3de bach PSW (CW)
Media, Retoriek & Democratie Prof De Landstheer - lesnotas - smvt engelse teksten
Q B33
uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be
4.50 EUR
Media, retoriek en democratie RETORISCHE BENADERINGEN Tekst 1: De Landtsheer: Introduction to the study of political discourse Studie van politieke taal = interdisciplinaire gebied, met epistemologische implicaties en immense hoeveel van materiaal om te onderzoeken. Studie bestaat uit combinatie van politieke en taalkundige studie in één benadering met als doel info te verzamelen over de taal van politieke processen. Linguistiek: taalwetenschap = theorie van taaltekens met verschillende componenten van semiotiek en de theorie van tekens in het algemeen. Semantiek = betekenisleer: wetenschap van de betekenis (van woorden) Voorbije 30 jaar (+/- 1980) meer interesse in de studie van politieke taal. Æ politieke retoriek, politieke speech, politieke stijl, politieke taal Verschillende termen (vanuit verschillende benaderingen, paradigma’s) Æ leidt tot uitdagingen: 1. Interdisciplinair gebied, waarin verschillende benaderingen zijn 2. Verschillende (tegengestelde) paradigma’s 3. Enorme hoeveelheid aan materiaal die je tegenkomt Politieke semantiek als een algemene benadering van de studie van politieke taal is geïnspireerd door Lasswell. Æ Lasswell als belangrijke pioneer: basis gelegd voor politieke semantiek. Æ Lasswell als pioneer van propaganda (van WOI bv. Hoe bewegen troepen?) Æ Lasswell: onderzoek op gebied van communicatiewetenschappen en politieke psychologie Æ Lasswell heeft negatieve kijk op politici (persoonlijkheid staat dicht bij die van psychopaat); pioneer van studie van persoonlijkheid in politiek, aspecten van politiek leiderschap etc. Politici zijn meestal personen die iets te compenseren hebben, personen die een complex hebben volgens Lasswell. Ze willen op de voorgrond komen staan. Dit is het enige wat overeind is gebleven van zijn studie over politiek leiderschap. Politici zijn mensen met laag zelfbeeld en dit willen compenseren. Lasswell over crisis: aan politieke stijl kun je merken als er een crisis op til is. Dan is de politieke taal anders dan in niet-crisis taal. Kenmerken crisistaal: gezwollen, ornamenteel, veel beeldspraak; je komt vaak dezelfde uitdrukkingen tegen; herhaling Definieren van politieke taal Politieke taal, speech, retoriek en propaganda Æ inter-veranderbare termen die verschillende studietradities representeren.
Politieke taal: politieke psychologie traditie: geïntroduceerd door pioneers van propaganda onderzoek. Politieke speech & politieke retoriek: traditie van retorische studies Omschrijving politieke taal/retoriek Taal vs. Politiek. Politieke taal is een term die werd geïntroduceerd door pioneers van propaganda-onderzoek en sociale wetenschappen . Politieke taal is gecentreerd rond macht; gebruikt voor verwerven/behouden/afnemen van macht. Als het doel is om macht te beïnvloeden en er is een impact van macht is er sprake van een politieke functie van taal. (politieke wetenschap = machtswetenschap) Zowel de publieke opinie als de sociale wetenschappen associëren politieke taal met propaganda. Dit kom je tegen bij beïnvloeding in de politiek (heeft negatieve connotatie). Men probeert het neutraler te stellen nu: focus ligt op actie, nl. georganiseerde actie om publieke opinie te beïnvloeden. Literatuur en tv-programma’s die niet over politiek gaan zijn allemaal vormen van politieke communicatie. Het zijn uitingen van ideologische communicatie en commercialisering van politieke communicatie en communicatie in het algemeen. Hier gaat ook een waardeinvloed van uit. Omschrijving van politieke taal is afhankelijk van opvatting van: ‘wat is taal en politiek?’. Politiek gaat over inrichting van de staat; taal die in het parlement wordt gebruikt; taal van het gerecht, administratie… De definitie van politieke taal wordt beïnvloed door de definitie van taal en politiek.Meer traditionele uitzichten op politiek: politiek refereert naar activiteiten en instituties gerelateerd aan staatsorganisatie. Tussenopvattingen over politiek benadrukken politieke functie, machtsproces (sociaal conflict); dit is waar politiek rond draait. Het gaat niet meer alleen over activiteiten en instituties die staat inrichten, maar ook over de communicatie tussen mensen, het negotiëren van macht etc. is dan ook allemaal politiek. Politieke is taal en taal is altijd politiek; door taal schep je stereotypen en vooroordelen, dus doe je aan politiek. Ligt erg subtiel, maar is een politiek beïnvloedingsproces waar taal een belangrijke rol speelt. (bv. Nadruk wij vs. Zij) Opvatting moderne structuralisten Volgens journalisten is taal enkel geschreven. Populaire opvattingen zien taal enkel als verbaal of geschreven en nonverbaal. = politieke taal in de enge betekenis Maar ook andere uitingen (tekeningen, foto’s, bewegingen, uiterlijk, kleding) zijn een vorm van politieke taal. Elke manier waarop mensen symbolen kunnen uitwisselen is politieke taal (=brede opvatting) Publieke taal die niet onmiddellijk met politiek te maken heeft, kan ook als politieke taal worden opgevat. Bv. muziek, poëzie etc.
Volgens de brede opvatting kunnen ook religieuze, religieuze teksten en financieel nieuws een politieke strekking hebben. Dit is ook nooit waardevrij. Er is dus geen neutrale taal in deze vormen. Bv. Bijbel is vorm van politieke taal In de brede opvatting wordt taal gezien als een machtsstrategie. Communicatiewetenschappers gebruiken eerder de term ‘politieke retoriek’ dit zijn bv. Verkiezingscampagnes Æ hebben manifest beïnvloedend karakter. Politieke symbolen verschillen tussen culturen, ideologieën en politieke systemen. Kunnen dus andere betekenis hebben. = moderne structuralisten Politieke taal is vaak gebaseerd op woorden: onderhandelingen worden gedaan, speeches worden gemaakt, debatten etc. Maar ook geschreven: wetten, politieke documenten etc. Politieke taal is bij deze de taal die gebruikt wordt in de publieke sfeer (bv. tv, radio, krant). Ze heeft een politieke functie. Taal die duidelijk te maken heeft met politiek kan niet meer los gezien worden van de dagelijkse taal, omdat afhankelijk van het gebruik alle taal politieke taal wordt. Het feit dat taal gebruikt wordt in de publieke sfeer impliceert dat het relevant is voor burgers op een politieke manier. Groepen van benaderingen van het beinvloedingsproces; analyse van politieke taal: x
x
x
x x x x
Retoriek is de oudste benadering van politieke taal. o = betekenis van het overtuigen observeren o Directe invloed op politieke taal Politieke communicatie is een symbolische benadering van politieke taal (Edelman) o Politieke communicatie als een proces van uitwisseling tussen politieke actors die plaatsvindt binnen een politieke context en die de uitwisseling van symbolen met zich meebrengt. Politieke psychologie en propaganda: kwantitatieve, semantische en politiek-semantische benaderingen Æ ontwikkeld in eerste helft vorige eeuw. o Taal als belangrijke bron van info voor alle sociale wetenschappers Onderzoek begin WOII o Politieke semantiek (in moderne visie) = politieke studie van de betekenis / studie van betekenis in de politiek Analyseert sleutelwoorden, slogans en doctrines vanuit het uitgangspunt hoe ze begrepen worden. Politieke woordenschat: onderzoek over de geschiedenis van het gebruik van bepaalde termen, hun veranderende betekenis en context Historische semantiek: ontwikkeld in Frankrijk in de vroege jaren 1960 om geschiedenis te verrijken met taalkundige informatie Politieke lexicologie: ook een Franse traditie van politieke taalstudies, vnl. kwantitatief (bv. Speech registreren) en gefocust op actualiteit (bv. beschrijving van kranten) Duitse politieke taalstudies: voorkeur voor kwalitatieve analyse en theoretisch-filosofische studies. o Gerelateerd aan politieke filosofie o Door splitsing Duitsland 2 domeinen:
x
x
x x
x
Oost-Duitsland: politiek-ideologische studie West-Duitsland: beschrijving van woordenschat van historische periodes Officiele taal: onderzoek naar het gebruik van taal in de judiciële, diplomatische en gouvernementele systemen (belangrijk door politieke importantie) o Gestimuleerd door Europese commissie en nationale overheden o Uniformiteit van een officiële taal van groot belang voor totalitaire regimes en voor nieuwe landen die zich wilden bevrijden van coloniale invloeden Sociolinguistiek: invloed van taal op perceptie, de macht om een wereldbeeld te veranderen en de functie van taal als een agent van culturele – of volksdominantie o Feit dat taal culturele en politieke dominantie kan overdragen Onderzoek naar relatie tussen linguïstische – en groepskarakteristieken zoals klasse, gender, ras of etniciteit Kritische discours analyse: focussen op narratieven op een kwalitatieve manier (gedetailleerde, systematische en theoretisch gebaseerde analyse van tekst) Taalfilosofische benadering: op abstract niveau de functie van taal analyseren; indirecte relatie met studie van politieke taal; aandacht voor mogelijkheden van linguïstische operaties Æ politieke functie van taal in kaart brengen o Betekenis van taal hangt af van het taalgebruik en de context van de gebruiker. De relevantie van deze gedachte voor politieke taalstudies is dat semantiek, dat focust op de relatie van de tekst naar de echte wereld, geprefereerd moet worden boven semiotiek, dat focust op de structuur van een tekst. Postmodernisme: taal zonder meer als machtig instrument in samenleving Æ je kan bv. mensen en groepen uitsluiten voor machtgebruik door bepaald taalgebruik. Bv. politici die elkaar voorstellen als dieren. Via taal kan je bv. ook een gevaarlijke rol spelen in de uitroeiing van andere bevolkingsgroepen.
Tekst 2: Bonnafous over Jean-Marie Le Pen (vroegere leider extreem rechtse Front National) Voorbeeld van een politieke taal (retoriek) analyse Methode van argumentatie van Jean Marie Le Pen in een belangrijk politiek tv-programma. Over kracht en mogelijke gevaren van politieke taal (retoriek). De kracht van Le Pen’s taal is niet enkel het resultaat van de thema’s of retoriek die hij aanbrengt of van de accumulatie van elk argument, maar wel van zijn gave om al deze argumenten te integreren in een argumentatieve structuur, toegepast op een specifieke context en een specifiek publiek. Front National kijkt aan tegen 2 tegengestelde imperatieven: 1. Beantwoorden aan de verwachtingen van de meest loyale facties 2. Nieuwe kiezers aantrekken en dus zijn publiek vergroten Aangezien de presidentiële electies de meest gepersonaliseerde electies zijn in Frankrijk, is het imago van een kandidaat erg belangrijk. Beelden zijn belangrijk in politieke taal, het gaat niet enkel over partijprogramma en de waarden, maar ook om de persoon (partijleider) in de partij. ExtreemRechtse/populistische partijen zijn vaak opgebouwd rond een charismatisch persoon (bv. Wilders) waarbij de partijleider erg belangrijk is.
Ideeën van nationalisme/anti-immigratie, men wakkert onveiligheidsgevoel aan Æ vaak partijen met fascistisch-achtige ideologie. Len Pen wou serieus genomen worden. Le Pen was bijna president in Frankrijk (Shirak was kandidaat van linkerzijde en werd dus president). Het succes van Le Pen is geen holle phrase, hij was een zeer belangrijk politicus. Volgens Bonnafous heeft succes van zijn partij en persoon te maken met 3 elementen: 1. Argumentatietechniek Æ causaliteit in verantwoordelijkheid en argumentatieve ‘turnaround’ a. Hij herbeschrijft de feiten op zijn manier. Bv. bij het geval van de immigrant die doodgeschoten was door aanhangers van NF. Le Pen stelde dat deze jongen het slachtoffer was van zijn eigen aanwezigheid; en dat de daders evenzeer slachtoffer zijn (zij deden zogezegd aan ‘zelfverdediging’). i. Deze techniek gebruikt hij wanneer hij zich in het nauw gedreven voel. b. Wanneer een onderwerp hem wel goed uitkomt, maakt hij zijn tegenstanders zwart en legt de schuld bij hen. Hij presenteert zichzelf als oorzaak van goede zaken; negatieve zaken legt hij bij andere politici. c. De originaliteit van Le Pen is dat hij kritiek geeft op de ‘corruptie’ van politieke instellingen. Wat een grote invloed heeft op het volk (in 1995 dacht 2/3 mensen dat politieke leiders corrupt zijn). 2. Demagogische retoriek: gebruik van beeldspraak, eufemismen, manipulatieve argumenten, zwarte humor (bv. tegenstander belachelijk maken) a. Eufemismen: iets mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is i. Hij zei dat alles zou beteren wanneer de immigranten weg zouden zijn, wanneer Frankrijk niet langer bij Europa hoorde en wanneer men geen inkomenstaxen meer moest betalen, want dit alles waren de reden van problemen in Frankrijk. Hij zweeg over zaken die mogelijk problematisch konden zijn voor tv-kijker (bv. verhoging belastingen op goederen etc.) b. Manipulatieve argumenten: hij gebruikt pragmatische en causale argumenten, syllogismen en refereert naar wetenschappelijke autoriteiten, gerelateerd aan bewijs en voorbeelden. Zijn politiek programma was opgebouwd uit “duidelijke waarheden”, die eigenlijk steeds open stonden voor discussie, die onzeker waren. i. Hij kan het goed uitleggen, maar wil gewoon dat de immigranten het land verlaten, want ze nemen jobs in van de Fransen en indien ze niet werken, leven ze op de kap van de Fransen. (Æ een zwakke vermomming voor de fragiliteit van zijn stelling) ii. Hij maakt ook gebruik van pseudosyllogisme: een vals syllogisme waarvan de conclusie niet volgt op de voorgaande stelling. (~onwaarheden) Hoewel ze politiek fout zijn, worden deze analogieën gebruikt om bv. de verdrijving van immigranten te rechtvaardigen. 3. Hij wil voor zichzelf een voordelig beeld neer zetten, waarbij hij vindt dat andere zijn democratie niet respecteren als ze zijn politieke stroming marginaliseren. Hij weegt zijn woorden af, waardoor zijn tegenstanders er slecht uitkomen. Hij zorgt ervoor dat hij er zelf goed uitkomt, waardoor hij zelf niet negatief in de pers komt. => basis van zijn succes is een sterke retoriek; hij is een goede redenaar.
De kracht van Le Pen als redenaar is het resultaat van een combinatie van 3 elementen: 1. Afgaan van de gebruikelijke argumentatieve technieken om het voordeel van een manipulatieve strategie te halen, die zowel gebaseerd is op het uitstippelen van een discutabele claim als op rede en gezond verstand 2. Vaardigheden in het uitspelen van algemeen aanvaarde ideeën en de huidige stereotypen 3. Grote capaciteit om een gespreksimpasse te hanteren en de valkuilen van zijn gesprekspartner te dwarsbomen, wat zijn beeld voordeliger maakt De kracht en het gevaar van Le Pen’s argumentatie is het gevolg van een associatie van 2 aspecten van politieke taal; Le Pen als: x
x
Pamphleteer: taal als taal van een ideologische breuk die plotselinge breuken op sociaal gebied opvolgt tussen een set van waarden en concrete praktijken volgt. Bovendien is zijn discours gebaseerd op de beginselen gewaarborgd in de wet van zijn tegenstander, die hij verraadt. Æ hij kan zich hard en ongenuanceerd uitlaten Er wordt een politieke kleuring aan gegeven door metafoor; ze laten de bevolking relaxen. Hij zet zichzelf ook in het centrum van de wereld die hij wil veranderen. Hij maakt zijn argument in een dialectische interactie met dominante representaties. Polemicist: zijn taal heeft de flexibiliteit van een ‘polimical discourse’, omdat het speelt met het geloof en de formules van anderen om zo zijn eigen geloof en formules op te leggen
Tekst 3: Kiewe Amos: Retoriek van Amerikaanse presidenten ontleend (bij crisis) Belangrijkheid van taal in Amerikaanse cultuur is prevalent in het sociale en politieke leven. Tegenwoordig is er sprake van retoriek presidentschap om een stijl van regeren en leiderschap te betekenen die vnl. berust op publieke taal. Een goed en getalenteerd redenaar merk je op in tijden van crisis; ze kunnen zich dan profileren als redder van het vaderland. De meest succesvolle presidenten zijn diegenen die gekend zijn voor hun sterke retorische vaardigheden. Type politicus dat succes heeft is geëvolueerd van eenvoudig politicus naar en woordkunstenaar, iemand die sound-bites kan uitstoten. De meest succesvolle presidenten zijn gekend voor sterke retorische vaardigheden: Roosevelt, Wilson, Kennedy, Reagan en Clinton. ‘Presidency’ als een sprekende institutie waarin de Amerikaanse president voorzitter is van de taal. De president is een symbolische voorstelling van de natie en heeft een rol als topcommunicator (in VS). In crisissituaties worden verwachtingen van de president nog meer opgeblazen, hij moet dan nog meer de natie voorstellen en nog meer topcommunicator zijn; soms is hij aangewezen te zwijgen (afwezig te zijn) soms om net meer aanwezig te zijn. Ze hebben dus een symbolische en communicatieve rol. Crisissen zijn socio-retorische constructen die vragen om uitzonderlijke actie en bronnen. Een crisissituatie omlijst een kwestie, een gebeurtenis of een voorval als belangrijk, ongewoon en met nood aan een snelle oplossing voor de hervatting van de normale situatie. Crisissen zijn communicatieve entiteiten, omdat ze de perceptie van ongewone gebeurtenissen impliceren. Er zijn
ook verschillende crisissen: het gaat om uitzonderlijke gebeurtenis MAAR: ze kunnen ook zo worden voorgesteld zonder dat ze het zijn!! Crisissen kunnen echt zijn of gemaakt. Sommige presidenten hebben bv. politieke crisis gemaakt, om zich te profileren. Dit doen ze om mensen te confronteren, deze crisissen kunnen sociaal, religieus, economisch, constitutioneel of internationaal zijn. (kan je niet in hokjes plaatsen, zou weinig uithalen om ze beter te begrijpen) Sommige politieke leiders zijn beter dan anderen om de crisis te definiëren. Mensen hebben dan ook een voorkeur voor de definitie van de president en niet voor die van anderen. Presidenten doen het vnl. goed wanneer ze de crisisdefinitie onder controle hebben. Ze vinden het niet leuk om te reageren op crisisdefinities gemaakt door anderen, zoals opposities, media of het publiek. Verschillende categorieën van crisisretoriek vertalen zich niet noodzakelijk in specifieke types van presidentieel gedrag. Crisissen zijn discursieve constructen die dringendheid communiceren en vragen om ongewone beslissingen en acties. Een crisis vraagt om unieke leiderschapskwaliteiten die men niet terugvindt tijdens niet-kritische situaties. Een crisis is een term die dramatisch is en die gebruikt wordt om mensen te verenigen rond een plot en een narratief. De reden van het stijgende gebruik van crisisretoriek ligt in de perceptie dat een crisis uniek, dynamisch en dramatisch is en dat er nood is aan sterk leiderschap en speciale taal om de normaliteit te herstellen. Het omgaan met crisissen is ook een talent. Voor presidenten is het vnl. belangrijk om de crisis te kunnen definiëren met een bepaalde retoriek en hiermee om te gaan. Of hij deze crisis nu zelf heeft ontwikkeld, of een bestaande crisis is. * bv. voordeel halen uit crisissituatie zoals Roosevelt: hij werd gezien als redder van de natie van één van de ergste crisissen. Hij voorzag een nieuwe relatie tussen overheid en volk waarbij de functie van de overheid was mensen te helpen, vnl. in tijden van crisis. Roosevelt creëerde de financiële crisis en maakte de situatie nog erger door President Hoover niet te helpen. Toen Roosevelt president werd, loste hij de crisis op door de natie vertrouwen te schenken dmv. optimisme en was hij de redder van de natie. * bv. slecht managen van een crisis zoals Bush: hij hoopte dat de economie zichzelf zou herstellen zonder tussenkomst van de overheid, dit was niet het geval. Hij had de crisis dus niet goed gedefinieerd en stuitte dus op veel kritiek van de pers etc. omdat hij niets had gedaan om de crisis te verhelpen in tegenstelling tot wat hij het volk wilde doe geloven. * bv. een crisis vormen als een middel zoals Kennedy: crisis in Berlijn was puur retorisch. Enkel woorden creëerden de crisis, maar de crisis was echt. * bv. managen van een mogelijk riskante crisis zoals Reagan: Reagan kon goed met crisissen omgaan en managen. Hij was een meester in communicatie en kon zich goed uit moeilijke situaties praten dmv. zijn retoriek. Hij schrok er ook niet voor terug om zich bv. te excuseren indien hij fouten maakten etc. wat voor hem positief uitdraaide. Hij gaf toe dat er fouten waren gebeurt en dat hij het vertrouwen van de natie had geschaad en dat hij de volledige verantwoordelijk droeg. Hij vond een retorisch formule om het vertrouwen in hem weer te herstellen.
Niet alle crisissen zijn hetzelfde: x x x
De inceptie van crisissen varieert, hun onderwerpen verschillen Crisissen zijn communicatieve entiteiten omdat het gaat om de perceptie van ongewone gebeurtenissen Crisissen zijn speciale gebeurtenissen, die niet opgelost kunnen worden door de normale routine
Media berichten graag over crisis, want is voor hen drama. Crisissen die dan in beeldspraak worden voorgesteld met retorische middelen. De gecommercialiseerde media houden van drama en repetitie; houden van beelden ipv uitleg; houden van sterke, charismatische leiders die harde sound bites kunnen uitspreken. Nieuwe communicatie van politiek via nieuwe en traditionele media is een speelveld voor populistische figuren. Ze openen hiertoe een weg. Onderscheid tussen echte (dreigende) en gefabriceerde crisis: x x
In een echte crisis is de levensvatbaarheid van een natie echt bedreigd, de gevolgen zijn nadelig, er is nood aan directe actie, het is dringend en presidentieel leiderschap is nodig. Een gemaakte crisis heeft deze kwaliteiten niet.
Crisissen zijn routine geworden en we kunnen ons afvragen hoe echt deze zijn. Presidenten gaan vaak crisissen fabriceren, omdat crisisretoriek een aantrekkelijke formule is voor leiderschap.
Tekst 4 over de beeldspraak van Geert Wilders (populistisch) + deel van de tekst van De Landtsheer: Collecting political meaning from the count of metaphor (in 1) Nederlandse politicus die oorspronkelijk partijvoorzitter was. Standpunten PVV: x x x
Anti-islam gericht tegen migranten van moslimsignatuur Klassieke standpunten i.v.m. veiligheid Standpunten die minder rechts-populistisch zijn: voor werkzekerheid, voor dieren ‘animal cops’, tegen dierenmishandeling.
De taal van Wilders laat zich opmerken door sterke taal, metaforen, hyperbolen (overdrijvingen). Bv. tsunami van de islamisering: harde metafoor. Hij is ook een zeer succesvol politicus. Hoe kan dit verklaard worden? Kijken naar de stijl en het taalgebruik van Wilders. Theoretisch betoog Extreem-rechts vs. Populisme Beiden zijn onterechte synoniemen. We gaan dan ook proberen in het theoretisch kader een definitie te geven. Is Wilders extreem-rechts?
x x x x x
Extreem-rechts is volgens de literatuur een containerbegrip. Elke partij geeft er een andere definitie aan. Positieve oriëntatie aan ‘het eigen’ en een afkeer van het vreemde: wij vs. zij Nationalisme, racisme, xenofobie, antidemocratisch (afbreken van andere partijen), sterke staat PVV: Nieuw Rechts Radicaal Fascisme-achtige ideologie: hoort thuis bij extreemrechtse partijen en hun kenmerken o Fascisme is uit 1ste helft vorige eeuw, nl. in Italië (Mussolini). Vergelijkbaar met nazisme, maar is niet hetzelfde. Fascisme is de meest algemene van alle extreemrechtse ideologieën; je kan het ook als een overkoepelende term gebruiken voor extreem-rechtse groeperingen en partijen. Enkel een charismatisch leider is een garantie voor het maken van de juiste beslissingen. Fascisme = een politieke ideologie waarvan het centrale thema het idee van een organisch verenigd nationale gemeenschap is, belichaamd in het geloof in de 'kracht door eenheid’
Is Wilders een populist? x
x x
Populisme = zowel politieke communicatiestijl als ideologie o ~ demagogie = manipuleren van de mens/kiezer o ~dogmatisme = uitdrukken van eigen ideeën. o Een democratisch politicus situeren zich er tussen in, ze profileren zich als demagoog, maar gaan ook eigen ideeën uitdrukken, maar hellen niet over van de ene naar de andere kant. o Populisme is een samenraapsel van ideeën. Het is eerder een communicatiestijl dan een ideologie. Er wordt steeds gebruikt gemaakt van een andere ideologie, waar men steeds een andere stijl voor heeft. Uitdijende olievlek Principes van het populistische ideaal: o De wil van het volk o Het verzet van de elite o De centrale rol van de democratie o De voorkeur voor een charismatische leider
De populistische leider is iemand die spreekt en handelt namens het volk ; het is iemand waarmee men zich kan identificeren. x
4 hoofdkenmerken: o Anti-establishment / anti-politiek o Het volk / The heartland: het volk op een voetstuk tegenover politieke elite die het fout doet en die zich niet om het volk zou bekommeren volgens populisten. o Charismatisch leiderschap: veel uitstraling, staat centraal in de beweging, rond wie partij is gebouwd o Ongenuanceerde en grove stijl: zeggen waar het op staat (wordt als positief ervaren); Wilders zegt dat populisme wil zeggen dat je luistert naar het volk en zegt waar het op staat.
Voor dit onderzoek is populisme = communicatiestijl vooral gebruikt door leiders van partijen met extreem-rechtse of fascisme-achtige ideologie. (maar er is ook sprake van extreem-linkse ideologieën waarbij we populisten terugvinden) Fascisme-achtige taal heeft een negatieve inhoud, gebaseerd op ontevredenheid; ziet politiek als problematisch en zeggen dat er nood is aan fundamentele verandering. Ook de gecommercialiseerde media werken populisme in de hand (dmv. sound bites etc.) Discours en stijl Discours is sterk verbonden met ideologie en geven bewijs van ‘ideologisch werk’. We moeten niet enkel kijken naar wat gezegd wordt, maar ook naar hoe het gezegd wordt. Rutte (VVD) zegt dat Wilders het moet hebben van zijn stijl. Retorische stijlkenmerken x x x x
Demagogie (impressive language) o taal die focust op het publiek waarop ze zich richten en niet op een algemeen publiek Duidelijkheid: alles simpel voorstellen om een zo groot mogelijk publiek aan te spreken o (gebruik van simpele taal) Herhaling en overdrijving Metaforen
Metaforen = moeder van alle stijlfiguren = hart van emotie in politieke taal = persuasieve versie van ideologie; andere context Vaak gebruikt om kiezers aan te trekken tijdens de verkiezingen. Kenmerken van metaforen: x
x
x
Vereenvoudigen, simplificeren: publiek krijgt schijnbaar indruk waar het mogelijke probleem om draait o Vb. toxische kredieten: ze denken dat ze snappen waar het over gaat Wekken emoties op o Taal indelen in realiteitsprincipe (plannen maken, bezighouden met materiële zaken op rationele wijze) en lustprincipe: gericht op escapisme (geen realiteit) o Emoties sturen wat we denken en hoe we over iets denken Angst aanwakkeren vs. Geruststellen
Voorbeeld ‘Tsunami’: verwijst naar natuurramp; spreekt emoties aan (negatief), wakkert angst aan. Voor fascistische ideologieën is het aanwakkeren van angst en emoties erg belangrijk om mensen de beïnvloeden. (bv. Hitler dmv. medische taal die leidde tot angst bij het volk; vaak ziekten geassocieerd met Joden; enkel nazis konden dit oplossen) Er zijn ook voorbeelden die mensen geruststellen, maar in de politiek worden meestal de negatieve metaforen gebruikt.
Het gebruik van sterke emotionele en metaforische taal is toch niet beperkt tot het fascisme. Het zijn ook belangrijke persuasieve middelen in de democratische, politieke strijd van alle andere politieke partijen. Politieke retoriek in democratieën situeert zijn tussen dogma en demagogie. We zien ook dat het nieuws gebracht op tv meer metaforisch is dan in kranten. De meer populaire media, zoals commerciële televisie, tabloids etc. maken meer gebruik van sterke metaforen dan de zogenaamde kwaliteitskranten. Commerciële tv is ook meer metaforisch dan publieke tv, enkel gedurende verkiezingen zijn ook publieke zenders meer metaforisch, omdat ze mensen moeten aanzetten te participatie tijdens de verkiezingen. Centrumpartijen gaan eerder gebruik maken van positieve metaforen, omdat ze er baat bij hebben de rust te bewaren; willen mensen gerust stellen. Bv. ‘het is zo klaar als een klontje’ Extremistische partijen gebruiken metaforen om de huidige situatie te vernietigen. Metaforen spelen een belangrijke rol in het ‘framen’ van de buitenwereld of in het vormen van utopieën van hoe de wereld zou moeten zijn. Ze zijn krachtige politieke stijlelementen die een subjectieve en een vaak polemieke kijk op de realiteit hebben, net zoals ideologieën. Methodologie Kwantitatieve inhoudsanalyse waarbij ze kijken naar het metaforengebruik van Wilders en de thema’s die hij gebruikt. x x x x x
Data: 23 columns, 18 opiniestukken, 60 persberichten, 22 interview Periode: sept. 2004 – juni 2010 Totaal: 61491 woorden Thematische classificatie Methode: Metaphor Power Analysis o = kan politieke betekenis van verschillende vormen van politieke taal vaststellen; metaforisch stijlkarakter van politieke taal meten o metaforen sturen kennis in een bepaalde richting. o Metaforenindex = frequentie (MF) (per 100 woorden) x intensiteit (MI) x inhoud (MC) Hoe hoger de metafoorindex, hoe dichter deze bij populisme liggen én dus hoe sterker de metafoor. (zowel extreem-rechts als extreem-links) o MP > 5: sterke metaforische kracht o MP < 5: zwakke metaforische kracht o Inhoudsvariabele: bv. natuurmetaforen, sport en spel-metaforen of medische metaforen (oplopende sterkte)
Frequentie Aantal metaforen per 100 woorden tellen. Hoe meer metaforen, hoe hoger de MF-waarde. Focus vs. Frame x x
Focus van een metafoor = Tsunami = harde kern Frame van een metafoor = context van de politiek = immigratie van moslims
Metaforische werking houdt ook een kleuring in aan het onderwerp; nl. een negatieve lading. Hierbij komt ook dat metaforen een simplificatie zijn, waardoor je vermijdt dat het te moeilijk is, waardoor de mensen (onterecht) denken dat ze het onderwerp vatten. Metaforen worden vaak ook op een zeer manipulerende manier gebruikt, zonder dat je het door hebt. Intensiteit = mate waarin metafoor nieuw/origineel is en aandacht trekt ~ het effect van een metafoor De intensiteit neemt af na verloop van tijd. Hoe meer de metafoor gebruikt wordt, hoe zwakker de intensiteit wordt en hoe minder we naar de originele betekenis verwijzen.(zwakke vs. sterke metaforen) Aristoteles maakte een onderscheid tussen directe en gewenste effecten die het resultaat zijn van het vervangen van woorden in onverwachte woorden. Sprekers die dit kunnen zijn in staat om bv. bepaalde perspectieven te verstoppen terwijl ze op andere de nadruk kunnen leggen. Toch zeggen sommige onderzoekers dat metaforische effecten eerder indirect en onbewust zijn. De effecten zijn diep en meer overt. Metaforen creëren een nieuwe betekenis en kunnen zo het denken van mensen veranderen. Inhoud Er zijn verschillende semantische bronnen waarvan betekenis kan worden genomen, wat leidt tot verschillende soorten metaforen (hier zien we ze van zwak naar sterk): x
x
x
x x
Huis-, tuin- en keukenmetaforen: deze zijn het positiefst. Ze gaan over ons dagelijkse leven. o Deze verwarren ons niet en laten ons de realiteit niet ontvluchten. Ze maken de betekenis duidelijk voor een groter publiek Natuurmetaforen: hebben een ambivalent karakter (kunnen veranderen). Ze zijn ofwel te controleren, ofwel kunnen ze ook wijzen op een gebrek aan controle. In natuur zijn er nl. wilde dieren en huisdieren. o Bv. ‘draaien met de wind’ Geraffineerde metaforen die verwijzen naar techniek of architectuur. Deze zijn ook ambivalent, want machines kunnen we niet altijd onder controle houden; architectuur duidt dan bv. weer op de controle, het oplossen van complexe problemen. Deze kunnen ook verwijzen naar politiek. o Politieke, intellectuele en technologische metaforen hebben een intermediaire score, omdat ze tevens ambivalent kunnen zijn. Onheil en geweld: verwijst naar angst, negatieve emoties (niet meer neutraal) o Sterkere emotionele betrokkenheid Theater, drama, opera, sport kunnen veel mensen bereiken; zijn gebaseerd op het ontvluchten van de realiteit o gaan over winnen en verliezen, wat leidt tot een onrealistisch beeld van de werkelijkheid.
x
Medische metaforen (verwijzen naar het lichaam): slechte metaforen die verwijzen naar ziekte, dood etc. waarbij dictator alleen de problemen kan oplossen; alle anderen hebben geen controle.
Stijl Politieke taal met lage MP index focust op politieke, alledaagse inhoud ipv op persuasieve stijlen. Politieke taal met hoge MP index: metafoorstijl is erg belangrijk. Ze gebruiken deze stijl om mensen te mobiliseren. Data en encodering Data van 23 columns (14,643 woorden in totaal, gemiddelde van 636 woorden per column), 18 opiniestukken (14,206 woorden, gem. 789) en 60 persuitgaven (6,323 woorden, gem. 162). De teksten komen van de media database van de officiële PVV website en van Geert Wilders’ persoonlijke website. Een totale database van 35.172 woorden over een periode van September 2004 tot Juni 2010. Het materiaal is op 2 manieren geanalyseerd: thematische analyse en een metaforische analyse. Hypothesen en resultaten x
x
H1: Wilders’ retoriek bevat extreem-rechtse thema Æ deze hypothese klopt! o Meest frequente thema’s: islam en immigratie(beleid), democratisering (antipolitiek), veiligheid enz. H2: Wilders’ retoriek vertoont een sterk metaforische stijl Æ deze hypothese klopt! o Wanneer het niveau van de inhoud vooral fascistische thema’s bevat is het waarschijnlijk dat het stylistische niveau zal bewijzen dat Wilders sterke en krachtige metafoors gebruikt, zodat mensen geloven in de nood van verandering.
Conclusie en discussie x x
De vooropgestelde hypothesen zijn bevestigd Een ‘Wilders-discours’ bestaat
Wilders is een charismatisch leider van de PVV. Deze partij is erg hiërarchisch en heeft geen leden, enkel Wilders staat centraal. Hij maakt gebruik van een fascistische ideologie, nl. tegen immigranten, anti-politiek, veiligheid, nationalisme etc. staan centraal. Wilders maakt gebruik van een metaforische stijl met een duidelijke retorische en beïnvloedende kracht, die speelt op emoties. MAAR: x x x
Dit is slechts een kleinschalig onderzoek Een metaforenanalyse т volledig beeld van het discours, dus oppassen met veralgemenen Er is nood aan meer onderzoek; bv. over complexiteit van retoriek
We kunnen wel concluderen dat metaforen als stijlelementen betekenis en gedachten kan beïnvloeden. We zien tevens een positieve correlatie tussen indicatoren van economische crisis en de kracht van metaforen in mediataal. Gender is ook van belang. De metafoorkracht bij vrouwen ligt lager dan bij mannen. Verschillende ideologieën hebben verschillende doelen, dus ook verschillende strategieën. Politieke partijen met verschillende ideologische perspectieven hebben dan ook een andere retorische stijl. Meer extreme partijen (aan de buitenzijden, links/rechts) gebruiken sterkere metaforen dan de centrumpartijen. Ook gedurende verkiezingen worden er meer metaforen gebruikt, dan wanneer er geen verkiezingen zijn.
Tekst 5: Beer en De Landtsheer: Metaphors, Politics and World Politics Meerderheid van werken over metaforen focussen op communicatie, taal, literatuur en retoriek. Een kleiner deel van werken focussen op antropologie, architectuur, economie, educatie, geografie, filosofie, psychologie, religie en sociologie. Slechts weinig academische aandacht wordt besteedt aan het gebruik van metaforen aan politieke contexten. Politieke studies hebben een enge kijk op metaforen en politieke taal: als ornamenten of retoriek. Devaluatie van metaforen als oppervlakkige stylistische accessoire. MAAR Taal heeft politiek gewicht, speech acts en verbaal gedrag. G. Orwell: “language has political weight, speech acts and verbal behaviour matters.” J. Nelson: “most political scientists can benefit immensely from better attention to their rhetoric and its roles in their inquiry.” W. Riker: “rhetorical manipulation contributed to the simplification that eliminated voting cycles and produced a definitive and stable decision. Het medium en de boodschap gaan samen (Mc Luhan, Burke, Richards). Taal is een onafhankelijke vorm van politieke actie (speech acts) en politiek gedrag (verbaal gedrag). Taal medieert andere vormen van politieke actie en politiek gedrag. Taal verenigt de objectieve wereld van politieke feiten en actie MET de subjectieve wereld van politieke ideeën, kennis en informatie. Metaforen: x x
Significante retorische middelen die politiek gedrag en cognitie beïnvloeden Voorzien in sound bites en zijn voer voor gedachten
x x
x
Cruciale deviezen in ‘framing discourse’ (kadervoordracht), in het behouden en verschuiven van politieke ideeën Creëren onmiddellijk nieuwe contexten en bestendigen nieuwe relaties o (Als de politieke gemeenschap een gezin is, wordt elk element van het politieke leven geïnterpreteerd in termen van de categorieën en rollen die het gezinsleven geeft) Maken deel uit van een politieke strijd voor collectieve betekenis
Metaforische politiek gaat over de betekenis van macht en over de kracht van betekenis. Metaforische modellen: Metafoor heeft meerdere dimensies en betekenissen. Er is geen essentieel, rigide betekenis van de metafoor. Metaforen zijn elastisch. Er zijn meerdere metaforische tradities, discoursen en contexten. Elke metaforische model is een gedeeltelijk een gevolg van een andere dimensie, dat slechts een deel van de rijke inventaris van metaforische betekenis is. Drie verschillende metaforische modellen zijn in overeenstemming met de grote taalgebieden van semantiek, syntaxis en pragmatiek: x
Semantisch model: kijken naar het conflict tussen de echte betekenis en de metaforische betekenis (metaforen als vervanging = substitutie-model) o Dit conflict is cruciaal voor de politieke betekenis en effecten o definitie van metaforen berusten op verschillen in betekenis tussen woorden van verschillende domeinen “pragmatische kijk op woorden” Paradigmatische uitzicht op woorden: woorden vervangen voor elkaar
Metafoor is de stijlfiguur waarbij een naam of beschrijvende term is overgebracht naar een object met een verschillende vorm, maar er analoog aan is, daar waar hij goed van toepassing is. Specifieke namen of woorden hebben een goede, letterlijke betekenissen. Ze duiden specifieke objecten van vormen. De metaforische vervanging transformeert de betekenis van een letterlijke naar een figuurlijke. Komt uit de filosofie, retoriek en literatuur Metafoor komt van het Griekse ‘metapherein’Æ ‘meta’ en ‘pherein’, en betekent ‘overdragen’. Een metafoor draagt woorden of een woordgroep over in een context, die niet de natuurlijke context is van de woorden. Aristoteles: “Een metafoor als het toepassing van een vreemde naam / idee.” Burke: "metafoor is een apparaat voor het zien van iets in termen van iets anders." Metaforische substitutie: Marie is een bloem. Bloem wordt vervangen als de referent Eigennaam (Marie) is aangesloten op een juiste vorm (bloem) x
Syntactisch model: kijken naar de grammaticale structuur die werken als duidelijke metaforische identificators/kentekens
o Er is sprake van een metafoor wanneer het werkwoord ‘is’ als een copula wordt gebruikt Bv. Een vrouw is een roos = metafoor Bv. Een vrouw is als een roos т metafoor, maar vergelijking! o Het syntactisch model impliceert dat we verschuiven van één betekenis van de metafoor naar een andere betekenis, van metaphor-as-substitution naar metaphoras-copula
x Combinatiemodel: metafoor als combinatie Verschuiven naar een syntagmatische relatie (de contiguïteit (= onafgebroken verbinding tussen 2/meer zaken) van woorden naar elkaar) o Oudere versie: interactie tussen focus en frame van de metafoor, waardoor een nieuwe betekenis ontstaat. Verschuiven naar een tijdelijke cognitieve wetenschap en pragmatische linguïstiek o Het combinatiemodel heeft zowel semantische, syntactische en pragmatische implicaties Op semantisch vlak negeert het de mythe van semantische correspondentie tussen een teken en een referent & het onderscheid tussen de literaire en het figuurlijke Op syntactisch vlak wordt de identiteit van een metafoor meer diffuus, en verschijnen metaforen in een bredere range van situaties Op pragmatisch vlak verschuift het combinatiemodel de focus van linguïstische structuur naar de psychologische functie; van tekens en referenten naar publiek; van tekst naar lezer. Ze impliceren alternatieve interpretaties, ze brengen alternatieve betekenissen Een metafoor is zowel een facet van de taal en een dimensie van de cognitie. Elk model:
x Komt uit een andere context x Is ingebed in een andere cultuur x Bediend andere doelen Semantisch model – filosofie, retoriek en literair criticisme Syntactisch model – linguïstiek Combinatiemodel – cognitieve psychologie Æ Het combinatiemodel heeft implicaties voor politiek. Politieke onderwerpen kunnen aangrenzen / aangegrensd worden met termen van andere domeinen. Dit illustreert de meer algemene dynamiek van het metaforische interactiemodel. Dit creëert nieuwe metaforische combinaties die verschillende families van betekenissen indexeren. Hoe herkennen we een metafoor als we er een zien?
Metaforen worden gedefineerd door nieuwheid, abnormaalheid van verbale collocatie. x Algemeen gebruikte metaforen, waar de geassocieerde termen relatief frequent samen verschijnen. (bv. evenwicht van macht, Koude Oorlog)
x Ghost metaforen: weggelaten, impliciete metaforen, een van de onafhankelijke termen is verdwenen en de genealogische oorsprong van de andere verloren gaan in de geschiedenis. Bijvoorbeeld 'vorm'. Ze zijn geaccepteerd en worden niet langer beschouwd als metaforen
x Dode metaforen: zo geaccepteerd dat we er ons niet van bewust zijn dat het metaforen waren
x Nieuwe metaforen combineren vreemde elementen op onverwachte manieren, en creëren verrassing, misschien zelfs shock. o makkelijk te herkennen, moeilijk te begrijpen Metaforische politieke bronnen Verschillende metaforische bronnen voor politieke doelwitten verschillen in belangrijkheid. Sommige basis metaforische categorieën zijn universeel. Er bestaat een diepe metaforische structuur, een generatieve metaforische grammatica, die rust op de gemeenschappelijke menselijke ervaring van belichaming. Ons lichaam zorgt voor een wereldwijde wortelmetafoor, een fundamenteel bronschema voor veel van onze verhoudingen tot de wereld en een belangrijke basis voor gedeelde intersubjectieve betekenis. x
x x x
Ons lichaam als een globale metafoor: een groot deel van de hedendaagse politieke discours o Man/vrouw o Lichaamsbeweging o Sport metaforen o Familie metaforen: connectie o Ziekte: crisissituaties en extreme ideologie Drama metaforen Natuurlijke omgeving Technologische metaforen
Verschillende culturen gebruiken andere metaforen. Sommige metaforen zijn acceptabel, taboe, sterk of zwak in verschillende culturen. Metaforen helpen culturen hun collectieve identiteiten te configureren. Types van politieke culturen die andere metaforische bronnen hebben (Gannon): x x x x x x x
Authority ranking cultures (Japanse tuin) Equality matching cultures (Duitse symfonie) Market pricing cultures (Amerikaans football) Cleft national cultures (Nigeriaanse markt) Torn national cultures (Russisch ballet) Same metafors, different meanings (Spaanse / Portugese stierenvechten) Beyond national borders (Chinese familie)
De analyse van metaforen geeft ons relevante informatie over de kenmerken van bepaalde culturen en over de aard van de politieke gebeurtenissen en economische omstandigheden van bepaalde samenlevingen. Enkele metaforische bronnen voor politieke doelwitten: Er zijn oneindig veel bronnen en combinaties x
Politiek als: o Alledaagse leven o Familie o Natuur o Ramp o Geweld o Spel o Spektakel o Cultivatie o Lichaam o Ziekte o Dood
Metaforische politieke agents Er zijn verschillende ‘agents’. Politieke leiders en volgers zijn metaforische ‘agents’. De kracht om naam is de macht om te identificeren en te differentiëren (wat is hetzelfde en wat is het anders). De kracht om naam is het vermogen om te bepalen waar de grenzen beginnen en eindigen, wat de vorm en textuur is. Metaforen spelen een belangrijke rol in het uittekenen van politieke identiteiten. Metaforen karakteriseren politiek actors. De metaforische profielen zijn onderdeel van een grotere politieke strategie. Het metaforische gebruik van visuele beelden: campagne reclame Politieke leiders zoeken voor de meest gepaste metaforen om hun positie bij te staan. Metaforische naamgeving is een voorbeeld van de manier waarop metaforen alternatieve schema's activeren om het publiek te overtuigen. Politici gebruiken metaforen: x x x x x x x
Als instrumenten van persuasieve communicatie Om kloven te overbruggen Om identificatie te bouwen tussen vreemden Om kwesties in te kaderen Om politieke coalities te maken, te onderhouden en op te lossen Om stemmen te genereren Om verkiezingen te winnen