MEE Ondersteuning bij leven met een beperking
MEE Signaal Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ Zomer 2010
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
Inhoud
Inleiding
2
Inleiding
Inhoud rapportage
4
Signalen en oplossingsrichtingen
6
Interview beleidsmedewerker gemeenteTilburg
6
Vooruitblik
9
Interview beleidsmedewerker gemeente Alkmaar
10 Samenvatting cliënten
Deze eindrapportage bevat informatie over de cliëntondersteuning van MEE bij de pakketmaatregel AWBZ. De rapportage schetst het beeld van de geleverde cliëntondersteuning en de daaruit voortkomende signalen en ervaringen die gebruikt kunnen worden voor verdere beleidsontwikkeling. 1 “MEE als publieke waarde, Maatschappelijke Business Case”. MEE Nederland, 17 juni 2010
2
Voor u ligt de vierde MEE Signaal kwartaalrapportage pakketmaatregel AWBZ. Het is de afsluitende rapportage in de reeks waarin MEE informatie geeft over cliënten die zich bij MEE hebben gemeld door de pakketmaatregel AWBZ. Deze rapportage geeft de stand van zaken tot en met 31 augustus 2010. In vergelijking met eerdere uitgaven is deze rapportage meer beschouwend en vooruitkijkend van karakter. Ingegeven door ondersteuningscijfers, signalen en ervaringen van de MEE-organisaties worden oplossingen en aanbevelingen geschetst voor verdere beleidsontwikkeling.
Cliëntondersteuning door MEE Mensen met een beperking ondervinden vaak belemmeringen bij het meedoen in de samenleving. Op gezette tijden hebben zij behoefte aan professionele ondersteuning om daarna weer op eigen kracht en zo zelfstandig mogelijk verder te kunnen. Vaak gaat het om cliënten met complexere vragen, bijvoorbeeld een combinatie van vragen op het gebied van zorg, werk, welzijn en onderwijs. De dienstverlening van MEE is daarom stelseloverstijgend en is erop gericht om maatwerk rond de cliënt te organiseren. MEE werkt preventief en voorkomt dat mensen in een latere fase een beroep moeten doen op duurdere vormen van zorg en ondersteuning1. MEE wil de eigen kracht en het sociale netwerk van de cliënt vergroten. Soms is het netwerk ontoereikend en bieden vrijwilligers of welzijnsactiviteiten een oplossing. MEE ondersteunt de cliënt dan bij de zoektocht naar deze alternatieven. Naast individuele ondersteuning voert MEE ook maatschappelijke taken uit. MEE signaleert hardnekkige knelpunten die mensen met een beperking belemmeren mee te doen in de samenleving. MEE stimuleert gemeenten, welzijnsorganisaties en andere organisaties om aanbod te genereren dat aansluit bij de ondersteuningsvraag van cliënten.
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
Pakketmaatregel AWBZ Sinds 1 januari 2009 is de pakketmaatregel AWBZ begeleiding van kracht. MEE heeft in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), cliënten die hun begeleiding hebben verloren of terugvielen in het aantal uren begeleiding, tijdelijk ondersteund. De ondersteuning bestond uit het versterken van de eigen kracht van de cliënt en het sociaal netwerk en daar waar nodig zoeken en begeleiden naar alternatieven voor de weggevallen begeleiding. Cliënten konden tot en met 31 augustus 2010 gebruik maken van deze ondersteuning van MEE. De pakketmaatregel AWBZ betekent dat cliënten die geen beperking of een lichte beperking hebben op het gebied van sociale redzaamheid, bewegen/verplaatsen, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen/oriëntatie, niet langer in aanmerking komen voor een AWBZ-indicatie ‘begeleiding’.
Opdracht MEE MEE heeft van het ministerie van VWS de opdracht gekregen om cliënten, die hun aanspraak op AWBZ-begeleiding verloren, tijdelijk te ondersteunen. Bij aanvang van de opdracht ging het alleen om cliënten die in 2009 hun begeleiding volledig verloren. VWS ging er vanuit dat dit ongeveer 20.000 cliënten zouden zijn, maar dat slechts een beperkt deel van de cliënten zich daadwerkelijk bij MEE zou melden. In de loop van 2009 is besloten
om de taak van MEE uit te breiden naar mensen met een beperking die hun begeleiding deels verloren. Ook is de looptijd uitgebreid van 28 februari 2010 naar 31 augustus 2010. Als de uiteindelijke CIZ-aantallen2 afgezet worden tegen de MEE-aantallen, dan is te zien dat vooral de mensen die hun begeleiding volledig hebben verloren een beroep op MEE hebben gedaan. Dat is goed te verklaren. Mensen die hun begeleiding gedeeltelijk hebben verloren hebben vaak nog een zorgaanbieder waar zij een relatie mee hebben en een beroep op kunnen doen. Naast deze individuele dienstverlening heeft MEE veel tijd geïnvesteerd in haar maatschappelijke taken: n informeren van cliënten, gemeenten en derden (cliëntinformatiepunten, cliëntenorganisaties en zorg- en welzijnaanbieders) over de pakketmaatregel en de rol van MEE; n organisatie, coördinatie, ondersteuning en participatie in denktanken, bijeenkomsten en rondetafelgesprekken met betrokken partijen; n signalering van onbedoelde en onvoorziene effecten van de pakketmaatregel AWBZ; n initiëren van samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, zorg- en welzijnspartijen en cliëntvertegenwoordigers; n ondersteuning bij beleidsontwikkeling door gemeenten. 2
Begeleiding AWBZ 2009, ontwikkelingen aanspraak begeleiding Nederland.
CIZ (aantal)
MEE (aantal)
% melding bij MEE
Verlies begeleiding gedeeltelijk
61.882
2.541
4
Verlies begeleiding geheel
25.382
4111
16
Totaal aantal cliënten
87.264
6.652
8
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
3
Daarnaast heeft MEE in 2010 een deel van de ontvangen middelen voor de pakketmaatregel ingezet voor het analyseren en wegwerken van de wachtlijsten in de sector jeugd-lvg (licht verstandelijk beperkten). Doelstelling was alle cliënten die zich melden, snel en adequaat op te vangen. Daarom is vanaf de start van het traject gekozen voor voldoende personeelsbezetting. Vooraf was moeilijk in te schatten hoeveel cliënten een beroep zouden doen op MEE. In 2009 bleef het aantal cliënten echter achter bij de verwachting. De aangetrokken consulenten hebben zich in die gevallen gericht op de maatschappelijke taken en/of op het wegwerken van wachtlijsten bij de reguliere dienstverlening van MEE (overproductie). Ook kon met de resterende middelen de verlenging van de taak van MEE bekostigd worden, evenals de taak rondom de wachtlijst jeugd-LVG. MEE ontvangt maximaal € 10,9 mln. voor haar taken. Bij het opstellen van deze rapportage heeft de financiële verantwoording nog niet plaatsgevonden. n
Signalen en oplossingsrichtingen De kwartaalrapportages van MEE hebben tot doel om de inzichten en ervaringen die voortkomen uit de tijdelijke ondersteuning van cliënten, te delen met gemeenten en betrokken organisaties zoals zorg- en welzijnspartijen. Om dit te ondersteunen is in elke kwartaalrapportage uitgebreid ingegaan op het inzichtelijk maken van cliëntaantallen en cliëntgroepen die een beroep deden op tijdelijke ondersteuning. Het landelijk registratiesysteem dat hiervoor is gebruikt, heeft MEE ook in staat gesteld om inzicht te geven in vragen en (resterende) ondersteuningsbehoeften van cliënten.
Circa 6.600 cliënten ondersteund door MEE Deze eindrapportage geeft een totaalbeeld van de geleverde ondersteuning door MEE gedurende de periode maart 2009 tot en met augustus 2010. In het afgelopen kwartaal is het aantal ondersteunde cliënten toegenomen van 4.609 tot 6.652. In het afgelopen kwartaal is er een substantiële toename te zien in het aantal cliëntondersteuningsverzoeken. De ondersteuningsinformatie van de gehele groep bevestigt het beeld dat eerder werd geschetst in de kwartaalrapportage pakketmaatregel AWBZ (uitgave voorjaar 2010). Deze cliëntinformatie is te vinden in het laatste hoofdstuk in deze rapportage. Meer gedetailleerde informatie is ook te vinden op de website van MEE Nederland3 . MEE heeft tijdens de ondersteuningstrajecten van cliënten signalen en onbedoelde en onvoorziene beleidseffecten van de pakketmaatregel AWBZ verzameld en aan VWS gemeld. Hiervoor gold een speciale procedure. MEE stuurde meldingen rechtstreeks door naar een Rapid Response Team. Dit team kon, indien nodig, direct actie ondernemen. Het team is ingesteld door het ministerie van VWS en bestond uit vertegenwoordigers van VWS, het CIZ, de cliëntenorganisatie NPCF en MEE Nederland. Ook heeft MEE knelpunten besproken met gemeenten, cliëntenorganisaties, zorg- en welzijnspartijen, scholen en kinderopvangorganisaties. http://www.meenederland.nl/publicaties/Cliëntinformatie kwartaalrapportage september 2010
3
4
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
Algemeen beeld De meest voorkomende signalen en eventueel in gang gezette oplossingsrichtingen geven we hieronder weer. n Toename van de behoefte aan inzet van mantelzorg en vrijwilligers: Vooral mantelzorgers en vrijwilligers zijn een alternatief voor verlies van begeleiding uit de AWBZ. Bij de cliënten die door MEE worden ondersteund, is dit zestien procent. Onduidelijk is op dit moment of deze extra belasting op de lange termijn houdbaar is. MEEorganisaties hebben, met het oog op de toenemende behoefte aan vrijwilligers en mantelzorg, gemeenten gewezen op het belang van deskundigheidsbevordering en ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers. n
n
n
Dreiging van isolement en vereenzaming van ouderen: Veel ouderen verliezen dagbesteding. Bij deze groep is het netwerk in veel gevallen te beperkt om dit verlies op te vangen. Sommige gemeenten en zorgaanbieders continueren op korte termijn dagbestedingsvoorzieningen en zetten de ontwikkeling in van een Wmo-bestendig lange termijnalternatief voor dagbesteding uit de AWBZ. Er dient dan wel kritisch te worden gekeken of de ondersteuningsvraag door het nieuwe aanbod voldoende wordt gerealiseerd. Dreigende escalatie door het wegvallen van logeeropvang: Logeeropvang voor kinderen met een beperking wordt maximaal voor een half jaar vergoed, ook in situaties waarin overbelasting dreigt. Voor de invoering van de pakketmaatregel AWBZ werd logeeropvang onbeperkt vergoed ter preventie van overbelasting. Het gevaar is dat in de toekomst eerst een escalatie moet optreden voordat hulp kan worden ingezet. MEE pleit daarom voor een vroegtijdige signalering en preventiesysteem om dreigende escalatie te onderkennen. Zintuiglijk beperkte ouderen: Er zijn geen (gespecialiseerde) alternatieven voor ouderen met een zintuiglijke beperking.
n
n
Financiële en administratieve ondersteuning: Door het wegvallen van (preventieve en specifieke) ondersteuning in de opvoeding, school, kinderopvang, etc. ontstaat er bij mensen met een beperking meer (financiële) druk op de familie. Escalatie LVG/GGZ: Specifieke groepen cliënten (LVG, GGZ) die thuis wonen met woonbegeleiding dreigen ‘uit beeld te raken’ totdat hun situatie escaleert. Deze groepen zijn van zichzelf minder geneigd ondersteuning te zoeken.
Conclusie MEE concludeert dat er hoge verwachtingen zijn van het eigen oplossingsvermogen van de cliënt of het sociaal netwerk. In de praktijk blijkt dat hieraan echter (nog) niet altijd kon worden voldaan. Voor de signalen geldt dat de AWBZ geen oplossing meer biedt. Mede vanuit het compensatiebeginsel zou vooral de Wmo voor oplossingen moeten zorgen. MEE signaleert dat de overheveling van begeleiding uit de AWBZ nog niet helemaal in de pas loopt met de mate waarin en de wijze waarop dit op lokaal niveau wordt opgevangen (beleidsontwikkeling, alternatieven). In veel gevallen ontbreekt een integrale aanpak. Veel gemeenten zoeken nog naar de exacte ondersteunigsbehoeften en het aanbod dat daarbij past. Om terugval in problematiek bij cliënten in de loop van de tijd te voorkomen is het nodig om mensen in beeld te houden. Gemeenten hebben hierin een belangrijke regiefunctie. Welzijnsorganisaties, huisartsen, MEE-organisaties, scholen en dergelijke kunnen een belangrijke signaleringsfunctie vervullen.
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
5
Myra Lennarts, beleidsmedewerker Zorg en Welzijn gemeente Tilburg
Vooruitblik Afgerond maar niet afgesloten
Achter de cijfers ‘MEE is vooral belangrijk geweest om de vinger te leggen op de vraag wat de Pakketmaatregel AWBZ voor cliënten precies betekende’, zegt Myra Lennarts, beleidsmedewerker Zorg en Welzijn bij de gemeente Tilburg. ‘Het was voor ons al snel duidelijk dat we niet alleen op de beschikbare cijfers konden afgaan. De informatie liep maanden achter en kwam daardoor te laat beschikbaar. Wij wilden weten voor hoeveel cliënten dit ernstige problemen opleverde en hoeveel cliënten er binnen het eigen sociale netwerk geholpen konden worden. De projectleider van MEE heeft ons hierover geïnformeerd tijdens ambtelijke werkbesprekingen. Ook werd inzichtelijk gemaakt dat er vaak méér zit achter een neutrale beoordeling, oftewel een papieren case. De gemeente heeft daarom samen met MEE alle mensen benaderd waarvan de indicatie voor de begeleiding (deels) afliep. De cliënten die zich vervolgens aanmeldden bij MEE, waren voor het grootste deel ouderen.’ ‘Wanneer je aan een oudere vraagt of het goed gaat met hem of haar, dan zegt men al snel ja, terwijl dat soms helemaal niet het geval is’, zegt Lennarts. Daarom werd besloten om in een ronde tafeloverleg de meest schrijnende gevallen te bespreken met alle betrokkenen: zorgaanbieders, CIZ, MEE en de gemeente. Lennarts: ‘Van de zorgaanbieders was in dit geval de thuiszorgorganisatie aanwezig. Er zijn zeven ouderen besproken. De verschillende dossiers (AWBZ en Wmo) zijn opnieuw gelicht en alle informatie over deze mensen is op een rijtje gezet. Dit overleg met alle partijen verliep heel positief. Je kunt alle informatie meer in samenhang bekijken. Doordat je alle instellingen aan tafel hebt kun je heel direct uitwisselen, dat gaat snel en efficiënt. We hebben gekeken of er een herindicatie aangevraagd moest worden, of dat er oplossingen waren zoals aansluiting bij een welzijnsorganisatie. In enkele gevallen betaalde de gemeente een AWBZ-voorziening tijdelijk door.’
6
De ondersteuning door MEE voor de pakketmaatregel AWBZ is ten einde, maar de verminderde aanspraak op begeleiding vanuit de AWBZ is blijvend. De doorwerking en effecten hiervan blijven gelden. Om die reden moet niet alleen op korte termijn worden gekeken naar alternatieven voor de zorg die door de pakketmaatregel is weggevallen. Het is van belang om aan te sluiten bij de lange termijn ontwikkeling van de inclusieve samenleving, zoals ook is beschreven in het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een functie(beperking). Het uitgangspunt van een inclusieve samenleving is dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Het bieden van compensatie aan mensen is bedoeld om hen een gelijke startpositie te verschaffen, waarbij doeltreffendheid, toegankelijkheid en zelfstandigheid het uitgangspunt zijn. Een gelijke behandeling van mensen met en zonder ondersteuningsvragen houdt in dat daar waar een nadelige positie dreigt, aanpassingen noodzakelijk zijn. Het is nog beter om een nadelige positie van burgers te voorkomen. Gemeenten hebben de kans om op een vernieuwende wijze verder invulling te geven aan deze ontwikkeling. Leerervaringen uit de pakketmaatregel AWBZ zijn daarbij bruikbaar. Gemeenten inventariseren momenteel de ondersteuningsvragen van inwoners en werken nauw samen met organisaties bij het ontwikkelen van specifiek beleid op buurt- of wijkniveau. Het uitgangspunt daarbij is dat mensen in de eerste plaats voor zichzelf zorgen, uitgaan van hun eigen kracht, daarin bijgestaan door familie en vrienden. Ook de versterking van het sociale netwerk en de inzet van vrijwilligers is van groot belang.
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
Verbindingen noodzakelijk
Lessen voor de toekomst
De pakketmaatregel AWBZ heeft niet alleen gevolgen voor de AWBZ en de Wmo, maar ook voor andere stelsels en regelingen, zoals de Jeugdzorg, preventief jeugdbeleid, Wajong, sociale werkvoorziening, OGGZ, WWB, onderwijs en Centra voor Jeugd en Gezin. Op hen wordt eerder een beroep gedaan door het versoberen van de AWBZ. Van belang is dat er niet alleen naar zorg en welzijn wordt gekeken, maar ook naar andere sectoren en levensgebieden zoals onderwijs, arbeid en wonen. Uit signalen die bij de pakketmaatregel AWBZ naar voren zijn gekomen, is gebleken dat verbindingen tussen de diverse stelsels en partijen vaak ontbreken. Bijvoorbeeld een kind met een beperking verliest AWBZ begeleiding terwijl deze wordt ingezet bij kinderopvang in het bijzonder onderwijs. Hierdoor wordt een integrale benadering van de vraag van de cliënt4 gehinderd. Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het leggen van verbindingen. Deze zorgen uiteindelijk voor de best passende oplossing voor de ondersteuningsbehoefte, ongeacht uit welk levensgebied deze afkomstig is.
De verminderde aanspraak op begeleiding vanuit de AWBZ is blijvend. De ervaringen van het afgelopen anderhalf jaar leiden tot de volgende aandachtspunten: n De focus zou moeten liggen op de versterkingsmogelijkheden van de eigen kracht van de cliënt en het sociaal netwerk. Tegen de achtergrond van de mogelijkheden en beperkingen moeten mantelzorgers en vrijwilligers effectiever worden ingezet. Daarbij moet rekening worden gehouden met de noodzaak van deskundigheidsbevordering bij de complexere problematiek. n Er zal altijd sprake zijn van collectieve en individuele voorzieningen. Hier ligt een uitdaging voor gemeenten. Gebruik de kennis van de doelgroepen (aantallen en ondersteuningsbehoeften) om het ambitieniveau voor optimale ondersteuning te bepalen. Verbreed en vernieuw het aanbod voor deze groepen. Durf bestaande voorzieningen los te laten. Beoordeel het bestaande aanbod met een integrale benadering (van cliënt en problematiek) en maak handhaving van het huidige aanbod niet leidend. n Het is van belang dat verbindingen tot stand komen tussen formele en informele vormen van ondersteuning (zoals ook door kerken, sportverenigingen en bibliotheek geleverd kan worden); tussen zorg en welzijn en tussen professionals en vrijwilligers. Organiseer stelseloverstijgende ondersteuning voor mensen met complexe ondersteuningsvragen. Oplossingen kunnen gevonden worden op de raakvlakken van stelsels en regelingen.
Investering in kennis doelgroep Mensen met beperkingen kunnen een beroep doen op collectieve en/of individuele voorzieningen. Dit is per individu verschillend. Voor de één is het makkelijker dan voor de ander om op eigen kracht het gewenste niveau van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te realiseren. Of dat nu met behulp van zijn sociale netwerk gebeurt of door een beroep op de gemeente. Voor sommige mensen blijft het nodig om individuele voorzieningen beschikbaar te stellen. Het is van belang dat de gemeente blijft investeren in kennis over de doelgroep om te weten om welke groepen mensen het gaat en welke ondersteuningsbehoeften zij hebben. Cliëntenorganisaties kunnen daarbij helpen.
Evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2007-2009. Sociaal Cultureel Planbureau, 2010.
4
Wat als er verder wordt bezuinigd op de AWBZ? De uitgaven in de zorg staan ondanks de pakketmaatregelen nog steeds onder druk. Verdere versobering van de AWBZ en (daar waar nodig) compensatie vanuit de Wmo is volgens veel politieke partijen in de toekomst noodzakelijk. Wat leert de ervaring met de pakketmaatregel AWBZ ons dan voor toekomstige bezuinigingen op begeleiding en verdere overhevelingen van zorgintensievere doelgroepen naar het gemeentelijk domein?
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
7
Cliënten die nu in aanmerking komen voor begeleiding vanuit de AWBZ zijn mensen met matige of ernstige beperkingen op het terrein van zelfredzaamheid. Het gaat hier om één (of meer) van de volgende vijf domeinen: ‘sociale redzaamheid’, ‘bewegen en verplaatsen’, ‘probleemgedrag’, ‘psychisch functioneren’ en ‘oriëntatiestoornissen’. Op 1 januari 2010 waren er nog ruim 176.000 mensen met een aanspraak op begeleiding. Dit zijn ruim 41.000 cliënten minder dan een jaar daarvoor. Hierbij zijn de circa 14.000 cliënten die nog wachten op afronding van het herindicatietraject door het CIZ buiten beschouwing gelaten. De gemiddelde zorgomvang voor cliënten die via de AWBZ begeleiding ontvangen, is 2,2 uur individuele begeleiding en 5,1 dagdeel groepsbegeleiding5 . De groep cliënten die nu nog via de AWBZ begeleiding ontvangt, betreft een andere dan de groep cliënten die door de pakketmaatregel AWBZ geen aanspraak (meer) maakt op begeleiding. Zij zijn maatschappelijk beter herkenbaar en hebben zwaardere beperkingen die tot gevolg hebben dat zij bijvoorbeeld veel minder in staat zijn om dagelijkse routine te regelen of om zich te ver-
5
8
plaatsen. Zo zal er bij deze groep sprake zijn van meer ondersteuningsbehoefte op lichamelijk en geestelijk gebied. Denk aan het dwalen van een dementerende oudere waardoor een afgesloten leefruimte noodzakelijk is. Ook heeft deze groep bijvoorbeeld zwaardere beperkingen op het gebied van oriëntatie in persoon (weten wie ze zijn), tijd (weten welke dag het is) en plaats (waar ze zich bevinden). Mensen met zwaardere begeleidingsbehoeften vereisen andere vaardigheden en kennis van consulenten en ondersteuners om ze goed door te leiden naar het best passend alternatief, voor zover deze al bestaat. De ondersteuningsbehoefte bij deze groep is nu niet bekend en kan niet vergeleken worden met de huidige groep die nu begeleiding (gedeeltelijk) heeft verloren. De kans is reëel dat het huidige aanbod van gemeenten niet goed aansluit bij mensen met zwaardere beperkingen. Het zal dan moeilijker zijn om cliënten te matchen met het huidige ondersteuningsaanbod. De omvang van de hele groep mensen die begeleiding krijgt is ook vele malen groter dan de groep mensen die nu hun begeleiding heeft verloren. n
Pakketmaatregelen monitor. Jaarrapportage CIZ, 2010.
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
Jim Ligthart, senior beleidsmedewerker gemeente Alkmaar
Samen optrekken De samenwerking tussen de gemeente Alkmaar en MEE bij de Pakketmaatregel AWBZ is in de afgelopen periode vlot verlopen. Alkmaar werkt binnen het regionale overleg Kennemerland samen met zeven andere gemeenten. ‘Door een ingelaste belronde zijn veel gegevens van cliënten boven tafel gekomen. En niet alleen van de specifieke doelgroep van MEE’, zegt senior beleidsmedewerker van de sector Samenleving Jim Ligthart. De regionale eindrapportage ligt juist op zijn bureau. Hij kan eigenlijk kort zijn: ‘Daar kunnen we wat mee. Het is nu tijd voor verdieping; MEE kan daar een rol in spelen.’ Die verdieping kan volgens Jim Ligthart deels gezocht worden in een verbreding. ‘De gemeenten zoeken naar een manier waarop zij de dreigende verschraling van de zorg voor hun burgers kunnen opvangen. Hiervoor hebben we partners nodig. Kennis en kunde zijn bij MEE in grote mate aanwezig, juist als het gaat om mensen met een beperking. Een breed expertisecentrum voor ondersteuning aan cliënten zou natuurlijk een goede optie zijn. Nu heeft iedere doelgroep, zoals mensen met een beperking, ouderen en mensen met een psychiatrische achtergrond, zijn eigen ondersteuningsorganisatie. Samen optrekken wordt steeds vaker een vereiste; ook cliëntenorganisaties zeggen dringend daaraan behoefte te hebben. Het woud van zorg en welzijn wordt er een stuk overzichtelijker van.’ Ligthart: ‘Het sociale netwerk van die cliënten komt meer en meer centraal te staan nu de middelen afnemen. De organisaties voor informele zorg, zoals mantelzorg- en vrijwilligersorganisaties, worden belangrijker. De druk op die organisaties zal toenemen. Hoe voorkomen wij als gemeente dan dat zij overbelast raken? Daar maken wij ons zorgen over; wij willen een groter beroep op zorg zien te voorkomen. MEE kan hierin een rol spelen door de organisaties voor informele zorg te ondersteunen. Hierdoor kunnen de sociale netwerken rond cliënten sterker worden. MEE heeft hier al ervaring mee als je bijvoorbeeld kijkt naar de Eigen Kracht Conferenties die ze organiseren. Die kunnen verder worden uitgebouwd, ook naar andere doelgroepen.’ Ligthart benadrukt de voortrekkersrol die MEE in alle benodigde samenwerking kan gaan spelen: ‘De gemeente Alkmaar neemt de gevolgen van de Pakketmaatregel bijzonder serieus en vindt dat het college in de samenwerking een regierol moet aannemen. Wellicht dat MEE die rol samen met de gemeente kan gaan invullen.’
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
9
Samenvatting cijfers cliënten Kerngegevens ondersteuning MEE d.d. 31 augustus 2010 Tot 1 september 2010 hebben zich bij MEE in totaal 6.652 cliënten gemeld die hun indicatie voor begeleiding deels of volledig hebben verloren. Sinds het vorige peilmoment op 1 mei 2010 is een toename te zien van 2043 cliënten. Tabel 1 geeft de aantallen per type cliëntgroep weer.
Groep
Aantal cliënten
Ouderen
2686
Volw. chronische beperking
1113
kelijker is het dat deze groep minder gebruik maakt van de ondersteuning van MEE. Een verklaring hiervoor kan zijn dat bij het merendeel van mensen met een grondslag psychiatrie er sprake is van deels verlies van begeleiding (78%6). Deze cliënten blijven in beeld bij de zorgaanbieder.
Type vragen/ondersteuningsbehoefte per levensgebied Cliënten kunnen voor al hun vragen terecht bij MEE, levenslang en levensbreed. MEE hanteert een onderverdeling in vraagtypen naar zes levensgebieden. In tabel 2 vindt u het aantal vragen bij de AWBZ pakketmaatregel verdeeld over de verschillende levensgebieden.
Levensgebied
Aantal cliënten Gem. leeftijd
Volw. psychiatr. beperking
633
Geen directe hulpvraag
722
57,3
Licht verstandelijke beperking
853
Regelgeving en geldzaken
658
54,1
Zintuiglijke beperking
248
Wonen en samenleven
3246
61,6
Kinderen met een beperking
1119
Vrienden en relaties
359
69,2
Totaal
6652
Jeugd en Gezin
702
13,1
Tabel 1. aantal cliënten per cliëntgroep
Vrije tijd en sport
801
70,3
Uit tabel 1 blijkt dat ouderen de grootste groep cliënten vormen die zich melden bij MEE. Binnen deze groep zijn ouderen met beginnende ouderdomsklachten dominant. In andere cliëntgroepen zijn de volgende cliënten dominant aanwezig: volwassenen die als gevolg van chronische invaliderende aandoeningen beperkt zijn in de persoonlijke verzorging en mensen met verstandelijke beperkingen die zelfstandig of thuis bij de ouders wonen. Voor mensen met een psychische aandoening zijn minder alternatieven voorhanden. Des te opmer-
Leren en werken
164
29,7
6652
55,9
6
Begeleiding AWBZ 2009, ontwikkelingen aanspraak begeleiding Nederland.
10
Totaal
Tabel 2. Aantal vragen verdeeld naar de levensgebieden Uit tabel 2 blijkt dat de meeste cliënten vragen hadden op het gebied van wonen en samenleven. Dit geldt voor alle cliëntgroepen, uitgezonderd kinderen. De gemiddelde leeftijd van deze groep is 62 jaar. Bij de vragen op het gebied van wonen en samenleven kan worden gedacht
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
aan dagstructurering, bijvoorbeeld een ambulante begeleider die meekijkt en meedenkt om het huishouden draaiende te houden. Ook gaan veel vragen over het vinden van alternatieven voor dagbesteding van ouderen. Een ander levensgebied waarop cliënten veel vragen stellen is vrije tijd en sport. De gemiddelde leeftijd van deze groep is 70 jaar. De voornamelijk ouderen binnen deze groep stellen met name vragen over daginvulling. Van de cliënten die door MEE ondersteund worden, geeft 33 procent aan geen structurele ondersteuning nodig te hebben, zelf een alternatief te organiseren of de uitkomst van een bezwaar af te wachten. Voor 16 procent geldt dat een alternatief gevonden wordt door mantelzorg of vrijwilligers. De resterende groep cliënten (51 procent) bestaat uit cliënten die een beroep doen op een alternatieve voorziening van bijvoorbeeld een welzijnsorganisatie. n
MEE Signaal n Eindrapportage pakketmaatregel AWBZ, zomer 2010
11
Adressen Meer informatie
MEE Nederland
Wilt u meer informatie over MEE of over de inhoud van deze brochure? Neem dan contact op met mevrouw A. Blom van MEE Nederland via telefoonnummer 030) 236 37 04. Op de website www.mee.nl staat aanvullende informatie over de pakketmaatregel AWBZ.
Vereniging voor ondersteuning bij leven met een beperking Maliebaan 71f | 3581 CG Utrecht Postbus 85271 | 3508 AG Utrecht T 030 236 37 07 | F 030 234 04 72
[email protected] www.meenederland.nl
Colofon Tekst: Auke Blom (MEE Nederland) Interviews: Ed Vervoorn, MEE Zuid-Holland Noord Fotografie: Hans Oostrum Fotografie (cover) en Inge Hondebrink (binnenwerk) Vormgeving en druk: Boom & van Ketel Grafimedia BV Productie en eindredactie: Annette Abels & Kyra van der Meulen, afd. Communicatie MEE Nederland
© September 2010 Dit is een uitgave van MEE Nederland Een digitaal exemplaar kunt u downloaden van www.meenederland.nl