treinmac h i n i s t Jacintha Hammer (34): Duizend
mensen tegelijk met 140 kilometer per uur vervoeren geeft wel een kick.
Heeft een treinmachinist een vast traject? Niet echt. Ik vertrek wel altijd van Zwolle, mijn standplaats. Maar van daaruit heb ik een aantal trajecten waarop ik geregeld reis en die ik op mijn duimpje ken: van Zwolle naar Groningen, Leeuwarden, Enschede, Emmen, Kampen, Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Roosendaal. Gaat het niet vervelen? Nee, elke dag is verschillend. De omstandigheden wisselen: slecht weer, bladeren op de rails, vertragingen… Op een kruising maak je er een beetje een spel van om te proberen als eerste het station binnen te komen – natuurlijk wel binnen de veiligheidsregels. Sommige machinisten vinden het een sport om zo zuinig mogelijk te rijden. Er zijn namelijk treinen die aangeven hoeveel vermogen verbruikt is tijdens een reis.
Hoe werken machinist en conducteur samen? De conducteur heeft met passagiers en kaartcontrole te maken, is verantwoordelijk voor de veiligheid in de treinstellen en voor het sluiten van de deuren: hij of zij geeft een vertrekbevel. De machinist concentreert zich bijna volledig op het rijden zelf. De conducteur roept via de intercom de grote stations zoals Utrecht of Amsterdam om (overstapstations), de machinist doet de kleinere stations. De conducteur roept ook alle andere reisinformatie om. Welke veiligheidsmaatregelen zijn er in het treinverkeer? Ten eerste zijn er de seinen op de baan. De baan is ingedeeld in blokken en er mag maar één trein in een blok. Zit je te dicht bij een andere trein, dan gaat er een geel licht branden. Als je in een baanvak komt waar nog een voorgaande trein in rijdt, gaat er een rood licht branden en moet je stoppen. De kunst is zo te rijden dat je nooit hoeft te stoppen. Als ik de seinen negeer, springt het veiligheidssysteem van de trein in werking en stopt de trein automatisch. Een tweede veiligheidsmaatregel is dat ik mijn voet elke minuut even van het pedaal moet halen. Doe ik dat niet, dan stopt de trein. Dat is om te voorkomen dat de trein met hoge snelheid door blijft rijden als ik bijvoorbeeld onwel word.
Zijn er veel vrouwelijke treinmachinisten? Van de drieduizend treinmachinisten zijn er zeventien vrouw. Veel mensen zijn verbaasd om een vrouwelijke machinist te zien instappen, vooral kinderen. Als we vertraging hebben krijg ik altijd wel een paar opmerkingen van mannen in de trant van: ‘Zie je wel, een vrouw achter het stuur!’ Is er de laatste jaren veel veranderd in dit beroep? Ja, vooral in de besturing van treinen. De nieuwste treinen zijn steeds meer computergestuurd. Ik kan alle treinen besturen, zowel de nieuwe als oudere types. Voor elk type trein moet je bevoegd zijn om erin te mogen rijden. Daarvoor moet je examens afleggen.
Wat vind je het leukste aan treinmachinist zijn? De vrijheid. Natuurlijk moet je je aan de dienstregeling houden, maar op de treinbaan ben ik de ‘meester’ en werk ik zelfstandig. Ik heb veel verantwoordelijkheid in deze baan: als het maximale aantal treinstellen (vijftien bakken) aan een trein is gekoppeld, zitten er meer dan duizend passagiers in, die je met een snelheid van 140 kilometer per uur vervoert. Dat geeft wel een kick. Ooit zou ik nog graag eens de tgv besturen, die supersnelle trein naar Parijs. Waarom heb je voor de passagierstrein gekozen? Als goederenmachinist moet je veel ’s nachts werken en dat trekt mij niet zo aan. Ik vind de passagierstrein ook leuker omdat het een stuk socialer is. Je ziet een hoop mensen op een dag!
treinmachinist
Hoe hard mag je rijden, en gelden overal dezelfde snelheidsregels? Binnen Nederland mag een trein maximaal 140 kilometer per uur rijden, maar op veel plaatsen gelden snelheidsbeperkingen. Soms zijn die tijdelijk: bijvoorbeeld bij noodweer, een knik in het spoor vanwege de hitte, bij een overwegstoring, tijdens onderhoudswerk aan het baanvak of bij een verhoogd risico van spelende kinderen langs de baan.
123
Wat is het moeilijkste aan het beroep treinmachinist? Als je veel dingen tegelijk moet doen geeft dat stress. Zeker onder slechte weersomstandigheden, zoals bij dichte mist of onweer. Bij bladeren op de rails moet je rekening houden met een langere remweg. Normaal duurt het een kilometer voordat een trein met de noodrem volledig stilstaat, maar bij bladeren op de rails kun je gaan glijden. Als dat gebeurt, begin je niks meer en moet je maar zien wanneer je stilstaat. Dat kan best eng zijn. Heb je wel eens een treinongeluk gemaakt? Toen ik werkte als rangeerder heb ik een keer een treinstel per ongeluk tegen een stootblok aan getikt. De trein raakte ontspoord, maar kon weer op de rails worden getakeld en gewoon gebruikt worden. Verder heb ik geen ongelukken gemaakt. Gelukkig is er ook nog nooit iemand voor mijn trein gesprongen. Dat gebeurt helaas veel in Nederland, gemiddeld wel een keer per dag. Moet je moedig zijn om dit werk te doen? Als je de veiligheidsprocedures goed volgt, is het een heel veilige baan. Ik heb absoluut geen angst op de trein. Je moet apparatuur en techniek vertrouwen. Je schrikt natuurlijk wel vaak, vooral bij spoorwegovergangen: een auto die nog snel over de baan schiet of brommertjes die met een noodstop voor de slagboom tot stilstand komen. Levensgevaarlijk!
treinmachinist 124
Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Mijn railpocket! Alles wat we nodig hebben aan informatie staat hierop: dienstregelingen, informatie over acties en treinkaartjes, mijn persoonlijke werkrooster en meldingen van storingen. Via de railpocket geef ik ook technische mankementen door aan de werkplaats. Verder een portofoon voor het contact met de conducteur. Daarnaast heb ik een telefoon bij me, zodat tijdens mijn dienst veranderingen en storingen doorgebeld kunnen worden.
Ook treinmachinist worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een meester? Je moet zelfstandig kunnen werken, want je zit veel alleen in de trein. Daarnaast moet je een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben, je goed kunnen concentreren en goed veiligheidsprocedures kunnen uitvoeren. Wat moet je doen om treinmachinist te kunnen worden? Je moet minimaal een vmbo-diploma hebben. Als je wordt aangenomen bij de Nederlandse Spoorwegen (NS), krijg je een halfjaar een interne opleiding. De opleiding bestaat uit theorie en praktijklessen. Als basismachinist begin je met rangeerwerk op stations: treinstellen klaarzetten dus en ’s avonds weer weg rangeren. Je moet dat minimaal tweehonderd dagen doen. Daarna kun je een vervolgopleiding van drie maanden volgen. Als je slaagt, ga je onder begeleiding echt rijden. Je leert baanvakken, dat zijn stukken traject tussen twee stations in, als je broekzak kennen en je leert in de praktijk hoe hard je kunt rijden en hoe wissels werken. Voor elk baanvak moet je een apart examen doen. Daarna mag je zelfstandig de baan op, zonder instructeur dus. Meer informatie? www.ns.nl
08.00 uur Ik begin mijn dienst op de intercity naar Utrecht. Hij staat
13.10 uur Ik bestuur de sneltrein naar Zwolle en kom daar om 13.46
klaar op spoor 1. Het is zo’n trein met een hoge neus (een koploper). Ik vind die een beetje op een Boeing 747 lijken.
aan. Dan heb ik pauze en eet ik een hapje in de NS-kantine. Omdat ik zoveel reis, lunch ik bijna elke dag ergens anders!
09.12 uur Aankomst in Utrecht. Ik moet een halfuur wachten op
15.20 uur Vanmiddag rijd ik in de stoptrein een vertrouwde route
mijn volgende dienstopdracht en ga koffie drinken. Een collega neemt de trein in Utrecht van mij over. Rond kwart voor tien loop ik naar spoor vijf waarvandaan ik de trein richting Den Haag rijd. Daar aangekomen wacht ik in de kantine op de sneltrein terug naar Utrecht. Ik hoor dat er een kleine storm op komst is: bij Rotterdam is al een bovenleiding geknapt en bij Breda is een seinstoring ontstaan.
van Zwolle naar Kampen en weer terug. Het weer is rustiger geworden en er zijn verder geen bijzonderheden. Alle seinen en wissels op mijn traject werken goed.
16.15 uur Ik sluit mijn tweede rondje Zwolle-Kampen af – mijn dag
treinmachinist
Een dag uit het leven van treinmachinist Jacintha…
zit er alweer op! 125
11.47 uur Het regent en waait hard, dus ik moet mijn snelheid tussen Den Haag en Utrecht drastisch verminderen. Helaas komen we met vertraging Utrecht binnenrollen. Ik roep de reden van de vertraging om en bied namens de NS excuses aan de reizigers aan. In Utrecht klets ik met een collega wat over de slechte weersomstandigheden. Voor ons machinisten is het niet leuk om reizigers met vertraging af te leveren.
hoogwerker Dirk Jan IJkema (40): Als
het mooi weer is, vliegen de vogels om mijn oren!
Wat doet een hoogwerker? Als hoogwerker ben je bezig met de bouw en het onderhoud van hoogspanningsmasten waar tot 380.000 volt op staat. Ongeveer tachtig procent van mijn tijd gaat zitten in inspectie en onderhoud van de masten. We vervangen bijvoorbeeld elektriciteitsdraden, stalen pennen of stukken mast die beschadigd zijn. Nederland staat al behoorlijk vol met hoogspanningsmasten, dus die hoef ik nauwelijks nog nieuw te bouwen. Ik ben voorman en superviseer vijf man. Waar worden hoogspanningsmasten precies voor gebruikt? Een hoogspanningsmast ondersteunt elektriciteitsdraden. Daardoorheen wordt elektriciteit vervoerd naar huizen en kantoren. In een mast kun je ook een zender voor mobiele telefonie plaatsen. Dat is inmiddels een heel groot deel van mijn werk geworden.
Vertel eens wat meer over die mobiele zenders in de masten? Mobiele telefonie-providers huren masten van de elektriciteitsmaatschappijen om daar zenders in te plaatsen. Daardoor hebben mensen een goed bereik met hun mobiele telefoon. Omdat de technologie snel verandert, moeten de huidige zenders alweer vervangen worden door modernere apparatuur. Dat werk wordt ook gedaan door hoogwerkers. We zorgen er bovendien voor dat de masten stevig genoeg zijn, en in balans om de zenders te dragen. Is het niet gevaarlijk om in hoge masten met hoge voltages te werken? Er gebeuren zelden ongelukken omdat er heel strenge veiligheidseisen worden gesteld door de arbeidsinspectie. Je moet bijvoorbeeld altijd met zijn tweeën werken en op ieder moment vastgebonden zijn. Als we in de mast zitten, worden de elektriciteitslijnen uitgeschakeld. Dat kan omdat de meeste steden meerdere aanvoerlijnen voor elektriciteit hebben. Voor de zekerheid meet ik zelf ook altijd of er spanning op de lijnen staat.
Zijn er veel vliegtuigen of vogels die in de masten vliegen? Sommige masten zijn 140 meter hoog, maar dat is te laag om hinderlijk te zijn voor vliegtuigen. Voor luchtballonnen kunnen de kabels wel gevaarlijk zijn, vooral als ze onverwachts hoogte verliezen. Hijskranen die met hun giek te dicht bij de kabels werken, willen door een windstoot ook nog wel eens in de draden terechtkomen. De laatste keer dat dit gebeurde, vloog de kraan meteen in brand. De kraanmachinist overleefde het door er snel uit te springen. Vogels vliegen niet gauw in de kabels, omdat kabels door de wind een fluitsignaal geven en dat schrikt ze af. Waarom liggen elektriciteitskabels niet onder de grond? Kabels onder de grond wegwerken zou misschien wel mooier zijn, maar er zitten nogal wat nadelen aan. Het is bijvoorbeeld drie keer zo duur om het ondergronds aan te leggen en het is een stuk storingsgevoeliger. Graafmachines zullen relatief snel een kabel breken als hij onder de grond ligt en dat gebeurt niet als ze in de lucht hangen. Hoe kom je bij de masten? We rijden van mast naar mast met de auto. De meeste masten staan op het veld van boeren en daar kun je niet zomaar met de auto overheen rijden. Wij hebben daarom een speciale motor met vierwielaandrijving, waarmee we door de weilanden en zelfs door dikke klei kunnen rijden.
Worden jullie wel eens uit het veld gejaagd door boeren? Dat valt wel mee. Elke boer krijgt een jaarlijkse vergoeding voor masten die op zijn land staan. Dus we hebben het recht om op elk moment op hun land te komen. Maar als een boer bijvoorbeeld bijna gaat oogsten, wachten we even met onderhoud aan de masten. In noodsituaties lukt dat niet altijd natuurlijk. Als aannemers met groot materieel het land opgaan, worden boeren gecompenseerd voor vernielde gewassen. hoogwerker
Wat kom je zoal tegen in de masten? Van alles! Onlangs nog had een boer zijn gierslangen over de elektriciteitslijnen te drogen gehangen! Het is een wonder dat de boer nog in leven is en zichzelf niet geëlektrocuteerd heeft. Vorige week vond ik nog zoiets geks: een tuinstoel, geen idee hoe ze die erin hebben gekregen. Of wat dacht je van een levende man die ik uit de mast moest halen? Hij was omhoog geklommen om zijn eigen amateurzender erin te hangen, maar hij kon niet meer zelf uit de mast klimmen.
127
hoogwerker 128
Een dag uit het leven van hoogwerker Dirk Jan… 06.45 uur Ik moet er vandaag vroeg uit, want we hebben een klus in
10.00 uur We klimmen de mast in en checken nogmaals met een
Noord-Holland en dat is redelijk ver van huis. Soms werken we in de buurt, maar soms is het ook twee uur rijden.
voltmeter of de stroom eraf is gehaald. Dan beginnen we met het demonteren van de oude kabels en laten de eerste set langzaam naar beneden zakken.
07.00 uur Ik haal mijn collega’s op met de bus en samen rijden we naar onze bestemming. We gaan een hoogspanningskabel vervangen wegens ouderdom. Het stopzetten van de spanning op de oude kabels is al eerder deze week door ons kantoor aangevraagd en geregeld. Voor de zekerheid controleren we de voltmeters in de elektriciteitskasten. Ze staan inderdaad op nul.
09.00 uur Bij de masten aangekomen, zien we dat al het materiaal om de kabels te vervangen al aanwezig is. We beginnen met het plaatsen van de zware elektrische lieren. De oude en de nieuwe kabels zijn zo zwaar dat we ze nooit met de hand omlaag en omhoog zouden krijgen.
13.00 uur Na de lunch halen we de tweede kabel van de mast af en beginnen meteen met het aanbrengen van de nieuwe kabels. In totaal vernieuwen we vierhonderd meter kabel vandaag.
15.00 uur We berekenen de krachten die op de mast staan en beslissen dat er op verschillende plekken een paar extra staalijzers ingebouwd moeten worden ter versteviging. We takelen de hoekijzers naar boven en boren en klinken ze vast.
17.00 uur De stalen hoekijzers zitten goed vast en we leggen de laatste hand aan de kabels. Het ziet ernaar uit dat het zo gaat regenen en we zien ook dat we deze klus vandaag niet af zullen krijgen. Morgen zullen we de rest van de nieuwe kabels omhooghijsen en bevestigen.
Wat is je grootste angst bij dit werk? Als ik thuis op de ladder sta denk ik vaak: Ai, als ik maar niet onderuit ga. Als ik honderd meter boven de grond werk, ben ik nooit bang. Ik let wel altijd erg op de veiligheidsgordels en -voorschriften. Je moet altijd alert blijven in dit vak.
Wat vind je het allerleukste aan deze baan? De vrijheid en het buiten zijn. Je komt overal: in de stad, het bos, de weilanden, het dorp, echt overal. Ik vind het ook heel leuk als we met een bakje hangend aan de elektriciteitslijnen van de ene naar de andere mast moeten. Superspannend!
Wanneer had je voor het laatst een rotdag en waarom? Pasgeleden regende het zo hard dat we de mast niet in konden. We moesten heel lang wachten en toen de regen eindelijk ophield, hadden we geen zin meer om de mast in te gaan. Dat zijn geen leuke dagen, want je moet jezelf er toch toe zetten om aan het werk te gaan. Daar staat tegenover dat als het mooi weer is, de vogels om je oren vliegen. Prachtig!
Wat is het moeilijkste aan hoogwerker zijn? Als je een kabel vervangt, moet je goede berekeningen maken, anders kan het helemaal misgaan. Als je een kabel omhoog de mast in trekt, staat er een gewicht van 6000 kilo op. Dat voel je wel in de mast. Doe je het verkeerd en overbelast je een mast aan één kant, dan draait hij zó scheef. Veiligheid is belangrijk, want als een kabel breekt, kan dat gevaarlijke situaties opleveren. Hoe zorg je ervoor dat een mast die omvalt niet alle masten meetrekt? Een mast valt niet gauw om. Er moet wel heel zware storm staan, wil dat gebeuren. Om te voorkomen dat alle masten als dominosteentjes omgaan als er eentje valt, hebben we om de acht masten een extra stevige en hogere mast geplaatst. Heeft het weer veel invloed op het werk van hoogwerkers? Het is vaak behoorlijk koud boven in de masten. Regen en sneeuw maken alles glad en dan is het moeilijk werken. Bliksem is niet zo’n probleem, want op de masten zitten aparte kabels die de spanning kunnen weggeleiden. Als het stormt voel je de mast op en neer gaan. Bij windkracht zes of hoger gaan we de mast niet meer in. Als het vriest of ijzelt, kunnen kabels zo’n dikke laag ijs om zich heen vormen dat ze bijna tot de grond zakken en breken. Daar is niets tegen te doen.
hoogwerker
Trek je door het hele land? Mijn team werkt alleen in Noord-Holland, Friesland en Drenthe. Andere provincies worden door andere teams gemanaged. Ik werk voor Nuon en die hebben ongeveer 3500 hoogspanningsmasten in Nederland staan.
129
Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Een hoogspanningstester om te kunnen meten of er spanning op de draden staat. En een sleutel om in hoogspanningsverdeelstations te kunnen.
Ook hoogwerker worden?
hoogwerker
Wat zijn de ideale eigenschappen van een hoogwerker? Je moet fysiek sterk zijn, omdat je vaak zwaar gereedschap naar boven moet tillen of grote machines moet bedienen. Je moet ook technisch inzicht hebben en veel van elektra en mechanica weten. En als hoogwerker moet je natuurlijk geen last hebben van hoogtevrees!
130
Wat voor opleiding heb je nodig? Ik heb een opleiding tot elektromonteur op vmbo-niveau gevolgd. Een hoogwerker weet, behalve van elektriciteit, ook wat van constructies, krachten en werktuigbouwkunde. Je kunt dus ook een opleiding in die richting volgen. Er werken in heel Nederland ongeveer 150 mannelijke hoogwerkers. Er zijn nog geen vrouwen die hoogwerker zijn. Meer informatie? www.roc.nl of www.nuon.nl
131
kopregel
zaken v r o u w Marlou Bink-Verkleij (30): Een
goede verkoper moet vooral goed kunnen luisteren.
Wat voor bedrijf heb je? Samen met mijn twee broers ben ik eigenaar van een kaasverpakkingsbedrijf. Wij verwerken hele kazen tot plakjes of geraspte kaas. Veel van die verpakte kaas zie je terug in de supermarkt. Per jaar verkopen we ongeveer tien miljoen kilo geraspte kaas en negen miljoen kilo plakjes kaas. Dat zijn ruim duizend vrachtwagens vol kaas. Om één kilo kaas te maken is tien liter melk nodig. Dat betekent dat er 190 miljoen liter melk per jaar nodig is voor de kaas die wij verpakken: de jaarlijkse productie van ruim 27.000 koeien! Er werken 105 mensen in onze fabriek en 25 mensen op kantoor. Wat zijn jouw verantwoordelijkheden? Ik ben verantwoordelijk voor de verkoop van onze kaas in ZuidEuropa, en dan vooral Frankrijk, Spanje en Italië. Een paar jaar geleden hadden we daar nauwelijks klanten, omdat niemand binnen ons bedrijf de talen sprak. Dat kan ik wel; ik heb tijdens en vlak na mijn studie een poosje in Frankrijk, Italië en Spanje gewoond. Nu komt ongeveer een zesde deel van onze bestellingen uit ZuidEuropa. Het is mijn werk om nieuwe klanten te vinden en om bestaande klanten tevreden te houden. Ik ben ongeveer een week per maand in het buitenland.
In welk land wordt de meeste kaas gegeten? Gemiddeld eet elke persoon in Nederland zestien kilo kaas per jaar. Alleen in Duitsland (zeventien kilo) en Zweden (achttien kilo) wordt meer kaas gegeten. Ongeveer veertig procent van onze klanten zit in Duitsland en Scandinavië. Wat doe je als je op kantoor zit? Ik mail en bel met klanten over de levering van bestellingen en over prijzen. Ik bespreek bestellingen en nieuwe productwensen van onze klanten met de productieafdeling en zorg dat er proefmonsters worden gemaakt. Omdat kaas een voedselproduct is, moeten we voldoen aan allerlei hygiëneregels. Sommige kwaliteitsformulieren van klanten bestaan uit dertig pagina’s! Die moet ik allemaal invullen, soms in wel vijf verschillende talen. Is verkoop het belangrijkste onderdeel van een bedrijf ? Nee, voor een gezond bedrijf zijn zaken als inkoop, productie en financiën net zo belangrijk. Er komt een heel team van mensen aan te pas. Mijn broers doen de inkoop en de dagelijkse bedrijfsleiding. Daarnaast hebben we nog een verkoopdirecteur en een financieel directeur. Heel belangrijk zijn ook de mensen die in de fabriek werken. Zonder hen komt er geen plakje kaas van de band rollen.
Wie zijn jullie klanten? Wij verkopen vooral grote hoeveelheden aan bijvoorbeeld pizzafabrikanten, distributeurs voor de horeca en supermarkten. Een minimumorder bij ons is een pallet, dat is 540 kilo kaas. Anders verliezen we te veel geld aan transportkosten. Hoe werf je nieuwe klanten? Door ze te overtuigen van jouw productkwaliteit en service. Ik ontmoet nieuwe klanten op grote voedselbeurzen in Europa, waar we een stand hebben. Klanten kunnen proeven, we praten wat en als het klikt, wisselen we visitekaartjes uit en ga ik een keer langs. Of ik stuur een offerte op.
Hoe krijg je een eigen bedrijf ? Ik werk in een familiebedrijf, dat ik samen met mijn broers heb overgenomen van mijn vader. Dat is best lastig bij zo’n groot bedrijf, omdat je door andere medewerkers wat argwanend wordt bekeken als je binnenkomt. Je moet bewijzen dat je echt iets kunt en niet alleen maar de dochter van de directeur bent. Als je zelf een bedrijf begint, moet je zorgen dat je een goed plan maakt. Je moet iets gaan verkopen waar veel vraag naar is en je moet zorgen dat de klanten naar jou toe komen en niet naar de concurrent. Van de Kamer van Koophandel, of op een economische opleiding, leer je hoe je zo’n bedrijfsplan maakt. Wat is het geheim van een succesvol bedrijf ? Je moet continu investeren om je concurrenten voor te blijven. In ons geval betekent dat continu investeren in nieuwe productielijnen in de kaasfabriek. Daarnaast moet je goede kwaliteit en goede service bieden. Als je eenmaal een slechte reputatie hebt, kom je er maar moeilijk van af. Wat vind je het leukste aan zakenvrouw zijn? Het contact met klanten uit verschillende landen. De leukste klanten met wie ik werk zijn de Spanjaarden. Ik heb soms verhitte discussies met ze, maar het komt altijd goed. En als ik langskom, gaan we altijd uitgebreid uit eten. Ik zit regelmatig in het buitenland en dat vind ik ook leuk. Ik zou niet alleen maar op kantoor willen werken. Kaas is overigens een leuk product om te verkopen. Het is tastbaar, iedereen weet wat het is en het is nog lekker ook! Wat is het moeilijkste aan dit vak? Binnenkomen bij nieuwe klanten is het moeilijkst. Je moet ze overtuigen dat jij beter bent dan de concurrent. Toen ik net begon, was ik vrij jong en daardoor nam niet iedereen mij automatisch serieus. Bovendien ben ik een vrouw en de kaasindustrie is toch vooral een mannenwereld. Ik had dus heel wat te bewijzen. Gelukkig gaat het nu helemaal goed. Moeilijk aan dit vak is ook dat je niet elke dag scoort. En je moet jezelf toch steeds weer oppeppen om ervoor te gaan.
zakenvrouw
Klopt het dat jullie kaas ook in de ruimte wordt gegeten? Dat klopt! In 1986 heeft astronaut Wubbo Okkels een paar kilo kaas van ons bedrijf meegenomen. Toentertijd was VePo Foods / Poll-Food het enige bedrijf dat kaas goed vacuüm kon verpakken. Dat is nodig als je kaas meeneemt de ruimte in, omdat anders de verpakking opzwelt en ontploft. Achteraf hebben we een bedankbrief gekregen van de bemanning van de ruimtecapsule Challenger. Ze hadden gesmuld en alle kaas was na vier dagen al op!
133
Wat heb je altijd bij je als je werkt? Een zakagenda en een mobiele telefoon zijn onmisbaar voor een zakenvrouw.
zakenvrouw
Wat was je grootste deal ooit? Dat was een deal met een klant uit Parijs die de catering voor Air France verzorgt. Ik wist hem te overtuigen dat onze kaas op de broodjes aan boord van het vliegtuig moest.
134
Waar ben je het meest trots op? Dat ik mede-eigenaar ben van het bedrijf dat een heel groot deel van de Nederlandse kazen verpakt. En dat we 130 mensen aan het werk hebben. Dat zijn 130 gezinnen die van ons kunnen leven.
Ook zakenvrouw of zakenman worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een zakenvrouw? Je moet iets goed kunnen verkopen en een overtuigend verhaal kunnen houden. Een goede verkoper kan vooral goed luisteren en vertelt geen ‘ik-verhaal’. Je moet aan de klant vragen stellen als: Wat zoekt u? Wat wilt u? En daar speel je op in. Als zakenvrouw moet je ook een volhouder zijn en af en toe een beetje brutaal. Je moet het niet eng vinden om iemand vier keer te bellen voor een afspraak. Welke opleiding heb je nodig? Ik zou een economische of bedrijfskundige opleiding aanraden. Als je handel wilt drijven, is het namelijk belangrijk dat je leert hoe de economie werkt. En je moet goed leren rekenen, bijvoorbeeld hoe je een kostprijs berekent, of wanneer een investering wel of niet verstandig is. Als je de mogelijkheid hebt, leer dan veel talen tijdens je opleiding. Dat komt altijd van pas bij het zakendoen. Meer informatie? www.ondernemers.startpagina.nl (klik op opleidingen), www.vepofoods.com en www.pollfood.com
08.00 uur Ik begin de ochtend met een rondje door de kaasfabriek zakenvrouw
in Oudewater. Vandaag wordt er een proefmonster gemaakt voor een klant in Frankrijk. De klant wil een grootverpakking van twee kilo geraspte Goudse kaas, met een speciaal etiket voor de Franse markt. Elk land heeft een apart etiket. Nederlanders houden bijvoorbeeld van een sobere verpakking, terwijl Fransen erg houden van afbeeldingen van molens, koeien en Frau Antje. Het is erg belangrijk dat het proefmonster goed wordt gemaakt en ik overleg met de productieleider of alles volgens planning verloopt. Gelukkig is alles goed voorbereid.
135
Een dag uit het leven van zakenvrouw Marlou… 09.00-12.00 uur Ik ga naar het kantoor in Bodegraven om mijn
13.00-18.00 uur Ik stap in de auto richting Frankrijk. Een paar uur
mails te lezen en telefoontjes te plegen. Via de e-mail krijg ik een aantal aanvragen voor offertes, dat is een geschatte prijs voor een bepaalde hoeveelheid kaas. Ik bel met de aanvragers die ik nog niet ken, om na te gaan wat voor mensen het zijn. Willen ze vooral kwaliteit of juist een heel scherpe prijs? En wat voor soort kaas willen ze precies? Dit is het belangrijkste onderdeel van mijn vak: nagaan wat de klant wil en daarop inspelen.
later kom ik aan in Parijs. Morgenochtend heb ik een afspraak met onze klant in Parijs om het proefmonster van de twee kilo geraspte kaas met het speciale etiket te laten zien. Het is een grote pizzabakkerij. Behalve dat ik de verpakking laat zien, zullen we ook naar de bakkerij gaan om te kijken hoe de geraspte kaas bakt. Als hij tevreden is, kunnen we rekenen op een grote order. Ik kan bijna niet wachten tot morgen!
12.00 uur Ik ga nog een keer naar de fabriek om te kijken of het
Als ik in het buitenland zit, bezoek ik meestal drie of vier klanten per dag. Het is veel praten, overtuigen en hopelijk een paar orders binnenhalen. Soms lukt het, soms niet. ’s Avonds werk ik offertes uit op mijn hotelkamer en daarna ga ik vroeg naar bed. Het leven van een zakenvrouw…
proefmonster voor de Franse klant klaar is. Het is gelukt en het ziet er prachtig uit. Elke keer als ik de fabriek inga, trek ik over mijn nette kleren een witte jas aan en pak ik mijn haren en schoenen goed in. In de voedingsindustrie gelden strenge hygiëneregels.
muzikant Steven Fitsch (33): Mijn
eerste gitaar kocht ik voor honderd losse centen.
Wat doet een muzikant de hele dag? Twee dingen eigenlijk: je maakt cd’s en je treedt op om die cd te promoten. Voor een cd moet je opnamen maken in een geluidsstudio. Daar gaat veel tijd in zitten. En verder oefenen we natuurlijk veel. Vertel eens wat over je band? Mijn band heet Cellophane. We zijn met z’n vieren: ik ben gitarist en zing meestal tweede stem, er is een zanger die ook gitaar speelt, een drummer en een basgitarist. We hebben twee keer een cd in eigen beheer opgenomen, zonder platenmaatschappij dus. We deden ook onze eigen promotie: van het vormgeven van het cd-hoesje tot naar de winkel gaan en vragen of ze onze cd wilden verkopen. Op dit moment zijn we serieus in gesprek met een platenmaatschappij. Schrijf je zelf ook liedjes? Ja, ik heb meerdere liedjes van de cd van mijn band geschreven. De zanger van de band en ik schrijven allebei nummers, samen of ieder apart.
Wat voor soort muziek spelen jullie? Wij spelen indie rock. Indie staat voor independent, het Engelse woord voor onafhankelijk. De term werd vroeger vaak gebruikt voor bands die onafhankelijk van een platenlabel een cd wilden uitbrengen. Inmiddels is indie rock een muziekstijl geworden. Het staat voor alternatieve gitaarmuziek. In dit genre heb ik veel bewondering voor bands als Radiohead en Coldplay. Hoe bereik je dat jouw muziek op cd uitkomt? De ideale manier: je begint met een demo te maken, een cd-tje met een paar nummers erop, meestal vier of vijf. Die demo stuur je naar een platenmaatschappij en als zij het goed vinden, betalen ze de hele cd-opname in een geluidsstudio. Jammer genoeg komt het vaker voor dat je de geluidsopnamen zelf moet betalen en met het complete cd-tje naar de platenmaatschappij gaat. Zij doen steeds vaker alleen de distributie en promotie van een cd. Sommige bandjes hebben het geluk dat ze tijdens een optreden ontdekt worden door iemand van een platenlabel. Maar dat komt niet zo dikwijls voor.
Hoe weet je welke gitaar bij je past? Iedere gitaar klinkt anders. Door goed te luisteren en verschillende gitaren uit te proberen leer je welke gitaar jij mooi vindt klinken en welke het beste past bij de soort muziek die je maakt. Vergelijk het met een auto: er bestaan bmw’s, maar ook oude Eendjes. In de gitaarwereld is het net zo. Als muzikant leer je vanzelf wat er allemaal te koop is.
Hoe kom je aan een optreden? Je kunt zelf zalen of kroegen met een podium bellen en vragen of je mag optreden. Dat doen wij ook wel eens. Uit een optreden volgt vaak een verzoek om ook ergens anders te komen optreden. Onze band heeft een manager, die ook veel optredens regelt.
Speel je ook andere instrumenten? In de studio speel ik ook wel eens piano of basgitaar. Maar bij optredens doe ik dat niet, want dat is niet praktisch. Ik kan namelijk niet twee instrumenten tegelijk bespelen. En ik zing ook.
Wat voor gitaar speel je? Tijdens een optreden gebruik ik vaak twee elektrische gitaren: een Gibson Les Paul en een Fender Telecaster. Die kosten ongeveer 1000 euro per stuk. Ik heb in totaal zes gitaren: drie elektrische en drie andere. Iedere gitaar heeft zijn geluid. Bij het ene nummer hoort bijvoorbeeld een subtiel geluid en bij het andere een roestiger geluid. Daarom wissel ik tijdens een optreden van gitaar.
Wat is het leukste aan muzikant zijn? De optredens zijn het leukst. Muziek maken is een heel creatief en persoonlijk proces en dan ineens staan er duizend mensen te kijken naar wat je hebt gemaakt! Als ze dan ook nog allemaal gaan klappen is het geweldig. Niets wat ik ooit heb gedaan in mijn leven, heeft mij datzelfde, trotse gevoel kunnen geven. Voor mij is muziek het einde.
muzikant
Hoe vaak ben je bezig met oefenen en optredens? Ik oefen twee à drie keer per week met de hele band. Thuis pak ik eigenlijk elke dag wel even de gitaar. Om echt goed te worden, moet je namelijk elke dag oefenen. We hebben meestal één keer per week een optreden, soms twee keer. Als je een cd aan het promoten bent, treed je vaker op. We spelen door heel Nederland, en ook in België en Duitsland.
137
muzikant
Wat is het moeilijkste aan muzikant zijn? Als je muziek maakt, wil je dat iedereen het hoort en waardeert. Het moeilijkste is om ervoor te zorgen dat heel veel mensen jouw muziek horen. Je hebt dan toch al snel een platenmaatschappij nodig. Soms is het vak fysiek zwaar: tijdens een tournee speel je tot ’s avonds laat door en rijd je ’s nachts van de ene locatie naar de volgende. Dat houd je niet een heel jaar achter elkaar vol.
138
Kun je van dit beroep leven? Nee, dat is heel moeilijk. Ik werk erbij als productiemanager bij een club in Rotterdam. Het houdt in dat ik concerten organiseer in die club. In Nederland kunnen maar heel weinig mensen rondkomen van hun bestaan als muzikant. Zelfs redelijk bekende bands moeten de eindjes aan elkaar knopen. Dat komt omdat heel veel mensen illegaal cd’s kopiëren. Nederland is klein, dus er worden sowieso niet snel veel cd’s verkocht. Met optredens en de verkoop van T-shirts en dergelijke kun je als band wel wat geld verdienen. Per optreden krijg je ongeveer 1000 euro met z’n vieren. Maar soms krijg je ook maar 250 euro. Rijk word je er dus niet gauw van. Heb je veel fans? Ja, als ik kijk naar de kaartverkoop van onze optredens denk ik van wel. Soms zie je dezelfde mensen wel drie of vier keer terug bij verschillende optredens. Een aantal van hen mailt ons ook. Ik vind dat een groot compliment. Soms vragen mensen om een handtekening. Zodra je op een podium staat, ben je blijkbaar toch ineens interessant, want het gebeurt nooit als ik zomaar in een kroeg sta. Wat heb je altijd bij je als je optreedt? Ik heb minstens drie gitaren bij me. Ik heb ook altijd extra snaren bij me, een versterker en een paar effectenapparaten. Dat zijn apparaten waarmee je tonen kunt herhalen, versterken of vervormen.
Ook muzikant worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een muzikant? Je moet talent en passie hebben voor muziek maken en je moet doorzetten. Dat betekent veel repeteren. Het is net als topsporters die 100 meter leren rennen in 10 seconden: daarvoor hebben ze keihard getraind, ze hebben een grote discipline en motivatie. Als je het in de muziekwereld wilt maken moet je ook veel trainen, discipline en motivatie hebben. Wat voor opleiding heb je nodig? Je kunt natuurlijk naar het conservatorium gaan, maar dat hoeft niet om succesvol te worden. Je moet vooral veel repeteren en zorgen dat je bij mensen in een band terechtkomt. Daarna komt het neer op goed worden en een grote dosis geluk hebben om door te breken. Je moet net op het juiste moment ergens zijn. Meer informatie? www.muziekonderwijs.startpagina.nl en www.cellophane.nl
11.00 uur Ik leef veel ’s nachts, dus meestal sta ik laat op. Gister-
17.00 uur We stoppen vandaag vroeg met de opnamen omdat we
avond kwam ik pas om 3 uur ’s nachts van een optreden thuis. Ik ontbijt snel wat, want ik moet zo de studio in voor geluidsopnamen!
vanavond een optreden in Tilburg hebben. We laden het busje vol met apparatuur en gaan op weg. Ongeveer een uur later kunnen we in de kroeg waar we spelen de spullen opbouwen en een soundcheck doen. Daarna moet we nog twee uur wachten voordat we op moeten. Ik ga dan meestal even naar de stad of ik probeer wat te slapen.
12.00 uur Vandaag starten we met het opnemen van een nieuwe cd. Dat duurt meestal twee of drie maanden. Als we geen optreden hebben, werken we tot middernacht door. We beginnen de dag altijd met een warming-up. Ik speel wat gitaarnummers om mijn vingers soepel te krijgen. Ik zing ook in om mijn stembanden soepel te krijgen.
12.30 uur Het duurt gemiddeld vier uur om de basis van één nummer goed op een cd te krijgen. Dat komt omdat je op een cd elk foutje hoort. Een fout gaat mensen irriteren als ze de cd een paar keer beluisteren. Daarom moet alles helemaal perfect klinken.
13.00-17.00 uur In de studio sta je als band in een geluiddichte kamer met een raam erin. Aan de andere kant zit de producent met een koptelefoon. Hij onderbreekt ons tijdens het spelen om te zeggen wat beter moet. Soms heb je zelf helemaal niet door dat het misging. De producent zit achter een groot mengpaneel, waarmee hij geluidseffecten kan creëren en waarmee hij het geluid ook daadwerkelijk opneemt.
20.30 uur De spanning bouwt zich op, want we moeten zo het podium op. De adrenaline begint te stromen. In de kleedkamer spelen de zanger en ik ons warm. Vlak voor een optreden heb ik het liefst niet te veel mensen om me heen, zodat ik me goed kan concentreren.
muzikant
Een dag uit het leven van muzikant Steven…
139
21.00 uur Start van het optreden. Het gaat helemaal perfect: het publiek is enthousiast en wij spelen de sterren van de hemel! Na tweeenhalf uur is het voorbij en we krijgen een groot applaus. Wat heerlijk is dat toch! Om elf uur pakken we alle spullen weer in en gaan we naar huis. Net na middernacht ben ik thuis.
dinosau r u s e x p e r t John de Vos (59): Ik
onderzoek alles wat groot en dood is en een wervelkolom heeft.
Wat houdt het werk van een dino-expert in? Officieel ben ik een paleontoloog. Ik onderzoek alles wat groot en dood is en een wervelkolom heeft. Ik doe onderzoek naar dinosaurussen, maar ook naar heel veel andere uitgestorven diersoorten, zoals mammoeten en mensachtigen. Ik ben dus eigenlijk ook mammoetexpert en mensachtige-expert. Ben je ook archeoloog? Nee, een archeoloog houdt zich bezig met allerlei dingen die mensen in het verleden hebben achtergelaten: piramides, schatkamers, potten, scherven en oude Romeinse ruïnes bijvoorbeeld. Een paleontoloog onderzoekt alleen dieren, planten en mensen die nu uitgestorven zijn. Hoe vaak doe je mee aan opgravingen? Ik ben twee maanden per jaar bezig met het opgraven of opvissen van botresten. Daarna begint het eigenlijke werk. Eerst zoek je uit van welke diersoort de botten zijn die je hebt gevonden. Als het een bijzondere vondst is, wordt die tentoongesteld in een museum en schrijf ik er een artikel over in een wetenschappelijk tijdschrift. Ik heb in mijn leven al 250 artikelen geschreven.
Hoe weet je welke diersoort je hebt opgegraven? Ik vergelijk opgegraven botresten met botten in de opslagruimte van het museum waar ik werk. In die opslagruimte liggen wel elf miljoen objecten; 80.000 stuks daarvan zijn botten. Je kunt je dus voorstellen dat het vergelijken van een opgegraven bot met botten die we al hebben, een hele klus is! Soms zit ik wel dagen of weken botten naast elkaar te leggen. Ik neus ook veel in studieboeken om te kijken bij welk dier het bot hoort dat ik gevonden heb. Hoe weet je waar je moet gaan graven? Meestal vinden heel gewone mensen als eerste ergens botresten. Spelende kinderen, bijvoorbeeld, of boeren die hun land bewerken, vinden iets wat ze niet kennen en nemen het mee naar een museum voor oudheid. In Nederland hebben we in museum Naturalis eens per maand spreekuur voor mensen die botten hebben gevonden. Wij paleontologen bestuderen de botten dan. Als het een bijzondere vondst blijkt te zijn, gaan we mee terug naar de vindplek om meer botten te zoeken.
Moet je voor jouw werk vaak naar andere landen reizen? Ik ga veel naar Zuidoost-Azië, naar de Filippijnen, Vietnam en Laos bijvoorbeeld; ook naar eilanden in de Middellandse Zee. Dieren op eilanden interesseren mij heel erg, omdat ze zo veranderlijk zijn. Grote dieren worden er door de tijd heen steeds kleiner, kleine dieren worden steeds groter. Dat komt doordat er op eilanden niet zoveel roofdieren zijn. Er zijn resten gevonden van dwergolifanten zo groot als een hond, en rattenskeletten van bijna hetzelfde formaat! Nog niet zo lang geleden is er, op het eiland Flores, vlak bij Indonesië, zelfs een mensachtige gevonden van maar een meter hoog.
Bestaan er geen apparaten waarmee je skeletten kunt opsporen? Nee, helaas niet. Je moet echt gaan graven en hopen dat je iets tegenkomt. In Nederland zou dat betekenen dat we heel het land moeten omspitten om te kijken of er dino’s liggen. Dat is natuurlijk onbegonnen werk. De meeste dinoskeletten die ergens ter wereld zijn opgegraven, lagen heel dicht aan de oppervlakte. Ze zijn toevallig door iemand gevonden.
Hoe komen uitgestorven dieren aan hun naam? Als een skelet van een nog onbekende diersoort wordt gevonden, krijgt het een naam van de vinder of van de persoon die het dier beschrijft in een wetenschappelijk artikel. Als ik als vinder zelf het skelet beschrijf in een artikel, mag ik het nooit mijn eigen naam geven. Dat vinden wetenschappers niet netjes. Als een ander het skelet beschrijft dat ik gevonden heb, kan hij het wel mijn naam geven. Zo is een uitgestorven orang-oetangsoort die ik heb opgegraven, door een andere onderzoeker de ‘Vossius’ genoemd – naar mij!
Welke grote vondsten zijn er in Nederland gedaan? Er worden niet vaak vondsten gedaan in Nederland, omdat bij ons alles erg diep ligt. Bij de Sint Pietersberg is een keer een mooie mosasaurus gevonden, een soort krokodil uit de oertijd. En in een groeve bij Winterswijk zijn botresten van andere dieren van 230 miljoen jaar oud gevonden. Wie wordt de eigenaar van datgene wat wordt opgegraven? In Nederland mag je dat wat je vindt in de grond in principe meenemen naar huis. In landen als Egypte en Griekenland is alles wat in de grond ligt van de staat. Hoe lang duurt een opgraving meestal? Meestal een tot twee maanden, afhankelijk van wat je moet opgraven en hoe groot het is. En ook van hoeveel mensen er mee kunnen graven. Een opgraving is duur. Je moet lonen betalen, en zorgen voor onderdak, huurauto’s, vliegtickets enzovoort.
dinosaurusexpert
Hoe diep liggen dino’s en andere dieren begraven? Hoe ouder het dier of de menssoort, hoe dieper ze begraven liggen. Verder verschilt het per land. In sommige landen is de bovenste aardlaag weggesleten door de wind of de zee, waardoor een dinosaurusskelet zomaar aan de oppervlakte ligt! Dat komt wel voor in Zuid-Amerika. In Nederland kun je mammoetskeletten vinden vanaf 25 meter diepte. In de Noordzee worden door vissersboten of zandzuigers regelmatig mammoetresten gevonden. Zelf heb ik met zo’n boot vorig jaar een schedel en dijbeen van een mammoet gevonden. Hoe diep dino’s in Nederland liggen weet niemand precies: we hebben er hier nog nooit eentje gevonden.
141
dinosaurusexpert 142
Wat weet je allemaal van dinosaurussen? Dinosaurussen leefden 65 tot 230 miljoen jaar geleden. Alleen dieren die toen op het land leefden, noemen we dinosaurussen. De dieren die vlogen heten vliegende sauriërs en de dieren die in het water leefden heten allemaal verschillend, bijvoorbeeld mosasaurus of vishagedis. Sommige dinosauriërs waren zo groot als een kip en andere werden wel veertig meter lang. Niemand weet precies waarom ze uitgestorven zijn. De een zegt dat het door een meteorietinslag kwam en de ander zegt dat de dinosaurus zich niet kon aanpassen aan de veranderende temperatuur en plantengroei op aarde. Wat weet je allemaal van mensen die vroeger leefden? Eén ding is zeker: geen enkel mens heeft ooit oog in oog gestaan met een echte dino, want wij ontstonden pas miljoenen jaren later! Mensen en apen hebben dezelfde voorouders. Ergens vier miljoen jaar geleden zijn we gesplitst in een menssoort en een aapsoort. De mens ging lopen omdat de natuur veranderde en de mens van boom naar boom moest gaan om voedsel te vinden. We gingen rechtop lopen omdat dat minder energie kost dan lopen op vier poten. De Nederlandse onderzoeker Dubois vond in 1890 als eerste een schedeldak en een dijbeenbot van de rechtopgaande aapmens. Hij was de eerste die beweerde dat apen en mensen dezelfde voorouders hebben. Wat is het leukste aan jouw vak? Het allerleukste is meedoen aan opgravingen van oude skeletten. Daarnaast vind ik het ook erg leuk om te proberen de beesten te reconstrueren en uit te vinden hoe ze geleefd hebben. Mijn werk lijkt soms op het oplossen van een puzzel. Wat is moeilijkste aan het werk van een dino-expert? Het vinden van de botten. Je weet niet waar ze liggen. Je moet toevallig iets vinden of gokken op basis van de grondsoort. Als er een heel oude grondlaag aan de oppervlakte ligt, heb je meer kans.
Ook dino-expert worden? Welke ideale eigenschappen heeft een dino-expert? Je moet geduld hebben, want soms vind je bij opgravingen dagen of weken achter elkaar helemaal niets. Je moet niet alleen maar skeletten willen verzamelen, maar ze ook willen onderzoeken. Dat laatste doe je driekwart van je tijd, dat moet je je goed realiseren. Welke opleiding heb je nodig? Er is geen aparte opleiding tot dinosaurusexpert in Nederland. Je kunt wel paleontoloog worden, dat is iemand die dinosaurussen en andere grote uitgestorven dieren bestudeert. Paleontologie is een specialisatie van de studie biologie of geologie. Om die studie te volgen moet je eerst vwo doen en daarna naar de universiteit, bijvoorbeeld in Utrecht of Amsterdam. In Nederland is heel weinig vraag naar paleontologen; er zijn er ongeveer vijf met betaald werk. De kans dat je na je studie een baan als paleontoloog vindt, is dus erg klein. Meer informatie? www.bio.uu.nl www.falw.vu.nl en www.naturalis.nl
06.00 uur Als ik meedoe aan een opgraving, sta ik vroeg op. Ik slaap
12.30 uur De vondst van een tapirbot is leuk, maar niet interessant
met de andere opgravers in een geïmproviseerd kamp. De omstandigheden zijn primitief. Er is geen echte douche of toilet en we slapen in tenten. Na het ontbijt pak ik mijn spullen bij elkaar: kwast, hamer, gips, en pen en papier om notities te maken. Meedoen aan opgravingen is zwaar werk; je maakt lange dagen en je vindt lang niet altijd wat. Soms heb je een stuk bot helemaal uitgegraven, en als je het dan oppakt, verpulvert het in je handen! Toch zijn opgravingen het allerleukste onderdeel van mijn werk.
genoeg om er een wetenschappelijk artikel over te schrijven of om het tentoon te stellen. Dat doe ik eigenlijk alleen maar als het echt een heel bijzonder bot is. Nog niet zo lang geleden heb ik bijvoorbeeld een mammoetschedel en een schouderblad van een babymammoet gevonden. Dat werd natuurlijk direct tentoongesteld!
07.30 uur Vandaag doe ik dus niet mee aan een opgraving. Ik ben gewoon bij museum Naturalis in Leiden aan het werk. Eerst beantwoord ik mijn e-mails en daarna ga ik verder met het onderzoeken van een curieus bot dat naar mij toe is gebracht door amateurpaleontologen uit Brabant. Ze hebben het bij een zandopgraving gevonden. Vorige week heeft het lab het goed schoongemaakt zodat ik het kan bestuderen.
08.30 uur Ik kan niet direct zien van welk dier het bot is. Daarom ga ik naar de opslagruimte van het museum om het stuk bot te vergelijken met botten die we al hebben. In de opslagtoren zijn hele kamers ingericht met alleen maar mammoetbotten, of botten van hoefachtigen, en ga zo maar door. Ik heb het vermoeden dat mijn bot bij de hoefachtigen hoort. Daar begin ik dus met zoeken. Soms duurt het wel weken voordat ik een goede vergelijking heb gevonden.
11.30 uur Ik heb geluk, ik denk dat ik een match heb! Het bot lijkt op dat van een tapir. Die bestaan nu ook nog. Het zijn zoogdieren met een kort, beweeglijk slurfje; ze leven in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Duizenden jaren geleden was het klimaat in Nederland ook subtropisch, dus het is niet onmogelijk dat het bot afkomstig is van een voorouder van de tapir in Nederland. Ik sla een paar studieboeken over tapirs open en nu weet ik het echt zeker: het bot in mijn handen is een historisch tapirbot.
13.30-17.00 uur ’s Middags heb ik studenten paleontologie op bezoek. Ik probeer zoveel mogelijk van mijn kennis over mammoeten, dinosaurussen en mensachtigen op hen over te brengen. Rondleidingen aan jonge kinderen geef ik nooit; daar zijn speciale mensen voor. Als paleontoloog gebruik ik zoveel Latijnse namen van dieren en oude mensachtigen, dat ik bijna geheimtaal spreek voor kinderen.
dinosaurusexpert
Een dag uit het leven van dino-expert John…
143
stewa r d e s s Samantha Turner (37): Bij
deze baan komt meer kijken dan een lieve glimlach!
Wat houdt jouw werk in? Ik ben verantwoordelijk voor de veiligheid en het comfort van de passagiers. Ik heb bovendien de leiding over de andere stewardessen in het vliegtuig. Die functie heet officieel ‘purser’ of ‘senior cabin crew’. Voordat we gaan vliegen test ik de kennis van de stewardessen over veiligheid en EHBO door een paar vragen te stellen. Als ze het antwoord niet weten, mogen ze niet mee en raken ze hun baan kwijt. Als purser moet je ook beoordelingsgesprekken voeren met de stewardessen. Wat moet een stewardess weten over veiligheid? We leren onder andere hoe we passagiers moeten evacueren en wat de locatie en werking is van noodapparatuur als zuurstofmaskers, nooduitgangen en reddingsvesten. De veiligheidsvoorschriften staan in een dik boek dat elke stewardess uit haar hoofd kent. Daarnaast krijgen we een uitgebreide EHBO-cursus. Als er iets misgaat tijdens een vlucht, zijn stewardessen de eersten op wie passagiers moeten kunnen rekenen. Bij deze baan komt meer kijken dan een lieve glimlach!
Waar vlieg je allemaal heen? Ik vlieg op bijna alle bestemmingen van Easyjet binnen Europa, van Nice en Barcelona tot aan Oost-Europese steden als Ljubljana en Tallinn. Maar tijdens mijn werk kom ik nooit van het vliegveld af. Korte vluchten binnen Europa gaan 25 minuten na de landing alweer terug naar de plaats van herkomst. In die tijd is het keihard werken: de cabine moet worden schoongemaakt en alle veiligheidschecks moeten worden uitgevoerd voordat we weer opstijgen. Ik heb bewust gekozen voor kortere vluchten omdat ik thuis een gezin heb. Langere vluchten zijn een stuk avontuurlijker! Hoe vaak moet je vliegen? Meestal doe ik vier enkele vluchten per dag. Over het algemeen werk je zes dagen achter elkaar, waarna je drie dagen vrij bent. Een van de werkdagen ben je niet ingedeeld op een vlucht, maar oproepbaar voor het geval een andere stewardess bijvoorbeeld ziek is of plotseling niet kan werken. Welke vragen worden het meest gesteld door passagiers? ‘Wanneer komen we aan?’ ‘Waar zijn we nu?’ en: ‘Hoe is het weer op de plaats van bestemming?’
Hoe ga je daarmee om? Zolang je aardig bent en uitleg geeft, tonen de meeste passagiers wel begrip. Onze piloten komen wel eens naar de wachtkamer om toelichting te geven, en dat waarderen passagiers. Tijdens de training voor stewardess leren we omgaan met boze passagiers. Het belangrijkste is dat je luistert naar iemand en begrip voor diens situatie toont. Als wij een fout hebben gemaakt, bied ik altijd mijn excuses aan. Meestal is de situatie daarmee wel gesust. Wie zijn de leukste passagiers? Oude mensen zijn vaak het liefst. Maar ook een groep Engelse jongens op vrijgezellenweekend naar Praag kan beregezellig zijn. Mensen die op vakantie gaan, zijn meestal erg blij en gezellig. Ik probeer er altijd rekening mee te houden dat niet iedereen blij is. Soms moeten mensen bijvoorbeeld naar een begrafenis, of zijn ze verdrietig omdat ze lange tijd weggaan en hun familie een tijd niet zullen zien. Heb je wel eens beroemde mensen aan boord gehad? We hebben regelmatig voetballers aan boord; Edgar Davids bijvoorbeeld, of het voetbalteam van FC Barcelona of Newcastle United. We vliegen ook redelijk vaak met popgroepen, zangeressen of mensen van de Engelse televisie. Jean Paul Gaultier, van de mode en de parfum, zat ook eens bij ons in het vliegtuig.
Laten mensen veel spullen achter in het vliegtuig? Ongelofelijk veel! Het meest achtergelaten worden boeken, brillen en handtassen, maar we vinden ook i-pods, laptops, paspoorten en portemonnees met veel geld erin. Soms zijn spullen zo mooi dat het jammer is dat we ze moeten inleveren bij gevonden voorwerpen. Laatst vond ik een paar designer-schoenen van Mui Mui. Het prijskaartje van vierhonderd euro zat er nog aan… Moet je veel talen kunnen spreken als stewardess? Bij Easyjet moet je in ieder geval Engels kunnen spreken. Alle andere talen die je spreekt zijn mooi meegenomen, maar niet noodzakelijk. Je krijgt wel extra betaald als je meerdere talen spreekt.
stewardess
Wie zijn de lastigste passagiers? Mensen die te laat komen, zijn lastig. Soms is het ook lastig als passagiers boos worden om iets waar wij niets aan kunnen doen. Als het vriest bijvoorbeeld, moet een vliegtuig eerst ‘ontdooien’ voordat het mag opstijgen. Voor de vertraging die dat oplevert, heeft niet iedereen begrip.
Wat is het leukste aan stewardess zijn? Ik ontmoet elke dag zo’n zeshonderd mensen. Ik was hiervoor luchtverkeersleider; toen zat ik de hele dag binnen en zag ik helemaal niet zoveel mensen. Dat was voor mij de belangrijkste reden om over te stappen naar deze baan. Ook al sta ik elke dag in de cabine, voor mij is elke dag anders. Veel meiden doen dit werk trouwens omdat ze graag wat van de wereld willen zien. Zeker als je bereid bent om lange vluchten te maken, kun je regelmatig ergens een paar dagen blijven.
145
stewardess
Welke vlucht is je bijgebleven? In december vlogen we van Londen naar München toen een Britse mevrouw aan boord 30.000 euro won met een kraslot. Die krasloten verkopen wij aan boord, dus dat was natuurlijk geweldig.
146
Wat is het moeilijkste aan jouw werk? Ik moet vaak erg vroeg beginnen, soms al om kwart over vijf ’s ochtends. Daarvoor moet ik al om kwart over drie ’s nachts op. Vaak ga ik dan om halfnegen naar bed, tegelijk met mijn kinderen! Heb je wel eens een noodlanding meegemaakt? Nee, gelukkig niet. Het vliegtuig heeft wel eens een tussenstop gemaakt voor een medisch noodgeval. We waren onderweg van Alicante naar Londen toen een man ademhalingsproblemen en pijn in zijn borst kreeg. Als stewardess ben je getraind in het herkennen van ernstige situaties en hoe je daarmee moet omgaan. We hebben het toestel in Toulouse aan de grond laten zetten. Achteraf hebben we een medaille gekregen van onze werkgever voor ons snelle en accurate ingrijpen.
Ook stewardess worden? Welke ideale eigenschappen heeft een stewardess? Een stewardess moet vriendelijk zijn en kalm kunnen blijven als zij onder hoge druk komt te staan. Stewardessen moeten goed in een team kunnen werken en met mensen van alle leeftijden en culturen om kunnen gaan. Eisen wat het uiterlijk betreft: meestal wordt gevraagd om een lengte tussen de 1.58 en 1.90 meter en een gewicht dat in verhouding staat tot de lengte. Zichtbare tatoeages of piercings zijn niet toegestaan. Een goede Engelse spreekvaardigheid is vrijwel altijd vereist, extra talenkennis is gewenst. Vanaf je woonplaats moet je binnen een uur of anderhalf uur op het vliegveld kunnen zijn. Welke opleiding heb je nodig? Dat is afhankelijk van de vliegmaatschappij waarbij je solliciteert. Meestal is een mbo-opleiding of een havo-diploma een minimumvereiste. De selectieprocedure bestaat vaak uit een brievenselectie en een interview. Daarna krijg je een interne opleiding: deze bestaat uit een service- en verkooptraining en een veiligheidstraining. Die duurt drie of vier weken fulltime. De opgedane kennis wordt regelmatig opnieuw getest. Meer informatie? www.stewardess.startpagina.nl en www.easyjet.com
stewardess
12.10 uur Ruim een uur voor vertrek ontmoet ik mijn collega’s in de personeelslounge. Ik heb de leiding over de stewardessen en brief hen over de vlucht. Ik stel elk van hen twee vragen over veiligheid aan boord en een EHBO-vraag. Dat is standaardprocedure, zodat iedereen gedwongen is zijn kennis continu bij te houden. De piloten informeren ons over de vluchttijd en het weer.
147
Een dag uit het leven van stewardess Samantha… 12.20 uur Al het vliegpersoneel checkt in via een aparte douanesluis.
15.00-15.25 uur We hebben exact 25 minuten op het vliegveld in
Wij staan dus niet samen met de passagiers in de rij. Dat betekent niet dat de controle minder streng is. Ook onze handbagage gaat door het röntgenapparaat en ook wij moeten door een metaaldetector en worden gefouilleerd.
Ljubljana. In die tijd moet alle rotzooi in de cabine opgeruimd worden, de gordels en boekjes moeten weer worden rechtgelegd en de gevonden voorwerpen worden afgegeven. De piloten helpen mee.
15.25-18.00 uur Tweede vlucht: terugvlucht van Ljubljana naar Lon12.25-13.00 uur We voeren alle veiligheidschecks uit in het vliegtuig. We kijken onder andere of alle noodapparatuur – zoals brandblussers – aanwezig is. Vandaag vliegen we met een Airbus A 319 met 156 stoelen. Voor elke vijftig passagiers is er een stewardess, dus vandaag werken we met vier meiden cabinepersoneel. We vliegen eerst naar Ljubljana in Slovenië en daarna naar München.
13.00-15.00 uur Eerste vlucht: De passagiers checken in en wij als stewardessen heten hen welkom. We missen vandaag achttien passagiers: zij hebben niet ingecheckt, terwijl ze wel een ticket hebben gekocht. Dat gebeurt best vaak. Het is een normale vlucht en wij gaan langs met de cateringwagen en de kleine cadeauwinkel. Het is hard doorwerken op een korte vlucht. Tussendoor eten we snel een broodje.
den. Een man die een eigen fles wijn heeft meegenomen en daaruit wil drinken, moet ik uitleggen dat dat niet mag. Dan kunnen wij niet bijhouden hoeveel een passagier drinkt en dat kan mogelijk veiligheidsproblemen opleveren. Gelukkig begrijpt de man het.
18.00-23.00 uur Derde en vierde vlucht: van Londen naar München en terug. Het is min acht graden in München, waardoor we last hebben van ‘ijsvorming’ op het vliegtuig. Nadat het vliegtuig ‘ontdooid’ is, kunnen we pas terug. Gelukkig levert het maar een kwartier vertraging op. Terug in Londen ga ik snel naar huis. Morgen weer vroeg op, dan vlieg ik naar Nice en Barcelona!
fotograaf Raymond Rutting (44): Met
foto’s kun je de publieke opinie beïnvloeden.
Wat voor soort foto’s maak je? Ik ben nieuwsfotograaf of fotojournalist. Ik heb jaren bij het persbureau ANP gewerkt. In die hoedanigheid was ik voor lange tijd fotograaf met als specialisatie het koningshuis. Nu ga ik elke dag in Nederland op pad om voor de Volkskrant een nieuwsfoto te maken. Daarom heet ik ook wel fotojournalist. Ik maak ook reportages in het buitenland. Naar welke landen reis je allemaal? Meestal ben ik in Nederland aan het fotograferen. Als ik naar het buitenland ga, is dat meestal voor twee of drie weken. Ik reis daarnaartoe waar het nieuws is. Ik heb bijvoorbeeld foto’s van de oorlog in Irak gemaakt, maar ook van tsunamislachtoffers in Indonesië. In Afrika ben ik in enkele conflictlanden geweest, zoals Zuid-Sudan en Congo. Daar maak ik foto’s van mensen in hun dagelijkse leven.
Wat was je laatste project in het buitenland? Ik heb een portrettenserie gemaakt van Afrikanen in Sudan, Congo en Uganda. Dat was heel indrukwekkend. Ik heb mensen gefotografeerd in vluchtelingenkampen en ik ben op bezoek geweest in een opvanghuis voor jonge meisjes en vrouwen die verkracht waren in de oorlog. Als fotograaf is het soms best moeilijk om over zoveel ellende te horen. Met mijn foto’s probeer ik mensen te vertellen wat daar aan de hand is. En ik zamel af en toe geld in voor ontwikkelingsprojecten. Wat voor ontwikkelingsprojecten steun je? Voor de mishandelde vrouwen in Congo heb ik met de opbrengst van een fotoveiling een nieuw opvanghuis bekostigd. Voor boeren in Uganda zamelde ik geld in om droogte en erosie in het land te bestrijden. Soms komen er heel goede dingen voort uit een werkbezoek als fotograaf. Is het belangrijk dat je je ergens in specialiseert als fotograaf ? Het kan, maar het hoeft niet. Ik vind het belangrijker dat je als fotograaf allerlei soorten onderwerpen kunt fotograferen. Als je maar met één ding bezig bent, heb je geen oog meer voor andere dingen en dat kan in je nadeel werken.
Wat was de nieuwswaardigste en leukste foto die je ooit maakte? Ik was met koningin Beatrix op Curaçao toen er een orkaan over het land raasde. De koningin stond bij de zee en kreeg een golf water over zich heen, waardoor haar kapsel inklapte. Ik maakte direct een foto. Dat was de enige keer dat het Nederlandse publiek haar met nat haar heeft gezien! De leukste foto was een foto die ik van de koningin in Egypte maakte. Op de foto zie je hoe haar hoed precies tussen de lijnen van de piramide past. Dat is een heel grappig gezicht. Hoeveel foto’s maak je op een dag? En hoeveel daarvan zijn goed? Per onderwerp maak ik zestig tot zeventig foto’s. Die foto’s zijn allemaal wel scherp en goed te noemen, maar meestal zijn er maar één of twee echt bruikbaar voor de krant. Ontwikkel je ook nog foto’s of doe je alles digitaal? Ik werk alleen maar digitaal. Bijna niemand werkt meer met filmpjes. Ik geloof dat de rolletjes zelfs alleen nog maar in Japan gemaakt worden. Je kunt ze ook op steeds minder plekken laten ontwikkelen. Wat is het leukste aan fotojournalist zijn? De afwisseling. Elke dag is weer anders en je ziet wat van de wereld. Het is ook leuk dat je als fotograaf veel dichter bij bekende mensen komt dan gewoonlijk. Laatst was ik aan het werk voor de Volkskrant toen ineens president Bush van Amerika op vier meter afstand van me stond. Ook onze eigen koningin fotografeerde ik vaak van heel dichtbij.
Waar ben je het meest trots op? Ik ben geridderd als officier in de Orde van Oranje Nassau. Het is een erkenning voor mijn fotowerk in de afgelopen twintig jaar en voor het feit dat ik een voorbeeldfunctie voor jonge fotografen in binnen- en buitenland heb. Dat vind ik een groot compliment. Wat is het moeilijkste in jouw baan? Als nieuwsfotograaf vind ik het het moeilijkst dat je wel eens moet werken in oorlogsgebieden. Ook al ben je fotograaf en geen soldaat, je weet dat je geraakt kunt worden door een kogel. In Afghanistan was ik drie weken mee met het Amerikaanse leger, op zoek naar Talibanstrijders. Ik kroop en sloop met de Amerikaanse soldaten mee door de smalle straatjes. Terwijl ik mijn werk deed, moest ik tegelijkertijd dekking zoeken. Na die drie weken was ik echt helemaal op. Ben je wel eens bang als fotograaf ? Angst voor mijn leven heb ik niet. Het speelt wel in mijn achterhoofd mee als ik naar oorlogsgebieden ga, maar het weerhoudt me niet om te gaan. Mijn grootste angst is eerder dat er iets belangrijks voor mijn neus gebeurt waar heel de wereld over praat en dat ik dan mijn camera niet bij me heb!
fotograaf
Vertel eens wat meer over fotograferen voor het koningshuis? Ik maakte jarenlang voor het persbureau anp foto’s van de koningin en haar familieleden. Op Koninginnedag liep ik mee met de familie in de dorpen die ze bezochten. En als Hare Majesteit op staatsbezoek ging naar Curaçao of Egypte, dan mocht ik ook mee. Soms zaten we in hetzelfde vliegtuig. Ik heb ook de kennismakingstour van Maxima en Willem-Alexander door Nederland gefotografeerd.
149
Ook fotograaf worden?
fotograaf
Wat zijn de ideale eigenschappen van een fotojournalist? Je moet goed met mensen om kunnen gaan en ze op hun gemak kunnen stellen als je aan het werk bent. Je moet een doorzetter en een optimist zijn, want het duurt vaak lang voordat je die ene, juiste foto hebt gemaakt. Je moet soms onder moeilijke omstandigheden – zoals een oorlog – kunnen functioneren. Ik denk ook dat je een groot verantwoordelijkheidsgevoel moet hebben, omdat je met foto’s de publieke opinie kunt beïnvloeden. Zeker als je net begint als fotograaf, is het goed om niet te hoog van de toren te blazen. Pak opdrachten aan en blijf bescheiden. Dat brengt je verder.
150
Wat heb je altijd bij je als fotojournalist? In ieder geval mijn twee Nikon-camera’s met lenzen, statieven, reflectieschermen en andere dingen die ik eventueel nodig heb om een goede foto te maken. Voor het geval ik plotseling naar het buitenland moet, heb ik ook altijd mijn paspoort bij me en zorg ik dat al mijn inentingen continu in orde zijn. Mijn laptop neem ik ook altijd mee, zodat ik vanaf locatie foto’s kan bewerken en doorsturen naar de redactie. Omdat het nogal veel spullen zijn, kom ik vrijwel altijd met de auto. Heb je speciale kleding als fotograaf ? Ik heb vaak een fotojack aan, dat is een jasje met allemaal kleine vakjes erin. Dat is handig als je veel moet rennen, vliegen en schuilen tijdens het fotograferen. In die zakjes stop je geheugenschijfjes voor je camera, lenzen en andere spullen. Achter in mijn auto ligt altijd regen- en bergkleding, omdat ik nooit zeker weet wat voor weer het gaat worden of waar ik naartoe moet. In mijn auto ligt ook een kogelvrij vest en een zwarte militaire helm, voor het geval ik plotseling naar een conflictgebied moet. Wanneer had je voor het laatst een rotdag? Dat komt niet vaak voor, ik kan het me eigenlijk niet meer herinneren. Ik heb een heerlijk beroep!
Welke opleiding heb je nodig? Toen ik mij aanmeldde bij de fotoacademie werd gezegd: ‘Meneer Rutting, u kunt beter een ander vak kiezen.’ Ik besloot op eigen kracht fotograaf te worden en begon met het dragen van de apparatuur van mijn schoonvader, die fotograaf was. Daarna ging ik werken bij een huis-aan-huisblad en bij een fotopersbureau. Dat ik zo vroeg begon, was uiteindelijk een groot voordeel. Toen ik op mijn zesentwintigste bij persbureau ANP ging werken, had ik al ruim vijf jaar werkervaring, terwijl de meeste van mijn leeftijdgenoten net van de fotoacademie kwamen. Tegenwoordig is het heel lastig om professioneel fotograaf te worden zonder een diploma. Een foto- of filmopleiding is daarom een goede investering in je toekomst als fotograaf. De kunstacademie is goed voor je kunstzinnige vaardigheden, maar het is misschien niet de opleiding waar je het meeste vakmanschap als fotograaf leert. Meer weten? www.fotografie.startpagina.nl www.volkskrant.nl en www.raymondrutting.com
Een dag uit het leven van fotograaf Raymond… 09.00 uur Nadat ik mijn jongste kind naar school heb gebracht, be-
11.30 uur Ik eet snel wat en bewerk mijn foto’s op locatie. Ik heb
kijk ik thuis het nieuws. Als fotojournalist moet je goed weten wat er speelt in de wereld. Ik kijk naar het journaal en bekijk de nieuwsagenda van het persbureau ANP. Daarin staan alle evenementen die die dag zeker staan te gebeuren.
mijn laptop bij me, zodat ik de foto’s direct kan doorsturen naar de redactie. Als ik meer tijd heb, bewerk ik de foto’s thuis.
10.00 uur Ik bel met de fotoredactie van de Volkskrant en overleg met hen waar ik die dag een foto van kan maken. Ik kom zelf ook wel eens met ideeën en vraag hun dan of ze met de schrijvende redactie overleggen of ze eventueel een redacteur willen sturen. Vandaag ga ik in overleg met de redactie een foto maken van de koning van Jordanië. Hij houdt in Amsterdam een toespraak over de islam.
10.30 uur Ik maak de foto’s van koning Hussein in het Amsterdamse stadhuis. Ik bepaal van tevoren niet hoe lang ik ga. Ik ga net zolang door met fotograferen totdat ik denk: Dit is het, nu ben ik tevreden. Of tot ik moet vaststellen dat het er niet inzit qua fotografie.
doen. Als er nog een onderwerp is, bellen ze mij, en dan moet ik er direct heen. Vanmiddag bereid ik alvast mijn reis naar Afrika voor. Volgende week vlieg ik met een redacteur van de Volkskrant naar Congo, maar ik moet nog veel praktische zaken regelen: malariatabletten kopen, camera’s ophalen, enzovoort.
fotograaf
09.30 uur Ik archiveer mijn foto’s van de vorige dag.
13.00 uur Ik weet niet of ik vanmiddag nog wat voor de krant moet
17.30-23.00 uur Om halfzes is er een grote vergadering op de
151
redactie, die de krant voor de volgende dag in grote lijnen vaststelt. Ik ben niet opgeroepen die middag, maar moet wel de avond vrijhouden. Echt groot of schokkend nieuws kan nog tot elf uur of halftwaalf ’s avonds worden aangeleverd. Het kan dus zijn dat ik vanavond nog op pad moet.
dier e n a r t s Annemarie Rossing (32): Koeien
vind ik het leukst, omdat ze zo nieuwsgierig zijn.
Kun jij alle soorten dieren genezen? In principe wel, maar als dierenarts specialiseer je je. Bijvoorbeeld in herkauwers, zoals geiten, schapen en koeien, of in paarden, pluimvee of varkens. Je kunt je ook specialiseren in gezelschapsdieren zoals honden, katten en knaagdieren. Er is zelfs een richting bijzondere dieren als vissen, reptielen en slangen! Waarin ben jij gespecialiseerd? Ik heb voor de herkauwers gekozen. Vooral de koe is een prachtig dier, groot en buitengewoon nieuwsgierig. En het blijft me mateloos fascineren hoe ze van gras melk kunnen maken met die vier magen! Gras is voor mensen niet verteerbaar. Koeien worden erbij geholpen door miljarden bacteriën in hun grootste maag, de pens. Die pens is een bijzondere wereld op zich. Ik werk ook met schapen. Die zijn leuk, maar bijzonder non-coöperatief: je krijgt er altijd rugpijn van!
Wat doet een dierenarts van herkauwers vooral? Als dierenarts doe je meer dan alleen individuele dieren behandelen. Je draagt eraan bij dat alle dieren op een boerenbedrijf gezond zijn en dat ook blijven. Zieke dieren behandel je, maar je zorgt dus ook dat andere dieren niet besmet raken of ook ziek worden. Je adviseert de veehouder op het gebied van onder andere vruchtbaarheid, uiergezondheid, voeding, klimaat en hoe hij besmettelijke dierziekten buiten de deur kan houden. Soms is dat moeilijk en wordt besloten de dieren te vaccineren. Ik ben dus ook veel bezig met advisering aan boeren: bedrijfsbegeleiding noemen we dat. Verder help ik bij bevallingen van dieren. Soms moet ik bijvoorbeeld een dood kalfje uit een koe halen, of het zo leggen dat het normaal geboren kan worden.
Behandel je ook varkens? Ik heb een tijdje varkens behandeld, maar nu niet meer. Ik vond koeien toch echt veel leuker! Werken als varkensdierenarts is fysiek wel minder zwaar, waardoor het makkelijker is vol te houden door vrouwen. Je behandelt minder individuele zieke varkens en bent een groter deel van je tijd bezig de varkensboer te adviseren. Hetzelfde geldt trouwens voor pluimveedierenartsen.
Wanneer heb je het ’t drukst? In het voorjaar en het najaar. In het voorjaar omdat dan de meeste kalfjes en lammetjes geboren worden, in het najaar omdat het weer dan vaak te warm en te vochtig is voor de koeien en de samenstelling van het gras verandert. Dat maakt dat koeien last kunnen krijgen van hittestress en allerlei andere zaken, zoals problemen met de spijsvertering en ontstekingen aan de uiers. Het liefst hebben koeien een temperatuur onder de tien graden. Wat vind je het leukste aan dierenarts zijn? Het is heel veelzijdig. Enerzijds probeer je bij een individueel ziek dier uit te vinden wat er aan de hand is en hoe het genezen moet worden. Anderzijds moet je uitzoeken of de rest van het vee mogelijk ook gevaar loopt, bijvoorbeeld als de oorzaak van de ziekte in het rantsoen zit, of in de manier van melken. Helpen bij bevallingen is ook heel leuk. En ik geniet erg van lesgeven op de universiteit en studenten begeleiden. Als ik op pad ga, neem ik altijd drie studenten mee, zodat ze van mij en van de veehouders kunnen leren. Wat is het vervelendste? Het vervelendste vind ik klauwbekappen – dat is het bijsnijden van de hoeven – omdat ik het fysiek zwaar vind. Ik vind het ook moeilijk als ik bij boeren kom die hun vee niet goed behandelen. Dan kan ik echt boos worden. Heb je wel eens iets heel moeilijks moeten doen? Ik moest ooit een paard helpen dat van een veulen aan het bevallen was. De darmen van de merrie lagen eruit en ik kon het paard niet meer redden. Om het veulen te kunnen redden heb ik toen het paard moeten doodschieten. Er was geen andere keuze, maar als je dan klaar bent en ziet wat je gedaan hebt, gaat er wel wat door je heen. Met het veulen is gelukkig alles goed gekomen.
dierenarts
Wat weet je allemaal van koeien? Een gemiddelde melkkoe produceert in een jaar ongeveer 8500 liter melk. In Nederland wordt ze ongeveer zes jaar oud. Sommige dieren presteren het om in hun leven 100.000 liter melk te geven. Zo’n mijlpaal is vaak reden voor een feestje op het bedrijf ! Een koe krijgt elk jaar een kalfje. De zwangerschap duurt negen maanden. De laatste zes weken produceert ze geen melk meer: ‘ze staat droog’, zeggen boeren dan. Als het kalfje geboren is, komt de melkproductie weer op gang. Ongeveer drie maanden na de geboorte van het kalfje wordt ze weer drachtig. Bij het overgaan van droogstand naar melkproductie worden sommige koeien ziek. Tachtig procent van de zieke koeien die ik behandel, zijn dieren in deze overgangsfase.
153
dierenarts
Hoe kijken boeren aan tegen een vrouwelijke veearts? Boeren zijn meestal recht door zee, dat vind ik heel gemakkelijk. Ze zeggen het als iets hun niet bevalt. Met de meeste kan ik het uitstekend vinden. Sommige boeren moesten wel wennen aan een vrouwelijke arts op het erf, maar als je goed werk levert, draaien ze over het algemeen wel bij.
154
Wat neem je altijd mee naar je werk en waarom? Een stethoscoop, thermometer, handschoenen en glijmiddel. En in de auto liggen veel medicijnen. Ik heb ook altijd naalden en spuiten en een operatie- en verlossetje bij me. Als ik bij een bedrijf kom, krijg ik daar meestal een overall en laarzen. In de winter heb ik altijd een warme trui en een muts bij me, want het kan flink koud zijn in de stallen.
Wanneer wist je voor het eerst dat je dierenarts wilde worden? Toen ik zes jaar was. Wij woonden tegenover een boerderij en je kon mij altijd tussen de beesten vinden. Toen ik dertien was, ging ik alle vakanties met een dierenarts mee. Hij leek op dokter Vlimmen van de televisie en ik vond het geweldig om te zien wat hij allemaal deed. Na het vwo ben ik dus diergeneeskunde gaan studeren.
08.00 uur Ik kom aan op de universiteit en zet de computer aan. Ik geef les aan studenten diergeneeskunde. De helft van mijn tijd ben ik ook als dierenarts aan het werk. Vandaag ga ik boerderijen bezoeken die mijn hulp nodig hebben. Op mijn werkkamer bekijk ik alvast de bedrijfsresultaten van het bedrijf waar ik vandaag naartoe ga met drie studenten. Op dat bedrijf kom ik elke maand.
09.30 uur Met z’n vieren komen we aan bij het eerste rundveebekopregel
drijf, waar we de hele ochtend koeien gaan onderzoeken of ze zwanger zijn. De studenten zijn nog niet zo bedreven in het onderzoek. De boer is gelukkig een aardige vent met veel geduld. We praten ook veel over andere rundveezaken met de boer, zoals de melkproductie van de koeien en de inrichting van de stal. De studenten leren veel vandaag.
155
Een dag uit het leven van dierenarts Annemarie... 12.00 uur Rond het middaguur zijn we klaar. We hebben twintig
15.00 uur We rijden door naar een particulier die een paar schapen
koeien gecontroleerd op zwangerschap. Ik ontmoet op het bedrijf elke maand ook de veevoederadviseur en samen met de boer drinken we binnen een kop koffie. We hebben een interessante discussie over het dieet voor de koeien. Ik heb gezien dat er te weinig eiwit gevoerd wordt en wijs hen daarop. Ze zullen het aanpassen. We nemen afscheid en terwijl ik naar het volgende bedrijf rijd eet ik mijn boterhammetje.
houdt. De man verdenkt een vijftal schapen ervan besmet te zijn met een vervelende virusziekte die wondjes aan de bek veroorzaakt. Het blijkt gelukkig vals alarm. Een hele geruststelling voor de boer natuurlijk. Een ander schaap is wel ernstig ziek en moet afgezonderd worden van de andere dieren. Ik geef medicijnen en beloof morgen terug te komen om te zien hoe het gaat.
13.00 uur Een oude boer heeft een koe die kreupel loopt. Het bedrijf
16.00 uur Laatste bezoek van vandaag. We gaan langs een veehou-
is slecht onderhouden en vies. De koeien in de stal zijn zenuwachtig, maar zien er verder goed gezond uit. We binden de koe buiten vast en ik kap haar hoeven bij. Ik ontdek een ontsteking onder een hoef en nadat ik het vuil heb weggesneden, ontsmet ik de hoef.
der met wie ik vorige week een discussie had over het ontwerp van een stal voor kalfjes. We hadden een verschillende mening over de ondergrond van de stal. Tot mijn vreugde hoor ik dat hij mijn advies toch heeft overgenomen.
14.00 uur We komen aan bij een derde rundveebedrijf. Er staat een
16.30 uur We rijden terug naar de universiteit, waar ik de bus afspuit
koe die een baarmoederontsteking heeft. We geven haar een antibioticum via een lange pipet in de baarmoeder. Ook leggen we de veehouder uit hoe de koe verder behandeld moet worden.
en de medicijnvoorraad bijvul. Dan doe ik mijn administratie. Vannacht heb ik dienst. Dat betekent dat ik oproepbaar ben voor boeren en eventueel mijn bed uit moet voor noodgevallen.
Ook dierenarts worden?
dierenarts
Wat zijn de ideale eigenschappen van een dierenarts? Je moet je continu bijscholen, dus je moet willen blijven leren. Daarnaast moet je sterk in je schoenen staan en niet over je heen laten lopen door veehouders. Je moet ook communicatief vaardig zijn en natuurlijk heel veel van dieren houden.
156
Welke opleiding heb je nodig? Met een vwo-diploma op zak kun je je aanmelden voor de opleiding diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. Je moet dan kiezen of je gezelschapsdieren (honden, katten, konijnen, cavia’s, ratten en hamsters) wilt gaan behandelen of landbouwdieren (koeien, varkens, schapen). Dierenarts voor paarden is een aparte richting. Er is ook een richting veterinaire volksgezondheid. Meer informatie? www.diergeneeskunde.startpagina.nl en www.vet.uu.nl
157
kopregel
loods Juan Blankenburgh (41): Bij
zware storm word ik per helikopter aan boord van een schip gedropt.
Wat doet een loods? Een loods brengt schepen veilig in en uit de haven. Met een snelle, wendbare boot vaar ik naar die schepen toe en dan klim ik aan boord. Als loods ken je de weg in de haven; je koerst met het schip om zandbanken heen en door diepe vaargeulen. Sommige kapiteins willen per se zelf aan het roer blijven en dan sta ik erbij om aanwijzingen te geven. Ik heb ook vaak de leiding bij het aanmeren in de haven. Dat zijn moeilijke manoeuvres, waar je veel ervaring voor moet hebben. Is een loods gelijk aan een kapitein? Eigenlijk wel. Alle loodsen hebben kapiteinsbevoegdheid en sommige zijn zelf ook ooit kapitein geweest. Ikzelf heb over heel de wereld gevaren. Een loods moet goed kunnen varen en alles van schepen weten. Het verschil tussen een kapitein en een loods is dat een kapitein een schip van A naar B vaart, terwijl een loods alleen kortstondig helpt met het besturen van een schip in de haven of in een rivier. Een loods werkt maar in één havengebied en hopt van het ene schip naar het andere om ze te helpen. Je blijft niet lang aan boord en je bent nooit erg lang van huis.
Hoeveel verantwoordelijkheid ligt er op je schouders? Veel. Als loods ben ik tijdelijk verantwoordelijk voor het schip en de bemanning. Een schip kost meestal tussen de vijftig en honderd miljoen euro en de lading is vaak van dezelfde waarde. Er zijn schepen met gevaarlijke ladingen, zoals benzine. Als ik daarmee een fout maak, kan dat grote gevolgen voor het milieu hebben. Om maar niet te spreken van mogelijke financiële gevolgen. Hoeveel schepen loods je op een dag? Dat varieert. Als loods weet je nooit van tevoren hoeveel schepen er op een dag in en uit de haven geloodst moeten worden. Het aantal schepen dat je kunt loodsen, hangt bovendien af van de afstand: hoe ver moeten de schepen de haven of de rivier in of uit? Gemiddeld kun je twee tot drie schepen per dag doen. Per jaar helpt een loods ongeveer driehonderd tot vierhonderd schepen. Ik heb nu ruim 2500 schepen geloodst sinds ik negen jaar geleden als loods begon.
Welke invloed heeft het weer op je werk? In principe gaan we altijd loodsen, zelfs bij zware storm met windkracht twaalf. De loodsboten kunnen mij bij een schip krijgen als de golven onder de 2,5 meter hoog zijn. Als ze hoger zijn, word ik gebracht of gehaald door een helikopter. Mist is erg vervelend voor het loodsen. We hebben goede navigatie- en radarapparatuur aan boord, maar daar zit een vertraging van tien tot twintig seconden in. Met storm werken is het allermoeilijkst. De kans op schade aan het schip is dan groot. Eb en vloed zijn ook belangrijke factoren. Heb je wel eens brokken gemaakt? Er zijn veel risico’s in dit vak: je kunt vastlopen op een zandbank, een aanvaring krijgen of manoeuvrefouten maken bij het aanmeren.
loods
Mag je elk schip loodsen? Een loods begint met de kleinste schepen tot honderd meter. Hoe meer werkervaring je hebt, hoe groter de schepen die je loodst. De vuistregel is dat je na iedere negen maanden werkervaring 25 meter extra schip mag loodsen. Ik mag nu schepen van 275 meter lengte doen. Het grootste schip in de wereld is 460 meter, dus het duurt nog wel even voordat ik zo’n bakbeest mag loodsen!
159
Wat vind je het allerleukste aan deze baan? Het varen en het manoeuvreren in de haven (dat is ook het moeilijkste). Omgaan met veel verschillende mensen en culturen aan boord is ook leuk. Soms zit je met een Filippijnse crew, dan tref je weer een Russische of Duitse kapitein. Wat is het moeilijkste aan loods zijn? Zoals ik al zei: het manoeuvreren met een groot schip in de haven. Vooral aanmeren kan echt lastig zijn als je weinig ruimte hebt. Je moet denken aan alles wat mis kan gaan en goed praten met alle partijen aan wal, zoals de radarpost, maar ook met de bemanning van het schip en de sleepboten. Het kan best lastig zijn om aan zoveel dingen tegelijk te denken. Verder werken we onregelmatig. Je kunt ’s nachts niet zeggen dat een schip maar voor anker moet gaan omdat jij naar bed wilt. De zeevaart gaat altijd door. Na vijf dagen dienst heb je wel altijd vijf dagen rust. Wanneer had je voor het laatst een rotdag? Een maand geleden. Toen was ik zo moe van het werk en de lange diensten dat ik door slaapgebrek chagrijnig werd. Een moeilijke manoeuvre die ik moest uitvoeren, ging ook nog eens niet zo goed. Toen baalde ik.
loods
Wat is het spannendste dat je ooit hebt meegemaakt op je werk? Toen ik met windkracht twaalf met een kabel uit een helikopter op het dek van een schip werd gezet. Ook erg spannend was toen ik voor het eerst een schip van 224 meter moest loodsen en meteen met dat schip moest indokken in een droogdok: we pasten maar net door de dokdeuren! Wat heb je altijd bij je als loods? Mijn walkietalkie om te communiceren met de loodsboten en sleepboten, mijn palmcomputertje waar alle havenkaarten op staan, een GPS-systeem zodat ik altijd weet waar ik ben en mijn paspoort voor het geval ik aan boord moet blijven vanwege het slechte weer en het schip doorvaart naar een ander land.
160
Wat voor uniform draag je? Ik draag altijd een zwarte broek met een wit overhemd, een pet en een warme regenjas. Daaraan zit een alarmlampje voor het geval ik per ongeluk in het water val.
Ook loods worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een loods? Je moet goed kunnen varen en een goede topografische kennis van de haven hebben. En een loods moet meerdere dingen tegelijkertijd kunnen doen: soms moet je tegelijk met de kapitein van het schip, de stuurman op de sleepboot en mensen aan de wal praten. Een loods moet ook een beetje autoriteit uitstralen, anders nemen de zeelui je niet serieus. En ten slotte moet je goed vooruit kunnen denken: een goede loods heeft altijd een plan B achter de hand voor het geval dat plan A niet lukt. Welke opleiding heb je nodig? Een loods moet bevoegd zijn om als eerste stuurman op een schip te varen. Een loods moet dus eerst naar de zeevaartschool en een paar jaar varen op zee. Zonder die ervaring kun je niet goed loodsen en krijg je ook geen respect van de kapiteins. Daarna moet je een studie tot loods volgen. Dat is een zware éénjarige opleiding. Je zit niet alleen in de schoolbanken, maar doet ook praktijkervaring op. Je moet ongeveer 200 loodsreizen in de haven gemaakt hebben voordat je als loods beëdigd wordt, en daarna word je elke twee jaar op je kennis getest. Nederland telt ongeveer 450 loodsen. Ongeveer 220 daarvan werken in de Rotterdamse haven. Er werken maar vier vrouwelijke loodsen in Nederland. Er is momenteel een tekort aan loodsen. Meer informatie? www.loodswezen.nl en www.zeebenengezocht.nl
08.00 uur Ik draai heel onregelmatige tijden. Soms moet ik erg
08.30 uur Ik word met een loodsboot naar het schip gebracht dat ons nodig heeft. Het vaart in de richting van de haven, maar is nog enkele mijlen van ons verwijderd. Ik zit met een paar collega-loodsen aan boord. Zij worden op andere schepen gezet of ze komen er net vanaf. Zodra ik aan boord ga van het schip dat ik ga loodsen, neem ik spreekwoordelijk ‘het roer over’. Ik drink een bak koffie met de kapitein, terwijl ik aanwijzingen geef aan de stuurman.
loods
vroeg beginnen, soms midden in de nacht. Vandaag begin ik vroeg. Mijn standplaats is het kantoor van het Holland Loodswezen, vlak bij de haven. Hier wacht ik tot ik via de centrale door een schip word opgeroepen.
161
Een dag uit het leven van loods Juan… 11.30-16.00 uur Ik ga met de loodsboot weer het water op en
09.15 uur We varen het zeekanaal in en de Nieuwe Waterweg
breng een andere boot binnen. Het is een tanker van 180 meter lang. Een flinke bak, die je niet zomaar de haven in manoeuvreert. Tegen drie uur breng ik het schip veilig de Petroleumhaven binnen en meren we aan. Het aanmeren duurt lang, want er zijn niet bijtijds stootkussens geleverd, en we moeten meer dan een uur wachten op de havendienst.
op. Ik bestel twee sleepboten om ons aan te meren. Dit schip heeft geen boegschroef om zelf aan te meren.
17.00 uur Mijn shift zit erop. Vanmiddag komen er niet veel schepen binnen, en ik kan naar huis.
10.00 uur De sleepboten liggen net voor de haven klaar en maken vast aan het schip. Langzaam varen we de Beatrixhaven in en manoeuvreren het schip aan de kade. De bemanning legt het schip vast.
11.00 uur Zodra het schip vastligt, zit de klus er voor mij op en bestel ik een taxi die mij terugbrengt naar het wachtlokaal in de Botlek. Ik moet even wachten op de volgende klus en begin alvast aan mijn lunch. Buiten begint het harder te waaien en ik zie schuimkopjes op de zee. Hopelijk blijft het rustig.
boswa c h t e r Sonja Vrijenhoek (43):
Als ik een kiekendief zie, word ik helemaal stil.
Wat doet een boswachter? Een boswachter zorgt dat het bos gezond blijft. Als het nodig is, zorg ik ervoor dat het bos wordt uitgedund. En heel soms planten we juist bomen bij. Een boswachter geeft voorlichting over het bos aan scholieren en aan journalisten. Ik maak informatieborden in het bos en stippel wandelroutes uit voor het publiek. Als boswachter moet ik ervoor zorgen dat het bos niet overbelast raakt door recreanten en dat de natuur in balans blijft. Om dat te controleren houd ik goed bij hoe het met de flora en fauna in het bos is gesteld. Laatst heb ik het aantal ganzen en vlinders in het bos geteld. Moet je vaak bomen kappen? Ja, dat gebeurt regelmatig. Als de bomen te groot worden en de kruinen dichtgroeien, valt er minder licht op de grond. Dat heeft tot gevolg dat er een andere vegetatie gaat groeien, geen bosverjonging meer is en dieren zoals vlinders wegtrekken. De flora en fauna in een bos veranderen als de begroeiing te dicht wordt. Daarom moet er regelmatig gedund worden.
Doe je al het snoei- en plantwerk zelf ? Nee, het bos dat ik beheer is 2500 hectare groot. Dat zijn 3700 voetbalvelden! Dat kan ik nooit allemaal in mijn eentje bijhouden. Als boswachter geef ik opdracht aan aannemers om plant- of snoeiwerk uit te voeren. Ik markeer de bomen die gekapt moeten worden met een gele streep op de bast. Een aannemer rooit ze dan. Welke dieren leven er allemaal in het bos? Dat varieert van vissen, salamanders, hermelijnen en wezels tot aan konijnen, egels, eekhoorns, libellen en vlinders. We hebben ook Schotse hooglanders grazen, dat zijn onze natuurlijke grasmaaimachines! In het bos leven verder duizenden soorten vogels, zoals bosuilen, ransuilen, buizerds, spechten en haviken. Op open terreinen en in riet- en moerasgebieden zitten ook kiekendieven. Als ik die zie, word ik helemaal stil.
Zijn alle stukken bos in Nederland opengesteld voor publiek? Bijna wel; ongeveer negentig procent van de bossen in eigendom van Staatsbosbeheer zijn open voor het publiek. In sommige bossen komen heel veel mensen. Er zijn ook bossen die zijn omgedoopt tot stiltegebieden. Daar mogen minder mensen komen. De dieren hebben namelijk ook wel eens rust nodig. ’s Avonds gaan alle bossen dicht en dan is het alleen voor de dieren. Het bos is tenslotte hun huis; wij zijn gasten. Een paar stukken bos in Nederland zijn helemaal nooit open voor het publiek. Daar kunnen dieren ongestoord leven.
Staan de bossen in Nederland allemaal in verbinding met elkaar? Nee hoor, onze bosgebieden liggen vaak ver uit elkaar. Staatsbosbeheer probeert wel zoveel mogelijk gebiedjes met elkaar te verbinden, zodat de dieren zich vrij kunnen bewegen van gebied naar gebied. We hebben laatst een ven aangelegd in een stuk bos en we willen graag dat alle dieren in het bos daar komen om te drinken. In zo’n geval leggen we een verbindingsbos aan zodat alle dieren er ook echt kunnen komen. Wat vind je het leukste aan boswachter zijn? De combinatie van bezig zijn met de natuur en met mensen. Soms struin ik de hele dag in de natuur. En een volgende dag geef ik bijvoorbeeld voorlichting aan een schoolklas.
boswachter
Jaagt een boswachter ook op dieren? Nee, in principe mag er niet gejaagd worden in het bos. Maar als er te veel dieren van één soort dreigen te komen of als de verkeersveiligheid in het geding is, overleg ik met de jagers of we het teveel aan dieren moeten doden. Dat doe ik ook als er zoveel dieren zijn dat er geen nieuw bos meer kan ontstaan of als ze aan de gewassen van boeren gaan knabbelen. Laatst werd ergens de ganzenpopulatie bijvoorbeeld te hoog: ze aten al het gewas van de boeren op. Toen hebben we de jagers ingeschakeld. Het liefst doe ik dat niet, natuurlijk.
163
Wat vind je het minst leuke aan boswachter zijn? Het bekeuren van mensen. Sommige mensen reageren daar heel kwaad op.
boswachter 164
Moet je vaak mensen bekeuren? Ja, redelijk vaak. Er zijn een hoop regels die mensen niet kennen of niet willen kennen. Mensen nemen soms dingen mee uit het bos, zoals paddestoelen om op te eten of mos voor kerststukjes. Dat mag niet. Ik controleer ook vissers of ze een visvergunning hebben en of ze het juiste aas gebruiken. En ik beboet motorcrossers in het bos, of mensen die hun hond loslaten waar het niet mag. Een boswachter controleert ook iedere vijf jaar de grenzen van het bos, want vaak worden onze gronden illegaal gebruikt. Wat is het moeilijkste dat je ooit hebt meegemaakt op je werk? Ik moest een groepje illegale motorcrossers aanhouden in het bos. Ik hoorde ze al van verre aankomen – ik had me verscholen achter een boom. Toen ze dichtbij waren, stapte ik op het bospad en liet ze stoppen. Dat was wel spannend, omdat het de eerste keer was dat ik een boete uitdeelde. Wat heeft een boswachter altijd bij zich? Mijn verrekijker, fototoestel en folders over het bos. Mijn fototoestel neem ik vooral mee om de mooie natuur op de foto te zetten, maar soms ook om bewijsfoto’s te maken van vandalisme en illegale dumpingen.
Ook boswachter worden? Welke ideale eigenschappen heeft een boswachter? Een boswachter is een groene duizendpoot. Je moet van alle markten thuis zijn: van het informeren van een kleuter tot het bespreken van bosonderhoud met een wethouder. Je hebt soms met boze mensen te maken, dan weer met journalisten of gewone bezoekers. Je moet redelijk flexibel zijn, want geen dag is hetzelfde. En je moet goed kunnen communiceren met mensen. Welke opleiding heb je nodig? Een boswachter moet verstand hebben van dieren, planten en natuurbeheer. Ik heb een deeltijdopleiding bos- en natuurbeheer van vier jaar in Velp gevolgd. Dat is een goede basis. Voor deze bosbouwschool moet je minimaal een vmbo-diploma hebben. Er bestaan ook bos- en natuuropleidingen op hbo-niveau, daarvoor heb je minimaal havo of een mbo-diploma nodig. Er zijn 110 boswachters in dienst bij Staatsbosbeheer. Daarvan zijn er achttien vrouw. Meer informatie? www.bos.startpagina.nl (klik op opleidingen) en www.staatsbosbeheer.nl
08.00 uur Ik begin de dag met het beantwoorden van e-mails van
14.00 uur Ik rijd even langs de nieuw aangelegde vennen, dat zijn
mensen met vragen over het bos. Ik maak ook een paar afspraken: een met de wethouder om over het bestemmingsplan te spreken en een met de politie om aangifte te doen van vandalisme. Ik lees in mijn mail ook dat ik ben uitgenodigd voor een informatieavond van de jagersvereniging.
waterpoelen in het bos. Ik zie dat een informatiebord aan de ingang van het gebied is vernield en maak een aantekening, want het zal moeten worden vernieuwd. Ik loop het gebied even in en speur naar dieren met mijn verrekijker. Bij het vennetje zie ik maar liefst twee dodaarsjes! Ik spring een gat in de lucht, want het is een heel goed teken als deze watervogels op het vennetje afkomen.
09.00 uur Na een kop koffie ga ik op pad. Een stuk bos dat te dicht begroeid is, moet uitgedund worden. Ik markeer de bomen die weg moeten met een gele spuitbus. De aannemer zal de bomen morgen rooien met een grote machine.
15.00 uur Ik heb een werkbespreking met het team van boswachters over het gebruik van een stuk land dat we willen ruilen met onze collega’s van Natuurmonumenten. Het ligt als een eilandje in ons gebied en is moeilijk te bereiken voor hen.
12.00 uur Ik rijd weer naar het kantoortje en lunch met mijn collegaboswachters. We praten over de indeling van de middag. Ik ga een boom planten bij een lagere school. De kinderen hebben meegewerkt aan een boomfeestdag en ik ga nu nog een praatje houden over het werk van een boswachter. Als cadeau neem ik een echte boom mee. Ik kies een mooie plataan uit. Als ik aankom bij de school, staan de kinderen al klaar. Samen graven we de boom in de grond.
16.00 uur Ik beantwoord enkele e-mails en bel wat mensen terug die vragen hebben. Er belt nog een journalist die een stukje wil schrijven over het nieuwe speelbos dat we hebben ingericht. Na het interview met hem neem ik afscheid van mijn collega’s en dan rijd ik voldaan naar huis.
boswachter
Een dag uit het leven van boswachter Sonja…
165
architect Jamie van Lede (32): Als
je zo’n gebouw ziet, denk je: Wauw, dit heb ik allemaal bedacht!
Wat houdt het beroep architect in? Ik ontwerp gebouwen voor mensen. Als mijn ontwerp wordt goedgekeurd, heb ik ook de leiding over de bouw ervan. Ik moet dus ook verstand hebben van de constructie van gebouwen en het aanleggen van installaties, zoals water- en elektriciteitsleidingen. Wie zijn er allemaal betrokken bij het ontwerp van een huis? Allereerst is er een opdrachtgever die mij als architect aanneemt. Nadat ik een ontwerp heb gemaakt, vraag ik een constructeur om ernaar te kijken; hij maakt krachtberekeningen en adviseert mij over de materialen die ik wil gebruiken. In deze fase krijg ik ook advies van een installateur. Die berekent bijvoorbeeld hoeveel radiatoren er in een huis moeten komen en waar er geventileerd moet worden. En dan is er de gemeente, die mijn ontwerp moet goedkeuren om een bouwvergunning af te geven.
Wie helpen er allemaal mee aan de bouw van een huis? In totaal zijn dat wel vijftig tot honderd mensen. Als architect stuur ik het bouwteam aan. Daarin zitten in ieder geval de opdrachtgever, de constructeur, de installateur, de gemeente en een aannemer. De aannemer bouwt het huis op basis van mijn bouwtekeningen, daarbij geholpen door onderaannemers, zoals een funderingsspecialist, elektricien, houtleverancier, stukadoor, timmerman of loodgieter. Meestal betrek ik ook een kostenspecialist bij de bouw van een huis. Je geeft algauw te veel geld uit. Bouwt een architect alleen huizen of ook bruggen en andere dingen? Voor een goede ontwerper maakt het niet uit of hij een stad of een stoel ontwerpt, heeft een beroemde architect eens gezegd. De Erasmusbrug is bijvoorbeeld ontworpen door een architect die ook huizen en interieurs ontwerpt. Ik bouw vooral huizen, maar laatst heb ik ook een restaurant gebouwd. Ik heb zelfs een keer een ecologische douche ontworpen. En wie weet ga ik ooit nog bruggen ontwerpen!
Heb je voorbeelden van milieuvriendelijk bouwen? Het gaat vaak om heel simpele dingen. Als je de zuidkant van een huis voornamelijk van glas maakt, komt er veel zonlicht binnen waarmee het huis zichzelf opwarmt. Beton en steen houden ook veel warmte vast, dus is het handig ook die materialen te gebruiken. Aan de zuidkant ontwerp ik de ruimtes waar mensen veel tijd doorbrengen, zoals de zitkamer. Er hoeft dan niet veel gestookt te worden. En in een energiezuinig huis zitten de keuken en de badkamer boven elkaar, zodat het water niet door heel het huis hoeft te worden gepompt. Hoe krijg je als beginnend architect opdrachten binnen? Meestal begin je met opdrachten uit je eigen netwerk. Kennissen die een huis willen laten ontwerpen, komen naar jou. Mensen zien wat je hebt gebouwd en zo krijg je weer nieuwe opdrachten. Sommigen kiezen mij om mijn specialisme in milieuvriendelijk en energiezuinig bouwen. Drie jaar geleden ontwierp ik een nul-energiewoning. De gratis publiciteit daaromheen zorgde voor nieuwe klanten. Hoe kom je aan een idee voor een ontwerp? Als ik een opdracht krijg, laat ik me inspireren door de plaats waar het gebouw moet komen te staan en de materialen die ik daar zie. Verder doe ik ook inspiratie op uit boeken. Ik heb ooit een Egyptisch museum ontworpen; toen heb ik veel gelezen over de Egyptenaren en geprobeerd hun denkbeelden in mijn ontwerp terug te laten komen. De eisen van de opdrachtgever en het budget hebben natuurlijk ook veel invloed op het ontwerp.
Wat is een goed ontwerp? Een goed ontwerp gaat met de tijd mee en houdt niet alleen rekening met de constructie-eisen, maar ook met wat mooi is. Als er volgens de verwarmingsinstallateur een meter van het plafond af moet voor verwarmingskanalen, kun je dat als architect natuurlijk braaf uitvoeren. Maar je kunt ook nadenken over een ander soort plafond dat van zichzelf warmte opneemt en afstaat, zodat de ruimte mooi hoog kan blijven. Wat is jouw meesterwerk? Waar ben je het meest trots op? Ik ben het meest trots op een woning die ik in Nieuwveen heb gebouwd op een plek waar geen gasleidingen waren. Mij was gevraagd een energiezuinig huis te ontwerpen, zonder gasverbruik. Ik ontwierp een huis dat helemaal van hout is en nagenoeg nul energie verbruikt. Als je er binnenkomt, is het een ruimtelijk feest, met mooi licht vanuit de nok en een boekenkast met een wenteltrap eromheen. Het is een huis geworden waarin ik al mijn idealen kwijt kon.
architect
Wat is jouw specialisme? Ik ben gespecialiseerd in milieuvriendelijk en energiezuinig bouwen. Een derde van al het energieverbruik in de wereld gaat op aan het warm stoken, koelen en verlichten van gebouwen. Onze huizen worden warm gestookt met gas dat helemaal uit Rusland komt! Ik vind dat absurd en daarom verzin ik manieren om efficiënter met energie om te gaan. Zo heb ik een huis gebouwd dat niet verwarmd wordt met gas, maar met warmte uit de grond. Milieuvriendelijk bouwen houdt ook in dat ik nadenk over de materialen die ik gebruik – bijvoorbeeld gerecycled aluminium.
167
architect
Wat is het leukste aan architect zijn? Het allerleukste is het eindresultaat van je werk zien: een gebouw dat af is. Je hebt iets op papier uitgetekend en uitgedacht en als je het gebouw dan ziet, denk je: Wauw, dit heb ik allemaal bedacht! Maar behalve dat ik als architect een beetje kunstenaar ben, is het ook een heel technisch beroep. Dat vind ik erg prettig.
168
Wat is het moeilijkste aan architect zijn? Je krijgt de bouw van een ontwerp alleen voor elkaar als je veel tijd steekt in het overleg met de gemeente, aannemer, installateur en dergelijke. Die willen vaak allemaal iets anders, en dat kan heel vermoeiend zijn. En het is ook vervelend dat het afhankelijk is van het oordeel van een grote groep mensen of een gebouw er komt of niet. Wat heeft een architect altijd bij zich? Je zou denken een schetsboekje, maar dat heb ik nou net niet bij me. Als ik over straat loop kijk ik wel met een alert oog naar gebouwen om inspiratie op te doen. Ik kijk naar wat ik mooi vind en ik kijk naar constructieoplossingen die gebruikt zijn. Sinds wanneer wist je dat je architect wilde worden? Toen ik vijf was kreeg ik een gereedschapskist. Ik vond het leuk om dingen in elkaar te knutselen. Het eerste dat ik maakte was een vogelhuisje. Een week nadat het in de tuin stond, zat er een vogeltje in. Dat vond ik zo leuk! Daarna wist ik dat ik dingen wilde ontwerpen en maken.
Ook architect worden? Wat zijn de ideale eigenschappen van een architect? Je moet technisch en creatief zijn. En je moet een lange adem hebben. Tussen de eerste opdracht voor een ontwerp en de oplevering van het huis zit soms zes jaar. Je moet ook goed tegen vergaderen kunnen: dagelijks overleg je met mensen die betrokken zijn bij de bouw van een huis. Het ontwerpen van een huis is maar een gedeelte van het vak. Welke opleiding heb je nodig? In Nederland hoef je officieel geen architect te zijn om gebouwen te mogen ontwerpen. Als jij denkt dat je goed kunt ontwerpen, lever je een bouwtekening in bij de gemeente en vraag je een vergunning aan. Als zij het goedkeuren, mag je gaan bouwen. Als je officieel architect wilt worden, zoals ik, moet je bouwkunde studeren aan een technische universiteit. Je kunt ook eerst naar de technische hogeschool gaan en daarna een vervolgstudie aan de Academie van Bouwkunst doen. Meer informatie? www.origins-architecten.nl www.architectuur.startpagina.nl www.tudelft.nl
09.00-11.00 uur Ik begin mijn dag meestal met een bespreking met
15.00-17.30 uur Ik heb een gesprek met twee mensen die door mij
mijn technische en creatieve medewerkers. Samen maken we ontwerpen en zorgen we dat huizen ook echt gebouwd worden. Vanochtend bespreken we meerdere lopende projecten. Aan het ontwerp voor een project in Hellevoetsluis moet wat veranderd worden. De fabriek die het hout levert, heeft alleen iets dikker hout beschikbaar dan wat wij voor ogen hadden. De kozijnen die wij ontworpen hebben moeten daarom allemaal worden aangepast en ook de rest van het ontwerp lopen we door op eventuele aanpassingen.
een huis willen laten ontwerpen. Het is een lang gesprek. We praten over hun wensen, dromen en ideeën. Ik vraag ze ook naar hun woonrituelen: Zitten ze veel voor de televisie? Hebben ze kinderen? Krijgen ze veel vrienden over de vloer? Dat zijn allemaal dingen die meespelen bij het ontwerp van een huis. Door zo’n gesprek begint zich een eerste idee voor een ontwerp in mijn hoofd te vormen.
11.00-13.00 uur We bespreken de precieze datum dat aansluitpunten voor de elektra moeten zijn bepaald in Hellevoetsluis. Dat is een onderhandelingsgesprek met de aannemer en de projectontwikkelaar. De aannemer zegt meer tijd nodig te hebben, terwijl de opdrachtgever natuurlijk juist wil dat het zo snel mogelijk af is. Als architect ben je vaak aan het steggelen over planningen.
13.00-15.00 uur Ik vind het niet leuk om de hele dag met hetzelfde project bezig te zijn, dus ’s middags stort ik mij op een nieuwe opdracht. Het gaat om een verbouwing van een boerderij. Er moeten kantoren en een woning in komen. Een van de uitdagingen is dat er in de boerderij nog plafonds zitten van 2,10 meter hoog. Dat is heel laag voor tegenwoordig. Ik moet hier iets op gaan bedenken. Ik bereken de maximale bouwhoogte van het gebouw door de bouwgrond en het bestemmingsplan te bestuderen.
17.30 uur Vandaag ga ik lekker op tijd naar huis. Dat lukt niet altijd, want architecten hebben veel deadlines. Vergunningen moeten op tijd worden aangevraagd, aannemers vragen je tijdens het bouwen keuzes te maken en met de opdrachtgever spreek je een uiterste datum af dat een huis klaar moet zijn. Soms werk ik dus tot laat in de avond door.
architect
Een dag uit het leven van architect Jamie…
169
music a l s t e r Annemieke van der Veer (35): Om
een kat te kunnen spelen, moet je vergeten dat je een mens bent.
Welke rol speel je bij Cats? Cats is een musical over een groep katten die samenkomen op het Jubikel-bal: een feest waar slechts één kat wordt uitgekozen om te worden wedergeboren. Er spelen 26 katten mee en ik speel Antimakassa, een verzorgende, aardige, maar beetje naïeve kat. In mensenjaren zou ze een dertiger zijn, denk ik. In Cats zing, dans en acteer ik. Er zijn geen gesproken dialogen in de musical. Hoe is het om een kat te spelen? Het is heel apart om in de huid van een kat te kruipen. Je moet het mens-zijn loslaten, en daarmee laat je een bepaald soort controle los. Denk zelf maar eens na hoe het zou zijn om je als kat te gedragen. Hoe beeld je dat uit? Hoe zou je zingen? Soms kijk ik naar mezelf als ik in mijn kattenpak sta, met een pruik op en schmink op mijn gezicht, en dan denk ik: het is toch wel een beetje gek. Maar ook leuk!
Hoe krijg je een rol in een musical? Je moet auditie doen, dat betekent dat je in een aantal auditierondes een stukje uit de musical moet voorspelen of voorzingen voor de regisseur. Als hij of zij je goed vindt, krijg je de rol, en daarmee een contract. Wanneer je laatste werkdag is, weet je nooit. Een musical kan lange tijd op de planken staan, maar misschien ook maar één jaar. Dan heb je na één theaterseizoen dus geen baan meer. Met Cats hebben we tot nu toe bijna alleen maar uitverkochte zalen, dus ik hoop dat de tour lang gaat duren! Is het een onzeker beroep? Ja, je weet nooit zeker of je volgend seizoen weer werk hebt, hoe goed je ook bent. Maar als je het echt wilt, moet je het proberen. Ik vind het belangrijk om trouw aan jezelf te zijn en als het stemmetje in jezelf blijft roepen dat je musicalster wilt worden, moet je ervoor gaan. Wanneer zijn de audities voor de meeste musicals? De meeste audities voor musicals vinden plaats van november tot en met januari. Als je wordt aangenomen, repeteer je het stuk in de zomer en in september of oktober is meestal de première. Tussen de eerste oefening en de première zitten meestal acht weken.
Wat is het leukste van musicalster zijn? Ik kan heel veel zingen in een musical en daar ligt mijn passie. Op het conservatorium ben ik opgeleid tot zangeres. Het leuke van in een musical spelen is dat je met een groep samen kunt zingen en ook af en toe soliste mag zijn. Daarvoor kun je ook in een bandje, maar het grote voordeel van musical is dat je ook kunt acteren en dansen. Die combinatie trekt mij erg aan. Ik houd van in het theater staan. Wat is het moeilijkste aan dit beroep? Je moet werken als de meeste andere mensen vrij zijn. Ook op feestdagen, of als iemand trouwt of als je neefje bijvoorbeeld één jaar wordt. Als je in een musical speelt, weet je dat je het hele seizoen vrijwel geen sociaal leven hebt. Ik moet echt opletten dat ik mijn familie en vrienden genoeg zie. Gelukkig heb ik wel veel vrienden in hetzelfde vak. Hen zie ik bijvoorbeeld op maandag, want dat is meestal je vrije dag als je in het theater werkt. Maar samen stappen tijdens een theaterseizoen zit er niet in. Is het fysiek zwaar? Spelen in een musical is net topsport. Je moet tegelijkertijd dansen, zingen en acteren. En je moet bij een optreden precies tussen acht uur en halfelf pieken. Het kan niet even over als het misgaat. Het is allemaal live en de mensen verwachten een perfecte show. Daar streef ik ook naar.
Hoe vaak treed je op? Ik werk zes dagen per week, waarin we zeven of acht shows spelen. In het weekend spelen we de show namelijk meestal twee keer per dag. De tour loopt van september tot en met juni. In die periode hebben we twee keer een week vakantie. Als de musical verhuist naar een nieuwe stad, hebben we soms een extra dag vrij omdat het decor dan opnieuw opgebouwd moet worden. Verveelt het nooit om elke avond hetzelfde optreden uit te voeren? We spelen honderden keren dezelfde show en toch is elke keer anders voor mijn gevoel. Het publiek wisselt, je voelt je elke dag anders en ook mijn collega’s spelen elke avond net even iets anders, en bij een tour zijn het theater en de kleedkamers ook steeds nieuw.
musicalster
Wat is het geheim van een goede auditie of een goede musicalster? Er zijn veel mensen die kunnen en willen dansen, acteren en zingen. Je moet dus zorgen dat je je eigen handelsmerk ontwikkelt. Waar ben ik goed in en waarin ben ik uniek? Je moet iets vinden wat jij hebt toe te voegen aan al die andere mensen die auditie doen voor dezelfde rol. Om dit uit te vinden, moet je je eigen persoonlijkheid sterk ontwikkelen en goed nadenken hoe je een bepaalde rol wilt spelen. Ik kijk wel eens naar video-opnamen van musicals en bedenk dan hoe ik die ene rol zou spelen.
171
Wat gebeurt er als jij ziek bent en je niet kunt optreden? Ik heb iemand die mijn rol kan overnemen als ik ziek ben. In de theaterwereld heet zij mijn understudy. Zij zit normaal in het koor van Cats. De understudy is altijd aanwezig: er kan ook tijdens de show iets gebeuren. Als je een vast aantal dagen per week iemands rol overneemt, omdat die persoon maar vier dagen kan spelen bijvoorbeeld, dan ben je een alternate. Dat was ik in The Sound of Music. Mensen die meerdere rollen kennen heten swings.
musicalster 172
Wat was de leukste rol die je ooit speelde? Ik word vaak gecast voor lieve en zorgzame rollen. Sneeuwwitje bijvoorbeeld, of de kat Antimakassa die ik nu speel. De leukste rol tot nu toe was Maria in de musical The Sound of Music. Dat was een hoofdrol en ik speelde die rol minimaal twee keer per week. Het is heerlijk om zo’n mooi verhaal te kunnen dragen. Welke rol zou je nog eens willen spelen? Ik ben niet zo’n dromer. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Het enige dat ik weet is dat ik mooie rollen wil spelen, in mooie producties voor veel mensen. Als ik hoor over een nieuwe productie, dan kijk ik of er iets voor mij bij zit, een rol waarvan ik denk: daar ga ik voor! Wat heb je altijd bij je als je moet optreden? Omdat ik veel rondreis met de musical, neem ik altijd wat spulletjes mee die mij dierbaar zijn. Een foto van mijn oma bijvoorbeeld. Zo voel ik me toch nog een beetje thuis.
Ook musicalster worden? Welke zijn de ideale eigenschappen van een musicalster? Je moet aanleg hebben voor dansen, zingen en acteren. De meesten hebben voor één van die disciplines extra talent. De andere disciplines moet je erbij ontwikkelen. Verder moet je veel doorzettingsvermogen hebben, want je wordt vaak afgewezen bij audities. Je moet het fijn vinden om op een podium te staan en je moet goed in een team kunnen werken. Tijdens een theaterseizoen leef je heel dicht op elkaar en mis je veel van je sociale leven. Ten slotte: je moet zelfkritiek hebben. Welke opleiding heb je nodig? Je kunt musicalster worden zonder opleiding, maar als je wilt kun je naar een musicalschool gaan. Daar komen er steeds meer van in Nederland: van Tilburg tot Rotterdam, Alkmaar en Amsterdam. Ik ben afgestudeerd aan het Conservatorium met als hoofdvak Zang – Lichte Muziek. In Nederland worden ongeveer twaalf musicals per jaar opgevoerd. Elke musical heeft ongeveer een staf van honderd medewerkers. Slechts een klein deel daarvan staat op de planken. De rest is verantwoordelijk voor licht en geluid, publiciteit, kostuums, grime, enzovoort. Meer informatie? www.musical-opleidingen.startpagina.nl en www.musicals.nl
10.30 uur Ik sta meestal laat op, omdat ik altijd heel laat thuiskom
18.30-19.30 uur Fysieke warming-up met alle spelers. We rekken,
van een optreden. Op dit moment speel ik in de musical Cats. We hebben bijna elke avond een uitverkochte zaal. We treden in heel het land op, van Maastricht tot Amsterdam. Ik woon in Bussum, dus meestal lig ik pas laat in mijn bed.
strekken en zorgen dat ons lichaam warm is, zodat we straks meteen goed kunnen dansen. Daarna is de vocale warming-up: we zingen in, samen met de dirigent. Om kwart over zeven krijg ik mijn pruik op. Dat doet iemand anders voor mij, omdat de pruiken heel kwetsbaar en duur zijn. Ik krijg ook een microfoontje op mijn hoofd geplakt.
12.00 uur Ik laat de hond uit en probeer wat te relaxen. Ik leid een beetje een omgekeerd leven: als ik vrij ben, moeten de meeste andere mensen werken. En als ik ’s avonds werk, dan zijn anderen juist vrij.
14.00 uur Ik kook alvast wat avondeten. Ik maak meestal een beetje pasta of rijst, met veel groenten. Dat eet ik dan op onderweg naar het theater. Een hele avond optreden kost veel energie, dus ik let goed op wat ik eet: niet te vet, niet te zwaar, maar wel voedzaam. Een optreden duurt tweeënhalf uur, waarin ik moet acteren, dansen en zingen. Het is net topsport.
15.00 uur Ik moet een beetje opschieten om de speciale bus van Cats te halen. De bus vertrekt elke dag met alle medewerkers van de musical vanuit Amsterdam naar het theater waar we die avond spelen. Dat is best handig, want dan hoef ik zelf niet te zoeken en het bespaart mij ook een hoop energie. In de bus klets ik wat met de andere spelers. Als we ver weg optreden, zoals vandaag in Nijmegen, word ik altijd een beetje slaperig van de lange rit. Niet handig, want straks moet ik wel knallen op het podium!
17.30 uur Aangekomen in de schouwburg van Nijmegen, ga ik meteen naar de kleedkamer om me te schminken. Iedere speler heeft zichzelf moeten leren schminken. Het is een precies werkje: de makeupontwerpster uit Engeland heeft het ons geleerd. Zij schminkte de ene helft van mijn gezicht en ik moest de andere helft namaken. De eerste keer deed ik er wel drie uur over! Nu kan ik het beter, maar nog steeds duurt het ruim een uur om me op te maken. In de kleedkamer hangt een voorbeeldfoto als geheugensteuntje.
19.30 uur Ik maak mijn schmink af en trek mijn kattenkleding aan. Het kledingteam wast gelukkig alles elke dag, dus ik kan gewoon een schoon pak uit het rek pakken. Backstage warmen de spelers nog wat op. Dit is het moment waarop de adrenaline begint te stromen: we moeten nu echt bijna op!
20.00 uur tot ver na middernacht De eerste scène van Cats wordt om acht uur gespeeld. Ik moet meteen op en ben maar twee keer een paar minuutjes af. Tegen halfelf ’s avonds is de voorstelling afgelopen. Tegen die tijd ben ik kapot. Na het afschminken, zo tegen kwart over elf, worden we allemaal weer met de bus naar Amsterdam gebracht. Van daaruit moet ik nog naar Bussum. Weer een lange dag, maar eentje die voldoening geeft…
musicalster
Een dag uit het leven van musicalster Annemieke…
173
f-16 vlieger Jeroen, callsign Pyro (31): Wij
zijn de Nederlandse Tom Cruises en vliegen in kisten van 45 miljoen.
Waarom noemen mensen jou Pyro? Alle vliegers krijgen een callsign, een bijnaam zeg maar, waarmee andere vliegers je aanspreken. Ik kreeg de naam Pyro(maan) toebedeeld omdat ik bij aankomst op de vliegbasis per ongeluk een barbecue afbrandde. Vanwege veiligheidsredenen mag ik alleen zeggen dat ik in het echt Jeroen heet, mijn achternaam mag niet worden genoemd.
Wat is het allerleukste aan F-16 vlieger zijn? Het vliegen zelf is het leukst. Ik vlieg vier tot vijf keer per week, 1 tot 1,5 uur per vlucht. Iedere dag is weer anders en je vliegt vaak met een ander. Wat ook leuk is, is dat ik instructeur ben voor nieuwe piloten in opleiding en help met het opstellen van nieuwe lesprogramma’s. Als we vliegen, ben ik de baas over een groep F-16’s in de lucht. Dat is een supergevoel.
Wanneer wist je voor het eerst dat je F-16 vlieger wilde worden? Het klinkt misschien als een cliché, maar toen ik de film Top Gun zag, die film met Tom Cruise als F-16 vlieger. Ik was 12 jaar oud en zat in de brugklas. Een vriendje had een boekje van een F-16 en ik was meteen verkocht. Ik dacht: Dat wil ik worden, F-16 vlieger!
Wat vind je het moeilijkste aan F-16 vlieger zijn? Het gooien van bommen in oorlogstijd is echt het allermoeilijkste van het gevechtsvliegen. Emotioneel, maar ook technisch. Je mag het doel niet missen, want dan kunnen er onschuldige slachtoffers vallen. Wat ik persoonlijk ook heel moeilijk vind aan deze baan, is dat ik veel van huis weg ben. Elk jaar ben ik al snel vijfmaal twee à drie weken in het buitenland aan het trainen of op uitzending. Ik word binnenkort vader, dus dan wil ik graag thuis zijn. F-16 vlieger zijn ziet er voor de buitenwereld misschien wel uit als rozengeur en maneschijn, maar het blijft een militair beroep met onregelmatigheden en gevaren.
Hoeveel vlieguren heb je nu in je logboek? 2000 uur in totaal, waarvan 1500 met de F-16. Laatst was er een collega die 3000 uur in de F-16 had geklokt. Dat is uitzonderlijk veel, hoor. Het kwam vooral vanwege de vele vlieguren die hij had gemaakt tijdens de nato-interventie in Bosnië.
Wat is de hoogste snelheid waarmee je ooit hebt gevlogen? Een F-16 haalt 2000 km per uur, dat is twee keer de snelheid van het geluid. Maar meestal vliegen we 1500 km per uur. Vlieg je altijd alleen, of vliegt er iemand mee? In een F-16 zit je in principe alleen, maar we vliegen wel meestal met zijn vieren of met meer vliegtuigen tijdens het oefenen.
Hoe lang duurt het voordat de brandstof op is? We kunnen wel tot aan Malta vliegen zonder te tanken. Maar als we lange afstanden vliegen, zoals naar de vs of Afghanistan, dan tanken we in de lucht met een tankvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht. Wat heb je altijd bij je als je vliegt? Wat wij altijd bij ons hebben is onze F-16 checklist. Dat is het boekje met alle handelingen die we moeten verrichten als zich in de lucht een probleem voordoet. We hebben deze checklist altijd bij ons, omdat het te veel is om alle procedures uit ons hoofd te leren en we er zeker van willen zijn dat we niets vergeten.
f-16 vlieger
Heb je al eens in een oorlogssituatie gevlogen? Ik ben uitgezonden naar Afghanistan (operatie Enduring Freedom). Vliegen in een oorlogsgebied is uiteraard anders dan oefenen in Nederland. Wij gaven luchtondersteuning aan de grondtroepen. Vaak is het alleen maar intimideren door laag met veel kabaal over de vijand te vliegen, maar er zijn wel degelijk grotere risico’s voor een vlieger in zulke gebieden.
175
f-16 vlieger 176
Wat is je grootste angst bij dit beroep? Dat je motor uitvalt in bergachtig gebied. Wij kunnen geen noodlanding in een weiland maken, dus dan moeten we de schietstoel gebruiken. Het gebeurt echt maar zelden, maar toevallig is het vorige maand gebeurd met een collega boven de Noordzee. Waarom ben je niet gewoon piloot op een Boeing? Ik heb bewust gekozen voor het beroep van straaljagerpiloot, niet voor de burgerluchtvaart. Het vliegen van A naar B is voor mij niet zo interessant. Wat ik gaaf vind is ergens heen vliegen, een klus klaren en dan terug. Waarom blijf je dit doen? Dit is mijn droom en het leukste beroep van de wereld. Ik denk dat ik dit tot mijn veertigste wel kan blijven doen. Dan zal ik waarschijnlijk fulltime instructeur worden.
Een dag uit het leven van F-16 vlieger Pyro… 08.00 uur Ik begin met het voorbereiden van de dagelijkse oefen-
12.30 uur We landen een voor een op de baan en taxiën terug
vlucht. Met wie vlieg ik, waarheen, en wat gaan we doen? De formatieleider geeft verdere informatie tijdens een briefing. We lopen van A tot Z door de oefening heen en verdelen de taken die verricht moeten worden onder het team.
naar de hangars, waar de grondteams weer voor ons klaarstaan. Na de lunch is het tijd om even bij te komen, want vliegen met al die G-krachten op je lichaam is fysiek erg zwaar.
10.00 uur We maken ons gereed voor het vliegen en nemen al onze spullen mee, zoals onze helm en een zuurstofmasker. We worden in een busje van de vliegbasis naar de betonnen bomwerende hangars gereden waar de kisten staan. Het vliegtuig is door een grondteam vliegklaar gemaakt. Ik inspecteer de kist en de bewapening.
11.00 uur We zijn klaar voor de ‘take-off’, ofwel de start. Zodra de verkeerstoren toestemming geeft, vliegen we een voor een de lucht in. We oefenen allerlei taken in de lucht, zoals het achter elkaar aan vliegen en het gooien van wapens. Een keer per maand oefenen we de noodprocedure in de simulator, bijvoorbeeld in het geval dat de motor uitvalt.
met een camera op en die spelen we af tijdens de debriefing, zodat we van onze fouten kunnen leren. Vaak gaan we de vliegsimulator in om verder te oefenen, of ik ga ik procedures bestuderen. Vaak ben ik ook bezig als instructeur van ‘jongere’ vliegers.
f-16 vlieger
14.00 uur Debriefing. Tijdens de vlucht nemen we alle bewegingen
16.30 uur Einde van de werkdag. Vliegers die in de buurt wonen
177
gaan ’s avonds gewoon naar huis.
f-16 vlieger
Ook F-16 vlieger worden?
178
Wat zijn de ideale eigenschappen van een F-16 vlieger en hoe zwaar is de selectie? Je moet heel veel doorzettingsvermogen hebben, erg gemotiveerd en stressbestendig zijn. De selectie voor F-16 vliegers is zwaar en meedogenloos. Je wordt fysiek, medisch en psychisch getest en moet in de vliegsimulator om te zien of je aanleg hebt voor vliegen. Ze kijken hoe snel je reageert, of je leert van fouten en hoe snel je die kunt corrigeren. Als je door deze testen komt, onderga je een praktijkkeuring en ga je met een instructeur de lucht in. Van de veertig geselecteerden mochten drie mensen, waaronder ik, met de opleiding beginnen. Wat voor opleiding moet je volgen? Je moet minimaal een havo-opleiding met wis- en natuurkunde hebben. Als je door de opleidingsselectie komt, begin je met een jaar op de Nederlandse Defensie Academie om als militair te worden opgeleid. Daarna leer je vliegen in een klein propellervliegtuigje. In het derde jaar ga je naar Amerika om je ‘wings’ te halen, wat betekent dat je officieel militair vlieger wordt. Voordat ik in een echte F-16 zat, was ik dus al twee of drie jaar bezig met mijn opleiding. Na twee jaar werd ik overgeplaatst naar de vliegbasis Leeuwarden. Hier trainde ik ongeveer zes maanden in een F-16 met Nederlandse procedures en leerde ik wapens hanteren – bijvoorbeeld bommen gooien. Je traint in totaal vijf jaar om ‘gevechtsklaar’ te worden en jezelf F-16 vlieger te mogen noemen. Ook tijdens de opleiding is de selectie meedogenloos. Van de twaalf studenten die aan de opleiding begonnen, heeft slechts de helft het einde gehaald. De Nederlandse luchtmacht telt ongeveer 150 F-16 vliegers. Het zijn de Nederlandse Tom Cruises die kisten van 45 miljoen bedienen. Alleen de allerbesten komen door de strenge selectie en zijn in staat de zware opleiding af te ronden. Meer informatie? www.werkenbijdeluchtmacht.nl
179
kopregel