m
Microsoft
®
Digital Image Suite
Foto’s bewerken en ordenen – uitgebreid en gemakkelijk
Gebruikershandleiding
Microsoft
®
Digital Image Suite ®
Gebruikershandleiding
De informatie in dit document, inclusief URL’s en andere verwijzingen naar internet-websites, kan zonder enige voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd. Tenzij anders vermeld zijn alle in dit document vermelde bedrijven, organisaties, producten, domeinnamen, e-mailadressen, logo’s, personen, plaatsen en gebeurtenissen fictief. Eventuele overeenkomsten met bestaande bedrijven, organisaties, producten, domeinnamen, e-mailadressen, logo’s, personen, plaatsen of gebeurtenissen berusten geheel op toeval. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker er op te letten dat geen van toepassing zijnde regels en wetten op op het gebied van auteursrechtbescherming worden overtreden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook (elektronisch, mechanisch, opname of anderszins) en evenmin in een gegevensopzoeksysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Microsoft Corporation. Microsoft is mogelijk in het bezit van octrooien, aanvragen voor octrooien, merken, auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot materiaal in dit document. De verschaffing van dit document geeft u geen licentie ten aanzien van deze octrooien, merken, auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten, tenzij expliciet vermeld in een schriftelijke gebruiksrech tovereenkomst van Microsoft. © 2005 Microsoft Corporation. Alle rechten voorbehouden. Microsoft, Picture It! en Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Dit product bevat afbeeldingen van PhotoDisc/Getty Images, Inc.; Dave Johnson, Tony Chor; Tim Hedlund; Charlotte Lowrie; David Parlin; Tom Simmons; en Faith Szafranski. Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op werk van de onafhankelijke JPEG Group. GIF-decompressiecode, copyright 1990, David Koblas. Delen van grafische filtersoftware worden gebruikt met toestemming van Eastman Kodak Company. Copyright © 1996 Eastman Kodak Company. ImageStream Graphics & Presentation Filters Copyright © 1991-1996 ImageMark Software Labs, Inc. Alle rechten voorbehouden. Grafische filters onder licentie van Access Softek, Inc. Copyright © 1196 Access Softek, Inc. Dit product bevat Macromedia Flash™ Player-software van Macromedia, Inc., Copyright © 1992-2002 Macromedia, Inc. Alle rechten voorbehouden. Macromedia, Flash en de Flash Player-logo zijn handelsmerken van Macromedia, Inc. Delen van dit product zijn gemaakt met behulp van LEADTOOLS Copyright© 1991-2002, LEAD Technologies, Inc. Alle rechten voorbehouden. © 2000 Gina B. Designs, Inc., © Adjoa J. Burrowes/EthnoGraphics, © Alice Briggs Illustration, © Allport Editions, © Amberley Greeting Card Company, © Antoinette Simmons Hodges/EthnoGraphics, © Athena Hampton/EthnoGraphics, © Betty Biggs/EthnoGraphics, © Bonnie Zuponcic, © Carla Golembe/EthnoGraphics, © Cathy L. Schubert/EthnoGraphics. © Colors By Design, © Emma Raley, © Fish & Webster, © Fravessi Greetings, Inc., © Gary Craig, © Georgia Rettmer and Kimberly Rinehart, © Great Arrow Graphics, © Jay P. Morgan, © Jeanine M. Frazier/EthnoGraphics, © Jesus & Margaret Flores/EthnoGraphics, © Jim Z. Zhang/EthnoGraphics, © Joann Pecoraro/EthnoGraphics, © Joseph Polevoi/EthnoGraphics, © Karen Gutowsky, © Kay Erickson/EthnoGraphics, © Keith Henry Brown/EthnoGraphics, © Kersti Wells, © Kiki Oberstenfeld de Suarez, © KOKO New York, © Kristin Elliott, © Kristin Nelson Tinker/ EthnoGraphics, © Larry LaBonte© Laura Schuman © Leeann Lidz/EthnoGraphics, © Linda G. Fisher/EthnoGraphics, © linneadesign. com, © Lisa R. Foster/EthnoGraphics, © Liz Kahlenberg Bordow, © Lorie L. Clark/EthnoGraphics, © Madison Park Greetings, © MARAMI, © Marian Heath Greeting Cards, © Maril Delly/EthnoGraphics, © Marisela Godoy/EthnoGraphics, © Mark Downey/EthnoGraphics, © ME GRAPHICS, © Northern Exposure, © NRN Designs Corporation, © Painted Hearts & Friends, © Palm Press, Inc., © Paula Doherty 2001, Advocate-Art © Penny Laine Papers, © Pinx A Card Co., Inc., © Rebecca Pavlenko, © Red Farm Studio, © Roobee, © Sally Martin do Gastelum/EthnoGraphics, © Sandi Carpenter/EthnoGraphics, © Sara Schneidman, © Snafu Designs, © Socially Yours, © Steve Haskamp, © Steve Katz, © Suzanne Tornquist/EthnoGraphics, © Xiaoxing Yu/EthnoGraphics, Bottman Design, Inc. © Chris RobertsAntieau, Bottman Design, Inc. © Paris Bottman, Fan Mail Greeting Card Co © Dona Rozanski, LARKSPUR GRAPHICS © Andie Thrams, Off Ramp(TM), Silk Spiral Designs © G.B., Steve Lovi © 2000, TWENTY-FOUR CARROT, INC. ® © Jennifer Blomgren, © Andrea Beloff, © Dorothy Strait, © Carmel Bartz. Namen van werkelijk bestaande bedrijven en producten die hierin worden genoemd, kunnen handelsmerken zijn van de respectieve eigenaars. NL
Inhoud in een oogopslag Installatie ................................................................................................. 1 Welkom bij Microsoft Digital Image Suite ........................................... 7 Foto’s openen en importeren ...............................................................11 Microsoft Digital Image Suite Editor - Basisbeginselen ...................23 Basisretoucheren ..................................................................................37 Geavanceerd fotobewerken .................................................................51 Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab .............................................77 Randen, passe-partouts en lijsten toevoegen ...................................83 Projecten maken ...................................................................................87 Foto’s opslaan en afdrukken ................................................................93 Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken ...... 105 Prachtige foto’s maken ...................................................................... 123 Succesvol scannen ............................................................................. 163 Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s......................................173 Index ..................................................................................................... 181
In de volgende tabellen worden de functies vermeld die na 30 dagen zullen worden uitgeschakeld. Menu-items en toegangspunten worden vanaf dat moment grijs weergegeven. In deze tabellen worden nieuwe en belangrijke functies aangegeven. Als een functie niet is opgenomen, is de functie niet van toepassing. Bibliotheekfunctie Eenvoudig importeren Weergeven op datum/map Weergeven op basis van etiketten (1) Metagegevens toevoegen (2) Hiërarchische etiketten Zelfde zoeken (3) Waarderingen Vlaggen Meerdere foto’s hernoemen/formaat aanpassen (4) Photo Story (5) Naar cd branden Archiveren Video-ondersteuning Sync.-ondersteuning foto-apparaat
Suite J J J J J J J J
Standard J J J J J J J J
Starter J J 30 dagen 30 dagen J 30 dagen J J
J
J
30 dagen
3.01 J J J J
N N N J J
30 dagen N N J J
Suite J J J J J J J J
Standard N N N N N N N J
Starter 30 dagen 30 dagen 30 dagen 30 dagen 30 dagen 30 dagen 30 dagen J
J
J
J
J J J J J J J J
J J J J Enkele Enkele J Enkele
J 30 dagen 30 dagen J N N J 30 dagen
*Photo Story 3.01 zonder VCD-branden verloopt na 30 dagen. Editorfunctie Panoramisch hechten (6) Belichting (7) Niveaus en curven (8) Kleur en intensiteit (9) Zwart-witeffecten (10) Slim wissen (11) Mengkwast (12) Rode ogen wegwerken Opmaak (bijsnijden, draaien, formaat aanpassen) Automatisch herstel (belichting, kleur, enz.) Automatisch camerafoon optimaliseren (13) Mini Lab (14) Meerdere afdrukken Creatieve effecten Creatieve sjablonen Voorgesteld bijsnijden Selectiehulpmiddelen (15)
Inhoudsopgave Installatie ......................................................................................................................................................... 1 Beginnen met installeren............................................................................................................................ 3 De Installatiewizard voltooien ................................................................................................................... 4 Dialoogvenster Installatiemap ............................................................................................................ 4 Dialoogvenster Installatie-opties ........................................................................................................ 4 Speciale omstandigheden ........................................................................................................................... 5 Een upgrade uitvoeren vanaf een ander Microsoft Digital Image-product........................................ 5 Microsoft Digital Image opnieuw installeren of verwijderen ........................................................... 6 Welkom bij Microsoft Digital Image Suite ................................................................................................... 7 Wat u in dit boek kunt vinden .................................................................................................................... 9 Andere handige bronnen ............................................................................................................................ 9 Foto’s openen en importeren .......................................................................................................................... 11 Foto’s importeren ........................................................................................................................................ 13 De wizard Foto’s importeren automatisch starten ............................................................................. 13 De wizard Foto’s importeren handmatig starten ................................................................................ 14 Foto’s voor bewerking openen.................................................................................................................... 14 De bestandenbrowser gebruiken ......................................................................................................... 14 Foto’s van andere camera’s openen ..................................................................................................... 17 Tips voor het oplossen van problemen met het openen van foto’s vanuit een camera ....................... 18 Foto’s vanaf een scanner openen......................................................................................................... 18 Een per e-mail verzonden foto openen ...................................................................................................... 20 Een foto vanaf een webpagina openen ....................................................................................................... 21 Microsoft Digital Image Suite Editor - Basisbeginselen ............................................................................. 23 Startvenster ................................................................................................................................................. 25 Het werkgebied onderzoeken .................................................................................................................... 27 Afbeeldingsopmaak ................................................................................................................................... 29 Fotoformaat wijzigen........................................................................................................................... 29 Tekst toepassen ........................................................................................................................................... 31 Hulpbronnen ............................................................................................................................................... 32 On-line Help ........................................................................................................................................ 32 De inhoudsopgave gebruiken .............................................................................................................. 33 De index gebruiken ............................................................................................................................. 33 De zoekfunctie gebruiken ................................................................................................................... 34
Productrondleiding .............................................................................................................................. 34 Instructievideo’s ................................................................................................................................. 35 Technische ondersteuning .................................................................................................................. 35 Basisretoucheren ............................................................................................................................................. 37 Belichting aanpassen .................................................................................................................................. 39 Een kleurvervorming corrigeren................................................................................................................ 40 Rode ogen wegwerken ................................................................................................................................ 41 Een foto recht maken .................................................................................................................................. 42 Bijsnijden ................................................................................................................................................... 43 De regel van de gulden snede gebruiken ............................................................................................ 43 Slim wissen gebruiken ............................................................................................................................... 45 Vlekken verwijderen ................................................................................................................................. 46 Rimpels verwijderen .................................................................................................................................. 47 Flits toevoegen ............................................................................................................................................ 48 Donkerder maken ....................................................................................................................................... 49 Geavanceerd fotobewerken ............................................................................................................................. 51 Over objecten.............................................................................................................................................. 53 Met compositiefoto’s werken .............................................................................................................. 53 Vergrendelde objecten ......................................................................................................................... 54 Objecten selecteren met het hulpmiddel Object ................................................................................. 55 Meervoudige selectie, groepering enobjecten plat maken ......................................................................... 56 Meervoudige selectie........................................................................................................................... 56 Objecten groeperen ............................................................................................................................. 57 Objecten plat maken ............................................................................................................................ 58 Automatisch plat maken ...................................................................................................................... 58 Objecten plat maken tijdens opslaan ................................................................................................... 58 Selectiehulpmiddelen gebruiken ................................................................................................................ 59 Het markeerhulpmiddel ....................................................................................................................... 60 Het hulpmiddel Vrije stijl .................................................................................................................... 61 Het hulpmiddel AutoContour .............................................................................................................. 62 De Toverstaf ........................................................................................................................................ 63 De Selectiekwast ................................................................................................................................. 64
Geselecteerde gebieden bewerken en kopiëren .......................................................................................... 65 Selecties kopiëren, knippen en plakken .............................................................................................. 65 Filters .......................................................................................................................................................... 66 Kleureffecten ............................................................................................................................................. 67 Verfeffecten ............................................................................................................................................... 68 Nabootsen ................................................................................................................................................... 70 Mengkwast ................................................................................................................................................. 71 Vervormen .................................................................................................................................................. 72 Het hulpmiddel Niveaus en curven ............................................................................................................ 73 Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab ....................................................................................................... 77 Randen, passe-partouts en lijsten toevoegen ................................................................................................ 83 Randeffecten ............................................................................................................................................... 85 Passe-partouts en lijsten ............................................................................................................................. 86 Projecten maken .............................................................................................................................................. 87 Fotokaarten maken ..................................................................................................................................... 89 Foto’s opslaan en afdrukken........................................................................................................................... 93 Foto’s opslaan ............................................................................................................................................. 95 Meerdere versies opslaan .................................................................................................................... 95 Een bestandsindeling kiezen ...................................................................................................................... 96 PNG Plus-opties instellen ................................................................................................................... 97 Opslaan voor e-mail en internet ................................................................................................................. 98 Foto’s afdrukken ......................................................................................................................................... 99 Afzonderlijke foto’s afdrukken ........................................................................................................... 99 Meerdere foto’s afdrukken .................................................................................................................. 100 Afdrukkwaliteit selecteren.................................................................................................................. 101 Een afdrukformaat selecteren ............................................................................................................. 101 Fotopapier kiezen ................................................................................................................................ 102 Langdurende afdrukken maken .......................................................................................................... 102 Afdrukken bestellen ................................................................................................................................... 103
Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken ............................................................ 105 Microsoft Digital Image Library openen ................................................................................................... 107 Foto’s en video’s aan de Microsoft Digital Image Library toevoegen ....................................................... 108 Controleren op foto’s en video’s .......................................................................................................... 109 Etiketten toevoegen .................................................................................................................................... 110 Uw foto’s zoeken ........................................................................................................................................ 112 Weergeven op etiket ............................................................................................................................ 112 Weergeven op map .............................................................................................................................. 113 Weergeven op datum ........................................................................................................................... 113 De Miniatuurschuifbalk gebruiken .................................................................................................... 114 Miniatuurgegevens weergeven ................................................................................................................... 115 Tegelweergave ..................................................................................................................................... 115 Miniatuurweergave ............................................................................................................................. 115 Miniaturen met tekstweergave ............................................................................................................ 115 Uw foto’s groeperen ................................................................................................................................... 116 De inhoudsopgave tonen ..................................................................................................................... 116 Het Voorbeeldvenster gebruiken ................................................................................................................ 117 Foto’s naar schijf branden........................................................................................................................... 118 Foto’s en video’s archiveren ....................................................................................................................... 119 Bewerkings- en bestandsbeheer vanuit Digital Image Library ................................................................. 120 Foto’s bewerken ................................................................................................................................... 120 Bewerkingen uitvoeren in Mini Lab ................................................................................................... 121 Prachtige foto’s maken .................................................................................................................................... 123 Over digitale camera’s ................................................................................................................................ 126 Fotokwaliteit ........................................................................................................................................ 126 Bestandsindelingen ............................................................................................................................. 130 Zoomfuncties gebruiken ..................................................................................................................... 131 Geheugenkaarten, -schijven en -sticks ............................................................................................... 132 Levensduur batterijen.......................................................................................................................... 133 De flitser gebruiken .................................................................................................................................... 134 Automatische flitser ............................................................................................................................ 134 Flitser voor rode-ogenreductie ............................................................................................................ 135 Vulflits ................................................................................................................................................. 136
De handmatige instellingen van uw camera gebruiken ............................................................................. 137 Belichting ............................................................................................................................................ 137 Belichtingscompensatie ...................................................................................................................... 139 Lensopening ........................................................................................................................................ 140 Sluitertijd ............................................................................................................................................. 142 ISO-instelling of daarmee equivalente instelling ............................................................................... 144 De witbalans instellen ......................................................................................................................... 145 Automatische modi van uw camera gebruiken .......................................................................................... 146 Macromodus ........................................................................................................................................ 147 Actiemodus.......................................................................................................................................... 148 Seriemodus .......................................................................................................................................... 150 Portretmodus ....................................................................................................................................... 151 Panoramamodus .................................................................................................................................. 152 De zelftimer gebruiken .............................................................................................................................. 153 Zelf in een foto poseren ...................................................................................................................... 153 Foto’s met lange belichting maken ...................................................................................................... 153 Tien tips voor schitterende foto’s ............................................................................................................... 154 1. Ken uw apparatuur .......................................................................................................................... 154 2. Perfecte belichting ........................................................................................................................... 155 3. Een moment in het verhaal vastleggen............................................................................................ 156 4. Het juiste licht zoeken ..................................................................................................................... 157 5. Volg de gulden snede....................................................................................................................... 158 6. Een uniek perspectief zoeken ......................................................................................................... 159 7. Bracketing ........................................................................................................................................ 160 8. Analyseren en opnieuw proberen.................................................................................................... 161 9. Maak iedere dag foto’s .................................................................................................................... 161 10. Toon uw foto’s aan anderen ........................................................................................................... 162 Succesvol scannen ............................................................................................................................................ 163 Typen scanners ........................................................................................................................................... 165 Flatbedscanners ................................................................................................................................... 165 Filmscanners ....................................................................................................................................... 166 Foto’s voorbereiden om te scannen ............................................................................................................ 167 De resolutie en bitdiepte instellen .............................................................................................................. 168
Grote foto’s scannen ................................................................................................................................... 169 Vijf tips voor het kopen van de juiste scanner ........................................................................................... 170 1. De best mogelijke resolutie ............................................................................................................. 170 2. Let op USB-aansluitingen ............................................................................................................... 170 3. Controleer het dynamisch bereik .................................................................................................... 170 4. Meerdere bestanden scannen .......................................................................................................... 171 5. Wees realistisch over de scansnelheid............................................................................................. 171 Vijf tips voor succesvol scannen ................................................................................................................ 172 1. Houd uw scanner en uw originelen schoon..................................................................................... 172 2. Voorbeeld en correctie van de scan ................................................................................................ 172 3. Scannen met hoge resolutie ............................................................................................................ 172 4. Kies de TIFF-indeling ..................................................................................................................... 172 5. Grote TIFF-bestanden converteren naar JPEG .............................................................................. 172 Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s ................................................................................................... 173 De schermresolutie instellen ...................................................................................................................... 175 De kleurkwaliteit van het beeldscherm instellen ....................................................................................... 176 Waarden voor helderheid, contrast en RGB kalibreren ............................................................................. 178 Omgevingslicht regelen .............................................................................................................................. 179 Index .................................................................................................................................................................. 181
HOOFD S T U K
Installatie
1
1
Installatie
3
Beginnen met installeren Om Microsoft Digital Image 2006 Suite Edition te installeren, moet Windows 98, Windows Millennium Edition, Windows 2000 of Windows XP of hoger op uw computer zijn geïnstalleerd. Voor Windows 2000- en Windows XP-systemen moet u beheerdersrechten hebben. Raadpleeg de Help bij het besturingssysteem voor meer informatie over beheerdersrechten. Op de meeste computers wordt de installatie van Microsoft Digital Image automatisch gestart zodra u de cd van Microsoft Digital Image in het cdromstation plaatst.
U start de automatische installatie als volgt: 1. Schakel elk antivirusprogramma dat u gebruikt uit en sluit alle actieve programma’s. 2. Plaats de Microsoft Digital Image-cd in uw cd-rom-station. De Installatiewizard wordt automatisch gestart. Als met de bovenstaande procedure de installatie niet wordt gestart, kunt u de installatie handmatig starten.
U start de handmatige installatie als volgt: 1. 2. 3. 4.
Schakel alle antivirusprogramma’s uit en sluit alle actieve programma’s. Plaats de Microsoft Digital Image-cd in het cd-rom-station. Klik op Starten en klik op Uitvoeren. Als uw cd-rom-station met de letter D wordt aangegeven, typt u d:\setup.exe. Als uw cd-rom-station een andere letter dan D heeft, vervangt u de D door de juiste letter in het pad. 5. Klik op OK. De Installatiewizard wordt gestart.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
4
Hoofdstuk 1: Installatie
De Installatiewizard voltooien De Installatiewizard geeft een reeks dialoogvensters weer die de installatiestatus en enkele voorkeursopties voor de installatie tonen. Voor de meeste gebruikers zijn de standaardvoorkeuren geschikt. Informatie over de verschillende installatieopties vindt u hieronder.
Dialoogvenster Installatiemap In het dialoogvenster Installatiemap kunt u kiezen waar u het programma op uw computer wilt installeren. Als u het programma in een andere map wilt installeren dan de map in het dialoogvenster Installatiemap, gaat u op een van de volgende manieren te werk: • Typ een ander pad in het venster Installatiemap. • Klik op Wijzigen, selecteer een map in het dialoogvenster Installatiemap wijzigen en klik op OK. Sommige bestanden worden op het station met Programmabestanden geïnstalleerd, zelfs als u ervoor kiest het programma op een ander station te installeren.
Dialoogvenster Installatie-opties In het dialoogvenster Installatie-opties kunt u kiezen tussen Standaardinstallatie en Volledige installatie. • Standaardinstallatie neemt minder ruimte op de vaste schijf in beslag en wordt voor de meeste gebruikers aangeraden. Met Standaardinstallatie moet u tijdens het gebruik van het programma de Microsoft Digital Image-cd in uw cd-rom-station plaatsen om enkele van de projecten en illustraties te kunnen gebruiken. • Bij de Volledige installatie worden alle projecten en illustraties van Microsoft Digital Image naar uw vaste schijf gekopieerd, zodat u tijdens het gebruik van het programma niet opnieuw een Microsoft Digital Image-cd hoeft te plaatsen. Kijk onder Beschrijving voor de vereiste schijfruimte voor deze optie.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 1: Installatie
5
Speciale omstandigheden Een upgrade uitvoeren vanaf een ander Microsoft Digital Image-product Als u aleen Microsoft Digital Image-product op uw computer hebt geïnstalleerd en u een ander Microsoft Digital Image-product probeert te installeren, kan zich een van de volgende situaties voordoen: • Vorige versies Als u al een Microsoft Digital Image-product van voor de 2006-editie hebt geïnstalleerd, zijn door het installeren van een 2006product beide programma’s op uw computer beschikbaar. • Upgrade van een ander 2006-product U kunt een Microsoft Digital Image 2006-product met meer functies installeren dan een 2006-product dat al is geïnstalleerd. De installatie van de Microsoft Digital Imageversie met minder functies wordt automatisch ongedaan gemaakt voordat de nieuwe installatie begint. Uw foto’s en projecten worden daarbij niet verwijderd. • Geblokkeerde downgrade Als u een Microsoft Digital Image 2006product hebt geïnstalleerd, kunt u niet automatisch een 2006-product met minder functies installeren. Om de versie met minder functies te installeren, moet u eerst de installatie van de versie met meer functies ongedaan maken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
6
Hoofdstuk 1: Installatie
Microsoft Digital Image opnieuw installeren of verwijderen Als u problemen ondervindt tijdens het werken met Microsoft Digital Image, kan de werking worden verbeterd door het programma opnieuw te installeren. Probeer niet om Microsoft Digital Image te verwijderen door de programmabestanden van uw vaste schijf te verwijderen. Gebruik in plaats daarvan de Microsoft Digital Image-installatiewizard om het programma op de juiste wijze te verwijderen.
Ga als volgt te werk om Microsoft Digital Image te verwijderen of opnieuw te installeren op Windows XP: 1. 2. 3. 4.
Meld u bij de computer aan als beheerder. Open het menu Start van Windows en klik op Configuratiescherm. Klik op Software. In de lijst met geïnstalleerde programma’s klikt u op de versie van Microsoft Digital Image die u wilt verwijderen of opnieuw wilt installeren. 5. Klik op Wijzigen/Verwijderen. De Installatiewizard wordt geopend. 6. Volg de instructies op het scherm.
Als u Microsoft Digital Image wilt verwijderen van of opnieuw wilt installeren op Windows 98, Windows 2000 of Windows Millennium Edition, gaat u als volgt te werk: 1. Open het menu Start van Windows, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm. 2. Klik op Software. 3. In de lijst met geïnstalleerde programma’s klikt u op de versie van Microsoft Digital Image die u wilt verwijderen of opnieuw wilt installeren. 4. Klik op Toevoegen/Verwijderen. De Installatiewizard wordt geopend. 5. Volg de instructies op het scherm.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Welkom bij Microsoft Digital Image Suite
2
2
Welkom bij Microsoft Digital Image Suite
9
Gefeliciteerd met uw aankoop van Microsoft Digital Image Suite. De suite bestaat uit twee programma’s: Microsoft Digital Image Suite Editor en Microsoft Digital Image Suite Library. Microsoft Digital Image Suite Editor biedt een unieke combinatie van krachtige hulpmiddelen voor het bewerken van foto’s plus fotoprojecten van professionele kwaliteit. Microsoft Digital Image Suite Editor is eenvoudig in gebruik en biedt een krachtige replicatietechnologie waarmee u uw foto’s optimaal kunt bewerken en verbeteren. Het programma is voorzien van geavanceerde bewerkingsfuncties, zoals selectiehulpmiddelen, Slim wissen en de mengkwast om u te helpen snel en eenvoudig professionele bewerkingsresultaten te verkrijgen. Als u klaar bent met het bewerken van uw foto’s, kunt u eenvoudig een panorama van meerdere foto’s maken, foto’s afdrukken of uw foto’s delen via e-mail of een mobiel apparaat zoals een smartphone of PDA. U kunt uw foto’s ook in een van de professioneel ontworpen sjablonen voor briefhoofden, visitekaartjes, Web-fotoalbums, enzovoort, gebruiken. Microsoft Digital Image Suite Library is een krachtig hulpmiddel voor het indelen, zoeken naar en bekijken van foto’s. U kunt het programma gebruiken om uw foto’s te ordenen met behulp van mappen of op basis van labels, vlaggen en waarderingen. U kunt uw foto’s in het volledige scherm van de diaviewer van de bibliotheek bekijken en zelfs foto’s naar cd kopiëren.
Wat u in dit boek kunt vinden De handleiding bij Microsoft Digital Image Suite bevat een inleiding over enkele belangrijke functies in Microsoft Digital Image Suite: hoe u foto’s in het programma kunt laden, foto’s kunt bewerken, effecten en kaders kunt toevoegen, projecten kunt maken en kunt afdrukken. Dit boek biedt ook een overzicht van enkele van de belangrijkste concepten van digitale beeldbewerking. U vindt er praktische informatie over het gebruik van digitale camera’s en scanners en over hoe u uw beeldscherm optimaal kunt instellen om met foto’s te werken. Het laatste deel van dit boek biedt een selectie van artikelen over digitale fotografie met veel en degelijk advies van professionele fotografen.
Andere handige bronnen In deze handleiding wordt niet alles beschreven wat u kunt doen met Microsoft Digital Image Suite. Voor stapsgewijze instructies over alle programmafuncties en projecten van het programma kunt u gebruikmaken van het online Helpsysteem. Dit is beschikbaar vanuit het Startvenster of vanuit het menu Help. U kunt ook een instructievideo bekijken voor enkele hoofdfuncties van Miscrosoft Digital Image Suite,. Digitale fotografie is spannend en leuk. Microsoft Digital Image Suite maakt het eenvoudig om professionele resultaten te verkrijgen. Wij zijn ervan overtuigd dat Microsoft Digital Image Suite het werken met digitale foto’s nog leuker voor u zal maken. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Foto’s openen en importeren
3
3
Foto’s openen en importeren
13
Met Microsoft Digital Image kunt u uw foto’s eenvoudig snel openen en importeren. Als u foto’s vanaf uw camera of verwisselbare media naar uw computer wilt importeren, gebruikt u de wizard Foto’s importeren. Deze wizard is ontworpen om de procedure van de bestandsoverdracht te vereenvoudigen waardoor u de fotobestanden en de bestemmingsmap een naam kunt geven. Als u foto’s opent om deze te bewerken, gebruikt u de bestandenbrowser. De bestandenbrowser toont miniaturen van al uw foto’s zodat u snel de gewenste foto’s kunt kiezen.
Foto’s importeren De wizard Foto’s importeren biedt een eenvoudige manier om vanaf uw digitale camera, scanner, flash-geheugenkaart of andere opslaglocatie foto’s en videoclips naar uw computer te verzenden.
De wizard Foto’s importeren automatisch starten Windows Millennium Edition en Windows XP kunnen automatisch compatibele camera’s en andere fotomedia zoals foto-cd’s vinden. Deze detectie vindt plaats als u: • • • •
Een compatibele camera op de computer aansluit en de camera inschakelt. Een compatibele scanner op de computer aansluit en de scanner inschakelt. Een compatibele kaartlezer op de computer aansluit en media plaatst. Een foto-cd, dvd of ander opslagmedium in een station op de computer plaatst.
Deze automatische detectie is alleen beschikbaar op computers met Windows Millennium Edition of Windows XP.
U stelt Windows als volgt in om de wizard Foto’s importeren automatisch te starten: 1. Sluit uw compatibele camera, scanner of ander apparaat op de computer aan en schakel de camera of het apparaat in. - of Plaats het verwisselbare medium in een station of kaartslot op de computer. 2. Als de fotobestanden door Windows zijn gedetecteerd, wordt u gevraagd wat u met de foto’s wilt doen. 3. Klik op Foto’s naar mijn computer importeren met Microsoft Digital Image Importwizard. 4. Schakel het selectievakjeAltijd geselecteerde handeling uitvoeren in. 5. Klik op OK. 6. Klik op het apparaat dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
14
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
De wizard Foto’s importeren handmatig starten Als Windows niet automatisch uw apparaat of andere media afzoekt, kunt u de wizard Foto’s importeren handmatig starten.
De wizard Foto’s importeren handmatig starten: 1. Start Microsoft Digital Image. 2. Klik in het menu Bestand op Foto’s importeren. 3. Klik op het apparaat dat u wilt gebruiken en klik op OK. - of 1. Start Microsoft Digital Image Suite Library. 2. Klik in het menu Bestand op Foto’s en video’s importeren. 3. Klik op het apparaat dat u wilt gebruiken en klik op OK.
Foto’s voor bewerking openen Met Microsoft Digital Image kunt u van verschillende bronnen, inclusief uw computer, opslagmedia en de meeste camera’s en scanners, foto’s voor bewerking openen.
De bestandenbrowser gebruiken U kunt de bestandenbrowser gebruiken om uw foto’s te zoeken en ze voor bewerking te openen. De bestandenbrowser kunt u gebruiken om vanaf een groot aantal locaties foto’s te openen, waaronder de volgende: • De vaste schijf op een computer. • Een externe vaste schijf. • Een digitale camera die een USB-klasse-apparaat is voor massaopslag. (Een USB klasse-apparaat voor massaopslag werkt als een “virtueel station”. U kunt vanaf het apparaat naar foto’s bladeren en deze openen, net zoals u vanaf een vaste schijf of diskette zou doen.) Hoewel u op deze manier foto’s vanaf een camera kunt openen, gebruikt u waarschijnlijk liever de functie Foto’s importeren. • Een kaartlezer. • Een USB-station. • Een foto-cd of dvd. • Een diskette. • Een netwerklocatie.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
15
Deze afbeelding toont de hoofdfuncties van de bestandenbrowser:
1. Tabblad Alle bestanden Klik op het tabblad Alle bestanden om de mapstructuur op uw computer te bekijken. Klik op een map om de inhoud en submappen ervan weer te geven. De mapstructuur bevat interne en externe stations op uw computer, inclusief schijfstations, kaartlezers en de USB-digitale klassecamera’s voor massaopslag. 2. Tabblad Microsoft Digital Image Library Klik op het tabblad Microsoft Digital Image Library om een foto te zoeken die u in de catalogus in de bibliotheek hebt opgeslagen. U kunt ook de functies Weergeven op en Groeperen op van de bibliotheek gebruiken om het zoeken naar de gewenste foto’s te vereenvoudigen. 3. Tabblad MSN-groepen Klik op het tabbladMSN-groepen om de foto’s die u in MSN-groepen hebt opgeslagen, te openen. 4. Kijk in het vak Geeft de naam van de huidige map weer die op het tabblad Alle bestanden is gekozen. 5. Menu Beeld Gebruik dit menu om de manier waarop de fotobestanden worden weergegeven, te veranderen. 6. Schuifbalk Miniatuurformaat Beweeg de schuifbalk om het formaat van de miniaturen te veranderen. 7. Bestandsnaamvak Geeft de bestandsnaam van de gekozen miniatuur weer. 8. Menu Bestanden van type Gebruik dit menu om de weer te geven typen fotobestanden te veranderen. 9. Miniaturen Kleine versies van uw foto’s die in de huidige map zijn opgeslagen. 10. OK De geselecteerde miniaturen worden geopend. 11. Annuleren De bestandenbrowser wordt gesloten zonder foto’s te openen. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
16
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
Bestandsindelingen die compatibel zijn met Microsoft Digital Image Microsoft Digital Image kan fotobestanden in elk van de volgende bestandsindelingen openen: • Adobe Photoshop (.psd) • Enhanced Metafile (.emf) • EPS (.eps) • FlashPix (.fpx) • GIF (.gif) • Home Publishing (.php)
Ga als volgt te werk om foto’s met de bestandenbrowser te openen: 1. Als u foto’s opent vanaf een USB-klassecamera voor massaopslag, lees dan de documentatie bij uw camera om u ervan te verzekeren dat u de software en stuurprogramma’s van de camera goed hebt geïnstalleerd. Zorg dat uw camera is ingeschakeld en op uw computer is aangesloten. 2. Klik in het menu Bestand op Openen. 3. Klik op het tabblad Alle bestanden. 4. In de lijst Zoeken in klikt u op het station, de map of de netwerklocatie met de foto die u wilt openen. 5. In de mappenlijst zoekt en opent u de map of locatie met de foto’s. In het rechtervenster verschijnen miniaturen van foto’s in die map. 6. Kies de foto die u wilt openen. Als u meerdere foto’s wilt openen, houdt u CTRL ingedrukt terwijl u op de miniaturen klikt. 7. Klik op OK.
• JPEG (.jpg) • Kodak Photo CD (.pcd) • PC Paintbrush (.pcx) • Picture It! (.png, .php, .mix, .fpx) • PNG (.png) • TIFF (.tif) • Targa (.tga) • Windows Bitmap (.bmp) • Windows Metafile (.wmf)
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
Foto’s van andere camera’s openen Als uw camera niet als een station in de bestandenbrowser wordt weergeven, is deze waarschijnlijk ontworpen voor TWAIN- of WIA-ondersteuning. Voor veel camera’s werkt Microsoft Digital Image met TWAIN en WIA en de software van uw camera, zodat u de foto’s rechtstreeks in Microsoft Digital Image kunt openen.
Ga als volgt te werk om foto’s van een camera met WIAondersteuning te openen: 1. Zorg dat u alle stuurprogramma’s die bij uw camera zijn geleverd, hebt geïnstalleerd. 2. Sluit uw digitale camera op uw computer aan en schakel de camera in. 3. Klik in het menu Bestand op Foto’s importeren. 4. Als in het dialoogvenster meer dan één apparaat wordt weegegeven, klikt u op het apparaat dat uw camera vertegenwoordigt. 5. Klik op de foto’s die u wilt importeren. Als u meer dan één foto wilt importeren, houdt u CRTL ingedrukt terwijl u op de foto’s klikt. 6. Klik op Volgende. 7. De foto’s worden naar de map Mijn afbeeldingen op uw vaste schijf gekopieerd.
17
De software van uw camera gebruiken Sommige digitale camera’s, met name oudere modellen, werken niet altijd als een virtueel station of komen niet in aanmerking voor TWAIN of WIA. Voor deze camera’s moet u de bij de camera geleverde software gebruiken, zodat u de foto’s naar een map op uw computer kunt downloaden. Open de foto’s vervolgens met de bestandenbrowser.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
18
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
Over TWAIN en WIA TWAIN is interfacesoftware die de communicatie tussen een camera en uw computer mogelijk maakt. Veel digitale camera’s worden geleverd met een TWAIN-stuurprogramma. WIA is een nieuwere interface die hetzelfde werkt als TWAIN, maar vaak meer controle over het apparaat biedt. WIA is compatibel met TWAIN, maar is alleen op bepaalde besturingssystemen beschikbaar.
Tips voor het oplossen van problemen met het openen van foto’s vanuit een camera • Uw camera moet zijn aangesloten en zijn ingeschakeld voordat u de digitale-camerataak start. Anders verschijnt deze niet in de lijst met camera’s en stations. • Als u de digitale camera op de computer hebt aangesloten maar uw foto’s niet kunt zien, controleert u of de camera op de juiste wijze is aangesloten, of de camera is ingeschakeld en of de batterijen zijn opgeladen. Het kan zijn dat de camera niet met het downloaden begint als de batterijen bijna leeg zijn. Sommige camera’s zijn voorzien van een netvoedingsadapter. Deze kunt u in plaats van batterijen gebruiken. • Als uw camera niet in de lijst van camera’s en stations verschijnt of als er een foutbericht wordt weergegeven terwijl u op Downloadklikt, start u de software voor uw camera vanuit het menu Start van Windows. • Voor meer informatie over het downloaden van foto’s met behulp van de software bij uw camera raadpleegt u de handleiding van uw camera.
Foto’s vanaf een scanner openen Microsoft Digital Image ondersteunt twee typen scannerindelingen: TWAIN en WIA. Als uw scanner geen TWAIN- of WIA-interface gebruikt, moet u de software gebruiken die speciaal voor het type en model van uw scanner is ontworpen. Veel fabrikanten van scanners bieden op internet gratis updates voor hun stuurprogramma’s aan.
Ga als volgt te werk om uw scanner aan te sluiten: 1. 2. 3. 4.
Installeer de software die bij uw scanner werd geleverd. Schakel de scanner en uw computer uit. Sluit de connectorkabel van de scanner op de computer aan. Schakel de scanner en uw computer in.
Zodra de scanner is aangesloten en door uw computer wordt herkend, bent u klaar om te scannen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
19
Ga als volgt te werk om een foto met een flatbed-TWAIN of WIAscanner te scannen: 1. 2. 3. 4.
Sluit uw scanner op uw computer aan en schakel de scanner in. Plaats uw foto op de scanner. Klik in het menu Bestand op Foto’s importeren. Als er in het dialoogvenster meer dan één apparaat verschijnt, klikt u op uw scanner. 5. Afhankelijk van uw type scanner wordt het vensterFoto scannen of de wizard Foto’s importeren weergegeven.
Ga als volgt te werk als u het venster Foto scannen ziet: 1. Kies uw scanner in de lijst. 2. Kies de optie Automatisch scannen bij Klik op een scanmethode. 3. Klik op Scannen. Ga als volgt te werk als u de wizard Foto’s importeren ziet: 1. Als u de gescande foto direct wilt openen voor bewerking, klikt u op De foto voor bewerking openen. 2. Klik op Volgende. 3. Kies de locatie op uw vaste schijf waar u de gescande foto wilt opslaan en geef een bestandsindeling op. De standaard JPEG-indeling is meestal een uitstekende keuze voor gescande foto’s. 4. Kies een scanmethode. Meestal zult u Automatisch scannenkiezen om een kleurenfoto van hoge kwaliteit te krijgen. 5. Klik op Volgende.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
20
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
Kan deze foto worden afgedrukt? Om uit te vinden of een foto voldoende resolutie heeft om te worden afgedrukt, raadpleegt u het gedeelte “Een afdrukformaat kiezen” in het hoofdstuk “Foto’s opslaan en afdrukken”.
Een per e-mail verzonden foto openen Veel vrienden en familieleden verzenden foto’s graag per e-mail. Als u foto’s via e-mail ontvangt, kunt u deze op uw computer opslaan en ze vervolgens met Microsoft Digital Image bewerken. Veel foto’s die via e-mail worden verzonden, zijn foto’s met lage resolutie, die niet geschikt zijn voor grote afdrukken. Maar foto’s met lage resolutie zijn goed om online te bekijken of in kleine formaten af te drukken.
Ga als volgt te werk om een foto te openen die via e-mail is verzonden: Gebruik uw e-mailprogramma om de foto in een map op uw computer op te slaan. Sla de foto op in een map die u later gemakkelijk kunt terugvinden, zoals de map Mijn afbeeldingen. Klik in Microsoft Digital Image op Openen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Bestandenbrowser wordt geopend. Klik op het tabblad Alle bestanden . Op het tabblad Alle bestanden bladert u naar de map die de foto bevat. Klik op deze map. 5. Kies de foto en klik op Openen.
1. 2. 3. 4.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 3: Foto’s openen en importeren
Een foto vanaf een webpagina openen Als u op internet surft, komt u misschien foto’s tegen die u in uw projecten wilt gebruiken. Tenzij de website fotobescherming gebruikt, kunt u deze afbeeldingen vastleggen en ze voor uw eigen projecten gebruiken. Denk er echter aan dat ook onbeschermde foto’s copyright kunnen hebben en dat u aan de website-eigenaar om toestemming moet vragen voordat u de gevonden foto’s opslaat en gebruikt. Bovendien hebben webfoto’s meestal een lage resolutie zodat ze ongeschikt zijn voor het afdrukken. Maar u kunt de afbeeldingen wel in een project gebruiken dat online wordt bekeken.
Ga als volgt te werk om een foto van een webpagina te openen: 1. Zorg dat zowel Microsoft Digital Image als uw webbrowser geopend en actief zijn. Er verschijnt voor elk programma een knop in de taakbalk aan de rand van uw scherm. 2. Op de taakbalk klikt u op de knop voor uw webbrowserprogramma. 3. In uw webbrowser zoekt u de webpagina die de gewenste foto bevat. 4. Klik met de rechtermuisknop op de foto en klik op Kopiëren. 5. Op de taakbalk klikt u op de knop voor Microsoft Digital Image. 6. Klik in het menu Bestand van Microsoft Digital Image op Nieuw. 7. Kies een formaat tekenpapier en klik op Gereed. Er wordt in het werkgebied een leeg tekenpapier geopend. 8. Klik in het menu Bewerken van Microsoft Digital Image op Plakken. De nieuwe foto verschijnt op het tekenpapier.
21
Let op copyright Foto’s die u op internet ziet, kunnen van copyright zijn voorzien. Zorg dus dat u de juridische informatie van die site leest of toestemming van de site-eigenaar krijgt voordat u een afbeelding gaat gebruiken.
Zodra de foto in Microsoft Digital Image wordt geopend, kunt u de foto net zo bewerken als elke andere foto en deze op uw computer opslaan.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Microsoft Digital Image Suite Editor - Basisbeginselen
4
4
Microsoft Digital Image Suite Editor - Basisbeginselen
25
In dit hoofdstuk komen enkele fundamentele aspecten van Microsoft Digital Image Suite Editor aan de orde die u nodig hebt om te kunnen beginnen. U kunt informatie vinden over het startvenster, het werkgebied, basismanipulatie van afbeeldingen, tekst toepassen en hulpbronnen.
Startvenster Het startvenster is een snel startpunt voor uw foto’s, Mini Lab, projecten, de bibliotheek, recent geopende bestanden en Help. Elke keer dat u Microsoft Digital Image opent, wordt standaard het startvenster geopend. Nadat u het startvenster hebt gesloten, kunt u het op elk moment vanuit het hoofdwerkgebied openen door in de lijst Taken op de knop Startvenster te klikken. Dit diagram verwijst naar de hoofdfuncties in het startvenster.
1. Openen Klik op deze knop om de bestandenbrowser te openen. Hier kunt u foto’s vanaf uw vaste schijf, een netwerkstation, een digitale fotokaartlezer, een cd of dvd of een diskette openen. 2. Foto’s importeren Klik op deze knop om een of meer foto’s vanaf een digitale camera’s, scanner of andere externe opslagapparatuur te importeren. 3. Microsoft Digital Image Suite Library Klik op deze knop om de bibliotheek te openen. Hier vindt en organiseeert u uw foto’s. 4. Meerdere foto’s bewerken Klik op deze knop om het Mini Lab te openen. In het Mini Lab kunt u op meerdere foto’s tegelijk routinebewerkingstaken uitvoeren, zoals draaien en het formaat of kleuren aanpassen. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
26
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
5. Een project maken Klik op deze knop om een projectontwerp te selecteren. U vindt tal van verschillende projecten, zoals kalenders, wenskaarten en albumpagina’s, die zijn ontworpen om met uw foto’s te werken. Projecten worden op type en thema georganiseerd. 6. Selectievakje Bij het opstarten weergeven Schakel dit vakje in om elke keer dat u Microsoft Digital Image start, het startvenster te openen. 7. Helpkoppelingen Door op deze koppelingen te klikken, opent u bronnen die u kunnen helpen Microsoft Digital Image optimaal te benutten. • Rondleiding start een rondleiding door het product. • Instructievideo’s geeft koppelingen naar de verschillende beschikbare video’s weer. • Hoe… geeft een reeks lessen over beeldbewerking weer. • On-line fototips biedt rechtstreeks toegang tot het onderdeel voor digitale fotografie van de MSN-fotowebsite. • On-line registreren biedt u toegang tot de registratiepagina van de Microsoft-website. 8. Recente bestanden Hiermee krijgt u de miniaturen van de laatste vier foto’s die u hebt bewerkt, te zien. Klik op een van de miniaturen om het bijbehorende bestand te openen. 9. Meer bestanden Klik op deze knop om de bestandenbrowser te openen. Hier kunt u foto’s vanaf uw vaste schijf, een netwerkstation, een digitale fotokaartlezer, een cd of dvd of een diskette openen. 10. Sluiten Klik op deze knop om het startvenster te sluiten en naar het hoofdwerkgebied te gaan.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
27
Het werkgebied onderzoeken De meeste taken voor fotobewerking die u in Microsoft Digital Image uitvoert, bevinden zich in het hoofdwerkgebied. Als u Microsoft Digital Image opent en het startvenster sluit, wordt het hoofdwerkgebied weergegeven. De afbeelding hieronder geeft de hoofdelementen van het werkgebied van Microsoft Digital Image weer.
1. Menu’s Via menu’s krijgt u toegang tot alle functies in Microsoft Digital Image. Het Help-menu biedt toegang tot het Help-venster, de Instructievideo’s en de Microsoft Digital Image-rondleiding. 2. Werkbalk Via de sneltoetsenop de werkbalk hebt u met één klik toegang tot enkele van de meestgebruikte opdrachten. U kunt de naam van een werkbalkknop weergeven door met de muisaanwijzer de knop aan te wijzen. 3. Werkbalk Werkruimte Deze werkbalk bevat knoppen voor de Algemene takenlijst, Stapel en het Bestandenpalet. U kunt in de werkruimte meer ruimte maken door een van deze hulpmiddelen te verbergen. 4. Algemene takenlijst Met de Algemene takenlijst kunt u op een eenvoudige manier functies vinden. Deze lijst biedt met een enkele klik snel toegang tot enkele algemene taken en tot het Mini Lab, de projectselector en het startvenster. Alle functies die u in de Algemene takenlijst vindt - evenals bijkomende functies - zijn ook in de menu’s beschikbaar. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
28
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
5. Werkruimte Het grijze gebied geeft de werkruimte aan, het gebied waarin zich het tekenpapier bevindt. U kunt de zoombesturingen gebruiken om het tekenpapier te vergroten of te verkleinen zodat het min of meer de werkruimte bedekt. 6. Selectiehulpmiddelen Met de selectiehulpmiddelen kunt u een bepaald onderdeel van de foto isoleren en bewerken. 7. Het tekenpapier Het witte vlak wordt het tekenpapier genoemd en geeft het afdrukbare gebied van de pagina weer. Als u een foto opent, is het tekenpapier vaak onzichtbaar omdat het helemaal door de foto wordt bedekt. U kunt de zoombesturingen gebruiken om het tekenpapier te vergroten of te verkleinen, zodat het min of meer de werkruimte bedekt. 8. Zoombesturingen Met de zoombesturingen vergroot en verkleint u de foto, zodat u deze met minder of meer detail kunt bekijken. 9. Stapel In de Stapel wordt van elk object in uw foto een miniatuur weergegeven. U kunt de volgorde van de objecten opnieuw rangschiken door de miniaturen binnen de Stapel omhoog en omlaag te slepen. 10. Bestandenpalet In het Bestandenpalet wordt van alle geopende foto’s een miniatuur weergegeven. U kunt van actieve foto wisselen door in het Bestandenpalet op een miniatuur te klikken. U kunt aan de foto waaraan u werkt een foto toevoegen door de miniatuur vanuit het Bestandenpalet naar het tekenpapier te slepen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
29
Afbeeldingsopmaak Wanneer u op het tekenpapier een foto hebt geopend, zijn er een aantal manieren om het formaat te veranderen of om de foto te verplaatsen.
Fotoformaat wijzigen Als u op het tekenpapier een afbeelding opent, wordt op het scherm de grootte van de weergave van de afbeelding automatisch ingesteld, zodat deze de werkruimte vult. Als resultaat hiervan verschijnt een afbeelding met hoge resolutie, zoals 1600 x 1200 pixels, op het scherm in hetzelfde formaat als een afbeelding met lage resolutie van slechts 640 x 480 pixels. Om die reden is het geen betrouwbare manier om een afbeelding op het tekenpapier te bekijken en de feitelijke resolutie ervan te beoordelen. Wanneer u het formaat van een afbeelding aanpast, moet u drie factoren in overweging nemen: • Afbeeldingsformaat – het formaat van de afgedrukte afbeelding. • Pixelafmetingen – het aantal gekleurde stippen (pixels) waaruit de foto bestaat. • Resolutie – de dichtheid van de pixels in de foto. Het afbeeldingsformaat is het product van de pixelafmetingen vermenigvuldigd met de resolutie. Als u bijvoorbeeld een foto van 1200 x 1800 pixels hebt en deze met een resolutie van 300 pixels per inch afdrukt, wordt de foto in het formaat 4’’ x 6’’ afgedrukt. Als u een van de drie instellingen verandert, moet ook een van de andere instellingen worden gewijzigd om de verhouding gelijk te houden. Als u de foto uit het vorige voorbeeld van 4” x 6” naar 8” x 12” vergroot - met behoud van dezelfde pixelafmetingen - vermindert de resolutie van 300 pixels per inch naar 150 pixels per inch. Wanneer u het formaat van een foto aanpast, is het over het algemeen geen goed idee om de pixelafmetingen te verhogen of te verlagen omdat hierdoor de fotokwaliteit kan afnemen. In de meeste gevallen is het niet nodig het afbeeldingsformaat aan te passen omdat dit tijdens het afdrukken automatisch kan worden uitgevoerd. Voor afdrukken van hoge kwaliteit is het over het algemeen een goed idee om de resolutie van de foto op minstens 300 pixels per inch te houden. Maar afhankelijk van het model van uw printer en de gewenste afbeeldingskwaliteit, kunnen ook afdrukken van slechts 150 pixels per inch voldoende zijn. Voor internetgebruik is 72 pixels per inch meestal voldoende.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
30
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
Ga als volgt te werk om het formaat van een foto aan te passen: 1. Klik in het menu Formaat op Afbeeldingsformaat aanpassen. 2. Klik op een van de volgende opties om de instelling te vergrendelen: • Afbeeldingsformaat • Pixelafmetingen • Resolutie 3. Voer waarden in voor de instellingen die u wilt veranderen. 4. Klik op Gereed.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
31
Tekst toepassen U kunt aan elke foto tekst toevoegen en gemakkelijk de letters voor de tekst, de letterkleur, het letterformaat, de uitlijning en de nadruk veranderen. U voegt eerst een tekstvak toe en daarna bewerkt u de tekst in dat vak. Een tekstvak heeft op de Stapel een eigen laag.
Ga als volgt te werk om tekst toe te voegen: 1. Klik in het menu Tekst op Tekst invoeren. Er wordt een tekstvak weergegeven. 2. Typ uw tekst. Als u tekst toevoegt, wordt het tekstvak automatisch verticaal uitgevouwen zodat al uw tekst erin past. 3. Om de breedte van het tekstvak te veranderen, selecteert u het tekstvak en sleept u een van de formaatgrepen aan de zijkant. 4. Om het tekstvak te verplaatsen, selecteert u het vak en houdt u de muisaanwijzer boven de rand van het tekstvak totdat de verplaatsingsgreep verschijnt. Daarna sleept u de verplaatsingsgreep. Zodra u de tekst hebt toegevoegd, kunt u deze voor bewerking selecteren. U kunt ook de tekst selecteren en de werkbalkknoppen gebruiken om de opmaak te wijzigen. Wanneer tekst is geselecteerd, worden op de werkbalk de volgende hulpmiddelen voor opmaak beschikbaar: • Het menu Lettertype biedt 140 verschillende lettertypen. • Het menu Letterformaat biedt letterformaten van 8 tot 620 punten. • De knop Letterkleur biedt een standaardpalet met kleuren of een standaardkleur. • De knop Vet voegt vette opmaak aan de tekst toe. • De knop Cursief voegt cursieve opmaak aan de tekst toe. • De knop Onderstrepen onderstreept de tekst. • De knop Uitlijning biedt opties voor Links, Rechts, Midden en Uitvullen. • De knop Opsommingstekens en nummers is bestemd voor het toepassen of annuleren van opmaak voor opsommingslijsten of genummerde lijsten.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
32
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
Toegang tot Help via het toetsenbord Door op F1 op het toetsenbord te drukken, kunt u op elk gewenst moment de on-line Help openen.
Hulpbronnen U kunt op meerdere manieren Microsoft Digital Image leren gebruiken. Naast deze gebruikshandleiding zijn er het on-line Helpsysteem, de productrondleiding en de instructievideo’s. In de volgende gedeelten worden de beschikbare typen informatie beschreven.
On-line Help De on-line Help van Microsoft Digital Image is de meest uitgebreide hulpbron en bevat stapsgewijze instructies, overzichten, onderwerpen voor het oplossen van problemen, technische ondersteuning en het diagnostische hulpmiddel “Wat is er mis met deze afbeelding”. Met Help kunt u op verschillende manieren naar informatie zoeken, inclusief een inhoudsopgave, een trefwoordenindex en een zoekopdracht op volledige tekst voor alle Helponderwerpen. Deze diagram toont de hoofdfuncties van het Helpvenster.
1. De knop Tonen/Verbergen Klik op deze knop om het linkervenster van het Helpvenster uit of samen te vouwen. 2. De knop Terug Klik op deze knop om naar het laatste Helponderwerp terug te keren.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
33
3. Het menu Opties Dit menu bevat opties om een onderwerp af te drukken of om opties in te stellen zoals Internetopties, waar u het letterformaat van het Helpvenster kunt wijzigen. 4. Het Inhoudvenster geeft het huidige Helponderwerp weer. 5. De knop Sluiten sluit het Helpvenster. 6. Het tabblad Inhoud geeft de inhoudsopgave van Help weer. 7. Het tabblad Index laat u zoeken naar trefwoorden in de indexlijst. 8. Het tabblad Zoeken vindt onderwerpen op basis van de door u ingevoerde woorden. 9. Het tabblad Favorieten laat u onderwerpen opslaan die u later snel kunt openen.
Ga als volgt te werk om de on-line Help te openen: 1. Klik in het menu Help op Microsoft Digital Image Help.
De inhoudsopgave gebruiken U kunt de inhoudsopgave gebruiken om informatie op onderwerp te zoeken. De inhoudsopgave is een handige manier om alle beschikbare functies in elke categorie functies weer te geven.
Ga als volgt te werk om de inhoudsopgave te gebruiken: 1. In het linker deelvenster van het Helpvenster klikt u op het tabblad Inhoud. 2. Om een boek in de inhoud uit te vouwen, klikt u op het plusteken ernaast. 3. Om een onderwerp in de inhoudslijst weer te geven, klikt u op de onderwerptitel.
De index gebruiken U kunt de index gebruiken als u informatie over een bepaalde term of trefwoord zoekt.
Ga als volgt te werk om de index te gebruiken: 1. In het linker deelvenster van het Helpvenster klikt u op het tabblad Index. 2. In het vak Typ het gezochte trefwoord typt u het woord dat u zoekt. 3. Selecteer in de resultatenlijst u het woord dat u wilt zoeken en klik vervolgens op Weergeven.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
34
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
De zoekfunctie gebruiken U kunt de zoekfunctie gebruiken om met een woord of combinatie van woorden te zoeken naar de onderwerpen in Help.
Ga als volgt te werk om de zoekfunctie te gebruiken: 1. In het linker deelvenster van het Helpvenster klikt u op het tabblad Zoeken. 2. In het vak Typ het gezochte trefwoord typt u het woord dat u zoekt. Klik vervolgens op Onderwerpenlijst. 3. In de lijst Onderwerp voor weergave kiezen selecteert u het onderwerp dat u wilt weergeven. Klik op Weergave.
Productrondleiding De Microsoft Digital Image-rondleiding gebruikt afbeeldingen, animaties en tekst om de populairste en nuttigste functies van het programma te demonstreren.
Ga als volgt te werk om de productrondleiding uit te voeren: 1. Klik in het menu Help op Rondleiding. De rondleiding wordt geopend en geeft pictogrammen weer die de verschillende functiecategorieën vertegenwoordigen. 2. Klik op een pictogram. Links in het venster verschijnt een functielijst. 3. Klik op een functie. Er verschijnen illustraties en tekst met uitleg over de functie. 4. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor informatie over andere functies. 5. U sluit de rondleiding door te klikken op Sluiten.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 4: Basisbeginselen van Microsoft Digital Image Suite Editor
35
Instructievideo’s Instructievideo’s maken gebruik van animaties en gesproken tekst om u te tonen hoe u verschillende functies voor fotobewerking op uw foto’s kunt toepassen.
Ga als volgt te werk om een instructievideo te bekijken: 1. Klik in het menu Help op Instructievideo’s. In het venster Help wordt een onderwerp over Instructievideo’s weergegeven. 2. Klik op een koppeling van een videotitel. De videospeler wordt geopend en de video wordt gestart. De instructievideo’s gaan vergezeld van een uitgebreide on-line training, waarmee u op uw eigen tempo de verschillende taken kunt doornemen. Om de on-line training te openen, klikt u op de knopSchriftelijke training van de videospeler.
Technische ondersteuning Afhankelijk van waar u woont en hoe u uw Microsoft Digital Image-product hebt verkregen, kunnen de beschikbare bronnen voor technische ondersteuning verschillen.
Ga als volgt te werk om informatie over technische ondersteuning te bekijken: 1. Klik in het menu Help op Info over Microsoft Digital Image Pro 2006. 2. Klik op Technische ondersteuning.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Basisretoucheren
5
5
Basisretoucheren
Bijna alle foto’s kunnen met hulpmiddelen voor basisretoucheren worden verbeterd. Microsoft Digital Image Suite Editor beschikt over retoucheringsmiddelen voor het corrigeren van algemene problemen zoals rode ogen, gebarsten foto’s, belichtingsproblemen of andere gebreken die een foto kunnen ruïneren. In veel gevallen helpt Microsoft Digital Image u elementaire problemen met slechts enkele klikken op te lossen.
Belichting aanpassen Als u met een automatische camera een foto maakt, meet de automatische belichtingsfunctie van de camera de beschikbare hoeveelheid licht en wordt bepaald hoeveel licht is vereist om de foto te maken. Soms is de meting met de belichtingsmeter iets te laag of te hoog. Dit veroorzaakt problemen met de helderheid en het contrast van de foto. Microsoft Digital Image biedt hulpmiddelen om de belichting te optimaliseren.
39
Een kopie maken om te retoucheren Bewerk nooit uw enige kopie van een foto. Maak altijd een kopie of kies Opslaan als om het bewerkte bestand onder een andere naam op te slaan. Als u niet tevreden bent met de resultaten, kunt u altijd vanaf het origineel opnieuw beginnen.
Ga als volgt te werk om de belichting te corrigeren: 1. Klik in het menu Retoucheren op Automatisch belichting optimaliseren. 2. Als u niet tevreden bent met het resultaat, probeer dan het contrast te optimaliseren. Klik in het menu Retoucheren op Automatisch contrast optimaliseren. 3. Als u niet tevreden bent met het resultaat, probeer dan de instellingen nauwkeuriger aan te passen. Klik in het menu Retoucheren op Belichting. 4. Gebruik de schuifregelaars om de belichting in de foto handmatig te corrigeren. 5. Klik op Gereed:
De linkerfoto is te donker en heeft te weinig contrast. Rechts is het hulpmiddel Automatisch contrast optimaliseren toegepast, waarbij de helderheids- en contrastniveaus zijn gecorrigeerd.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
40
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Witbalans op een digitale camera instellen Op veel digitale camera’s kunt u de witbalans voor specifieke lichttypen, zoals zonlicht, gloeilamp en flitslicht, instellen. Het gebruik van deze functie kan u helpen de tintproblemen in uw foto’s te verminderen.
Inzoomen om grijs te vinden Als uw foto geen specifieke gebieden met een neutrale kleur heeft, gebruikt u de zoombesturingen om de foto op het scherm te vergroten. Wanneer u inzoomt, kunt u wellicht een heel klein grijs gebied gebruiken om de kleuren in de foto opnieuw in te stellen.
Een kleurvervorming corrigeren Als u foto’s maakt, kan de lichtbron een gekleurde vervorming in de foto veroorzaken. We zijn geneigd te denken dat licht wit is, maar bijna elke lichtbron heeft haar eigen unieke kleur. Zo bestaat natuurlijk zonlicht voor een groot deel uit blauw, terwijl gloeilampen (wolfram), inclusief de meeste huishoudelijke lampen, een roodachtige of gelige vervorming geven. Bij het maken van een foto kunt u deze verschillende lichtkleuren compenseren door de witbalans in te stellen of door speciale filters voor de lens te plaatsen. Maar als uw foto’s desondanks een kleurvervorming te zien geven, gebruikt u het hulpmiddel Kleur en intensiteit om de kleurbalans te corrigeren en de belichting natuurlijker te maken. Als u reeds het hulpmiddel Automatisch niveaus optimaliseren hebt gebruikt, kan het zijn dat de tintproblemen in de foto al zijn gecorrigeerd. Gebruik het hulpmiddel Kleur en intensiteit om de tint extra aan te passen.
Ga als volgt te werk om de kleurvervorming aan te passen: 1. Klik in het menu Retoucheren op Kleur en intensiteit. 2. Met het pipet klikt u op een gebied in de foto dat grijs of neutraal moet zijn, ofwel niet te kleurrijk, te donker of te licht. In Microsoft Digital Image worden de kleuren automatisch gecorrigeerd. 3. Als u niet tevreden bent met het resultaat, gebruikt u de schuifbalk Belichtingsbronom de algemene kleurtint van de foto nauwkeuriger aan te passen. 4. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
41
Rode ogen wegwerken Door gebruik van de flitser in situaties met weinig licht kunnen personen of dieren rode, onnatuurlijke ogen krijgen. Het hulpmiddel Rode ogen wegwerken maakt de rode vlekken in de ogen donkerder om de roodheid te verminderen of te verwijderen.
Ga als volgt te werk om rode ogen weg te werken: 1. Klik in het menu Retoucheren op Rode ogen wegwerken. 2. Gebruik de pan- en zoombesturingen om uw foto te vergroten en concentreer u daarbij op de rode ogen in de foto. 3. Klik op het rode deel van de ogen. U kunt op twee ogen tegelijk klikken. 4. Klik op Automatisch rode ogen wegwerken. De roodheid wordt uit de ogen verwijderd. 5. Zo nodig kunt u de schuifbalken Intensiteit van correctie en Omvang van correctie gebruiken om het effect preciezer in te stellen, of herhaal stap 3 en 4 totdat het rood is verdwenen. 6. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
42
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Een foto recht maken Als u tijdens het maken van een foto per ongeluk de camera scheef hebt gehouden, worden de horizon en andere rechte lijnen schuin afgebeeld. Deze schuine stand kan een vervorming in de foto zijn, maar is met het hulpmiddel Foto recht maken eenvoudig te corrigeren.
Het hulpmiddel Foto recht maken draait de foto zodanig dat de horizon vlak wordt.
Daarvoor draait het hulpmiddel Foto recht maken de foto op het tekenpapier. Bij het draaien overlappen delen van de foto de rand van het tekenpapier en deze gebieden worden tijdens het afdrukken verwijderd. Door het draaien ontstaan tevens lege gebieden in de hoeken van het tekenpapier. Deze problemen worden echter verholpen door de functie Automatisch bijsnijden, die deel uitmaakt van het hulpmiddel Foto recht maken. Als u de foto recht maakt, snijdt Automatisch bijsnijden de randen van de foto zodat het met het tekenpapier wordt uitgelijnd.
Ga als volgt te werk om een foto met Automatisch bijsnijden recht te maken: 1. Wijs in het menu Formaat naar Foto recht maken en klik op Tekenpapier. 2. Zoek in de foto een lijn die recht moet zijn (zoals de horizon) en klik op een uiteinde van de lijn. 3. Klik op het andere uiteinde van de lijn. De foto wordt automatisch recht gemaakt. 4. Zorg dat het selectievakjeAutomatisch bijsnijden is ingeschakeld. Het gebied van de foto dat wordt bijgesneden, wordt met lichte kleuren rond de randen weergegeven. 5. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
43
Bijsnijden Bijsnijden is een eenvoudige manier om de compositie van een foto te verbeteren. Als uw foto bijvoorbeeld verwarrende achtergrondelementen langs de bovenkant, onderkant of zijkant heeft, kunt u deze delen van de achtergrond bijsnijden om zo aandacht op het onderwerp te vestigen. Door het bijsnijden van een foto verwijdert u pixels en verlaagt u derhalve de effectieve resolutie (hoewel het aantal punten per inch hetzelfde blijft). Als u een aanzienlijk deel van het origineel bijsnijdt, beperkt u de mate waarin u de foto voor afdrukken kunt vergroten. Daarom is het beter om tijdens het maken van de foto een zo goed mogelijke compositie te maken, in plaats van later op bijsnijden te moeten vertrouwen.
Door een foto bij te snijden kunt u verwarrende elementen verwijderen en de compositie verbeteren.
Door uw foto tot een bepaalde proportie bij te snijden, kunt u precies bepalen waar de foto moet worden afgekapt. Als uw foto niet dezelfde proportie als het afdrukformaat zou hebben, kan het gebeuren dat een deel van de foto tijdens het afdrukken wordt verwijderd om de foto aan te passen aan het afdrukbare gebied van de pagina.
De regel van de gulden snede gebruiken Bij het bepalen van de compositie van een foto hebben veel beginnende fotografen de neiging om hun onderwerp meteen in het midden van het kader te plaatsen. Hoewel deze techniek misschien de eenvoudigste manier is om met een wegwerpcamera de aandacht op het onderwerp te vestigen, is het niet altijd de interessantste manier om het onderwerp te presenteren. De meeste ervaren fotografen volgen de gulden snede terwijl zij de ruimte binnen het kader bepalen. De gulden snede wordt in de hele grafische wereld gebruikt
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
44
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
omdat de methode helpt een balans tussen het onderwerp en de achtergrond te creëren. Als u een foto op basis van de gulden snede maakt, deelt u in gedachte het kader zowel horizontaal als verticaal (denk aan een boter-kaas-eierenrooster) in drieën en plaatst u het hoofdonderwerp op een van de vier punten waar de lijnen samenkomen. Als de foto een persoon of dier betreft, kunt u het gezicht op een van de vier punten plaatsen, waarbij het onderwerp naar het centrum van de scène kijkt. Als de foto een horizon bevat, moet deze zich ongeveer op eenderde van de bovenkant of eenderde van de onderkant bevinden, al naar gelang het terrein of de lucht het centrale punt is.
De bijgesneden foto krijgt een interessantere compositie omdat het de gulden snede volgt.
Ga als volgt te werk om een foto volgens de gulden snede bij te snijden: Wijs in het menu Formaat naar Bijsnijden en klik op Tekenpapier. OnderEen verhouding kiezenklikt u op een verhouding. Schakel het selectievakje Richtlijnen tonen voor de gulden snede in. Klik op een startpunt op de foto en sleep de lijn naar de tegenovergestelde hoek van het gebied dat moet worden bijgesneden. De hulplijnen tonen het bijgesneden gebied dat op basis van de gulden snede verticaal en horizontaal wordt verdeeld. 5. De positie en grootte van het bijgesneden gebied moet u zodanig aanpassen dat het focuspunt in de foto op een van de snijpunten van de richtlijnen komt te staan. 6. Klik op Gereed:
1. 2. 3. 4.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Slim wissen gebruiken Het hulpmiddel Slim wissen helpt u afleidende delen uit foto’s te verwijderen. Slim wissen kan items zoals telefoonpalen, elektrische leidingen, of zelfs vreemden uit de achtergrond verwijderen. Slim wissen verwijdert niet alleen ongewenste elementen, maar vult bovendien het verwijderde gebied met kleuren en patronen van de omliggende gebieden. In veel gevallen is na gebruik van Slim wissen moeilijk vast te stellen of er ooit een afleidend element was.
45
Slim wissen met Nabootsen gebruiken Als u niet meteen met Slim wissen perfecte resultaten behaalt, kunt u het hulpmiddel Nabootsen gebruiken om de achtergrond te zuiveren zodat deze natuurlijker overkomt. Meer informatie over het hulpmiddel Nabootsen vindt u in het hoofdstuk “Geavanceerd foto bewerken”.
Met de consistentie in achtergondpatronen van deze foto kon Slim wissen het gebied over het afleidend element vloeiend opvullen.
Omdat Slim wissen pixels van omringende gebieden verwerkt bij het opvullen van het verwijderde gebied, werkt dit hulpmiddel het beste als de omliggende gebieden een consistent patroon hebben.
Ga als volgt te werk om Slim wissen te gebruiken: 1. Klik in het menu Retoucheren op Slim wissen. 2. Markeer het gebied dat u wilt opvullen en laat de aanwijzer los op het punt waar u de markering begon. 3. Klik op Opvullen. 4. Herhaal stap 2 en 3 als u meerdere gebieden wilt opvullen. 5. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
46
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Vlekken verwijderen Of u nu portretten fotografeert of gewone kiekjes maakt, over het algemeen zult u uw onderwerpen zo fraai mogelijk willen neerzetten. Veel foto’s van personen kunnen worden verbeterd door stippen of vlekken van de originele foto te verwijderen. Met het hulpmiddel Vlekken verwijderen klikt u op de stip of de vlek, waarbij de kleur van de omliggende pixels wordt gebruikt om het verkleurde gebied aan te passen. Dit hulpmiddel is ook handig voor het verwijderen van afzonderlijke stofdeeltjes van een gescande foto of voor het weghalen van vlekken die afbreuk doen aan de foto.
Met enkele klikken in het hulpmiddel Vlekken verwijderen kunt u oneffenheden uit de foto halen.
Ga als volgt te werk om een stip of vlek te verwijderen: 1. 2. 3. 4.
Klik in het menu Retoucheren op Vlekken verwijderen. Zoom in op een stip of vlek. Klik op de stip of vlek om deze te verwijderen. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Rimpels verwijderen Net als het verwijderen van vlekken, is het verwijderen van rimpels een goede manier om close-ups van personen te verbeteren. U kunt huid gladder maken door kraaienpootjes rond de ogen of andere rimpels in het gezicht te verwijderen. Het hulpmiddel Rimpels verwijderen vult lijnen op met de kleur van de omliggende pixels.
47
Gebogen rimpels verwijderen U kunt het hulpmiddel Rimpels verwijderen gebruiken om gebogen en rechte rimpels te verwijderen. Voor kromme rimpels verdeelt u de rimpel in secties en corrigeert u per keer een sectie. Hierdoor krijgt u een beter resultaat dan wanneer u een ruimere cirkel zou gebruiken.
Op de rechterfoto is het hulpmiddel Rimpels verwijderen gebruikt, waarbij rimpels rondom de ogen zijn verwijderd.
Ga als volgt te werk om rimpels te verwijderen: 1. Wijs in het menu Retoucheren naar Andere fotoreparatieen klik op Rimpels verwijderen. 2. Klik op een cirkel die overeenkomt met de grootte van de rimpel die u wilt verwijderen. 3. Klik op de foto op een uiteinde van de rimpel en klik vervolgens op het andere uiteinde van de rimpel. De rimpel verdwijnt. 4. Herhaal stap 3 om andere rimpels van de foto te verwijderen. 5. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
48
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
De belichting fijner afstemmen Als u na het toevoegen van flitslicht nog meer aanpassingen moet maken, kunt u de belichtingshulpmiddelen gebruiken.
Flits toevoegen Onder bepaalde belichtingsomstandigheden, zoals wanneer de zon laag achter het onderwerp staat, wordt het onderwerp erg donker in vergelijking met het licht op de achtergrond. Het zou ideaal zijn als u de flitser van uw camera in deze situatie zou kunnen gebruiken, om tijdens het maken van de foto uw onderwerp te belichten. Maar als u vergeet de flitser in te schakelen of als uw onderwerp buiten het flitsbereik is, kan het onderwerp op de foto te donker overkomen. In deze situatie kunt u de functie Flits toevoegen gebruiken om de donkere delen van uw foto lichter te maken en aldus de belichting verbeteren door het licht van een flitser na te bootsen. Het hulpmiddel Flits toevoegen maakt de donkerste pixels in uw foto lichter en vergroot enigermate het contrast.
Toen de linkerfoto werd gemaakt, waren de boten buiten het flitsbereik. Daardoor kwam de hele voorgrond in een donkere schaduw terecht. In de rechterfoto is het hulpmiddel Flits toevoegen gebruikt om de voorgrond lichter te maken en het detail naar voren te brengen.
Ga als volgt te werk om aan een foto flitslicht toe te voegen: 1. Klik in het menu Retoucheren op Belichting. 2. Klik op Flits toevoegen. Elke keer dat u klikt, wordt de scène een beetje lichter gemaakt. 3. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 5: Basisretoucheren
Donkerder maken Op sommige foto’s kan het onderwerp goed belicht zijn, maar zijn delen van de achtergrond overbelicht. Met het hulpmiddel Donkerder maken kunt u de lichtste pixels donkerder maken waardoor de overbelichting van de achtergrond wordt geminimaliseerd.
Door de heldere gebieden van de wolken mist de linkerfoto het detail, waardoor de schoonheid van de lucht verminderd wordt. In de rechterfoto is het hulpmiddel Donkerder maken gebruikt, waardoor de lichtere pixels donkerder zijn gemaakt.
49
Ernstige belichtingsproblemen oplossen Als de belichtingsproblemen in uw foto’s te groot zijn om door Flits toevoegen of Donkerder maken te kunnen worden gerepareerd, kunt u met het hulpmiddel Niveaus en curven nauwkeurige wijzigingen in de donkere, neutrale en lichte tinten toepassen.
Ga als volgt te werk om een foto donkerder te maken: 1. Klik in het menu Retoucheren op Belichting. 2. Klik op Donkerder maken. Elke keer dat u klikt, wordt de scène een beetje donkerder gemaakt. 3. Klik op Gereed:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Geavanceerd fotobewerken
6
6
Geavanceerd fotobewerken
53
Nadat u uw foto’s algemeen hebt geretoucheerd, wilt u wellicht geavanceerde hulpmiddelen gebruiken om nauwkeurigere bewerkingen uit te voeren of om speciale effecten toe te passen. De selectiehulpmiddelen en compositiefoto’s met meerdere objecten bieden u de mogelijkheid om zeer specifieke gebieden van uw foto’s te bewerken. U kunt uw foto’s ook met filters, kleuren en randeffecten en gespecialiseerde bewerkingskwasten transformeren.
Over objecten Voor veel geavanceerde bewerkingstaken voor foto’s dient u het concept van objecten te begrijpen. Een object is een deel van een foto dat afzonderlijk kan worden bewerkt. Als u bijvoorbeeld tekst aan een foto toevoegt, is de tekst een afzonderlijk object van de achtergrondafbeelding. Als u de tekst bewerkt , door bijvoorbeeld het lettertype rood te maken, blijft de achtergrondafbeelding onveranderd omdat het een afzonderlijk object is.
Met compositiefoto’s werken Een foto metmeerdere objecten wordt een compositiefoto genoemd. De Stapel helpt u met compositiefoto’s te werken door elk object afzonderlijk weer te geven. Met behulp van de Stapel kunt u gemakkelijker objecten selecteren. Zorg dat de Stapel wordt weergegeven in de werkruimte wanneer u met compositiefoto’s werkt.
Ga als volgt te werk om de Stapel weer te geven: 1. Klik in het menu Beeld op Stapel. In de Stapel wordt van elk object in de compositiefoto een miniatuurweergave getoond. De bovenste miniatuur vertegenwoordigt het object in de bovenste laag van de compositiefoto. De onderste miniatuur vertegenwoordigt het achtergrondobject in de compositiefoto. Daarom kan het object dat zich het laagst in de Stapel bevindt, tenminste gedeeltelijk door de objecten daarboven in de compositiefoto worden verborgen. U kunt de volgorde van de objecten in de compositiefoto veranderen door de miniaturen in de Stapel omhoog of omlaag te slepen. Door bijvoorbeeld een miniatuur van een object vanuit de laagste positie in de Stapel naar de toppositie te slepen, brengt u het object naar de voorgrond van de compositiefoto.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
54
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Vergrendelde objecten Als u een foto met één enkel object opent, zoals een foto die u met uw digitale camera hebt gemaakt, wordt de foto standaard op de eigen positie op het tekenpapier vergrendeld. Wanneer een object op het tekenpapier wordt vergrendeld, wordt het slotpictogram naast de miniatuur van dat object in de Stapel weergegeven. Dit slotpictogram geeft aan dat u het object niet op het tekenpapier kunt rondslepen.
Ga als volgt te werk om een object te vergrendelen of te ontgrendelen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de miniatuur van het object op de Stapel. 2. Klik op Vergrendelen of opOntgrendelen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
55
Objecten selecteren met het hulpmiddel Object Met het hulpmiddel Object kunt u een of meer hele objecten per keer selecteren. Met het hulpmiddel Object kunt u geselecteerde objecten verplaatsen, draaien en de grootte ervan aanpassen door het object over het tekenpapier te slepen of door de formaatgreep te gebruiken. Elke keer dat u Microsoft Digital Image start, wordt standaard het hulpmiddel Object gekozen. Met Object als uw enige selectiehulpmiddel kunt u veel verschillende bewerkingstaken voltooien. In tegenstelling tot andere selectiehulpmiddelen heeft het hulpmiddel Object geen optiepalet.
Ga als volgt te werk om met het hulpmiddel Object een object te selecteren: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. op de werkbalk. 2. Klik op de knop Object 3. Klik op het object in de Stapel. Wanneer met het hulpmiddel Object een object wordt geselecteerd en het object is niet op het tekenpapier vergrendeld, worden objectgrepen rondom de selectie weergegeven. Objectgrepen zijn gele cirkels die u sleept om de grootte van het object aan te passen en om het object te draaien.
U gaat als volgt te werk om met het hulpmiddel Object een object te verplaatsen, te draaien of om de grootte ervan aan te passen: 1. Selecteer het object met het hulpmiddel Object, zoals hierboven wordt beschreven. 2. Als voor het geselecteerde miniatuur het slotpictogram wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het miniatuur en klikt u op Ontgrendelen. 3. Om de selectie te verplaatsen, houdt u de cursor boven het object totdat de greep verschijnt en sleept u het object over het tekenpapier. 4. Om de grootte van het object proportioneel aan te passen, houdt u de cursor boven een van de grepen van het object totdat de greep voor het aanpassen van de grootte verschijnt, waarna u de greep sleept. 5. Om het object op te rekken, houdt u de cursor boven de grepen boven, onder of aan de zijkant, totdat de greep om de grootte aan te passen verschijnt, waarna u de greep sleept. 6. Om het object te draaien, sleept u de greep die zich aan de bovenkant van het selectievak bevindt. Als u een object selecteert, kunt u het object bewerken zonder andere objecten op het tekenpapier te beïnvloeden. U kunt een object op het tekenpapier of in de Stapel selecteren door erop te klikken. Als u een klein object wilt selecteren, of een object dat achter andere objecten is verborgen, is het dikwijls eenvoudiger om het in de Stapel te selecteren. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
56
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Meervoudige selectie, groepering en objecten plat maken Met Microsoft Digital Image kunt u compositiefoto’s maken die veel objecten bevatten. Omdat er sprake is van afzonderlijke objecten, kunt u elk object individueel bewerken. Soms wilt u echter gelijktijdig twee of meer objecten bewerken. Er zijn drie methoden om objecten samen te voegen zodat u ze gelijktijdig kunt bewerken. Van minst permanent tot meest permanent zijn dit de drie methoden om objecten te combineren: meervoudige selectie, groepering en plat maken.
Meervoudige selectie Meervoudige selectie koppelt objecten tijdelijk. Als u bijvoorbeeld drie objecten evenveel naar links wilt verplaatsen, kunt u de objecten selecteren en ze vervolgens samen op het tekenpapier slepen. Zodra u een ander object hebt geselecteerd om te bewerken, zijn de meervoudig geselecteerde objecten niet meer gekoppeld.
Deze drie objecten zijn een meervoudige selectie zodat zij als één set kunnen worden bewerkt en naderhand kunnen worden gescheiden.
Ga als volgt te werk om meervoudige objecten te selecteren: 1. Zorg dat de Stapel wordt weergegeven. 2. Terwijl u CTRL ingedrukt houdt, klikt u op elk miniatuur in de Stapel totdat alle objecten zijn geselecteerd. 3. U kunt meervoudige selectie annuleren door te klikken op een van de objecten in de Stapel. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
57
Objecten groeperen Door objecten te groeperen kunt u meerdere objecten bewerken en de gegroepeerde relatie behouden terwijl u andere taken uitvoert. De groepering blijft zelfs behouden wanneer u een fotobestand sluit dat in PNG Plus-indeling is opgeslagen. Objectgroepen kunnen later ongedaan worden gemaakt en de objecten kunnen dan afzonderlijk worden bewerkt.
Deze drie objecten zijn gegroepeerd, zoals aangegeven door de het groepprictogram onder in het selectievak.
Ga als volgt te werk om objecten te groeperen: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Terwijl u CTRL ingedrukt houdt, klikt u op elk miniatuur in de Stapel totdat alle objecten geselecteerd zijn. 3. Klik in het menu Bewerken op Groeperen. 4. Om de groep te annuleren, klikt u op de groep in de Stapel, opent u het menu Bewerken en klikt u op Groep ongedaan maken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
58
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Objecten plat maken Het plat maken van objecten is een permanente actie. Als u de objecten niet meer afzonderlijk hoeft te bewerken, kunt u objecten tot een enkelvoudig object plat maken. Hierdoor kunt u de objecten tegelijk bewerken en het aantal objecten in uw compositiefoto verminderen. Bovendien kunnen veel bewerkingstaken niet op een meervoudige selectie worden uitgevoerd. Maar als u de objecten samen plat maakt, worden ze één enkel object, zodat u de objecten gezamenlijk kunt bewerken.
Ga als volgt te werk om meervoudige objecten plat te maken: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Terwijl u de toets CTRL ingedrukt houdt, klikt u op elk miniatuur in de Stapel. 3. Klik in het menu Bewerken op Geselecteerde objecten plat maken.
Automatisch plat maken Wanneer u met objecten werkt die meervoudig geselecteerd of gegroepeerd zijn, worden door bepaalde bewerkingstaken, zoals het gebruik van geavanceerde selectiehulpmiddelen, de geselecteerde objecten in een enkelvoudig object plat gemaakt. Wanneer twee of meer objecten moeten worden plat gemaakt om een bewerkingsfuncties uit te voeren, geeft Microsoft Digital Image een waarschuwingsbericht. Als een waarschuwingsbericht over plat maken wordt weergegeven, kunt u op Annuleren klikken om te voorkomen dat de objecten worden plat gemaakt.
Objecten plat maken tijdens opslaan Als u een compositiefoto in de PNG Plus-bestandsindeling opslaat, blijft elk object afzonderlijk behouden. Als u het bestand weer opent, kunt u elk object afzonderlijk bewerken. De meeste bestandsindelingen voor foto’s ondersteunen echter geen meervoudige objecten. Dus als u bijvoorbeeld een foto in de JPEG-indeling opslaat, worden alle objecten in een enkelvoudig object plat gemaakt. Zelfs als u zo’n JPEG-bestand in Microsoft Digital Image opent, kunt u de objecten niet afzonderlijk bewerken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
59
Selectiehulpmiddelen gebruiken Selectiehulpmiddelen geven u meer controle en meer opties om afbeeldingen te bewerken. U kunt er problemen mee oplossen die slechts in een deel van de foto voorkomen. U kunt de selectiehulpmiddelen ook gebruiken voor het maken van nieuwe objecten die kunnen worden gedupliceerd of op andere foto’s kunnen worden geplakt. Selectiehulpmiddelen helpen u om een deel van een grotere foto te isoleren, zodat u het volgende kunt uitvoeren: • • • •
Een deel van een foto in een afzonderlijk object omzetten. Filters of andere effecten op een beperkt gebied van een foto toepassen. Een deel van een afbeelding binnen een foto dupliceren. Delen van twee of meer foto’s combineren.
De selectiehulpmiddelen bevinden zich op de werkbalk naast de optieknop Selectie. Er zijn vijf selectiehulpmiddelen beschikbaar en elk daarvan is voor een bepaalde bewerking geschikt. Kies de methode die het beste bij uw foto en het beoogde gebruik past. Naast het hierboven vermelde hulpmiddel Object zijn er nog vier selectiehulpmiddelen: • • • • •
Markeerhulpmiddel Vrije stijl AutoContour Toverstaf Selectiekwast
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
60
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Anti-alias bij een selectie gebruiken Anti-alias betekent dat pixels op de rand van de selectie gedeeltelijk kunnen worden geselecteerd. Met deze techniek kan de overgang tussen de selectie en het omringende gebied vloeiend worden uitgevoerd. Anti-alias is handig bij het maken van compositiefoto’s.
Een selectie uitwaaieren Net als anti-alias helpt uitwaaierende randen van een selectie vloeiender te maken. Maar terwijl anti-alias alleen de pixels rechtstreeks op de selectiegrens beïnvloedt, kunt u een kader van maximaal 250 pixels rondom de rand van het geselecteerde gebied uitwaaieren.
Het markeerhulpmiddel Met het markeerhulpmiddel kunt u een deel van een object in de vorm van een rechthoek, cirkel of andere vorm selecteren. Dit hulpmiddel is erg nuttig om objecten of foto’s tot een standaardvorm bij te snijden.
Ga als volgt te werk om met markeerhulpmiddel een selectie te maken: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarvan u een gedeeltelijke selectie wilt maken. op de werkbalk. 3. Klik op de knop Markeerhulpmiddel 4. Als het optiepalet Markeerhulpmiddel niet in de werkruimte zichtbaar is, klikt u op de knop Selectie op de werkbalk. 5. Om de randen van de selectie vloeiend te houden, schakelt u het selectievakje Anti-alias in het optiepalet Markeerhulpmiddel in. 6. In het optiepalet Markeerhulpmiddel klikt u op een vorm voor de markeringsselectie. 7. Om de markeringsvorm in een specifieke verhouding te bewaren, klikt u in het optiepalet Verhoudingen van vormen in het optiepalet Markeerhulpmiddel en voert u een hoogte en breedte in. 8. In het optiepalet Markeerhulpmiddel geeft u aan of u een nieuwe selectie wilt maken , een item aan de huidige selectie wilt toevoegen of een item uit de huidige selectie wilt verwijderen . 9. Sleep de markeringsaanwijzer diagonaal over het gebied dat u wilt selecteren. 10. Als u de selectievorm wilt aanpassen, klikt u op Markering aanpassen in het optiepalet Markeerhulpmiddel, draait u de markeringsvorm of geeft u deze een andere grootte en klikt u op Gereed. 11. Om de selectie uit te waaieren (zodat deze vloeiend wordt opgenomen in het omringende deel van de foto), klikt u op Uitwaaieren in het optiepalet Markeerhulpmiddel . Voer het aantal pixels in dat u rondom de rand wilt uitwaaieren en klik op OK. 12. Om het tegenovergestelde gebied te selecteren, klikt u op Omkeren in het optiepalet Markeerhulpmiddel.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
61
Het hulpmiddel Vrije stijl Met het hulpmiddel Vrije stijl kuint ueen deel van een object selecteren door een onregelmatige vorm te tekenen. 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarvan u een gedeeltelijke selectie wilt maken. op de werkbalk. 3. Klik op de knop Vrije stijl 4. Als het optiepalet Vrije stijl niet zichtbaar is in de werkruimte, klikt u op de knop Selectie op de werkbalk. 5. Om de randen van de selectie vloeiend te houden, schakelt u het selectievakje Anti-alias in het optiepalet Vrije stijl in. 6. In het optiepalet Vrije stijl geeft u aan of u een nieuwe selectie wilt maken , een item aan de huidige selectie wilt toevoegen of een item uit de huidige selectie wilt verwijderen . 7. Sleep de aanwijzer over de foto en klik op het startpunt om de selectie te voltooien. 8. Om de selectie uit te waaieren (zodat deze vloeiend wordt opgenomen in het omringende deel van de foto), klikt u op Uitwaaieren in het optiepalet Vrije stijl. Voer het aantal pixels in dat u rondom de rand wilt uitwaaieren en klik op OK. 9. Om het tegenovergestelde gebied te selecteren, klikt u op Omkeren in het optiepalet Vrije stijl.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
62
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Het hulpmiddel AutoContour Met het hulpmiddel AutoContour kunt u een deel van een object selecteren door goed omlijnde randen te definiëren. Dit hulpmiddel is nuttig om personen of gedetailleerde items in een foto uit te knippen of te kopiëren. 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarvan u een gedeeltelijke selectie wilt maken. 3. Klik op de knop AutoContour op de werkbalk. 4. Als het optiepalet AutoContour niet zichtbaar is in de werkruimte, klikt u op de knop Selectie op de werkbalk. 5. Om de randen van de selectie vloeiend te houden, schakelt u het selectievakje Anti-alias in het optiepalet AutoContour in. 6. Klik in het optiepalet AutoContour om aan te geven of u een nieuwe selectie wilt maken , een item aan de huidige selectie wilt toevoegen of een item uit de huidige selectie wilt verwijderen . 7. In het optiepalet AutoContour voert u een waarde in het vak Breedte in. De breedte is het aantal pixels ten opzichte van de aanwijzer waarmee de AutoContour een rand probeert te traceren. 8. Op de foto klikt u op de punten langs de rand van het item dat u wilt selecteren. Bij het trekken van de contour moet u ervoor zorgen dat de rand binnen de zone van de AutoContour blijft. 9. Om het selectiegebied te sluiten, klikt u op het startpunt. 10. Om de selectie te wijzigen, klikt u op Rand bijstellen, sleept u een willekeurig punt in het door de selectie gemarkeerde vierkant en klikt u op Gereed. 11. Om de selectie uit te waaieren (zodat deze vloeiend wordt opgenomen in het omringende deel van de foto), klikt u op Uitwaaieren in het optiepalet AutoContour, vult u het aantal pixels in dat u rondom de rand wilt uitwaaieren en klikt u op OK. 12. Om het tegenovergestelde gebied te selecteren, klikt u op Omkeren in het optiepalet Vrije stijl.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
63
De Toverstaf Met de Toverstaf kunt u delen van een object selecteren die dezelfde of gelijke kleuren hebben. De Toverstaf is nuttig om een consistent gekleurd gebied te selecteren - bijvoorbeeld een blauwe lucht - zonder dat het hele gebied moet worden omsloten. 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarvan u een gedeeltelijke selectie wilt maken. 3. Klik op de knop Toverstok op de werkbalk. 4. Als het optiepalet Toverstok niet zichtbaar is in de werkruimte, klikt u op de knop Selectie op de werkbalk. 5. Om alleen aaneengesloten pixels met dezelfde kleur te selecteren, schakelt u het selectievakje Aaneengesloten in. Ook door het selectievakje Gladde randen in te schakelen vermindert u de grilligheid van de selecctie. 6. In het optiepalet Toverstok voert u een waarde in het vak Tolerantie in. De tolerantie is het kleurenbereik dat in de selectie zal worden opgenomen. 7. In het optiepalet Toverstok geeft u aan of u een nieuwe selectie wilt maken , een item aan de huidige selectie wilt toevoegen of een item uit de huidige selectie wilt verwijderen . 8. Op de foto klikt u op de kleur die u wilt selecteren. 9. Als de selectie te veel of te weinig van het gebied bevat dat u wilt selecteren, voert u een andere waarde in het vak Tolerantie in. Maak vervolgens een andere selectie. 10. Om de selectie uit te waaieren (zodat deze vloeiend wordt opgenomen in het omringende deel van de foto), klikt u op Uitwaaieren in het optiepalet Toverstok. VoerVoer het aantal pixels in dat u rondom de rand wilt uitwaaieren en klik op OK. 11. Om het tegenovergestelde gebied te selecteren, klikt u op Omkeren in het optiepalet Toverstok.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
64
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
De Selectiekwast De Selectiekwast is een krachtig hulpmiddel om een bestaande selectie door middel van “verven” uit te breiden. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. Klik in de Stapel op het object waarin u een selectie wilt maken. Gebruik een ander hulpmiddel om een selectie te maken. op de werkbalk. Klik op de knop Selectiekwast Als het optiepalet Selectiekwast niet zichtbaar is, klikt u op de knop Selectie op de werkbalk. toe te 6. Klik in het optiepalet Selectiekwast om de huidige selectie voegen. 7. Op de foto sleept u de selectie om deze te verven, waarbij u de bestaande selectie optimaliseert en uitbreidt.
1. 2. 3. 4. 5.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
65
Geselecteerde gebieden bewerken en kopiëren Met de geavanceerde selectiehulpmiddelen kunt u een zeer specifiek gebied van een foto isoleren om deze te bewerken of te kopiëren. Als bijvoorbeeld een foto over het algemeen gekenmerkt wordt door goede belichtingsniveaus, maar het gezicht van iemand op die foto donkere schaduwen heeft, kunt u alleen dat gezicht selecteren en daarna alleen in het geselecteerde gebied de helderheid en het contrast bijstellen. En nu u op de selectie anti-alias en uitwaaiering kunt toepassen, kunnen uw bewerkingen aan het geselecteerde gebied een natuurlijk karakter hebben, omdat de bewerking zich vloeiend met de omringende pixels vermengt.
Selecties kopiëren, knippen en plakken Met de geavanceerde selectiehulpmiddelen kunt u ook een deel van een object uitknippen of kopiëren om een nieuw object te maken. Met deze technieken kunt u een gat in een foto bijknippen of een nieuw object maken, dat in dezelfde foto of in een andere foto kan worden geplakt.
Ga als volgt te werk om een gat in een object te knippen: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarin u een gat wilt knippen. 3. Klik op een selectiehulpmiddel op de werkbalk en selecteer een deel van het object. 4. Open het menu Bewerken en klik opKnippen.
Ga als volgt te werk om een deel van een object te knippen en te plakken: 1. Zorg dat de Stapel in de werkruimte wordt weergegeven. 2. Klik in de Stapel op het object waarvan u een deel wilt kopiëren. 3. Klik op een selectiehulpmiddel op de werkbalk en selecteer een deel van het object. 4. Open het menu Bewerken en klik op Kopiëren. De selectie wordt naar het klembord gekopieerd. 5. Als u de selectie in een andere foto wilt plakken, opent u die foto om deze op het tekenpapier weer te geven. 6. Open het menu Bewerken en klik op Plakken. De selectie wordt een nieuw object in de Stapel. Opmerking:Als u de selectie in dezelfde foto plakt vanwaar u deze hebt gekopieerd, zal het nieuwe object dezelfde positie innemen en er mogelijk niet als een afzonderlijk object uitzien. Het nieuwe object is echter ook in de Stapel zichtbaar en u kunt het hulpmiddel Object gebruiken om het nieuwe object te verplaatsen, te draaien of de grootte ervan aan te passen. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
66
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Meer filters, meer mogelijkheden Als u in het menu Effecten naar Filters wijst en vervolgens op Alle filters klikt, wordt de volledige beschikbare filterselectie weergegeven. U kunt ook de instellingen voor geavanceerde opties en besturing zoals filtertransparantie en druk wijzigen.
Filters De term filter komt oorspronkelijk van de gekleurde glazen voor een cameralens. De eerste filters bij digitale weergave probeerden de resultaten van deze fysieke camerafilters na te bootsen in de vorm van een lichte kleurverandering of door de kleurintensiteit te verhogen. Maar de filters in Microsoft Digital Image kunnen tal van andere effecten genereren, zoals een beeld scherp maken, een foto er als een schilderij of als een mozaïek laten uitzien.
Invoegfilters gebruiken Naast de meer dan 200 standaardfilters van Microsoft Digital Image kunt u ook gebruikmaken van invoegfilters die compatibel zijn met Photoshop. Deze zijn verkrijgbaar bij tal van derden en op internet.
Op de originele foto (linksboven) zijn drie verschillende filters gebruikt: de Kleurpotloodfilter (rechtsboven), de Aquarelfilter (linksonder) en de Korrelfilter (rechtsonder).
Ga als volgt te werk om een filter toe te passen: 1. Wijs in het menu Effecten naar Filtersen klik op een filter. Filters verschaffen uw foto’s een geheel nieuw uiterlijk. Veel filters zorgen dat de afbeelding er minder fotografisch en meer als een tekening, schilderij, mozaïek of ander hangemaakt kunstwerk uitziet. Foto’s die met filters worden bewerkt, kunnen het aantrekkelijke middelpunt van producten zoals wenskaarten en kalenders worden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
67
Kleureffecten U kunt een foto een nieuw uiterlijk geven door er een kleureffect op toe te passen. Maak van een favoriete kleurenfoto een klassieke foto door deze om te zetten in zwart-wit. U kunt ook het antiekeffect toepassen. Hierdoor “veroudert” uw foto door deze de sfeer van een oude krant te geven. U kunt de foto zelfs in een negatief veranderen.
Ga als volgt te werk om een kleurenfoto om te zetten in zwart-wit, antiek of negatief: 1. Open het menu Effecten en klik op een van de volgende opties: • Antiek • Zwart-wit • Negatief Opmerking: U kunt het exacte uiterlijk van een zwart-witfoto aanpassen door het hulpmiddel Zwart-witeffecten in het menu Effecten te gebruiken. Gebruik dit effect als u het algehele kleurbeeld van uw foto wilt aanpassen om het een bepaalde kleurschakering te geven (zoals sepia, maar dan op basis van een willekeurige kleur, niet alleen bruin). U kunt op deze manier ook de helderheid en het contrast van uw zwart-witfoto optimaliseren.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
68
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Verfeffecten Met de verfkwast van het hulpmiddel Vrije stijl kunt u verschillende mogelijkheden kiezen: • • • • • •
Schildereffect Spuitbus Potlood Vlakgom Markeringspen Krijt
Gebruik deze hulpmiddelen om aan een foto nieuwe kleuren toe te voegen.
Ga als volgt te werk om de verfkwast te gebruiken: 1. Wijs in het menu Effecten naar Verfkwasten klik op Vrije stijl. 2. Klik op een verfhulpmiddel en vervolgens op een kleur. 3. Klik op een kwastformaat en begin te verven door de kwast over de foto te slepen. 4. Klik op Gereed. U kunt verven met stempels en zo uw foto’s met een rubber stempeleffect verfraaien. Kies uit verschillende stempelontwerpen of maak uw eigen ontwerp. Schilder met een stempelontwerp of gebruik meerdere stempels in dezelfde foto.
U kunt uit een grote variatie stempels kiezen om een foto aan te passen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
69
Ga als volgt te werk om met stempels te schilderen: 1. Wijs in het menu Effecten naar Verfkwasten klik op Stempels. 2. Klik op een stempelstijl en vervolgens op een stempel. 3. Klik op een stempelformaat en pas de stempel toe door op de foto te klikken. 4. Klik op Gereed.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
70
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Van een andere laag nabootsen Als u Nabootsen gebruikt, moet het startpunt zich in hetzelfde object bevinden als waar u wilt verven. Om het ene object na te bootsen in het andere, moet u de objecten eerst groeperen.
Nabootsen Nabootsenis een verfijnd bewerkingshulpmiddel waarmee u kunt verven met een ander deel van de afbeelding als voorbeeld. In tegenstelling tot het hulpmiddel Spuitbus die met een effen kleur verft, kunt u met Nabootsen kleurovergangen of diverse patronen verven. Nabootsen werkt bijzonder goed bij het retoucheren van een gezicht of een deel van de huid. U kunt bijvoorbeeld over een vlek verven met een gebied met helder weergegeven huid dat van een andere deel van het gezicht of lichaam is gekopieerd. U kunt Nabootsen ook gebruiken om vervormingen op de achtergrond weg te werken. U kunt bijvoorbeeld over elektriciteitskabels heen verven met een passende kleurovergang die van een stuk zuivere lucht is overgenomen.
De originele foto aan de linkerkant toont in de hoek rechtsonder van het beeld een paar bomen. Hier is Nabootsen gebruikt om de bomen met een voorbeeld van een helder gedeelte van de lucht te bedekken.
Ga als volgt te werk om Nabootsen te gebruiken: Klik in de Stapel op het object dat u wilt retoucheren. Klik in het menu Retoucheren op Nabootsen. Klik op een kwastformaat. Klik in de foto op de plaats vanwaar u wilt kopiëren. Deze plaats, startpositie genoemd, wordt tijdens het verven met een kruisdraad gemarkeerd. 5. Plaats de ronde aanwijzer op de positie waar u overheen wilt verven. 6. Sleep de ronde aanwijzer om te verven. Terwijl u verft, moet u op het kruisdraad letten zodat u geen ongewenste gebieden kopieert. 7. Klik op Gereed.
1. 2. 3. 4.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
71
Mengkwast De Mengkwastwerkt net als Nabootsen, maar geeft een subtieler en vloeiender effect. Net als bij Nabootsen selecteert u een gebied als voorbeeld. Maar als het na te maken gebied op het nieuwe gebied wordt toegepast, worden de kleuren gemengd met de kleuren van het omringende gebied. De Mengkwast werkt bijzonder goed bij het retoucheren van huid.
Bij het retoucheren van huid kunt u met behulp van de Mengkwast oneffenheden wegwerken met kleuren en patronen van heldere gebieden met huid.
Klik in de Stapel klik op het object dat u wilt retoucheren. Klik in het menu Retoucheren op Mengkwast. Klik op een kwastformaat. Op uw foto klikt u op de plaats vanwaar u wilt kopiëren. Deze plaats, startpositie genoemd, wordt tijdens het verven met een kruisdraad gemarkeerd. 5. Plaats de ronde aanwijzer op de positie waar u overheen wilt verven met de mengkwast. 6. Sleep de ronde aanwijzer om te verven. Terwijl u verft, moet u op het kruisdraad letten zodat u geen ongewenste gebieden kopieert. 7. Klik op Gereed.
1. 2. 3. 4.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
72
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Geheugen vrijmaken Vervormen vereist veel computergeheugen, vooral als u de kwast over een groot gebied wilt slepen. Om de verwerking van het effect te versnellen, is het raadzaam andere toepassingen op uw computer af te sluiten.
Vervormen Met Vervormen kunt u een deel van de foto uitsmeren, opbollen, inkrimpen of wissen. Terwijl u een foto retoucheert, kunt u Vervormen gebruiken om bepaalde eigenschappen in de foto te verminderen of te accentueren.
U kunt Vervormen gebruiken om grappige of grillige beelden te maken.
Ga als volgt te werk om Vervormen te gebruiken: Klik in de Stapel op het object dat u wilt retoucheren. Klik in het menu Effecten op Vervormen. Klik op een effect en vervolgens op een kwastformaat. Voer een van de volgende bewerkingen uit: • Klik op de foto om binnen het ronde kwastgebied te vervormen. • Sleep de foto om een groter gebied te vervormen. 5. Klik op Gereed.
1. 2. 3. 4.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
73
Het hulpmiddel Niveaus en curven Voor sommige foto’s moet de belichting nauwkeuriger worden afgesteld. Dat kunt u doen met een van de eenkliks automatische optimaliseringshulpmid delen. Voor meer controle en mogelijkheden kunt u gebruikmaken van het hulpmiddel Niveaus en curven dat een histogram bevat. Het histogram is een visuele weergave van het toonbereik van de foto, of de 0spreiding van de pixels over de helderheid van 256 graden. In het hieronder afgebeelde histogram vertegenwoordigt de horizontale aslijn het bereik van de donkerste pixels (schaduwen) links tot de lichtste pixels (markeringen) rechts. Voor elk punt in het bereik langs de horizontale aslijn geeft de hoogte van de grafiek het aantal pixels voor die graad van helderheid aan. Het voorbeeld hieronder toont het histogram van een foto die tussen de schaduwen en de neutrale tinten een pixelconcentratie heeft, met zeer weinig pixels aan het lichte uiteinde van het bereik. Een afbeelding met een histogram zoals dit zal er zeer donker uitzien en een slecht contrast hebben.
Voor de meeste foto’s is het beter om een redelijk evenwichtige verspreiding over het toonbereik te hebben om contrast te creëren tussen de lichte en donkere gebieden. Bij het histogram in het volgende voorbeeld zijn de tonen evenrediger verspreid.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
74
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Als u niet tevreden bent met de resultaten van de automatische belichtingsafstellingen, kunt u gebruikmaken van de handmatige regeling in Niveaus en curven de handmatige om een betere controle te hebben. Deze foto is een goede kandidaat om het hulpmiddel Niveaus en curven te gebruiken:
Als u naar het histogram kijkt, ziet u dat de grafiek aan het rechtereind van het bereik sterk naar beneden valt. Dit betekent dat de foto geen bijzonder lichte pixels bevat. Door de witte punt aan te passen, kunt u het toonbereik verbreden om de foto dynamischer te maken. Dit kunt u doen door de regelaar van de witte punt naar de eerste verticale stijging in de grafiek te slepen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
75
Deze aanpassingen geven de afbeelding een groter contrast omdat er een groter percentage van de 256 beschikbare tonen wordt gebruikt. Ten slotte kan deze foto worden verbeterd door de helderheid van de rots in de schaduw te veregroten. Om dit te doen, kunt u de vorm van de curve veranderen om alleen de schaduwen in de foto helderder te maken. Op ongeveer eenderde van de bovenkant klikt u op de diagonale lijn om de positie van de markeringen te vergrendelen. Klik vervolgens op ongeveer eenderde van de onderkant en sleep de lijn omhoog om de schaduw en neutrale tinten helderder te maken. De uiteindelijke afbeelding ziet er dan als volgt uit:
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
76
Hoofdstuk 6: Geavanceerd fotobewerken
Ga als volgt te werk om de balans aan te passen met het hulpmiddel Niveaus en curven: 1. Klik in het menu Retoucheren op Niveaus en curven. 2. Sleep de schuifbalk van de Zwarte punt naar rechts totdat de verticale schaduwbalk op het histogram samenvalt met de eerste verticale stijging van de grafiek. 3. Sleep de schuifbalk van de Witte punt naar rechts totdat de verticale markeringsbalk op het histogram samenvalt met de eerste verticale stijging van de grafiek. 4. Als de neutrale tinten moeten worden aangepast, voert u een van de volgende bewerkingen uit: • Om neutrale tinten lichter te maken, sleept u de curve omhoog en naar links. • Om neutrale tinten donkerder te maken, sleept u de curve omlaag en naar rechts. 5. Om de belichting van een specifiek kleurkanaal aan te passen, klikt u op een van de miniaturen en gebruikt u de regelaars van Niveaus en curven om dat kanaal bij te stellen. 6. Klik op Gereed.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab
7
7
Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab
79
Als u regelmatig foto’s maakt, kan het veel tijd vergen om op al uw foto’s basisbewerkingen toe te passen nadat u ze van uw camera hebt gedownload. Mini Lab bevat tijdbesparende hulpmiddelen voor routinebewerkingen die op veel of alle foto’s in een batch moeten worden uitgevoerd. Als uw camera een opslagmedium met hoge capaciteit heeft, kunt u tientallen en zelfs honderden foto’s tegelijk naar de vaste schijf van uw computer downloaden. Sommige foto’s kunnen echte “blijvertjes” zijn waar u later tijd aan wilt besteden om ze uitvoerig te bewerken. Maar veel foto’s hebben niet meer dan een paar snelle bewerkingen nodig, zoals draaien en aanpassen van de grootte. Elke foto afzonderlijk openen, basisbewerking uitvoeren en ze vervolgens een voor een opslaan, kan veel tijd in beslag nemen. Met Mini Lab kunt u deze routinebewerkingen op veel foto’s tegelijk uitvoeren. U kunt meerdere foto’s selecteren om een diverse taken uit te voeren, zoals: • • • • • • •
Automatisch kleuren optimaliseren Automatisch belichting optimaliseren Automatisch camerafoon aanpassen Draaien Grootte aanpassen Afdrukken Opslaan als (om kopieën van originele foto’s op te slaan, om de bestandsindeling te wijzigen en om bestanden een andere naam te geven)
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
80
Hoofdstuk 7: Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab
Mini Lab geeft al uw geopende foto’s weer, samen met een lijst van bewerkingsopties die u op meerdere foto’s kunt uitvoeren. Dit diagram laat de hoofdfuncties van Mini Lab zien.
1. De knop Meer bestanden openen opent de bestandenbrowser zodat u meer foto’s voor bewerking kunt zoeken. 2. De lijst met bewerkingsopties toont alle beschikbare taken voor het bewerken van meerdere foto’s. 3. Met Bestandsopties kunt u meerdere foto’s opslaan of afdrukken. 4. De Werkruimte in Mini Lab bevat miniaturen van al uw geopende foto’s. 5. Met de knop Gereed wordt Mini Lab gesloten, waarbij de foto’s geopend blijven en de door u aangebrachte wijzigingen bewaard blijven. 6. Met de knop Annuleren wordt Mini Lab gesloten, waarbij wijzigingen ongedaan worden gemaakt en niet worden opgeslagen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 7: Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab
81
Ga als volgt te werk om Mini Lab te openen vanuit Microsoft Digital Image: 1. Klik in het menu Retoucheren op Meerdere foto’s in Mini Lab bewerken.
Ga als volgt te werk om Mini Lab vanuit de bibliotheek te openen: 1. In het Miniatuurvenster selecteert u de foto’s die u wilt bewerken. 2. Klik in het menu Taken op Meerdere foto’s bewerken. Wanneer Mini Lab wordt gestart, worden automatisch alle foto’s weergegeven die in het programma waren geopend. Selecteer de foto’s die u wilt bewerken en klik op een of meer van de bewerkingstaken. De wijzigingen worden automatisch toegepast, maar worden alleen opgeslagen als u in Mini Lab op Opslaan als klikt, of uw foto’s in Microsoft Digital Image opslaat nadat u Mini Lab hebt gesloten.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Randen, passe-partouts en lijsten toevoegen
8
8
Randen, passe-partouts en lijsten toevoegen
Als u klaar bent met het bewerken van een foto, kunt u deze verfraaien door er een rand, kader, passe-partout of lijst aan toe te voegen.
Randeffecten Randeffecten veranderen de buitenrand van een foto. Voor portretfoto’s kunt u het zachte randeffect uitproberen. Om de aandacht te vestigen op foto’s die u op een website hebt geplaatst, kunt u een van de gemarkeerde randen toepassen.
Op de linkerfoto zijn gemarkeerde randen toegepast. Deze zijn prima geschikt voor foto’s op internet en in e-mail. De rechterfoto is verfraaid met zachte randen.
Ga als volgt te werk om een randeffect toe te voegen: 1. Klik in de Stapel op de laag waarop u het randeffect wilt toepassen. 2. Wijs in het menu Effecten naar Randen en klik op een randeffect of kader. 3. Klik op een specifieke rand of kader (indien beschikbaar). 4. Volg de instructies op het scherm om de grootte of kleur van de rand of het kader aan te passen. 5. Klik op Gereed.
85
Een foto inkrimpen om het randeffect te tonen Sommige randeffecten verschijnen alleen achter en buiten de foto. Dus als uw foto tot de rand van het tekenpapier reikt, is het mogelijk dat u het randeffect niet ziet als u de foto afdrukt of op internet plaatst. Om ervoor te zorgen dat u de toegevoegde rand kunt zien, controleert u of het object niet op het tekenpapier is vergrendeld. Houd de CTRL-toets ingedrukt terwijl u een van de hoekgrepen van de foto sleept. Hierdoor wordt de foto proportioneel op het tekenpapier ingekrompen, zodat het kader binnen het afdrukbare gebied ligt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
86
Hoofdstuk 8: Randen, passe-partouts en lijsten toevoegen
De juiste passepartout kiezen Bij het kiezen van een passe-partout moet u rekening houden met de kleuren in uw foto en de kleuren van de lijst. Een passe-partout mag het onderwerp van uw foto niet overheersen. Probeer een zacht gekleurde passe-partout die bij een van de secundaire kleuren van de foto past.
Passe-partouts en lijsten Als u van plan bent een foto in een traditionele lijst te plaatsen, kunt u voor het afdrukken aan uw foto een Microsoft Digital Image-passe-partout toevoegen. Passe-partouts geven een elegant effect en kunnen ook helpen om afdrukken van afwijkend formaat geschikt te maken voor een lijst van standaardformaat. Als u de foto niet in een traditionele lijst wilt plaatsen maar wilt afdrukken of weergeven, kunt u uit verschillende lijstthema’s kiezen. U kunt zelfs zowel een passe-partout als een lijst aan dezelfde foto toevoegen.
Microsoft Digital Image biedt een keur aan passe-partouts en lijsten om uw favoriete foto’s af te werken.
Ga als volgt te werk om een passe-partout of lijst toe te voegen: 1. Selecteer de foto of het object waaraan u een passe-partout of lijst wilt toevoegen. 2. Wijs in het menu Effecten naar Randen en klik op Lijsten en passepartouts. 3. Klik op een thema, op een ontwerp en vervolgens op Openen. 4. Sleep uw foto van het Bestandenpalet naar de lijst of de passe-partout en klik op Volgende. 5. Verplaats de foto of pas de grootte aan zodat deze in de lijst past en klik op Gereed.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Projecten maken
9
9
Projecten maken
89
Een uitstekende manier om uw foto’s te presenteren en ze te delen met vrienden en familie is het maken van fotoprojecten. Microsoft Digital Image bevat een keur aan ontwerpen die u kunt gebruiken om uw foto’s weer te geven. U kunt kiezen uit wenskaarten, kalenders, visitekaartjes, enzovoort.
Fotokaarten maken Gebruik een zelfgemaakte foto om een eigen wenskaart te maken voor vakantie, een uitnodiging of andere gelegenheid.
Ga als volgt te werk om een ontwerp voor een fotokaart te openen: 1. Open een foto en controleer of deze wordt weergeven in het Bestandenpalet. 2. Klik in het menu Bestand op Een project maken. 3. Open het tabblad All Types of Designs en klik op Kaarten. 4. Klik op Photo Frame Cards. 5. Klik op een thema en klik op Openen. 6. Volg de aanwijzingen op het scherm. 7. Als u de binnenste pagina’s wilt bewerken, klikt u in het menu Weergeven op Voorzijde van kaart, Binnenzijde van kaart of Voorzijde van kaart.
Een project met meerdere pagina’s Wanneer u werkt met een project dat uit meerdere pagina’s bestaat (zoals een wenskaart), verschijnt het palet voor meerdere pagina’s onder in het venster. Met dit palet kunt u schakelen tussen pagina’s in het project.
Nadat u het kaartproject hebt geopend, kunt u uw eigen tekst, foto’s en illustraties toevoegen. Omdat de meeste printers niet tot aan de rand van de pagina kunnen afdrukken, geven de paarse marges aan de randen van een kaartproject de niet-afdrukbare gebieden van de kaart aan. Fotokaarten kunnen twee formaten hebben: dubbel gevouwen, dit zijn grotere kaarten die aan beide zijden worden afgedrukt, of in vieren gevouwen, kleinere kaarten die slechts aan één zijde worden afgedrukt.
Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
90
Hoofdstuk 9: Projecten maken
Voor deze dubbel gevouwen kaart werd gebruikgemaakt van een foto van een golfer.
Ga als volgt te werk om de vouwstijl van een kaart te wijzigen: 1. Klik in het menu Formaat op Kaartvouw wijzigen.
Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 9: Projecten maken
91
Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
92
Hoofdstuk 9: Projecten maken
Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Foto’s opslaan en afdrukken
10
10 Foto’s opslaan en afdrukken
95
Foto’s opslaan Misschien kunt u net zoals de meeste mensen het niet over uw hart verkrijgen om foto’s weg te gooien, zelfs als ze niet perfect zijn. Waarschijnlijk hebt u ergens een of twee grote dozen staan, vol met enveloppen met oude negatieven en afdrukken. Het op orde houden van al uw oude afdrukken en negatieven kan een enorme taak zijn. Gelukkig maakt digitale fotografie het opslaan, bewaren en organiseren van foto’s een stuk gemakkelijker. Er zijn echter enkele belangrijke punten die u moet weten over het opslaan van foto’s, om ervoor te zorgen dat ze in goede staat verkeren wanneer u ze wilt gaan bekijken.
Meerdere versies opslaan Nadat u een foto van uw camera naar de computer hebt geïmporteerd en de foto uit uw camera hebt verwijderd, bevat de vaste schijf van uw computer de enige kopie van die foto. Deze originele versie moet als een filmnegatief worden behandeld zodat er niets aan de originele inhoud verandert. Met uitzondering van draaien voor de juiste afdrukstand of het bestand een andere naam geven moet u de originele versie met rust laten. Als u een foto wilt bewerken of aan een project wilt toevoegen, moet u altijd een kopie van het origineel opslaan en met de kopie verder werken. Als u wijzigingen aanbrengt waar u later spijt van krijgt, kunt u dan altijd op het origineel terugvallen, een nieuwe kopie maken en opnieuw beginnen.
Ga als volgt te werk om van een foto een kopie te maken: 1. Open de foto. 2. Klik in het menu Bestand op Opslaan als. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 3. Klik op de map waar u de kopie van het origineel wilt opslaan. 4. Typ in het dialoogvenster Bestandsnaam een naam voor de kopie. 5. Klik op Opslaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt gesloten en de nieuwe kopie van de foto wordt in de werkruimte geopend.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
96
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
Een bestandsindeling kiezen Met Microsoft Digital Image kunt u foto’s in een aantal indelingen voor afbeeldingsbestanden opslaan. Welke indeling het beste is om uw foto’s op te slaan bepaalt u op basis van het gebruik van de foto’s, de compabiliteit met andere computers en de bestandsgrootte. Om u meer inzicht te verschaffen in het verschil tussen bestandsindelingen, worden hier enkele belangrijke kenmerken van drie veelgebruikte afbeeldingsindelingen beschreven: • Microsoft Digital Image PNG Plus (.png) slaat de afzonderlijke objecten in uw fotoproject op zodat u ze later kunt bewerken. PNG biedt compressie zonder verlies, maar niet alle computers beschikken over de software om PNG-bestanden te openen. • TIFF (.tif) is een veelgebruikte indeling voor camera’s die beelden zonder kwaliteitsverlies produceren. TIFF biedt geen ondersteuning voor lagen maar is een goede indeling om belangrijke foto’s op te slaan. Houd er wel rekening mee dat de bestanden betrekkelijk groot zijn en veel ruimte in beslag nemen. • JPEG (.jpg) is de meest voorkomende indeling voor afbeeldingen omdat de bestanden op bijna elke computer kunnen worden geopend. JPEG ondersteunt geen lagen. Te veel JPEG-compressie kan de beeldkwaliteit verminderen, maar JPEG is een indeling die relatief kleine bestanden maakt die uitstekend geschikt zijn voor de meeste doeleinden, met name e-mail en internet.
Ga als volgt te werk om een foto in een specifieke bestandsindeling op te slaan: 1. Klik in het menu Bestand op Opslaan als. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 2. Klik in het vak Opslaan als type op een bestandstype. 3. Klik op Opslaan.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
97
PNG Plus-opties instellen Alleen Microsoft Digital Image kan afzonderlijke objecten lezen die zijn opgeslagen in PNG Plus-bestanden. Een PNG Plus-bestand bevat echter een plat gemaakte PNG-versie van de foto. Deze kan door veel andere programma’s, zoals Internet Explorer worden gelezen. Standaard slaat Microsoft Digital Image de plat gemaakte versie van de foto op met dezelfde grootte als de originele foto met meerdere objecten. Maar hoewel het bestand van deze plat gemaakte versie door andere programma’s kan worden geopend, neemt de bestandsgrootte dan wel toe. Als u niet in elk PNG Plus-bestand een plat gemaakte versie van de foto op volledige grootte wilt insluiten, kunt u ervoor kiezen om de plat gemaakte versie in een kleiner formaat op te slaan. Door de grootte van het ingesloten bestand te beperken, kunt u de totale bestandsgrootte verminderen.
Ga als volgt te werk om de grootte van het ingesloten, plat gemaakte PNG-bestand te beperken: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen op Opties. 2. Klik op PNG Plus-opties. 3. Klik op Niet groter dan en voer de waarden in om de breedte en hoogte te beperken. 4. Klik op OK en klik nogmaals op OK.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
98
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
Verzend geen grote foto’s per e-mail Het per e-mail verzenden van foto’s met hoge resolutie kan problemen bij de ontvanger veroorzaken. Bij een enkelvoudige afbeelding met hoge resolutie van 5 megabyte (MB) duurt het bijvoorbeeld meer dan 20 minuten om de afbeelding met een 28,8 Kbps modem te downloaden. Bovendien beperken sommige e-mailprogramma’s het formaat van de bijlagen en kan bijvoorbeeld een e-mail met bijlagen groter dan 1 MB worden geblokkeerd.
Opslaan voor e-mail en internet In tegenstelling tot foto’s die u wilt afdrukken, werken foto’s voor e-mail en internet het beste als deze een relatief lage resolutie hebben. Foto’s met een lage resolutie, zoals 440 x 330 pixels, worden sneller overgedragen door inbelmodems en hebben de juiste afmetingen om op de meeste computerschermen te worden bekeken.
Ga als volgt te werk om een foto voor e-mail of internet op te slaan: 1. Wijs in het menu Bestand naar Kopie opslaan voor en klik op Opslaan voor e-mail of internet. 2. Voer een van de volgende bewerkingen uit: • Klik op een fotoformaat • Stel maximale afmetingen in 3. Klik op Opslaan als. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 4. Klik op de map waarin u de foto wilt opslaan. 5. Typ in het vak Bestandsnaam een bestandsnaam en klik op Opslaan.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
99
Foto’s afdrukken Afzonderlijke foto’s afdrukken Microsoft Digital Image biedt een eenvoudige procedure om afzonderlijke beelden af te drukken. Wanneer u afzonderlijke foto’s afdrukt, wordt één kopie van de foto op de pagina afgedrukt en wordt de foto wordt op het papier gecentreerd.
Ga als volgt te werk om een afzonderlijke foto af te drukken: 1. 2. 3. 4.
Zorg dat uw camera is ingeschakeld en op de computer is aangesloten. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. Klik onder Printer selecteren op de gewenste printer. Om de printerinstellingen aan te geven, klikt u op Printerinstellingen wijzigen. 5. Selecteer het aantal exemplaren en selecteer een afdrukformaat. 6. Kies een afdrukstand en klik op Afdrukken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
100
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
Vanuit de bibliotheek afdrukken Microsoft Digital Image Library gebruikt dezelfde afdrukhulpmiddelen als Microsoft Digital Image. Om de afdruktaak te starten, gebruikt u het Miniatuurvenster voor het selecteren van de foto of foto’s die u wilt afdrukken. Vervolgens opent u het menu Bestand en klikt u op Afdrukken.
Meerdere foto’s afdrukken Microsoft Digital Image biedt een scala van sjablonen waarmee u meerdere foto’s op een pagina kunt afdrukken. U kunt meerdere exemplaren van dezelfde foto afdrukken, of tegelijkertijd meerdere foto’s samen afdrukken.
Door een pagina met meerdere foto’s af te drukken, bespaart u papier. Bovendien is dit een gemakkelijke manier om afdrukken te maken om aan familie en vrienden te geven.
Ga als volgt te werk om meerdere foto’s op dezelfde pagina af te drukken: 1. Zorg dat uw camera is ingeschakeld en op de computer is aangesloten. 2. Open alle foto’s die u wilt afdrukken zodat ze in het Bestandenpalet worden weergegeven. 3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. 4. Onder U kunt ook klikt u op Meerdere foto’s of op speciaal papier afdrukken. 5. Onder Printer selecteren klikt u op een printer. 6. Klik op Printerinstellingen wijzigen om de printerinstellingen te definiëren. 7. Selecteer een categorie voor pagina-instelling en klik op een afdrukstand. 8. Klik in het rechtervenster op een lay-out en klik op Volgende. 9. Sleep foto’s van het Bestandenpalet naar de lay-out. 10. Klik op een optie om de geselecteerde foto op het gebied passend te maken. Klik op Volgende. 11. Bekijk een voorbeeld van de pagina-instelling en voer het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken. 12. Klik op Afdrukken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
Afdrukkwaliteit selecteren De meeste desktopprinters kunnen afdrukken in diverse kwaliteiten, variërend van een conceptmodus met lage kwaliteit tot een instelling voor hoge kwaliteit die meer tijd nodig heeft en meer inkt gebruikt. Pinterinstellingen voor kwaliteit en kleur verschillen maar meestal kunt u papiertype, inkttype, vereiste stippen per inch en voorkeuren voor kleurbeheer opgeven. Sommige printers hebben eenvoudige afdrukopties zoals “Goed”, “Beter” en “Beste”. Raadpleeg de handleiding bij uw printer om na te gaan hoe u deze verschillende instellingen optimaal kunt benutten.
Ga als volgt te werk om de afdrukkwaliteit voor uw printer te selecteren: 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. 2. Klik op Printerinstellingen wijzigen. Het dialoogvenster van uw printer wordt geopend. 3. Wijzig de kwaliteitsinstellingen van uw printer en klik op OK.
Een afdrukformaat selecteren De kwaliteit van foto-afdrukken hangt samen met het aantal pixels in de foto. Een foto met hoge resolutie bevat veel gedetailleerde visuele informatie en kan in grotere formaten worden afgedrukt. Een foto van 2048 x 1536 pixels (3.1megapixels) zal er bijvoorbeeld prima uitzien, ook als het op de meeste printers in het formaat 8’’ x 10’’ wordt afgedrukt. Een foto met lage resolutie heeft minder gedetailleerde visuele informatie en kan daarom niet in grotere formaten worden afgedrukt. Een foto met bijvoorbeeld pixelafmetingen van 1280 x 960 mist het detail dat nodig is voor een afdruk van 8’’ x 10’’. Het resultaat zou een korrelige, gepixelde afbeelding zijn. Maar door deze foto in een kleiner formaat, zoals 4’’ x 6’’, af te drukken, krijgt u een scherpere, gedetailleerde afdruk. Als algemene regel moet u proberen rond de 200 stippen per inch (dpi) af te drukken. Neem de pixelafmetingen van uw foto en deel deze door 200 om te zien hoe groot de afdruk in inch kan zijn.
101
Stuurprogramma’s voor printers installeren Als u een nieuwe printer toevoegt, zorg dan dat u alle printersoftware en stuurprogramma’s installeert. Als u een oudere printer installeert, vindt u wellicht bijgewerkte printerstuurprogramma’s op de website van de fabrikant.
Kleurbeheer aanzetten Controleer in de handleiding bij uw printer of deze werkt met kleurbeheer. Kleurbeheer kan uw printer helpen kleuren te produceren die met de kleuren op uw beeldscherm overeenkomen. Als uw printer over kleurbeheer beschikt, klikt u op Foto-instellingen wijzigen terwijl u de afdruktaak uitvoert. Het dialoogvenster van de printer wordt geopend en u kunt de instellingen voor kleurbeheer aanpassen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
102
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
Fotopapier kiezen Als u wilt dat uw foto’s er als traditionele foto’s uitzien, kiest u papier dat duidelijk is gemerkt als fotopapier. Fotopapier wordt geleverd in tal van dikten en structuren. Het papiergewicht varieert van gewone kantoordocumenten tot redelijk zwaar aquarelpapier. Als u zwaar papier kiest, controleert u in de handleiding van uw printer of de printer geschikt is voor dit papier. De kwaliteit van de afbeelding wordt beïnvloed door het gekozen soort papier. Als regel wordt het grootste kleurenbereik en het diepste zwart verkregen bij gebruik van papier met een speciale coating voor inkjet-inkt. Het kleurenscala blijkt op het witste papier het grootst te zijn. Glanzende oppervlakten geven bovendien de illusie van een dieper zwart. Als u echter uw afdrukken wilt presenteren, kan het glanzend oppervlak uw werk goedkoop doen lijken. Bovendien kan een glanzend oppervlak ervoor zorgen dat het moeilijker is om de afbeelding goed te bekijken. Speciale papiersoorten dragen ook sterk bij tot het weren van vervagingen en kleurveranderingen. Als u met “niet-vervagende” inkt werkt, gebruik dan gecoat, zuurvrij papier dat ook als niet-vervagend wordt aangemerkt.
Langdurende afdrukken maken Als u voor uw printer accessoires inkoopt, controleer dan welke typen inkt en papier door de fabrikant van uw printer worden aangeraden en controleer de levensduur van de inkt. Sommige zeskleurige printers gebruiken inkt die speciaal voor een lange levensduur zijn samengesteld. Als u op zwaar mat papier van hoge kwaliteit afdrukt, kunnen foto’s van deze printers ongeveer 40 jaar meegaan voordat zich enig waarneembare vervaging voordoet. De mate van vervaging wordt aangeduid als de hoeveelheid tijd voordat u met het blote oog enige kleurverandering in de afdruk kunt waarnemen. De werkelijke tijd voordat de verkleuring onacceptabel wordt, is dan ettelijke malen die hoeveelheid tijd. Deze tijden zijn gebaseerd op gebruik binnenshuis onder glas en in een atmosfeer zonder chemische verontreiniging. Met name ozon is schadelijk voor pigment-printerinkt. Plaats deze afdrukken niet in ruimten waar zuurstoftanks of elektrische luchtverversers worden gebruikt. Beide produceren een grote hoeveelheid ozon.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 10: Foto’s opslaan en afdrukken
103
Afdrukken bestellen Bestel afdrukken van uw foto’s on-line en laat de afdrukken opsturen naar uzelf of uw familie en vrienden. U kunt uw foto’s ook gebruiken als cadeau.
Ga als volgt te werk om afdrukken en vergrotingen te bestellen: 1. Klik in het menu Bestand van Microsoft Digital Image op Professionele afdrukken bestellen. 2. In uw webbrowser wordt een pagina voor foto-afdrukken weergegeven. Klik op Afdrukken bestellen op de webpagina. 3. Volg de aanwijzingen op deze website om uw bestelling voor fotoafdrukken te plaatsen. De foto’s worden naar de site voor foto-afdrukken geüpload. Vervolgens worden ze verwerkt, afgedrukt en naar het door u opgegeven adres verzonden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
11
11 Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken Microsoft Digital Image Library is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw foto’s en korte video’s kunt organiseren, lokaliseren en archiveren. Er worden door Microsoft Digital Image Library geen kopieën van uw foto’s en video’s opgeslagen of gemaakt. In plaats daarvan wordt informatie over uw foto’s en video’s opgeslagen, inclusief een miniatuurversie van elke foto, zodat u ze gemakkelijk op uw computer kunt organiseren en vinden. Microsoft Digital Image Library haalt automatisch informatie op over elke foto en video die u aan de bibliotheek toevoegt, inclusief de datum waarop de foto werd gemaakt, de bestandsgrootte en de map waarin de foto is opgeslagen. U kunt etiketten zoals waardering, trefwoorden of bijschriften aan foto’s en video’s toevoegen. Hulpmiddelen zoals Etiketbeheer en het Voorbeeldvenster maken het eenvoudig om in een keer etiketten aan een hele collectie foto’s toe te voegen. Op basis van de door u verstrekte informatie over elke foto helpt Microsoft Image Library u bij het zoeken naar uw foto’s en video’s met behulp van krachtig filteren en groeperen. Zelfs als u jarenlang veel foto’s hebt gemaakt, kunt u zoeken naar foto’s met dezelfde trefwoorden, datums, waarderingen, enzovoort. Met Microsoft Digital Image Library wordt het ook gemakkelijk om uw foto’s en video’s op cd’s of andere media te archiveren en foto’s naar een cd te kopiëren, zodat u ze kunt delen. Met Microsoft Digital Image Library kunt u ook in meerdere foto’s tegelijkertijd eenvoudige bewerkingen uitvoeren, zoals basisbewerkingen in Mini Lab, de naam wijzigen, de bestandsindeling wijzigen en de grootte van de batch aanpassen.
Microsoft Digital Image Library openen
107
Microsoft Digital Image Library is slechts een catalogus Houd er rekening mee dat Microsoft Digital Image uw foto’s niet ergens anders op uw computer kopieert. De toepassing maakt uitsluitend een catalogus van uw foto’s. Wis de originele foto’s in de map Mijn afbeeldingen (of elders) niet omdat u meent dat uw foto’s in Microsoft Digital Image worden opgeslagen. Als u een foto van de oorspronkelijke locatie van uw computer verwijdert, wordt de foto ook uit Microsoft Digital Image Library gewist.
U kunt de Microsoft Digital Image Library openen vanuit het menu Start van Windows of vanuit het Startvenster of het menu Bestand openen van Microsoft Digital Image.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
108
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Foto’s toevoegen vanaf cd’s of andere verwisselbare media U kunt met Microsoft Digital Image Library foto’s opnemen in de catalogus, waarbij de foto’s zich op cd’s of andere verwisselbare media bevinden. Om deze foto’s in de bibliotheek te importeren, klikt u op de knop Importeren op de werkbalk om de wizard Foto’s importeren te starten.
Foto’s en video’s aan de Microsoft Digital Image Library toevoegen Alle foto’s en video’s in de mappen Mijn afbeeldingen en Mijn video’s (en in de eventuele submappen) worden automatisch aan de database van Microsoft Digital Image Library toegevoegd. U kunt ook foto’s en video’s uit andere mappen op uw computer toevoegen. De eerste keer dat u Microsoft Digital Image Library start, wordt het venster Welkom bij Microsoft Digital Image Library geopend om u te helpen foto’s en video’s uit andere mappen dan Mijn afbeeldingen en Mijn Video’s toe te voegen. Na het eerste gebruik van de bibliotheek gebruikt u dezelfde procedure om extra foto’s en video’s aan Microsoft Digital Image Library toe te voegen.
Ga als volgt te werk om foto’s en video’s uit een map op uw computer toe te voegen: 1. Klik in het menu Bestand van Microsoft Digital Image Library op Foto’s en video’s aan bibliotheek toevoegen. Het venster Foto’s en video’s aan bibliotheek toevoegen wordt geopend. De mappen die al in de Microsoft Digital Image Library in een catalogus zijn opgenomen, worden weergegeven. 2. Klik op Bladeren. 3. Navigeer naar de map met de items die u wilt toevoegen. Klik op de map en vervolgens op OK. 4. Klik op Gereed.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Controleren op foto’s en video’s Microsoft Digital Image Library kan de vaste schijf van uw computer controleren op items die kunnen worden toegevoegd aan de Microsoft Digital Image Library. Deze functie is nuttig als u op meerdere locaties foto’s en video’s hebt opgeslagen of als u zich niet meer herinnert waar u uw foto’s hebt opgeslagen. Het controleren kan enige tijd duren als er veel fotobestanden op uw computer zijn.
Ga als volgt te werk om uw computer te controleren op de aanwezigheid van foto’s en video’s: 1. Klik in het menu Bestand van Microsoft Digital Image Library op Foto’s en video’s aan bibliotheek toevoegen. Het venster Foto’s en video’s aan bibliotheek toevoegen wordt geopend. De mappen die al in de Microsoft Digital Image Library in een catalogus zijn opgenomen, worden weergegeven. 2. Klik op Scannen. 3. In het dialoogvenster Fotoscan beginnen klikt u op OK. De vaste schijf wordt gecontroleerd en de mappen die foto’s bevatten, worden weergegeven. 4. Schakel het selectievakje uit naast een map die u niet wilt toevoegen. 5. Klik op OK en klik op Gereed.
109
Gebruik Microsoft Digital Image Library ook voor uw video’s. Als uw digitale camera behalve stilstaande beelden ook videobeelden kan vastleggen, kunt u deze video’s tegelijk met uw foto’s importeren, opslaan, organiseren en bekijken. Om een video te bekijken, klikt u tweemaal op de miniatuur om deze in de bibliotheek af te spelen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
110
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Etiketten toevoegen Het toevoegen van etiketten aan uw foto’s en video’s is een van de beste manieren om uw foto’s te organiseren en te zoeken. Etiketten zijn stukjes informatie die u aan uw foto’s toevoegt. Dit is informatie die u helpt de foto’s te identificeren. Etiketten veranderen het uiterlijk van de foto’s niet. Het zijn eenvoudige stukjes informatie die in de bibliotheek worden opgeslagen en aan uw foto’s en video’s worden gekoppeld. In de bibliotheek zijn een aantal etiketten beschikbaar, waaronder de volgende: • Mensen Maak deze etiketten voor vrienden en familie en klik op het etiket van de desbetreffende persoon om alle foto’s van die persoon te vinden. • Plaatsen Gebruik deze etiketten om u te helpen onmiddellijk foto’s te vinden die u bijvoorbeeld het afgelopen jaar in Tunesië hebt gemaakt, of vijf jaar geleden in Spanje. • Gebeurtenissen Gebruik deze etiketten om foto’s te identificeren aan de hand van activiteiten of feesten, zoals verjaardagsfeesten of feestdagen. • Trefwoorden U kunt van elk woord of elke zin een trefwoord maken, waardoor het gemakkelijk wordt om foto’s op elke gewenste manier etiketten te geven. U bent daarbij niet beperkt tot de mensen, plaatsen, gebeurtenissen of trefwoorden die bij Microsoft Digital Image worden geleverd. U kunt ook uw eigen etiketten toevoegen. • Waarderingen Met een klik kunt u uw foto’s op een schaal van een tot vijf waarderen. Dit kan het zoeken naar uw beste foto’s vereenvoudigen. • Vlaggen. Deze kleine pictogrammen helpen u bepaalde foto’s om speciale redenen te markeren. U kunt bijvoorbeeld de vlag Afdrukken toevoegen aan foto’s die u voor een wenskaart wilt afdrukken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
111
Vergeet niet dat u uw eigen etiketten kunt maken om de onderwerpen van uw foto’s te identificeren en dat u aan elke foto meerdere etiketten kunt toevoegen, of hetzelfde etiket aan meerdere foto’s kunt koppelen. Daarnaast kunnen etiketten een hiërarchie hebben (soms aangegeven als bovenliggende of onderliggende etiketten). Stel u voor dat u etiketten wilt maken die de leden van uw familie vertegenwoordigen. U kunt dan onder Mensen een subcategorie Familie maken en vervolgens voor elk familielid in die groep een etiket toevoegen. U kunt uw etiketten voorzien van subetiketten. Deze functie kunt u gebruiken om u te helpen uw etiketten in logische groepen te organiseren. Het Etiketbeheer is een snelle manier om in Microsoft Digital Image Library meerdere etiketten aan foto’s toe te voegen.
Etiketten toepassen met behulp van Etiketbeheer 1. Klik in het menu Hulpmiddelen op Etiketbeheer. 2. Desgewenst voegt u een nieuw etiket toe door met de rechtermuisknop te klikken op de gewenste locatie voor het etiket en vervolgens te klikken op Etiket maken. Om een etiket te maken dat geen subetiket van een ander etiket is, klikt u met de rechtermuisknop op de categorie (Mensen, Plaatsen, Gebeurtenissen of Trefwoorden) waarin u het etiket wilt plaatsen. 3. Klik op het etiket of de etiketten die u voor foto’s wilt gebruiken. Het selectievakje van het etiket is ingeschakeld om aan te geven dat het etiket op foto’s en video’s kan worden toegepast. 4. Kies de foto’s waaraan u deze etiketten wilt toewijzen. 5. Om het Etiketbeheer te sluiten, klikt u op de knop Sluiten op de titelbalk van Etiketbeheer.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
112
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Uw foto’s zoeken Zodra u uw foto’s aan Microsoft Digital Image Library hebt toegevoegd en enkele etiketten op uw foto’s hebt toegepast, kunt u de bibliotheek gebruiken om snel volgens de door u gekozen criteria foto’s te zoeken of om door uw fotocollectie te bladeren. Het linkervenster van Microsoft Digital Image Library is het venster Weergeven op. Met het venster Weergeven op kunt u de foto’s filteren die in het venster Miniatuur worden weergegeven. Als u foto’s weergeeft op datum of map, kunt u boven in het venster Weergeven op klikken op Weergave van alle foto’s en video’s zodat al uw foto’s in het venster Miniatuur verschijnen.
Weergeven op etiket Weergeven opetiketten is de beste manier om Microsoft Digital Image te gebruiken en het kan uw voorkeur dragen om op deze manier uw foto’s te zoeken en te organiseren.
Gebruik het venster Weergeven op om snel foto’s met bepaalde etiketten te vinden.
Ga als volgt te werk om op etiketten weer te geven: 1. Klik in het menu Weergeven op op Etiket. 2. Klik op de etiketten voor de foto’s die u probeert te vinden. Foto’s met deze etiketten verschijnen in het venster Miniatuur. 3. Om de selectie van een etiket op te heffen, klikt u op het etiket om het selectievakje uit te schakelen. 4. Om foto’s zonder toegewezen etiketten te zoeken, klikt u op Niet toegewezen. 5. Om alle foto’s ongeacht etiketten te zoeken, klikt u op Map in het menu Weergeven op en vervolgens op Alle foto’s weergeven. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
113
Weergeven op map Met Weergeven op map kunt u uw foto’s zoeken op basis van de locatie waar de foto’s op uw computer zijn opgeslagen. Microsoft Digital Image Library slaat foto’s niet daadwerkelijk op, het programma onthoudt alleen waar ze zijn opgeslagen. Als u foto’s bekijkt op map, geven de getoonde mappen in feite de mappenstructuur op uw computer weer. Als u in het venster Weergeven op klikt op een map of station, worden alleen de foto’s in die map (en de bijbehorende submappen) in het venster Miniatuur weergegeven.
Ga als volgt te werk om te filteren op basis van map: 1. Klik in het menu Weergeven op op Map. 2. In de mapstructuur klikt u op een map of station. De foto’s in die map worden in het venster Miniatuur weergegeven. 3. Om foto’s in alle mappen en op verwisselbare media te bekijken, klikt u op Alle foto’s weergeven.
Weergeven op datum Met Weergeven op datum kunt u uw foto’s filteren op basis van de datums waarop de foto’s zijn gemaakt. U kunt de filter instellen om foto’s weer te geven die in een bepaald jaar, bepaalde maand of zelfs op een bepaalde dag zijn gemaakt. Als u in het venster Weergeven op klikt op een jaar, maand of datum, worden alleen de foto’s die in die periode zijn gemaakt in het hoofdgebied weergegeven.
Ga als volgt te werk om te filteren op datum: 1. 2. 3. 4. 5.
Klik in het menu Weergeven op op Datum. Klik op een jaar om de maanden in dat jaar weer te geven. Om de dagen in een maand weer te geven, klikt u op een maand. Om de foto’s van een bepaalde dag weer te geven, klikt u op die dag. Om foto’s van alle datums weer te geven, klikt u op Alle foto’s weergeven.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
114
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
De Miniatuurschuifbalk gebruiken De miniatuurschuifbalk bevindt zich rechtsboven in het venster Miniatuur. Hiermee kunt u de grootte van de miniatuurweergaven veranderen. Met grotere miniaturen moet u meer bladeren om al uw foto’s te bekijken, maar er is meer detail zichtbaar. Met kleinere miniaturen kunt u meer foto’s tegelijk zien.
U kunt de grootte van de miniaturen in het venster Miniatuur aanpassen, maar vergeet niet dat u een grote miniatuur ook kunt zien door de aanwijzer boven een foto te houden.
Ga als volgt te werk om de miniatuurschuifbalk te gebruiken: 1. Om de miniaturen te vergroten, voert u een van de volgende bewerkingen uit: • Sleep de schuifbalk naar rechts. • Klik op de knop plus (+). 2. Om de miniaturen te verkleinen, voert u een van de volgende bewerkingen uit: • Sleep de schuifbalk naar links. • Klik op de knop minus (+).
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
115
Miniatuurgegevens weergeven Er zijn drie manieren om de miniaturen en de bijbehorende gegevens in het venster Miniatuur te bekijken.
Tegelweergave Samen met de miniatuur laat de tegelweergave het volgende zien: • • • • • •
Bijschrift Tijd en datum gemaakt Bestandsformaat Afbeeldingsformaat (pixelafmetingen) Bestandsnaam Waarderingen
Miniatuurweergave De miniatuurweergave laat alleen de miniatuur zonder gegevens zien.
Miniaturen met tekstweergave De weergave Miniaturen met tekstgeeft de miniaturen weer samen met het veld op basis waarvan de foto’s worden gerangschikt.
Ga als volgt te werk om in het Miniatuurvenster van weergave te wisselen: 1. Klik in het menu Beeld op een van de volgende opties: • Tegels • Miniaturen • Miniaturen met tekst
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
116
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Een fotoverhaal maken De bibliotheek heeft een krachtig programma om uw foto’s in fascinerende videovoorstellingen om te zetten, inclusief muziek, bijschriften en gesproken tekst. Om uw eigen fotoverhalen te maken, klikt u op Taken en vervolgens op Een fotoverhaal maken.
Uw foto’s groeperen U kuntde foto’s in het Miniatuurvenster groeperen op basis van datum, waarderingen, etiketten of andere informatie. Bij groeperen volgens waarderingen worden alle foto’s met één ster opgenomen in een eigen groep, de foto’s met twee sterren in een andere groep, enzovoort.
Ga als volgt te werk om uw foto’s te groeperen: 1. Klik in het menu Groeperen volgens boven het Miniatuurvenster op een groeperingsoptie.
De inhoudsopgave tonen U kuntde inhoudsopgave openen. Deze is standaard verborgen. Na het openen ziet u alle groepen die zich momenteel in het Miniatuurvenster bevinden. De inhoudsopgave bevindt zich links van het Miniatuurvenster. Om de foto’s van een bepaalde set te zien, klikt u op de groep in de inhoudsopgave.
Ga als volgt te werk om de inhoudsopgave weer te geven: 1. Klik in het menu Beeld op Inhoudsopgave.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Het Voorbeeldvenster gebruiken Het Voorbeeldvenster, dat zich onder het Miniatuurvenster bevindt, biedt een gemakkelijke manier om informatie van een foto of van foto’s te bekijken en te bewerken. Het Voorbeeldvenster geeft de informatie over foto’s weer die in het Miniatuurvenster zijn gekozen. U kunt in het Voorbeeldvenster op de velden klikken (behalve bestandsformaat en afbeeldingsformaat), om de informatie te bewerken.
Ga als volgt te werk om het Voorbeeldvenster te gebruiken: 1. In het Voorbeeldvenster selecteert u de foto’s waarvan u een voorbeeld wilt bekijken. Om meerdere foto’s te selecteren, houdt u CTRL ingedrukt terwijl u op de miniaturen klikt. 2. Klik op een van de volgende velden: • Bestandsnaam verandert de bestandsnaam voor alle geselecteerde foto’s. Als er meer dan één foto wordt geselecteerd, wordt de door u opgegeven bestandsnaam de basisnaam, gevolgd door een volgnummer. • Bijschrift past het bijschrift toe dat u voor alle geselecteerde foto’s hebt ingevoerd en vervangt alle voorgaande gekoppelde bijschriften. • Datum gemaakt verandert voor alle geselecteerde foto’s het veld Datum gemaakt. Dit is handig als uw camera foute datums heeft opgenomen. Als de geselecteerde foto’s meer dan één datum hebben, verschijnt dit veld als Datumbereik. • Etiketten opent het Etiketbeheer om aan de geselecteerde foto’s nieuwe etiketten toe te voegen. Bestaande etiketten worden niet verwijderd. • Vlaggen geeft handige etiketten weer die u als persoonlijke herinneringen kunt gebruiken voor het uitvoeren van specifieke acties op foto’s, zoals bewerken, e-mailen, afdrukken, enzovoort. • Waarderen wijst aan elke geselecteerde foto een nieuwe waardering toe en vervangt hiermee elke eerdere waardering.
117
Het Voorbeeldvenster tonen U kunt het Voorbeeldvenster verbergen om in het Miniatuurvenster meer ruimte te maken. Als het Voorbeeldvenster verborgen is, kunt u het opnieuw weergeven door Voorbeeldvenster te selecteren in het menu Beeld.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
118
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Foto’s naar schijf branden Met Microsoft Digital Image Library kunt u foto’s en video’s rechtstreeks naar cd kopiëren zodat u ze met andere mensen kunt delen, of gemakkelijk grote hoeveelheden afbeeldingen naar een andere computer kunt kopiëren. Uw computer moet een CD-RW-station hebben om foto’s of video’s naar een schijf te kunnen branden.
Ga als volgt te werk om foto’s en video’s naar schijf te branden: 1. In het Miniatuurvenster selecteert u de foto’s en video’s die u naar schijf wilt kopiëren. 2. Klik in het menu Taken op Een gedeelde schijf branden. 3. Volg de stappen in de wizard Foto’s branden om de geselecteerde items naar cd te branden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
119
Foto’s en video’s archiveren Een van de krachtigste functies van Microsoft Digital Image Library is de wizard Foto’s en video’s archiveren. Door uw fotobestanden te archiveren kunt u voorkomen dat bestanden verloren gaan in geval van problemen of schade aan de vaste schijf van uw computer. Als de ruimte op de vaste schijf beperkt is, kunt u met archiveren meer ruimte op de vaste schijf maken door foto’s naar cd’s of andere media over te brengen. In Microsoft Digital Image Library kunt u herinneringen instellen om uw foto’s en video’s te archiveren. U kunt deze herinneringen regelmatig weergeven, zoals elke maand, of nadat u een bepaalde hoeveelheid fotobestanden hebt toegevoegd.
Ga als volgt te werk om de interval voor archiefherinneringen in te stellen: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen op Opties. 2. Klik op het tabblad Archiefinstellingen. 3. Klik onder De archiefherinnering weergeve op een herinneringsinstelling. U kunt de Wizard foto’s en video’s archiveren starten door op Archief te klikken zodra u de Archiefherinnering ziet. U kunt de wizard ook op elk willekeurig moment starten door op de knop Archief op de werkbalk van de Microsoft Digital Image Library te klikken. Zodra de wizard Foto’s en video’s archiveren is gestart, kunt u uit vier archiveringsopties kiezen: • Foto’s en video’s die niet eerder zijn gearchiveerd en waarvan geen enkele wijziging is gearchiveerd. • Foto’s en video’s die niet eerder zijn gearchiveerd. • Foto’s en video’s die waren geselecteerd bij het openen van de wizard Foto’s en video’s archiveren. • Alle foto’s en video’s in Microsoft Digital Image Library. De wizard Foto’s en video’s archiveren leidt u door de archiveringsprocedure. U kunt een archieflocatie, een duidelijke naam en andere opties selecteren.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
120
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
Bewerkings- en bestandsbeheer vanuit Digital Image Library Met de ingebouwde krachtige organisatiehulpmiddelen biedt Microsoft Digital Image Library een handige manier om te zoeken naar foto’s in uw collectie. Zodra u de gewenste foto’s hebt gevonden, kunt u deze voor bewerkings- en bestandsbeheer selecteren.
Foto’s bewerken Vanuit Microsoft Digital Image Library kunt u foto’s in een fotobewerkingsprogramma openen, uw bewerkingstaken uitvoeren en vervolgens terugkeren naar Microsoft Digital Image Library.
Ga als volgt te werk om foto’s te bewerken: 1. In het miniatuurvenster selecteert u de foto’s die u wilt bewerken. 2. Klik in het menu Taken op Bewerken. De foto’s worden in het fotobewerkingsprogramma geopend. 3. Bewerk de foto’s en sla ze op. 4. Sluit de foto-editor. In Microsoft Digital Image Library worden de miniaturen bijgewerkt met uw wijzigingen. Standaard opent Microsoft Digital Image Library de foto’s die in Microsoft Digital Image worden bewerkt. U kunt Microsoft Digital Image Library instellen om een andere foto-editor te openen.
Ga als volgt te werk om de aan Microsoft Digital Image Library gekoppelde foto-editor te wijzigen: 1. Klik in het menuHulpmiddelen op Opties. 2. Klik op het tabblad Algemeen. 3. Onder Foto-editor wijzigen voert u een van de volgende bewerkingen uit: • Klik op Microsoft Digital Image 2006 Editor gebruiken. • Klik op Een andere foto-editor gebruiken en zoek het fotobewerkingsprogramma dat u wilt gebruiken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 11: Foto’s in Microsoft Digital Image Library organiseren en zoeken
121
Bewerkingen uitvoeren in Mini Lab Met Mini Lab kunt u de meest voorkomende bewerkingstaken op meerdere foto’s tegelijk uitvoeren. Tot die taken behoren: • Automatisch kleuren optimaliseren • Automatisch contrast optimaliseren • Draaien • Bijsnijden Vanuit Microsoft Digital Image Library hebt u op dezelfde wijze als vanuit Microsoft Digital Image toegang tot het Mini Lab.
Ga als volgt te werk om in Mini Lab meerdere foto’s tegelijk te bewerken: 1. In het miniatuurvenster selecteert u de foto’s die u wilt bewerken. 2. Klik in het menu Taken op Meerdere foto’s bewerken in Mini Lab. Mini Lab wordt geopend met de geselecteerde foto’s. 3. Voor elke bewerkingstaak selecteert u de foto’s die u wilt bewerken en klikt u op een bewerkingsoptie. 4. Klik op een optie om een bestand op te slaan. U moet de bestanden opslaan zodat de wijzigingen in Mini Lab worden opgeslagen. 5. Klik op Gereed. Mini Lab wordt gesloten en miniaturen worden in Microsoft Digital Image Library bijgewerkt om uw wijzigingen weer te geven.
Meerdere bestanden beheren Microsoft Digital Image Library heeft eigen hulpmiddelen voor het beheren van meerdere bestanden. Tot deze hulpmiddelen behoren het opnieuw benoemen van meerdere bestanden tegelijk, het converteren van meerdere bestandsindelingen en het formaat van meerdere bestanden tegelijk aanpassen. Deze opties voor bestandsbeheer besparen u tijd wanneer u voor meerdere bestanden dezelfde taak moet uitvoeren.
Ga als volgt te werk om beheer voor meerdere bestanden te starten: 1. In het Miniatuurvenster selecteert u de foto’s die u wilt beheren. 2. Klik in het menu Bestand op een van de volgende opties: • Batch hernoemen • Batchconversie bestandsindelingen • Formaat meerdere bestanden aanpassen 3. Volg de instructies op het scherm.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Prachtige foto’s maken
12
12 Prachtige foto’s maken Ongeacht hoe bekwaam en creatief u als fotograaf bent, Microsoft Digital Image is een waardevol hulpmiddel waarmee u uw foto’s optimaal kunt bewerken. Met de functies van Microsoft Digital Image kunt u op eenvoudige wijze veel voorkomende problemen zoals rode ogen en overbelichting corrigeren. Bovendien kunt u functies zoals filters en lagen gebruiken om foto’s te produceren die aanzienlijk van uw originele foto’s verschillen. Hoewel Microsoft Digital Image een krachtig programma voor fotobewerking is, is het belangrijk een zo goed mogelijke foto te maken. Microsoft Digital Image kan heel wat doen om kleine problemen in originele foto’s te corrigeren. Maar bepaalde problemen, zoals bijzonder onscherpe of onderbelichte foto’s, kunnen niet zo eenvoudig met computersoftware worden verholpen. Naarmate u uw vaardigheden als fotograaf verder ontwikkelt en foto’s van betere kwaliteit maakt, kunt u uw foto’s met Microsoft Digital Image op een creatieve wijze bewerken en verliest u geen tijd met het corrigeren van fouten die voorkomen hadden kunnen worden.
125
Foto’s van uw digitale camera openen Voor informatie over het openen van uw foto’s in Microsoft Digital Image raadpleegt u het gedeelte over digitale camera’s in het hoofdstuk “Foto’s openen en importeren”.
Tegenwoordig bieden veel camera’s een hoge mate van automatisering: schakel de camera in, druk op de sluiter en de camera doet de rest. Hoewel deze aanpak snel en eenvoudig is, is deze niet voor alle situaties ideaal. Als fotograaf leert u de instellingen op uw camera fijn te regelen om een betere controle over de camera te krijgen en in elke situatie de beste foto’s te maken. Vanwege de grote keuze aan beschikbare camera’s, van eenvoudige “pointand-shoot” modellen tot professionele SLR-camera’s, is het onmogelijk in dit hoofdstuk alle beschikbare functies van alle camera’s te bespreken. Het biedt echter een eerste basis voor fotografische concepten die essentieel zijn voor het maken van goede foto’s. Het eerste gedeelte van dit hoofdstuk bevat specifieke informatie voor digitale camera’s: concepten zoals resolutie en compressie die geen rechtstreekse tegenhangers in filmfotografie hebben. In latere gedeelten komen universele fotografieconcepten aan de orde, die voor zowel filmcamera’s als digitale camera’s gelden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
126
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Over digitale camera’s Als u een nieuwkomer bent in de wereld van digital camera’s, kunnen verschillende functies van de camera vreemd voor u zijn. Een aantal van deze functies zoals digitale zoom en compressie, bestaan niet voor filmcamera’s. Het is echter belangrijk te begrijpen wat deze functies doen en wanneer u ze kunt gebruiken.
Fotokwaliteit Een digitale foto is samengesteld uit kleine gekleurde vierkantjes, die pixels worden genoemd (een afkorting van “picture elements”). Net als in een mozaïek smelten de pixels samen en vormen zij een beeld. Iedere digitale foto bestaat uit een vast aantal pixels, van een paar duizend tot ettelijke miljoenen. Wanneer u met een digitale camera een foto maakt, wordt een digitaal bestand met een bepaald aantal pixels gemaakt, waarbij elke pixel een specifieke kleur heeft. Omdat pixels geen vaste grootte hebben, kunnen ze worden verkleind of vergroot, al naar gelang de grootte van de afdruk of weergave van de foto. Wanneer een foto te sterk vergroot wordt, kunnen afzonderlijke pixels zichtbaar worden, wat een onregelmatige foto van slechte kwaliteit oplevert.
De originele foto links werd met een hoge resolutie opgeslagen en u ziet scherpe details. De foto rechts werd met zo’n lage resolutie opgeslagen dat afzonderlijke pixels zichtbaar zijn.
Het aantal pixels waaruit een foto is samengesteld, is de resolutie. Resolutie en compressie zijn sleutelfactoren bij de bepaling van de kwaliteit van een digitale foto. In de volgende gedeelten worden resolutie en compressie beschreven.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
127
Resolutie Resolutie is een van de voornaamste factoren die de kwaliteit van een foto bepalen omdat het een maatstaf is voor het totale aantal pixels waaruit een foto is samengesteld. Resolutie wordt soms als het totale aantal pixels uitgedrukt, zoals 3 megapixels (3 miljoen pixels), of in pixel-afmetingen, zoals 1600 bij 1200 pixels (wat gelijk is aan 1.920.000 pixels in totaal, ofwel 1,9 megapixels). Resolutie is met name belangrijk omdat hiermee wordt bepaald in hoeverre u een foto kunt vergroten. Bij gelijke omstandigheden lijken een a 3-megapixel foto en een 320 pixel x 240 pixel foto in het formaat van een paspoortfoto op elkaar. Als u deze twee foto’s echter vergroot tot 13 cm x 18 cm, wordt de kwaliteit van de 320 x 240-afbeelding zoveel slechter dat u de individuele pixels kunt zien. De 3-megapixel foto is in groter formaat nog steeds scherp omdat de pixels nog steeds te klein zijn om te worden waargenomen. Resolutie is ook van belang omdat daarmee het formaat van het bestand wordt bepaald. Foto’s met een hoge resolutie bevatten kleurinformatie voor veel meer pixels dan foto’s met een lage resolutie. De bestanden van foto’s met een hoge resolutie kunnen dus veel groter zijn. Het bestandsformaat is belangrijk als u beperkte opslagruimte op uw camera of vaste schijf hebt, of als u de foto via e-mail wilt verzenden. Het onderstaand schema biedt een schatting van het bestandsformaat en maximum afdrukformaat voor verschillende resoluties. Het schema bevat een lijst met bestandsformaten voor de JPEG-indeling, dat een algemeen (maar niet het enige) formaat voor foto’s is. Dit is een algemene richtlijn voor bestandsformaten - het is ook mogelijk om met grotere of kleinere bestanden goede afdrukresultaten te behalen. Afmetingen
Totaal aantal pixels
JPEG-bestandsformaat (bij benadering) (met geringe compressie*)
320 x 240
76.800
23 KB
Internet en e-mail
640 x 480
307.200
91 KB
Internet en e-mail
1280 x 960
1.228.800 (1,2 megapixels)
363 KB
4” x 6”
1600 x 1200
1.920.000 (1,9 megapixels)
576 KB
5” x 7”
2048 x 1536
3.145.728 (3,1 megapixels)
970 KB
8” x 10”
3008 x 2000
6.016.000 (6 megapixels)
1,5 MB
11” x 14”
Maximum afdrukformaat
* Compressie (zie het volgende gedeelte voor een beschrijving) verschilt van camera tot camera. Derhalve is het mogelijk dat het bestandsformaat verschillend is.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
128
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Megapixelklassering Een van de voornaamste factoren die de prijs van een digitale camera bepaalt, is de megapixelklassering. De megapixelklassering duidt het maximum aantal pixels (in miljoenen) aan die door de fotosensor van de camera worden vastgelegd.
In plaats van film gebruikt een digitale camera een fotosensor – gewoonlijk een CCD-(charge-coupled device) of CMOS-(complementary metal oxide semiconductor) chip – om op het moment dat u een foto maakt, de visuele informatie vast te leggen. De fotosensor van een eenvoudige, lageresolutiecamera kan iets meer dan 76.000 pixels vastleggen. De fotosensor van een hoge-resolutiecamera kan meer dan 6 pixels vastleggen. U begrijpt dat de 6-megapixel camera bijzonder grote foto’s van hoge kwaliteit kan produceren (met zeer grote bestanden). De 76.000-pixel camera kan een relatief klein aantal pixels vastleggen, wat betekent dat de fotokwaliteit zelfs bij kleine afdrukformaten vrij laag is. Op veel camera’s kunt u de resolutie instellen waarmee de fotosensor de foto vastlegt. Als algemene regel geldt dat u steeds de hoogst mogelijke resolutie moet gebruiken. Zo krijgt u foto’s met een hogere resolutie, die u in grotere formaten kunt afdrukken. In vele situaties is het echter mogelijk dat u de resolutie wilt verlagen zodat de bestanden kleiner worden. Dit houdt in dat u meer foto’s op het opslagmedium van de camera kunt opslaan, maar dat gaat dan wel ten koste van de kwaliteit. Raadpleeg de handleiding van de camera om na te gaan welke resolutie u met de fotokwaliteitsinstellingen van uw camera krijgt. Wees voorzichtig met instellingen die een “verbeterde” of “geïnterpoleerde” resolutie bieden. Deze functies voegen extra pixels toe die niet in de originele foto worden gevonden, om een foto met een hogere resolutie te produceren. Dit kan echter de algemene scherpte of kwaliteit verminderen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Compressie U hebt nu één manier gezien om fotobestandsformaten kleiner te maken: verlaag de fotoresolutie. U kunt het bestandsformaat ook kleiner maken door de camera het fotobestand te laten comprimeren wanneer deze het bestand in het geheugen van de camera opslaat. Bij het comprimeren wordt soortgelijke informatie in de foto samengevoegd en wordt bepaalde andere informatie verwijderd. Met de JPEG-compressie bijvoorbeeld worden series van gelijksoortig gekleurde pixels gegroepeerd en als een en dezelfde kleur beschouwd. In de code die het bestand samenstelt, hoeft de kleurinformatie voor deze gegroepeerde pixels slechts eenmaal vermeld te worden, in plaats van honderd- of zelfs duizendmaal. Deze inkorting kan het bestandsformaat aanzienlijk kleiner maken. In extreme gevallen kan een sterk gecomprimeerde foto in JPEG-formaat 95% kleiner zijn dan dezelfde foto in niet-gecomprimeerd formaat. Hoewel de compressie het bestandsformaat verkleint, wordt ook de beeldkwaliteit verminderd. Een laag tot gemiddeld compressieniveau heeft waarschijnlijk geen effect op de beeldkwaliteit, maar bij een hoog compressieniveau zullen de kleuren in bepaalde gebieden gevlekt overkomen,ook wel artefacten genoemd. Zelfs bij een laag compressieniveau worden artefacten nadrukkelijker iedere keer dat de foto opnieuw wordt opgeslagen en compressie wordt toegepast.
129
Bestandsformaat en beeldkwaliteit Door de resolutie te verlagen en de compressie te verhogen, nemen het bestandsformaat en de beeldkwaliteit af. Met dit in gedachte, kunt u het bestandsformaat gebruiken als een ruwe aanduiding om de algehele visuele kwaliteit te beoordelen.
De linkerfoto werd zonder compressieverlies opgeslagen en de volledige beeldkwaliteit bleef behouden. De rechterfoto werd met een hoge JPEG-compressie opgeslagen - wat gepaard gaat met verlies - en door de compressie is de beeldkwaliteit sterk verminderd.
Bij belangrijke foto’s die u wilt afdrukken is het een goede gewoonte weinig of geen compressie toe te passen. Of, als uw camera deze functie biedt, kunt u foto’s in een indeling zoals TIFF maken. Deze indeling biedt compressie zonder verlies. Compressie zonder verlies maakt het bestandsformaat kleiner, maar behoudt de volledige fotokwaliteit zodra de foto wordt opgeslagen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
130
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Bestandsindelingen Er bestaan veel bestandsindelingen die voor digitale foto’s bestemd zijn. Microsoft Digital Image kan met JPEG, TIFF en vele andere bestandsindelingen werken. Als uw camera u de optie biedt bestandsindelingen voor uw foto’s te selecteren, kunt u op basis van uw specifieke criteria beslissen welke indeling u wilt gebruiken: fotokwaliteit, bestandsformaat, of compatibiliteit met andere programma’s. De JPEG-indeling is de meest gebruikte indeling voor foto’s. JPEG-bestanden zijn veelzijdig, ze kunnen meer dan 16 miljoen kleuren behandelen, ze kunnen worden gecomprimeerd en op praktisch elke computer en in elke webbrowser worden bekeken. Om het bestandsformaat kleiner te maken, gebruikt de JPEG-indeling altijd compressie, hoewel het compressieniveau bij elke camera verschillend is. Experimenteer met de compressie-instellingen op uw camera om een lage compressie-instelling te vinden, die goede of uitstekende resultaten oplevert. Omdat JPEG elke keer dat er een bestand wordt opgeslagen, een zekere mate van compressie toepast, verkiezen vele fotopuristen andere indelingen zoals TIFF boven de JPEG-indeling. De TIFF-indeling biedt een uiterst nauwkeurige opname van digitalefotogegevens. Sommige camera’s bieden de optie van een compressiemethode zonder verlies met TIFF. Maar zelfs bij een gering compressieniveau zijn TIFFbestanden voor foto’s met dezelfde resolutie veel groter dan JPEG-bestanden. Een niet-gecomprimeerde 5-megapixel TIFF-foto bijvoorbeeld is groter dan 10 MB. Als u met foto’s van dat formaat wilt werken, moet u veel geheugen op uw computer hebben en een opslagschijf met een hoog volume gebruiken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Zoomfuncties gebruiken Met zoomen kunt u de brandpuntsafstand van de lens aanpassen, zodat uw onderwerp dichter bij of verder van de camera lijkt. Sommige camera’s hebben ingebouwde inelbare zoomlenzen; andere camera’s gebruiken verwisselbare zoomlenzen met verschillende brandpuntsafstanden. Digitale camera’s kunnen optische zoom of digitale zoom bieden. Een optische zoomfunctie gebruikt hetzelfde principe als een zoomlens op een filmcamera: de lens zelf verschuift om de brandpuntsafstand te wijzigen. In elk van de zoomposities is de resulterende resolutie hetzelfde. Bij een digitale zoomfunctie wordt de lens niet verschoven. In plaats daarvan snijdt de software in de camera de foto bij, zodat het onderwerp dichterbij lijkt. Omdat de pixels van het gebied dat bijgesneden wordt, verwijderd worden, is de algehele resolutie lager. Veel camera’s bieden een combinatie van optische en digitale zoom. Voor de beste resultaten kunt u het beste alleen de optische zoom gebruiken. Daarnakunt u zo nodig Microsoft Digital Image gebruiken om de foto bij te snijden en een deel van de scène te vergroten.
131
Vergroot uw perspectief Zoomlenzen zijn ideaal voor het vastleggen van voorwerpen die u niet kunt benaderen, zoals een schip dat op grote afstand van de kust vaart. Gebruik een zoomlens voor ongedwongen closeups van mensen, zonder indringerig of opvallend te lijken.
De functies “digitale zoom” en “verbeterde resolutie” passen interpolatie toe om pixels aan de originele foto toe te voegen. Dit is een procedure waarmee de algehele grootte of resolutie wordt verhoogd. Bij interpolatie worden op basis van de kleuren van de omliggende pixels kleuren aan de toegevoegde pixels toegewezen. Hoewel deze functies technisch gezien het aantal pixels in een foto vergroten, produceren ze niet dezelfde visuele kwaliteit als een foto die niet geïnterpoleerd wordt. Als uw camera met digitale zoom of verbeterde resolutie werkt, moet u deze testen en er zeker van zijn dat u tevreden bent met de resultaten voordat u ze voor belangrijke foto’s gebruikt. Voor de werkelijke zoomcapaciteit en optimale beeldkwaliteit gebruikt u de optische zoom.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
132
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Geheugenkaarten, -schijven en -sticks Nadat de fotosensor een foto op uw digitale camera vastlegt, wordt de digitale informatie vastgelegd op verwisselbare media, zoals een CompactFlash, xD-kaart, Secure Digital-kaart, geheugenstick, SmartMedia, microstation, diskette of CD-R. Terwijl er nog altijd digitale camera’s zijn die foto’s op CD-R of diskette opslaan, worden dergelijke modellen volledig overschaduwd door camera’s die verwisselbare geheugenkaarten gebruiken. In vergelijking met verwisselbaar geheugen zijn diskettes en cd’s langzaam, niet handzaam en beperkt in vermogen. Geheugenkaarten zijn klein, duurzaam en kunnen bijna onbeperkt worden hergebruikt. En terwijl kaarten met een hogere capaciteit altijd duurder zijn dan kaarten met een lagere capaciteit, dalen de prijzen voortdurend door de vooruitgang in de opslagtechnologie.
Als u extra opslagmedia koopt, zoals deze CompactFlash-kaarten, kunt u veel meer foto’s in één sessie maken.
De grootte van uw opslagmedia bepaalt hoeveel foto’s u kunt opslaan. De media van bepaalde camera’s kunnen slechts een beperkt aantal foto’s met hoge resolutie opslaan. Dit type kaart met lage capaciteit kan onpraktisch zijn voor situaties zoals reizen. Als u meer flexibiliteit wilt, kunt u overwegen extra verwisselbare opslagmedia te kopen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Levensduur batterijen In vergelijking met filmcamera’s verbruiken digitale camera’s batterijen in een veel hoger tempo. Het LCD-scherm en de flitser op de camera doen een grote aanslag op de batterijen. In tegenstelling tot sommige handbediende filmcamera’s, kunnen digitale camera’s niet zonder batterijen of een netvoedingsadapter werken. Om uw digitale camera zo lang mogelijk te gebruiken voordat de batterijen leegraken, kunt u herlaadbare batterijen aanschaffen die langer meegaan dan wegwerp alkaline batterijen. Zorg ervoor dat uw reservebatterijen opgeladen zijn, zodat ze steeds klaar zijn voor gebruik. Als uw batterijen bijna leeg zijn en u hebt geen reservebatterij bij de hand, kunt u op de volgende manier proberen energie te besparen:
133
De beste herlaadbare batterijen Lithium-ion batterijen en nikkel metaalhydride (NiMH) batterijen zijn beide uitstekend geschikt voor camera’s en vormen een handige en sterke krachtbron.
• Schakel het LCD-scherm uit en bepaal het beeld via de zoeker. • Schakel de flitser uit zodat deze niet automatisch ingeschakeld wordt. Zet de flitser uitsluitend aan wanneer dit nodig is. • Wacht tot u thuis bent om uw foto’s op het LCD-scherm te bekijken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
134
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Een andere flitser Als uw camera een externe flitser ondersteunt, kunt u overwegen een dergelijke flitser te kopen, zeker als u veel foto’s van mensen binnenshuis maakt. Een externe flitser biedt u veel meer controle en vaak betere resultaten.
Het bereik van uw flitser Lees de handleiding bij uw camera voor meer informatie over het bereik van de flitser. De meeste ingebouwde flitsers zijn geschikt voor het belichten van een onderwerp op een afstand van 3 tot 5 meter van de camera. Als de flitser te dichtbij is, is het mogelijk dat het onderwerp te helder of vaag wordt afgebeeld. Als u te ver verwijderd bent, biedt de flitser onvoldoende licht.
De flitser gebruiken Leren omgaan met de flitser is een van de eenvoudigste manieren om zowel binnen als buiten betere foto’s te maken. Met name bij het fotograferen van personen kan overbelichting van de flitser de foto vaak op een manier bederven die moeilijk met foto-bewerkingsoftware kan worden gecorrigeerd. De meeste camera’s hebben een ingebouwde flitser. De flitser kan worden geprogrammeerd om automatisch af te gaan wanneer de camera merkt dat de flitser noodzakelijk is. Hoewel, op de beoordeling van de camera vertrouwen levert niet altijd de beste resultaten op. Ingebouwde flitsers kunnen harde schaduwen, overbelichtte gebieden en onnatuurlijk-ogend licht creëren. Lees de handleiding bij uw camera voor meer informatie over het aanbevolen flitsbereik en hoe u de verschillende flitsinstellingen kunt aanpassen. Drie van de meest gebruikte flitsinstellingen worden hieronder beschreven.
Automatische flitser In tegenstelling tot wat u zou denken, is het mogelijk dat u in veel situaties betere resultaten bereikt zonder gebruik van de flitser. Als u meent dat de scène zonder flitser te donker is, kunt u proberen het omgevingslicht te versterken door lampen aan te doen of gordijnen te openen. Op de meeste digitale camera’s kunt u de ISO-instelling verhogen. Hierdoor wordt de beeldsensor gevoeliger voor het beschikbare licht, waardoor u bij weinig licht zonder flitser foto’s kunt maken. Veel nieuwere camera’s bieden weinig lichtstanden en nachtflitsinstellingen, die de kwaliteit van foto’s bij weinig licht kunnen verbeteren. Als uw camera deze opties biedt, wordt u aangeraden deze te gebruiken. Anders moet u steeds binnen het aanbevolen flitsbereik blijven.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Flitser voor rode-ogenreductie Een van de meest voorkomende problemen met flitsfoto’s van mensen en huisdieren is het rode-ogeneffect. Dit probleem wordt veroorzaakt door een flitser die heel dichtbij de cameralens geplaatst is. Het licht van de flitser weerkaatst op de aders in het netvlies van het onderwerp, waardoor de pupillen rood lijken. Dit probleem doet zich vaak voor bij weinig licht, als pupillen groter zijn. Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om in uw foto’s rode ogen te vermijden: • Verhoog het omgevingslicht in de ruimte. Door lampen in te schakelen en gordijnen te openen worden de pupillen verkleind. • Gebruik de instelling voor rode-ogenreductie op uw camera. Deze functie activeert een voorflitser, die ervoor zorgt dat op het moment van de opname de pupillen kleiner zijn • Als u een externe flitser gebruikt, houdt u deze uit de buurt van de cameralens. Daardoor komt het licht uit een andere invalshoek en wordt het rode-ogeneffect verminderd of geheel geëlimineerd, ook als de pupillen van uw onderwerp groter zijn.
135
Het rodeogeneffect verwijderen met Microsoft Digital Image Als u met rode ogen te maken krijgt in uw foto’s, kunt u dit effect eenvoudig verwijderen in Microsoft Digital Image. Zie het gedeelte over het verwijderen van rode ogen in het hoofdstuk “Basisretoucheringen” voor meer informatie.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
136
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Vulflits U kunt de vulflitsinstelling gebruiken om gebieden te vullen die door heldere bovenbelichting diepe schaduwen hebben, of in een scène waarbij het licht zich achter het onderwerp bevindt.
In de linkerfoto creëert de sterke achtergrondbelichting een schaduw die het volledige gezicht van het onderwerp bedekt. In de rechterfoto werd de vulflits gebruikt om het effect van de achtergrondbelichting op te heffen en de schaduw van het gezicht van het onderwerp te verwijderen.
Als uw flitser de automatische instelling gebruikt, kan helder daglicht de werking van de flitser beletten. Schakel de flitser handmatig in, of schakel de vulflitsinstelling in als uw camera daarover beschikt. Als u tijdens het bepalen van het beeld schaduwen op de gezichten van uw onderwerpen ziet, is gebruik van de vulflits een goed idee. Een alternatief voor het gebruik van de vulflits is naar een andere locatie te gaan waar het licht van de zon verspreid en indirect is. Dit geeft een zachtere portretbelichting.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
137
De handmatige instellingen van uw camera gebruiken Bij de moderne camera’s is de grens tussen handmatige en automatische camera’s onduidelijk. Vroeger waren handmatige camera’s 35 mm SLR (single-lens reflex) camera’s met handmatige bediening voor scherpstelling, lensopening, sluitertijd en filmsnelheid. Aan het andere uiteinde van het spectrum bevinden zich volledig automatische camera’s met uiterst beperkte bedieningsmogelijkheden, soms niet meer dan een sluiterknop. Voor serieuze cameragebruikers waren de handmatige SLR-camera’s vaak de beste optie, omdat ze de meeste bedieningsmogelijkheden boden. Het creatieve proces werd niet aan de automatische instellingen van een camera overgelaten. Automatische point-and-shoot camera’s waren goed voor beginnende fotografen die zich geen zorgen wilden maken over de instellingen van de camerabesturingen. Veel automatische camera’s konden goede of zelfs uitstekende foto’s maken, zonder dat kennis van geavanceerde fotografische concepten was vereist. Hoewel u nog steeds volautomatische en volledig handmatige camera’s kunt vinden, bieden veel moderne camera’s verschillende modi voor verschillende niveaus van automatische of handmatige bediening. Zo kunt u met bepaalde SLR filmcamera’s naar een automatische modus overschakelen, waarbij de camera alles bepaalt, van scherpstelling tot instelling van de lensopening. Veel compacte digitale camera’s zijn ontworpen voor voornamelijk automatisch gebruik, maar bieden ook de mogelijkheid over te schakelen naar programma- en handmatige modi om instellingen als sluitertijd en lensopening te bedienen. Met digitale camera’s zijn de aanpassingen die u uitvoert vaak digitale benaderingen van de equivalente functie in filmcamera’s, zoals voor de sluitertijd of ISOinstelling. Het fotografische resultaat is echter hetzelfde. De volgende gedeelten bieden een overzicht van de belangrijkste handmatige camera-instellingen en concepten.
Belichting Belichting beschrijft de hoeveelheid licht die in de camera komt wanneer u een foto maakt. De camera op de juiste belichting instellen is essentieel om de correcte tinten en kleuren in uw foto’s te krijgen. Overbelichting treedt op wanneer te veel licht de fotosensor (of de film in een filmcamera) bereikt. Dit vermindert het detail en leidt ertoe dat de foto er verbleekt uitziet. Onderbelichting treedt op wanneer onvoldoende licht in de camera wordt toegelaten, waardoor de foto er vaag en donker uitziet. Belichting wordt door drie factoren bepaald: de lensopening, de sluitertijd en de ISOklasse. De lensopening is de grootte van de opening die licht in de camera toelaat. De sluitertijd geeft aan hoe lang licht in de camera wordt toegelaten. ISO-klasse (de filmsnelheid in een filmcamera) is de lichtgevoeligheid van de sensor of film. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
138
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
De waterglasanalogie Wanneer u een foto maakt, wilt u een perfecte belichting bereiken. Voor de correcte belichting moet u het verband tussen de drie belichtingsfactoren begrijpen: lensopening, sluitertijd en ISO-klasse. Een perfecte belichting bereiken kan worden vergeleken met een glas volledig vullen, zonder water te morsen. Voor een perfecte belichting moet het glas volledig worden gevuld, zonder water te morsen. In deze analogie symboliseert de kraan de lensopening: hoe meer de kraan wordt geopend, hoe sneller het glas wordt gevuld. De periode dat de kraan is geopend, stemt overeen met de sluitertijd: als de kraan langer open wordt gelaten, stroomt er meer water in het glas. Om het glas nauwkeurig tot het correcte niveau te vullen, moet de stroomsnelheid op basis van de periode dat de kraan open is, worden ingesteld. De derde factor, ISO-klasse, is gelijk aan de grootte van het waterglas. Een kleiner glas, ofwel een snellere ISO-klasse, wordt sneller gevuld dan een groter glas (een tragere ISO-klasse). Automatische belichting Als fotograaf krijgt u te maken met tal van belichtingsomstandigheden en voor iedere situatie moet u uw camera aan verschillende belichtingsinstellingen aanpassen. Als u bijvoorbeeld op een zonnige dag aan een strand een foto maakt, zijn er andere belichtingsinstellingen nodig dan u zou gebruiken op hetzelfde strand op een bewolkte dag. Voor veel omstandigheden biedt de automatische belichtingsinstelling van de camera goede of zelfs uitstekende resultaten. Maar in sommige situaties presteert de automatische belichting minder. Automatische belichting gaat ervan uit dat de scène die u fotografeert, een aantal heldere vlakken, vele neutrale tinten en een aantal donkere gebieden heeft. Wanneer de meter van de camera het beschikbare licht in uw scène afleest, neemt de camera het gemiddelde van het licht in de heldere, gemiddelde en donkere gebieden en berekent aan de hand daarvan de noodzakelijke belichting om het gemiddelde niveau tot een tint van gemiddelde helderheid te brengen genaamd middengrijs. Automatische belichting werkt niet goed als uw scène door grote secties van erg lichte of erg donkere kleuren wordt gedomineerd. Een helder sneeuwveld heeft bijvoorbeeld zoveel helder licht dat de automatische belichting de helderheid vermindert tot de sneeuw grijs lijkt. Om deze tekortkoming te omzeilen, kunt u de belichtingscompensatie gebruiken.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Belichtingscompensatie Bepaalde camera’s hebben een belichtingscompensatiefunctie waarmee u de automatische belichtingsinstelling kunt opheffen. Met de belichtingscompensatie kunt u de belichting regelen met instellingen zoals +2, +1, -1 en -2. Zo geeft de instelling A +1 het automatische belichtingsysteem van de camera opdracht de neutrale tinten helderder te maken. Wanneer u een foto maakt die door heldere sneeuw wordt gedomineerd, kan het verhogen van de belichting met de instelling +1 het belichtingsniveau voor de sneeuwscène corrigeren. Afhankelijk van uw camera en de helderheid van de dag, zullen de uiteindelijke resultaten verschillen.
Met heldere sneeuw in een scène kan met een belichtingscompensatie-instelling van +1 of +2 wellicht de juiste belichting worden verkregen.
139
Uw kansen verhogen met bracketing Als u niet zeker bent van de optimale belichtingsinstelling, kunt u bracketing proberen. Dit houdt in dat u meerdere foto’s van dezelfde scène maakt. Begin met de automatische belichting en gebruik vervolgens de belichtingscompensatie om meer foto’s met een hoger of lager belichtingsniveau te maken. In een serie foto’s die met verschillende instellingen zijn gemaakt, is wellicht een van de foto’s perfect belicht.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
140
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Programmamodi Als uw camera programmamodi biedt voor specifieke foto’s, zoals portretten of actiefoto’s, raadpleegt u de handleiding bij de camera voor meer informatie over de lensopeninginstellingen die voor deze modi worden gebruikt.
Lensopening De lensopening is de opening die licht toelaat naar de film of – bij digitale camera’s – naar de fotosensor. De lensopening wordt aangegeven door een f-nummer, waarbij een specifieke instelling een f-stop wordt genoemd. Bij f-stops komt een laag nummer, zoals f/4 overeen met een een bredere lensopening die meer licht binnenlaat. Een kleine lensopening, zoals f/16, laat aanzienlijk minder licht binnen. Bepaalde camera’s hebben een vaste lensopening die niet kan worden aangepast. Wanneer u de lensopening zelf regelt, is een instelling van f/8 een goed uitgangspunt, omdat deze u een redelijk breed scherptegebied biedt. Als u de lensopening van uw camera kunt regelen, kunt u de instellingen gebruiken om de velddiepte in uw foto af te stellen. De velddiepte verwijst naar het gebied in uw foto dat binnen een aanvaardbaar scherpe focus valt. Een grote lensopening geeft een ondiepe velddiepte, terwijl met een kleine lensopening een heel diep gebied, wellicht zelfs alles in de foto, scherp wordt gesteld. Stel u voor dat u uw camera richt op een treinspoor dat tot aan de horizon doorloopt. Als u met een grote lensopening, zoals f/2,8 scherpstelt op een spoorbiels vlakbij, komen slechts enkele andere bielzen scherp in beeld. Met een kleine lensopening, zoals f/22, worden op veel meer bielzen scherp gesteld, zelfs op de bielzen die zich op een relatief verre afstand van het voornaamste focuspunt bevinden.
Een grote lensopening biedt een korte velddiepte, zoals geïllustreerd in de linkerfoto, waar alleen de arend scherp in beeld is. De rechterfoto werd met een kleine lensopening gemaakt, zodat bijna alles scherp gesteld is.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
141
Voor portretfotografie helpt een grote lensopening de focus te beperken. Het gezicht van uw onderwerp is helder en scherp, maar voorwerpen in de achtergrond zijn wazig. Maar als u een vakantiefoto neemt van iemand die voor een monument poseert, is een kleine lensopening aan de orde. Met de kleine lensopening kunnen in dezelfde foto zowel de persoon als het monument worden scherp gesteld. Het spreekt voor zich dat het regelen van de lensopening ook bepaalt hoeveel licht in de camera wordt toegelaten. Maar als een specifieke velddiepte belangrijk is voor uw foto, kunt u desgewenst op de handmatige modus overschakelen, de lensopening instellen en daarna de sluitertijd voor een correct belichtingsniveau instellen. Bepaalde camera’s hebben bovendien een prioriteitsmodus voor de lensopening die voor een juiste belichting automatisch de correcte sluitertijd selecteert, op basis van de gekozen lensopening.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
142
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Sluitertijd Bij de meeste camera’s is de sluiter het gordijn voor de film of fotosensor dat een specifieke tijd teruggetrokken wordt om licht in de camera toe te laten. De sluitertijd kan worden geregeld om gedurende een kortere of langere periode licht in de camera toe te laten. Wanneer u voor een foto de correcte belichting bepaalt, moet de juiste combinatie van sluitertijd en lensopening worden bepaald. Om de sluitertijd te verhogen, waardoor de tijd dat de film aan licht wordt blootgesteld wordt ingekort, moet u de lensopening vergroten om meer licht binnen te laten. Sluitertijden worden in fracties van seconden gemeten. In de automatische modus gebruiken veel camera’s een sluitertijd van ongeveer 1/125ste seconde. Bij actiefotografie kan een hele korte sluitertijd, zoals 1/500ste seconde, helpen de actie te stoppen en het wazige effect te verminderen dat door de beweging van het onderwerp wordt veroorzaakt.
De sluitertijd bepaalt of de actie wordt bevroren of dat een wazig beeld wordt verkregen.
Aan de ander kant kunt u de sluiter instellen om vier seconden open te blijven of nog langer voor nachtfotografie bij weinig licht, zonder flitser. Maar langere sluitertijden dan 1/30ste seconde verhogen de kans dat kleine bewegingen van uw hand tijdens het maken van de foto een wazig beeld oplevert. Om dit te vermijden, kunt u bij lange sluitertijden de camera op een statief of een stabiele ondergrond plaatsen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
143
Voor aanpassing aan het schemerlicht in deze scène werd de camera op een statief gezet en op een lange sluitertijd ingesteld.
Bepaalde camera’s hebben een sluiterprioriteitsmodus die de lensopening automatisch instelt nadat u de sluitertijd hebt ingesteld. Dit kan handig zijn als u zich in een situatie bevindt waar de sluitertijd belangrijker is dan de lensopening, bijvoorbeeld wanneer u een bewegend onderwerp fotografeert.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
144
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
ASA versus ISO Als u een oudere camera hebt, is het mogelijk dat de snelheid aangegeven wordt in ASA in plaats van ISO. Beide klasseringen zijn identiek en onderling uitwisselbaar.
Vermijd het scherper maken van foto’s die ruis vertonen Gebruik de scherpstellingfunctie van Microsoft Digital Image niet voor digitale foto’s met duidelijke ruis, omdat met scherper stellen de nadruk op de onregelmatige pixels wordt gelegd.
ISO-instelling of daarmee equivalente instelling Wanneer u foto’s maakt op film, kunt u verschillende filmtypen voor specifieke doeleinden kiezen. Films zijn verkrijgbaar in verschillende snelheden, die in mindere of meerdere mate gevoelig zijn voor licht. De filmsnelheid wordt gemeten volgens een ISO-nummer. Een film met hoge snelheid zoals ISO 800, is ideaal voor zwakke lichtsituaties of actiefotografie, omdat de film voor een correcte belichting van de foto minder licht vereist. Films met lage snelheid zoals ISO 100 of ISO 200, zijn goed voor fotografie bij helder daglicht omdat ze veel licht nodig hebben. Als u van plan bent om voor meerdere situaties en belichtingsniveaus hetzelfde filmrolletje te gebruiken, is ISO 400 een goed compromis dat in de meeste situaties relatief goede resultaten oplevert. Snellere films produceren over het algemeen korreligere foto’s dan tragere films. Bepaalde nieuwere professionele films met hoge snelheid produceren een fijnere korrelstructuur, die minder waarneembaar is. Omdat digitale camera’s een fotosensor in plaats van een film gebruiken, is het onmogelijk de filmsnelheid te wijzigen. Veel digitale camera’s bieden echter het digitale equivalent van ISO. Met deze functie, ook wel de gevoeligheidsinstelling genaamd, kunt u de ISO-instelling wijzigen. Zo kunt u in een zwakke lichtsituatie van ISO 100 naar ISO 400 overschakelen. Bij de meeste digitale camera’s kan het instellen van het digitale equivalent van de ISO-instelling op een hogere snelheid ruis in de foto veroorzaken. Deze ruis, vergelijkbaar met de korreligheid van een hoge ISO-film, bestaat uit pixels van willekeurige kleuren, die de foto bederven. Camera’s kunnen sterk verschillen en u moet dus experimenteren met de ISO-instellingen van uw digitale camera en de resultaten bekijken. In omstandigheden met zwak licht kunt u overwegen de flitser uit te schakelen en de camera op een snellere ISO-instelling in te stellen. Dit kan eventueel enige ruis in de foto veroorzaken. Maar dat resultaat kan beter zijn dan het resultaat dat u verkrijgt als u de foto met een lagere ISO-instelling maakt, met de harde belichting van de flitser op de camera.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
De witbalans instellen Verrassend genoeg weten digitale camera’s niet automatisch wat de kleuren in uw foto zijn. In plaats daarvan moet uw camera uitzoeken welke kleur in een scène wit is en deze informatie gebruiken om de rest van de foto te kleuren. Dit wordt het instellen van de witbalans genoemd. Om de witbalans te berekenen, veronderstelt de camera dat het meest heldere gebied in de foto wit is en worden de andere kleuren daaraan aangepast. In de meeste omstandigheden zal deze automatische functie een verkeerd kleurenmodel in uw foto’s voorkomen. Onder bepaalde belichtingsomstandigheden slaagt de camera er echter niet in de witbalans in te stellen. Als u bijvoorbeeld binnenshuis foto’s maakt, geven gloeilampen een gele of rode gloed af. Deze kleur is niet werkelijk zichtbaar voor het blote oog, maar verschijnt vaak in binnenshuis gemaakte foto’s. Om dit probleem tegen te gaan, hebben de meeste digitale camera’s voorgeprogrammeerde kleurbalansinstellingen die voor verschillende lichtsoorten compensatie bieden. Er zijn meestal instellingen voor bewolkt, overschaduwd, gloeiend, flitser, fluorescerend en zonnig. Deze instellingen compenseren de verschillende lichtkleuren die onder deze omstandigheden aanwezig kunnen zijn en moeten foto’s opleveren die weinig of geen kleurcorrectie vereisen. Raadpleeg de handleiding bij uw camera voor meer informatie over de specifieke witbalansinstellingen. Filmcamera’s heeben geen mogelijkheid zelf de verschillende belichtingsomstandigheden te compenseren. Er zijn echter twee manieren waarop u het gekleurde licht kunt compenseren: • Gebruik film die voor specifieke lichtomstandigheden is ontworpen. Zo helpen halogeenfilms de kleur van halogeenverlichting te neutraliseren. • Gebruik een filter op de cameralens. Als u bijvoorbeeld daglichtfilm gebruikt, maar u wilt foto’s binnenshuis maken, kunt u een blauwfilter gebruiken om de sterke gele en rode tinten van de gloeilampen binnenshuis te absorberen.
145
De tint corrigeren in Microsoft Digital Image Als het beeld van uw foto verkleurd is als gevolg van een lichtbron, corrigeert u het probleem met het hulpmiddel voor kleur en intensiteit.
De witbalans handmatig instellen Sommige digitale camera’s bieden een handmatige regeling voor witbalans. Met deze functie kunt u de witbalans instellen door scherp te stellen op een zuiver wit voorwerp, zoals een stuk papier, en vervolgens de witbalans vast te leggen voordat u de foto maakt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
146
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Automatische modi van uw camera gebruiken Veel automatische camera’s die momenteel in de handel verkrijgbaar zijn – en zelfs enkele van de minder dure modellen – hebben voorgeprogrammeerde modi die voor speciale situaties bestemd zijn. Deze worden ook wel programmamodi genoemd. Deze modi stellen uw camera automatisch in op speciale instellingen, die specifiek ontworpen werden voor zaken zoals macrofotografie, actiefoto’s, portretten, panoramamodi of fotoseries. Als u een beginnend fotograaf bent en niet altijd zeker bent van de handmatige instellingen van uw camera, kunt u de automatische modi gebruiken om betere foto’s te maken. Als uw camera niet toelaat de instellingen handmatig aan te passen, kunnen de automatische modi in deze situaties de beste foto’s opleveren. In de volgende gedeelten worden de meest voorkomende automatische modi beschreven die beschikbaar zijn op veel digitale camera’s en filmcamera’s. Omdat het type en de werking van de automatische modi voor elke camera verschillend is, is het raadzaam de handleiding bij uw camera te raadplegen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
147
Macromodus De meeste camera’s ondervinden bij het gebruik van de automatische modus problemen bij het scherp stellen op voorwerpen die minder dan 30 centimeter verwijderd zijn. Wanneer u dus close-up foto’s maakt, en bijvoorbeeld een speciaal deel van uw muntcollectie vastlegt, moet u de camera op de macromodus instellen. De macromodus stelt de brandpuntsafstand in op de ongebruikelijk korte afstand tot het onderwerp. De macromodus verkleint gewoonlijk de lensopening, waardoor de velddiepte wordt vergroot en de kans toeneemt dat het volledige onderwerp scherp is.
De macromodus van de camera werd gebruikt om de fijne details van de juwelen vast te leggen.
Als u de macromodus gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de flitser uitgeschakeld is omdat de flitser op zo’n korte afstand geen juist licht geeft. Statieven zijn een goede manier om de camera stabiel te houden bij een closeup foto. Als u geen statief hebt, plaatst u de camera op een stevige ondergrond. Stel de foto scherp en bedien de sluiter met de zelftimer.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
148
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Actiemodus Als u onderwerpen fotografeert zoals atleten, bewegende voertuigen, of snel bewegende kinderen, helpt de actiemodus van een camera uw onderwerp scherp in beeld te houden. De belangrijkste eigenschap van de actiemodus is de snellere sluitertijd van minimaal 1/500ste seconde, waardoor u de actie van uw bewegend onderwerp kunt bevriezen. De actiemodus in de meeste camera’s maakt bovendien gebruik van een grotere lensopeninginstelling (ter compensatie van de snelle sluitertijd) en van multi-patroon lichtmeting ter compensatie van de te heldere en te donkere gebieden.
De actiemodus gebruikt een snellere sluitertijd om de actie van een snel bewegend voorwerp te bevriezen.
Wanneer de vertraging vervelend wordt Sommige digitale camera’s hebben een veel kortere sluitervertraging dan andere. Een factor die het overwegen waard is wanneer u uw nieuwe camera koopt.
Digitale camera’s bieden een unieke uitdaging bij actiefotografie: de tijdsvertraging tussen het moment dat u de sluiterknop indrukt en het feitelijk maken van de foto. Bij filmcamera’s zal het indrukken van de sluiterknop de sluiter praktisch gelijktijdig openen. Sommige digitale camera’s zijn echter trager en het is mogelijk dat u wel een seconde lang moet wachten voordat de foto wordt gemaakt. Wanneer u bewegende voorwerpen fotografeert, kan een seconde een eeuwigheid duren. Eén manier waarop u de sluitervertraging kunt compenseren, is te anticiperen op het gewenste beeld. Verbeeldt u dat u met een camera met een lange sluitervertraging een hardloper fotografeert. (De sluitervertraging wordt niet bij de camera vermeld, maar u leert dit uit ervaring.) Eerst stelt u uw camera scherp op een locatie waar de hardloper binnen ongeveer 10 seconden zal langskomen. Als de hardloper ongeveer een seconde van uw ingestelde locatie is, drukt u opnieuw op de sluiterknop. De belichting moet dan plaatsvinden precies op het moment dat de hardloper uw beeld binnenkomt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
149
Een andere manier om een bewegend onderwerp te fotograferen, is uw camera te pannen met de actie. Terwijl een stopactiefoto alles in de foto bevriest, houdt het pannen van uw camera het bewegend ondewerp scherp, maar wordt de achtergrond wazig. Voor dit effect kunt u beter niet de actiemodus gebruiken omdat u geen snellere sluitertijd wilt. Om dit effect te bereiken, volgt u het bewegend onderwerp in de zoeker (of LCD-scherm), maar pant u de camera zodanig dat het onderwerp dezelfde positie in het kader behoudt. In het resultaat wordt het onderwerp niet zo scherp weergegeven als in de stopactie, maar de wazige achtergrond helpt de snelheid en beweging van uw onderwerp beter te benadrukken.
Omdat de camera op het onderwerp is gepand, is het beeld van het meisje redelijk scherp en is de achtergrond wazig. Daarmee brengt u beweging over.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
150
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
De volledige reeks tonen Microsoft Digital Image biedt flip-over-animaties als een creatieve manier om een reeks foto’s achter elkaar weer te geven.
Seriemodus Seriemodus is een functie waarmee u snel achter elkaar een reeks foto’s kunt maken. Veel camera’s zijn uitgerust met een seriemodus waarmee u snel achter elkaar foto’s kunt maken, zoals 3 beelden per seconde gedurende vijf seconden. Zelfs op digitale camera’s met grote sluitervertragingen kunt u met de seriemodus in een korte periode nog altijd veel beelden maken. De seriefunctie gebruikt een buffer om de informatie van de fotosensor tijdelijk vast te houden. Nadat het maximum aantal frames in de buffer is opgeslagen, verwerkt de camera elk beeld afzonderlijk en worden de beelden naar het verwisselbare opslagmedium verzonden. Als uw camera een seriemodusfunctie heeft, kunt u deze gebruiken om het probleem met de sluitervertraging te omzeilen. Als u bijvoorbeeld een kind fotografeert, kan het moeilijk zijn de aandacht van het kind vast te houden voor de paar seconden die u nodig hebt om de foto te maken. Maar met de seriemodus kunt u 10 beelden in 10 seconden nemen. Tijdens deze 10 seconden kunt u het kind aanmoedigen te praten, naar de camera te kijken en verschillende bewegingen en uitdrukkingen te maken. Het is te betwijfelen of alle 10 foto’s mooi zijn, maar het is veel waarschijnlijker dat u minimaal één goede foto hebt dan wanneer u slechts één enkele foto zou hebben gemaakt.
Een ander gebruik van de seriemodusfunctie is een foto van een actiesequentie te maken. Maak een serie foto’s van een golfer, een kind op een fiets of een huisdier dat door de tuin loopt. Daarna kunt u de volledige serie in een diavoorstelling opnemen, of de foto’s bij elkaar in een lijst plaatsen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Portretmodus Voor portretten en spontane foto’s is de portretmodus van uw camera de handigste methode om goede resultaten te bereiken. De portretmodus wordt op een relatief grote lensopening ingesteld, wat een lage velddiepte creëert. Door alleen het onderwerp scherp te stellen leiden de voorwerpen op de achtergrond de aandacht minder af en uw onderwerp overheerst de foto. Met een lage velddiepte is het essentieel dat uw onderwerp scherp wordt ingesteld. Als de velddiepte zo gering is dat u niet gelijktijdig op elk onderdeel van het onderwerp kunt scherp stellen, stelt u de focus in op de ogen van het onderwerp en stelt u de handen en voeten minder scherp in.
151
Vermindert rimpels en onvolkomenheden! De filter Diffuus licht in Microsoft Digital Image werkt goed als deze op portretfoto’s wordt toegepast. De filter simuleert het effect van het gebruik van een zachte diffuusfilter op uw camera, waardoor het beeld wordt verzacht en rimpels en onzuiverheden worden geminimaliseerd.
Een ontspannen onderwerp
Voor dit portret werd de filter Diffuus licht in Microsoft Digital Image toegepast om het beeld te verzachten.
Voor geslaagde portretten dient het kader gevuld te zijn en moet u een medium telelens gebruiken (ongeveer 105 mm, of ongeveer halfweg gezoomd tussen breedbeeld en maximum tele). Houd de achtergrond heel eenvoudig, tenzij u voorwerpen in de achtergrond als context voor uw onderwerp gebruikt. Als u binnenshuis foto’s maakt, werkt een flitser die niet op de camera is bevestigd of een andere lichtbron het beste.
Een belangrijk aspect van portretfotografie is dat uw onderwerp zich ontspant en zich comfortabel voelt voor het poseren. Voer een gesprek of zorg voor andere prettige afleidingen om uw onderwerp af te leiden van de camera.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
152
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Panoramafoto’s met Microsoft Digital Image maken Zelfs als uw camera geen panoramafunctie heeft, kunt u uw eigen panoramafoto’s maken door een reeks overlappende foto’s te maken en deze automatisch met het hulpmiddel Panoramisch hechten te combineren .
Panoramamodus Voor landschappen, grote groepen mensen en andere lange horizontale foto’s, helpt de panoramamodus van uw camera om de foto samen te stellen zonder te veel lucht of grond in de foto. Panoramische foto’s hebben een andere breedte-hoogteverhouding dan standaardfoto’s. Dit houdt in dat de breedte van het beeld proportioneel veel groter is dan bij een foto met een standaard breedte-hoogteverhouding. Bepaalde panoramische camera’s maken foto’s met een breedtehoogteverhouding van 4:11 (vier eenheden hoog bij 11 eenheden breed), in vergelijking met de breedte-hoogteverhouding van 3:4 voor standaardfoto’s op de meeste digitale camera’s. Dit biedt een breder kader voor nieuwe ideeën bij het samenstellen van beelden voor uw foto’s .
Door uw camera op de panoramische modus in te stellen, krijgt u nieuwe compositiemogelijkheden.
Echte panoramische camera’s gebruiken een breedhoeklens om in dezelfde positie meer breedte van de scène vast te leggen. Veel camera’s, waaronder digitale camera’s en APS-camera’s, hebben een panoramische modus zonder breedhoeklens. Daar wordt het panoramische effect bereikt door eenvoudig de boven- en onderzijde van het beeld bij te snijden. Dit type panoramische foto biedt een grotere breedte-hoogteverhouding, maar geen bredere hoek. Bij sommige digitale camera’s houdt het gebruik van de panoramamodus in dat elke foto minder pixels heeft (omdat de boven- en onderzijde bijgesneden worden), zodat iedere panoramische foto minder plaats inneemt op uw opslagmedia.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
De zelftimer gebruiken Veel digitale camera’s, ook de goedkopere modellen, hebben een zelftimerfunctie. Bepaalde zelftimers openen de sluiter na een vooraf ingestelde periode, bijvoorbeeld 10 seconden. Met andere camera’s kunt u de tijdsduur aanpassen voordat de sluiter geactiveerd wordt. In beide gevallen is deze relatief eenvoudige functie uitstekend geschikt om zelf in een foto te poseren en foto’s met een lange belichting te maken.
Zelf in een foto poseren Als u zelf in de foto wilt staan, moet u vooraf plannen waar u uzelf in de foto zult plaatsen. Plaats daarna de camera op een statief, een tafel of een andere vlakke, stabiele ondergrond. Met uw camera in positie stelt u het beeld scherp op het onderwerp, dat dicht in de buurt moet zijn van de positie waar u uzelf in de foto wilt plaatsen. Als uw camera een autofocusfunctie heeft, drukt u de sluiter half in om scherp te stellen. Druk op de zelftimertoets en druk de sluiter volledig in. Daarna hebt u 10 seconden de tijd om uw positie in te nemen voordat de foto wordt gemaakt.
153
Een statief improviseren Als u buitenshuisfotografeert, kunt u proberen uw camera op een rots of op het dak van een auto te plaatsen. Stel de positie vervolgens verder bij door de camera te plaatsen op een jas of ander voorwerp dat u kunt modelleren om de camerahoek nauwkeurig in te stellen.
Foto’s met lange belichting maken De zelftimer leent zich ook uitstekend voor belichting met een relatief lange sluitertijd. Bij langere sluitertijden dan 1/30ste seconde is de kans groot dat kleine bewegingen van uw hand resulteren in een wazige foto. Zelfs met een vaste hand kan de beweging van uw vinger als u de sluiterknop indrukt, de camera doen bewegen. Het gebruik van de zelftimer lost dit probleem op. Wanneer u de camera op een statief of een stevige ondergrond plaatst en de timer gebruikt, hoeven uw handen nergens in de buurt van de camera te komen wanneer de sluiter geopend is.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
154
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
Tien tips voor schitterende foto’s De volgende 10 tips bevatten suggesties voor het verder ontwikkelen van uw fotografische aanpak, techniek, compositie en gewoonten. Als u weinig ervaring hebt als fotograaf, kunnen een aantal van deze tips u misschien nieuwe ideeën bieden. Als u een ervaren fotograaf bent, wordt u door deze tips wellicht herinnerd aan aspecten waar u al lang niet meer aan gedacht hebt.
1. Ken uw apparatuur Goede kennis van uw apparatuur is een belangrijke factor voor plezierig en succesvol fotograferen. Naarmate u uw apparatuur beter leert kennen en meer vertrouwen krijgt in de mogelijkheden van een camera, kan de camera een verlengstuk van u worden. Wanneer u een dergelijk niveau van bekwaamheid bereikt hebt, kunt u zich beter concentreren op de creatieve aspecten van de fotografie. Wanneer u een nieuwe camera krijgt, neem dan altijd de handleiding door. Vooral bij digitale camera’s is het mogelijk dat de bedieningsknoppen niet intuïtief zijn omdat veel digitale camera’s via menu’s in het LCD-scherm bestuurd worden. Nadat u de handleiding hebt gelezen en u begrijpt hoe en wanneer u de functies van de camera moet gebruiken, gaat u op pad en neemt u verschillende foto’s met de verschillende instellingen. Maak buiten en binnen foto’s, met en zonder de flitser, met de automatische instellingen en met handmatige instellingen. Terwijl u foto’s maakt, noteert u welke instellingen u voor elke foto hebt gebruikt. Achteraf bekijkt u uw foto’s en let u op de instellingen die goede resultaten hebben opgeleverd, maar ook op de instellingen die mindere resultaten gaven. Een goede foto mislopen omdat u de technische aspecten niet onder de knie hebt, is frustrerend. Neem de tijd om uw apparatuur goed te leren kennen en bereidt u voor op goede fotokansen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
2. Perfecte belichting In een gemaakte foto is belichting iets dat u gewoonlijk pas opmerkt als deze verkeerd is. Een perfecte belichting is niet iets dat in het oog springt, maar een verkeerde belichting wordt meteen opgemerkt. In een overbelichte foto (door te veel licht) zijn de schaduwgebieden licht en de gemarkeerde gebieden zijn bijna volledig wit. In een onderbelichte foto is te weinig licht in de camera toegelaten, wat resulteert in een een foto met te weinig detail, gevulde schaduwgebieden en onscherpe gemarkeerde gebieden. Speciale belichtingssituaties kunnen de ingebouwde lichtmeter in uw camera om de tuin leiden. Als u wilt starten met de automatische belichting van de camera, gebruikt u de belichtingscompensatie voor de fijnafstemming van de belichting. Hieronder ziet u een aantal algemene belichtingsproblemen en de aanbevolen belichtingscompensatie voor elk daarvan: • Voor een onderwerp met zijbelichting: verhoog de belichting met anderhalve stop. • Voor een onderwerp met achterbelichting: verhoog de belichting met één stop. Of ga dichterbij staan en meet de afstand rechtstreeks naar het onderwerp, neem een stap terug, stel het beeld opnieuw samen en maak dan de foto met de meting die u op het onderwerp hebt genomen. U kunt ook op spotmeting overschakelen. • Voor een klein donker onderwerp tegen een heldere achtergrond of een onderwerp in een zeer heldere scène: gebruik een belichtingscompensatie van +1 tot +3 of verhoog de belichting met een of twee stops, bijvoorbeeld van f/8 tot f/5,6 of f/4,5. • Voor een klein, helder onderwerp tegen een donkere achtergrond: gebruik een belichtingscompensatie van -1 of verlaag de belichting met één stop, bijvoorbeeld van f/8 tot f/11.
155
Omgaan met onvolmaaktheden Leren om de perfecte belichting te bereiken vergt de nodige ervaring en niemand slaagt hier bij elke foto in. Als u denkt dat het licht het moeilijk zal maken de correcte belichting te bepalen, kunt u uw kansen vergroten door bracketing uit te voeren, zoals beschreven in tip 7.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
156
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
3. Een moment in het verhaal vastleggen Denk eens aan een rijbewijs en paspoortfoto’s. We beschouwen deze als oninteressant en niet representatief van hoe mensen er gewoonlijk uit zien. Waarom zijn deze foto’s saai? Een probleem met deze foto’s (maar zeker niet het enige probleem) is, dat ze mensen buiten hun element vastleggen, zonder context of verhaal. Er zijn geen interessante details in de achtergrond om de toeschouwer te boeien en het onderwerp ziet er vaak ongeduldig en ongemakkelijk uit. Wanneer u de fotograaf bent, kunt u er naar streven mensen, gebeurtenissen en locaties vast te leggen die een verhaal vertellen. Zorg dat uw onderwerp er natuurlijk en ongeposeerd uitziet, maar ook details vóór het onderwerp of op de achtergrond kunnen de verbeelding stimuleren en zo het verhaal achter de foto vertellen.
Deze foto legt het vernietigend effect van een aardbeving vast, enkele uren na de gebeurtenis. Omdat de foto werd gemaakt voordat het puin werd geruimd, kon de fotograaf de vele details van de scène vastleggen, die het verhaal vertellen.
Met voldoende details en een sterk verband tussen uw onderwerp en de andere elementen, kan de foto de suggestie van iets dat niet in het beeld te zien is. Denk aan het oude cliché “een foto zegt meer dan duizend woorden” en stel als doel meer dan duizend woorden te zeggen met uw foto’s.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
157
4. Het juiste licht zoeken Veel van de beste foto’s zijn ‘s morgensvroeg, laat in de namiddag en bij schemering gemaakt. Op die tijdstippen is het licht het meest dramatisch. Veel foto’s werden in helder of gematigd helder zonlicht gemaakt. Dit type belichting geeft foto’s die de wijze waarop we de scène herinneren, het dichtst benaderen. Dit is gedeeltelijk de reden waarom we positief en met een gevoel van herkenning reageren. Maar ook kleuren gefotografeerd in het koelere licht van de schemering, bij bewolkt weer of in het warmere licht van de zonsopgang en zonsondergang, bieden nieuwe perspectieven op bekende kleuren en onderwerpen en zorgen voor een creatievere achtergrond voor fotografen. Bewolking en in het bijzonder na de regen, produceert rijkere, meer verzadigde kleuren. Zo geven rode bladeren gefotografeerd tegen een achtergrond bij schemerlicht, in plaats van bij daglicht, een suggestie van geheimzinnigheid of drama. Voor foto’s binnenshuis zoekt u sterke bronnen van natuurlijk licht, zoals een venster of dakraam. Licht dat uit één richting komt, kan uw onderwerp dramatisch belichten.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
158
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
De compositie van een foto opnieuw uitvoeren met Microsoft Digital Image Nadat u een foto naar uw computer hebt overgebracht, gebruikt u het hulpmiddel Bijsnijden van Microsoft Digital Image om de compositie te wijzigen. Als u de randen van de foto bijsnijdt, kunt u de positie van uw onderwerp wijzigen volgens de gulden snede.
5. Volg de gulden snede Bij het samenstellen van het beeld voor een foto plaatsen veel beginnende fotografen hun onderwerp in het midden van het beeld. Hoewel deze techniek waarschijnlijk de eenvoudigste manier is om het onderwerp met een point-andshoot camera in beeld te brengen, is het niet altijd de meest interessante manier om het onderwerp te presenteren. De meeste ervaren fotografen volgen de gulden snede wanneer ze de ruimte in het beeld samenstellen. De gulden snede verdeelt de lijst in derden, zowel horizontaal als verticaal, en plaatst het centrale onderwerp op een van de vier snijpunten van deze lijnen. De gulden snede wordt veel toegepast in de grafische wereld omdat deze helpt een balans tussen het onderwerp en de achtergrond te creëren.
Om de gulden snede toe te passen, verdeelt u uw scène in drie horizontale en verticale secties. Plaats het focuspunt van uw foto op een van de snijpunten van de verdeellijnen.
Op basis van de gulden snede bevindt de fiets op deze foto zich op de snijpunten van de verdeellijnen. De bovenkant van het dok volgt ook min of meer de horizontale lijn, die op eenderde van de bovenkant van het kader loopt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
159
Als er een persoon of dier in uw foto voorkomt, kunt u het gezicht van het onderwerp op een van de vier snijpunten plaatsen, waarbij het gezicht naar het centrum van de scène is gekeerd. Als de horizon deel uitmaakt van een foto, moet deze op ongeveer eenderde van de bovenkant of eenderde van de onderkant lopen, afhankelijk of het terrein of de lucht het centrum van de focus is. De gulden snede is geen absolute wet en er zijn heel wat geslaagde foto’s waarin deze regel niet is gevolgd. Maar de regel kan een goede manier zijn om uw foto’s evenwichtiger en interessanter te maken.
6. Een uniek perspectief zoeken U kunt uzelf uitdagen om originele foto’s te maken, die unieke perspectieven bieden. In plaats van eenvoudig de sluiterknop in te drukken, zodra u de drang voelt een scène vast te leggen, is het beter even de tijd te nemen en de invalshoek van uw camera, de afstand tot het onderwerp en de elementen op de achtergrond te beoordelen. U kunt de compositie wijzigen door een of meer van de volgende stappen te nemen: • Ga dichter bij het onderwerp staan om meer detail weer te geven en storende elementen op de achtergrond te verwijderen. • Neem slechts een deel van het onderwerp in het kader op. • Neem het oorspronkelijke onderwerp en plaats dat op de achtergrond. Zoek een ander onderwerp dat context toevoegt aan het onderwerp op de achtergrond. • Gebruik een perspectief dichter bij de grond en richt de camera omhoog, richting uw onderwerp. • Ga naar een hogere locatie, boven het onderwerp, zodat u neerwaarts richt wanneer u de foto maakt. Wanneer u op reis bent, is uw natuurlijk instinct misschien rechtuit foto’s te maken van de plaatselijke monumenten. Deze aanpak levert echter waarschijnlijk niet meer op dan dezelfde tamme foto’s die zoveel toeristen voor u genomen hebben. En de kans is groot dat een souvenirwinkel in de buurt betere, professioneel gefotografeerde foto’s en dia’s verkoopt van dezelfde monumenten. U had dus net zo goed thuis kunnen blijven en uw foto’s bij een professionele fotograaf kunnen bestellen. Gebruik uw fantasie om een aantal originele, creatieve foto’s te maken die u nergens anders vindt. Leg iets van de plaatselijke kleur vast door een levendige marktkramer te fotograferen die zich dicht bij het monument bevindt, waarbij het monument als achtergrond kan dienen in uw foto. Of gebruik de zelftimer om u en uw vrienden vast te leggen, terwijl u zich te goed doet aan de plaatselijke delicatessen die u bij een kraampje voor het monument hebt gekocht.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
160
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
7. Bracketing De term bracketing houdt in dat u foto’s maakt die helderder of donkerder zijn dan de camera of lichtmeter aangeeft. Het idee erachter is de puur mechanische belichtingsmeter van de camera te doorzien, zodat u een optimale belichting kunt instellen. Wanneer u foto’s maakt van een zonsondergang, een schilderachtig landschap of een plant, moet u de tijd bracketen. Met deze onderwerpen moet u waarschijnlijk een breder bereik van tinten kunnen registreren dan uw camera aankan, zeker als het onderwerp fel verlicht is. Hoe kunt u bracketing op een automatische camera uitvoeren? De meeste digitale camera’s en veel automatische camera’s hebben een belichtingscompen satiefunctie, ook wel de EV-instellinggenoemd. Als u de belichtingscompensatie op -1 instelt, is de foto één stop onderbelicht (donkerder dan normaal). Als u de camera op +1 instelt, is de foto één stop overbelicht (helderder dan normaal). U kunt dus een bracket uitvoeren door drie foto’s te maken, met als instelling -1, 0 en +1. Bepaalde camera’s bieden een automatische functie waarmee u een reeks foto’s kunt nemen en elke foto een andere belichtingsinstelling heeft. Zelfs als uw camera deze functionaliteit niet biedt (of als u de belichtingsinstellingen niet wilt wijzigen), is er een andere techniek die soortgelijke resultaten geeft. Voor een helderder belichting richt u de camera op een donker deel van het onderwerp en drukt u de sluiterknop gedeeltelijk in (tot u een lichte weerstand bemerkt). Zonder de sluiterknop los te laten kadert u het beeld vervolgens opnieuw voor het gewenste onderwerp en drukt u de sluiterknop volledig in om de foto te maken. Deze techniek werkt uitsluitend als door het half indrukken van de sluiterknop de belichting wordt vastgelegd. Daarom is het raadzaam eerst de handleiding van uw camera te raadplegen. U zult ook de belichting moeten instellen op een ander onderwerp, dat op ongeveer dezelfde afstand van de camera verwijderd is als het onderwerp zelf. Anders wordt uw onderwerp niet scherp gesteld wanneer u de foto maakt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
8. Analyseren en opnieuw proberen Fotografie: oefening baart kunst. U zult sneller vooruitgang boeken als een deel van uw oefentijd gericht is op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden. Een manier om dit te doen, is uw foto’s te analyseren en deze opnieuw te maken. Als u de kans krijgt uw foto’s op een computer of een afdruk te bekijken, kunt u de kwaliteit van de compositie, belichting en witbalans beoordelen. Bij nadere inspectie is het mogelijk dat u ziet dat u het onderwerp te dicht in het midden van het beeld hebt geplaatst of dat gloeilampen een oranje gloed geven. De volgende keer maakt u deze foto opnieuw en probeert u de ondervonden problemen op te lossen. Wanneer u de resultaten van uw tweede fotoronde bekijkt, bereikt u misschien uitstekende resultaten of merkt u dat uw aanpassingen een ander aspect van de foto hebben verstoord. Of misschien was het moeilijker in verschillende belichtingsomstandigheden op een andere dag een perfecte belichting te bereiken. In het kader van deze oefening fotografeert u regelmatig hetzelfde onderwerp of dezelfde scène. U moet iedere dag voor belichtingsverschillen compenseren, maar u kunt voor de compositie een nieuwe aanpak uitproberen. Hetzelfde onderwerp leren fotograferen onder verschillende omstandigheden of met een andere aanpak, biedt u waardevolle ervaring en ideeën wanneer u te maken krijgt met nieuwe situaties.
161
Een snelle controle met het LCDscherm Een van de voordelen van digitale fotografie is dat u uw foto’s kunt bekijken op het LCD-scherm nadat u de foto hebt gemaakt. Deze functie is ideaal voor een snelle analyse van de compositie, de belichting en de kleurtint van de foto. Omdat het LCD-scherm echter zo klein is, zijn problemen met de scherpstelling meestal moeilijk waar te nemen.
9. Maak iedere dag foto’s Om uw talent en vertrouwen als fotograaf op te bouwen, moet u fotografie als een dagelijks onderdeel van uw routine inlassen. Gelukkig is het door digitale camera’s een stuk eenvoudiger en goedkoper geworden om veel foto’s te maken. Met een digitale camera kunt u zoveel foto’s maken als u wilt. De enige kosten zijn voor batterijen en de opslagruimte van uw foto’s. Hoe meer u oefent, hoe groter het vertrouwen dat u krijgt in uw vaardigheden en apparatuur. Zo ontwikkelt u ook de gewoonte om uw camera bij de hand te houden en steeds klaar te staan als zich een fotokans voordoet. Train u zelf alert te zijn voor dergelijke situaties en deze te benutten. Een aantal van de meest gedenkwaardige foto’s in de wereld zijn gemaakt door amateurfotografen die toevallig op het juiste moment op de juiste plek waren. Zorg dus dat u klaar bent voor die ene unieke fotokans, ken uw apparatuur, houd uw uitrusting binnen handbereik en wees alert voor goed fotomateriaal.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
162
Hoofdstuk 12: Prachtige foto’s maken
10. Toon uw foto’s aan anderen Zelfs als u goede vooruitgang boekt in uw fotografische vaardigheden, is het mogelijk dat u eventuele tekortkomingen in uw eigen werk over het hoofd ziet. Om uw vaardigheden te blijven uitbouwen, kunt u anderen uw foto’s laten zien. De mening van derden biedt vaak een waardevolle leerervaring. Goede foto’s moeten mensen boeien en een reactie als “Wauw, schitterend!” teweegbrengen. Als u merkt dat anderen niet geboeid worden door uw foto’s, kunt u hen vragen wat er volgens hen aan ontbreekt en wat u zou kunnen doen om de foto’s te verbeteren. Het zal u verrassen waar sommige mensen van houden en waar ze niet van houden in uw foto’s. Neem contact op met andere fotografen in uw omgeving. U kunt werk van elkaar bekijken en daarover feedback geven. Bovendien leert u zo een kritiek oog te ontwikkelen. Hoewel het belangrijk is anderen uw foto’s te tonen, moet u niet vergeten dat uzelf degene bent die het laatste oordeel over uw werk velt. Fotografie is een kunstvorm en als artiest moet u een eigen stem en stijl ontwikkelen. Luister niet naar elk advies en u kunt uw beste werk produceren door risico’s te nemen en uw eigen instincten te volgen. En vergeet niet, foto’s worden gemaakt om gezien te worden! Naarmate u uw fotografische vaardigheden verbetert, haalt u misschien de meeste voldoening uit het tonen van uw foto’s.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Succesvol scannen
13
13 Succesvol scannen Een scanner is een handig hulpmiddel voor uw digitale fotoprojecten. Een scanner genereert een digitale foto van elk type plat voorwerp - een document, foto, pagina’s van een boek, een blad - dat u vervolgens op uw computer kunt bewerken. Zelfs als u al uw foto’s in digitaal formaat maakt, kunt u met een scanner oude foto’s, pagina’s uit een boek, negatieven en dia’s digitaliseren. Zo worden deze digitale beelden een uitstekende bron van ruw materiaal dat bewerkt kan worden, in composities kan worden opgenomen of op internet kan worden geplaatst.
Typen scanners Als u overweegt een scanner te kopen, bestaan er twee hoofdtypen die beschikbaar zijn voor het werken met foto’s. Flatbedscanners converteren fotoafdrukken of andere platte ondoorzichtige voorwerpen in digitale bestanden. Filmscanners converteren filmnegatieven of 35 mm dia’s naar digitale bestanden.
Flatbedscanners Voor algemene scandoeleinden biedt een flatbedscanner de meeste flexibiliteit. U kunt praktisch elk tweedimensionaal voorwerp scannen: fotoafdrukken, tekstdocumenten, krijttekeningen van kinderen, zelfs voorwerpen zoals bladeren en veren. Als u een flatbedscanner hebt, kunt u eentransparantieadapter kopen.Dit is een accessoire waarmee u dia’s, negatieven en doorzichtige plaatjes kunt scannen. Flatbedscanners met transparantie-adapters scannen met lagere resoluties dan specifieke filmscanners. Maar ook flatbedscanners zijn over het algemeen geschikt om af en toe scans van kiekjes of amateurfoto’s te maken. Als u van plan bent alleen afdrukken en dergelijke te scannen, voldoet een 1200-dpi (dots per inch) flatbedscanner aan uw behoeften. Meer informatie over scannerresolutie en dpi vindt u in het gedeelte “De resolutie en bitdiepte instellen” verderop in dit hoofdstuk.
165
Scannen met Microsoft Digital Image Voor informatie over het gebruik van uw scanner met Microsoft Digital Image raadpleegt u het gedeelte over scanners in het hoofdstuk “Foto’s openen en importeren”.
Snel meerdere pagina’s scannen Als u van plan bent documenten met meerdere pagina’s te scannen, ga dan op zoek naar een scanner met automatische documentinvoer (ADF), waarmee u veel tijd kunt besparen bij grotere scanprojecten.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
166
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
Automatisch stof en krassen verwijderen Sommige hoogwaardige filmscanners hebben software om automatisch stof en krassen te verwijderen. Deze optie kan u later veel tijd besparen omdat het dan niet meer nodig is de meeste defecten te corrigeren.
Filmscanners Als u regelmatig negatieven of dia’s moet scannen, is een filmscanner de beste optie om de scherpste resultaten met hoge resolutie te krijgen. Filmscanners hebben gewoonlijk hogere resoluties dan flatbedscanners en produceren foto’s met 2000 of zelfs 4000 dpi. Omdat dia’s en negatieven zoveel kleiner zijn dan fotoafdrukken, is het belangrijk met een hoge resolutie te kunnen scannen, zeker als u van plan bent grotere afdrukken te maken van de scans. Als u een dia met een lage resolutie scant, zijn er relatief weinig pixels waarmee u kunt werken, waardoor u beperkt wordt kleine afdrukken te maken van de scans. Als u geen scanner hebt die films accepteert, kunt u een fotobedrijf vragen uw beste negatieven of dia’s naar cd-rom te scannen. Negatieven en dia’s kunnen worden gescand in formaten die geschikt zijn voor grote afdrukken van hoge kwaliteit. De tarieven van fotobedrijven kunnen hoog zijn. Als u dus een groot aantal dia’s of negatieven hebt, bespaart u geld door een geschikte scanner te kopen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
Foto’s voorbereiden om te scannen Verreweg het grootste probleem met scannen is scans van slechte kwaliteit als gevolg van vuil, zoals linament, stof of andere vlekken op uw foto’s of de glazen plaat van uw flatbedscanner. Een aantal van deze stofdeeltjes zijn haast onzichtbaar voor de scan, maar worden zichtbare vlekken op de uiteindelijke foto. U kunt deze vlekken verwijderen met Microsoft Digital Image, maar het is veel sneller en efficiënter om het vuil te verwijderen voordat u gaat scannen. U moet een flatbedscanner regelmatig schoonmaken met een antistatische doek die kleine stofdeeltjes aantrekt. Specifieke filmscanners zijn complexer en kunnen moeilijk schoon te maken zijn. Volg daarom het advies van de fabrikant voordat u de binnenzijde van een filmscanner schoonmaakt. Zorg ervoor dat uw originele foto ook vlekkeloos is. Maak uw afdrukken, dia’s en negatieven schoon met een antistatische borstel die speciaal behandeld is om stof en vuil af te stoten. U vindt antistatische producten in iedere goede fotohandel of door te zoeken op internet. Antistatische accessoires zijn veel efficiënter in het verwijderen van stof dan andere producten. Schoonmaken met perslucht bijvoorbeeld, kan al het zichtbare stof verwijderen, maar het laat kleine stofdeeltjes achter die zichtbaar kunnen worden op de digitale foto.
167
Uw scanner installeren Als u een nieuwe scanner installeert, moet u nauwkeurig de instructies voor het apparaat volgen. Gewoonlijk moet u de software installeren voordat u de scanner op de computer aansluit. Het is ook een goed idee de computer opnieuw op te starten nadat u de software hebt geïnstalleerd, zelfs als de installatiehandleiding dit niet vermeldt.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
168
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
De resolutie en bitdiepte instellen Wanneer u een foto of andere illustratie scant, moet u overwegen wat u met het afbeeldingsbestand wilt doen. Net als bij het maken van foto’s met een digitale camera, moet u de beeldkwaliteit afwegen tegen het bestandsformaat. Resolutie, gewoonlijk uitgedrukt in dpi (dots per inch) voor scanners, is de belangrijkste bepalende factor. Voor foto’s die de hoogste beeldkwaliteit vereisen kunt u overwegen met de hoogst beschikbare dpi te scannen. Door grote foto’s met een dergelijk hoge resolutie scannen, worden echter heel grote bestanden geproduceerd die een probleem kunnen vormen als u onvoldoende RAM-geheugen of ruimte op de vaste schijf hebt. Als u gewone afdrukken wilt scannen die u niet wilt vergroten of bijsnijden, kunt u het scannen instellen op een lagere resolutie. Scannen met 300 dpi levert normaal gezien voldoende resultaten op voor foto’s die u wilt afdrukken. Voor foto’s die u in e-mail wilt versturen of op internet wilt publiceren, is 72 dpi voldoende. Als u gaat bijsnijden of vergroten, zijn er meer pixels nodig om mee te werken. Pas de scanresolutie daarop aan. Veel scanners bieden de mogelijkheid de bitdiepte (ook wel kleurdiepte genoemd) aan te passen. Bitdiepte is het kleurbereik dat de scanner per pixel kan vastleggen. Scannerbitdiepten variëren van 24-bits op oudere modellen tot 48-bits op sommige nieuwere modellen. Een hoge bitdiepte garandeert dat de scanner het brede kleurenbereik in uw foto’s vastlegt. De bitdiepte hoger instellen dan 24-bits kan de fotobestanden groter maken dan nodig is. De meeste fotobewerkingssoftware (inclusief Microsoft Digital Image) werkt nietbij een hogere bitdiepte dan 24-bits. Als u een foto scant met een 32-bits instelling en de foto vervolgens opent in Microsoft Digital Image, wordt de foto automatisch geconverteerd naar 24-bits. Het 24-bits niveau ondersteunt 16,7 miljoen afzonderlijke kleuren, een instelling die gewoonlijk meer dan voldoende is.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
Grote foto’s scannen Een grote foto met hoge resolutie vereist veel RAM-geheugen op uw computer. Hoe groter de foto, des te langer het duurt om deze te scannen en hoe meer geheugen uw computer nodig heeft om de foto te openen. Als u problemen ondervindt wanneer u een grote foto scant, kunt u een van deze stappen proberen: • Scan met een lagere resolutie. Als u niet van plan bent de foto bij te snijden of te vergroten, voldoet 300 dpi. • Scan een kleiner deel van de foto. Raadpleeg de documentatie bij uw scanner voor specifieke informatie over het bijsnijden en deels scannen van een foto. • Sluit niet in gebruik zijnde programma’s om meer geheugen vrij te maken voor de scantaak.
169
RAM uitbreiden voor snellere scans Als u herhaaldelijk problemen ondervindt wanneer u grotere foto’s scant, kunt u overwegen meer RAM op uw computer te installeren. Minimaal 256 MB RAM wordt aangeraden. RAM toevoegen kan redelijk duur zijn. Afhankelijk van de configuratie van uw systeem, kunt u de prestaties verbeteren door een upgrade uit te voeren naar 512 MB of zelfs 1 GB RAM.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
170
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
Vijf tips voor het kopen van de juiste scanner Neem bij aanschaf van een scanner de volgende factoren in overweging.
1. De best mogelijke resolutie De optische resolutie van een flatbedscanner (het aantal pixels dat een scanner “ziet”) bestaat uit twee getallen, zoals 1200 x 2400 dpi. Het eerste getal is het belangrijkste en het nuttigst om een vergelijking te maken tussen diverse modellen. Het eerste getal geeft het aantal lijnen aan dat de scanner verticaal kan zien. Dit is de hoogste resolutie die de scanner kan bereiken, voordat deze interpoleert (extra pixels genereert). Hoe hoger de resolutie die een scanner kan bereiken voordat deze interpoleert, des te beter het scanresultaat.
2. Let op USB-aansluitingen De meeste moderne scanners hebben USB-aansluitingen (Universal Serial Bus) waarmee ze gemakkelijk aangesloten kunnen worden op computers. Niet alle USB-poorten zijn echter hetzelfde. Als uw computer USB 2.0 ondersteunt, kunt u overwegen een USB 2.0-scanner te gebruiken, omdat deze foto’s veel sneller naar de computer overdraagt dan oudere USB 1.1-aansluitingen. Als uw computer geen USB 2.0-poort heeft, kunt u overwegen er een toe te voegen (dit is niet duur). Bepaalde scanners ondersteunen ook een FireWire (IEEE 1394)-aansluiting, die veel sneller is dan USB1.1> Er is dan wel een FireWireaansluiting op uw computer nodig.
3. Controleer het dynamisch bereik Dynamisch bereik (of D-bereik) verwijst naar een schaal van helderheidswaarden van zuiver wit naar zwart. Het dynamisch bereik wordt aangeduid met een cijfer van 0 tot 4, waarbij een hoger cijfer een groter bereik aangeeft. Een scanner met een groot dynamisch bereik: • Legt meer detail vast in heldere gebieden van een foto. • Maakt onderscheid tussen verschillende zwarte tinten. • Creëert minder digitale ruis (pixels met onnauwkeurige kleurinformatie) in schaduwgebieden. Als u een scanner wilt om fotoafdrukken te digitaliseren, volstaat een D-bereik van 2,3. Maar als u van plan bent negatieven te scannen, hebt u een scanner nodig met een minimumbereik van 3. Voor de beste resultaten met dia’s kunt u een scanner overwegen met een D-bereik van 3,4 of hoger.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
171
4. Meerdere bestanden scannen Als u overweegt een specifieke filmscanner te kopen, bekijk dan modellen waarmee u meerdere negatieven tegelijk kunt laden in de plaats van een voor een. Meerdere bestanden tegelijk scannen kan tijd besparen.
5. Wees realistisch over de scansnelheid Wanneer u de specificaties van verschillende scanners bekijkt, denk dan aan het volgende: de vermelde scansnelheden zijn altijd optimistisch en gewoonlijk duiden ze op een scan met lage resolutie of een lage fotokwaliteit. Houd rekening met veel langere scantijden, zeker voor foto’s van goede kwaliteit. Gebruik de specificaties uitsluitend voor vergelijkingsdoeleinden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
172
Hoofdstuk 13: Succesvol scannen
Vijf tips voor succesvol scannen 1. Houd uw scanner en uw originelen schoon Stof of linament op de glazen plaat van de scanner of op een foto worden door de scanner opgemerkt. Een antistatische borstel werkt goed om zelfs de kleinste, voor het oog onzichtbare stofdeeltjes weg te werken.
2. Voorbeeld en correctie van de scan Met het stuurprogramma van de scannersoftware kunt u meestal de kleur, het contrast, de markeringen, schaduwen en andere factoren aanpassen. De meeste scannerprogramma’s hebben een automatische verbeterfunctie die de helderheid, het contrast en de kleurbalans kan verbeteren. Bekijk een voorbeeld van uw scan nadat u deze functie hebt gebruikt. Als de scan er perfect uit ziet, bent u klaar voor de uiteindelijke scan. U kunt ook overwegen de foto bij te snijden in het voorbeeld en alleen het gedeelte van de foto te scannen dat u nodig hebt. Dit helpt het formaat van het digitale bestand tot een minimum te beperken.
3. Scannen met hoge resolutie
Compressie zonder verlies Microsoft Digital Image kan bestanden in TIFFindeling opslaan met het compressietype LZW, waardoor fotobestanden iets kleiner worden zonder verlies van gegevens.
Elke scanner kan worden gebruikt om snel foto’s in kleine bestanden met een lage resolutie te digitaliseren. Deze bestanden zijn uitstekend geschikt voor online publicatie of ander internetgebruik. Hoge resolutie-scanners kunnen veel grotere bestanden produceren. Dit is een waardevolle functie als u grote afdrukken wilt maken of bestellen.
4. Kies de TIFF-indeling Sla gescande beelden op in de TIFF-indeling, niet in de JPEG-indeling. De JPEG-indeling comprimeert bestanden tot kleine digitale afdrukken, maar u verliest informatie elke keer dat u een bestand bewerkt en opnieuw opslaat. De TIFF-indeling verwijdert geen informatie en ondersteunt meer kleurgegevens. Als de vrije ruimte op uw vaste schijf beperkt is, kunt u grote TIFF-bestanden op een CD-RW-schijf opslaan en het bestand vervolgens van de computer verwijderen.
5. Grote TIFF-bestanden converteren naar JPEG Als u een foto met hoge resolutie hebt gescand in TIFF-indeling, is het mogelijk dat dit bestand te groot is om binnen een redelijke tijd naar internet te uploaden. Open het bestand in Microsoft Digital Image en sla het op met geringe compressie. De gecomprimeerde kopie kan dan klein genoeg zijn om deze snel te uploaden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
HOOFD S T U K
Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
14
14 Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
175
Als u met digitale foto’s op uw computer werkt, vertrouwt u op het beeldscherm om kleuren, helderheid en contrast van een foto nauwkeurig weer te geven. Maar hoe nauwkeurig is uw beeldscherm? Tenzij u uw beeldscherm pas gekalibreerd hebt (ofwel het beeldscherm hebt geconfigureerd voor een correcte weegave van kleuren), is het mogelijk dat de kleuren niet nauwkeurig worden weergegeven. Zelfs als het beeldscherm digitale informatie kan weergeven, is het uiteindelijk een analoog (ofwel niet-digitaal) apparaat, dat soms moet worden bijgesteld. Als uw beeldscherm niet juist wordt bijgesteld, kan een foto er na de uitgevoerde wijzigingen minder uitzien dan wanneer het wordt afgedrukt of wordt weergegeven op een ander beeldscherm. Denk aan een beeldscherm waarvan het helderheidsniveau te donker is ingesteld. Wanneer u een perfect gecorrigeerde foto op dat beeldscherm bekijkt, kan het helderheidsniveau te laag lijken. U kunt Microsoft Digital Image of andere software gebruiken om de helderheid van de foto handmatig bij te regelen, tot een niveau dat mooi oogt. Maar wanneer u die foto afdrukt of naar een vriend stuurt om deze op een ander beeldscherm weer te geven, is de foto te helder omdat uw aanpassingen de onnauwkeurigheden van uw beeldscherm compenseren. Om dit probleem te voorkomen, moet u uw beeldscherm steeds bijstellen en kalibreren zodat deze nauwkeurig is en geoptimaliseerd is om foto’s weer te geven en af te drukken.
De schermresolutie instellen Schermresolutie is de instelling die het detailniveau bepaalt dat weergegeven wordt op uw beeldscherm. Een schermresolutie van 800 × 600 pixels is doorgaans de laagst beschikbare resolutie. U kunt echter de schermresolutie aanpassen om een hoger detailniveau weer te geven. Bij gebruik van Microsoft Digital Image kunt u met een hogere schermresolutie meer of minder van de foto weergeven in de werkruimte. Er wordt dan minder ruimte op het scherm in beslag genomen door elementen zoals de Stapel en het Bestandenpalet. De beste schermresolutie voor een computersysteem hangt af van de beperkingen van uw beeldscherm, de mogelijkheden van uw videokaart en uw persoonlijke voorkeur. U kunt met verschillende schermresoluties experimenteren om de voor u optimale resolutie te vinden.
De werkruimte op het beeldscherm vergroten Als u een ouder of klein beeldscherm hebt, kan de standaardinstelling 800 x 600 pixels zijn. Door de schermresolutie te verhogen, vergroot u de werkruimte voor Microsoft Digital Image.
Ga als volgt te werk om de schermresolutie te wijzigen in Windows 98, Windows Millennium Edition of Windows NT 4.0: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen van Microsoft Digital Image op Weergave-instellingen. 2. Open het tabblad Instellingen . 3. Onder Scherm verplaatst u de regelaar om de schermresolutie te wijzigen en klikt u op OK. 4. Start desgevraagd de computer opnieuw op. Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
176
Hoofdstuk 14: Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
Voor meer informatie Raadpleeg de documentatie bij Windows voor meer informatie over het wijzigen van beeldscherminstellingen.
De regelaars van het beeldscherm aanpassen Raadpleeg de documentatie bij uw beeldscherm voor informatie over het aanpassen van het zichtbare gebied van het beeldscherm.
Ga als volgt te werk om de schermresolutie te wijzigen in Windows XP: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen van Microsoft Digital Image op Weergave-instellingen. 2. Onder Beeldschermresolutie verplaatst u de regelaar om de schermresolutie te wijzigen en klikt u op OK. 3. Start desgevraagd de computer opnieuw op. Wanneer u de schermresolutie aanpast, merkt u misschien dat het zichtbare gebied niet wordt gecentreerd, te smal of te kort is. Om het zichtbare gebied op het scherm te centreren of te vergroten, kunt u de regelaars van de monitor gebruiken. Deze regelaars bevinden zich gewoonlijk aan de voorkant van de monitor, direct onder het beeldscherm. De regelaars kunnen de breedte en de hoogte van het beeldscherm rechtstreeks aanpassen. Bij veel modellen wordt met de regelaars een grafisch besturingsscherm met menu-opdrachten geopend.
De kleurkwaliteit van het beeldscherm instellen De instelling voor de kleurkwaliteit van het beeldscherm is van invloed op het aantal kleuren dat het beeldscherm kan weergeven. Voor het bekijken van foto’s kunt u het beste een hoge kleurkwaliteit instellen, zoals een 24- of 32-bits kleur. Met een lage instelling voor kleurkwaliteit, zoals 8-bits (256 kleuren), kan een beeldscherm voor de meeste foto’s niet alle kleuren weergeven. Een dergelijke weergave-instelling geeft een foto met een kleurovergang slecht weer, zoals een luchtpartij die naar de horizon toe steeds helderder wordt. De kleurovergang van donker naar licht is ongelijk en rafelig omdat het beeldscherm de fijne variaties in kleur niet kan verwerken.
Een beeldscherm met een lage kleurinstelling kan het volledige bereik van kleuren in de meeste foto’s niet weergeven.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 14: Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
Door de instelling voor kleurkwaliteit van uw beeldscherm te verhogen kan de weergave van foto’s op uw scherm aanmerkelijk verbeteren. Net als de schermresolutie kunnen aanpassingen in kleurkwaliteit beperkt worden door het type monitor of videokaart.
Ga als volgt te werk om de kleurinstelling te wijzigen in Windows 98, Windows Millennium Edition of Windows NT 4.0: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen van Microsoft Digital Image op Weergave-instellingen. 2. Open het tabblad Instellingen . 3. Onder Kleuren klikt u op een kleurkwaliteit en vervolgens klikt u op OK. 4. Start desgevraagd de computer opnieuw op.
Ga als volgt te werk om de kleurinstelling te wijzigen in Windows XP: 1. Klik in het menu Hulpmiddelen van Microsoft Digital Image op Weergave-instellingen. 2. Open het tabblad Instellingen . 3. Onder Kleurkwaliteit klikt u op een kleurkwaliteit en vervolgens klikt u op OK. 4. Start desgevraagd de computer opnieuw op.
177
Kleurkwaliteit in Windows XP Als uw computer met Windows XP werkt, is de standaardkleurkwaliteit minimaal 16-bits kleuren.
Hoeveel kleuren hebt u nodig? Bij sommige beeldschermen kunt u de kleurkwaliteit aanpassen tot 32-bits, maar dat niveau kan hoger zijn dan u nodig hebt. Microsoft Digital Image en de meeste andere fotobewerkingsp rogramma’s converteren 32-bits foto’s naar 24-bits kleuren. Maar de 24-bits instelling met meer dan 16 miljoen kleuren volstaat onder de meeste omstandigheden.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
178
Hoofdstuk 14: Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
De videokaart aanpassen Met sommige videokaarten kunt u de helderheid, het contrast en de RGB-waarden aanpassen via het dialoogvenster van de videokaart.
Laat de inkt drogen voordat u kalibreert. Bij sommige printerinkten verandert de kleur enigszins tijdens het drogen, dat soms 8 uur kan duren. Als dit het geval is bij uw printer, laat u de afdruk een nacht drogen voordat u het beeldscherm kalibreert.
Waarden voor helderheid, contrast en RGB kalibreren Wanneer u de schermresolutie en kleurkwaliteit aanpast, geeft u de videokaart van uw computer te kennen hoe de signalen naar het beeldscherm moeten worden verstuurd. Als u echter de helderheid, het contrast en de RGB-waarden (rood, groen, blauw) aanpast, voert u de aanpassing op het beeldscherm zelf uit met de regelaars op de monitor. Deze regelaars bevinden zich doorgaans aan de voorkant van de monitor, direct onder het beeldscherm. De regelaars kunnen de breedte en de hoogte van het beeldscherm rechtstreeks aanpassen. Bij veel modellen wordt met de regelaars een grafisch besturingsscherm met menu-opdrachten geopend. Raadpleeg desgewenst de handleiding bij het beeldscherm voor instructies over het uitvoeren van deze aanpassingen. De meest eenvoudige wijze om uw computer te kalibreren, is foto’s af te drukken en vervolgens het beeldscherm aan te passen aan de hand van de afdrukken.
Ga als volgt te werk om een eenvoudige schermkalibratie uit te voeren: 1. Zorg dat er geen helder licht of schitterende weerspiegeling op het beeldscherm is. 2. Stel de regelaars voor helderheid en contrast precies op de waarde halverwege in. Stel deze pas regelaars opnieuw in totdat dit in deze procedure wordt aangegeven. 3. Open een foto in Microsoft Digital Image waar u mee vertrouwd bent, bij voorkeur een foto met huidtinten en een groot gebied van gemiddeld grijs. 4. Volg de instructies in de handleiding bij uw printer om een foto af te drukken met de hoogste kwaliteit. Als uw printer die mogelijkheid biedt, selecteert u RGB als afdrukmethode. 5. Zodra de inkt voldoende gedroogd is op de afdruk, houdt u de afdruk naast het beeldscherm waarop dezelfde foto wordt weergegevn. 6. Gebruik de regelaars voor helderheid, contrast en RGB op de monitor om ervoor te zorgen dat het beeld op het scherm de afdruk zo dicht mogelijk benadert. Herhaal deze procedure telkens wanneer u printerinstellingen, inkt, papiertype of afdrukresolutie wijzigt. Al deze variabelen kunnen namelijk het afdrukresultaat beïnvloeden. Let ook op de wijzigingen voor elke combinatie van variabelen.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Hoofdstuk 14: Uw beeldscherm optimaliseren voor foto’s
Bij de hierboven vermelde eenvoudige schermkalibratie wordt verondersteld dat de printer correct is gekalibreerd. Die veronderstelling is prima als u uw foto’s steeds op hetzelfde beeldscherm weergeeft en op dezelfde printer afdrukt. Wanneer u uw foto’s echter naar een website uploadt om afgedrukt te worden, of als u uw foto’s verzendt om op andere computers weergegeven of afgedrukt te worden, is het mogelijk dat de kleuren niet nauwkeurig worden weergegeven. Voor een betere kleurenweergave kunt u de aanschaf van gespecialiseerde kalibratie-instrumenten en software voor kleurbeheer overwegen. Kalibreringshulpmiddelen zijn verkrijgbaar bij de fotohandel en op internet, en kunnen u helpen uw beeldscherm nauwkeurig te kalibreren zodat u foto’s kunt genereren die er op andere systemen net zo goed uitzien.
Omgevingslicht regelen Nadat u het beeldscherm hebt gekalibreerd, kunt u ook het licht regelen in de kamer waar u uw computer gebruikt. In andere lichtomstandigheden kan dezelfde foto er op hetzelfde beeldscherm volledig anders uitzien. Zonlicht, TL-licht en licht van gloeilampen zijn alle van invloed op de manier waarop uw ogen het van uw beeldscherm afkomstige licht waarnemen. Voor consistente resultaten moet u ervoor zorgen dat u dezelfde hoeveelheid omgevingslicht in de kamer hebt wanneer u het beeldscherm kalibreert en Microsoft Digital Image gebruikt om helderheid, contrast en kleur van uw foto’s aan te passen.
179
Uw instellingen bewaren Als u uw computer met andere mensen deelt, kunt u de regelaars op de monitor met plakband bedekken om ervoor te zorgen dat ze ongewijzigd blijven nadat u het beeldscherm hebt gekalibreerd. Zorg er echter wel voor dat u ze nog steeds kunt wijzigen wanneer dat nodig is.
Verminder het licht voor de beste resultaten Als u in een kamer werkt met helder omgevingslicht, zal de foto op uw beeldscherm er minder levendig uitzien en minder contrast hebben, zeker op een LCD-scherm of laptop-computers.
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
Index
Symbols
24-bits of 32-bits kleur 177 ondoorzichtige voorwerpen, scannen 165
A
aantal pixels 127 achtergrond belichting 136 actiefotografie 148 Adobe Photoshop-bestanden 16 afdrukken, bestellen 103 afdrukken en cadeaus bestellen 103 afdrukken of cadeaus verzenden 103 afmeting kopieën 127 afzonderlijke foto’s afdrukken 99 antiekeffecten 67 antistatische producten 167 apparatuurcompatibiliteit 13 archiveringspapier en inkten 102 artefacten 129 AutoCAD-bestanden 16 AutoContour 62 automatische belichting 138, 155 automatische belichtingsinstelling opheffen 139 automatische bitdiepte conversies 168 automatische cameramodi actie 148 macro 147 overzicht 146 panoramisch 152 portret 151 serie 150 automatische documentinvoer(ADF’s) 165 automatische flitser 134 automatische installatie Digital Image 3 automatisch aanpassen camerafoon 79 automatisch camerafoon aanpassen 79 automatisch mediadetecties 13 automatisch stof en krassen verwijderen 166
181
automatisk installation av Microsoft Digital Image
B
balans optimaliseren 73 beeldschermen 24-bits of 32-bits kleur 177 contrast 178 helderheid 178 instellingen bewaren 179 kalibreren 175 kleurkwaliteitinstellingen 176 omgevingslicht 179 overzicht 175 resolutie 175 RGB-waarden 178 beeldschermen kalibreren 175 belichting 39 aanpassing donkere gebieden 48 balans optimaliseren 73 belichtingscompensatie 139 bracketing 139, 160 donkerder maken 49 filmsnelheid 144 flitser 134 gloeilampen 40 kleuren 40 lensopening 140 problemen 39 rode ogen 41, 135 sluitertijd 142 witbalans 40, 145 belichtingen 48, 137, 155 belichtingscompensatie 139, 155, 160 bestandenbrowser 14 bestanden comprimeren 129, 172 bestanden oversturen archiveren 119 bestanden verzenden importeren 13 bestandscompressie 129 bestandsformaat 127 bestandsindelingen omzetten 121 bestandsindelingen ondersteund 96 bestandsoverdracht archiveren 119
bestandsoverdrachten importeren 13 bewegende fotografie 148 bitdiepte 168 bitdiepte converteren 168 blauwe waarden 178 BMP-bestanden 16 borttagning av Microsoft Digital Image bracketing 139, 160 brede lensopening 140 breedte-hoogteverhouding 152 brightness. See exposure and lighting buffers 150 buitenste randen, foto 85
C
calendars camera overzicht 125 camera’s actiefoto’s 148 automatische modi 146 bestandsindelingen 130 close-up foto’s 147 compatibiliteit 13 compressie 129 digitale 126 flitser 134 foto’s openen van 14, 17 fotografische tips 154 handmatige instellingen 137 levensduur batterij 133 panoramisch 152 portretten 151 resolutie 127 seriemodi 150 verwisselbare media 132 zelftimers 153 zoomen 131 cd’s aanbevelingen 132 foto’s archiveren 119 foto’s openen van 14 foto’s scannen naar 166 importeren in Microsoft Digital Image
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
182
Index
Library 108 CDR-bestanden 16 cirkels 60 close-up fotografie 147 CompactFlash-kaart 132 compatibele media zoeken 13 compatibiliteit, automatische detectie 13 compositie 43 compositiefoto’s 53 compressie zonder verlies 129 contrast beeldscherm aanpassen 178 corrigeren 39 omgevingslicht 179 conversies bestandsindeling 121 copyrights 21 CorelDraw-bestanden 16 curven 73
D
D-bereik 170 daglicht 136 datums foto’s groeperen volgens 116 foto’s weergeven op 113 de camera en onderwerpen positioneren 154 dia’s, scannen 165, 170 diffuus licht filter 151 digitale camera’s actiefoto’s 148 automatische modi 146 bestandsindelingen 130 close-ups 147 compressie 129 flitser 134 foto’s openen van 14, 17 fotografische tips 154 gevoeligheidsinstelling 144 handmatige instellingen 137 levensduur batterij 133 overzicht 126 panoramisch 152
portretten 151 resolutie 127 seriemodus 150 verwisselbare media 132 zelftimers 153 zoomen 131 digitale fotokaartlezers 14 digitale zoom 131 Digital Image installeren 3 Digital Image bijwerken 5 diskettes 14, 132 donkerder maken 49 donkere pixels 48, 73 door filter versterkte foto’s 66 dpi (dots per inch) 168 DRW-bestanden 16 dubbel gevouwen kaarten 89 dvd’s foto’s openen van 14 importeren in Microsoft Digital Image Library 108 DXF-bestanden 16 dynamisch bereik 170
E
EMF-bestanden 16 EPS-bestanden 16 EV-instelling 160
F
f-stops 140 filmcamera’s actiefoto’s 148 automatische belichting 138 automatische modi 146 belichting 137 belichtingscompensatie 139 close-ups 147 fotografische tips 154 ISO-instelling 144 lensopening 140 overzicht 137
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
panoramisch 152 portretten 151 seriemodus 150 sluitertijden 142 witbalans 145 zelftimers 153 filmscanners 166 filmsnelheden 144 FlashPix-bestanden 16 flatbedscanners foto’s openen vanaf 18 overzicht 165 schoonmaken 167 flip-over-animaties 150 flits 41, 48 flitser 134 formaat afdrukken 101 bestandscompressie 129 e-mails 98 foto’s bijsnijden 43 meerdere bestanden 121 plat gemaakte PNG-bestanden 97 formaat opnieuw aanpassen meerdere bestanden 121 foto’s afdrukken en cadeaus bestellen 103 archiveren 119 bewerken 120 door filter versterkt 66 groeperen 116 identificeren 110 importeren 13 indelingen ondersteund 96 kleureffecten 67 ondersteunde indelingen 16, 130 openen 13 organiseren 107 scannen 165 weergeven 112 foto’s, scannen 165 foto’s afdrukken afzonderlijke afbeelding 99
Index
bijsnijden 43 formaat 101 kwaliteitsinstellingen 101 maximum afmetingen 127 meerdere afbeeldingen 100 papieropties 102 resolutie 127 uitlijning op pagina 99 Microsoft Digital Image 100 Foto’s archiefwizard 119 foto’s archiveren 119 foto’s bewerken bijsnijden 43 contrast 39 foto-editor 120 helderheid 39 histogrammen 73 kleurovergangen 70 mengen 71 Mini Lab 79, 121 openen 13 patronen 70 retoucheringsmiddelen 39 rode ogen 41 tint 40 vervormen 72 werkruimtegebied 175 wissen 45 foto’s bijsnijden 43 foto’s filteren volgens datums 113 mappen 113 miniaturen 115 trefwoorden 112 foto’s groeperen 116 foto’s identificeren 110 foto’s importeren 13, 108 foto’s in e-mails 168 foto’s knippen 60 foto’s met lange belichting 153 foto’s naam geven 110 foto’s openen bestandenbrowser 14
camera’s 17 foto-editor 120 overzicht 13 probleemoplossen 18 scanners 18 TWAIN-ondersteuning 17 WIA-ondersteuning 17 foto’s opslaan 95 foto’s schilderen vrije stijl 68 foto’s schoonmaken 167 foto’s van afwijkend formaat, passepartouts voor 86 foto’s verscherpen 66 foto’s verven kleurovergangen kopiëren 70 mengen 71 patroon testen 70 stempeleffecten 68 vervormen 72 foto’s weergeven op datums 113 mappen 113 miniaturen 115 overzicht 112 trefwoorden 112 foto’s zoeken Microsoft Digital Image Library 107 overzicht 13 TWAIN-ondersteuning 17 WIA-ondersteuning 17 foto-editors 120 foto-informatie bekijken 117 foto-informatie bewerken 117 foto-onderdelen wissen 45 fotoafdrukken, scannen 165 fotoformaat verminderen 129 fotokaartlezers 14 fotokwaliteit automatische belichting 138 automatische cameramodi 146 belichting 137, 155 belichtingscompensatie 155
183
bestandsindelingen 130 compressie 129 filmsnelheid 144 flitser 134 handmatige camera-instellingen 137 lange belichtingen 153 lensopening 140 opslagmedia 132 overzicht 125 resolutie 127 rode ogen 41, 135 schaduwen 136 sluitertijden 142 tips 154 waterglasanalogie 138 witbalans 145 zelftimers 153 zoomen 131 fotokwaliteit belichtingscompensatie 139 fotopapieropties 102 fotoprojecten 89 fotosensoren 128 fotosensors 144 fotoweergaven aanpassen 112 foto draaien 55 foto inkrimpen 72 foto inkrimpen om rand te tonen 85 foto knippen 62 foto kopiëren AutoContour 62 mengkwast 71 nabootsen 70 foto oprekken 55 foto scheeftrekken 72 foto schoonmaaktips 167 foto uitsmeren 72 foto vergroten 72 foto verplaatsen 55 FPX-bestanden 16
G
gebrandschilderd glasfilter 66
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
184
Index
geheugenkaarten of -sticks 132 geheugen overwegingen 168 gemarkeerde randen 85 gevlekte kleur 129 gevoeligheid camera-instelling 144 gewicht, papier 102 gezichtretoucheringen 151 gezicht retoucheren 47, 70 GIF-bestanden 16 glanzend papier 102 gloeilampen 40 grafisch besturingsscherm 178 groene waarden 178 grootte foto’s van afwijkend formaat, passepartouts voor 86 fotofuncties 55 Microsoft Digital Image werkruimte 175 miniaturen 114 opslagmedia 132 grootte opnieuw aanpassen fotofuncties 55 miniaturen 114 grootte opnieuw instellen foto bijsnijden 43 grootte proportioneel aanpassen 55 grootte veranderen Microsoft Digital Image werkruimte 175 grotere afdrukformaten 101 grote foto scannen 169 guider installationen gulden snede 43, 158
H
handgemaakt kunsteffect 66 handmatige camera-instellingen automatische belichting 138 belichting 137 ISO-instelling 144 lensopening 140
overzicht 137 sluitertijden 142 waterglasanalogie 138 witbalans 145 handmatige camera instellingen belichtingscompensatie 139 handmatig installatie Digital Image 3 handmatig wizard Foto’s importeren starten 14 hechting 152 helderheid beeldscherm aanpassen 178 corrigeren 39, 73 dynamisch bereik 170 herinneringen, archiefinterval 119 herlaadbare batterijen 133 histogrammen 73 hoge kleur kwaliteitinstellingen 176 hoge kwaliteit printerinstellingen 101 hoge resolutiefoto’s 101 Home Publishing-bestanden 16 huidretoucheringen 151 huid retoucheren 47, 70 hulpmiddel markeer 60 hulpmiddel object 55 hulpmiddel Rode ogen wegwerken 41 hulpmiddel Slim wissen 45 hulpmiddel vrije stijl 61
I
indelingen ondersteund 96 indelingsconversies 121 inhoudsopgave 116 inktdroogtijd 178 Installatiewizard 4 Installationsguide installera Microsoft Digital Image installeren, Digital Image 3 intensiteit 145 interpolatie 131 in vieren gevouwen kaarten 89 ISO-instelling 144
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
J
jaar, foto’s weergeven op 113 JPEG-bestanden 16, 58, 96, 127, 172
K
kaarten, wens- 89 kamerverlichting, voorwaarden 179 kleinere afdrukformaten 101 kleine lensopening 140 kleur 145 kleuraanpassing 40 kleurbalans 40 kleurbeheer, printer 101 kleurdiepte 168 kleuren antiek 67 beeldscherm-kwaliteitinstellingen 176 beeldschermkalibreringen 178 kleuraanpassing 40 kleureffecten toepassen 67 kleurovergangen kopiëren 70 mengen 71 passe-partouts 86 rode ogen 41 scannen 168 Toverstaf 63 witbalans 40, 145 zwart-wit 67 kleurmodellen 145 kleurovergangen kopiëren 70 kleurpotloodfilter 66 kleurvervormingen 40 kleur en intensiteit 145 Kodak Photo CD-bestanden 16 korreligheid 144 krassen verwijderen 166 kunsteffect 66 kwaliteitsbereiken, printer 101 kwasten kopie 70 mengen 71 stempeleffecten 68
Index
vervormen 72 vrije stijl 68
L
lage kleurkwaliteitsinstellingen 176 lage kwaliteit printerinstellingen 101 lage resolutiefoto’s 101 LCD’s 161 lensopening 140 lensopening prioriteitsmodus 141 levensduur batterij 133 licht omgeving 179 lichte pixels 49, 73 lichtkleuren filtreren 40 lijsten, toevoegen 85, 86 locating pictures bestandenbrowser 14 LZW compressie 172
M
maand, foto’s weergeven op 113 Macintosh PICT-bestanden 16 macromodus 147 manuell installation av Microsoft Digital Image mappen foto’s groeperen volgens 116 foto’s weergeven op 113 map Mijn afbeeldingen 108 markeringen 73 maximum afdrukformaten 127 media, opslag 13, 132 meerdere bewerkte foto’s 121 foto’s afgedrukt 100 foto’s bewerkt 79 foto’s geselecteerd 117 foto’s na elkaar gemaakt 150 fotoversies 95 pagina’s gescand 165 trefwoorden 111 meerdere bestandenbeheer 121
meerdere bestanden benoemen 121 meerdere bestanden opnieuw benoemen 121 meerdere bestanden scannen 171 meerdere foto’s bewerken 79, 121 meervoudig geselecteerde objecten 56 meervoudige objecten bewerkt 57 objecten plat gemaakt 58 mengkwast 71 met e-mail verzonden foto’s 98 Micrografx Designer-bestanden 16 Microsoft Digital Image bestandsindelingen ondersteund 96 installera ondersteunde bestandsindelingen 16, 130 Microsoft Digital Image Library etiketten 110 foto’s afdrukken 100 foto’s archiveren 119 foto’s bewerken 120 foto’s groeperen 116 foto’s toevoegen 108 foto’s weergeven 112, 113 foto-editors 120 informatie bewerken 117 mappen 113 Miniatuurvenster 115 opening 107 overzicht 107 trefwoorden 110, 112 Voorbeeldvenster 117 Microsoft Digital Image opnieuw installeren 6 microstations 132 middengrijs 138 Miniaturen beeldopties 115 miniaturen grootte opnieuw aanpassen 114
185
objecten 53 miniaturen weergeven 115 miniatuuropslagkaarten 132 miniatuurschuifbalk 114 Miniatuurvenster beeldopties 115 foto’s groeperen 116 verbergen, items tonen 116 Voorbeeldvenster 117 Mini Lab 79, 121 MIX -bestanden 16 mozaïekeffect 66 MSN foto’s-website 103 multimediakaarten 132
N
natuurlijk licht 40 nauwkeurig bewerken kleurovergangen kopiëren 70 mengen 71 patroon testen 70 vervormen 72 negatieven, scannen 165, 170 niet-afdrukbare kaartgebieden 89 niet-vervagend papier 102 niveaus 73 niveaus en curven 73
O
objecten afzonderlijk weergeven 53 AutoContour 62 combineren 56 consequent gekleurde gebieden 63 grepen 55 groeperen 57 hulpmiddel markeer 60 hulpmiddel vrije stijl 61 lagen behouden 58 meervoudige geselecteerd 56 overzicht 53 plat maken 58 vergrendeld 54
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
186
Index
verplaatsen 55 objecten combineren 56 objecten groeperen 57 objecten koppelen 56 objecten opnieuw rangschikken 53 objecten plat maken 58 objectgroepen behouden 57 objectgroepen ongedaan maken 57 objectlagen behouden 58 object automatisch plat maken 58 omgevingslicht 179 ominstallering av Microsoft Digital Image on-line afdruk- en cadeaubestelling 103 onderbelichting 137 ondersteunde bestandsindelingen 16, 130 ondersteunde indelingen 16, 130 ondoorzichtige voorwerpen, scannen 165 one-month calendars one-week calendars onregelmatige vormen 61 onvergrendelde objecten 54 opslagmedia 13, 132 opties bestandenbeheer 121 optische zoom 131 originele versies kopiëren 95 overbelichting 137
P
panorama 152 panoramische fotografie 152 panoramisch hechten 152 papieropties 102 passe-partouts, toevoegen 86 patroon kopiëren 70 PCD-bestanden 16 PCT-bestanden 16 PCX-bestanden 16
PC Paintbrush-bestanden 16 permanente objectkoppelingen 58 perslucht 167 persoonlijke kaarten 89 PHP-bestanden 16 pixelafmetingen aanpassen mengkwast 71 pixels afdrukformaten 101 bijsnijden 43 histogrammen 73 interpolatie 131 overzicht 126 resolutie 127, 168 scannen 166 storing 144 plat gemaakte PNG-bestanden 97 PNG-bestanden 16 PNG Plus-bestanden 58, 96 portretfotografie 85, 151 printers kleurbeheer 101 kwaliteitsinstellingen 101 stuurprogramma’s 101 projecten, foto- maken 89 proportioneel bijsnijden 43 PSD-bestanden 16
R
RAM 168 randeffecten 85 rechthoeken 60 regelaars, monitor 178 reliëffilter 66 reservekopie van foto’s maken 119 resolutie aanbevelingen 172 aanpassen 175 afdrukformaat 101 bijsnijden 43
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
e-mailkwaliteit 98 internetkwaliteit 98 optimale 170 overzicht 127, 168 scanners 165 resoluties van internetkwaliteit 98 retoucheringsmiddelen 39 RGB-waarden 178 rimpels, verwijderen 47 rode ogen 41, 135 rode waarden 178 roodheid ogen 41 roodheid van de ogen 135
S
scannen aan lage resolutie 168 scannen met hoge resolutie 168 scanners automatische verbetering 172 bitdiepte 168 dynamisch bereik 170 film 166 flatbed 165 foto’s openen vanaf 18 foto’s voorbereiden voor 167 fotovoorbeeld 172 grote foto’s 169 kopen 170 meerdere bestanden 171 meerdere pagina’s scannen 165 optimale prestatie 172 overzicht 165 resolutie 168, 170 schoonmaken 167 snelheid 171 TIFF-indeling 172 typen 165 USB 170 scanners schoonmaken 167 schaduwen 73, 136
Index
schermadapters 175, 177, 178 scherminstellingen contrast 178 helderheid 178 instellingen bewaren 179 kleurinstellingen 176 kleur aanpassen 178 omgevingslicht 179 overzicht 175 resolutie 175 RGB-waarden 178 zichtbaar gebied aanpassen 176 scherminstellingen bewaren 179 schermitems tonen 116 schermitems verbergen 116 scherpe afdrukken 101 selectiehulpmiddelen AutoContour 62 markeer 60 object 55 overzicht 59 Toverstaf 63 vrije stijl 61 sepiatinten 67 serie, foto 150 seriemodus 150 SLR(single-lens reflex) camera’s 137 sluiterprioriteitsmodus 143 sluitertijden 142 sluitervertraging 148 SmartMedia-kaart 132 snelheden, scanner 171 speciale effecten filters 66 kleuren 67 stempels 68 vrije stijl 68 standaardfoto-editor 120 standaardinstelling kleurkwaliteit 177 Stapel 53
statiefvervangingen 153 statische elektriciteit 167 stempeleffecten 68 stempels, verven met 68 stippen, verwijderen 46 stof 46, 166 storing 144 stuurprogramma’s 101
T
tegelweergave 115 tekenen (kunst)effect 66 TGA-bestanden 16 TIF-bestanden 16, 96 tijd archefintervallen 119 foto’s weergeven op 113 schermkablibratie- 178 sluitervertraging 148 tijdelijke objectkoppelingen 56 toevoegen flitsfuncties 48 foto’s naar Microsoft Digital Image Library 108 trefwoorden 110 Toverstaf 63 transparantie-adapters 165 Trefwoordbeheer 111 trefwoorden foto’s groeperen volgens 116 foto’s weergeven op 112 overzicht 110 TWAIN 17 tweedimensionaal scannen 165
U
uitgebreide resolutiefunctie 131 uitnodigingen, persoonlijke 89 uppgradera Microsoft Digital Image USB-aansluiting 170 USB-klasse-apparatuur voor mass-
187
aopslag 14
V
vakantiekaarten 89 vaste schijf, foto’s openen van 14 velddiepte 140 venster Welkom bij Microsoft Digital Image Suite Library 108 vergrendelde objecten 54 vergrotingen, bestellen 103 verlichting automatische belichting 138 kamer 179 overzicht 137 tips 157 verlies voorkomen 119 verontreiniging, glazen plaat 167 verouderde foto’s met kleureffecten 67 verven (kunst)effect 66 vervormen 72 verwijderen fotofuncties 62 Microsoft Digital Image 6 rimpels 47 scannerstof en krassen 166 stippen 46 vlekken 46 verwisselbare media 132 videokaarten 175, 177, 178 virtuele stations 14 vlaggen 117 vlekken, verwijderen 46 voorbeeld van gescande foto 172 vouwstijlen, kaart 89 vrije stijlkwast 68 vulflits 136
W
waarderingen, groeperen volgens 116 waterglasanalogie 138 Web kwaliteit resoluties 168
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
188
Index
wenskaarten 89 werkruimtegebied 175 WIA 17 Windows Bitmap-bestanden 16 Windows Metafile-bestanden 16 witbalans 145 witte balans 40 wizards Foto’s archiveren 119 Foto’s importeren 13 Installatie 4
Z
zachte randen 85 zelftimer-functies 153 zichtbaar gebied, scherm 176 zichtbaar gebied scherm centreren 176 zichtbaar gebied scherm vergroten 176 zonlicht 136 zoomen 131 zwart-wit, wijzigen in 67
Microsoft® Gebruikershandleiding bij Digital Image 2006 Suite Edition
M