Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO In 2015 gaat er veel veranderen in de zorg. De gemeente krijgt er nieuwe taken bij. Wat betekenen deze veranderingen voor u? 1. Wat gaat er veranderen op het gebied van zorg en ondersteuning vanaf januari 2015? Vanaf 1 januari 2015 vergoedt de AWBZ alleen de zwaarste, langdurige zorg. De gemeente regelt dan lichtere vormen van zorg via de Wmo. En sommige zorg gaat over naar de zorgverzekering. Er komt nieuwe wetgeving om dit te regelen: de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO 2015), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz): •
Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 Met de nieuwe Wmo 2015 wil de overheid bereiken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. En andere mensen kunnen blijven ontmoeten. In de wet staat beschreven welke hulp en ondersteuning de gemeenten moeten regelen, passend bij de persoonlijke omstandigheden van mensen. • Zorgverzekeringswet (Zvw) Wijkverpleegkundigen gaan thuis meer verpleging en verzorging leveren. Via de Zorgverzekeringswet (Zvw) is de medische en verpleegkundige zorg geregeld. • Nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) De Wlz is er voor mensen bij wie permanente toezicht en zorg nodig zijn. Zij hebben 24 uur zorg per dag nodig in de directe nabijheid.
Zie ook de infographic Hervorming langdurige zorg voor een vereenvoudigde schematische weergave van de hervormingen: http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/files/Infographic.pdf 2. Wat zijn de taken die de gemeente erbij krijgt? Mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen of met problemen door het ouder worden die nog thuis wonen, krijgen voortaan ondersteuning via de gemeente. De nieuwe taken van de gemeente zijn: • • • • •
Dagbesteding (ook wel begeleiding groep genoemd) Individuele begeleiding Kortdurend Verblijf Vervoer van en naar de instelling voor begeleiding Beschermd wonen
Deze taken maken nu nog onderdeel uit van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) maar vanaf januari 2015 vallen ze onder de nieuwe Wmo. 3. Wat houden die nieuwe taken in? • Bij dagbesteding gaat het om activiteiten in groepsverband. Cliënten worden ondersteund door ze structuur en een zinvolle dagbesteding te bieden. Het kan gaan om activiteiten die gericht zijn op werk of op meer recreatieve, structurerende activiteiten. Daarbij is soms ook professioneel toezicht en verzorging nodig. • Individuele begeleiding is begeleiding aan cliënten die thuis ondersteuning kunnen gebruiken bij allerlei dagelijkse taken. Zoals het voeren van hun huishouden, bijhouden van administratie en structuur aanbrengen in de dag. • Kortdurend verblijf zijn mogelijkheden voor tijdelijk logeren in een zorgcentrum, woonvoorziening of zorgboerderij, zodat mantelzorgers even ontlast worden. • Met beschermd wonen krijgt een inwoner die dat nodig heeft een veilige en afgeschermde woon- en leefomgeving en/of een omgeving die structuur biedt. 4. Wat blijft hetzelfde? Een aantal taken blijft hetzelfde. Zo blijft de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers, hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld en kindermishandeling 5. Wat zijn de belangrijkste veranderingen? De belangrijkste verandering is dat de gemeente gaat kijken naar wat u nog zelf kunt en wat uw eigen sociale omgeving (familie, vrienden, buren) voor u kan betekenen. Professionele ondersteuning is bedoeld voor mensen die niet in staat zijn om de problemen op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk op te lossen. 6. Als ik nu een indicatie heb voor AWBZ-zorg, behoud ik dan dit recht? Inwoners die nu een indicatie hebben voor AWBZ-zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo, behouden dit recht in 2015 voor maximaal 1 jaar of tot het moment dat de indicatie afloopt. Dit wordt het overgangsrecht of ook wel zorgcontinuïteit genoemd. Voor beschermd wonen kan zelfs een overgangsrecht van 5 jaar gelden. 7. Verandert er iets voor mensen die gebruik maken van dagbesteding? In het eerste jaar (2015) zal er waarschijnlijk niet veel veranderen voor de huidige cliënten die dagbesteding ontvangen. Mensen met een indicatie voor dagbesteding hebben namelijk recht op de overgangsregeling. De gemeente bekijkt momenteel hoe we de dagbesteding goed kunnen organiseren. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijkheden om meer algemene vormen van dagbesteding in combinatie met welzijn te organiseren. Ook onderzoeken we mogelijkheden om verschillende doelgroepen te combineren. Voor nieuwe cliënten zal in 2015 worden gekeken of er andere, minder specialistische vormen van dagbesteding dichter bij huis mogelijk zijn. 8. Verandert er iets voor mensen die gebruik maken van individuele begeleiding?
In het eerste jaar (2015) zal er waarschijnlijk niet veel veranderen voor huidige cliënten met individuele begeleiding. Mensen met een indicatie voor individuele begeleiding hebben namelijk recht op de overgangsregeling. De gemeente bekijkt momenteel hoe we de individuele begeleiding goed kunnen organiseren. Het kan zijn dat de individuele begeleiding van nu door een andere aanbieder wordt uitgevoerd of wordt aangeboden in groepsverband en in de buurt. Bijvoorbeeld trainingen om uw administratie zelf bij te houden, kookgroepen of het plannen van activiteiten. 9. Verandert er iets in het vervoer van en naar de dagbesteding? Als u nu een indicatie heeft voor het vervoer van en naar de dagbesteding vanuit de AWBZ, dan geldt ook daarvoor het overgangsrecht. Op het vervoer van en naar de dagbesteding wordt echter al fors bezuinigd. Sommige aanbieders kijken daarom nu al of hun cliënten niet dichter bij zijn/haar woonomgeving naar de dagbesteding kunnen. Of zijn op zoek naar andere, goedkopere vervoersmogelijkheden. De gemeente zal deze lijn voortzetten door mensen te vragen zelf een keer te rijden naar de instelling. Mocht er in uw vervoer naar de dagbesteding iets veranderen, dan wordt u daarover tijdig geïnformeerd. 10. Verandert er iets in Kortdurend Verblijf? Heeft u nu een indicatie voor Kortdurend Verblijf vanuit de AWBZ? En loopt deze indicatie door in 2015 of langer? Dan geldt ook hiervoor het overgangsrecht van maximaal een jaar. De gemeente bekijkt momenteel hoe ze het Kortdurend verblijf goed kan organiseren. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van inzet van vrijwilligers. 11. Kan ik bij mijn huidige aanbieder blijven? Op dit moment is nog niet bekend welke aanbieders de ondersteuning gaan leveren. Deze afspraken worden de komende maanden gemaakt. Het kan zijn dat u uw huidige aanbieder houdt, maar dit kan ook wijzigen. Wij begrijpen dat dit belangrijk voor u kan zijn. Daarom streven we ernaar zoveel mogelijk afspraken te maken met de huidige aanbieders. 12. Wanneer hoor ik iets van de gemeente? De gemeente ontvangt uw gegevens van het zorgkantoor of CIZ. Deze gegevens zijn in augustus beschikbaar gesteld. Wij zullen in het najaar contact zoeken met de inwoners die momenteel zorg ontvangen vanuit de AWBZ. 13. Ik heb nu een Persoonsgebonden budget (PGB). Heb ik daar straks nog recht op? Vanaf 1 januari 2015 zal de gemeente nog wel PGB’s verstrekken voor een Wmovoorziening, maar de voorwaarden gaan wel veranderen. Het PGB zoals u dat nu kent, blijft niet bestaan. Het PGB wordt een budget met een zogenaamd trekkingsrecht. Dit betekent dat u geen geld op uw eigen bankrekening krijgt gestort, maar een bepaald bedrag mag besteden. U koopt dan zelf uw ondersteuning in, terwijl de Sociale Verzekeringsbank het geld beheert en de rekeningen betaalt. Meer duidelijkheid over uw persoonlijke situatie volgt in het vierde kwartaal van 2014.
14. Voor welke vormen van zorg kan ik een PGB aanvragen? Dat is nog niet bekend. De gemeente is hier nog mee bezig. We verwachten hierover in november 2014 meer te kunnen zeggen. 15. Verandert er iets in Beschermd Wonen? Heeft u een psychiatrische aandoening en verblijft u in een beschermde woonvorm? Dan kunt u afhankelijk van uw indicatie blijven wonen. Voor sommigen zal dit een jaar zijn voor anderen (maximaal) vijf jaar. Tenzij u natuurlijk zo vooruit gaat dat u weer zelfstandig kunt wonen. Voor mensen van wie het niet waarschijnlijk is dat zij zonder een vorm van Beschermd Wonen zullen kunnen, onderzoekt de rijksoverheid of voor hen een overgang naar de Wet langdurige zorg mogelijk is. Maar dit is voorlopig nog niet bekend. 16. Verandert er iets in Persoonlijke Verzorging? Persoonlijke verzorging gaat voor het grootste deel naar de Zorgverzekeringswet; een klein deel wordt overgeheveld naar de Wmo. Het betreft de persoonlijke verzorging die nauw samenhangt met begeleiding vanwege cognitieve problemen. Bij sommige inwoners zal de persoonlijke verzorging en begeleiding door één en dezelfde persoon gegeven. 17. Verandert er iets in Hulp bij het huishouden? Het kabinet gaat sterk bezuinigen op de hulp bij het huishouden (een korting van 40%). Dit betekent dat vanaf 1 januari 2015 de huidige hulp anders en/of minder wordt, omdat er minder geld beschikbaar is. De veranderingen gelden zowel voor Zorg in natura als het Persoonsgebonden budget (Pgb). Welke hulp blijft bestaan en voor wie wordt onderzocht door de gemeente en haar partners. Iedereen die nu gebruik maakt van hulp bij het huishouden via de Wmo ontvangt dit jaar een algemene informatiebrief van de gemeente over de aanstaande veranderingen en wat deze veranderingen betekenen voor uw persoonlijke situatie. De gemeente zal bijvoorbeeld bekijken of u zelf in staat bent om ondersteuning bij het huishouden te regelen als dat nodig is. Dit betekent dat u iemand in uw omgeving kunt vragen om te helpen of iemand zelf kunt betalen voor de hulp. Voor mensen die dit niet kunnen, omdat ze geen mensen hebben die hen kunnen helpen en het ook niet kunnen betalen, zoekt de gemeente naar oplossingen. 18. Ik werk als hulp bij het huishouden. Raak ik mijn baan kwijt? De gemeente zal in het najaar duidelijkheid geven over de inkoop van de hulp bij het huishouden in 2015 en verder. Samen met de aanbieders zullen we bekijken hoe we zoveel mogelijk werkgelegenheid kunnen behouden 19. Ik verblijf in een AWBZ-instelling. Wat verandert er voor mij? Voor u verandert er niets. Verblijf in een instelling komt vanaf 1 januari onder de Wet op de langdurige zorg (WLZ) te vallen (nu onder de AWBZ).
20. Ik kan straks niet meer terecht in een verzorgingshuis. Hoe kan ik het regelen dat ik langer thuis kan blijven wonen? De gemeente is wettelijk verplicht om te onderzoeken wat de situatie is van inwoners die zich melden met een ondersteuningsvraag. Dat onderzoek vindt plaats samen met de inwoner en zijn omgeving. In dit onderzoekt kijkt de gemeente wat u nog zelf kunt en hoe uw omgeving kan ondersteunen U moet samen met familie, buren, kennissen zoeken naar oplossingen. De gemeente kan u verder informeren over de mogelijkheden in uw buurt, zoals ondersteuning door vrijwilligers of respijtzorg om uw mantelzorgers te ontlasten. Hebt u een hulpmiddel, vervoersvoorziening of aanpassing van uw woning nodig? Dan kunt u contact opnemen met het Breed Sociaal Loket, 0348-559955 of
[email protected]. 21. Kan ik straks nog wel een indicatie krijgen? Vanaf 1 januari 2015 zal de gemeente een groter beroep doen op de eigen kracht van inwoners: wat kunt u zelf? Wat kan uw omgeving? Welke hulp hebt u nodig? Waar bent u écht mee geholpen? Wat hebt u nodig en welke hulp kunt u zelf regelen? Als u het écht niet zelf of samen met iemand kunt regelen, dan is de gemeente er natuurlijk om op terug te vallen. De ondersteuning van de gemeente wordt straks veel meer op maat. Dingen die mensen (of hun naasten) zelf kunnen regelen, daar hoeft de gemeente niet aan te pas te komen. 22. Ik heb geen kinderen en geen familie, wie moet er dan voor me zorgen? Als u ondersteuning nodig hebt, kijkt de gemeente naar wat u zelf kunt: van welke algemene voorzieningen u gebruik kunt maken (zoals boodschappendienst, buurthuis) en wat bestaande (zorg)netwerken in de buurt kunnen bieden aan ondersteuning. Als dat niet voldoende is en er is geen mantelzorg, dan stelt de gemeente met u een plan op met professionele en vrijwillige ondersteuning.
23. Waar moet ik straks aankloppen als ik zorg nodig heb? Ook vanaf 2015 kunt u met al uw vragen over zorg, ondersteuning, werk en inkomen terecht bij het Breed Sociaal Loket. Dat geldt zowel voor inwoners die nu al gebruik maken van zorg of ondersteuning als voor inwoners die hier voor het eerst mee in aanraking komen. Om een goed beeld te krijgen van uw situatie maken we een afspraak. Dat kan bij u thuis zijn of in het gemeentehuis. Bel voor een afspraak naar het Breed Sociaal Loket in Lopik 0348 – 55 99 55 of mail naar
[email protected]. Het Breed Sociaal Loket is gevestigd in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 in Lopik. 24. Hoe bepaalt de gemeente welke ondersteuning ik nodig heb? Als inwoners contact opnemen met het Breed Sociaal Loket, dan onderzoekt een medewerker tijdens het gesprek welke hulp er voor u nodig is. De medewerker vraagt aan u wat nodig is. En ook hoe familie en vrienden u kunnen helpen. Ook kijkt de
medewerker of er hulp uit andere wetten mogelijk is. Bijvoorbeeld uit de Participatiewet of de Jeugdwet. En of u geholpen kan worden met een algemene voorziening. Voorbeelden van een algemene voorziening zijn een koffieochtend in het buurthuis en de boodschappenbus of de maaltijdservice. Algemene voorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen. Daarnaast kijkt de medewerker of u een eigen bijdrage moet betalen. Elke gemeente bepaalt zelf wat de voorwaarden zijn voor het betalen van een eigen bijdrage. Dit doet de gemeente binnen de regels van de wet. De gemeente maakt van het onderzoek een verslag. De gemeente stuurt dit verslag ook naar u. Blijkt uit het onderzoek dat u een maatwerkvoorziening kan krijgen? Dan kunt u een aanvraag voor een maatwerkvoorziening doen bij de gemeente. Een maatwerkvoorziening is een individuele voorziening. Dat betekent dat de hulp is afgestemd op de cliënt. Voorbeelden zijn een scootmobiel of hulp bij de administratie. De gemeente moet vervolgens binnen twee weken zeggen of het doorgaat. Dit heet een beschikking. 25. Kan de gemeente een eigen bijdrage vragen? Ja, dat kan. Voor de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen zijn er landelijke regels. Een maatwerkvoorziening is hulp die is afgestemd op de persoonlijke situatie van een cliënt. Binnen de landelijk regels kan de gemeente zelf bepalen of een eigen bijdrage betaalt moet worden en hoe hoog deze is. De eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen en het vermogen van de cliënt en zijn of haar partner. Mensen die meer verdienen of meer eigen vermogen hebben, betalen een hogere eigen bijdrage. In de gemeentelijke verordening staat of en hoe de gemeente de eigen bijdrage vaststelt. Voor algemene voorzieningen kan de gemeente ook een eigen bijdrage vragen. Hiervoor zijn geen landelijke regels. 26. Moet ik meer gaan betalen voor de zorg? Op dit moment wordt al een eigen bijdrage gevraagd voor begeleiding, persoonlijke verzorging, hulp bij het huishouden en hulpmiddelen. In de nieuwe situatie zal voor meer mensen gelden dat zij zelf hun hulp moeten regelen. Dit betekent dan dat u iemand in uw omgeving vraagt het te doen of dat u het zelf moet betalen. Als u wel in aanmerking komt voor hulp van de gemeente, dan zal er waarschijnlijk ook een eigen bijdrage zijn. Hoe hoog die wordt, is nog niet bekend. 27. Wie bepaalt de hoogte van de eigen bijdrage? De gemeente bepaalt hoe hoog de eigen bijdrage is. Hiervoor gebruikt de gemeente de wettelijke regels. Het CAK int de eigen bijdrage. 28. Wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de beslissing van mijn gemeente? U kunt een bezwaarschrift indienen. Dat betekent dat u een brief stuurt naar het college van burgemeester en wethouders van uw gemeente. Deze brief heet een bezwaarschrift. Als u de brief met de beslissing van de gemeente heeft gekregen, heeft u zes weken om een bezwaarschrift te schrijven. In het bezwaarschrift schrijft u met welke beslissing u het niet eens bent. En u legt uit waarom u het er niet mee eens bent. Maak een kopie van de
brief van de gemeente en stuur die mee. Dit voorkomt misverstanden. U ondertekent uw bezwaarschrift met uw handtekening. Dit moet u dus zelf doen! 29. Wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de reactie van de gemeente op mijn bezwaarschrift? Dan kunt u naar de rechter gaan.
30. Wat moet ik doen wanneer de ondersteuning van de gemeente niet helpt? Dan kunt u dat bij het college van burgemeester en wethouders melden. Of bij de vertegenwoordiger van het college. Uw gemeente kan u vertellen wie de vertegenwoordiger is. U bespreekt met de vertegenwoordiger hoe de hulp kan worden aangepast. Het college zal een nieuw onderzoek laten doen naar wat u nodig heeft. 31. Heeft de Wmo 2015 een klachtenregeling? De Wmo 2015 gaat alleen in op klachten over de manier waarop zorgaanbieders u behandelen. Hierover zegt de wet dat de gemeente in de verordening eisen moet stellen aan de afhandeling van deze klachten. Voor klachten over de gemeente(ambtenaren) zelf geldt de Algemene wet bestuursrecht. Op basis van deze wet kan een cliënt een klacht indienen bij de gemeente. Wikkelt de gemeente de klacht niet naar tevredenheid af? Dan kan de cliënt naar de ombudsman. 32. Kan ik een second opinion aanvragen? Nee. Dat kan niet binnen de Wmo 2015. U kunt wel bezwaar maken tegen de beslissing van de gemeente. Daarvoor kunt u zelf advies vragen aan een andere persoon of partij. De gemeente kan zelf bepalen hoe ze omgaat met geschillen en klachten. Bijvoorbeeld mediation of een ombudsfunctie. Dit komt niet in de plaats van de bezwaarprocedure. Als u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente, kunt u altijd bezwaar maken. In de Wmo 2015 is ook ‘cliëntondersteuning’ opgenomen. Een cliëntondersteuner kan helpen bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning in deze vorm is een algemene voorziening en is gratis. En daarom voor iedereen toegankelijk. Cliëntondersteuning kan dus ook een rol spelen in het oplossen van klachten en geschillen.