Instructies-Onderdelen
Merkur® Verwarmd Spuitpakketten
313694B
Voor de afwerking en coating waarbij verwarmde materialen gebruikt moeten worden, op gevaarlijke of ongevaarlijke locaties. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Sewaar deze instructies.
Zie blz. 5 voor informatie over het model, zoals de maximale werkdruk en goedkeuringen.
Model G28C18
Model G30W82
ti13017a
ti13016a
ll 2 G c T2
Gerelateerde handleidingen
Inhoudsopgave Gerelateerde handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Merkur 28:1 Verwarmde Pakketten (G28Wxx en G28Cxx) . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Merkur 30:1 Verwarmde Pakketten (G30Wxx en G30Cxx) . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Voorbereiden van het personeel . . . . . . . . . . . . . 8 Voorbereiden van de werklocatie . . . . . . . . . . . . 8 Pakketten voor wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . 8 Ventileer de spuitcabine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bijgeleverde componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Aarding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Drukontlastingsprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De apparatuur doorspoelen voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Trekkervergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Oliereservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Vullen van de pomp (verdrijven van de lucht) . . 13 Aanbrengen van de spuittip . . . . . . . . . . . . . . . 13 Stel de verneveling af . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Het spuitpatroon afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Preventief onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . 16 Draai de schroefdraadverbindingen aan . . . . . . 16 De pomp spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Oliereservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Storingen opsporen en verhelpen . . . . . . . . . . . . 17 DataTrak Controls en indicatoren . . . . . . . . . . . . . 18 DataTrak-werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Instelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bedrijfsstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 G28xxx-Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 G30xxx-Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Set voor wandmontage 24A578 . . . . . . . . . . . . 28 Verwarmde Set voor Montage op Rijdend Onderstel 256427 . . . . . . . . . . . 28 Set bedieningspaneel voor pomp en pistool . . . 29 Set bedieningspaneel enkel voor pomp . . . . . . 30 DataTrak Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 PTFE-Aanzuigslangsets . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Afmetingen van console voor wandmontage . . . 32 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Standaardgarantie van Graco . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Graco-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Gerelateerde handleidingen
2
Handmatig
Omschrijving
312792
Merkur Verdringerpomp
312794
Merkur Pompmontage
312796
NXT™-luchtmotor
312797
Merkur Spuitpakketten, Omgeving
312798
Merkur Elektrostatische Spuitpakketten, Omgeving en Verwarmd
311001
Spuitpistool van AA Reeks (G15, G40, en G40 met RAC)
312145
XTR™5 en XTR™7 Airless Spuitpistool
309524
Viscon® HP-Verwarming
307273
Materiaaluitlaatfilter
306860
Tegendrukregelaar
313694B
Waarschuwingen
Waarschuwingen Onderstaande waarschuwingen betreffen installatie, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het symbool met het uitroepteken in the tekst van deze handleiding verwijst naar een waarschuwing en het gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico’s. Lees deze waarschuwingen. Daarnaast zijn er procedurespecifieke waarschuwingen te vinden in de tekst, waar van toepassing.
WAARSCHUWING BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Brandbare dampen in het werkgebied zoals die van oplosmiddelen en verf kunnen ontbranden of exploderen. Voorkom brand en explosies als volgt: • Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes. • Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische lampen en kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven). • Houd de werkruimte vrij van afval, ook verdunning, poetslappen en benzine. • Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe de verlichting niet aan of uit met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn. • Aard alle apparatuur in het werkgebied. Zie de instructies onder Aarding. • Alleen geaarde slangen gebruiken. • Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde bak gedrukt terwijl u in de bak spuit. • Als u merkt dat er sprake is van enige statische elektriciteit of u voelt een schok, stop dan onmiddellijk met werken. Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het probleem is verholpen. • Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek is. GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN Deze apparatuur moet worden geaard. Slechte aarding, onjuiste installatie of onjuist gebruik van het systeem kan elektrische schokken veroorzaken. • Zet het toestel uit via de hoofdschakelaar en haal de stekker uit het stopcontact voordat u enige kabel ontkoppelt en voor u onderhoud gaat plegen aan de apparatuur. • Alleen aansluiten op een geaard stopcontact. • Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet voldoen aan alle ter plekkende geldende verordeningen en regelgeving. GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID Vloeistof dat onder hoge druk uit pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt, dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruit zien als een gewone snijwond, maar er is sprake van ernstig letsel, dat kan leiden tot amputatie. Laat het onmiddellijk door een arts behandelen. • Het pistool nooit op iemand of op enig lichaamsdeel richten. • De hand nooit op de spuittip plaatsten. • Nooit proberen lekkages te stoppen met uw handen, het lichaam, handschoenen of een doek. • Niet spuiten als de tipbeveiliging en veiligheidspal van de trekker niet zijn geplaatst. • Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wanneer u niet spuit. • Volg altijd de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding wanneer u ophoudt met spuiten, vóór reiniging, controle, of onderhoud aan de apparatuur.
313694B
3
Waarschuwingen
WAARSCHUWING GEVAREN VAN MISBRUIK VAN APPARATUUR Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijk of ernstig letsel. • Het systeem niet bedienen als u moe bent of onder invloed van alcohol of geneesmiddelen. • De maximum werkdruk en maximum bedrijfstemperatuur van het zwakste onderdeel in uw systeem niet overschrijden. Zie de Technische gegevens van alle handleidingen. • Verlaat de werkplaats niet wanneer de apparatuur in werking is of onder druk staat. Zet alle apparatuur uit en volg de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding wanneer de apparaatur niet in gebruik is. • Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk; vervang ze alleen door originele OEM-reserveonderdelen. • Breng geen wijzigingen of modificaties aan het toestel aan. • Gebruik de apparatuur alleen voor het beoogde doel. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie. • Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen en hete oppervlakken. • Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; trek het apparaat nooit vooruit aan de slang. • Houd kinderen en dieren weg van het werkgebied. • Hou u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften. GEVAREN VAN BEWEGENDE DELEN Bewegende delen kunnen vingers en andere lichaamsdelen afknellen of amputeren. • Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • De apparatuur niet laten draaien als de beschermwanden of -kappen zijn verwijderd. • Apparatuur die onder druk staat kan zonder waarschuwing starten. Voordat u de apparatuur controleert, verplaatst of er onderhoud aan pleegt, moet u eerst de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding raadplegen. Ontkoppel de stroom- of luchttoevoer. GEVAAR VAN GIFTIGE VLOEISTOF EN DAMPEN Giftige vloeistoffen of dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken, als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. • Lees de MSDS-veiligheidsbladen zodat u de specifieke gevaren kent van de gebruikte materialen. • Bewaar gevaarlijke vloeistof in goedgekeurde containers en voer ze af conform alle geldende richtlijnen. • Draag steeds ondoorlatende handschoenen bij het spuiten of reinigen met de apparatuur. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN U moet geschikte beschermingsmiddelen dragen als u de apparatuur bedient, onderhoudt en als u in het werkgebied aanwezig bent – dit om u mede te beschermen tegen ernstig letsel, zoals oogletsel, inademing van giftige dampen, brandwonden en gehoorverlies. Dergelijke uitrusting is o.a.: • Een veiligheidsbril • Kleding en een ademhalingsfilter, zoals aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen • Handschoenen • Gehoorbescherming
4
313694B
Modellen
Modellen Controleer het identificatieplaatje (ID) van uw pomp op het onderdeelnummer van 6 cijfers. Gebruik de volgende matrix en tabellen om de onderdelen van uw pomp te definiëren. Bijvoorbeeld, pompnummer G30W80 staat voor een Merkur-installatie (G), met een pomp met een verhouding 30:1 (30), wandmontage (W), en de onderdelen getoond voor (80) in de tabel op pagina 6. Voor wandmontage ID
Voor montage op rijdend onderstel ID
ti12326a ti12327a
G
30
W
80
Eerste teken
Tweede en derde teken (Verhouding)
Vierde teken (Montagetype)
Vijfde en zesde teken (Onderdelen inbegrepen)
G (Merkurpakketten)
28 30
28:1 30:1
C W
Cart
Zie tabel, pagina 6
Wand
DataTrak™ heeft de volgende goedkeuringen van het agentschap.
#
53
Overeenkomstig FM std 3600 x 3610 voor gebruik in Klasse I Afd 1 Groep D T3C Gevaarlijke locaties
313694B
II 1 G 0359
EEx ia IIA T3 Nemko 06ATEX1124
5
Modellen
Merkur 28:1 Verwarmde Pakketten (G28Wxx en G28Cxx) Maximum luchtinlaatdruk: 100 psi (0,7 MPa, 7 bar) Maximale vloeistofwerkdruk: 2800 psi (19,3 MPa, 193 bar) Luchtregelaars
Model
Slangen
Opties
Voor Vloeis- Vloeistof- LuchtsVoor monlang Enkel pomp tofslang hulpslang tage op Voor Verwarvoor het voor het voor het en voor rijdend Complete mingswandpistool Sifonset pistool montage onderstel pomp toestel Pistool pomp pistool pistool
Vloeistoffilter
G28W07
G28C05
W28EAS
120V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G28W08
G28C06
W28EBS
120V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G28W09
G28C07
W28EAS
240V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G28W10
G28C08
W28EBS
240V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G28W17
G28C15
W28EAS
120V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G28W18
G28C16
W28EBS
120V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G28W19
G28C17
W28EAS
240V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G28W20
G28C18
W28EBS
240V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
Data Trak
Maximum stroomsnelheid vloeistof gpm (lpm)
✔ ✔
2,0 (7,5)
✔ ✔
Merkur 30:1 Verwarmde Pakketten (G30Wxx en G30Cxx) Maximum luchtinlaatdruk: 100 psi (0,7 MPa, 7 bar) Maximale vloeistofwerkdruk: 3000 psi (20,7 MPa, 207 bar) Luchtregelaars
Model Voor montage op Voor Verwarrijdend Complete mingswandmontage onderstel toestel pomp G30W67
G30C59
W30CAS
120V
Pistool XTR
Voor Enkel pomp en voor pomp pistool ✔
Slang
Opties
Vloeis- Vloeistof- Luchtstofslang hulpslang lang voor het Vloeisvoor het voor het pistool Sifonset toffilter pistool pistool ✔
✔
✔
✔
G30W68
G30C60
W30CBS
120V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G30W69
G30C61
W30CAS
240V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G30W70
G30C62
W30CBS
240V
XTR
✔
✔
✔
✔
✔
G30W79
G30C77
W30CAS
120V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G30W80
G30C78
W30CBS
120V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G30W81
G30C79
W30CAS
240V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
G30W82
G30C80
W30CBS
240V
G40
✔
✔
✔
✔
✔
6
Data Trak
Maximum stroomsnelheid vloeistof gpm (lpm)
✔ ✔
1,2 (4,5)
✔ ✔
313694B
Installatie
Installatie A V Y
S
B
W
C
T X
ti13112a
D
U
E
F R
G
P H J N
M K
L ti13007a
FIG. 1. Voorbeeldinstallatie, afgebeeld model G30W82 Verklaring: A B C D E F G
Luchtafsluitklep (optioneel toebehoren) Luchtfilter (optioneel toebehoren) Vochtvanger en aftapklep van luchtleiding (optioneel toebehoren) Materiaalverwarming Tegendrukregelaar Vloeistoffilter Materiaalaftapkraan
313694B
H J K L
M N P
Spuitpistool Pistoolwartel Vloeistofverlengslang Elektrisch geleidende lucht- en verwarmd-materiaalaanvoer/ retourslang 3 Wegklep Aanzuigslang en -buis Zeef
R S T U V W X Y
Aardedraad van de pomp Luchtdrukmeter pistool Luchtdrukregeling pistool Zelfontlastende luchtkraan DataTrak Luchtdrukmeter pomp Luchtreduceerventiel pomp Inzetstuk (voor modellen zonder DataTrak)
7
Installatie
Algemene informatie Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelentekening.
Gebruik altijd originele Graco-onderdelen en accessoires, verkrijgbaar bij uw Graco-dealer. Als u eigen toebehoren inzet, overtuig u er dan van, dat ze de juiste maten hebben, en dat ze de in het systeem voorkomende drukniveaus kunnen weerstaan. FIG. 1 is slechts een voorbeeld om te helpen bij het kiezen en installeren van onderdelen en toebehoren. Neem contact op met uw Graco-verdeler voor assistentie bij het ontwerpen van een systeem dat aan uw specifieke behoeften voldoet.
Pakketten voor wandmontage 1. Overtuig u ervan, dat de wand stevig genoeg is om het gewicht van pomp, console, slangen en accessoires te dragen en ook de mechanische belasting die door het draaien van de pomp ontstaat. 2. Plaats de wandconsole circa 1,2–1,5 m (4–5 ft.) boven de vloer. Ten behoeve van het gebruiksgemak en het onderhoud moet u ervoor zorgen dat de luchtinlaat, de materiaalinlaat en de materiaaluitlaatpoorten gemakkelijk toegankelijk zijn. 3. Gebruik de wandconsole als een sjabloon, boor montagegaten van 10 mm in de wand. De afmetingen voor de wandmotnage zijn getoond op pagina 32. 4. Schroef de pompsteun vast aan de muur. Gebruik bouten van 9 mm die lang genoeg zijn zodat de pomp niet bij gebruik gaat trillen. OPMERKING: Zorg dat de pomp waterpas staat.
Voorbereiden van het personeel Iedereen die met de apparatuur werkt, moet getraind zijn in het gebruik van alle systeemonderdelen, en in de omgang met alle te gebruiken spuitmaterialen. Een gebruiker moet alle handleidingen, plaatjes en labels grondig lezen voor hij de apparatuur gebruikt.
Voorbereiden van de werklocatie Zorg dat u beschikt over een passende toevoer van perslucht aanvoer. Leid een persluchtaanvoerleiding van de persluchtinstallatie naar de plek van de pomp. Op de prestatiegrafieken in de montagehandleiding van de pomp kunt u het persluchtverbruik van uw pomp aflezen. Let erop dat alle slangen de juiste aansluitmaten hebben, en geschikt zijn voor de gebruikte druk. gebruik uitsluitend elektrisch geleidende slangen. De luchtslang moet voorzien zijn van een 3/8 npt(m) schroefdraadaansluiting. Gebruik bij voorkeur ook een snelontkoppelingsmechanisme.
Ventileer de spuitcabine
Zorg voor ventilatie met verse lucht om te voorkomen dat brandbare of giftige dampen blijven hangen. Gebruik het pistool alleen wanneer de ventilatoren in werking zijn. Koppel de schakelaars van de luchttoevoer naar het pistool en van de ventilators zodanig, dat het niet mogelijk is om het pistool te gebruiken terwijl de ventilators niet werken. Controleer wat de landelijke en plaatselijke voorschriften zijn met betrekking tot de snelheid van de luchtuitstroom en volg ze op.
Houd de werklocatie vrij van obstakels of rommel die de bewegingsvrijheid van de bediener zouden kunnen inperken. Houd bij het doorspoelen van het systeem een geaard, metalen afloopvat klaar.
8
313694B
Installatie
Bijgeleverde componenten Zie FIG. 1. De onderdelen kunnen verschillen volgens de bestelde installatie, maar kunnen het volgende omvatten: •
De zelfontlastende hoofdluchtkraan met de rode handgreep (U) moet in het systeem zitten om lucht te laten ontsnappen als die is blijven zitten tussen de luchtmotor en het pistool en de kraan, nadat die gesloten is. Zorg dat de kraan steeds bereikbaar blijft.
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen, waardoor ernstig letsel kan worden veroorzaakt door opspattende of bewegende delen. •
Het pompluchtreduceerventiel (X) regelt de pompsnelheid en de uitlaatdruk door de luchtdruk naar de pomp te regelen.
•
Het overdrukventiel (niet getoond) opent automatisch om overdruk van de pomp te voorkomen.
•
Het reduceerventiel (T) voor het pistool regelt de luchtdruk aan het air-assisted spuitpistool (H).
•
Het air-assisted of airless spuitpistool (H) geeft de vloeistof af. In het pistool zit een spuittip (niet getoond), die verkrijgbaar is in een groot aantal afmetingen voor diverse spuitpatronen en doseersnelheden. Raadpleeg de pistoolhandleiding voor de installatie van de tip.
•
De slangbundel (L) geeft de vloeistof (en lucht voor AA-pistolen) af aan het pistool, en zorgt ervoor dat de vloeistof opnieuw circuleert wanneer de trekker van het pistool niet ingedrukt is.
•
Een wartel voor het pistool (J) biedt grotere bewegingsvrijheid met het pistool.
•
De aanzuigslang (N) met zeef (P) zorgt ervoor dat de pomp vloeistof kan trekken uit een bak van 19 liter.
•
Een vloeistoffilter (F) met een roestvrijstalen element met een maaswijdte van 250 micron om deeltjes uit de vloeistof te filteren als deze uit de pomp komt.
•
DataTrak (V) levert informatie over de pompdiagnose en het gebruik van de vloeistof. Zie blz. 18.
313694B
•
De regulator voor de tegendruk (E) regelt de tegendruk naar het pistool en zorgt ervoor dat de juiste circulatiedruk blijft gehandhaafd.
•
Het driewegventiel (M) biedt u de mogelijkheid om materiaal terug naar de pomp te leiden of terug naar de materiaalhouder.
•
Een aftapkraan (G) verlaagt de vloeistofdruk in de slang en het pistool.
•
De materiaalverwarming (D) verwarmt het materiaal als deze erdoorheen stroomt, om daardoor de juiste spuitviscositeit te handhaven. Lees voordat u de verwarming gebruikt alle aanwijzingen in de meegeleverde handleiding voor de verwarming 309524 en zorg dat u ze begrijpt.
Door warmte zet vloeistof uit. Als het materiaal ergens opgesloten zit en er is geen ruimte voor uitzetting, dan kunnen systeemcomponenten openscheuren. Zorg ervoor dat het verwarmde materiaal blijft circuleren (draai het 3-weg-ventiel op CIRC). Géén materiaalafsluiter aanbrengen tussen het verwarmingsapparaat en het pistool.
9
Installatie
Aarding
9. Om de goede continuïteit van de aarding te handhaven bij het doorspoelen of wanneer de druk wordt ontlast, moet u een metalen gedeelte van het spuitpistool stevig tegen de zijkant van een geaarde metalen bak houden en dan pas de trekker van het pistool indrukken.
De apparatuur moet worden geaard. Aarding verlaagt de kans op statische en elektrische schokken omdat het een ontsnappingsdraad biedt voor de elektrische stroom die ontstaat als gevolg van statische elektriciteit en bij eventuele kortsluiting. 1. Pomp: Zie FIG. 2. Controleer dat de grondschroef (GS) bevestigd en stevig vastgemaakt is aan de luchtmotor. Sluit het andere uiteinde van de aardingsdraad (R) aan op een echt aardpunt.
R
ti12914a GS FIG. 2. Verwijder de schroef en de aardingsdraad
2. Vloeistofslangen van de pomp: gebruik enkel elektrisch geleidende vloeistofslangen Controleer de elektrische weerstand van de slangen. Als de totale weerstand op de massa hoger is dan 25 mega-Ohm, vervang de slang dan onmiddellijk. 3. Viscon HP-Verwarming: raadpleeg de handleiding van de verwarming die, meegeleverd is.
Instellingen
De Viscon HP-verwarming moet geïnstalleerd worden door een bevoegd elektricien in overeenstemming met alle in de staat geldende en lokale voorschriften en regels. Elektrische Verbindingen voor Wandmontage. Volg alle richtlijnen en vereisten in de handleiding van de Viscon HP-Verwarming 309524. Bedrading op gevaarlijke montage voor montage op rijdend onderstel. De verwarming wordt vervoerd met een fitting die geschikt is voor bedrading op gevaarlijke locaties. Volg alle richtlijnen en vereisten in de handleiding van de Viscon HP-Verwarming 309524. Gebruik de meegeleverde elektrische kabel niet, die enkel geschikt is voor bedrading op ongevaarlijke locaties. Bedrading voor ongevaarlijke locaties voor montage op een rijdend onderstel. Zie FIG. 3. Vervang de geïnstalleerde fitting door bus (80), die afzonderlijk meegeleverd is. Draai de snoerontlastingsbus (79) vast. Volg alle richtlijnen in de handleiding van de Viscon HP-verwarming 309524 om de meegeleverde elektrische kabel (78) aan te sluiten.
4. Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van de fabrikant op.
80 79
5. Spuitpistool: aarding via aansluiting met een geaarde vloeistofslang en pomp.
78
6. De vloeistofhouder: volg de ter plekke geldende voorschriften. 7. Het te spuiten object: volg de ter plekke geldende voorschriften. 8. Bakken met oplosmiddel die worden gebruikt bij het spoelen: volg de ter plekke geldende voorschriften. Gebruik alleen metalen vaten, die geleidend zijn, en zet ze op een geaard oppervlak. Plaats het vat nooit op een isolerend oppervlak, zoals papier of karton, omdat dat de aarding onderbreekt.
10
ti13261a
FIG. 3. Elektrische kabel voor ongevaarlijke locaties
313694B
Installatie
Toegang tot elektrische behuizing
Slangverbindingen Zie FIG. 1 op blz. 7.
Verwijder de buitenste twee schroeven van de verwarming sconsole7.
Schroef de binnenste twee schroeven van de verwarmings console les. ti13358a
Houd de verwarming omhoog weg van de pomp om gemakkelijker toegang te krijgen tot de schroeven op het deksel van de elektrische behuizing.
Behuizing elektra
1. Maak een uiteinde van de luchtslang vast aan de luchtregelaar van het pistool (enkel voor T, G40 spuitpistolen). 2. Maak het andere uiteinde van de luchtslang vast aan de luchtinlaat aan de onderkant van het pistool (enkel voor G40 spuitpistolen). 3. Zet de pistoolwartel (J) op de materiaalinlaat van het pistool. 4. Maak een uiteinde van de vloeistofhulpslang (K) vast aan de pistoolwartel en het andere uiteinde aan de hercirculatiespruitstuk. 5. Maak een blauwe vloeistofslang vast aan het hercirculatiespruitstuk en aan de tegendrukregelaar (E). 6. Maak de andere blauwe vloeistofslang vast aan het hercirculatiespruitstuk en aan de filter (F) uitlaat. 7. Breng de lenskappen aan op beide lenzen van de regelmeter. 8. Controleer dat de fittingen van de aanzuigslang en de fittingen van de aftapslang dicht zijn.
ti13359a
313694B
11
Gebruik
Gebruik Drukontlastingsprocedure
1. Zet de trekker op de veiligheidspal. 2. Zie FIG. 1. Open de zelfontlastende hoofdluchtkraan (U). 3. Ontgrendel de veiligheidspal.
De apparatuur doorspoelen voor het eerste gebruik De apparatuur is getest met lichte olie, die in de apparatuur is gebleven om de onderdelen te beschermen. Om te voorkomen dat uw vloeistof met olie wordt vervuild, moet de apparatuur voor het eerste gebruik worden gespoeld met een geschikt oplosmiddel. Zie De pomp spoelen op blz. 16.
Trekkervergrendeling
4. Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig tegen een geaard, metalen vat gedrukt. Trek de trekker in om de druk te ontlasten. 5. Zet de trekker op de veiligheidspal. 6. Open alle aftapkranen van de pomp, waarbij u een afvalcontainer klaar houdt om de vloeistof op te vangen. Laat de ontlastkraan/ontlastkranen open staan tot u weer zover bent om te gaan spuiten. 7. Als u vermoedt dat de druk niet volledig ontlast is nadat u de bovenstaande stappen gevolgd heeft, controleere dan het volgende: a. De spuittip kan volledig verstopt zijn. Maak de klemring van de luchtmondstukkap heel langzaam los om de druk te verlagen in de holte tussen de kogel/zitting afsluitklep en de verstopte tip. Reinig de opening in de tip. b.
c.
12
De vloeistoffilter van het pistool of de vloeistofslang kan volledig verstopt zijn. Maak de koppeling aan het slanguiteinde met het pistool langzaam los en verlaag de druk geleidelijk. Draai hem dan volledig los om de verstopping te verwijderen. Als de spuittip of slang na de bovenstaande stappen nog steeds volledig verstopt lijkt, maak de klemring van de tipbescherming of de koppeling aan het slanguiteinde dan langzaam los en verlaag de druk geleidelijk, maak het daarna volledig los. Houd de trekker van het pistool ingedrukt in de afvalbak terwijl de tip verwijderd is.
Zie FIG. 4. Zet de trekker altijd op de vergrendeling als u ophoudt met spuiten om te voorkomen dat het pistool gaat spuiten omdat de trekker onverwacht met de hand wordt ingedrukt, het valt of er tegen wordt gestoten.
Veiligheidspal voor de trekker van het pistool vergrendeld
TI6581A
Veiligheidspal voor de trekker van het pistool los
TI6582A
FIG. 4. Trekkervergrendeling
313694B
Gebruik
Oliereservoir
7. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: activeren de vul/spoelfunctie door op de ful/spoelknop te drukken op de DataTrak.
Vul het oliereservoir voor 1/3 met Graco Throat Seal Liquid (TSL) of een vergelijkbaar oplosmiddel.
8. Zet de luchtkranen (U) open. Draai de knop van de luchtregeling (X) langzaam rechtsom open en laat de druk oplopen tot de pomp start. 9. Laat de pomp langzaam werken totdat alle lucht verdreven is en de pomp en de slangen volledig voorgepompt zijn. 10. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: desactiveren de vul/spoelfunctie door op de vul/spoelknop
te drukken op de DataTrak.
Oliereservoir 11. Laat de trekker van het pistool los, en zet de trekker op de veiligheidsvergrendeling. De pomp moet afslaan door de tegendruk.
Aanbrengen van de spuittip ti11927a
FIG. 5. Oliereservoir
Vullen van de pomp (verdrijven van de lucht) 1. Zie FIG. 1 Vergrendel de trekker van het pistool. Haal de tipbeschermer en de spuittip van het pistool (H). Zie de handleiding van het pistool. 2. Sluit de luchtregelaar (T) van het pistool en de luchtregelaar (X) van de pomp door de knop linksom te draaien en zo de druk tot nul terug te brengen. Sluit beide luchtkranen (U). Controleer ook dat alle aftapkranen gesloten zijn.
Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 12. Installeer de spuittip en de tipbeschermer zoals beschreven in de apart bijgeleverd handleiding van het spuitpistool. De hoeveelheid gespoten vloeistof en de patroonbreedte hangt af van de tipgrootte, de viscositeit van de vloeistof, en de vloeistofdruk. Gebruik het schema Selectie van spuittips in de handleiding van uw pistool om de geschikte spuittip voor uw toepassing te kiezen.
3. Sluit de luchtleiding aan op de luchtkraan (U). 4. Controleer of alle fittingen overal in het systeem goed aangedraaid zijn. 5. Plaats de bak dicht bij de pomp. De aanzuigslang is ongeveer 1,2 m lang. Span de slang niet aan; laat het hangen zodat de vloeistof gemakkelijker in de pomp stroomt. 6. Houd een metalen deel van het pistool (H) stevig tegen de zijkant van een geaarde metalen bak, ontgrendel de trekker en houd de trekker ingedrukt.
313694B
13
Gebruik
Stel de verneveling af
Het spuitpatroon afstellen Pakketten met airless pistolen
1. Zet de luchtaanvoer voor de verneveling niet aan. De vloeistofdruk wordt geregeld door de luchtdruk die geleverd wordt aan de pomp (luchtregelaar van de pomp). Zet de materiaaldruk op een lage startdruk. Voor vloeistoffen met een lage viscositeit (lager dan 25 sec., #2 Zahn-reservoir) met een lager percentage aan vaste stoffen (gewoonlijk lager dan 40%), start bij 300 psi (2,1 MPa, 21 bar) aan de pompuitlaat. Voor vloeistoffen met een hogere viscositeit of met een hoger gehalte aan vaste stoffen, start bij 600 psi (4,2 MPa, 42 bar). Bekijk het volgende voorbeeld.
De opening van de spuittip en de spuithoek bepalen de dekking en de afmeting van het patroon. Als u meer dekking nodig hebt, gebruik dan een grotere spuittip in plaats van een verhoogde vloeistofdruk. Lijn de beschermer horizontaal uit om een horizontaal patroon te spuiten. Lijn de beschermer verticaal uit om een verticaal patroon te spuiten.
Pakketten met AA-pistolen 1. Zie FIG. 6. Sluit de lucht voor de afstelling van het patroon af door de knop (AA) volledig rechtsom (naar binnen) te draaien. Hiermee stelt u het pistool af op het breedste patroon.
Voorbeeld: AA
Overbrenging sverhouding pomp
Instelling luchtregelaar pomp psi (MPa, bar)
Benaderende vloeistofdruk psig (MPa, bar)
15:1 30:1
x 20 (0,14; 1,4) = x 20 (0,14; 1,4) =
300 (2,1; 21) 600 (4,2; 42)
AA
NAAR BUITEN (smaller patroon)
NAAR BINNEN (breder patroon)
2. Houd het pistool loodrecht en ongeveer 304 mm (12 inches) van het oppervlak. 3. Beweeg eerst het geweer en haal vervolgens de trekker van het spuitpistool over om op het testpapier te spuiten. 4. Verhoog de materiaaldruk in stappen van 100 psi (0,7 MPa, 7 bar) net tot het punt waarop verdere toename van de materiaaldruk de verneveling van het materiaal niet significant verbetert. Bekijk het volgende voorbeeld. Voorbeeld:
Overbrengings verhouding pomp 15:1 30:1
14
Stap van de luchtregelaar van de pomp psi (MPa, bar)
TI6559A
FIG. 6. Knop voor de lucht van het patroon 2. Zie FIG. 7. Stel de luchtdruk voor de verneveling in op ongeveer 5 psi (0,35 bar, 35 kPa) bij het indrukken van de trekker. Controleer het spuitpatroon en verhoog vervolgens de luchtdruk tot het resterende materiaal volledig vernevelt en in het spuitpatroon wordt getrokken. Ga niet verder dan een luchtdruk van 100 psi (0,7 MPa, 7 bar) naar het pistool.
Verhoog de vloeistofdruk psi (MPa, bar)
x 7 (0,05; 0,5) = 100 (0,7; 7,0) x 3,3 (0,02; 0,2) = 100 (0,7; 7,0)
313694B
Gebruik
3. Zie FIG. 7. Draai voor een smaller patroon de knop voor het afstellen van het patroon (AA) linksom (naar buiten). Als het patroon nog niet smal genoeg is, verhoog dan de luchtdruk naar het pistool enigszins of gebruik een ander formaat tip.
Te weinig Juiste lucht hoeveelheid lucht FIG. 7. Problemen met het spuitpatroon Geen lucht
ti0792A
Uitzetten
Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 12. De pomp altijd doorspoelen voordat er vloeistof op de cilinderstang opdroogt. Zie De pomp spoelen op blz. 16.
313694B
15
Onderhoud
Onderhoud Preventief onderhoudsschema
1. Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 12.
Hoe vaak onderhoud nodig is hangt ervan af onder welke omstandigheden uw systeem gebruikt wordt. Zet een schema op voor preventief onderhoud door op te schrijven wanneer en welk soort onderhoud nodig is en bepaal vervolgens een vast schema voor de controle van uw systeem.
2. Verwijder de tipbeveiliging en de spuittip van het pistool. Zie de afzonderlijke pistoolhandleiding.
Vervang de lenskappen van de lenzen van de meter van de regelaar als de meters door vuilaanslag moeilijk te lezen zijn.
Draai de schroefdraadverbindingen aan Controleer voor ieder gebruik alle slangen op slijtage of beschadiging. Vervang hem, indien nodig. Controleer of schroefverbindingen goed vastzitten en niet lekken.
De pomp spoelen
3. Plaats een zuigbuis in een geaarde metalen opvangbak met reinigingsvloeistof. 4. Stel de pomp in op de laagst mogelijke vloeistofdruk, en start de pomp. 5. Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig tegen een geaarde metalen opvangbak. 6. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: activeren de vul/spoelfunctie door op de ful/ spoelknop
7. Druk de trekker van het pistool in. Spoel het systeem door, totdat er helder oplosmiddel uit het pistool stroomt. 8. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: desactiveren de vul/spoelfunctie door op de vul/ spoelknop
Lees alle Waarschuwingen. Volg alle Aardings instructies. Zie blz. 10. Spoel de pomp: •
Vóórdat u hem voor het eerst gebruikt
•
Bij het wisselen van kleur of spuitmateriaal
•
Voor de herstelling van de apparatuur
•
Voordat materiaal opdroogt of zich afzet in de stilstaande pomp (let bij gekatalyseerde vloeistoffen op hoe lang het maximaal verwerkbaar blijft)
•
Aan het einde van de dag
•
Voordat de pomp wordt opgeborgen.
te drukken op de DataTrak.
te drukken op de DataTrak.
9. Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 12. 10. Reinig tipbeschermer, spuittip en materiaalfilterelement ieder afzonderlijk, en monteer ze daarna weer. 11. Reinig de binnenkant en de buitenkant van de aanzuigslang.
Oliereservoir Vul het oliereservoir voor de helft met Graco Throat Seal Liquid (TSL). Houd het niveau dagelijks bij.
Spoel op de laagst mogelijke druk. Spoel met een middel dat geschikt is voor gebruik met de gepompte vloeistof en met de natte delen in het systeem. Raadpleeg de fabrikant of leverancier naar de aanbevolen spoelvloeistoffen en de spoelfrequentie.
16
313694B
Storingen opsporen en verhelpen
Storingen opsporen en verhelpen
Ontlast de druk voor het controleren of onderhouden van het toestel.
LET OP Controleer eerst alle mogelijke oorzaken en problemen, voordat u de pomp demonteert. F
Probleem De pomp werkt niet.
De pomp werkt, maar er is weinig opbrengst bij beide slagen.
De pomp werkt, maar de uitvoer is laag bij de neerwaartse slag.
Oorzaak
Verstopte leiding of onvoldoende Reinig de leiding of verhoog luchttoevoer; de ventielen zitten dicht de luchttoevoer. Controleer of of verstopt. de ventielen open zijn. Verstopte materiaalslang of verstopt pistool; de binnendiameter van de materiaalslang is te klein.
Openen, ontstoppen*. Gebruik een slang met een grotere binnendiameter.
Er is materiaal opgedroogd op de cilinderstang.
Reinigen; zet de pomp altijd stil aan de onderkant van een slag; houd het oliereservoir voor een derde gevuld met Graco throat seal liquid (TSL).
Onderdelen van de luchtmotor zijn vuil, versleten of beschadigd.
Reinig of repareer de luchtmotor. Zie handleiding 312796.
Verstopte leiding of onvoldoende Reinig de leiding of verhoog luchttoevoer; de ventielen zitten dicht de luchttoevoer. Controleer of de ventielen open zijn. of verstopt. Verstopte materiaalslang of verstopt pistool; de binnendiameter van de materiaalslang is te klein.
Openen, ontstoppen*. Gebruik een slang met een grotere binnendiameter.
Versleten pakkingen in onderpomp.
Vervang de pakkingen. Zie handleiding 312794.
Openstaande of versleten zuigerkleppen of pistoolpakkingen.
Reinig het ventiel; vervang de pakkingen. Zie handleiding 312794.
Toerental van de pomp onregelmatig Het materiaal is op. of snel oplopend. Openstaande of versleten zuigerkleppen of pistoolpakkingen. In de peilaanduiding in het TSL-resevoir is te zien dat er materiaal wordt gepompt.
Oplossing
Versleten halspakkingen.
Bijvullen en voorpompen. Reinig de klep, vervang de pakkingen; zie handleiding 312794. Vervang de pomphalspakkingen. Zie handleiding 312794.
* Ontlast de druk om te bepalen of de materiaalslang of het pistool verstopt is. Ontkoppel de vloeistofslang en plaats een opvangbak onder de vloeistofuitlaat van de pomp om eventuele vloeistof op te vangen. Draai de lucht net ver genoeg open om de pomp te laten lopen. Als de pomp start wanneer de luchtaanvoer wordt opengedraaid, dan bevindt de verstopping zich in de materiaalslang of het pistool.
313694B
17
DataTrak Controls en indicatoren
DataTrak Controls en indicatoren Legende voor FIG. 8 AA Runaway Limiet, in cycli per pinuut (kan ingesteld worden door de gebruiker; 00=UIT) AB Lagere Verplaatsing (kan ingesteld worden door de gebruiker) AC Stroomsnelheidseenheden (kunnen ingesteld worden door de gebruiker op
RK Resetknop (Resetfouten. Druk op de knop en houd de knop gedurende 3 seconden ingedrukt om de teller van het batchtotaal te wissen.) Druk op de knop op te schakelen tussen de stroomsnelheid en de cyclussnelheid. CF Cyclus/Stroomsnelheid BT Teller voor het batchtotaal GT Totaalteller RT Runaway-schakelaar (activeren/desactiveren) UT E1 Tuimelschakelaar DT E2 Tuimelschakelaar ST E5 Tuimelschakelaar
/min, gpm [VS], gpm [Brits],
oz/min [US], oz/min [Brits], l/min of cc/min) AD LED (foutindicator wanneer het brandt) AE Display PF Vul/Spoeltoets (Schakelt de Vul/Spoelmodus in). In de vul/spoelmodus is de runaway-beveiliging uitgeschakeld en zal de teller voor het batchtotaal [BT] niet tellen.) De LED zal branden in de vul/spoelmodus.
GT Bedrijfsstand
AE, zie de detailtekening rechts
PF
RK
ti8622b
CF
AD
BT
RT
ti11883a
Instelstand
UT
AC DT AB
PF
RK
ti8623b
AA
ST
FIG. 8. DataTrak Controls en indicatoren
18
313694B
DataTrak-werking
DataTrak-werking OPMERKING: Het scherm (AE) zal na 1 minuut uitgeschakeld worden om de levensduur van de batterij te verlengen. Druk op eender welke knop om het scherm op te roepen.
2. Runaway-schermen 1 en 2: Om het runaway-ventiel te resetten sluit u de hoofdluchtklep (E). Wacht op lucht om de luchtmotor volledig te ontluchten.
Instelstand 1. Zie FIG. 8. Druk op de knop en houd de knop gedurende 5 seconden ingedrukt tot het instelmenu getoond wordt. 2. Om instellingen in te geven voor runaway (indien aanwezig), verlaag de grootte, en stroomsnelheidseenheden, en schakel runaway, E1, E2, en E5 foutopties in, druk op
3. Runaway-schermen 3 en 4: Nadat de motor ontlucht is, drukt u op de ventielontlastingsknop (J) om de luchtklep te resetten. De knop zal opnieuw omhoog kopen wanneer de luchtklep opnieuw onder druk staat.
om de waarde
te wijzigen, en druk dan op om de waarde op te slaan en de cursor te verplaatsen naar het volgende gegevensveld. Zie pagina 21 voor een beschrijving van de foutcodes E1, E2 en E5. OPMERKING: Graco raadt aan runaway (indien aanwezig) in te stellen op 60
.
J
OPMERKING: Wanneer runaway, E1, E2 en E5 foutopties ingeschakeld zijn, zal een ✓ getoond worden op het instelscherm. Zie FIG. 8. 3. Verplaats de cursor naar de E5 fout, activeer het optieveld, druk dan nogmaals op de Instelmodus te sluiten.
om ti11902a
Bedrijfsstand Runaway OPMERKING: DataTrak is beschikbaar met en zonder runaway-beveiliging. Pakketten met M02xxx luchtmotoren worden geleverd zonder een runawayventiel. Alle andere DataTrak-pakketten zijn voorzien van een runaway-ventiel. 1. Zie FIG. 8. Als een runaway van de pomp voorkomt, zal het runaway-ventiel ingeschakeld worden, waarna de pomp tot stilstand gebracht wordt. De LED (AD) zal knipperen en het scherm (AE) zal een runaway-toestand tonen (zie Tabel 1). Het scherm zal beurtelings de zes instructieschermen tonen.
FIG. 9. Ontlastingsknop van het ventiel 4. Runaway-schermen 5 en 6: Druk op om de diagnostische code te wissen en het runawayventiel te resetten.
5. Open de hoofdluchtklep (E) om de pomp opnieuw te starten. OPMERKING: Schakel de runaway-monitoring uit, ga naar de instelmodus en stel de runaway-waarde in op 0 (nul) of schakel (RT) naar uit
313694B
(zie FIG. 8).
19
DataTrak-werking
Vullen/spoelen
Display
1. Zie FIG. 8. Ga naar de vul/spoelmodus, druk op eender welke toets om het scherm op te roepen,
Zie FIG. 8. Het scherm (AE) zal na 1 minuut inactiviteit in de bedrijfstand of 3 minuten in de instelstand uitgeschakeld worden. Druk op eender welke knop om het scherm op te roepen.
druk dan op . Het vul/spoelsymbool zal op het scherm getoond worden en de LED zal knipperen .
2. In de vul/spoelmodus is de runaway-beveiliging uitgeschakeld en zal de teller voor het batchtotaal (BT) niet tellen. 3. Om de vul/spoelmodus te verlaten drukt u op eender welke toets om het scherm op te roepen en dan drukt u op . Het vul/spoelsymbool zal van het scherm verdwijnen en de LED zal niet langer knipperen.
Teller/Totaliseerder Zie FIG. 8. Het laatste teken van de teller van het batchtotaal (BT) stelt de tiende van de gallons of liter voor. Om de teller te resetten, drukt u op eender welke knop om het scherm op te roepen, daarna drukt u op
OPMERKING: DataTrak zal cycli blijven tellen terwijl het scherm uitgeschakeld is. OPMERKING: Het scherm (AE) kan uitgeschakeld worden als een hoge statische ontlading toegepast wordt op DataTrak. Druk op eender welke knop om het scherm op te roepen.
Diagnose DataTrak kan verschillende problemen diagnosticeren bij de pomp. Wanneer de monitor een probleem detecteert, zal de LED (AD, FIG. 8) knoppen en zal een diagnosecode op het scherm getoond worden. Zie Tabel 1. Om de diagnose te bevestigen en terug te keren naar het normale werkingsscherm, drukt u eenmaal op om het scherm op te roepen, en drukt u nogmaals om het diagnostische codescherm te wissen.
en houdt u deze knop ingedrukt gedurende 3 seconden. OPMERKING: Als de stroomsnelheid ingesteld is op /min, dan zullen beide tellers het aantal pompcycli
tonen.
20
313694B
DataTrak-werking
Tabel 1: Diagnostische codes Symbool
313694B
Code
Codenaam
Diagnose
Oorzaak
Runaway (DataTrak enkel met runawaybeveiliging)
De pomp draait sneller dan de ingestelde runaway-limiet.
• Verhoog de luchtdruk. • Verhoog de vloeistofuitlaat. • Het materiaal is op.
E-1
Plotselinge opwaartse slag
Lek tijdens opgaande slag.
Versleten zuigerklep of pakkingen.
E-2
Plotselinge neerwaartse slag
Lek tijdens Versleten inlaatventiel. neergaande slag.
E-3
Lage Batterijspanning batterijspanning te laag om runaway te stoppen.
Lage batterijspanning. Vervang de batterij; zie blz. 22.
E-4
Onderhoudsco Probleem met mponent 1 stoppen van (enkel voor runaway. eenheden met runaway-beveili ging)
• Beschadigd ventiel. • Klephouder is beschadigd. • Runaway (RT, FIG. 8)-beveiliging kan ingeschakeld zijn met een pomp die niet uitgerust is met een runaway-ventielklep. Ga naar het instelscherm en schakel de runaway-beveiliging uit.
E-4
Losgekomen ventiel (enkel voor eenheden met runawaybeveiliging)
Het ventiel is losgekomen.
• Het magneetventiel is losgekoppeld. • De bedrading van het ventiel is beschadigd.
E-5
Onderhoudsco mponent 2
Problemen met het detecteren van de klepbeweging.
• • • •
E-6
Doorgebrande zekering
Zekering is doorgebrand. Zekering vervangen; zie blz. 22.
• Defect ventiel of bedrading van het ventiel. • Extreme temperaturen (hoger dan 60°C). • Runaway (RT, FIG. 8)-beveiliging kan ingeschakeld zijn met een pomp die niet uitgerust is met een runaway-ventielklep. Ga naar het instelscherm en schakel de runaway-beveiliging uit.
Sensoren zijn losgekoppeld. Sensoren zijn niet correct gemonteerd. Sensoren zijn beschadigd. Klephouder is beschadigd.
21
DataTrak-werking
Vervang de DataTrak-batterij of zekering 4. Verwijder twee schroeven aan de achterkant van de module om toegang te krijgen tot de batterij. De batterij of zekering moet vervangen worden op een ongevaarlijke locatie. Gebruik enkel de volgende goedgekeurde batterijen ter vervanging. Gebruik van een niet-goedgekeurde batterij ontheft Graco uit haar garantie en FMen Ex-goedkeuringen. • Ultralife lithium # U9VL • Duracell alkaline # MN1604 • Energizer alkaline # 522 • Varta alkaline # 4922
5. Koppel de gebruikte batterij los en vervang deze door een goedgekeurde batterij. Zie FIG. 12.
Zekering vervangen 1. Verwijder de schroef, metalen strip en plastic houder. 2. Duw de zekering weg van het bord. 3. Vervang deze door een nieuwe zekering.
Gebruik enkel een zekering ter vervanging die goedgekeurd is door Graco.
Kabelverbinding van het ventiel
Vervang de batterij 1. Schroef de kabel los aan de achterkant van de bladveerschakelaar. Zie FIG. 10. 2. Verwijder de kabel uit de twee kabelklemmen. Zekering
Kabelverbinding van de sensor
ti11992a
FIG. 10. Koppel DataTrak los 3. Verwijder de DataTrak-module uit de console. Zie FIG. 11. Breng de module en daaraan vastgemaakte kabel naar een ongevaarlijke locatie.
Batterij ti11994a
FIG. 12. Locatie van de DataTrak-batterij en -zekering
ti11884a
FIG. 11. Verwijder DataTrak
22
313694B
DataTrak-werking
313694B
23
Onderdelen
Onderdelen G28xxx- en G30xxx-modellen, montage op rijdend onderstel en wandmontage
3a 3b
2
ti13112a
66
67
84
67 62 48
63
64
77
1
60 64 6 74
73
81
83a (modellen voor wandmontage)
75 61
5
24
4
69 70
72
71
82
83b (modellen voor montage op rijdend ti13018a
313694B
Onderdelen
16
49
Elektrische kabelonderdelen voor ongevaarlijke locaties (enkel voor montage op rijdend onderstel)
65
80 79
78
54
ti13261a
ti13111a
60
Afgebeeld G40-pistool
53
16
60
65 10 8
22
68
ti13114a
313694B
9
ti13143a
25
Onderdelen
G28xxx-Modellen Ref. OnderNr. deelnr. Omschrijving 1
COMPLETE POMP M18LN0 x LW125A M18LT0 x LW125A PANEEL, luchtschakelaars Enkel pomp (zie pagina 30) 24A583 Pomp en pistool, zie pagina 29 24A581 24A576 DATATRAK, montage, zie pagina 31 en handleiding 313541. ----INZETSTUK, paneel (opgenomen in Deel 2) 256422 SLANG, aanzuig, montage (omvat Deel 5) ----ZEEF, aanzuig (opgenomen in Deel 4) 239300 FILTER, materiaal, sst, zie handleiding 307273 189018 WARTEL, vloeistofslang (pakketten met AA-pistool) SLANGENBUNDEL Pakketten met XTR-pistool 239342 Pakketten met G40-pistool 239311 PISTOOL XTR 5 XTR501 G40 249242 AAM413 PISTOOLTIP (niet afgebeeld, pakketten met G40-pistool) AAMxxx TIPOPTIE (niet afgebeeld, pakketten met G40-pistool) ----MOER, borg, M x 0,08 (opgenomen in Deel 2 en 49) Voor montage op rijdend onderstelVoor wandmontage 239069 SLANG, vloeistof, hulp, 0,6 m ----DEKSEL, meter, niet afgebeeld, 12 per blad (zie pagina 29 voor pakketten met 5 bladen) 238909 AARDINGSDRAAD, pomp 24A372 SET MONTAGEARMEN, wandmontage (omvat 16, 50 en 51) ----TUSSENRING (opgenomen in Deel 49) ----SCHROEF, machine, M5 x 25 (opgenomen in Deel 49) 256427 SET VOOR MONTAGE OP RIJDEND ONDERSTEL, zie pagina 28 (enkel voor GxxCxx-modellen) 24A578 SET VOOR WANDMONTAGE, zie pagina 28 (enkel voor GxxWxx-modellen) 24A590 CONSOLE, verwarmd, set, omvat 64, 65 en 66) VERWARMING, vloeistof 120V, zie handleiding 309524 245848 240V, zie handleiding 309524 245863 100022 KAPSCHROEF, zeskantkop, 1/4-20 x 19 mm 100527 TUSSENRING; 6,35 mm ----SCHROEF, M8 x 25 ----MOER ----SCHROEF, M8 x 1,25 167002 ISOLATIE, warmte239864 SPRUITSTUK, hercirculatie, 1/4 npsm 15V521 KOPPELSTUK, Wartel
Aantal. 1
W28EAS W28EBS
2
3a 3b 4 5 6 8 9
10
11 12 16
22 32
48 49 50 51 53
54 60 61
62 63 64 65 66 67 68 69
26
1
1 1 1 1 1 1 1
1
1 1
2 8 1 1
1 2
Ref. OnderNr. deelnr. Omschrijving 70 71
113834 239062
Aantal.
KOGELKLEP, 3-weg, 1/4 npt(m), rvs SLANG, aftap, nylon, sst-fittings, 6 mm binnendiameter; 1/4 npsm(f) 72 166866 ELLEBOOGSTUK; 1/4 npt (m x f); sst 73 117627 FITTING, koppeling 74 114190 KOPPELSTUK, Wartel 75 239153 SLANG, materiaal-; nylon; rvs fittingen; binnendiam 13 mm; 1/2 npt(mbe); lengte 0,5 m 76 239108 SLANG, materiaal, hercirculatie 77 166846 VERLOOP, 1/4-18 npsm x 1/4-18 npt 78 KABEL, elektrisch (enkel voor montage op rijdend onderstel) 120V-pakketten, met plug 15W730 240V-pakketten, zonder plug 15W731 79 112408 SNOERONTLASTING, 90° (enkel voor montage op rijdend onderstel) 80 NAAF 107219 Voor gebruik met meegeleverde kabel (enkel voor montage op rijdend onderstel), 3/4 npt(m) x 1/2 nptf Geleverd met verwarming voor 185065 leidingtoepassingen 81 113934 KOPPELSTUK, wartel, verwarmingsinlaat, 90°, rvs, 1/2 npt(fbe) 82 502265 NAAF, reduceerder, leiding 83a 235207 KOPPELSTUK, wartel, rvs, 3/8 npt(m) x 3/8 npsm(f), enkel voor pakketten voor wandmontage 83b 207123 KOPPELSTUK, wartel, 90°, enkel voor pakketten voor montage op rijdend onderstel 84 238926 REGULATOR, tegendruk; rvs; zie handleiding 306860
1 1 2 1 1 1
1 3 1
1 1
1 1 1
1
1
----- Dit onderdeel wordt niet los verkocht. 4 4
OPMERKING: Vervangende labels, stickers, plaatjes en kaarten die waarschuwen voor gevaar zijn gratis verkrijgbaar.
1
1 1 1
2 2 8 4 4 4 1 1
313694B
Onderdelen
G30xxx-Modellen Ref. OnderNr. deelnr. Omschrijving 1
COMPLETE POMP M30LNO x LW075A M30LT0 x LW075A PANEEL, luchtknoppen (omvat 3b, 42 en 43) Enkel pomp, zie pagina 30 24A583 Pomp en pistool, zie pagina 29 24A581 24A576 DATATRAK, montage, zie pagina 31 en handleiding 313541 ----INZETSTUK, paneel (opgenomen in Deel 2) 256423 SLANG, aanzuig, montage (omvat Deel 5) ----ZEEF, aanzuig (opgenomen in Deel 4) 239300 FILTER, materiaal, sst, zie handleiding 307273 189018 WARTEL, vloeistofslang (pakketten met AA-pistool) Slangenbundel Pakketten met XTR-pistool 239342 Pakketten met G40-pistool 239311 PISTOOL XTR 5 XTR501 G40 249242 AAM413 PISTOOLTIP (niet afgebeeld, pakketten met G40-pistool) AAMxxx TIPOPTIE (niet afgebeeld, pakketten met G40-pistool) ----MOER, borg, M x 0,08 (opgenomen in Deel 2 en 49) Voor montage op rijdend onderstelVoor wandmontage 239069 SLANG, vloeistof, hulp, 0,6 m ----DEKSEL, meter, niet afgebeeld, 12 per blad (zie pagina 29 voor installati'e met 5 bladen) 238909 AARDINGSDRAAD, pomp 24A372 SET MONTAGEARMEN, wandmontage (inclusief 16, 50 en 51) ----TUSSENRING (opgenomen in Deel 49) ----SCHROEF, machine, M5 x 25 (opgenomen in Deel 49) 256427 SET VOOR MONTAGE OP RIJDEND ONDERSTEL, zie pagina 28 (enkel voor GxxCxx-modellen) 24A578 SET VOOR WANDMONTAGE, zie pagina 28 (enkel voor GxxWxx-modellen) 24A590 CONSOLE, verwarmd, set, omvat 64, 65 en 66)
Aantal. 1
W30CAS W30CBS
2
3a 3b 4 5 6 8 9
10
11 12 16
22 32
48 49 50 51 53
54 60
61
1
1 1 1 1 1 1 1
1
1 1
2 8 1 1
1 2 4 4 1
2 8 4 4
67 68
167002 239864
4 1
313694B
15V522 113834 239062
KOPPELSTUK, Wartel KOGELKLEP, 3-weg, 1/4 npt(m), rvs SLANG, aftap, nylon, sst-fittings, 6 mm binnendiameter; 1/4 npsm(f) 72 166866 ELLEBOOGSTUK; 1/4 npt (m x f); sst 73 117627 FITTING, koppeling 74 236892 KOPPELSTUK, Wartel 75 239153 SLANG, materiaal-; nylon; rvs fittingen; binnendiam 13 mm; 1/2 npt(mbe); lengte 0,5 m 76 239108 SLANG, materiaal, hercirculatie 77 166846 VERLOOP, 1/4-18 npsm x 1/4-18 npt 78 KABEL, elektrisch (enkel voor montage op rijdend onderstel) 120V-pakketten, met plug 15W730 240V-pakketten, zonder plug 15W731 79 112408 SNOERONTLASTING, 90° (enkel voor montage op rijdend onderstel) 80 NAAF 107219 Voor gebruik met meegeleverde kabel (enkel voor montage op rijdend onderstel), 3/4 npt(m) x 1/2 nptf Geleverd met verwarming voor 185065 leidingtoepassingen 81 113934 KOPPELSTUK, wartel, verwarmingsinlaat, 90°, rvs, 1/2 npt(fbe) 82 502265 NAAF, reduceerder, leiding 83a 235207 KOPPELSTUK, wartel, rvs, 3/8 npt(m) x 3/8 npsm(f), enkel voor pakketten voor wandmontage 83b 207123 KOPPELSTUK, wartel, 90°, enkel voor pakketten voor montage op rijdend onderstel 84 238926 REGULATOR, tegendruk; rvs; zie handleiding 306860
Aantal. 1 1 1 2 1 1 1
1 3 1
1 1
1 1 1
1
1
----- Dit onderdeel wordt niet los verkocht. OPMERKING: Vervangende labels, stickers, plaatjes en kaarten die waarschuwen voor gevaar zijn gratis verkrijgbaar.
1
63 64 65 66
ISOLATIE, warmteSPRUITSTUK, hercirculatie, 1/4 npsm
69 70 71
1
VERWARMING, vloeistof 245848 120V, zie handleiding 309524 245863 240V, zie handleiding 309524 100022 KAPSCHROEF, zeskantkop, 1/4-20 x 19 mm 100527 TUSSENRING; 6,35 mm ----SCHROEF, M8 x 25 ----MOER ----SCHROEF, M8 x 1,25
62
Ref. OnderNr. deelnr. Omschrijving
1
2
27
Sets
Sets Set voor wandmontage 24A578 Ref. nr. 101 102
Omschrijving Aantal. WANDPLAAT, set, inclusief 1 schroeven SCHROEF (inclusief bij 101) 4
102
101
OPMERKING: Set montagearmen 24A372 (Deel 49, zie pagina 26 of 27) is ook vereist voor de wandmontage van een installatie met bedieningspaneel.
ti12633a
Verwarmde Set voor Montage op Rijdend Onderstel 256427 OnderRef. nr. deelnr. 201 ----202 ----203 119451
202 205 208 212
215 209
207
210
201
203
204 205 206 207 208 209
119452 277790 15C871 115480 116630 -----
210
111799
211 212
104541 115643
213
100022
214
100527
215
167002
Omschrijving Aantal. CART, frame 1 HANDLE, cart 1 WIEL, semi2 pneumatisch KOLOM, hub 2 MOF, carthandgreep 1 KAP, been 2 KNOP, t–handvat 2 SCHROEF, houder 2 CONSOLE, 1 verwarmd, cart SCHROEF, kolom, 4 zeskantkop MOER, borg 4 SCHROEF, zeskant, 8 ringkop SCHROEF, kolom, 2 zeskantkop TUSSENRING, 2 normaal ISOLATIE, warmte4
204 ----- Dit onderdeel wordt niet los verkocht. 211 213 214 206
28
ti13357a
313694B
Sets
Set bedieningspaneel voor pomp en pistool 304
311 307 308
310 313 310
308
316
319
307
303 306
314 317
305 309 315 312
304 303
ti13467a
302
301
ti13565a
321
Set 24A581 Ref. Onderdeel Omschrijving 301 114362 KRAAN, kogel 302 15T643 WARTEL, tee, 3/8 npt(m) x 1/2T 303 061513 BUIS, nylon 304 121212 KNIESTUK, wartel, 1/2T x 3/8 npt(m) 305 15T536 REGELAAR, lucht-, pomp, 3/8 npt 306 15T937 KNIESTUK, wartel, 5/32 T x 1/2 npt 307 054753 BUIS, nylon, zwart 308 309 310 311
312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322
15T498 15T866 15T500 113498 116643 120306 164672 15T538 114381 15T539 116514 15T555 15U666 277794 105332 15V204 -----
313694B
WARTEL, 90°, 5/32T x 1/8 npt(f) KNIESTUK, wartel; 5/32 T x 3/8 npt MANOMETER VEILIGHEIDSVENTIEL Set 24A581 Set 24A582 Set 24A583 VERLOOPSTUK MOER, regelaar SCHROEF, kop, bolkop REGELAAR, lucht-, pistool, 3/8 npt MOER, regelaar PANEEL LABEL, paneel (niet afgebeeld) INZETSTUK MOER, borg (niet afgebeeld) KNIESTUK, 1/2T x 1/2 npt KAP, lens, blad met 12 stickers (niet afgebeeld), bestel onderdeelnr. 24A540 5 bladen
Aantal. 1 1 0,39 m 3 1 1 101,6 mm 2 1 2 1
1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1
29
Sets
Set bedieningspaneel enkel voor pomp 307
308
304
310
313
ti13567a
306
305
303 326 301 304 311
317
314
Set 24A583 Ref. Onderdeel Omschrijving Aantal. 301 114362 KRAAN, kogel 1 303 061513 BUIS, nylon 0,45 m 304 121212 KNIESTUK, wartel, 1/2T x 3/8 npt(m) 2 305 15T536 REGELAAR, lucht-, 3/8 npt 1 306 15T937 KNIESTUK, wartel, 5/32 T x 1/2 npt 1 307 054753 BUIS, nylon, zwart 127 mm 308 15T498 WARTEL, 90°, 5/32T x 1/8 npt(f) 1 310 15T500 MANOMETER 1 311 113498 VEILIGHEIDSVENTIEL 1 313 15T538 MOER, regelaar 1 314 114381 SCHROEF, kop, bolkop 2 317 15T557 PANEEL 1 318 15U667 LABEL, paneel (niet afgebeeld) 1 319 277794 INZETSTUK (zie afbeelding op pagina 29) 1 320 105332 MOER, borg (niet afgebeeld) 2 321 15V204 KNIESTUK, 1/2T x 1/2 npt (zie afbeelding 1 op pagina 29) 1 322 ----KAP, lens, blad met 12 stickers (niet afgebeeld), bestel onderdeelnr. 24A540 5 bladen 326 121210 FITTING, recht, 1/2T x 3/8 npt(m) 1
30
313694B
Sets
DataTrak Sets
PTFE-Aanzuigslangsets
Set 24A576 (met Runaway-beveiliging)
Voor het pompen van zure vloeistoffen die compatibel zijn met PTFE. Inclusief aanzuigslang, wartel en zeef.
401
Set
Omschrijving
24B424 17,78 mm-slang, PTFE-gelijnd, met rechte wartel 24B425 25,4 mm-slang, PTFE-gelijnd, met rechte wartel
Wand/Cart Wand Wand
402
ti13531a
Ref. Nr. Onderdeelnr. Omschrijving 401
24B563
402
24B566
403
-----
404▲ 15V262
Aantal.
DATATRAK, montage (inclusief Deel 3) VENTIEL/ BLADVEERSCHAKELAAR, set KLEM, slang (niet afgebeeld) Bestel onderdeelnr. 24A548 voor een pak van 10 stuks LABEL, waarschuwing (niet afgebeeld)
1 1
2
1
----- Dit onderdeel wordt niet los verkocht. ▲ Extra labels, borden, plaatjes en kaarten die waarschuwen voor gevaar zijn gratis verkrijgbaar.
Set 24A592 (enkel met cyclustelling) Optionele conversiekit verkrijgbaar voor pakketten met MxxLN0-luchtmotoren (luchtkleppen niet compatibel met runaway-beveiligingsventiel). Monitort en stelt diagnose zonder runaway-beveiliging.
313694B
31
Afmetingen van console voor wandmontage
Afmetingen van console voor wandmontage 11 in. (279 mm)
4 in. (102 mm)
Vier 0,40 in. (10 mm) montagegaten
ti12833a
Technische gegevens Maximale vloeistofwerkdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Zie tabel Modellen op pagina 5. Maximum luchtinlaatdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 psi (0,7 MPa, 7,0 bar) Maximale vloeistofwerkdruk van het pistool . . . . . . .50 psi (0,35 MPa, 3,5 bar) Verhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Zie tabel Modellen op pagina 5. Maximum werktemperatuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .160°F (71°C) Geluidsgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Zie de Technische gegevens in de handleiding van de luchtmotor 312796.
32
313694B
Technische gegevens
313694B
33
Standaardgarantie van Graco Graco garandeert dat alle door Graco vervaardigde apparatuur waarop de naam Graco vermeld staat, op de datum van verkoop voor gebruik door de oorspronkelijke koper vrij is van materiaal- en fabricagefouten. Met uitzondering van speciale, uitgebreide, of beperkte garantie zoals gepubliceerd door Graco, zal Graco, gedurende een periode van twaalf maanden na verkoopdatum, elk onderdeel van de apparatuur dat naar het oordeel van Graco gebreken vertoont herstellen of vervangen. Deze garantie geldt alleen indien de apparatuur geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden is in overeenstemming met de door Graco schriftelijk verstrekte aanbevelingen. Normale slijtage en veroudering, of slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door onjuiste installatie, verkeerde toepassing, slijpend materiaal, corrosie, onvoldoende of onjuist uitgevoerd onderhoud, nalatigheid, ongeval, eigenmachtige wijzigingen aan de apparatuur, of het vervangen van Graco-onderdelen door onderdelen van andere herkomst, vallen niet onder de garantie en Graco is daarvoor niet aansprakelijk. Graco is ook niet aansprakelijk voor slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door de onverenigbaarheid van Graco-apparatuur met constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn, en ook niet voor fouten in het ontwerp, bij de fabricage of het onderhoud van constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn. Deze garantie wordt verleend onder de voorwaarde dat de apparatuur waarvan de koper stelt dat die een defect vertoont gefrankeerd wordt verzonden naar een erkende Graco dealer opdat de aanwezigheid van het beweerde defect kan worden geverifieerd. Indien het beweerde defect inderdaad wordt vastgesteld zal Graco de defecte onderdelen kosteloos herstellen of vervangen. De apparatuur zal gefrankeerd worden teruggezonden naar de oorspronkelijke koper. Indien bij de inspectie geen materiaal- of fabricagefouten worden geconstateerd, dan zullen de herstellingen worden uitgevoerd tegen een redelijke vergoeding, in welke vergoeding de kostenvan onderdelen, arbeid en vervoer begrepen kunnen zijn. DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF, EN TREEDT IN DE PLAATS VAN ENIGE ANDERE GARANTIE, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, DAARONDER MEDEBEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING. Graco’s enige verplichting en de enige verhaalsmogelijkheid van de koper in geval van een inbreuk op de garantie is hetgeen hierboven is beschreven. De koper gaat ermee akkoord dat geen andere verhaalsmogelijkheid (daarin medebegrepen, maar niet beperkt tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of vervolgverliezen dan ook) aanwezig is. Elke klacht wegens inbreuk op de garantie moet binnen twee (2) jaar na aankoopdatum kenbaar worden gemaakt. GRACO GEEFT GEEN GARANTIE EN WIJST ELKE IMPLICIETE GARANTIE AF BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING, MET BETREKKING TOT TOEBEHOREN, APPARATUUR, MATERIALEN OF COMPONENTEN DIE GRACO GELEVERD, MAAR NIET VERVAARDIGD HEEFT. Deze onderdelen die door Graco geleverd, maar niet vervaardigd zijn (zoals elektromotoren, schakelaars, slangen, etc.), zijn onderworpen aan de garantie, indien verleend, van de fabrikant ervan. Graco zal aan de koper redelijke ondersteuning verlenen bij het aanspraak maken op die garantie. Graco is in geen geval aansprakelijk voor indirecte, incidentele of speciale schade of gevolgschade die het gevolg is van het feit dat Graco zulke apparatuur heeft geleverd, of van de uitrusting, de werking, of het gebruik van producten of andere goederen op deze wijze verkocht, ongeacht of die ontstaat door inbreuk op een contract, inbreuk op garantie, nalatigheid van Graco, of anderszins. FOR GRACO CANADA CUSTOMERS The parties acknowledge that they have required that the present document, as well as all documents, notices and legal proceedings entered into, given or instituted pursuant hereto or relating directly or indirectly hereto, be drawn up in English. Les parties reconnaissent avoir convenu que la rédaction du présente document sera en Anglais, ainsi que tous documents, avis et procédures judiciaires exécutés, donnés ou intentés, à la suite de ou en rapport, directement ou indirectement, avec les procédures concernées.
Graco-informatie OM EEN BESTELLING TE PLAATSEN, neem contact op met uw Graco-verdeler of telefoneer naar de dichtstbijzijnde verdeler. Telefoon: 612-623-6921 of Gratis: 1-800-328-0211 Fax: 612-378-3505
Alle geschreven en afgebeelde gegevens in dit document geven de meest recente productinformatie weer zoals bekend op het tijdstip van publicatie. Graco behoudt zich het recht voor om zonder mededeling te allen tijde wijzigingen aan te brengen. This manual contains Dutch. MM 313255
Hoofdkantoor Graco: Minneapolis Kantoren in buitenland: Belgium, China, Japan, Korea GRACO INC. P.O. BOX 1441 MINNEAPOLIS, MN 55440-1441 Copyright 2009, Graco Inc. is registered to I.S. EN ISO 9001 www.graco.com Herzien 2/2009