gaat Als zij wat ouder worden gaan ze studeren, verhuizen of naar een andere gemeente, en is het moeilijk na te gaan hoe het de jongeren vergaat.
Eilandje Het jongerenwerk wordt sterk getypeerd als eilandje op zich. Dit is natuurlijk ook iets wat onvermijdelijk en natuurlijk is. Aan de andere kant zou de relatie tussen de jongeren en de kerk(leiding) vaak beter kunnen. Er zou meer wederzijdse aandacht kunnen zijn. Zowel kerkleiders als jeugdleiders weten alleen niet echt hoe.
Tekort leiders In het kwantitatieve onderzoek wordt het tekort aan leiders als een groot probleem genoemd. Dit komt ook deels naar voren in het kwalitatieve “Jeugdwerk onderzoek. Wat echter ook vaak genoemd wordt tijdens de interviews, is de beperkte committent en tijd die jeugdleiders is zwaar hebben. Ze hebben het al druk met verschillende avonden van de naast een kerk, en er is weinig ruimte voor meer, zoals een training of extra gewone incidentele activiteit. Jeugdleiders hebben al overvolle agenda’s. baan” Ook is het voorbereiden van een kring of avond soms veelgevraagd.
Aanbevelingen
Aanbevelingen kerken Kerkstructuur In veel kerken heeft één van de oudsten een speciaal mandaat voor het jongerenwerk. Bij de onderzochte kerken werd het grote belang van jongerenwerk steeds meer ingezien, wat moet leiden tot een grotere betrokkenheid van de kerkleiding bij het jongerenwerk. Het is aan te bevelen dat in ieder geval één van de oudsten intensief contact heeft met de jeugdleider(s). Het zou goed zijn als dit contact dieper gaat dan enkel af en toe een bijeenkomst. Jeugdleiders kunnen rechtstreekse input vanuit de leiding van de kerk goed gebruiken. Beoordeling fuctioneren In een dergelijke structuur kan door de leiding van de kerk veel kritischer gereflcteerd worden hoe het jongerenwerk functioneert. Via de oudste die zich gericht bezighoudt met jongerenwerk is de gehele leiding van de kerk beter op de hoogte. In de huidige situatie is het te vaak het geval dat kerkleiders het jongerenwerk volledig in handen van jeugdleiders geven, zonder dat er enige beoordeling of kritische reflectie plaatsvindt. Attitude jeugdleiders Jeugdleiders zouden vaker op de kerkleiding af mogen stappen. Uit het onderzoek bleek dat jeugdleiders de vrijheid die ze hebben wel waarderen, maar toch wat input en betrokkenheid missen. Ze zouden de kerkleider actiever om feedback of input kunnen vragen. Ook zouden ze in veel gevallen meer mogen eisen qua middelen zoals bijvoorbeeld financiële middelen. Als kerkleiders het jongerenwerk echt belangrijk vinden, hebben zij daar ook iets voor over. Jeugdleiders moeten echter ook het lef tonen om dit te vragen. Visieontwikkeling Continuïteit bleek een groot probleem te zijn omdat jeugdleiders vaak slechts enkele jaren blijven en vaak hun eigen visie ontwikkelen. De visie is te vaak afhankelijk van hen. Visieontwikkeling wordt vaak als taak bij een jeugdleider neergelegd. Dit zou echter veel meer een proces moeten zijn dat kerkleiders samen met jeugdleiders doorlopen. Zo wordt de visie breder en ook vanuit de leiding van de kerk gedragen.
Aanbevelingen jeugdorganisaties Richten op visieontwikkeling Uit het onderzoek bleek dat veel jeugdleiders bezig waren het met ontwikkelen van een visie voor het jongerenwerk. Velen leken hier ook alleen in te staan. Trainingen zouden jeugdleiders handvaten kunnen geven over hoe ze een degelijke visie neer kunnen zetten en hoe ze de oudstenraad en andere jeugdleiders daarbij kunnen betrekken. Er kan onderwijs gegeven worden over hoe je een visie ontwikkelt die breed gedragen wordt. Hier zou meer nadruk op kunnen liggen bij het organiseren
van trainingsdagen. Daarnaast zou er tijdens de persoonlijke begeleiding en contacten met jeugdleiders meer gericht gecoacht kunnen worden op visieontwikkeling. Jeugdorganisaties spelen hier een geweldig belangrijke rol in. Training omgang kerkleiders en jeugdleiders Kerk –en jeugdleiders kunnen meer getraind worden om de onderlinge samenwerking en afstemming te verbeteren. Vragen als “wat kan/mag ik verwachten van mijn kerk –of jeugdleider” kunnen beantwoord worden. Hoe zet je een goede structuur en samenwerking neer. De behoefte ligt waarschijnlijk meer op het relationele dan op het organisatorische vlak.