Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
Datum: 13 februari 2013
Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten
3
2. Inleiding
4
3. Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
5
Stap 1: In kaart brengen van signalen
5
Stap 2: Collegiale consultatie
5
Stap 3: Gesprek met de betrokkenen
6
Stap 4: Weeg de aard en ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling
6
Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden
7
Stap 5a: Hulp organiseren en effecten volgen
7
4. Verantwoordelijkheden van Attendiz in het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werken meldklimaat 8 5. Sociale Kaart van Attendiz
10
Overzicht aandachtsfunctionarissen
11
1. Uitgangspunten Het bevoegd gezag van de stichting Attendiz, Overwegende -
-
-
-
-
-
-
Dat Attendiz verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn leerlingen en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan leerlingen die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; Dat van de medewerkers die werkzaam zijn bij Attendiz op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen; Dat Attendiz een meldcode wenst vast te stellen zodat de medewerkers die binnen Attendiz werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; Dat Attendiz in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de medewerkers bij deze stappen ondersteunt; Dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling, eer-gerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking (meisjesbesnijdenis). Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex)partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten; Dat onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eer-gerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking; Dat onder medewerker in deze code wordt verstaan: de medewerker die voor Attendiz werkzaam is en die in dit verband aan leerlingen van Attendiz onderwijs, begeleiding, zorg of een andere wijze van ondersteuning biedt; Dat onder leerling in deze code wordt verstaan: iedere leerling aan wie de medewerker zijn professionele diensten verleent.
In aanmerking nemende -
De Wet Bescherming persoonsgegevens; De Wet op de Jeugdzorg; De Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wet op het Primair Onderwijs; De klachtenregeling van Attendiz.
Stelt de volgende Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling vast.
2. Inleiding Vanaf 1 juli 2013 wordt de Wet Meldcode ingevoerd. Deze stelt organisaties zoals Attendiz en individuele professionals verplicht om te werken met een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor je ligt het protocol ‘Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling’. Dit protocol geeft, in de vorm van een stappenplan, handvatten hoe te handelen bij een vermoeden van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik, eer-gerelateerd geweld en verminking. Het doel van dit protocol is het bespreekbaar maken van vermoedens van bovenstaande situaties en signalen aankaarten bij de verantwoordelijke instanties voor eventuele verdere hulpverlening, zodat er een einde komt aan de bedreigende situatie waarin de leerling verkeert. De meldcode biedt houvast aan alle medewerkers van Attendiz. In het praktische stappenplan wordt in vijf stappen beschreven hoe te handelen wanneer huiselijk geweld of kindermishandeling wordt gesignaleerd.
3. Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling De stappen die hieronder worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt. Deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat je op enig moment in het proces alle stappen hebt doorlopen, voordat je besluit om een melding te doen.
Stap 1: In kaart brengen van signalen Heb je een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling?
-
-
Breng de signalen die dit vermoeden bevestigen in kaart. Leg deze signalen vast in het dossier van de leerling. Leg ook de contacten over de signalen vast, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen. Beschrijf de signalen zo feitelijk mogelijk. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dat uitdrukkelijk dat het om een hypothese of veronderstelling gaat. Maak vervolgaantekeningen als een hypothese, veronderstelling of een signaal later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde medewerker.
Stap 2: Collegiale consultatie De tweede stap is het overleg over de signalen. -
Bespreek de signalen met een deskundige collega, ten minste met: o De aandachtsfunctionaris* Huiselijk geweld en Kindermishandeling in je eigen school. o Daarnaast kun je ook denken aan: Bespreking van je vermoeden in de leerlingbespreking. De centrale aandachtsfunctionaris* Huiselijk geweld en Kindermishandeling. De intern begeleider. De zorgcoördinator. o Op basis van anonieme leerling gegevens kun je ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) raadplegen. In deze fase doe je geen melding, maar vraag je slechts anoniem om advies.
*Een overzicht van alle aandachtsfunctionarissen is toegevoegd op pagina 11
Stap 3: Gesprek met de betrokkenen Na het collegiaal overleg en eventueel het adviesgesprek met het AMK of het SHG, volgt een gesprek met de betrokkenen over de signalen. Betrokkenen zijn: -
-
-
De leerling: ook als een leerling nog jong is, is het van belang dat het gesprek wordt aangegaan, tenzij dat vanwege zijn jeugdige leeftijd echt niet mogelijk of te belastend voor hem is; De ouders/verzorgers van de leerling: normaal gesproken zal er, als het om een minderjarige leerling gaat, ook een gesprek over de signalen worden gevoerd met de ouders/verzorgers. Steeds waar over ouders wordt gesproken, wordt tevens verzorgers bedoeld. Dit is niet alleen van belang als de ouders mogelijkerwijs betrokken zijn bij het huiselijk geweld of de mishandeling, maar ook als dit niet aan de orde is. Want ouders behoren, zeker als zij het gezag uitoefenen, als regel te worden geïnformeerd over wat er bij hun kind speelt; Nb: het kan van belang zijn om een leerling even alleen te spreken, zonder dat zijn ouders daarbij aanwezig zijn, zodat het kind zich vrij kan uiten.
Vanuit de school wordt het gesprek met de betrokkenen gevoerd door tenminste 2 personen, waarvan 1 de aandachtsfunctionaris en 1 binnen de school te bepalen (bijv. de medewerker die het vermoeden heeft, de zorgcoördinator of de intern begeleider). In het gesprek met de betrokkenen gaat het erom dat de medewerker: -
Het doel van het gesprek uitlegt; De signalen, d.w.z. de feiten die hij heeft vastgesteld en de waarnemingen die hij heeft gedaan, bespreekt; De betrokkenen uitnodigt om daarop te reageren; Pas na deze reactie komt tot een interpretatie van wat hij heeft gezien en gehoord en wat hem in reactie daarop verteld is.
Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de betrokkenen, is alleen mogelijk als: -
De veiligheid van de betrokkenen in het geding is; Je goede redenen hebt om te veronderstellen dat de leerling/ouder door dit gesprek het contact zal verbreken.
Stap 4: Weeg de aard en ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de leerling en/of de ouders her risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Neem zo nodig contact op met het AMK of de jeugdgezondheidszorg bij het maken van deze weging.
Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden Stap 5a: Hulp organiseren en effecten volgen Kom je tot de conclusie dat je, op basis van je afweging in stap 4, de leerling en zijn gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling kunt beschermen: -
Organiseer dan de noodzakelijke hulp; Volg de effecten van deze hulp; en Doe alsnog een melding als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt, of opnieuw begint.
Stap 5b: Melden en bespreken met de leerling en/of ouder Kun je de leerling niet voldoende tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling beschermen, of twijfel je er aan of je hiertegen voldoende bescherming kunt bieden: - Meld het vermoeden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; - Sluit bij de melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan indien de informatie die je meldt (ook) van anderen afkomstig is; - Overleg bij de melding met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling wat je na de melding, binnen de grenzen van je gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kunt doen om de leerling en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen. Bespreek je melding vooraf met de ouder. Je kunt de melding ook bespreken met de leerling wanneer deze 12 jaar is. Hierbij dient de ouder aanwezig te zijn. -
-
Leg uit waarom je van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is. Vraag de leerling en/of ouder uitdrukkelijk om een reactie. In geval van bezwaren van de leerling en/of ouder, overleg op welke wijze je tegemoet kunt komen aan deze bezwaren en leg dit in het document vast. Is dat niet mogelijk, weeg de bezwaren dan af tegen de noodzaak om de leerling of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. Betrek in de afweging de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de leerling of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen. Doe een melding indien naar het oordeel de bescherming van de leerling of zijn gezinslid de doorslag moet geven.
Blijf alert op het welzijn van het kind. Indien na enige periode onvoldoende verbetering zichtbaar is, is het van belang opnieuw contact op te nemen met het AMK en eventueel opnieuw een melding te doen. Het AMK adviseert, indien nodig, meerdere keren contact op te nemen indien je onvoldoende verbetering of verslechtering ziet.
4. Verantwoordelijkheden van Attendiz in het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat Om het voor medewerkers mogelijk te maken om in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en om de stappen van de meldcode te zetten, neemt Attendiz de volgende stappen: -
-
-
-
de meldcode opnemen in het zorgbeleid en/of veiligheidsbeleid van de organisatie; de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling aanstellen; deskundigheidsbevordering opnemen in het scholingsplan; regelmatig trainingen en andere vormen van deskundigheidsbevordering aanbieden aan medewerkers, zodat medewerkers voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen en ook op peil houden voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het zetten van de stappen van de code; de meldcode aansluiten op de werkprocessen binnen de organisatie; de meldcode aansluiten op de zorgstructuur van de organisatie; ervoor zorgen dat er voldoende deskundigen intern en extern beschikbaar zijn om de medewerkers te kunnen ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de meldcode; de werking van de meldcode jaarlijks evalueren en zo nodig acties in gang zetten om de toepassing van de meldcode te optimaliseren; binnen de organisatie en in de kring van ouders bekendheid geven aan het doel en de inhoud van de meldcode door vermelding in de schoolgids; afspraken maken over de wijze waarop Attendiz zijn medewerkers zal ondersteunen als zij door ouders in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de meldcode toepassen; indien de signalering en verwijzing voor een leerling stagneert, zal Attendiz contact opnemen met de betrokken instantie en zo nodig vervolgsappen ondernemen; eindverantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van de meldcode; toezien op de aanstelling van een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling op iedere school en op centraal niveau;
De aandachtsfunctionaris: -
dient als vraagbaak te functioneren binnen de organisatie voor algemene informatie over (de meldcode) kindermishandeling; herkent signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling of huiselijk geweld; heeft kennis van de stappen volgens de meldcode; stelt taken vast van een ieder (Wie doet wat wanneer) en deze in de meldcode vastlegt; vult de sociale kaart in de meldcode in; neemt deel aan het zorgadviesteam; voert de aansluiting van de meldcode op de werkprocessen uit; voert de aansluiting van de meldcode op de zorgstructuur uit; legt samenwerkingsafspraken vast met ketenpartners in de meldcode (sociale kaart); coördineert de uitvoering van de meldcode bij een vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling; waakt over de veiligheid van de leerling bij het nemen van beslissingen;
-
neemt zo nodig contact op met het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) voor advies of melding; evalueert de genomen stappen met betrokkenen; ziet toe op zorgvuldige omgang met de privacy van het betreffende gezin; ziet toe op dossiervorming en verslaglegging.
5. Sociale Kaart van Attendiz Organisatie : Politie alarmnummer (bij noodsituaties) Telefoonnummer : 112 Organisatie : Crisisdienst Bureau Jeugdzorg (bij noodsituaties) Telefoonnummer : 088-8567800 Organisatie : Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Adres : Bornsestraat 5 te Hengelo Telefoonnummer : 074-8518100 E-mailadres :
[email protected] Organisatie : Contactpersoon : Adres : Telefoonnummer : E-mailadres : Organisatie : Contactpersoon : Adres : Telefoonnummer : E-mailadres : Organisatie : Contactpersoon : Adres : Telefoonnummer : E-mailadres : Organisatie : Contactpersoon : Adres : Telefoonnummer : E-mailadres : Organisatie : Contactpersoon : Adres : Telefoonnummer : E-mailadres :
Overzicht aandachtsfunctionarissen Naam School
Aandachtsfunctionaris
Bouwsteen
Sandra de Jong
Dienstencentrum
Aandachtsfunctionaris van de school waar de leerling is ingeschreven
Huifkar SO Enschede
Annet Niessink
Kapstok Leerwerktrajecten (algemeen)
Irene Tinsel
Maatman VSO Enschede
Mariska Letteboer
Meander Losser
Patrick Scholten
Meerik VSO
Marja van den Broek
Mozaïek Almelo SO Midden- en Bovenbouw
Wencke Schillemans
Mozaïek Almelo SO Onderbouw
Judy Broekhuis
Mozaïek Almelo VSO
Janine Meijer en Leandra Seinen
Mozaïek Enschede SO
Henrike Kreuwel
Mozaïek Enschede VSO
Maureen van Breemen – Schneider
Mozaïek Hengelo (V)SO
Henrike Kreuwel
Mozaïek Hengelo VSO
Henrike Kreuwel
Onder de Kap SO Hengelo
Sandra de Jong
Onder de Kap VSO Hengelo
Astrid Bosselaar
Onderwijscentrum Roessingh
Bert van de Pol
Panta Rhei College Enschede
Frank Haverkamp
Perspectief
Astrid Bosselaar
Prof. Huizingschool SO Enschede
Mariska Letteboer
Schip VSO Enschede en Oldenzaal
Warner Braspenning
Schutte's Bosschool Enschede
Enith Bouwmeesters en Henri Bok
Sloepje Enschede/Zevensprong Boekelo
Margot Middelhuis
Stafbureau
Renate Olijve (centrale aandachtsfunctionaris)
Zevenspring Hengelo
Maaike Buursink, Sandra Karel, Margaret Groeneveld