RAPPORT VAN BEVINDINGEN
KWALITEITSONDERZOEK BIJ DR. A. VAN VOORTHUIJSENSCHOOL – SO-ZML/MG
Plaatsen BRIN-nummer Cluster Onderzoek uitgevoerd op Rapport vastgesteld te Utrecht
HB3020646/7
: Haarlem en Hoofddorp : 18IS :3 : 29 juni en 2 juli 2012 op 9 oktober 2012
Documentnummer: H3376213
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 29 juni en 2 juli 2012 een onderzoek uit op de Dr. A. van Voorthuijsenschool - so - locatie Haarlem en Hoofddorp, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Dr. A. van Voorthuijsenschool is een school voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen. Aanleiding en toezichthistorie Naar aanleiding van het kwaliteitsonderzoek van februari 2007 kwam de inspectie tot de conclusie dat zich geen tekortkomingen voordeden in de basiskwaliteit van de school. Op basis daarvan kende de inspectie een PKO4 aan de school toe. Dit arrangement is tijdens het bestuursgesprek in januari 2010 omgezet naar een basisarrangement. De inspectie handhaafde het basisarrangement tijdens het bestuursgesprek in januari 2011. In het kader van de vierjarencyclus van het inspectietoezicht is tijdens dit laatste bestuursgesprek met het bestuur afgesproken vóór 1 augustus 2012 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren om het kwaliteitsprofiel van de school te actualiseren. In dit onderzoek gaat de inspectie tevens na of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school aan de inspectie toestuurde en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school. Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: o dossiers, waaronder handelingsplannen, bestudeerde en beoordeelde; o gesprekken voerde met de directie, de commissie voor de begeleiding en teamleden; o de onderwijspraktijk observeerde in de drie groepen in Haarlem en in de zes groepen in Hoofddorp; o bevindingen en conclusies besprak met de directie en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie bij dit onderzoek de kern- en normindicatoren. Voor een volledig en actueel kwaliteitsprofiel voegde zij daaraan de indicatoren van de aspecten 'cyclisch proces kwaliteitszorg' toe. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 3 van 11
Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen staan weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Cyclisch proces kwaliteitszorg 1 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.
2
3
4
● ● ● ● ● ● ● ●
Systeem van leerlingenzorg 1 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
2
3
4
● ● ● ●
Functionaliteit handelingsplanning 1
2
4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.
3
4
●
Leerstofaanbod 1 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
Pagina 5 van 11
2
3 ● ● ●
4
Onderwijstijd 1 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
2
3 ●
4
3 ● ●
4
●
(Ortho)pedagogisch handelen 1
2
7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
●
(Ortho)didactisch handelen 1
2
8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling.
3 ● ●
4
● ●
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3 ●
4
3
4
●
Schoolklimaat 1
2
10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
● ● ● ● ●
Opbrengsten 1
2
3
4
11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.
5 ●
Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).
Pagina 6 van 11
ja ● ● ●
nee
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie komt tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op de so-afdeling van de Dr. A. van Voorthuijsenschool van voldoende niveau is. Het schoolklimaat binnen de school en in de klassen ervaart zij als veilig en prettig. De inspectie baseert haar kwaliteitsoordeel in de eerste plaats op het systeem van leerlingenzorg. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende en daardoor levert de school voldoende basiskwaliteit. De school evalueert de handelingsplannen echter onvoldoende expliciet. In de kwaliteitszorg ontbreekt het cyclische element: er mist een systematische evaluatie van de opbrengsten en een regelmatige evaluatie en borging van het proces van leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. De inspectie beoordeelt het onderwijsleerproces in grote lijnen als voldoende. In hun (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch handelen zorgen de leraren voor een veilige en motiverende leeromgeving en ondersteunen zij het leren van de leerlingen. Een belangrijk verbeterpunt van de school is nog de bevordering van de verantwoordelijkheid van de leerlingen voor het eigen leerproces. Wet- en regelgeving De inspectie stelt geen tekortkomingen vast in de naleving van wet- en regelgeving.
Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg De inspectie is van oordeel dat de so-afdeling van de Dr. A. van Voorthuijsenschool in het kader van de kwaliteitszorg een aantal stappen heeft gezet. Er is nog geen sprake van een cyclisch proces, maar de voorwaarden voor een goede kwaliteitszorg zijn aanwezig. In enkele beleidsdocumenten, waaronder het recentelijk opgestelde Onderwijsprofiel, beschrijft het managementteam waar de school voor staat en welke zorg zij bieden kan. Naast de missie en visie vermeldt de school hoe de leerlingenpopulatie is samengesteld en welke leerlingenprofielen zij onderscheidt. Voor alle negen profielen formuleerde zij onlangs de streefdoelen, gekoppeld aan het niveau op de leerlijn per vak- of ontwikkelingsgebied. Op dit moment kan de school haar opbrengsten niet evalueren, omdat zij haar doelen niet heeft bepaald. De school is gestart met het vaststellen van streefdoelen voor de te behalen niveaus. Dit vormt een eerste stap in die richting. Op meerdere fronten werken de schoolleiding en het team op een systematische wijze aan de verbetering van het onderwijs. De directie heeft in de afgelopen tijd stevig gestuurd op de uitwerking van de leerinhouden in leerlijnen en ontwikkelingsprofielen en tevens op de verbetering van het (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch handelen van de leraren. Het cyclische aspect ontbreekt echter nog in de kwaliteitszorg, doordat de school haar verbeterpunten niet bepaalt op basis van een objectief instrument, waarbij de evaluatie van de uitgevoerde activiteiten deel uitmaakt van het verbeterproces. Wel maakt de school gebruik van een kwaliteitsinstrument om de tevredenheid van ouders en personeel regelmatig te peilen, maar zij evalueert het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg vooral informeel en niet systematisch met behulp van metingen. Ook zijn de doelen voor deze processen niet expliciet geformuleerd. De verbeterpunten die uit een dergelijke kwaliteitsmeting voortvloeien, kan de school dan vervolgens opnemen in een plan van aanpak.
Pagina 7 van 11
De Dr. A. van Voorthuijsenschool beschikt over een meerjarenplanning waarin zij haar verbeter- en ontwikkelplannen beschrijft en ook heeft zij een jaarverslag en jaarplan. Wanneer de verbeteractiviteiten zijn uitgevoerd, is het belangrijk dat de school niet alleen de afspraken omtrent het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg vastlegt, maar ook gaat toezien op de uitvoering, zodat zij de borging kan garanderen door middel van een cyclisch kwaliteitssysteem. De school informeert de ouders en andere belanghebbenden onder meer via schoolgids en ouderavonden voldoende over de resultaten en de effecten van haar verbeteracties. Zij organiseert zowel algemene ouderavonden als avonden rond een bepaald thema. Ook nodigt zij ouders uit actief bij te dragen aan de informatievoorziening door eigen ervaringen via website of schoolkrant te delen met andere ouders. Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit handelingsplanning en opbrengsten Het systeem van leerlingenzorg is grotendeels van voldoende niveau. Beter dan nu het geval is, moet de school aantonen dat zij bij de evaluatie van de handelingsplannen analyseert welke factoren hebben bijgedragen aan het wel of niet behalen van de doelen en welke extra inzet (in bijvoorbeeld leerstofaanbod of instructievorm) zij doet om de doelen alsnog te behalen. Bij de start van de schoolloopbaan van een leerling maakt de orthopedagoog een samenvatting van het dossier. Daarin staan tenminste de gegevens over de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling vermeld evenals de didactische gegevens en de belemmerende en bevorderende factoren van de leerling. De commissie voor de begeleiding (cvb) bespreekt deze gegevens en stelt het voorlopige leerlingprofiel en het verwachte uitstroomperspectief vast. De groepsleraar formuleert een starthandelingsplan aan de hand van het groepsplan. In de eerste weken legt deze het ontwikkelingsniveau vast op de verschillende leerlijnen en komt met de ouders overeen welke doelen de school voor de leerling stelt. De leraren toetsen elk half jaar de vorderingen van de leerlingen en bespreken die met de intern begeleider. In het zogenoemde ‘pedagogisch didactisch leerlingenoverzicht’ legt de cvb globaal vast hoe de leerling zich ontwikkelt en welke factoren daarbij een rol spelen, maar duidelijke conclusies ontbreken. Deze gegevens maken op dit moment bovendien geen deel uit van de documenten voor de handelingsplanning voor de groep of de individuele leerling. Daardoor is de manier van evalueren en het beslissingsproces over de nieuwe doelen niet transparant. De handelingsplanning beoordeelt de inspectie als voldoende functioneel. De leraren beschikken over een uitgebreide globale groepsplanning met streefdoelen voor de groep als geheel. Daarnaast hebben zij voor elke leerling een individueel handelingsplan, waarin per vak- en ontwikkelingsgebied de streefdoelen staan vermeld. Zodoende beschikken zij over voldoende informatie om de lessen in de dagelijkse praktijk vorm te geven. De inspectie kan niet vaststellen of de leerlingen van de so-afdeling van de Dr. A. van Voorthuijsenschool zich ontwikkelen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. De school beschikt nog niet over een goed werkend volgsysteem en zij heeft pas onlangs voor haar doelgroepen streefdoelen opgesteld die zij tot normen kan ontwikkelen om haar resultaten aan af te meten. Ook bij de inspectie ontbreken nog de standaarden om de eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden. Onderwijsleerproces Bijna alle indicatoren die betrekking hebben op de onderwijspraktijk beoordeelt de inspectie positief en de leraren beschikken in ruime mate over (ortho)didactische en (ortho)pedagogische vaardigheden. De inspectie stelt echter vast dat in de school vrijwel geen
Pagina 8 van 11
afstemming plaats vindt in de onderwijstijd en dat de leerlingen te weinig verantwoordelijkheid krijgen voor het eigen leerproces. De school werkte in de afgelopen jaren haar kerndoelen uit aan de hand van leerlijnen. Voor de jongste leerlingen of degenen met een ernstige beperking beschikt de school over voorbereidende leerlijnen. Per niveau leggen de teamleden de koppeling met het methodisch aanbod en extra materialen, waardoor ze beschikken over een goed gestructureerd aanbod dat past bij de verschillende leerlingprofielen. Met behulp van de individuele en de groepsplannen stellen zij hun instructiegroepjes samen en passen de opdrachten aan de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen aan. In de planningen maken de leraren echter nog geen ruimte voor extra onderwijstijd voor een specifieke vaardigheid waarop een leerling achterblijft in zijn ontwikkeling. Daarnaast is het niveauverschil binnen de instructiegroepjes dusdanig groot, dat de leerlingen die vlotter door de stof kunnen, door het proces van hun niet zo vlotte medeleerlingen worden geremd. De leraren zorgen voor een goede structuur in de lessen en gaan efficiënt om met de leertijd. In hun (ortho)pedagogisch en (ortho)didactisch handelen bieden zij een veilige werkomgeving met een goede taakgerichte werksfeer. Daarbij stimuleren zij de leerlingen tot denken en weten hen actief bij de onderwijsactiviteiten te betrekken. De inspectie constateert dat de school slechts in beperkte mate aanzet tot zelfverantwoordelijk werken van de leerlingen. In de leerlijn ‘leren leren’ stimuleren de leraren de zelfstandigheid van de leerlingen vooral met het mandensysteem: opdrachten op beheersingsniveau, die de leerling in een voorgestructureerde volgorde zelfstandig kan doorwerken. De school erkent dat zij nog veel winst kan behalen bij het nemen van verantwoordelijkheid door de leerlingen meer actief te betrekken bij de planning en de evaluatie van hun werk en daarmee hun leerproces een verdere impuls te geven. Schoolklimaat Het sociale klimaat binnen de school kenmerkt zich door rust en een respectvolle omgang van het personeel met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling. Met het veiligheidsplan, inclusief alle bijlagen, biedt de school voldoende waarborgen om incidenten te voorkomen en zo nodig op een juiste manier af te handelen. De leerlingen zijn betrokken bij het opstellen en actueel houden van de klassen- en schoolregels. In het team heerst een goede sfeer. De leraren zijn gedreven en eensgezind als het gaat om de ontwikkeling van de school. De school beschikt over gegevens die inzicht geven in de beleving van de sociale veiligheid door de ouders en de tevredenheid onder de medewerkers. De beleving van de leerlingen heeft de school in 2009 voor het laatst in beeld gebracht met een instrument. Het welzijn en de veiligheid van de leerlingen is echter een wekelijks terugkerend onderwerp in de besprekingen van de cvb. Daarnaast beschikken de schoolmaatschappelijk medewerker en de stagecoördinator over instrumenten waarmee zij het welzijn van de leerlingen regelmatig in beeld brengen. Tot slot komen in de lessen de gevoelens over de school, de leraren en de medeleerlingen regelmatig aan de orde. De inspectie voerde gesprekken met teamleden en leerlingen, waaruit onder meer naar voren komt dat zij de school als een veilige plek ervaren.
Pagina 9 van 11
Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de so-afdeling van de Dr. A. van Voorthuijsenschool, locatie Haarlem en Hoofddorp het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek. Naleving De inspectie heeft geen tekortkomingen vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften.
Pagina 11 van 11