Provincie Zeeland
Provincie Zeeland
Ruimte
Vijftiende jaargang nr. 89 - oktober 2004
Milieutijdingen In dit nummer:
Natuur
Milieu
pag: Natuurlijk Vitaal ............................................................................................................. 1 Het Veerse Meer na de Katse Heule .................................................................................2 Omgevingslucht in Terneuzen...........................................................................................3 Geluidzoneaanpassing .....................................................................................................4 Uitreiking cheque externe veiligheid..................................................................................4 Gegevens uitstoot openbaar ............................................................................................5 Duurzame energie kansrijk in Zeeland...............................................................................6 Samenwerken bij klimaatbeleid ........................................................................................6 Milieubarometer voor de zorg ..........................................................................................7 Lezersonderzoek ............................................................................................................8
Water
Afdeling Communicatie, Nieuwe Burg 42. Postadres: Postbus 6001, 4330 LA Middelburg, telefoon (0118) 63 14 00.
Natuurlijk Vitaal Na een jarenlange voorbereiding heeft de gebiedscommissie West Zeeuwsch-Vlaanderen haar visie op de toekomst van de regio voltooid. Natuurlijk Vitaal is op 13 juli van dit jaar door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Het is een integrale visie, waarbij een evenwicht wordt gezocht tussen economische ontwikkeling en een aantrekkelijke en veilige leefomgeving. Natuurlijk Vitaal heeft een ambitieuze doelstelling: de geleidelijke achteruitgang van bevolkingsaantal en werkgelegenheid die in West Zeeuwsch-Vlaanderen al honderdvijftig jaar plaatsheeft, moet worden gestopt. Hoe bereik je dat? Door het benutten van de vele sterke punten die West Zeeuwsch-Vlaanderen heeft. Een uniek landschap, mooie stranden, waardevolle overblijfselen van forten en schansen uit de tachtigjarige oorlog en een gunstige ligging ten opzichte van de zuiderburen.
Kansen Aan de kust komt ruimte voor recreatiebedrijven om uit te breiden en hun product te verbeteren. Tegelijkertijd wordt door deze ondernemers bijgedragen aan de aanleg van driehonderd hectare nieuw duinlandschap waar dagrecreatie en natuur hand in hand gaan. Het gebiedsplan geeft aan dat er ook kansen liggen voor een combinatie van deze recreatienatuur met andere ontwikkelingen. In West Zeeuwsch-Vlaanderen bevindt zich bijvoorbeeld ook één van de zwakke schakels in de Nederlandse kustverdediging. Een slimme combinatie van duinlandschap en een kustverdediging die grotendeels bestaat uit nieuwe duinen ligt voor de hand.
2
Combinaties Ook het overige landschap zal een opfrisbeurt krijgen. Daarbij worden combinaties gemaakt om maximaal te profiteren van beschikbare middelen. Bij de aanleg van nieuwe natuurgebieden komt klei en zand vrij die kan worden gebruikt voor het herstel van afgegraven dijken, stadswallen of forten uit de tachtigjarige oorlog. Aanleg van natuurvriendelijke oevers wordt gecombineerd met het verwijderen van de voedselrijke sliblaag (kwaliteitsbaggeren), waardoor de waterkwaliteit verbetert. Tegelijkertijd neemt ook de capaciteit voor waterafvoer en waterberging toe, zodat bij extreme neerslag de schade voor de landbouw beperkt blijft. Verbetering van het peilbeheer in de polders door middel van nieuwe stuwen heeft voordelen voor de landbouw, maar biedt ook de mogelijkheid om verdroging in natuurgebieden tegen te gaan. Kortom: overal liggen kansen om werk met werk te maken.
Toekomst En de resultaten van Natuurlijk Vitaal… Daar valt alleen naar te gissen. Dat is dan ook precies wat het bureau Ecorys in opdracht van de gebiedscommissie heeft gedaan. Landschap, milieu, natuur, veiligheid, cultuurhistorie en de waterhuishouding gaan er op vooruit. Hoeveel dat precies zal zijn, is niet in getallen uit te drukken. Hoeveel inwoners en banen West Zeeuwsch-Vlaanderen er bij kan krijgen, is wel aan te geven. Als het gebiedsplan helemaal wordt uitgevoerd, zal naar de regio in 2018 naar schatting vierhonderd extra inwoners hebben, in plaats van bijna vierhonderd minder zonder het plan. De werkgelegenheid gaat er nog meer op vooruit, namelijk met bijna duizend extra banen. De komende jaren wordt het gebiedsplan uitgevoerd. U bent van harte welkom om naar West Zeeuwsch-Vlaanderen te komen, zodat u met eigen ogen kunt zien dat er wordt gewerkt aan een nog mooier, schoner en economisch gezond gebied.
Het Veerse Meer na de Katse Heule Op 23 juni 2004 is ‘Katse Heule’ officieel in werking gesteld. De eerste conclusies van de ingebruikname van deze ververskoker in de Zandkreekdam, ook regelmatig aangeduid als ‘het doorlaatmiddel’, laten zien dat het zout- en zuurstofgehalte in het meer sneller dan verwacht is toegenomen. Eind september was het zoutgehalte gestegen van iets minder dan tien promille eind mei, tot ruim vijftien promille in de bovenste lagen en zelfs zeventien promille in de diepste delen van het meer. Daarmee nadert het zoutgehalte in het meer het gehalte van de Oosterschelde (circa achttien promille). Vooraf was regelmatig de vrees uitgesproken dat de aanpassing van het zoutgehalte zich zou beperken tot het oostelijk deel van het meer. In de praktijk blijkt dus dat de stijging van het zoutgehalte in het hele meer optreedt. Een andere duidelijke verbetering vormt de toename van het zuurstofgehalte. Terwijl vroeger, zonder ververskoker, het zuurstofgehalte in de diepere delen ‘s zomers al spoedig daalde tot minder dan twee milligram per liter, worden in de nieuwe situatie in het hele meer zuurstofgehalten van circa vijf tot negen milligram per liter aangetroffen.
Stroomsnelheid Bijna een maand na de opening van de ververskoker bleek er aan de Oosterscheldezijde nog een opstartprobleem te zijn als gevolg van de stroomsnelheden vlak achter de koker. Deze snelheden tastten de vloer van de uitstroomopening aan. Hierdoor is het doorlaatmiddel bijna drie weken buiten gebruik geweest. In die periode daalde het zuurstofgehalte in de diepere delen van het meer al snel weer aanzienlijk. In die putten werden spoedig gehalten van minder dan twee mg per liter gemeten. Maar toen begin augustus het doorlaatmiddel, met gebruik van een iets lagere capaciteit, weer in gebruik genomen werd, was de gunstige situatie met duidelijk hogere zuurstofgehalten in het hele meer weer snel hersteld.
Analyse Momenteel wordt de ontwikkeling van de waterkwaliteit in het meer in de eerste maanden na ingebruikname van de ververskoker door RIKZ geanalyseerd. De eerste conclusies van de ingebruikname laten zien dat het zout- en zuurstofgehalte in het meer sneller dan verwacht is toegenomen. Biologische veranderingen zullen naar verwachting in 2005 beter zichtbaar zijn. De veranderingen in zoutgehalte, zuurstofgehalte en ook de concentraties van nutriënten treden dan al vroeger in het jaar op dan afgelopen jaar. Omdat juist deze periode bepalend is voor de soortenontwikkeling van algen, planten en dieren in het meer, zal de invloed op de soortensamenstelling dan veel groter zijn dan afgelopen jaar. Cadzand. (foto: Provincie Zeeland)
Milieutijdingen nr. 89 - 2004
3
De Katse Heule (foto : Eugène Daemen)
Informatie over het actuele peil, de temperatuur en het zoutgehalte van het meer onder andere is te vinden op www.actuelewaterdata.nl (locatie Veerse Meer 3 en 4). Nadere informatie over de toestand van het Veerse Meer is te krijgen bij Rijkswaterstaat Zeeland, Eugène Daemen, (0118) 686405,
[email protected]
Omgevingslucht in Terneuzen
terug te vinden zijn en dat het risico aanwezig is dat er ophoping in de voedselketen optreedt.
Preventief Het regenwateronderzoek maakte onderdeel uit van een mondiale actie tegen persistente organische stoffen. Deze stoffen horen niet in het milieu thuis, zo stelt Greenpeace. Greenpeace schenkt veel aandacht aan de POP’s. De reden is dat voor een aantal van deze stoffen in laboratoriumonderzoek verschillende nadelige effecten (zoals effecten op de hormoonhuishouding, voortplanting) zijn aangetoond. In combinatie met bioaccumulatie kunnen we vroeg of laat voor problemen komen te staan zoals destijds bij dioxines en PCB’s het geval was. Greenpeace richt zich op een preventief productieverbod.
In Terneuzen is door Greenpeace een neerslagmonster verzameld. In dat monster is een hoge concentratie van de stof Hexabroomcyclododecaan (HBCD) aangetroffen. Op geen enkele andere meetlocatie in Nederland werd deze stof boven de detectiegrens aangetoond. HBCD is een brandvertrager die door Broomchemie wordt geproduceerd. Een relatie met Broomchemie ligt uit deze bevinding voor de hand.
Tweede onderzoek
Begin 2003 heeft Greenpeace door het gehele land neerslagmonsters verzameld en daarin de concentratie van een groot aantal verschillende stoffen bepaald. Het ging om zogenaamde persistente organische stoffen (POP’s). Deze stoffen ‘lekken’ in kleine hoeveelheden uit de economische keten en eenmaal in het milieu terechtgekomen, breken ze moeilijk af. Het gevolg is dat ze ‘over heel de wereld’ (met name het noordelijk halfrond)
De resultaten van het tweede onderzoek bevestigen de uitkomst van het onderzoek van Greenpeace. Uit de onderzoeksopzet kan niet met 100% zekerheid aangetoond worden dat Broomchemie de bron is, maar omdat tussen Broomchemie en de meetlocatie zich geen HBCD-bronnen bevinden, kan worden gesteld dat het resultaat sterk op Broomchemie als bron wijst.
Milieutijdingen nr. 89 - 2004
Aangezien het één meting betrof in een relatief droge periode, is ervoor gekozen meer informatie te verzamelen en door TNO is in opdracht van de provincie een uitgebreider onderzoek verricht. Uitgebreider betekent: meerdere meetperioden en naast de neerslag zijn de gehaltes HBCD in de lucht bepaald. Bovendien zijn specifiek monsters verzameld in perioden dat de wind vanuit de richting van Broomchemie kwam.
4
Absoluutfilter Ook Broomchemie is ervan overtuigd dat brandvertragers ‘niet in het milieu horen’. Voordat de resultaten van het Greenpaece onderzoek bekend werden, is op verzoek van Broomchemie overleg met de provincie gevoerd over maatregelen om de stofuitstoot te beperken. De bedoeling is om een zogenaamd absoluutfilter te installeren waardoor de stofuitstoot vergaand wordt verminderd (een factor honderd minder). Absoluutfilters worden bijvoorbeeld ook gebruikt bij asbestverwijdering. De realisatie van het absoluutfilter is geformaliseerd en zal, zoals het er nu uitziet, voor eind 2004 in werking zijn. Ook zullen alle diffuse bronnen van het bedrijf worden geïnventariseerd en zonodig zullen daar maatregelen worden getroffen.
Geluidzoneaanpassing De geluidzone in het Sloegebied in de nachtperiode, van 23.00 tot 07.00 uur, is volledig opgevuld. Dat houdt in dat er geen geluidruimte meer aanwezig is. Dit betekent dat uitbreiding van het industrieterrein niet meer mogelijk is. Dat is voor de invulling van het zeehaventerrein een probleem, omdat gebleken is dat het onmogelijk is de nog niet ingevulde delen van het terrein met alleen dagbedrijven in te vullen. Steeds meer bedrijven hebben de wens om (deels) continu te werken. Dit is zeker van toepassing op bedrijven die zich willen vestigen op zeehaventerrein. Een oplossing van het probleem is de verruiming van de geluidzone.
een overschrijding van de geluidzone. In 1992 werd de geluidzone van industrieterrein VlissingenOost vastgelegd. De zone honoreerde ter hoogte van Borssele alleen de bestaande situatie. Buiten de kern Borssele is er destijds voor gekozen de uitbreidingswensen van 24-uurs bedrijven slechts zeer beperkt toe te staan. Dit vanwege de aanwezigheid van woningen in de omgeving van het industrieterrein en de verwachting dat het industrieterrein ook wel met alleen dagbedrijven kon worden gevuld.
Verruiming Een oplossing voor dit probleem is aanpassing van de geluidzone. Door deze zone te verruimen wordt het voor bestaande
Uitreiking cheque externe veiligheid
Industrieterreinen zijn op grond van artikel 53 van de Wet geluidhinder voorzien van een 50 decibel (dB(A)) geluidzone. Deze zone dient als geluidgrens voor de op het industrieterrein gevestigde bedrijven. Bij vergunningverlening moet met deze geluidzone rekening gehouden worden. Het industrieterrein Vlissingen-Oost is één van deze gezoneerde industrieterreinen.
Geluidruimte De Wet milieubeheer verplicht om uit te gaan van een situatie waar alle bronnen op het industrieterrein maximaal en tegelijkertijd in werking zijn. Dit zal zelden of nooit het geval zijn. De Raad van State oordeelt dat een overschrijding van de geluidzone, hoe gering ook, altijd moet leiden tot het weigeren van een vergunning. Uit eerdere uitspraken blijkt dat, zelfs als een aantal bedrijven geen gebruik maakt van de geluidruimte uit hun vergunning of niet in werking is, deze geluidruimte toch moet worden meegeteld in de berekeningen. Volgens de Raad van State moet een bijdrage op de zonegrens van 0,1 dB(A) al leiden tot het weigeren van de vergunning als er sprake is van
Op 15 juli kreeg gedeputeerde Suurmond een cheque van € 1,1 miljoen van directeur-generaal J. van der Vlist van het ministerie van VROM. Het geld is bedoeld voor de uitvoering van Risico’s InZicht. Dit is het Zeeuwse programma waarmee het versterkte beleid van externe veiligheid in de komende anderhalf jaar wordt uitgevoerd. Niet alleen bedrijven met risico’s voor de omgeving door het gebruik van gevaarlijke stoffen krijgen te maken met strengere regels, ook gemeenten moeten in de ruimtelijke ordening met die risico’s rekening houden en mogen niet meer overal alles bouwen.
Milieutijdingen nr. 89 - 2004
5
bedrijven mogelijk zich uit te breiden en kunnen nieuwe bedrijven zich vestigen. De zoneaanpassing is een samenwerkingsproject tussen de provincie Zeeland, de gemeenten Borsele, Middelburg, Vlissingen en Zeeland Seaports. Gedeputeerde Staten van Zeeland is verantwoordelijk voor de ontwikkelingen op en rondom het industrieterrein en hecht veel waarde aan de ontwikkeling van dit gebied als een geconcentreerd economisch gebied. Omdat de mening van omwonenden voor de provincie en de andere partijen belangrijk is, vonden in september en oktober gesprekken plaats met dorpsraden en belanghebbenden in de betrokken kernen.
Gegevens uitstoot openbaar Binnenkort is informatie over de uitstoot van bedrijven voor iedereen toegankelijk. Het gaat daarbij om lozingen, afval, geluid en straling van bedrijven. Dit is een gevolg van het Verdrag van Aarhus uit 1998 en een bijbehorende Europese richtlijn. Het verdrag en deze richtlijn regelen de openbaarheid van milieu-informatie. Staatssecretaris Van Geel van milieu heeft in een brief gemeenten, provincies en waterschappen verzocht zich voor te bereiden op de nieuwe regelgeving. Uitgangspunt van de nieuwe regels is dat milieu-informatie van de overheid altijd openbaar is, tenzij er zwaarwegende redenen zijn voor geheimhouding. Nu zijn gegevens over de uitstoot van stoffen van bedrijven geheim, als hierover informatie over het productieproces kan worden afgeleid. In de toekomst zijn deze
Milieutijdingen nr. 89 - 2004
emissiegegevens openbaar. Per verzoek moet een overheidsinstantie straks vaker de verschillende belangen afwegen. Ook moet de verzochte informatie binnen vier weken ter beschikking worden gesteld. Verder moeten overheden straks het publiek voorlichten over de nieuwe regels en helpen bij het vinden van informatie.
Toegang Het Verdrag van Aarhus is in 1998 door de Europese economische commissie van de Verenigde Naties (Unece) vastgesteld. Van de Unece zijn alle lidstaten, de Europese Commissie en onder andere de Verenigde Staten en Canada lid. Het verdrag gaat over openbaarheid van milieu-informatie, inspraak bij milieubesluitvorming en het recht op toegang tot de rechter bij milieuzaken. Om het verdrag uit te voeren, zijn in 2003 twee Europese richtlijnen vastgesteld over toegang tot milieu-informatie en inspraak bij milieubesluitvorming. Uiterlijk 14 februari 2005 moet de richtlijn over toegang tot milieu-informatie in nationale wetgeving zijn vastgelegd. De Nederlandse wetgeving over openbaarheid van milieu-informatie staat vooral in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet milieubeheer (Wm). Om te voldoen aan de internationaal voorgeschreven openbaarheidregelingen worden de Wob en de Wm aangepast. VROM vraagt gemeenten, provincies en waterschappen zich voor te bereiden op de nieuwe regels. Meer informatie is te vinden op de website www.aarhus.nl/. Daar staat een spoorboekje waarin staat wat overheden kunnen doen ter voorbereiding op de nieuwe regels. Ook is een handreiking te vinden met uitgebreide informatie over de nieuwe regeling en de toepassing van de Wob. Infomil (www.infomil.nl/) heeft een helpdesk voor vragen over Aarhus (telefoonnummer: 070 -373 55 75, op werkdagen tussen 9 en 12 uur, e-mail:
[email protected]).
6
Duurzame energie kansrijk in Zeeland Een beter klimaat door minder CO2-uitstoot. Dat is het doel van het klimaatbeleid van de provincie Zeeland. De Zeeuwse gemeenten spelen daarin een belangrijke rol door toepassing van duurzame energie. Er zijn volop kansen om duurzame energie op te wekken en te gebruiken. Dit en meer staat in de in juli 2004 verschenen rapportage van K+V organisatieadviesbureau BV, gemaakt in opdracht van de provincie Zeeland. Duurzame energie wordt gemaakt van bronnen die nooit opraken zoals water, zon en wind. In Zeeland zijn er goede mogelijkheden bij het winnen van bio-energie op het platteland en in het toepassen van duurzame energie bij (bouw)projecten in de dorpen en steden.
Potentieel In de rapportage van K+V organisatieadviesbureau BV zijn windenergie en getijdenenergie buiten beschouwing gelaten. Op het gebied van windenergie gebeurt al veel. Het uiteindelijke doel van de rapportage is dat er in Zeeland méér duurzame energie gaat worden opgewekt. In Zeeland kan een hoeveelheid duurzame energie worden gewonnen die overeenkomt met het energieverbruik van 40.000 huishoudens. Dat is bijna dertig procent van de 137.000 Zeeuwse huishoudens.
Gemeenten met veel ‘DE-potentieel’ zijn Schouwen-Duiveland, Veere en Tholen vanwege het grote buitengebied en Terneuzen vanwege het grote aantal woningen en veel bedrijvigheid. Er kan ook duurzame energie worden opgewekt uit biomassa. Bijvoorbeeld uit compostering van snoeihout, bermgras, houtafaval, GFT-afval, grof tuinafval en rooi- en snoeihout uit de fruitsector, vergisting van mest of het telen van wilgen op een baggerspeciedepot. In de infrastructuur zijn er mogelijkheden voor winning van warmte uit asfalt en door het plaatsen van zonnecollectoren in geluidswallen, bijvoorbeeld langs de spoorlijn door Zuid-Beveland. De rapportage ‘Eindresultaten DE-scans Zeeland’ is te vinden op de website van de provincie Zeeland www.zeeland.nl. U kunt de volledige rapportage hier downloaden.
Samenwerking bij klimaatbeleid De bevindingen van de samenwerking tussen de Zeeuwse gemeenten op klimaatgebied staan in de onlangs verschenen - in opdracht van de provincie Zeeland gemaakte - rapportage ‘Gemeentelijke samenwerking klimaatbeleid Zeeland’ van bureau Ecofys BV uit Utrecht. Door het terugdringen van broeikasgassen zoals CO2, wordt ook in Zeeland een beter klimaat bereikt. De Zeeuwse gemeenten doen er al veel aan. Maar voor een optimaal resultaat is
Milieutijdingen nr. 89 - 2004
7
samenwerking tussen gemeenten essentieel. De provincie Zeeland coördineert deze samenwerking. De provincie en Ecofys hebben samen de gemeenten op weg geholpen met het indienen van subsidieaanvragen voor klimaatbeleid bij het ministerie van VROM. De intergemeentelijke samenwerking op regionaal niveau is ook gestimuleerd.
ten en de provincie sinds kort hun eigen milieubelasting met dit instrument registreren, is het overleg over rapportages eenvoudig geworden. De discussies over de wijze van meten en over de interpretatie van meetgegevens zijn voorbij. Dat komt uiteindelijk de kwaliteit van de milieuzorg ten goede,’ aldus Anne-Marie Mol van de afdeling Milieu van de Provincie.
Vruchten
Strategische beslissingen
Deze aanpak heeft ervoor gezorgd dat tien van de dertien Zeeuwse gemeenten een subsidieaanvraag voor klimaatbeleid hebben ingediend. Het ziet ernaar uit dat deze gehonoreerd zullen worden met een subsidiebedrag voor uitvoering van een vierjarig klimaatbeleid. De provinciale coördinatie werpt ook anderszins vruchten af. De provincie Zeeland heeft als doelstelling dat vijf procent van de totale energiebehoefte moet worden gedekt met duurzaam verkregen energie. De gemeenten Middelburg, Vlissingen, Sluis, Terneuzen en Hulst hebben deze doelstelling overgenomen. De rapportage ‘Gemeentelijke samenwerking klimaatbeleid Zeeland’ is te vinden op de website van de provincie Zeeland www.zeeland.nl. U kunt de volledige rapportage hier downloaden.
De MKB-Milieubarometer registreert namelijk niet alleen, maar geeft ook aan welke maatregelen instellingen kunnen nemen om het gebruik – en daarmee de kosten - van water en energie te verminderen en op welke wijze de hoeveelheid afval gereduceerd kan worden. Veel instellingen gebruiken de meetgegevens inmiddels als basis voor strategische beslissingen, zoals een verbouwing of de aanschaf van nieuwe apparatuur. Bij de recente renovatie van de keuken in het Vlissingse Zorgcentrum Ter Reede bijvoorbeeld heeft de MKB-Milieubarometer een belangrijke rol gespeeld. Dit centrum is een van de in totaal negen instellingen van de Stichting ‘Werkt voor Ouderen’ op Walcheren.
Milieubarometer voor de zorg Sinds kort meten 37 van de in totaal 42 zorg- en verpleeghuizen in de provincie Zeeland hun milieubelasting, waaronder gebruik van water en energie en de hoeveelheid afval, met de ‘MKB-Milieubarometer’. De discussies over meetresultaten tussen instellingen enerzijds en vergunningverleners en handhavers van de milieuvergunning anderzijds behoren daarmee tot het verleden. Bovendien blijken diezelfde meetresultaten een goede basis voor de inbreng van milieu als aandachtspunt bij verbouwing of nieuwbouw. De grote belangstelling voor de Milieubarometer bij de Zeeuwse zorgstellingen volgt op een geslaagd experiment in 2003. De provincie stelde het instrument een jaar lang gratis ter beschikking aan vijftien Zeeuwse bedrijven en organisaties, waaronder twee verzorgingsinstellingen. SenterNovem stelde de middelen beschikbaar voor software die het de zorginstellingen mogelijk maakt hun milieuprestaties onderling te vergelijken (‘benchmarken’). Er is vanuit andere provincies belangstelling voor dit succes.
Discussies voorbij De MKB-Milieubarometer vergemakkelijkt de uitvoering van de lopende Regionale MeerJarenOvereenkomst (RMJO) tussen de Zeeuwse zorginstellingen en de overheid over milieuprestaties. Daarbij fungeren gemeenten als verlener en handhaver van de milieuvergunning aan de instellingen. ‘Omdat ook alle gemeenMilieutijdingen nr. 89 - 2004
Kleinere porties Algemeen directeur drs. Jan de Graaf: ‘Je ziet nu in één oogopslag wat je per jaar gebruikt aan energie en water en welke kosten je kwijt bent aan afvalverwerking. Wij kwamen er op deze manier bijvoorbeeld achter dat wij veel voedselresten weggooien. Veel van onze bewoners hebben met zware lichamelijke arbeid, bijvoorbeeld op scheepswerf De Schelde, hun brood verdiend. Zij zijn van huis uit dus gewend flink te eten. Bij porties die op hun leeftijd zijn afgestemd, krijgen we al snel de vraag: “Is dat alles?” Omdat ze bij ons niet voor straf zitten, schepten we met plezier dan nog een keer op. Het oog bepaalt echter in grote mate de gewenste hoeveelheid voedsel.’ ‘Als oplossing hebben we kleinere borden aangeschaft. Tot nu toe hebben we geen klachten gehad over de porties die nu kleiner zijn dan vroeger. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: de bewoners blijven tevreden over de voorgeschotelde
Provincie Zeeland
porties en wij hoeven minder eten weg te gooien. Zo besparen we in verschillende opzichten: we kopen minder ingrediënten in, we koken minder eten, we gebruiken minder energie en we zijn minder geld kwijt aan de afvoer van kliekjes.’
Economisch voordeel Hoewel zorg voor het milieu uit oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staat bij de directies van veel instellingen, erkent De Graaf dat economisch voordeel een belangrijker motief is om te letten op kosten van water, energie en afval. ‘Daarom denk ik dat het goed zou zijn als de overheid het over de band van economisch voordeel zou spelen als zij milieubewust gedrag wil stimuleren,’ aldus de Graaf die tevens voorzitter is van Zorgnet Zeeland, de koepelorganisatie van Zeeuwse zorginstellingen. Voor meer informatie, kunt u bellen met Anne-Marie Mol, (0118) 631740.
Aan dit nummer werkten mee: Henk Assink, Walter Beilo, Eugène Daemen, Erik de Koning, Karen Kroese (eindredactie), Anne-Marie Mol, Alexandra Scherbeijn, Robbert Jan Swiers, Leen Vermeulen, Rijnie de Witte en Ries Zwijstra.
89
Foto’s: Jaap Wolterbeek, tenzij anders vermeld. Illustratie: Jan Zandstra. Ontwerp: SRP, Strategie in Reklame en Promotie, Middelburg. Opmaak: provincie Zeeland, afdeling I&D. Druk: Drukkerij Verhage, Middelburg. Uitgave: Afdeling Communicatie, Nieuwe Burg 42. Postadres: Postbus 6001, 4330 LA Middelburg, telefoon (0118) 63 14 00.
Wilt u bij onjuiste of onvolledige adressering de wijzigingen doorgeven aan de afdeling communicatie van de provincie, tel. (0118) 63 13 94 of 63 13 96? Geeft u dan, voor een snelle verwerking van de gegevens, meteen uw abonneenummer door. U vindt dit nummer onderaan de adressticker. Wilt u het abonnement stoppen? Bel met het eerder genoemde telefoonnummer en vermeld uw abonneenummer. Milieutijdingen is (gratis) verkrijgbaar bij het informatiecentrum van de provincie, Nieuwe Burg 42, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg, tel (0118) 63 14 00. Hier kunt u ook een (gratis) abonnement bestellen.
8
Lezersonderzoek Sinds begin jaren negentig geeft de provincie Zeeland Milieutijdingen uit. Ook u ontvangt Milieutijdingen zes keer per jaar. De Provincie wil nagaan hoe de lezers deze gratis uitgave waarderen. Daarom heeft ze Marketingbureau Mary Remijnse de opdracht gegeven tot het uitvoeren van een lezersonderzoek. In deze uitgave van Milieutijdingen vindt u een vragenlijst. Maar u kunt ook digitaal meewerken aan het onderzoek via www.marketingbureaumr.nl/milieutijdingen. In beide gevallen is uw medewerking anoniem. Aan de hand van de resultaten kan worden bepaald of er bij de lezers nog steeds behoefte bestaat aan een uitgave als Milieutijdingen, en zo ja in welke vorm. Het is dan ook van groot belang dat u uw mening laat horen!