me nse nkennis
Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen
Getting started
Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started 6 Toetsoverzicht 8 Competentieprofiel 10 Het competentiegericht ontwerp 10
Competentiegericht opleiden De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. De opleidingsplannen zijn landelijk vastgesteld voor de verschillende opleidingen. Hiermee zijn de eindtermen van de opleidingen gespecificeerd. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk en educatief karakter. Hiermee ontstaat meer transparantie en duidelijkheid voor zowel deelnemer als opleider.
Opleiden in de praktijk De BIG-opleidingen vinden voor een groot deel plaats in de praktijk. Het competentiegericht onderwijs zorgt ervoor dat de deelnemer in het praktijkonderwijs wordt getoetst op competenties zoals psychologisch handelen, communicatie en samenwerking. De deelnemer heeft een actieve rol in het leerproces, is zelf verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling tijdens de opleiding en wordt daarbij geholpen door concrete feedback van beroepsgenoten.
Feedback In aanvulling op het opleidingsplan is een landelijk toetsboek ontwikkeld waarin praktijktoetsen en evaluatie-instrumenten zijn opgenomen. De deelnemer laat in verschillende kenmerkende beroepssituaties (KBS) vorderingen zien. Met de feedback worden accenten gelegd op de persoonlijke leerdoelen. De resultaten, zoals de 3600 feedback, worden door de deelnemer verzameld in het portfolio.
Direct aan de slag! Deze folder is ter ondersteuning van het toetsboek en dient als leidraad voor deelnemers, praktijkopleiders, werkbegeleiders, supervisoren en docenten. Hiermee kunt u direct aan de slag. 3
Doel van praktijktoetsen De praktijktoetsen zijn bedoeld om de deelnemer inzicht te geven in de persoonlijke competentieontwikkeling, dus om zicht te krijgen op dat wat goed gaat en dat waarin verdere ontwikkeling nodig is. De meeste praktijktoetsen zijn dan ook ontwikkelingsgericht van aard waarbij oefenen en feedback ontvangen centraal staan. Op een aantal momenten in de BIG-opleiding wordt er selectief beoordeeld. Hiervoor maakt de praktijkopleider onder andere gebruik van de voortgangsrapportages en het portfolio van de deelnemer.
Portfolio Het portfolio geeft sturing aan het leerproces. Het is een verzameling van informatiebronnen en ontwikkelingsgerichte feedbackformulieren op grond waarvan de voortgang van de deelnemer wordt beoordeeld. Het portfolio is bedoeld om de opleiding voor de deelnemer en de (praktijk)opleider te structureren, om de deelnemer aan te zetten tot zelfreflectie en actief leren, en om de voortgang te volgen en zo nodig bij te sturen. De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van het portfolio.
Wijze van evalueren en beoordelen Evalueren Bij een ontwikkelingsgerichte toets geeft de praktijkopleider, werkbegeleider, supervisor of docent feedback op het functioneren van de deelnemer. Dit gebeurt aan de hand van vaststaande criteria, die per toetsinstrument zijn opgenomen. De feedbackinstructies en –criteria staan in het toetsboek. Het toetsboek is samen met de instructies en feedbackformulieren online te vinden op RINO Portal. De praktijkbegeleiders evalueren het functioneren ten opzichte van het vereiste eindniveau van de opleiding. De feedback aan de deelnemer dient dusdanig concreet te zijn, dat het voor hem of haar duidelijk is wat nodig is om zich verder te ontwikkelen. Wanneer bijvoorbeeld een competentie van de deelnemer geëvalueerd wordt als onder het vereiste eindniveau, dan geeft de opleider praktische tips en handvatten waarmee de deelnemer zich tot het vereiste eindniveau kan ontwikkelen. In de praktijk vinden voortgangsgesprekken plaats tussen deelnemer en praktijkopleider. Het doel hiervan is dat zij gezamenlijk reflecteren over de voortgang van de deelnemer. 4
Beoordelen Naast de ontwikkelingsgerichte toetsen zijn er momenten in de opleiding waarop selectief wordt beoordeeld. Jaarlijks vindt een geschiktheidsbeoordeling plaats, waarbij de praktijkopleider een expliciet oordeel over het functioneren van de deelnemer geeft in termen van voldoende/onvoldoende. Naast de geschiktheidsbeoordelingen maken formele kennis- en vaardighedentoetsen in het cursorisch onderwijs de selectieve toetsing compleet.
Rollen Deelnemer De deelnemer is verantwoordelijk voor de opbouw van het eigen portfolio. Bij de start van de opleiding maakt de deelnemer in samenspraak met de praktijkopleider een planning van de praktijktoetsen. Hierbij worden het individueel opleidingsplan (IOP) en het cursorisch programma bekeken. De planning van de praktijktoetsen wordt hierop afgestemd.
Praktijkopleider De praktijkopleider monitort het leerproces, geeft feedback en beoordeelt bij het selectieve toetsmoment.
Werkbegeleider en supervisor De rol van de werkbegeleiders en supervisoren bestaat uit het voorbereiden van de deelnemer op de praktijktoetsen en het geven van feedback op de ontwikkelingsgerichte praktijktoetsen. 5
Getting started
1 De deelnemer maakt een planning van de ontwikkelingsgerichte toetsen in samenspraak met praktijkopleider en bespreekt met praktijkopleider wie feedback geeft.
2 e deelnemer initieert een D toets(moment) en informeert de betrokken begeleiders / collega’s.
3 De deelnemer logt in via RINO Portal en verstuurt het digitale feedbackformulier.
6
4 De opleider / begeleider geeft competentiegerichte feedback via het digitaal formulier.
5 e deelnemer verzamelt resultaten D en vult hiermee het online portfolio.
6 e deelnemer en praktijkopleider bespreken D de resultaten die uitmonden in leerdoelen en aandachtspunten.
7
Toetsoverzicht Kenmerkende Beroepssituaties (KBS) Kenmerkende beroepssituaties zijn situaties waarmee een beroepsbeoefenaar regelmatig te maken heeft en die van de beroepsbeoefenaar handelingen vragen die kenmerkend zijn voor het beroep. De KBS-toets is een observatie van handelen in de dagelijkse praktijk van de deelnemer. De feedback wordt gegeven door de praktijkopleider, supervisor of werkbegeleider. Ook overlegsituaties, teamoverleg en cliënten-/multidisciplinaire besprekingen kunnen hiermee worden getoetst. De KBS-toets wordt voor- en nabesproken en er worden leerpunten geformuleerd. De toets is ontwikkelingsgericht. Doorgaans zijn de praktijktoetsen vooraf in te plannen. Voor een aantal KBS-toetsen geldt dit niet. Deze toetsen kunnen retrospectief geëvalueerd worden aan de hand van een reflectieverslag of bijvoorbeeld een nabespreking van een crisissituatie.
3600 feedback De 3600 feedback is een instrument waarbij aan betrokkenen op de werkplek wordt gevraagd om het functioneren van de deelnemer met behulp van een feedbackformulier te evalueren. Onderwerpen als ‘professioneel gedrag’ en ‘samenwerking’ worden hiermee in kaart gebracht. Door de verschillende percepties van de collega’s te combineren wordt een breder beeld verkregen van het functioneren van de deelnemer. De toets is ontwikkelingsgericht.
Toetsing cursorisch onderwijs In het cursorisch onderwijs wordt op verschillende manieren getoetst of de deelnemer de kennis en vaardigheden beheerst die voorwaardelijk zijn om adequaat te kunnen handelen. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een kennistoets of casusuitwerking. Deze toetsing is ontwikkelingsgericht of selectief en is per curriculum uitgewerkt in het opleidingsprogramma.
8
Referaat In een referaat verzorgt de deelnemer een mondelinge presentatie over een klinisch relevant onderwerp, onderbouwd met wetenschappelijke literatuur en van kritische reflectie voorzien.
Geschiktheidsbeoordeling: praktijk en overall Geschiktheidsbeoordeling ‘praktijk’ Hier geeft de praktijkopleider een expliciet oordeel over het functioneren van de deelnemer in termen van voldoende/onvoldoende. De praktijkopleider beoordeelt aan de hand van een competentiescore, het portfolio, feedbackformulieren (waaronder de KBS-toetsen), evaluatieverslagen en de zelfreflectie. Geschiktheidsbeoordeling ‘overall’ Hier geeft de examencommissie een algemeen oordeel over het algehele functioneren van de deelnemer aan de hand van de geschiktheidsbeoordeling van de praktijkopleider en de resultaten van het cursorisch onderwijs. Deze selectieve beoordelingen vinden tussentijds en aan het einde van de opleiding plaats.
9
Competentieprofiel Het competentieprofiel bestaat uit zeven competentiegebieden, die aangeven wat verwacht mag worden van een volleerde gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog. De competentiegebieden zijn: • Psychologisch/psychotherapeutisch handelen • Communicatie • Samenwerking • Kennis en wetenschap • Maatschappelijk handelen • Organisatie • Professionaliteit Het volledige competentieprofiel met definities, algemene en specifieke indicatoren vindt u in de bijlage van deze folder en online op RINO Portal. Deze bijlage is opleidingsspecifiek.
Het competentiegericht ontwerp In het figuur rechts is zichtbaar hoe alle onderdelen uit het toetsboek samenvallen, en een sluitend geheel vormen voor onderwijs. In het programma van het cursorisch onderwijs leest de deelnemer op welke kenmerkende beroepssituaties een onderdeel voorbereidt, welke competenties hierbij centraal staan en welke kennis en vaardigheden aan bod komen. Hiermee krijgt de deelnemer de handvatten aangeboden om te oefenen in de praktijk. In het praktijkonderwijs wordt met name ingezoomd op de kenmerkende beroepssituaties en de geoperationaliseerde competenties. Je neemt de ervaringen van het oefenen in de praktijk mee naar het cursorisch onderwijs. Zo vormt het competentiegerichte ontwerp van de opleiding een sluitend geheel en versterken cursorisch onderwijs en praktijkonderwijs elkaar.
Meer informatie Kijk voor meer informatie over competenties, toetsen en het competentieprofiel op www.rinoportal.nl of op de informatiepagina voor BIG-begeleiders www.rinoportal.nl/bigbegeleiders 10
Eindtermen
Theoretische opleiding
Thema’s
Praktijkopleiding
Cursorisch onderwijs
Themakaarten
Werkervaring
• Modules • Kennis • Vaardigheden • Opdrachten • Feedback
• Kenmerkende beroepssituaties • Geoperationaliseerde competenties
• Competenties • IOP/Portfolio • Kenmerkende beroepssituaties
• Vereiste kennis
• Praktijktoetsen
• Kritische vaardigheden
• Feedbackinstrumenten
11
Bezoekadres St. Jacobsstraat 12-14 3511 BS Utrecht
CGO0715
Postadres Postbus 347 3500 AH Utrecht t (030) 230 84 50 E
[email protected] I www.rinogroep.nl
Illustraties en vormgeving: www.cunerajoosten.nl