Fiche 1
Thematische Fiche Federale en Regionale Verkiezingen 2014 VERSIE 4/07/2014
MENSENRECHTENVERDRAGEN
INLEIDING Internationale verdragen zijn van groot praktisch belang voor de eerbiediging, bescherming en bevordering bevordering van mensenrechten. Vaak versterken versterk de bepalingen van de verdragen de standaarden en voorzien ze in internationaal of nationaal onafhankelijk ijk toezicht op fundamenteel geachte regels. België is partij bij tal van zeer belangrijke mensenrechtenverdragen en neemt de implementatie ementatie van de bepalingen daarin voorzien doorgaans ernstig. Amnesty International is teleurgesteld dat totnogtoe weinig vooruitgang vooruitgang werd geboekt in het ratificeren van het Optioneel Protocol bij het Verdrag tegen foltering. f Meer dan tien jaar na het aannemen van dit Protocol en 8 jaar na de ondertekening ervan door België, klinken de excuses van de overheden over het uitblijven uitblijv van de ratificatie almaar minder overtuigend. Hieronder volgen enige details over een aantal verdragen waarmee België totnogtoe niet instemde en bijhorende aanbevelingen. Merkelijke vooruitgang kon echter worden vastgesteld rond een aantal zeer belangrijke belangr verdragen. Amnesty International is in het bijzonder opgetogen over de ratificaties van het Optioneel protocol bij het Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en het VN-Wapenhandelsverdrag. VN In annex bij deze fiche zit een overzicht van recent geratificeerde verdragen. Doorgaans volstaat ratificatie echter niet en moet er werk gemaakt worden van implementatie, onder meer door het aanpassen van wetgeving. Amnesty International hoopt dat de volgende regeringen daar werk zal van maken.
AANBEVELINGEN België moet volgende verdragen zo spoedig mogelijk ratificeren : 1. Het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (OPCAT) 2. Europees Verdrag over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) 3. Protocol nr. 12 bij het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (enkel Vlaanderen moet nog instemmen met dit Protocol) 4. Het Kaderverdrag van de Raad van Europa over nationale minderheden Tot slot (5), moet België het volledig Sociaal Handvest onderschrijven en implementeren.
De komende regeringen moeten er tevens voor zorgen dat geratificeerde verdragen ten volle worden geïmplementeerd.
2
1. Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (OPCAT) Dit bijkomende protocol werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN op 18 december 2002 en is in werking getreden in juni 2006. België ondertekende het Protocol op 24 oktober 2005. Het voorziet in een systeem van regelmatige bezoeken, uitgevoerd door nationale en internationale onafhankelijke instanties, op plaatsen waar zich mensen bevinden die van hun vrijheid beroofd zijn, met de bedoeling foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing te voorkomen. Ondanks verschillende Belgische engagementen op nationaal en internationaal niveau1 om het protocol te ratificeren, werd geen merkelijke vooruitgang geboekt in het dossier. Ook de opname in het regeerakkoord van de regering-Di Rupo, leidde niet tot de ratificatie. Het Vlaams Parlement nam wel een instemmingsdecreet2 aan, maar tot er een controlemechanisme wordt opgericht (waarvoor een akkoord met de andere niveaus moet worden gesmeed) blijft dat decreet dode letter. De ratificatie zou ‘bijzonder complex’ zijn voor België, aangezien zowel regionale als federale overheden verantwoordelijk zijn voor aspecten van het onafhankelijke controlemechanisme waar het protocol in voorziet. Die uitleg voor de vertraging doet al dienst sinds de ondertekening van het verdrag in 2005 en overtuigt al lang niet meer. Nochtans is onafhankelijk toezicht op de plaatsen van detentie in België zeker geen overbodige luxe. In de fiche omtrent het gevangeniswezen wordt dieper ingegaan op de mensenrechtenschendingen waaraan de Belgische Staat zich schuldig maakt t.a.v. gedetineerde personen. Het is mogelijk om het onafhankelijke controlemechanisme dat moet worden opgericht ter implementatie van het OPCAT, onder te brengen bij het op te richten mensenrechteninstituut. België engageerde zich om dergelijk instituut op te richten en onderhandelingen daarover werden opgestart. Een aparte fiche omtrent een dergelijk instituut biedt verdere uitleg3.
2. Verdrag van de Raad van Europa over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) Amnesty International ijverde sinds 2007 voor een juridisch bindend instrument voor de leden van de Raad van Europa om de strijd tegen huiselijk geweld efficiënt te kunnen voeren. De organisatie was dan ook bijzonder verheugd dat in april 2011 het Comité van Ministers van de Raad van Europa de sterke tekst van het Verdrag van Istanbul aanvaardde.
1
De ratificatie van het OPCAT werd voorgenomen in verschillende regeerakkoorden, werd aangekondigd in de zogenaamde pledges die België maakte ter kandidatuur van de VN Mensenrechtenraad en België herhaalde het engagement tijdens de Universele Periodieke Evaluatie (waar meerdere Staten België daartoe opriepen). De Kamer van Volksvertegenwoordigers nam een resolutie aan die de regering oproept het verdrag te ratificeren. Ook verschillende VN-Verdragsmechanismen raadden België aan het Optioneel Protocol te bekrachtigen. 2 Dossierfiche Vlaams Parlement - Instemmingsdecreet OPCAT: http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=668183 3 De fiches kunnen worden geraadpleegd op de site van Amnesty International Vlaanderen: http://www.aivl.be/subthema/verkiezingsfiches/45689 3
De tekst is een praktische blauwdruk voor omvattende actie om geweld tegen vrouwen uit te bannen. Het biedt een kader met het oog op preventie, bescherming van slachtoffers en vervolging van daders. België ondertekende, met betreurenswaardige vertraging, het verdrag op 11 september 2012. Nu moeten de provisies in wet en praktijk worden omgezet. Alvorens het verdrag van kracht wordt, moeten minstens 10 staten (waaronder minstens 8 lidstaten van de Raad van Europa) het verdrag ratificeren. Aan die voorwaarde is nu voldaan, het Verdrag zal op 1 augustus 2014 in werking treden voor de staten die toetraden tot het verdrag of het ratificeerden.4
3. Protocol N°12 bij het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) Het Protocol werd aangenomen op 4 november 2000 en trad in werking op 1 april 2005. België ondertekende het op 4 november 2000, maar heeft het nog niet geratificeerd. Dit Protocol voorziet in een algemeen discriminatieverbod, daar waar het discriminatieverbod in het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens (artikel 14) tot nu toe enkel kan ingezet worden tegen discriminatie in de uitoefening van de andere rechten van het verdrag. Protocol N°12 is een gemengd verdrag en dus moeten de verschillende regelgevende kamers hun instemming geven. Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft dat gedaan op 18 februari 2002, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 5 december 2002, de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 15 mei 2003, het Parlement van het Waalse Gewest op 18 november 2003 en het Parlement van de Franse Gemeenschap op 21 april 2004.5 Het Federale Parlement nam op 12 januari 2012 een instemmingswet aan.6 Enkel Vlaanderen laat nog op zich wachten (ondanks een ontwerp van instemmingsdecreet uit 20087). De reden voor het oponthoud zou zijn dat Vlaanderen wenst af te wachten wat de jurisprudentie van het Europees Hof zou worden betreffende dit verdrag.
4. Het Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van nationale minderheden Het Kaderverdrag werd aangenomen te Straatsburg op 1 februari 1995 en trad in werking op 1 februari 1998. België ondertekende het op 31 juli 2001, maar heeft het nog steeds niet geratificeerd. Het heeft tot doel optimale voorwaarden te creëren voor het consolideren van een pluralistische en democratische samenleving waarin de etnische, culturele, linguïstieke en religieuze identiteit van elk tot een nationale minderheid behorend individu wordt gerespecteerd. Het kaderverdrag definieert eveneens “de principes die moeten worden geëerbiedigd en de daaruit voortvloeiende verplichtingen ten einde, in de lidstaten en in de andere Staten die Partij bij deze akte worden, de effectieve bescherming van nationale minderheden en van de rechten en vrijheden van
4
Website Raad van Europa: http://www.conventions.coe.int/Treaty/Commun/ChercheSig.asp?NT=210&CM=&DF=&CL=ENG Verslag Kamercommissie voor Buitenlandse Betrekkingen 20 december 2011 - 1928/002. http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/53/1928/53K1928002.pdf 6 Dossierfiche Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol nr. 12 bij het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Rome op 4 november 2000. http://www.senate.be/www/?MIval=/dossier&LEG=5&NR=1205&LANG=nl 7 Dossierfiche Vlaams Parlement - Ontwerp Instemmingsdecreet Protocol N°12 http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=530316 4 5
personen die tot die minderheden behoren, te waarborgen, in het kader van de rechtsstaat, met eerbiediging van de territoriale integriteit en nationale soevereiniteit van Staten”. In België vormt voornamelijk de definiëring van “nationale minderheid” problemen voor het bekrachtigen van het verdrag. Amnesty International bepleit de ratificatie van dit verdrag opdat België sterker in zijn schoenen zou staan wanneer het in Europa opkomt voor de rechten van nationale minderheden. Bovendien is het moeilijk houdbaar dat een stichtend lid van de Raad van Europa en een groot voortrekker van deze intergouvernementele organisatie er niet in slaagt een verdrag te ratificeren dat voor kandidaatlidstaten een verplichting vormt.
5. Europees Sociaal Handvest Bij de ratificatie van het herziene Europees Sociaal Handvest (ESH) van de Raad van Europa in 2004, aanvaardde België slechts 87 van de 98 paragrafen van dit verdrag. Onder de bepalingen die België niet aanvaardt, bevinden zich het recht van ouderen op sociale bescherming (artikel 23), het recht op bescherming bij de beëindiging van de tewerkstelling (artikel 24), het recht van werknemers met gezinsverantwoordelijkheden op gelijke kansen en gelijke behandeling (artikel 27), het recht op bescherming van werknemersvertegenwoordigers (artikel 28) en het recht op huisvesting (artikel 31). Amnesty International vraagt dat alle bepalingen van het ESH zonder uitzonderingen worden aanvaard. Bovendien heeft België nog geen verklaring afgelegd die het mogelijk zou maken dat nationale ngo’s klachtrecht krijgen bij het collectieve klachtenmechanisme dat is ingesteld in een protocol bij dit verdrag. Amnesty International dringt er op aan dat deze verklaring wordt afgelegd.
5
Annex: recent geratificeerde verdragen Net voor het ontslag van de regering werden nog drie ratificaties afgerond. Dat is goed nieuws voor de mensenrechtenbescherming in België maar met de ratificatie is het werk niet af. Hieronder wordt kort het belang geschetst van een aantal verdragen die recent werden geratificeerd en een aantal acties die nog moeten gebeuren. 1. Het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning werd op 2 8 juni 2011 geratificeerd. In 2013 rapporteerde België voor het eerst aan het Comité dat bij dat verdrag werd opgericht. 9 De behandeling van dat rapport staat geagendeerd voor september 2014. Niettegenstaande deze ratificatie, moeten de nodige wetswijzigingen nog worden doorgevoerd. 2. Het Derde Protocol bij het VN Kinderrechtenverdrag werd op 30 mei 2014 geratificeerd door België. Voor België betekent dit dat de daarbij voorziene mededelingsprocedure (kinderen of vertegenwoordigers kunnen een klacht indienen over de schending van hun rechten bij het VN-Comité voor de Rechten van het Kind) op 30 augustus 2014 in 10 werking treedt. 3. België ratificeerde op 20 mei 2014 het Optioneel protocol bij het Verdrag inzake economische, sociale en 11 culturele rechten. Dit bijkomend protocol is een mijlpaal voor de ondeelbaarheid van de mensenrechten. Met dit Protocol wordt een individueel klachtrecht op internationaal niveau ingericht. Daarnaast zijn er twee bijkomende procedures – de onderzoeksprocedure en de interstatelijke procedure. Met die procedures kunnen ook Staten en het Comité voor economische, sociale en culturele rechten (CESCR) onderzoeken opstarten. België was, op 24 september 2009, bij de eerste groep van landen die de tekst ondertekende. Op 5 mei 2013 trad, door de neerlegging van de tiende ratificatie, het Protocol in werking. De regeringen en parlementen van België stemden in met dit verdrag en op 22 mei was de ratificatie een feit. Amnesty International is in het bijzonder tevreden dat België daarbij ook instemde met de interstatelijke procedure in art. 10 en de onderzoeksprocedure in artikels 11 en 12 van het Optioneel protocol. 12
4. Op 3 juni 2014 werd het VN-Wapenhandelsverdrag geratificeerd. Net een jaar nadat de Algemene Vergadering Verenigde Naties bijna unaniem het Wapenhandelsverdrag had aangenomen, stemt België in met dit cruciale verdrag. Het verdrag verbiedt de export van conventionele wapens wanneer deze gebruikt kunnen worden voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden. Na jaren campagne voeren is een meerderheid van staten het nu eens geworden over een wereldwijd verdrag dat de transfers van wapens naar landen waar zij zullen worden gebruikt om gruweldaden te plegen, kan voorkomen. België speelde een belangrijke rol als voortrekker van het verdrag en werkte constructief samen met onder meer Amnesty International om het verdrag zo effectief en sterk mogelijk te maken. In overeenstemming met die positieve houding, ondertekende België het verdrag zodra dat mogelijk werd. De verschillende relevante instanties (de drie Gewesten en het Federaal Niveau) maakten relatief snel werk van de instemmingsprocedure en op 3 juni kon de ratificatie in New York worden neergelegd. Het Wapenhandelsverdrag kan pas in werking treden nadat 50 staten het verdrag ratificeerden. België moet andere staten aanzetten om snel werk te maken van de ratificatie. Voorts moeten de (vrij recente) decreten en de federale 13 wet worden geëvalueerd (zie daarover de fiche wapenhandel ).
8
VN-Website: http://treaties.un.org/Pages/ViewDetails.aspx?src=TREATY&mtdsg_no=IV-16&chapter=4&lang=en VN- Website: http://tbinternet.ohchr.org/_layouts/treatybodyexternal/SessionDetails1.aspx?SessionID=953&Lang=en 10 VN- Website: https://treaties.un.org/pages/ViewDetails.aspx?src=TREATY&mtdsg_no=IV-11-d&chapter=4&lang=en#EndDec ; zie ook de informatie van het Kinderrechtencommissariaat met ook overzicht overige facultatieve verdragen: http://www.kinderrechtencommissariaat.be/verdrag-en-protocollen-kinderrechtenverdrag 11 VN-Website: https://treaties.un.org/pages/ViewDetails.aspx?src=TREATY&mtdsg_no=IV-3-a&chapter=4&lang=en#EndDec Zie ook: Amnesty International – Persbericht dd. 23/5/2014 http://www.aivl.be/nieuws/belgie-zet-belangrijke-stap-voor-demensenrechten/46274. 12 Amnesty International – Persbericht dd. 4/06/2014 http://www.aivl.be/nieuws/belgie-ratificeert-wapenhandelsverdrag/46367 en Persbericht Didier Reynders: http://diplomatie.belgium.be/nl/Newsroom/Nieuws/Perscommuniques/buitenlandse_zaken/2014/06/ni_030614_wapenhandelsver drag.jsp?referer=tcm:314-248987-64. 13 De fiches kunnen worden geraadpleegd op de site van Amnesty International Vlaanderen: http://www.aivl.be/subthema/verkiezingsfiches/45689 6 9
14
5. Op 1 juli 2014 werd het Verdrag van 1961 tot beperking der staatloosheid geratificeerd , zoals voorzien in het regeerakkoord van de regering Di Rupo. Staatlozen zijn mensen die geen enkel land erkent als staatsburgers. Zij hebben daarom vaak veel problemen om toegang te krijgen tot hun basisrechten. Daarom moeten staatlozen als zodanig erkend worden en beschermd. Bovendien is het belangrijk dat alle staten aan de preventie en beperking van staatloosheid werken, zoals het internationale Verdrag tot Beperking der Staatloosheid van 1961 bepaalt. Alle staten die partij zijn bij dat verdrag verbinden zich er ook toe de situatie van staatlozen die op hun grondgebied verblijven te beëindigen door hen de nationaliteit te verlenen. De ratificatie zal lang niet alle problemen van staatloosheid in België oplossen. Er is ook nood aan een nieuwe procedure en tijdelijke voorzieningen tijdens de procedure. Voor verdere informatie en aanbevelingen verwijzen we naar het werk van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en het VN15 Vluchtelingenagentschap.
14
VN Website: https://treaties.un.org/pages/ViewDetails.aspx?src=TREATY&mtdsg_no=V-4&chapter=5&lang=en Zie onder meer: Verkiezingsmemorandum Vluchtelingenwerk Vlaanderen; en ook: UNHCR, Staatloosheid in België, 2013, http://www.unhcr.be/fileadmin/user_upload/pdf_documents/UNHCR-Statelessness_in_Belgium-Full_Report.pdf . 15
7