Verslag van de openbare vergadering van de raadscommissie Ruimte van de gemeente Teylingen gehouden op dinsdag 29 november 2011 om 20.00 uur in het bestuurscentrum Voorhout Aanwezig Voorzitter: Griffier:
de heer J. Bosman (voorzitter) de heer H.J.J. Hoeijmans
Leden:
VVD de heer L.P.G. Keeven CDA de heren J.T. Keulen en G.L.C.M. van Leeuwen D66 de heer J.C. Koomen PvdA de heer J.H.M. Peetoom Trilokaal de heer D.I.H.M. Piket Trots op Nederland de heer E.F. Wegman ChristenUnie de heer F.A.J. Nederstigt
Wethouders:
de heer J.H. Stuurman de heer L. van der Zon
Afwezig:
mevrouw T. Jopp (VVD), de heren R.M. ten Boden (Trilokaal), R.M. Hartvelt (D66) en P. Janssen (ChristenUnie)
Verslag:
mevrouw F.M. van Spiegel
1. Opening De voorzitter opent om 20.00 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Mevrouw Jopp en de heren Ten Boden, Hartvelt en Janssen zijn met kennisgeving afwezig. De heer Janssen wordt vervangen door de heer Nederstigt. 2. Presentatie Bureau Venhoeven c.s. namens de Woonstichting Vooruitgang over mobiliteit en bereikbaarheid in economisch perspectief De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Hage van Bureau Venhoeven c.s. Mevrouw Hage geeft een korte samenvatting van de studie naar de bereikbaarheid van de gemeente Teylingen en de Duin- en Bollenstreek waarbij het knooppunt Piet Gijs een sleutellocatie is. Deze presentatie wordt gegeven namens de Woonstichting Vooruitgang en namens ondernemers die interesse hebben om in het gebied te investeren. Het gaat vooral om de ontwikkeling van het gebied op korte termijn, omdat er op dit moment diverse kansen liggen. Het is een kansrijke locatie voor de ontwikkeling van een deel van de 600 offensiefwoningen in de regio. Daarnaast is in de gemeente Lisse sprake van een ontwikkeling die van grote invloed op het gebied is. In de structuurvisie van deze gemeente is de locatie Meer en Duin als mogelijke PDVlocatie opgenomen. Het betreft een locatie met versnipperd eigendom. Het grootste probleem is dat de marktpartijen er eigenlijk geen interesse in hebben omdat het te dicht bij Cruquius ligt en omdat de ontwikkeling moeilijk van de grond zal komen aangezien er sprake is van beperkte ruimtelijke kwaliteit. Voor de inhoud van de presentatie wordt verwezen naar de sheets zoals deze te vinden zijn op de website van de gemeente Teylingen onder het RIS. Vragen en discussie De heer Peetoom brengt naar voren dat het plan voor een OV-knooppunt op deze locatie niet helemaal nieuw is. Hij kan zich ook herinneren dat bij de plannen voor de stedenbaan de gemeente Noordwijkerhout nadrukkelijk gesteld heeft dit daar niet te willen. Hij is benieuwd of mevrouw Hage deze presentatie ook al in Noordwijkerhout heeft gegeven en wat de reactie was. Mevrouw Hage geeft te kennen nog geen presentatie in Noordwijkerhout te hebben gegeven. Zij weet wel dat Noordwijkerhout enige tijd geleden bezig was met planontwikkeling rond een station. Wethouder Van der Zon zegt hierop dat dit een mogelijk station in de buurt van de Pilarenlaan betreft en dus een geheel andere locatie is dan waar het nu over gaat. Mevrouw Hage beaamt dit. De heer Peetoom zegt dat in een eerder stadium wel degelijk over de halte Piet Gijs is gesproken als zijnde het nieuwe station Noordwijkerhout. Wethouder Van der Zon meent dat dit vier tot vijf Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 1 van 22
jaar geleden is geweest. Noordwijkerhout heeft toen te kennen gegeven hier niet voor te voelen. Later ontstond enige beweging en is gesteld dat, als de gemeente dan toch een station zou willen, dit mogelijkerwijs bij de Pilarenlaan zal zijn waar dan ook een woningbouwlocatie gerealiseerd zou kunnen worden. Op dit moment is een woningbouwlocatie niet voor de hand liggend, dus die plannen staan op een laag pitje. Wat de heer Peetoom in de presentatie opvalt, is dat de locatie in Lisse te dicht bij Cruquius zou zijn. Als men echter kijkt naar de afstand tot de locatie ’t Heem in Katwijk dan is deze ook heel dichtbij. Met betrekking tot het knooppunt N443 als zijnde een mooie dwarsverbinding, zegt spreker dat de parallelweg tussen het Soldaatje en de aansluiting N206 inderdaad onderdeel uitmaakt van de verkeersstructuur die Teylingen wil realiseren. Echter, als men dit er nog een keer bijzet, zit men nog met de verbinding over de N443 die nu door Sassenheim loopt richting A44. Nu gaat dit nog wel, maar straks komt er wel extra druk op te staan. Ook daarvoor zijn in het verleden wel wat schetsen gemaakt hoe dit op te lossen, maar momenteel ligt daar geen alternatief voor waarbij de druk in Sassenheim niet al te veel zal oplopen, waarin men goed de snelweg kan bereiken en men de N443 min of meer zou gaan gebruiken. Hoe heeft het bureau gekeken naar de verbinding met de zuidoostkant? Mevrouw Hage beaamt dat er voor het station Noordwijkerhout gedacht werd aan een geheel andere locatie. Spreker meent dat het potentieel van de onderhavige locatie beter is dan aan de Pilarenlaan - zowel met het oog op Voorhout, Noordwijkerhout en Noordwijk. Wat ook is veranderd is dat er wel interesse is vanuit woningbouw, de offensiefwoningen en marktpartijen om in dit gebied iets te ontwikkelen, wat vier of vijf jaar geleden nog niet zo was toen de discussie over een nieuw station speelde. Wat betreft de locatie van de PDV Meer en Duin en Cruquius heeft laatstgenoemd gebied een uitgebreid profiel en is dit een groot aantrekkingsgebied in tegenstelling tot Katwijk. De N443: Het zuidelijke deel aan de A44 is recentelijk niet meer door Bureau Venhoeven c.s. onderzocht. Het laatste plan, zoals dat in deze presentatie is opgenomen, kent nog de bypass om het dorp heen, maar is voor zover spreker weet niet meer actueel. Hier dient dus verkeerstechnisch nog goed naar gekeken te worden. De heer Wegman verzoekt mevrouw Hage nadere informatie te geven over de ontwikkelinteresse die er zou zijn vanuit de woningbouw. Mevrouw Hage antwoordt dat voor Noordwijkerhout bijvoorbeeld sprake is van een initiatief voor woningbouw tussen de twee wegen. Wethouder Van der Zon merkt op dat ook voor het college sprake is van een nieuwe presentatie. Verder breng hij naar voren dat er binnen Holland Rijnland op dit moment naar alle PDV-locaties wordt gekeken. Er wordt wel degelijk serieus nagedacht over Meer en Duin en/of de combinatie bij McDonald’s om daar een aantal PDV-locaties neer te zetten. Dit zou dan aardig dicht in de buurt van Cruquius liggen. De wethouder is van mening dat de discussie over de PDV-locaties in Holland Rijnlandverband gevoerd dient te worden. Hij merkt op dat mevrouw Hage een aantal aspecten aanstipt die in 2008 inderdaad ter discussie stonden, maar nadien zijn er heel wat zaken veranderd, onder ander de ontsluiting van de N443. Aanvullend meent wethouder Stuurman dat er veel waardevolle punten zijn aangedragen. De mogelijke datering van uitgangspunten zou hij graag leggen naast wat nu bij het college bekend is. Het betreft namelijk ook ontwikkelingen die zich op een ander niveau afspelen, zoals bij de provincie of de NS. De wethouder nodigt mevrouw Hage graag uit om haar kennis en die van het college naast elkaar te leggen en te bekijken wat dit aan mogelijkheden en onmogelijkheden betekent. De heer Nederstigt informeert of er ook sprake is van andersoortige bedrijvigheid dan nu is gepresenteerd. Tevens wil hij graag nadere informatie over de verhouding tussen woningbouw, PDV en andere bedrijventerreinen en om welke investeringsbronnen het gaat. Ten slotte vraagt hij of er ook is nagedacht over de vraag of NS wel twee stations achter elkaar wil hebben die zo dicht bij elkaar liggen. Mevrouw Hage antwoordt dat het beleid van NS voorheen erin bestond dat er minimaal 2 km tussen twee stations zou moeten liggen. Dat is hier het geval, maar het NS-beleid is veranderd en stelt nu dat er sprake dient te zijn van een bepaald aantal reizigers – instappers en uitstappers. Dit rekenmodel zou nader bekeken moeten worden op perspectief. Het onderzoeksbureau heeft dit niet Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 2 van 22
gedaan, maar heeft wel contact met NS gehad waarin duidelijk is geworden dat NS er geen bezwaren in ziet mits aan het aantal reizigers kan worden voldaan. De heer Nederstigt informeert naar het woningbouwvolume dat men in gedachten heeft, mede in relatie met de twee vormen van bedrijvigheid. Mevrouw Hage antwoordt dat dit niet binnen de reikwijdte van het onderzoek valt, omdat het geen stedenbouwkundig plan betreft maar een programmatische studie. De heer Nederstigt wijst op het in de presentatie gestelde over versnipperd eigendom. Betekent dit dat er ook gekeken is of dit aspect van versnipperd eigendom ook geldt op deze locatie? En zijn er dan wellicht ondernemers die daar een grondpositie hebben en die er nu al belang bij zouden kunnen hebben om dit op deze manier te willen ontwikkelen? Mevrouw Hage beaamt dit. Voor de duidelijkheid brengt wethouder Van der Zon naar voren dat het niet zo is dat het college niet enthousiast is geraakt van wat er naar voren is gebracht. De wethouders horen deze presentatie nu echter voor het eerst. In het verleden heeft het college te kennen gegeven dat er wat moet gebeuren met de ’s Gravenlandseweg en omgeving – zie ook het economisch beleidsplan en de structuurvisie. Intern is gesteld dat Leidsevaart tot ’s Gravenlandseweg een hoger abstractieplan vergt; de gemeente werkt hier aan. Vandaar ook de uitnodiging die wethouder Stuurman heeft gedaan om er gezamenlijk over te spreken en naar mogelijkheden te zoeken. De heer Keeven vraagt aandacht voor een heldere definitie van PDV en voor de vraag welke bedrijven de gemeente hier wel/niet zou willen in relatie tot het te beschermen karakter van de dorpen tegen externe invloeden met grote winkels. Verder meent spreker dat er eerst moet worden gekeken naar de noordzuidverbinding alvorens iets met de weg aan te willen vangen. Zolang de A44 zo smal blijft als deze nu is, kan men van alles verzinnen maar zal dit niet lukken. In dezelfde theorie zou gesteld kunnen worden om dit bij station Sassenheim te ontwikkelen en dan richting Warmond een aantal leuke dingen te ontwikkelen, echter dit is vloeken in de kerk, aldus de heer Keeven. De voorzitter stelt vast dat er geen verdere vragen zijn. Hij bedankt mevrouw Hage voor haar presentatie. Er zal een nader gesprek plaatsvinden tussen het college en bureau Venhoeven c.s. waarbij de commissie de verdere ontwikkeling zal afwachten. 3. Vaststelling agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 4. Spreekrecht burgers De heer Goudsmit spreekt als voorzitter van de Vereniging Betrokken Teylingers het volgende in over de geplande aanleg van een fietspad door de Roode Molenpolder: “Gaarne wil ik vanavond mijn betoog met een compliment aan deze commissie beginnen. Het is volgens ons van belang dat raadsleden signalen van onvrede vanuit de bevolking waarnemen en die bespreekbaar maken in de vergadering. De manier waarop deze commissie in haar vergadering van 30 augustus jl. de zaak aangaande het fietspad door de Roode Molenpolder heeft opgepakt, verdient volgens onze vereniging een compliment. In onze ogen heeft de commissie zich vooralsnog niet met een kluitje in het riet laten sturen. Hoe anders is de opstelling van het college in deze zaak in de persoon van wethouder Stuurman, die volgens ons in deze zaak burgerparticipatie tot een farce heeft gemaakt en inwoners en raad probeert af te houden van een openbare behandeling van deze zaak met het argument dat het hier slechts om een uitvoeringszaak gaat. En dat terwijl het om een van de wezenlijke maar ook kwetsbare gebieden binnen onze gemeente gaat, namelijk de open ruimte tussen de kernen Sassenheim en Voorhout. In onze ogen is het traject zoals tot nu toe gevoerd door de gemeente een opeenstapeling van onhandigheden, onzorgvuldigheden en fouten, waardoor wij ons niet serieus genomen voelen. De gekozen woorden vragen natuurlijk om een nadere onderbouwing. Die wil ik hier dan ook graag aandragen: Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 3 van 22
-
-
-
-
-
-
-
Op de inspraakavond rond dit fietspad lag er plotseling een nieuw rapport van bureau Oranjewoud waar de deelnemers zich dus niet op hadden kunnen voorbereiden omdat ze niet beschikten over de meest recente informatie. Op diezelfde informatieavond stond op de panelen foute informatie over de invloed van het tracé op de weidevogels en de natuur. Via protesten moest er voor worden gezorgd dat de borden handmatig werden overgezet. Na de bewuste inspraakavond met het niet noemen van de weidevogelbelangen, heeft Oranjewoud een aanvullend rapport uitgebracht. Hierin was op het gebied van ecologie niets aangepast, terwijl er toch verkeerde informatie was verstrekt. Over dit nieuwe rapport is geen hoorzitting of informatieavond geweest. Het resultaat van de inspraakavond is door de gemeente Teylingen op papier gezet en rondgestuurd naar de raad met de mededeling dat er geen overwegende bezwaren waren tegen het geplande tracé dat aanlandt bij de Jan Mollstraat. Nadat wij de reacties hadden opgevraagd, bleek ons dat de gemeente 19 reacties heeft geschrapt omdat er een duplicering van twee reacties uit een totaal van 21 had plaatsgevonden. Analyse van alle reacties levert een geheel ander resultaat op, namelijk dat er grote weerstand is tegen het geplande tracé dat aanlandt bij de Jan Mollstraat. Op 4 juli 2011 ontvangt de klankbordgroep een bericht van de desbetreffende ambtenaar waarin de conceptnotulen staan van een bijeenkomst van die klankbordgroep. De klankbordgroep krijgt de tijd tot 15 augustus 2011 om op deze conceptnotulen te reageren. Echter op 5 juli stuurt deze ambtenaar een mededeling naar het college dat de klankbordgroep heeft geconcludeerd dat de weidevogelstand de aanleg van een fietspad op deze plaats niet in de weg staat. Uitermate vreemd als wij tot 15 augustus de tijd krijgen om te reageren. In deze zelfde bijeenkomst is een aantal zaken aan de orde geweest, onder andere de weidevogelstand in de Roode Molenpolder in het voorjaar van 2011. Er zijn twee weidevogelinventarisaties uitgevoerd, een door bureau Oranjewoud en een door de Vogelwerkgroep Noordwijk. De conclusies van beide onderzoeken lopen niet helemaal parallel. Ongeacht de conclusies waren er vier factoren van grote invloed op de weidevogelstand: o De maanden april en mei waren uitzonderlijk droog. o In het beheer werd geen rekening gehouden met broedvogels. o Begin april werd een kwart van het gebied bewerkt met de mestinjector. Hierdoor zijn in dat gebied alle vroege legsels verloren gegaan. o In de winter is men gestart met baggerwerkzaamheden en middenin het broedseizoen ging men deze bagger over het gehele weiland verspreiden. In diezelfde mededeling van de desbetreffende ambtenaar staat dat de resultaten van beide onderzoeken overeenkwamen. Zowel die datum als beide onderzoeken zijn onjuist weergegeven. Het noordelijke deel van de Roode Molenpolder is momenteel inderdaad geen rijk weidevogelgebied, maar een vogelvriendelijker beheer zal de weidevogelstand sterk bevorderen. Terwijl wij nooit het idee hebben gehad dat onze argumenten voor een bepaald tracé serieus door het college zijn meegewogen, worden we vervolgens uitgenodigd om zitting te nemen in een klankbordgroep waar helemaal niet meer over het tracé kan worden gesproken maar alleen over de wijze waarop het fietspad wordt aangelegd. Het is niet in de raad besproken, het kan ook niet in de klankbordgroep worden besproken. Anders gezegd, we mogen ons eigen graf graven. Dan kun je daar geen zitting in nemen, wat ons vervolgens wel wordt verweten.
Wij vragen de commissie dan ook heel nadrukkelijk: 1. Deze zaak niet langer als uitvoering van beleid te zien, maar deze zaak inhoudelijk weer op de politieke agenda van deze commissie te zetten. Wij willen graag nog eens met u van gedachten wisselen en u ons alternatief voorleggen. Wij zijn namelijk niet tegen de aanleg van het fietspad, maar wel tegen het tracé. 2. De procesgang tot nu tot te onderzoeken. 3. De wethouder op te leggen om nu eens serieus met de bewoners en Vereniging Betrokken Teylingers en MODB te gaan praten, zonder dat wij over allerlei dingen niet mogen praten. 4. De wethouder op te dragen om de burgerparticipatie net zo vorm te geven als in de procedures rond Koudenhoorn en Overbosch, die volgens ons voorbeelden van succesvolle burgerparticipatie zijn. Ik hoop dat het spreekwoord ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ vanavond opgeld mag doen.”
Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 4 van 22
5. Vaststelling verslag openbare vergadering raadscommissie Ruimte van 11 oktober 2011 Wethouder Stuurman wijst erop dat bovenaan pagina 2 en volgende vermeld staat dat het om de notulen van de gemeenteraad Warmond gaat. Dit dient aangepast te worden in ‘Notulen commissie Ruimte gemeente Teylingen d.d. 11.10.2011’. Met inachtneming van deze correctie wordt het verslag goedgekeurd en vastgesteld. 6. Ingekomen stukken en mededelingen Er zijn geen vragen, opmerkingen en mededelingen. 7. Actielijst en Lijst van toezeggingen R24 wordt op 8 december behandeld bij de bespreking van de verkeersplannen. R34 Tankstation Wethouder Stuurman deelt mee dat volgende week een informatieavond plaatsvindt. Het college hoopt samen met de ondernemer het gelopen traject samen met de Milieudienst te vertellen hoe de vergunningverlening tot stand is kan de uitbater van het benzinepompstation, die ook aanwezig zal zijn, iets toekomstplannen.
met omwonenden door te nemen en gekomen. Mogelijk vertellen over zijn
De voorzitter stelt vast dat dit onderwerp hiermee in de volgende vergadering terugkomt. Klankbordgroep Fietspad Roode Molenpolder Wethouder Stuurman zegt dat in de tweede bijeenkomst gesproken is over de verwikkelingen in de periode na de eerste bijeenkomst. Zo is onder andere gesproken over het feit dat de wethouder heeft gezegd dat men moet proberen om zaken op één plaats te behandelen. In de tweede bijeenkomst heeft de klankbordgroep geconcludeerd dat er nu op een respectvolle manier wordt samengewerkt, zij het dat de standpunten van sommige leden zeer uiteenlopen. Gezien de samenstelling van de groep is dat ook onvermijdelijk. Enerzijds gaat het om mensen die stellen tegen het fietspad of het tracé te zijn en anderzijds zijn er mensen die zeggen voorstander te zijn van het zo veilig mogelijk aanleggen van een fietspad, of men zit in de klankbordgroep om te bevorderen dat het pad er komt. De grote scholen die in de omgeving liggen hebben te kennen gegeven de aanleg te willen steunen. De wethouder heeft het gevoel dat het ingewikkelde proces hierbinnen de ruimte krijgt. Eerder heeft de wethouder al uitgelegd in welke fase dit traject zich nu bevindt en welke stappen het college in het verleden heeft gezet. College en raad waren het hier tot in de finesses niet helemaal over eens waarbij de heer Peetoom stelde er best nog wel eens over te willen praten. Dat is altijd aan de raad uiteraard. Tevens heeft de wethouder duidelijk gemaakt wat de taak van het college is, gebaseerd op de besluitvorming van de raad. De heer Keeven refereert aan de inspraak van de heer Goudsmit. In deze inspraak werd gesteld dat de Vereniging Betrokken Teylingers niet tegen een fietspad is maar graag een ander tracé ziet. Misschien kan de wethouder vertellen of dat een nieuw aspect is of dat het al eerder aan de orde is geweest. Wethouder Stuurman wijst op de tracéstudie. Er zijn andere tracés bekeken, maar uiteindelijk is gemotiveerd gekozen voor het huidige tracé. Men kan van mening verschillen of een paar honderd meter omrijden een reden is om het fietspad al dan niet aan te leggen en de waarde daarvan te laten toenemen of afnemen. Na alle studies die zijn gedaan, is dit tracé eruit gekomen. In de laatste vergadering van de klankbordgroep zijn alle aandachtspunten geïnventariseerd die te maken hebben met de verkeersveiligheid en de inpassing van het fietspad. Het klopt dat er aan de realisatie ervan wordt gewerkt, conform de verstrekte opdracht. Wat de heer Peetoom opvalt, is dat de inspreker stelt dat er prima is samen te werken met het college toen het Koudenhoorn en Overbosch betrof, maar in dit dossier lijkt het welhaast een betonnen muur als het gaat om zaken waar de Vereniging Betrokken Teylingers het niet zo mee eens is. Spreker stelt dat een klankbordgroep bedoeld is om als klankbord te dienen. De geluiden uit deze groep moet men dus een plek kunnen geven. De heer Peetoom wijst op de correspondentie van het Bewonerscomité waarmee het college niet on speaking terms is. Vanavond komt uit een andere hoek het geluid dat er weinig weerklank is. De heer Peetoom vraagt zich af waarom het m.b.t. Koudenhoorn en Overbosch wel lukt en in dit dossier veel minder. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 5 van 22
Verder wijst de heer Peetoom dat er op 30 augustus jl. in de commissie ook de nodige woorden over zijn gewisseld. De wethouder vertelde o.a. dat de klankbordgroep zou starten en dat na afloop de resultaten aan de raad teruggekoppeld zouden worden. De wethouder heeft vanavond het een en ander gezegd over het proces, maar spreker zou er graag kennis van willen nemen zodra het traject is afgerond. De heer Peetoom wil daarna graag in deze commissie bespreken hoe het proces is gelopen, wat eruit is gekomen en wat er met die informatie is gedaan. In reactie op de heer Peetoom licht de heer Goudsmit toe waarom het in dit dossier met de participatie niet zo lukt. Het college heeft namelijk vooraf een standpunt ingenomen. Met betrekking tot Koudenhoorn is er destijds echter voor gekozen om te kijken hoe men met zoveel mogelijk partijen tot een voorstel zou kunnen komen. Dat is dus een geheel andere werkwijze. Het college stelt dat er sprake is van een uitvoeringszaak. De heer Goudsmit zegt dat de argumenten nergens zijn besproken. Als men een vooringenomen standpunt heeft waarbij alleen nog gesproken kan worden over hoe het fietspad aangelegd kan worden, dan is dat een ander soort burgerparticipatie dan bij Overbosch en Koudenhoorn. De heer Wegman vraagt aan het college of, als de regels over burgerparticipatie eerder waren vastgesteld zoals deze nu gelden voor nieuwe situaties, de behandeling van het fietspad, de werkwijze anders zou zijn gelopen. Wethouder Stuurman meent dat dit moeilijk is vast te stellen omdat het begintraject niet alleen met tijd te maken heeft maar ook met een bepaald proces. De wethouder moet ook vaststellen dat sommige partijen vasthoudendheid zijn in hun standpunt van tegen zijn. Er wordt gesuggereerd dat als het pad 50 m wordt verplaatst er veel wijzigt, maar dan loopt dat pad nog steeds door hetzelfde vogelgebied. Dan gaat het er wel om dat het niet op een bepaalde plaats in een straat eindigt. Bij een aantal mensen is sprake van een behoorlijke volhardendheid. De wethouder heeft er alle respect voor dat men hiervoor opkomt, daar heeft het college ook rekening mee te houden en het geeft dit een plaats in de klankbordgroep. Andere leden van de klankbordgroep luisteren hier ook naar. In de laatste bijeenkomst vond een ieder dat dit respectvol verliep, maar als men stelt dat de wethouder ervoor moet zorgen dat er een unaniem standpunt komt, dan vindt de wethouder dat het hem onmogelijk wordt gemaakt om een unaniem advies uit te brengen omdat er twee mensen in de klankbordgroep zijn die pertinent tegen het fietspad zijn. Zo werkt het ook niet. Dus elk proces is anders. De klankbordgroep is gestart op het moment dat al facetten waren vastgesteld. Als wordt afgesproken om helemaal opnieuw te beginnen, kan wellicht vooraf gevraagd worden of het wel nodig is of niet, maar er is een startmoment geweest waarop men ermee aan de slag is gegaan en dat is het moment waarop wethouder Stuurman is ingestapt, op deze manier om samen met de mensen die zich hiervoor hebben aangemeld dit proces te doorlopen. Het college probeert rekening te houden met alle facetten die worden ingebracht. In de klankbordgroep heeft de wethouder te kennen gegeven met een aantal zaken ontevreden te zijn, bijvoorbeeld dat er vanuit de provincie verschillende geluiden m.b.t. de gehouden vogelspots kwamen. De wethouder probeert iedereen een plek te geven, maar op een gegeven moment moet er met een resultaat worden gewerkt. Als de raad erover wil praten is dat aan de raad om te beslissen en zal de wethouder daar uiteraard bij zijn. Ten slotte licht de wethouder toe dat het fietspad een rol speelt in het kader van alle maatregelen voor een betere bereikbaarheid van hoogwaardige openbaar vervoersvoorzieningen. De voorzitter vraagt of de commissie zich kan vinden in het verzoek van de heer Peetoom om het proces te agenderen voor de volgende commissievergadering. De heer Keeven wil dit eerst binnen zijn fractie bespreken. Hij heeft namelijk het gevoel dat men dan weer helemaal opnieuw begint. De heer Peetoom ziet andere commissieleden knikken die er ook wel over willen spreken. Er zijn nieuwe feiten op grond van wat er in de klankbordgroep is besproken. Spreker gaat ervan uit dat de verslagen hiervan voor de raad ter inzage zullen worden gelegd. De raad heeft de uitkomsten van de verschillende varianten niet in opiniërende zin in deze commissie behandeld. Als de VVD stelt hierin niet mee te gaan en de meerderheid van de commissie zou zich er ook achter willen scharen, dan valt nog te denken aan andere instrumenten, bijvoorbeeld een interpellatiedebat. Het heeft echter de voorkeur van spreker om het via de commissie te laten verlopen. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 6 van 22
De heer Koomen verwijst naar de vorige bespreking van het onderwerp waarbij D66 heeft toegelicht in welk dilemma het zat en zit. Als het gaat om een nadere bespreking in een volgende vergadering dan meent spreker dat dit niet besluitvormend zou moeten zijn, maar als de heer Peetoom te kennen geeft het graag te willen bespreken dan moet dit mogelijk zijn. D66 zal dit niet willen tegenhouden. De voorzitter heeft begrepen dat het over het proces gaat, dus niet inhoudelijk. De heer Peetoom meent dat het niet mogelijk is om te zeggen dat het alleen om het proces gaat en dus niet over de inhoud. De heer Koomen zou er niet voor willen kiezen om de besluitvorming over de trajectkeuze dan weer over te doen, want dat had een aantal vergaderingen eerder gedaan kunnen worden. De heer Keeven vraagt zich af wat er dan te bespreken valt als men er verder niets aan verbindt. Dat lijkt bovendien verspilling van tijd. De heer Nederstigt brengt naar voren dat, indien uiteindelijk geconcludeerd zal worden dat het proces niet zorgvuldig is verlopen, men zich dan op dat moment best mag afvragen of de besluitvorming niet ter discussie moet worden gesteld. De heer Koomen zegt dat alles mogelijk is, maar hij wil niet de indruk wekken dat D66 de besluitvorming opnieuw zou willen doen, dat is niet de insteek. De heer Wegman sluit zich aan bij de heer Koomen. Het gaat om de bespreking van het proces. Voor de commissie is het goed om de zaak op een rij te hebben. Het gaat er spreker niet om de gehele besluitvorming over te doen. Verder dient men op te passen dat men elkaar niet bezig blijft houden. Spreker heeft het gevoel dat deze discussie er nu is naar aanleiding van de inspraak, een discussie die nu niet helemaal is afgerond. Voor een helder inzicht is het goed om dit volgende keer te doen, waarbij het alleen om het proces gaat. Wat er daarna wordt besloten is nu nog niet te zeggen. De heer Keeven meent dat in dat geval eigenlijk gesproken wordt over iets dat men achteraf zou moeten doen en normaliter een rekenkameronderzoek is of het proces goed is verlopen. De heer Keeven vraagt of de wethouder de mogelijkheid ziet om de raad schriftelijk te informeren over het verloop van het proces, zodat de raad kan zien of het goed is verlopen. Aan de hand daarvan zou de commissie kunnen besluiten of zij het opnieuw wil bespreken. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de commissie het onderwerp op de agenda geplaatst wil zien en dan vooral gericht op het proces. Bij interruptie zegt wethouder Stuurman dat het college eerder al in een bericht aan de raad heeft verwoord welke stappen er zijn gezet. De wethouder is zeker bereid om met de commissie het gehele proces door te nemen, maar zoals hij het nu beluistert, gaat het erom welke gevoelens mensen erbij hebben over of het goed gaat of niet. De wethouder zou dan zeggen dat de commissie het beste in gesprek kan gaan met de klankbordgroep. De commissie vraagt de wethouder wat hij ervan vindt, waarbij de wethouder te kennen geeft dat hij iedereen een kans geeft. Als hij geconfronteerd wordt met zaken die onjuist zijn of met tegenstellingen dan laat hij dat uitzoeken. Er wordt niets onder tafel geschoven. De wethouder heeft niets te verbergen en heeft geen drang om het anders te doen dan dat met elkaar wordt afgesproken. Hij krijgt nu het gevoel dat zaken worden overgedaan - vorige keer heeft hij al stap voor stap uiteengezet wat het college in alle fases heeft gedaan. De heer Keulen brengt naar voren dat het CDA eerder geopperd heeft de zaak te willen open gooien. Dat sluit hier prima bij aan. De insteek moet de goede zijn, dus niet om zo nodig wat te gaan veranderen. Het CDA kiest er dan voor om het volgende keer weliswaar niet over te doen, maar om het in ieder geval op tafel te krijgen. De voorzitter stelt vast dat het onderwerp op de agenda van de volgende commissievergadering wordt gezet. r.20 kan van de actielijst afgevoerd worden. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 7 van 22
r.25 herinrichting van de Herenstraat De heer Koomen geeft te kennen wat verbaasd te zijn over de schriftelijke vragen van de VVD over de Herenstraat en het zebrapad. Vorige keer was afgesproken dat in het eerste kwartaal een evaluatie zou plaatsvinden en daar hoort het zebrapad bij. Het geeft volgens spreker aan dat er nog veel onrust is. De heer Koomen ziet dan ook graag dat het snel behandeld wordt en vraagt of dit mogelijk is. Wethouder Van der Zon zegt dat is afgesproken dat eerst de enquête wordt uitgevoerd. Er wordt nu gewerkt aan de opstelling hiervan. Dit dient zorgvuldig gedaan te worden, te meer daar deze enquête ook gaat over de al dan niet vermeende onrust. De wethouder kan geen datum voor behandeling noemen. De heer Koomen spreekt zijn voorkeur uit voor het begin van het eerste kwartaal. De voorzitter heet de deelnemers aan Gast in de Raad welkom. Vervolgens geeft de voorzitter te kennen dat er een reactie is aangekondigd op een schriftelijke vraag over de dienstregeling van de NS. Hij geeft hiervoor het woord aan de heer Koomen. De heer Koomen zegt dat de antwoorden zijn ontvangen. De dienstregeling NS gaat straks in en daarmee is agendering van het onderwerp voor de volgende commissievergadering te laat. Daarom wil spreker er nu graag op ingaan. De NS staat niet bekend om haar juiste en tijdige informatieverstrekking en dat blijkt ook uit de beantwoording van de vragen. Om voorbereid te zijn op de toekomst zegt D66 dat het van belang is om voor een tunnel te zorgen – ‘laat de mol los in Teylingen’. De reden dat D66 vragen heeft gesteld, is dat het erop leek dat er bij de nieuwe dienstregeling sprake was van meer treinen. Op internet werd gesproken over een nieuwe verbinding. Hierbij werd niet vermeld dat een bestaande verbinding zou vervallen, maar dat blijkt wel het geval. Per saldo lijkt er geen sprake te zijn van meer treinen. De heer Koomen vraagt zich af of dit een reden is om als gemeente achterover te gaan leunen. D66 vindt van niet en vindt dat de problemen aangepakt moeten worden. In de reactie op de vragen van spreker en waar de media aandacht aan heeft besteed, heeft spreker ook veel reacties van inwoners gekregen inclusief de goed in de materie ingevoerde inwoners. Volgens de heer Koomen lijkt het erop dat er een verbinding vervalt, maar dat die niet helemaal gelijkwaardig is. Dus de ramp is te overzien, maar per saldo wel meer treinen. Hoe dan ook, de visie van de NS bij de nieuwe dienstregeling spreekt van een forse groei van reizigers de komende jaren, en dus meer treinen. Sommige trajecten zelfs elke tien minuten een trein. Er komen dus echt meer treinen. D66 is fervent voorstander van goed openbaar vervoer en dus van meer treinen. Liefst wel even stoppen in Voorhout, maar het is ook nodig dat er naar de gevolgen wordt gekeken en dat er voor de noodzakelijke aanpassingen wordt gezorgd. De overweg in Voorhout staat met stip op 1. Als men van de ene naar de andere winkel wil, heeft men steeds met deze overweg te maken. TV West heeft het onlangs nog in beeld gebracht. De reacties van de geïnterviewden waren erg duidelijk. Voor de inwoners en ondernemers is de grens wel bereikt. Meer treinen zonder aanpassingen zijn niet acceptabel. Er zijn wel degelijk oplossingen beschikbaar. Waar een politieke wil is, is een brug of tunnel. In Hoorn is sprake van een vergelijkbare problematiek. Spreker noemt de website www.poortvanhoorn.nl waarop verschillende projecten en initiatieven te vinden zijn, van een voetgangersbruggetje tot en met een tunnel onder het spoor. Deze laatste kost 30 miljoen euro, exclusief subsidies van Rijk, provincie, ProRail en andere mogelijke subsidieverstrekkers, inclusief een nieuwe weg. In Voorhout ligt al een weg dus voor Teylingen zou het goedkoper kunnen. Ook voor langzaam verkeer heeft men oplossingen bedacht. Het college geeft in antwoord op de vragen van de heer Koomen aan dat de randweg wordt aangelegd. Dat is volgens spreker een deel van de oplossing, maar dan moet deze er wel zijn voordat er sprake is van meer treinen. Zal dat lukken? Verder is dit nog geen oplossing voor het langzaam verkeer. En wat te doen aan de veiligheid van de overweg? Het is lastig om te blijven wachten bij de spoorbomen en al helemaal als deze straks nog vaker dichtgaan. En wat te doen aan de geluidsbelasting? Voorhout West ontbeert geluidswering. Misschien is dat nu nog acceptabel maar wat als er straks meer treinen rijden? Overigens heeft de heer Koomen begrepen dat ProRail bezig is met een soort IKEA-gids voor spoortunnels. Een gemeente kan hiermee een voor haar passende tunnel uitzoeken. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 8 van 22
Al met al ziet D66 kansen. De heer Koomen hoort graag hoe de andere fracties erover denken en wellicht bestaat er interesse voor een werkbezoek aan Hoorn. Dus: Meer treinen zijn van harte welkom, maar met de noodzakelijke aanpassingen aan de infrastructuur. D66 zou de wethouder graag met deze boodschap op pad sturen onder het motto ‘Laat de mol los in Teylingen’. De heer Keeven gaat graag mee op werkbezoek naar Hoorn. Het plan dat D66 naar voren brengt, is al eens eerder bedacht en eerder is ook al geconstateerd dat men voor genoemd bedrag niet zoveel tunnel krijgt. Zeker niet voor een spoortunnel waarbij de trein ongeveer bij AkzoNobel onder de grond moet en er bij Noordwijkerhout weer uitkomt. Wel is te overwegen om meer faciliteiten te bouwen voor de voetgangers en het langzaam verkeer. Dit is meer haalbaar en betaalbaar dan de spoortunnel. Wel is spreker het met de heer Koomen eens dat er wat moet gebeuren en dat het mooi zou zijn als er wat kan gebeuren. Voor de duidelijkheid meldt de heer Koomen dat het hem gaat om een tunnel onder het spoor door en niet om een ondergronds spoor. De heer Keeven zegt hierop dat een tunnel onder het spoor door destijds technisch niet mogelijk bleek vanwege de hellingshoek en dat een deel van het winkelbestand afgebroken zou moeten worden. De heer Koomen zegt dat er wellicht een combinatie mogelijk is van de randweg en een oplossing voor langzaam verkeer. De heer Wegman verwacht dat er sprake zal zijn van langere treinen en op andere tijden namelijk meer in de avond. Hij heeft niet de indruk dat het om veel meer treinen zal gaan. Is het zeker dat het meer gaat worden en kan de heer Koomen toelichten hoe dit op termijn zo zou kunnen toenemen dat men er meer last van gaat krijgen? Kan men inderdaad voor voetgangers en het langzaam verkeer oplossingen onderdoor bedenken? Hoe kan men naar de randweg kijkend in de toekomst de problemen oplossen? De heer Koomen licht toe dat hij zijn vragen juist heef gesteld om erachter te komen of er sprake is van meer treinen. Het antwoord hierop luidde Nee, terwijl de heer Koomen ook informatie heeft gekregen dat er wel iets meer treinen zullen rijden. D66 heeft haar vraag gesteld omdat het erop leek dat het op korte termijn echt heel veel meer zou worden. Spreker meent dat er per saldo wel sprake is van meer treinen. Politiek gezien vindt hij dit een probleem omdat de grens nu al bereikt is. Maar het is van belang om op de toekomst voorbereid te zijn, waarbij spreker wijst op de visie van NS dat er sprake zal zijn van een forse groei van reizigers. Deze groei zal volgens spreker ook meer treinen betekenen of langere treinen. Het is dus reëel om te verwachten dat in de komende jaren sprake zal zijn van een forse groei. Hoe dit gekwantificeerd moet worden in aantallen treinen weet spreker niet, maar hij vindt het van belang om nu al met het vraagstuk bezig te zijn en te kijken naar oplossingen waaronder een combinatie van randweg en voetgangerstunneltje of voetgangersbruggetje. De heer Wegman is het hier mee eens. De heer Peetoom wil zich als werknemer van de NS niet al te veel in de discussie mengen, maar waar hij graag op wil wijzen is dat ook de optie van de weg onder het spoor door (de tunnels) al verschillende keren in deze commissie is besproken. Dit betreft zowel de variant ‘aantakking Jacoba van Beierenweg op de Herenstraat’ naar aanleiding waarvan het plan besproken is van de heer Deutekom voor de aantakking richting Beukenrode. Naar aanleiding van die discussie is de omslag uitgezocht van het bedrag van 500 miljoen euro in geval de trein bij AkzoNobel onder de grond zou gaan. De heer Peetoom gaat graag mee naar Hoorn, maar benadrukt dat vrij recent nog de discussie over die andere twee varianten in deze commissie is gevoerd. De heer Nederstigt brengt naar voren dat hij de door de heer Koomen genoemde wethouder van Hoorn toevallig vorige week heeft gesproken. Wat het verschil lijkt met twee jaar geleden is inderdaad die IKEA-catalogus die ProRail ontwikkelt, wat naar de mening van spreker gepaard gaat met de wens van ProRail om gelijkvloerse kruisingen af te schaffen. Spreker verwacht dan ook zonder meer dat de overgang op termijn zal worden ondertunneld. De vraag is alleen wanneer. De heer Nederstigt gaat graag mee naar Hoorn en vindt het belangrijk dat de commissie aandacht heeft voor het concept van de meerdere tunnels die in één keer worden aanbesteed. Hij heeft zich laten vertellen dat dit de prijs behoorlijk zal kunnen drukken. Het enige verschil met Hoorn lijkt hem dat daar veel meer sporen zijn vanwege het rangeerterrein. Verder ziet spreker het probleem dat de aanloop van een tunnel onder het spoor door bij de overweg in Voorhout zou betekenen dat men ergens ter hoogte van de dierenwinkel moet beginnen met ondertunnelen. Het is echter goed dit te onderzoeken.
Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 9 van 22
De heer Van Leeuwen zegt dat het CDA sympathie heeft voor de vragen, het voorstel en de denkrichting van D66. Hij wil graag mee op werkbezoek naar Hoorn. Ook verneemt hij graag de reactie van het college. De heer Piket gaat ook graag mee op werkbezoek. Vanuit een andere plek heeft spreker de eerdere discussie mogen volgen. Hij zou het jammer vinden als men er over twee jaar achterkomt een verkeerde keuze gemaakt te hebben door geen keuze te maken. Ook wethouder Van der Zon gaat graag mee naar Hoorn. Hij wijst erop dat in het verleden gesproken is over twee varianten van ondertunneling. De allerduurste variant, waarover in de huidige raadsperiode nog gesproken is, betreft 500 miljoen euro waarbij de start ongeveer bij AkzoNobel ligt en het punt van boven de grond komen ongeveer bij Piet Gijs ligt. Deze variant lijkt de wethouder helemaal niet haalbaar. De andere variant – de Herenstraat annex aansluiting Jacoba van Beierenweg ondertunnelen – is ook een dure oplossing, maar is ook technisch een zeer ingewikkelde oplossing. Hierbij is men pas in de buurt van de kerk op niveau of men moet de bocht richting Beukenrode maken en komt men pas ver in de Beukenrode op niveau. De heer Deutekom heeft de wethouder eerder verweten dit niet te willen omdat het corso er zo’n last van had, maar dat is niet juist want het corso zou er alleen maar voorstander van zijn i.v.m. het kunnen doorrijden ervan. Natuurlijk moet er gekeken worden naar de andere opties waar ProRail mee bezig zou zijn. Voor zover de wethouder hierover geïnformeerd is, betreft het de tunnelbak en niet de aan- en afvoer, de hoogte en dergelijke. De spoorlijn ligt redelijk hoog ten opzichte van het ommeland. Verder is destijds in de gemeente Voorhout ook nog wel eens gesproken over het feit dat het wel goed is dat de spoorlijn er ligt, want er is wel eens overwogen om een doseerinstallatie te plaatsen om de mensen te ontmoedigen over het spoor de Herenstraat in te gaan. De doseerinstallatie is niet meer nodig omdat het spoor min of meer voor de ontmoediging zorgt. De oplossing ligt veeleer in de randweg. Binnenkort verstuurt het college een raadsmededeling over de stand van zaken van de randweg. Het ziet er beter uit dan een aantal jaren terug. Men zou kunnen kijken hoe iets voor het langzaam verkeer gedaan zou kunnen worden. Toen het centrumplan Voorhout tien jaar geleden is ontwikkeld, is daar ook wel eens over nagedacht en bestond het idee hier een grotere ontwikkeling toe te staan dan het nu uiteindelijk met de Albert Heijn is geworden. Er werd toen concreet over een trap over het spoor gesproken. Dergelijke zaken zouden weer opnieuw kunnen worden bekeken, zeker wanneer de randweg daadwerkelijk zijn beslag heeft gekregen en er minder autoverkeer zal zijn. Misschien zelfs een speciale voetgangerstunnel. Het lijkt de wethouder een goede zaak om dit in de nabije toekomst weer eens op de agenda te zetten om er alvast over na te gaan denken. De echte tunnel lijkt de wethouder dus ver weg, maar voor een oplossing van het langzaam verkeer of voor specifieke doelgroepen verwacht hij dat het college bereid is er energie in te stoppen. De heer Koomen is verheugd over alle steun. Wat allemaal niet mogelijk is, is bekend. Spreker roept op vooral te kijken naar wat wel mogelijk is. Hij zal het initiatief nemen voor een werkbezoek aan Hoorn. 8. Verslaggeving gemeenschappelijke regelingen / externe vertegenwoordigingen Wethouder Van der Zon gaat allereerst in op PDV-locaties: locaties voor perifere detailhandelvoorziening. Op dit moment wordt het beleid hiervoor herzien. Dit is vooral van belang voor gemeentes als Zoeterwoude, Leiderdorp en ook Alphen aan den Rijn en voor de discussie rond Lisse, Hillegom, Noordwijkerhout. Teylingen staat op dit moment niet op de lijst om veel PDVlocaties mogelijk te maken, maar het heeft wel effect op het eigen winkelbestand. De PDV-locaties die in eerste instantie gericht waren op de grote producten, bijvoorbeeld caravans, laten zien dat nu ook grote vestigingen met huishoudelijke producten ernaar toe trekken – in Leiderdorp is dit nadrukkelijk aan de orde. Dan heeft het niet meer te maken met de grootte van het product, maar met de grootte van de hal die een dergelijke vestiging wenst. Verder vindt het college dat de discussie over de detailhandel – waarbij de wethouder stelt liever te spreken van detailhandeldiscussie in plaats van perifere detailhandeldiscussie – stevig gevoerd moet worden, mede omdat er vele effecten vanuit het fenomeen webwinkel optreden zoals het leeglopen van een bepaalde vorm van detailhandel. Het college heeft te kennen gegeven dat het dit nadrukkelijk meegenomen wil zien in het beleid voor de PDV-locaties. In de loop van volgend jaar worden er bepaalde stappen in gezet. Bedrijfsterreinenstrategie: In het verleden is hier binnen Holland Rijnland een aantal afspraken over gemaakt. Vanwege de groei van Holland Rijnland moet dit nu uitgebreid worden. Op dit Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 10 van 22
moment worden de behoeftes aan nieuwe bedrijfsterreinen geïnventariseerd. Hierin wordt meegenomen wat de effecten zullen en kunnen zijn van het besluit van Leiden in het kader van het schrappen van een bedrijventerrein. Ook hierin speelt mee de behoefte aan welke soort locatie. De verwachting is dat de behoefteraming in februari gereed zal zijn op basis waarvan duidelijk zal worden of de bedrijfsterreinenstrategie geactualiseerd of geoptimaliseerd dient te worden. Binnen deze strategie vinden enkele pilots plaats. Een daarvan is Jachtlustkade. Vele partijen spelen een rol, dus zomaar even herstructureren is geen eenvoudige zaak. Kantorenstrategie: De Regiowerkgroep heeft gevraagd in hoeverre de regionale kantorenstrategie aansluit op de eigen lokale strategie. De wethouder zegt dat dit goed op elkaar aansluit. De lokale strategie gaat over kantoren kleiner dan 2500 m² en die van de regio gaat over kantoren groter dan 2500 m². De wethouder neemt deel aan de bestuurlijke begeleidingsgroep vanuit Holland Rijnland om ervoor te zorgen dat de regionale kantorenstrategie voldoende aansluit bij de verschillende lokale wensen/behoeften/strategie. Topsectorenbeleid: De raad heeft de presentatie van de Leidse wethouder toegezonden gekregen. De wethouder meent dat dit helder is. Voor de gemeente Teylingen gaat het vooral om de topsector tuinbouw en uitgaansmaterialen waar de Greenports in ondergebracht zijn. Men is nu bezig met de uitwerking van het topsectorenbeleid. Hierin wordt nadrukkelijk gekeken naar crossovers tussen de diverse topsectoren, zoals hoe bioscience, lifescience te koppelen zijn aan tuinbouw en uitgaansmaterialen. Tot voor kort waren er vijf Greenports - er schijnt er een bij te komen. De Greenport Bollenstreek behoort tot een van deze vijf, waarbij geconstateerd is dat deze Greenport een beetje achteraan in de rij is geraakt en dat de Greenport vooral de GOM is geworden en daarmee vooral een ruimtelijke discussie, die overigens ook van groot belang is, maar de economische invalshoek dient niet vergeten te gaan worden. Daarom wordt nu door een bureau een economische agenda Greenport Bollenstreek geschreven, op initiatief van de zes Bollenstreekgemeenten. Wellicht dat over drie weken al een eerste document ontvangen mag worden om uiteindelijk in te kunnen brengen in de discussie over het topsectorenbeleid en de verdere uitwerking daarvan. Wethouder Van der Zon is hier de initiatiefnemer van en zal bewaken dat het snel gebeurt, om te kunnen blijven aanhaken bij het topsectorenbeleid en het Greenport Hollandbeleid als vervolg op de uitwerking van de topsectorenadviezen. Desgevraagd door de heer Koomen zegt wethouder Stuurman dat er nog enkele raadsmededelingen zullen verschijnen, waaronder een over de Noordelijke Ontsluiting Greenport. De voorzitter stelt voor de openstaande punten uit de Regiowerkgroep op de actielijst te plaatsen zodat deze gevolgd kunnen blijven worden. Aanvullend zegt wethouder Stuurman over het woonruimteverdeelsysteem dat in de commissie Ruimte van Holland Rijnland op 10 november het inritsen van de oude regeling in de nieuwe regeling is gepresenteerd. Men is nog niet helemaal uit de overgangsregeling. Het proces zal dus langer duren. Per 1 januari zal er dan ook nog geen nieuw systeem zijn. Volgens de wethouder is er nu een akkoord over de hoofdlijnen dat het vooral gaat om de termijn dat men op de wachtlijst staat en daar zijn rechten aan ontleent. Er is nog geen duidelijke richting afgesproken over de waarde van dat wat eerder op een andere manier is opgebouwd. Het probleem was eigenlijk dat een en ander in de commissie op 10 november in een presentatie werd voorgelegd als keuzes en dat men daar – uiteraard - op dat moment niet meteen een beslissing over neemt. De stuurgroep moet uiteindelijk de weg wijzen en heeft nu de diverse opties die er zijn in ieder geval laten zien. 9. Beschikbaarstelling budget starterleningen Eerste termijn college Wethouder Stuurman zegt dat dit helaas een succes is, want men zou immers kunnen stellen dat het geen kerntaak van een gemeente is om bankier te spelen. Het succes geeft echter ook aan dat er een noodzaak bestaat gezien de ruim 90 gevallen tot nu toe om mensen te laten starten. Het college stelt voor om, zolang er geen verbetering komt in de situatie waarin men als starter aan de slag kan, dit te verlengen en een nieuw budget ter beschikking te stellen. Eerste termijn commissie Inventarisatieronde VVD: voor, met een opmerking. CDA: voor. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 11 van 22
D66: voor, met een opmerking. PvdA: voor, met een opmerking. Trilokaal: voor, met een opmerking. Trots op Nederland: voor. ChristenUnie: tegen, met een aantal opmerkingen. Omdat het zo’n nobele gedachte is of lijkt vindt de heer Nederstigt het van belang toe te lichten waarom de ChristenUnie er niet mee kan instemmen. De VROM-regeling waar het voorstel aan refereert, dateert uit 2007. Dat is een tijdperk waarin de huizenprijzen nog enigszins stegen. Dat betekende dat op dat moment de financiële last die werd samengesteld uit hypotheek en de achtergestelde starterlening wat gemakkelijker gedragen kon worden dan wel gecompenseerd. Bovendien was de economische situatie in die periode nog zo dat het risico op een lager inkomen of geen inkomen wat minder was, vooral bij starters die veelal ook starter op de arbeidsmarkt zijn. Dat is nu voorbij. Het probleem met het aantal betaalbare woningen, ook in deze regio, is vele malen groter dan de starterlening. - De eerste reden voor de ChristenUnie om niet akkoord te gaan is dan ook dat dit het probleem niet oplost. Met een bedrag van 1 miljoen euro zijn ongeveer 35 mensen te helpen. Op 18.000 woningen in de gemeente Teylingen gaat het om een druppel op een kokend hete plaat. - De tweede reden is dat het voorstel kosten met zich meebrengt. Deze moeten tegen de baten worden afgezet. Spreker erkent dat er een aantal mensen heel gelukkig wordt met deze maatregel, maar het voorstel zegt dan wel dat de eerste drie jaar renteloos is. Als de starter na drie jaar, die dan misschien geen starter meer genoemd kan worden, daarna (het restant van) de lening herfinanciert, dan heeft de gemeente drie jaar lang geld uitgeleend en er op dat moment nog niets aan verdiend. Dit staat nog los van het principiële bezwaar dat de fractie heeft tegen het idee dat de gemeente voor bankier zou moeten spelen. Als genoemd bedrag onderdeel blijft van de algemene reserve dan levert dit de gemeente een bedrag op, zeg 3,5%. Dat betekent dus een rentederving van 35.000 euro per jaar. Uitgaande van genoemde 35 mensen kost het de gemeente dan 1000 euro per persoon per jaar. - Wat het bankierspelen betreft, begrijpt spreker dat er geen risico aan verbonden is. Maar ook wat dat betreft laten de laatste jaren zien dat het wel eens wat anders kan uitpakken en dat er een principieel bezwaar kleeft aan het idee dat de gemeente deze taak op zich neemt. Er is misschien een noodzaak, zoals de wethouder ook zegt, maar dan is het ook meteen de vraag of dit het probleem wel oplost. - De vierde reden is de volgende. De starterlening is bedoeld om het bedrag te overbruggen dat ligt tussen de maximaal via de bank te verkrijgen hypotheek en de aankoopkosten van een woning. De financiële en economische crisis is volgens spreker juist het gevolg van mensen die veel lenen tegen weinig onderpand, met alle risico’s van dien. Banken hebben ook een reden om niet meer dan een maximum aan hypotheek te verstrekken. De vraag is dan ook of de gemeente, zeker met de kennis van nu, financieel onverantwoord gedrag moet subsidiëren. De heer Keeven is het eens met het voorstel van het college, met de vraag wanneer het punt bereikt is waarop er sprake is van een revolving fund. Hoe verder in de tijd, hoe dichterbij het moment waarop dit bereikt moet zijn en er net zoveel kosten uitgaan als er baten inkomen. Ook D66 vindt bij monde van de heer Koomen dat dit het structurele probleem niet echt oplost, want daarvoor is hervorming van de woningmarkt (zowel koop als huur) nodig. D66 pleit hier al langer voor, maar de fractie vindt dat dit niet moet betekenen dat men nu de starters in de kou moet laten staan. D66 is dan ook voor het voorstel omdat starters hiermee wel degelijk een kans krijgen, zoals de praktijk nu ook laat zien. De heer Peetoom reageert op de opmerking van de wethouder dat het spelen van bank geen kerntaak van de gemeente is. Bij het zorgen voor de mogelijkheid om binnen de gemeente een goed onderdak te kunnen vinden, ligt wel een kernverantwoordelijkheid voor de gemeente. Hiervoor is de starterlening een instrument dat blijkt te werken. De PvdA steunt het voorstel ook omdat het een groep helpt die anders klem komt te zitten, te weten de groep die niet in aanmerking komt voor een sociale huurwoning omdat men hier net te veel voor verdient en die de financiering van een woning niet op eigen kracht weet te bereiken. Het gaat niet zozeer om de vraag of men wel voldoende verdient om een hypotheek te kunnen krijgen, dan wel of men aan alle voorwaarden kan voldoen die een bank stelt. Als starter is het lastig om zonder eigen kapitaal de koopwoningmarkt te betreden. De regeling maakt het mogelijk een eigen woning te verwerven en eigen woningbezit op te bouwen. De PvdA vindt dit het waard. Het instrument blijkt te werken. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 12 van 22
Los van het punt dat de gemeente geen bankier is, wijst de heer Piket erop dat de gemeente wel geld heeft. Hij is van mening dat de gemeente de plicht heeft om ervoor te zorgen dat de inwoners in ieder geval gebruik kunnen maken van de middelen die zij heeft. Dit voorstel is hier een goed voorbeeld van. Het betreft een keuze die enkele jaren geleden is gemaakt en spreker vindt dat deze ook moet worden afgemaakt. Een andere uitdaging is om ervoor te zorgen dat er ook starterwoningen zijn, of dat de rest van degenen die willen starten geholpen kunnen worden, maar dat heeft niet zozeer met dit punt te maken. Trilokaal is voor het voorstel. Tweede termijn college Wethouder Stuurman zegt dat de opmerking van de ChristenUnie dat het niets oplost, door andere commissieleden weersproken wordt. Het college meent dat het wel iets oplost, namelijk dat het mensen in staat stelt te gaan starten. Daarnaast maakt het in sommige projecten het verschil uit of het project wel of niet van start gaat. Een paar starterleningen kunnen helpen om een bouwpercentage verkoop los te krijgen, waarmee een project van start kan en het helpt ook andere mensen aan die net betaalbare woning. Bij interruptie vraagt de heer Nederstigt de wethouder een concreet voorbeeld te geven van dit neveneffect. Verder vraagt spreker of het tekort aan betaalbare woningen in deze regio in de laatste vier jaar kleiner of groter is geworden. Als de maatregel iets op zou lossen, dan verwacht spreker dat dit tekort is afgenomen. Bij interruptie wijst de heer Peetoom erop dat het tekort ook minder sterk kan zijn toegenomen. Wethouder Stuurman meent dat het erom gaat dat het meer effecten heeft dan alleen een aantal gezinnen iets geven. In reactie op de vraag van de heer Keeven, zegt de wethouder dat zowel raad als college hier zelf bij is om te constateren of het beoogde effect staande blijft en of het zal lukken om lokale maatregelen te nemen, hoe moeilijk dat ook is. Bij interruptie verduidelijkt de heer Keeven dat er een moment komt, als er voldoende leningen uitstaan, waarop er net zoveel geld binnenkomt als er uitgaat. Zo is er destijds ook over gesproken. Dan wordt het een revolving fund. De vraag van spreker is over hoeveel jaar de wethouder verwacht dat dit punt wordt bereikt. Wethouder Van der Zon zegt hierop dat het erg lastig is hier een antwoord op te geven. Vorig jaar zou het college waarschijnlijk een ander antwoord hebben gegeven dan dat het nu zal kunnen geven. Het heeft immers alles te maken met de ontwikkeling van de economieën. Hoe snel starters meer gaan verdienen en daarmee sneller kunnen gaan aflossen, laat zich niet exact duiden. Het is niet volledig helder hoe snel men kan beginnen met aflossen. Verder benadrukt de wethouder dat alleen aflossingen leiden tot inkomsten om weer nieuwe leningen mee uit te zetten. Het gaat dus niet om rente. De heer Keeven heeft altijd begrepen dat het hierbij om een vooraf vastgestelde termijn gaat. Hij refereert aan de vraag van de heer Nederstigt. Doen we het dan goed? Want als het economisch minder goed gaat en de wethouder zegt dat hij het niet kan voorzien, dan kunnen mensen zich kennelijk niet aan die afspraak houden? Wethouder Van der Zon beaamt dit. Desgevraagd weet hij op dit moment niet of het om meer mensen gaat want dan zou dit precies nagezocht moeten worden, maar er is wel sprake van een zekere tendens – het kunnen aflossen komt langzamer tot stand. Wethouder Stuurman zegt dat landelijk is vastgesteld dat in het allereerste begin 70% zich aan de betaling hield en dat dit met 6% is gezakt tot 64%. Volgens de SVn vindt deze beweging nu plaats. Of dit ook voor de gemeente Teylingen geldt, zou uitgezocht moeten worden. De heer Keeven zou het op prijs stellen als dit wordt uitgezocht. Wethouder Van der Zon brengt nog naar voren dat er in ieder geval drie projecten te noemen zijn waarin het hebben van een starterleningsysteem in Teylingen ervoor heeft gezorgd dat er een project is uitgevoerd. Hij wijst op het project bij de rotonde Jacoba van Beierenweg/Componistenlaan, dat nu bijna gereed is. Verder wijst de wethouder op het project Hart van Sassenheim waarvan de verkoop vorige week is gestart. De projectontwikkelaar hiervan Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 13 van 22
heeft gezegd dat hij vanwege dit systeem bereid is om aan de slag te gaan met de verkoop. Een derde project is Essenlaan dat hierdoor versneld in ontwikkeling genomen kon worden. Tweede termijn commissie De heer Nederstigt brengt naar voren dat het verstrekken van de lening de gemeente in zekere zin geld kost. Wethouder Van der Zon verduidelijkt dat het geen geld kost maar dat het minder rente oplevert, omdat de lening een aantal jaren renteloos wordt verstrekt. Daarna is de te ontvangen rente hoger dan de rente die de gemeente bij de bank krijgt, dus dan levert het weer wat op. De heer Nederstigt meent dat, als na drie jaar het restant van de lening wordt geherfinancierd, de gemeente dan drie jaar lang een lening heeft verstrekt die de gemeente niets heeft opgeleverd. Wethouder Van der Zon beaamt dit, maar meent dat men niet zal gaan herfinancieren omdat men bij de bank zelf wel meer zal moeten betalen. De heer Nederstigt benadrukt dat hij het goed vindt dat de gemeente starters helpt, maar dan misschien niet op deze manier. De ChristenUnie blijft bij haar standpunt en ziet liever dat starters geholpen worden vanuit terreinen waarop de gemeente wel een kerntaak heeft liggen. De voorzitter stelt vast dat het onderwerp ook met instemming van de heer Nederstigt als hamerstuk naar de raad kan. 10. Notitie Clusterlocatie Greenportwoningen Eerste termijn college Wethouder Stuurman zegt dat in de commissie al eerder over dit project is gesproken in de vorm van een dilemmagesprek. Dit gebeurde omdat men vond dat er sprake was van een nieuwe situatie, namelijk buiten de contouren iets neerzetten, maar wel naar aanleiding van gemaakte afspraken om zaken mogelijk te maken in het kader van de ISG en de GOM-ontwikkeling. Wonen buiten de kern kent een omvangrijke historie. Op pagina 2 van de notitie staat dit kort beschreven. Nu is men aan een nieuwe fase toe. Naast het historisch perspectief is ook van belang om te memoreren dat er een combinatie optreedt met woningen waar sprake is van ruimte voor ruimte. Hierdoor wordt het project wel wat groter, maar het betreft regelingen die gezamenlijk bedacht zijn om zaken op te ruimen en netter te maken. Vervolgens wijst de wethouder op de kavelmaten. Als het gaat om de opbrengst per woning dan wordt de gemiddelde prijs genoemd, te weten 165.000 euro per woning. De prijs is afhankelijk van de kavelgrootte dus niet elke woning zal dit bedrag opleveren. Daar waar het gaat om wat er nog verwacht mag worden, zegt de wethouder dat voor bijvoorbeeld Torenlaan 4 ook nog gedachten bestaan om er mogelijk iets aan toe te voegen, aansluitend aan dit gebied. Er bestaan nog geen echte plannen voor, maar de eigenaar van het terrein heeft zich wel bij de GOM gemeld. Voor de discussie is het belangrijk te begrijpen dat het om locaties gaat waar GOM-woningen gevestigd kunnen worden. Het gaat om 60% van het totale aantal waarbij het een clustering van een groter aantal woningen betreft. De andere 40% van het totale aantal zal wat meer gespreid worden. Eerste termijn commissie De heer Peetoom geeft te kennen dat de PvdA twijfels heeft. Spreker heeft de oppervlaktes opgevraagd om zicht te krijgen op de ruimtes van de woningen en om te kunnen bekijken of dit past in het perspectief zoals dat voor de Greenport is opgesteld. In eerste instantie werd gesproken over landgoedwoningen. Later is dit in de gemeentelijke structuurvisie afgezwakt naar landgoedachtige woningen met kavels van 800 m². In het voorliggende plan zitten vervolgens aardig wat woningen met 500 of 600 m². Blijkbaar wordt een kleinere categorie woningen neergezet waarvan er dan dus meer komen en dan ook nog op een locatie die wat verkeersontsluiting betreft niet de meest gelukkige weg van de regio is. Straks zitten er 25 tot 30 gezinnen, waarvan een aantal ook schoolgaande kinderen zal hebben, die alles met de auto moeten doen aangezien direct rond de Torenlaan geen voorzieningen zijn. Geen bushalte, geen winkel, geen aantrekkelijk natuurgebied waar men lopend naar toe kan. De kaders die rondom de Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 14 van 22
GOM en dit soort ontwikkelingen zijn meegegeven, worden hiermee toch wel neerwaarts opgerekt. Spreker heeft er grote twijfels of hij zich er zo in kan vinden. De heer Piket spreekt van een mooi wijkje, maar Trilokaal heeft de volgende opmerkingen. - Er is sprake van een onveilige locatie. Als er 30 gezinnen moeten gaan wonen, wordt dat lastig. - Binnen de kernen bevindt zich nu al een aantal locaties waar het plan bestaat om redelijk kavelachtige woningen te gaan bouwen, maar wat gestopt is omdat het onverkoopbaar blijkt te zijn. Misschien prijzen wij ons zelf hiermee wel uit de markt. Dan wordt het voor een projectontwikkelaar minder interessant. Omdat er hele duren huizen neergezet kunnen worden – 600 m² is toch een aardig stukje – gaat dit wellicht ten koste van een starterwoning die er zou kunnen komen als het hele plan niet doorgaat. - Zodra men iets met bestemmingen gaat doen is er in een dergelijk gebied wel meer oor naar om dat ook te willen. In hoeverre is dat rechtmatig tegen te houden, want het zou niet goed zijn om voor elke aanvraag een discussie over bestemming aan te gaan. Daarmee is niet gezegd dat de discussie niet moet worden aangegaan en te kiezen voor alles met bestemming woningbouw en het agrarische los te laten, want wie gaat er dan winnen – degene die het grootste stuk grond oplevert of een ander? De heer Wegman zegt dat Trots op Nederland positief tegenover de ontwikkeling staat. De fractie vindt de kavels wat aan de kleine kant. Zij ziet hier een wijk ontstaan, met de vraag van de voorzieningen eromheen. Deze voldoen eigenlijk niet. Is het de bedoeling dat in het buitengebied meer van dergelijke wijkjes gaan ontstaan? Of is het zo dat er voor de GOM meer gebeurt dan anders eigenlijk gedaan zou worden? Op zich kan dat een keer, maar het moet vooral een voorbeeldfunctie van Teylingen voor andere gemeenten zijn om ook ontwikkelingen mogelijk te maken. Is dat ook de bedoeling? Hoe kijkt het college aan tegen het ontwikkelen van meer van dit soort wijken, die niet helemaal veilig zijn en waar geen voorzieningen zijn? Verder staat de fractie er op zich positief tegenover. De heer Nederstigt begrijpt dat een bedrijfspand ergens anders naar toe gaat en waarvoor in de plaats twee huizen komen en niet een hele wijk. Hij meent dat er per saldo meer plek voor bebouwing in beslag wordt genomen. De fractie staat positief tegenover de ontwikkeling omdat het een positieve bijdrage kan leveren aan de ruimtelijke kwaliteit in het gebied. De fractie staat ook positief ten opzichte van meer van dergelijke initiatieven, maar met de kanttekening dat het niet moet leiden tot ongebreidelde wijkvorming zoals de twee voorgaande sprekers ook stelden. De heer Koomen zegt dat ook D66 wel bedenkingen bij dit plan heeft. Is dit nu de ideale locatie, ook principieel? Een villawijk aan de rand van de gemeente in de open ruimte. Een scheiding tussen rijk en arm past niet in de visie die D66 op de samenleving heeft, maar gelukkig valt het hier wel mee. De fractie komt eigenlijk tot de afweging dat als men zich committeert aan de Greenportwoningen en daarmee het goede doel waarvoor het wordt gedaan – investering in herstructurering van de bollensector en het landschap - dan is dit wel een geschikte locatie. Op andere plekken zal het veel lastiger worden. De heer Koomen heeft de locatie bekeken en vindt dat het een aanzienlijke verbetering zal opleveren voor het landschap. In die zin is dit dus een geschikte plek. De ruimte die wordt omgezet is geen open ruimte en dat is D66 veel waard. Ten slotte heeft spreker van de omwonenden begrepen dat zij uit de media hebben moeten vernemen dat dit plan speelt. Dat vindt hij erg jammer. Er lijkt sprake te zijn van een zich af en toe herhalend patroon. Mensen worden niet proactief door de gemeente geïnformeerd. Hoe zit dat en hoe kan dit voorkomen worden? De heer Van Leeuwen heeft eerder begrepen dat het om een achttal woningen zou gaan. Nu gaat het om een wijk van 21 nieuwe woningen. De kansen die zoiets biedt, zoals het tegengaan van de verrommeling en kansen bieden aan bedrijven vanuit de Greenportgedachte, steunt het CDA, maar hoe moet dit nu gezien worden? Is het een test van het verdienmodel van Greenport? Het gaat om 21 woningen met in totaal 600 in het vooruitzicht, dus dan staat ons heel wat van dergelijke wijken te wachten. De vraag is of dat wenselijk is. Ook de heer Keeven had de indruk dat het zou gaan om een of twee woningen die voor de bedrijfshal in de plaats komen. Nu zal er een hele nieuwe wijk worden gebouwd. Dit betreft een verstening van het buitengebied. Hij heeft het in ieder geval nooit zo begrepen. De locatie wordt er niet lelijker van, maar er komt wel meer bebouwing. Spreker meent dat dit niet de bedoeling is. Verder wijst hij op de gevaarlijke kruising. Wordt dit straks een buitenwijk van Teylingen waar ook de vuilniswagen komt, verlichting wordt aangelegd enzovoort? Spreker vraagt zich af of het de Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 15 van 22
afspraak was dat het een woonwijk zou worden. Verder wil hij graag weten wie hier de projectontwikkelaar is en welke betrokken partijen waar aan verdienen. Tweede termijn college Wethouder Stuurman gaat terug naar het allereerste begin. Zo is er een ISG, een plan voor herontwikkeling van ons gebied waarbij de financiering uit een aantal facetten bestaat. Een van de facetten betreft de extra opbrengst van de 600 woningen. Er is afgesproken dat 60% hiervan geclusterd wordt aangeboden. Er is nooit afgesproken wat een cluster is. De wethouder kan zich de verwarring over het aantal woningen dan ook goed voorstellen. In ongeveer 20 jaar zullen 600 woningen verschijnen. De ontwikkeling van een dergelijk gebied heeft natuurlijk te maken met de totale aanpak. Het gaat om 21 woningen (19 GOM-woningen en 2 ruimte voor ruimtewoningen) waarvoor geen voorzieningen zijn. Deze voorzieningen zijn ook niet mogelijk, want stel je voor dat er voor elk nieuw buurtschap voorzieningen gemaakt moeten worden. Men ziet dat ook juist verdwijnen. Of dit ook bedoeld is, dat weet de wethouder niet. Hij weet niet wat de beweegredenen waren om te kiezen voor 60% clustering. Het is een afspraak die is gemaakt om te voorkomen dat er 600 woningen verspreid komen te staan. Voor de kavels is afgesproken dat deze ten minste 500 m² moeten zijn en maximaal 1000 m². Eén kavel gaat hier bovenuit vanwege een onrendabel puntje dat te gelde is gemaakt. Gemiddeld past de kavelgrootte binnen de marges. Natuurlijk heeft elke wijziging en de mate waarin dit iets oplevert, iets te maken met infrastructuur en daar dient rekening mee te worden gehouden. Een rotonde gaat wat erg ver, maar er dient gekeken te worden hoe verkeersbewegingen zijn en vooral het langzaam verkeer er veilig gebruik van kan maken. Concurrentie van projecten behoort tot de mogelijkheden. Dit moet dan gezamenlijk bekeken worden. Het betreft dan de totale markt in Teylingen en in de Bollenstreek. De wethouder verwijst naar een krantenbericht waarin vermeld werd dat voor het Katwijkse deel van Trappenberg Kloosterschuur 60 woningen zijn bedacht in het kader van de GOM-ontwikkeling. Als het goed is heeft de raad vandaag het antwoord op de vragen van de PvdA ontvangen, waarin het college te kennen geeft dat het in het deel van Teylingen niet het geval is. Het laat in elk geval zien dat er ontwikkelingen zijn die tot clusters leiden in Katwijk. Dit is gerelateerd aan de afspraak om 60% samen te bouwen. Er komen dus meer clusters. Of 20 het goede aantal is of niet, daarvan zegt de wethouder dat er gezamenlijk naar die plek gezocht moet worden. Er wordt nu iets opgeruimd, maar het kan ook zijn dat de financiering en de voortgang erom vraagt toch maar gewoon locaties te zoeken. Het college heeft ook adviezen van commissieleden over locaties ontvangen. Ook ontwikkelaars zullen kijken. Het college geeft in ieder geval te kennen de ontwikkeling liever te zien op een locatie waar nu al bebouwing staat en waar daadwerkelijk iets wordt opgeruimd, dan op een hele nieuwe plaats te beginnen want dat zou alleen maar meer stenen betekenen. De wethouder meent dat de kwaliteit van de ruimte op die locatie beter zal worden. Ook stelt hij dat dit wellicht het minst slechte voorbeeld is van wat er op dit moment bedacht kan worden en van wat men mogelijk nog voor de kiezen kan krijgen. Als het goed over de gemeenten wordt verdeeld zou dit ongeveer 120 woningen per gemeente betekenen, maar zo zal het niet worden verdeeld want er wordt bekeken waar dit het beste uitkomt. Wat betreft de vraag of er sprake is van een test voor het verdienmodel, zegt de wethouder dat het deel van dit model uitmaakt. De wethouder neemt als aandeelhouder deel aan de GOMvergadering en weet dat de GOM werkt aan 90 projecten en aanvragen – niet alleen voor GOMwoningen maar ook voor herverkaveling. Dit proces verloopt snel en vraagt in dat kader ook om financiering. Op de vraag of het wenselijk is, zegt de wethouder dat gezamenlijk is afgesproken dat er iets gedaan moet worden. Hij wijst op de dilemmabespreking en het aantal van acht tot tien woningen, maar nu doet dit zich voor en ook Torenlaan 4 zou nog een plek kunnen zijn waar een aantal woningen komt. Daarom ook deze opiniërende vergadering. Tweede termijn commissie De heer Koomen zegt het beeld te hebben van afnemende verstening. Hij vraagt of dit klopt. Wethouder Stuurman stelt dat het plan minder compact is dan de gebouwen die er nu staan. Verder worden de zichtlijnen beter en krijgt men een beetje het gevoel wat men mooi vindt of niet. Wat er nu staat is echt niet mooi. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 16 van 22
De heer Keeven is het hiermee eens, maar het bebouwde oppervlak is nu kleiner dan straks. Duidelijk is natuurlijk dat er tuinen tussen zullen zitten. Verder wijst spreker op zijn vragen over de financiering, wie wat ontwikkelt en waar het geld wordt verdiend. Wethouder Stuurman zegt dat de GOM partij is in de onderhandelingen en dit probeert uit te werken. De GOM is niet in beeld daar waar het gaat om het concrete bouwen - ondernemers zullen dit op zich nemen. Dat betekent ook dat naast het bedrag dat aan de GOM wordt betaald, het natuurlijk zo zal zijn dat als iemand er werk aan verricht hij er ook iets aan zal verdienen. De verdienste voor de GOM komt uit een afgesproken bedrag per woning, wat verschillend kan zijn, dat aan de GOM wordt afgedragen. Degene die het project gaat ontwikkelen is de partij die aanneemt en die het contract met de GOM sluit om het plan te ontwikkelen en de kavels te verkopen. De heer Keeven licht toe dat het hem erom gaat dat, zodra er besloten wordt dat er op een bepaalde locatie een wijkje komt, het stuk dat ernaast ligt een zeer interessant stuk grond wordt. De vraag is dan hoe voorkomen kan worden dat een paar honderd meter verderop nog enkele woningen worden neergezet. Wethouder Stuurman licht toe dat dit inderdaad tot prijsstijging van de nabijgelegen grond kan leiden en dat hij zeer terughoudend is met het naar buiten brengen van mogelijke locaties. De heer Peetoom gaat nader in op de inhoud van het begrip cluster. Hij citeert uit de Intergemeentelijke Structuurvisie, 500 offensiefwoningen, pagina 42, waarin gesproken wordt van het voornemen om 60% van de woningen te concentreren op enkele locaties in de Greenport. Het lijkt de heer Peetoom logisch dat hierbij gedacht wordt aan een stuk of vijf en niet aan meer. Een cluster komt dan uit op een orde van grootte van 80 tot 120 woningen. Dat is een ander beeld van een villawijk dan de onderhavige locatie. Dat wat nu voorligt, is hiermee een andere lijn dan die in de Intergemeentelijke Structuurvisie. Wethouder Stuurman zegt dat, als dit zo wordt vertaald, dan is het aantal van 350 woningen dat in cluster zou moeten worden neergezet, dan zet men nogal wat aan massa neer buiten de rode contouren. De consequenties hiervan moet men dan ook met elkaar willen dragen. Als de heer Peetoom hiervoor pleit, dan begrijpt de wethouder dat de heer Peetoom eigenlijk vraagt om, als men hieraan wil beginnen, ervoor te zorgen dat het wat groter wordt. De heer Peetoom zegt hierop: In zijn algemeenheid, Ja, maar of het op de onderhavige locatie naar 80 uitgebreid zou moeten worden, dat is niet de richting die de PvdA zou willen opgaan. Spreker zou dan zeggen kies dan meer voor dun en duur en dun het nog wat uit - dat is de marktverkenning waarnaar hij vroeg in zijn eerste termijn. De heer Koomen refereert aan de eerdere opmerkingen over verstening, wat nu vertaald is een groter bouwoppervlak. Hij kijkt op Google Maps en vergelijkt dit met de tekening, wat laat zien dat er geen sprake is van meer bebouwingsoppervlak maar van minder. Hij wil verkeerde beeldvorming graag voorkomen. De heer Van Leeuwen brengt naar voren dat het CDA de kansen van het plan onderschrijft. Het CDA onderschrijft niet de wenselijkheid van wijkjes van 20 woningen verspreid in het Greenportgebied. Het CDA opteert dus voor grotere wijken. In dit geval - waar het gaat om het herinrichten van verstening, met de kansen die dit biedt voor het bedrijf, het gebied en de doelstellingen van de Greenport - zegt het CDA ‘laat dit maar de test zijn van het verdienmodel van de GOM en laten we deze poging doen. De voorzitter stelt dat niemand meer het woord wenst te voeren en rondt dit agendapunt af. 11. Resultaten en voortgang overleg woningmarktscan Omdat het onderwerp op verzoek van de heer Koomen op de agenda is gezet, krijgt hij als eerste het woord. Spreker verwijst naar de vorige commissiebespreking. Enerzijds begrijpt hij dat een broedende kip niet gestoord moet worden en op zich kan hij zich er ook in vinden dat het college nog enige tijd hiervoor neemt. Anderzijds vraagt de heer Koomen zich af hoe er in de tussentijd omgegaan moet worden met de besluitvorming over allerlei projecten die gebaseerd zijn op een aantal aannames over de situatie zoals deze was en tegelijkertijd het beeld bestaat dat de Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 17 van 22
woningmarkt erg veranderd is. Spreker wil hier graag de standpunten van het college en de andere fracties over vernemen. Eerste termijn college Wethouder Stuurman wijst op een aantal zaken. De koopsector zit vast evenals de huursector. Ook de bouwsector zit vast, mede als gevolg van het feit dat de bestaande woningen moeilijk worden verkocht. Er is geen of nauwelijks nationaal beleid en daar waar het op komst is, zal het erg lang duren. De wethouder refereert aan een uitspraak van minister Donner vorige week op tv toen deze de vraag kreeg voorgelegd waar de mensen moesten blijven die niet meer van de ene naar de andere sociale woning konden verhuizen: Donner adviseerde deze mensen naar een corporatie te gaan. De wethouder wijst erop dat de corporaties met handen en voeten gebonden zijn, waarmee er dus sprake is van een loos advies. Op de vraag van de journalist ‘wat als dat niet lukt’ zei Donner ‘dan moet u mijn proefproces afwachten dat ergens volgend jaar zal plaatsvinden’. Dit geeft ongeveer het tempo van het nationaal beleid hierin aan. De onderzoeken die gedaan worden, zijn gebaseerd op aantallen en vooral ook vrijblijvende gegevens. Met vrijblijvend bedoelt de wethouder dat mensen kunnen zeggen wat zij willen, zonder rekening te hoeven houden met hun financiële mogelijkheden. Als nieuwe kans wordt genoemd het nieuwe Woononderzoek, maar dat onderzoek komt pas medio 2013 met de resultaten. Dus, als het gaat om de vraag ‘wat doen wij ondertussen’ schiet niemand te hulp. Er zijn opzienbarende demografische gegevens en daarin liggen kansen als de missie wordt ingezet zoals deze intussen is ingezet. Er is een belangrijke serie maatregelen en stappen nodig om structureel een aantal koersen om te zetten. Tegelijkertijd stelt de wethouder dat veel hiervan niet in de handen van de gemeente ligt maar waarvoor de gemeente zich wel moet inspannen opdat het ergens anders wordt bereikt. Waar de gemeente zelf de hand in kan hebben is bijvoorbeeld te kiezen voor kleinschalige projecten, ook binnen grote ontwikkelingen zoals Hooghkamer waarbij het de verwachting is dat het met kleine stukken ontwikkeld zal worden. - Een kans is ook om bewoners te betrekken bij de vormgeving van hun woning en de omgeving. Dat zal gebeuren bij Langeveld en het college hoopt dit op andere plaatsten ook te kunnen doen. - Er moet gewerkt worden aan het zoveel mogelijk verkorten van processen en procedures. Daar ligt 80% buiten de mogelijkheden van de gemeente omdat de wet van alles voorschrijft, maar er moet aan gewerkt worden om dit te veranderen. - De gemeente zal zich moeten beijveren dat het flexibel en divers gaat bouwen. Als men kijkt naar de uitkomsten van de eigen woningscan en men ziet er staan dat er zoveel eengezinswoningen moeten komen en zoveel twee onder een kap, dan kan men deze typeringen wel handhaven, maar dan moet men ook zeggen hoe men deze eengezinswoningen indeelt want die kan ook door twee gezinnen of door twee starters worden bewoond. - Men zal rekening moeten houden met veel kleinere woningen - en misschien wel onder de maat - dan de gemeente in de prestatieafspraken heeft afgesproken met de corporaties om starters een kans te geven. - Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal gezinnen daalt naar 43%, dat mensen thuis willen werken, dat mensen hun woning op een makkelijke en duurzame manier willen veranderen. Dat alles bij voorkeur in laagbouw en niet in appartementen want daar is het minst in te veranderen. - Welstand bij nieuwe projecten zal moeten worden losgelaten, mede in verband met de mogelijkheid om flexibel en divers te kunnen werken. Het college werkt hieraan. - Er moet een zeer hoog duurzaamheidgehalte worden nagestreefd, vooral in de goedkope sector omdat hier de effecten het grootst zijn aangezien men langdurig zekerheid kan bieden aan de gebruikers met de lage inkomsten om zo lang mogelijk met lage energiekosten rekening te hoeven houden. Dat houdt in dat termen als energieneutraal en klimaatneutraal centraal staan. - Er dient bevorderd te worden dat de wooncarrière wat langer wordt en dat men in de eindfase van zijn leven een keuze maakt om te verhuizen in plaats van alles tegen hoge kosten te laten aanpassen. - Er zal ook een keuze gemaakt moeten worden hoeveel woningen levensloopbestendig worden gemaakt. - De gemeente moet ook innoverende financieringsvormen vinden. - Er zal gekeken moeten worden of er iets kan worden gedaan aan het vastgelopen woningbestand bij de corporaties. Wat doen we met de mensen die net niet kunnen Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 18 van 22
-
verhuizen en ook geen woning kunnen kopen? Kunnen we de reikwijdte van de corporaties vergroten - waarbij zij eerst werken voor hun primaire doelgroep maar vervolgens hebben zij wat nazorg voor de doelgroep die er net niet meer in mag. De gemeente zal in bestemmingsplannen ruimte moeten geven om zaken mogelijk te maken. Ten slotte is het belangrijk om intensieve en bereidwillige samenwerking in de Bollenstreek te creëren en misschien wel in een wat groter gebied: wat kan het beste waar en wie kan de beste afstemming realiseren zodat er zaken gebeuren die afgewogen zijn en dat niet een ieder dezelfde zaken realiseert.
Hiermee zijn in feite ook de vragen van de heer Koomen beantwoord. De bedoeling van wat de wethouder de raad heeft toegestuurd is om te laten zien dat het college bezig is met een aantal facetten hiervan en dat het college daarmee probeert te bereiken dat degenen die over deze ontwikkelingen gaan – de ontwikkelaars – in een aantal facetten gaan meedenken. Het college probeert hier winst mee te behalen en te bekijken of er op korte termijn beweging kan ontstaan in ontwikkelingen die qua plannen volgend jaar starten en hierop in te spelen. Om ten slotte te relativeren wat de gemeente doet, zegt de wethouder dat er 15.000 woningen zijn en dat de nieuwbouw hier slechts een klein deel van is. Eerste termijn commissie De heer Koomen vindt het betoog van de wethouder duidelijk. Spreker vindt dat de wethouder goed bezig is met dit onderwerp. Punt is wel dat 2013 erg ver weg is en er in de tussentijd zaken langskomen. Spreker verwacht per plan een discussie te hebben over de vraag of het past in de visie en alle genoemde facetten en daarbij gebruik te maken van de op dat moment meest actuele informatie waarvan hij verwacht dat de wethouder deze met de raad zal delen. De visie die de wethouder heeft verwoord, heeft voor de heer Van Leeuwen meer beeld opgeleverd dan de woonvisie van het bureau dat hiervoor is ingehuurd. Spreker sluit zich verder aan bij de verwachting zoals de heer Koomen deze zojuist heeft uitgesproken over de planbehandeling. De heer Keeven vindt de woorden van de wethouder eveneens duidelijk en beeldend. Hij meent dat de wethouder ook de tijd hiervoor gegeven moet worden. Aan de andere kant vindt spreker het ook van belang om in deze onzekere tijden toch aan de gang te gaan en aan de gang te blijven. De heer Nederstigt heeft geen behoefte aan een termijn. De heer Wegman is blij dat de wethouder feitelijk op 1 A4-tje het totaaloverzicht kan geven waarbij alle rapporten eigenlijk worden samengevat en tevens wordt gesteld dat men intussen weer terug is bij af maar wel verder moet. Trots op Nederland is natuurlijk erg benieuwd naar het ei dat de broedende kip zal leggen, maar zij vraagt zich ook af of het mogelijk is, gezien de missie die Teylingen in de regio moet voren, niet alleen zelf bezig te zijn maar ook de denkkracht van regiopartners te betrekken gaandeweg het proces en niet alleen van de projectontwikkelaars. Ook de heer Piket kan zich in de visie vinden. In aansluiting op het door D66 gestelde, meent spreker dat juist het beginnen met een plan vorm kan geven aan een visie in plaats van eerst op een visie te wachten. De heer Peetoom licht toe dat hij de woningmarktscan van Ecorys niet echt een rapport vindt dat ineens een totaal andere blik op de wereld werpt, hoewel er zeker zinvolle te bespreken aspecten in zitten. Het is niet het antwoord dat hij verwachtte bij wat het college stelde dat de woningmarkt zo veranderd is dat er per se een nieuwe visie nodig is. De heer Peetoom vindt het onbevredigend en vreemd dat in het hele stuk het woord hypotheek niet voorkomt, terwijl juist de financiële verhoudingen het grote verschil vormen tussen 2011 en de eerste helft van 2008. Met betrekking tot het onderzoek van Ecorys stelt de wethouder eigenlijk dat er heel anders tegenaan gekeken moet worden en dat het eigenlijk geen antwoord is op de veranderende situatie. De heer Peetoom vindt dat de wethouder hier eigenlijk wel veel ruimte mee neemt. Een merkwaardig punt betreft het volgende. Ecorys verwijst onder andere naar een bepaald prognosemodel voor huishoudingsamenstelling dat in Nederland sinds jaar en dag toonaangevend is geweest voor dit soort cijfers. Het aantal gezinshuishoudens (eenoudergezinnen, tweeoudergezinnen, samenwonend zonder kind) zou in 2020 uitkomen op 70% (2009 71%). Een verschuiving van 1%. Als de wethouder in zijn brief stelt dat in een decennium het aantal gezinshuishoudens onder de 50% daalt dan begrijpt de heer Peetoom dit niet. Het betreft een Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 19 van 22
majeure afwijking van wat er in het rapport staat. De heer Peetoom zou heel graag willen zien over welke nieuwe demografische ontwikkelingen het college beschikt en wat hierbij zo anders is dan bij het model dat in Nederland altijd gebruikt is. Financieel en politiek is er erg veel veranderd, maar demografisch niet. Spreker is benieuwd naar het verhaal dat er achter ligt. De heer Peetoom zit met het onbevredigende gevoel dat het rapport, waar zo hard op is aangedrongen, geen antwoord is op de veranderende situatie en dat er zo snel van wordt gezegd dat het ook eigenlijk totaal niet het antwoord is dat het college heeft gezocht en dat het nu nog een ander antwoord zoekt. Als spreker dit vertaalt naar de kaderstellende rol van wat de commissie als voorbereiding van de raad moet doen, wordt het voor hem een beetje schimmig. Hij zou liever met de wethouder op pad gaan dan niet te weten welke kant het op gaat. Tweede termijn college Wethouder Stuurman benadrukt dat Ecorys aan de hand van cijfers en aantallen vaststelt hoe het in elkaar zit en wat, naar aanleiding van plannen en ideeën die er zijn, de verwachtingen zijn. De verandering van de mens speelt hierin nauwelijks een rol. Men kan van mening verschillen over de waarde van het rapport, maar dat is wat de wethouder mist en het wordt onderschreven door het Economisch Instituut Bouw waarvoor de wethouder verwijst naar het voorwoord in het EIB-rapport. De wethouder loopt niet weg van de verantwoordelijkheid dat het college het rapport van Ecorys heeft laten maken. Het college is ervan uitgegaan dat een organisatie dat doet met de gegevens en de trends van dit moment. Daar waar de heer Peetoom teleurgesteld is dat er niet over hypotheken wordt gesproken, heeft de wethouder gesteld dat er innoverende financieringsvormen gevonden moeten worden. In het stuk dat de wethouder eerder heeft toegestuurd, staat dat het college op dit moment over de financiële kant in gesprek is. Banken zijn weerbarstig om leningen te verstrekken, maar om hen aan tafel te krijgen daar gaan soms drie, vier, vijf weken overheen voordat men tijd heeft om innoverend mee te denken. Er wordt dus wel degelijk aan gewerkt maar de gemeente is afhankelijk van de partijen die het geld hebben. Ten slotte zegt de wethouder dat de genoemde 43% afkomstig is uit het laatste demografische onderzoek van de provincie Zuid-Holland. Tweede termijn commissie De heer Peetoom wil graag weten of dit 43% op Teylingen is of op de provincie. In dat laatste geval kan hij het plaatsen want daar zitten Den Haag en Rotterdam in met een structureel andere bevolkingssamenstelling dan Teylingen. Wethouder Stuurman verwacht dat Teylingen een deel van de trend zal meenemen. De heer Peetoom herhaalt het eerder gestelde over het verschil van 1%, wat hij een redelijk stabiele ontwikkeling vindt. Wethouder Stuurman stelt dat de laatste ontwikkeling van de provincie laat zien dat er een belangrijke trend speelt en wel dat er minder gezinnen met kinderen zijn. Als Teylingen deze trend in geringe mate zal laten zien, dan zal ook hier sprake zijn van een verandering van haar woningen. De heer Keeven herhaalt dat al deze beschouwingen hoe dan ook niet mogen leiden tot erg lange beschouwingen zodat over drie, vier maanden nog steeds sprake is van dezelfde dilemma’s. De woningmarkt zal blijven veranderen, maar op een gegeven moment dient iets handen en voeten gegeven te worden. Wethouder Stuurman zegt dat het nodig is om te werken aan de aspecten flexibel en duurzaam. Het college is hiermee aan de slag evenals met de financiële mogelijkheden. Een en ander zal resulteren in een eenvoudige missiepaper. Het college gaat aan de slag met het welstandsbeleid en zal proberen een aantal voorbeeldprojecten te realiseren om te laten zien dat er ook iets anders neergezet kan worden dan een traditionele woning. Verder is het belangrijk om dit uit te dragen naar degenen die in het desbetreffende gebied de woningen ontwikkelen en om te proberen teams te vormen die de stedelijke ontwikkelingen die de gemeente ziet nader te bekijken en of deze daar post kunnen vatten om iets anders te kunnen neerzetten dan de traditionele bouw. Het college gaat er voortvarend mee aan de slag maar is ook afhankelijk van anderen. Desgevraagd door de heer Keeven zegt wethouder Stuurman hierbij geen tijdpad te kunnen noemen. Zodra er vorderingen zijn informeert de wethouder de raad hier graag over. Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 20 van 22
De voorzitter rondt dit agendapunt af. 12. Businesscase Milieustraat Eerste termijn college Wethouder Van der Zon verwijst naar de vergadering van 26 mei jl. waarin de startnotitie is besproken en om een businesscase is gevraagd die nu voorligt. Waar mogelijk zijn zaken gekwantificeerd. Daar waar het gaat om kosten/baten is sprake van een min of meer sluitende investering waarbij het college diverse voordelen ziet ten aanzien van milieuaspecten, kwaliteit, logistiek, arbo-aangelegenheden en dergelijke. Het lijkt het college dan ook zeer nuttig om door te gaan. Voor de duidelijkheid wijst de wethouder erop dat de raad nu nog geen besluit neemt over het bedrag van 1,9 miljoen euro want dat zal niet eerder dan bij de kredietaanvraag gebeuren, in de loop van volgend jaar. In het voorjaar was de milieustraat in Sassenheim gesloten om te bezien welke effecten in Voorhout zouden ontstaan. De wethouder heeft hierover gerapporteerd. Vorig jaar, vóór de sluiting, was de verhouding voor bezoek aan de milieustraat: Voorhout 55% en Sassenheim 45%. Na de sluiting is dit: Voorhout 65% en Sassenheim 35%. Een conclusie die de wethouder zelf trekt is dat waarschijnlijk nogal wat mensen die door de sluiting een keer naar Voorhout zijn gegaan, daar tevreden over zijn geweest. Eerste termijn commissie De heer Peetoom stelt dat de financiële vergelijking enigszins positief lijkt uit te vallen, maar dat komt ook omdat de post van de milieustraat Warmond wel wordt toegerekend aan de centralisatie en niet aan de huidige situatie. Het gaat hierbij echter om een klein bedrag, dus eigenlijk zou men moeten stellen dat het financieel gezien om dezelfde orde van grootte lijkt te gaan. Daarbij nog niet meegenomen een kostenstijgingrisico, dat vrij gebruikelijk is als het gaat om projecten van dergelijke bedragen als 1,9 miljoen euro. Dat zou dan voornamelijk moeten komen uit de kwalitatieve verbetering. Spreker vraagt zich af wie de inschatting heeft gemaakt voor het lijstje van rapportcijfers. De cijferinvulling lijkt een redelijk willekeurige oefening geweest. Spreker vraagt zich ook af of nu echt duidelijk is dat de nieuwe opzet zoveel voordelen gaat bieden. De heer Peetoom is hier niet van overtuigd. Hij vindt het verhaal nog niet helemaal sluitend. In vergelijking met de inschattingen van rond 2006 waarbij werd benadrukt dat centralisatie een echt significant voordeel zou opleveren van enkele tonnen, dan is het zorgelijk dat men nu, in de onderzoeksfase, op financieel neutraal uitkomt. Dat is niet de goede beweging. Het heeft de PvdA niet van kritisch volger tot hartstochtelijk voorstander gemaakt. Wat de PvdA betreft, moet er dan ook nog een schepje bovenop als het straks gaat om de besluitvorming. De heer Piket zegt dat Trilokaal zich geheel in de opzet en keuze kan vinden. Vooral het niet financiële aspect vindt de fractie erg belangrijk – het is een logisch gevolg van centralisatie, uit milieuoogpunt is het heel prettig. Trots op Nederland vindt bij monde van de heer Wegman dat de dingen nu goed op een rijtje staan. De fractie had wel gehoopt dat de voordelen financieel groter zouden zijn, maar dat is niet het geval. Wel zijn er andere voordelen. Toch blijven in Sassenheim veel mensen van mening dat het niet moet. Het feit dat men verwacht dat de gemeente er wel toe zal overgaan, leidt echter al tot een verschuiving - dus ook een psychologisch effect. In die zin denkt spreker dat de gemeente wel deze kant op zou moeten gaan. De heer Nederstigt heeft geen nadere vragen of opmerkingen. De heer Keeven vindt het jammer dat er geen sprake is van een enorm financieel voordeel. Daar komt bij dat Sassenheim dus kennelijk toch openblijft, als opslagterrein, waarbij het gevaar bestaat dat het in de loop van de tijd toch weer gewoon een plek wordt waar mensen spullen komen brengen. Het voordeel van centralisatie is er altijd. Spreker meent dat het milieutechnisch ook een betere zaak is, zeker als iets nieuw wordt gebouwd. De heer Keeven houdt een beetje zijn hart vast over het aankopen van de gronden en of het bedrag van 1,9 miljoen euro toereikend is. De VVD laat zich graag nader informeren. De heer Keulen zegt dat ook het CDA iets meer had verwacht van het financiële voordeel. Verder zegt hij dat er niet valt te ontkomen aan het doen van enkele aannames om de vergelijking te Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 21 van 22
kunnen maken. Wat zichtbaar is, is dat die ene milieustraat goed scoort op nieuwe ontwikkelingen zoals duurzaamheid en dergelijke, maar wat niet terugkomt in de kosten-batenanalyse is de samenwerking met andere gemeenten. De wethouder heeft eerder gesteld dat die gemeenten die dingen op een andere manier hebben geregeld, maar spreker vindt het jammer dat dit niet als een risico is neergezet in de zin van dat het wat meer belicht is. Voorkomen dient te worden dat er iets nieuws wordt neergezet wat uiteindelijk wellicht niet gebruikt wordt als gevolg van ontwikkelingen in de regio. Spreker wijst hierbij op de verschillende regionale discussies tussen gemeenten onderling en gezamenlijk. Ten slotte verzoekt spreker de wethouder nog iets meer te vertellen over wat hij precies met het verenigingsgebouw bedoelt. De heer Koomen stelt dat D66 de businesscase voldoende overtuigend vindt, zij het niet op grond van financiële argumenten. Duurzaamheid is voor de fractie een belangrijke doorslaggevende factor. Met de nieuwe milieustraat is het mogelijk om het afval beter te scheiden. Een nieuwe ontwikkeling is ook dat men geld voor afval kan krijgen; andere gemeentes experimenteren hier al mee. Teylingen zal straks ook beter op dergelijke nieuwe ontwikkelingen kunnen inspelen. D66 heeft begrip voor het nadeel voor sommige mensen die nu verder moeten rijden, maar alles afwegende komt D66 tot de conclusie dat de voordelen zwaarder wegen. Tweede termijn college In reactie op het CDA zegt wethouder Van der Zon dat het college ervoor gekozen heeft om de samenwerking met andere gemeenten er niet in te zetten omdat dit in de raadsdiscussie uitgebreid aan de orde is geweest. Wel staat vermeld dat een gebruikelijke grootte voor milieustraten 35.000 inwoners is, in die orde van grootte – de wethouder meent dat gesproken wordt over aantallen huishoudens. Daarmee zou dit voldoende groot of klein zijn. Van belang is ook dat het vooral toekomstmogelijkheden biedt. Op afvalgebied worden veel nieuwe aspecten gebruikt, bijvoorbeeld in het kader van het omvormen van de lineaire stroom van grondstoffen naar circulaire stromen. In de huidige milieustraten is dit vrij lastig te introduceren. In de nieuwe situatie kan dit veel beter. Wat betreft de rapportcijfers betreft en de vraag of die 8 er dan uitrolt, daarvan zegt de wethouder dat dit wel de ambitie van het college is. De raad mag de wethouder hieraan houden dat het college hiervoor gaat. Wat het verenigingsgebouw betreft, verwijst de wethouder naar de voorzieningennota die enkele jaren geleden is vastgesteld waarbij op die locatie wordt gedacht aan bijvoorbeeld opslagruimte voor een aantal verenigingen, waar vooral in Warmond veel behoefte aan is. Dat is ook bedoeld met daar waar gesproken wordt over het openblijven van de locatie - zodra de centralisatie een feit is, zal al het afval naar de milieustraat gaan. De voorzitter rondt het onderwerp af. 13. Rondvraag Er zijn geen punten voor de rondvraag. 14. Sluiting De voorzitter wijst op de bijeenkomst van volgende week donderdag over de lokale en regionale verkeersaangelegenheden en sluit om 23:10 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de commissie Ruimte, gehouden op 24 januari 2012, de griffier, de voorzitter,
H.J.J. Hoeijmans
J. Bosman
Commissie Ruimte Gemeente Teylingen 28 november 2011 pagina 22 van 22