vívohub™ instructies WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Overzicht van het toestel Het vívohub toestel is een draadloze ANT naar Wi‑Fi bridge die ontwikkeld is voor ondersteuning van Garmin wellnessproducten. Het vívohub toestel gebruikt het draadloze ANT protocol om automatisch compatibele activiteiten-trackers te detecteren en daar verbinding mee te maken. Gebruikersgegevens worden automatisch via een draadloze verbinding geüpload naar Garmin Connected Services. Gebruikersgegevens kunnen worden bekeken op Garmin Connect™ of via uw wellness-partner (indien van toepassing). Het vívohub toestel wordt als draadloze client geïnstalleerd op een bestaand draadloos netwerk. ®
®
®
Type voeding
4,7 tot 6,4 Volt USB (stroom maximaal 500 mA) Ethernet-naar-USB converter bij gebruik van POE-switchpoort (Power over Ethernet) (indien gewenst)
Wi‑Fi radioprotocol
Compatibel met IEEE 802.11 b/g/n Maximale gegevenssnelheid van 11 Mbps
Wi‑Fi RF-uitvoer (normaal)
interne eindversterker van 9 dBm
ANT frequentieband
2,4 GHz ISM (van 2,40000 tot 2,4835 GHz) ANT protocol voor draadloze communicatie
Maximale ANT overdrachtssnelheid
20 Kbps
Bedrijfstemperatuurbereik
Van -10° tot 50°C (van 14° tot 122°F) (alleen binnenshuis)
Afmetingen
B × H × D: 6,7 x 4,0 x 1,5 mm (2,7 x 1,6 x 0,7 inch)
Beveiliging
WPA-PSK en WPA2-PSK (TKIP/AES)
Het toestel installeren en onderhouden Hoe wordt het toestel bewaakt? • Bewaak het toestel met Garmin Connected Services. OPMERKING: Bewaking via SNMP wordt niet ondersteund. • Kijk naar de statuslampjes om te bepalen of het toestel is ingeschakeld en wat de verbindingsstatus van het toestel is (Statuslampjes).
Hoe wordt het toestel geconfigureerd? Met het vívohub configuratieprogramma stelt u de connectiviteit voor Garmin Connected Services in en configureert u het toestel voor aanmelding bij een draadloos netwerk. 1 Download en installeer het vívohub configuratieprogramma op uw computer (Netwerkinstellingen configureren). OPMERKING: Het configuratieprogramma wordt alleen ondersteund op Windows besturingssystemen. 2 Sluit het toestel met een mini-USB-connector aan op uw computer. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm om het toestel te configureren. ®
À Á Â
Rood lampje Groen lampje
Hoe wordt het toestel bijgewerkt?
Micro-USB-poort
De Garmin vívohub firmwarelader wordt gebruikt om het toestel bij te werken wanneer er een firmware-update beschikbaar is (Firmware bijwerken en de firmwareversie controleren).
Statuslampjes Lampje Status
Beschrijving
Groen
Dubbel knipperend (normale bedrijfsmodus)
Het toestel ontvangt stroom.
Uit
Het toestel ontvangt geen stroom.
Uit (normale bedrijfsmodus)
Het toestel is aangemeld bij een bestaand draadloos netwerk en kan worden gesynchroniseerd met compatibele activiteiten-trackers.
Constant brandend
Het toestel wordt geïnitialiseerd.
Snel knipperend
Het toestel zoekt een netwerkverbinding.
Rood
Hoe communiceert het toestel en wat kunt u doen om zeker te zijn van connectiviteit?
vívohub specificaties Netwerkconnectiviteit
Alleen Wi‑Fi draadloze technologie (geen modellen met RJ-45)
Type USB-connector
USB 2.0 Micro-B
April 2015
Het toestel zendt gegevens met behulp van HTTPS via poort 443 naar Garmin Connected Services. Garmin Connected Services zet de communicatie met vívohub toestellen niet in gang. Het toestel synchroniseert bovendien de tijd met uw geselecteerde netwerk-tijdserver met behulp van SNTP (Simple Network Time Protocol) via UDP (User Datagram Protocol) op poort 123. U dient tijdens de configuratie de hostnaam of het IPadres van de SNTP-tijdserver op te geven, anders functioneert het toestel niet. Ga voor meer informatie naar Netwerkinstellingen. 1 Geef het vívohub toestel toegang tot internet. 2 Maak zo nodig een uitzondering voor de firewall, hotspot of internetproxy zodat het toestel kan communiceren met Garmin Connected Services en uw geselecteerde tijdserver. U moet een uitzondering maken gcsgateway.garmin.com:443 (TCP, Transmission Control Protocol) om communicatie met Garmin Connected Services mogelijk te maken. Als een externe SNTP-tijdserver wordt gebruikt, maakt u een uitzondering voor toegang tot de geselecteerde tijdserver met UDP op poort 123.
Gedrukt in Taiwan
190-01735-55_0B
Waar moet het toestel worden geïnstalleerd? De positie van het toestel is afhankelijk van het aantal gebruikte toestellen, de grootte van uw locatie, de verplaatsings- en locatiepatronen van medewerkers en de frequentie van gegevensverzameling. Lees voor meer informatie Aandachtspunten bij installatie. • Installeer de toestellen in gemeenschappelijke ruimten. TIP: Op bepaalde locaties kunt u een toestel in één gemeenschappelijke gang installeren. Op andere locaties dient u meerdere toestellen te installeren om aan de behoeften van de medewerkers te voldoen. • Installeer elk toestel aan een wand of plafond. OPMERKING: Elke vorm van materiaal tussen het toestel en compatibele activiteiten-trackers verlaagt de prestaties van de radiozender. En bepaalde materialen, zoals metaal, veroorzaken interferentie. • Als het toestel in het plafond of in een kast is geïnstalleerd, dient u de synchronisatieprestaties te testen met een compatibele activiteiten-tracker. • Controleer of elk toestel zich in een goed werkende zone van uw draadloze netwerk bevindt.
vívohub toestelondersteuning Als het toestel wordt gebruikt in het kader van partnership met een wellness-provider, dan neemt u contact op met deze provider voor ondersteuning. In andere gevallen gaat u naar www.garmin.com/wellness/vivohub.
Aan de slag Als u het toestel voor de eerste keer gebruikt, voert u de volgende taken uit om het toestel in te stellen en vertrouwd te raken met de basisfuncties. 1 Werk het toestel bij (Firmware bijwerken en de firmwareversie controleren). 2 Configureer het toestel (Netwerkinstellingen configureren). 3 Sluit het toestel aan op een externe voedingsbron (Het toestel aansluiten op een externe voedingsbron). 4 Maak verbinding met een bestaand draadloos netwerk (Verbinding maken met een bestaand draadloos netwerk). 5 Installeer het toestel met gebruik van de meegeleverde zelfklevende strip (Aandachtspunten bij installatie). Haal gegevens op van compatibele activiteiten-trackers in uw 6 netwerk en test het uploadproces.
Firmware bijwerken en de firmwareversie controleren OPMERKING: U kunt slechts één vívohub hulpprogramma tegelijk openen wanneer het toestel is verbonden met de computer. 1 Download en installeer de vívohub firmwarelader die door Garmin of uw wellness-partner is verschaft. Er wordt automatisch een map met de naam vívohub firmware bundles gemaakt in de map Documents\Garmin. 2 Download het vívohub firmwarepakket dat door Garmin of uw wellness-partner is verschaft. 3 Kopieer het bestand vívohub firmware bundle.zip naar de map vívohub firmware bundles (maar pak het niet uit). OPMERKING: U mag het .zip-bestand niet uitpakken. 4 Start de Garmin vívohub firmwarelader-toepassing. 5 Selecteer het firmwarepakket in het menu. 6 Sluit het toestel met een mini-USB-connector aan op uw computer. 7 Selecteer Open. De firmwareversie wordt weergegeven in de toepassing. 2
8 Selecteer Programmeer om het toestel te programmeren
met het nieuwe firmwarepakket. 9 Selecteer Sluit om de toepassing te sluiten.
Netwerkinstellingen configureren Voordat het toestel kan worden aangemeld bij een bestaand draadloos netwerk en kan verbinden met Garmin Connected Services, dient u de netwerkinstellingen te configureren met het configuratieprogramma. Vraag uw netwerkbeheerder om de instellingen voor uw netwerk. 1 Download, installeer en start het vívohub configuratieprogramma dat wordt verschaft door Garmin. 2 Sluit het toestel met een mini-USB-connector aan op een computer. 3 Voer de netwerkinstellingen in. 4 Selecteer Configureer om de instellingen te laden op uw toestel.
Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen worden opgeslagen in het niet-vluchtige flashgeheugen op het toestel. OAuth Consumer-code: De tekenreeks die de wellness-partner identificeert die het API-aanvraag indient. Deze waarde wordt geladen via het OAuth-bestand dat door Garmin of de wellness-partner wordt verschaft. Standaard is deze waarde leeg. OAuth Consumer-geheim: De tekenreeks die wordt gebruikt om API-aanvragen te ondertekenen. Deze waarde wordt geladen via het OAuth-bestand dat door Garmin of de wellness-partner wordt verschaft. Standaard is deze waarde leeg. SSID: De uit 31 tekens bestaande ASCII-naam die het draadloze netwerk identificeert waarbij het toestel zich probeert aan te melden. De SSID (Service Set Identifier) dient uit minimaal 8 en maximaal 31 tekens te bestaan. Standaard is deze waarde leeg. Type beveiliging: Het beveiligingstype dat wordt gebruikt om verbinding te maken met een versleuteld netwerk. Tot de opties behoren WPA-PSK/WPA2-PSK of 'geen'. De standaardwaarde is 'geen'. Wachtwoord: De netwerkbeveiligingssleutel die toegang geeft tot een draadloos netwerk. Dit kan een wachtwoord zijn als de beveiliging is ingesteld op WPA-PSK/WPA2-PSK. Het WPA-PSK-wachtwoord dient uit minimaal 8 en maximaal 63 tekens te bestaan. Standaard is deze waarde leeg. Tijdzoneverschil: Het aantal minuten tussen de geselecteerde tijdzone en UTC (Coordinated Universal Time). De standaardwaarde is 0. CST (Central Standard Time) in Chicago loopt bijvoorbeeld zes uur achter op UTC. Voor CST is de Tijdzoneverschil -360 (60 x -6). CET (Central European Time) in Duitsland loopt 1 uur voor op UTC. Voor CET is de Tijdzoneverschil 60 (60 x 1). Zomertijdmodus: Gebruik de instellingen voor zomertijdmodus om het type zomertijd in uw regio op te geven. De standaardwaarde is Uitgeschakeld. • De optie Uitgeschakeld geeft aan dat er geen zomertijd wordt gebruikt in uw regio. • De optie Per dag geeft aan dat de zomertijd in uw regio op een bepaalde dag van de week begint en eindigt. Dus bijvoorbeeld wanneer de zomertijd begint op de tweede zondag in april en eindigt op de eerste zondag in oktober. • De optie Per datum geeft aan dat de zomertijd in uw regio op een bepaalde datum begint en eindigt. Dus bijvoorbeeld wanneer de zomertijd begint op 2 april en eindigt op 2 oktober.
vívohub instructies
Zomertijd - eerste dag: De dag van de week waarop de zomertijd ingaat. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per dag. Zomertijd - weeknummer eerste dag: De week van de Zomertijd - eerste maand waarin de zomertijd ingaat. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per dag. Zomertijd - laatste dag: De dag van de week waarop de zomertijd eindigt. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per dag. Zomertijd - weeknummer laatste dag: De week van de Zomertijd - laatste maand waarin de zomertijd eindigt. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per dag. Zomertijd - eerste dag in maand: De datum van de Zomertijd eerste maand waarin de zomertijd ingaat. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per datum. Zomertijd - laatste dag in maand: De datum in de Zomertijd laatste maand waarop de zomertijd eindigt. Wordt alleen gebruikt wanneer de waarde voor Zomertijdmodus is ingesteld op Per datum. Zomertijd - eerste maand: De maand waarin de zomertijd begint. Zomertijd - laatste maand: De maand waarin de zomertijd eindigt. Zomertijd - begintijd in dag: Het tijdstip waarop de zomertijd begint, aangegeven in een 24-uursklok. U dient bijvoorbeeld 02:00 in te voeren voor een begintijd van 2:00 uur 's nachts. Zomertijd - eindtijd in dag: Het tijdstip waarop de zomertijd eindigt, aangegeven in een 24-uursklok. U dient bijvoorbeeld 23:00 in te voeren voor een eindtijd van 11:00 uur 's avonds. Zomertijdafwijking: Het aantal minuten waarmee de klok voorof achteruit wordt gezet als de zomertijd ingaat. Typ bijvoorbeeld 60 als de klok 1 uur vooruitgaat als de zomertijd begint. Typ bijvoorbeeld -60 als de klok 1 uur achteruitgaat als de zomertijd begint. DHCP: De DHCP-instelling (Dynamic Host Configuration Protocol) geeft aan of het toestel probeert een adres te verkrijgen van een DHCP-server wanneer het zich aanmeldt bij het netwerk of dat een statische IP-configuratie wordt gebruikt. Als deze instelling uitgeschakeld is, wordt de IPconfiguratie gedefinieerd door de instellingen voor Statische IP, Subnetmasker, DNS-server-IP en Gateway-IP. De standaardwaarde is 'waar'. Statische IP: Het IP-adres dat door het toestel wordt gebruikt als DHCP is uitgeschakeld. Dit adres wordt niet gebruikt als DHCP is ingeschakeld. De standaardwaarde is 0.0.0.0. Gateway-IP: Het gateway-IP-adres dat wordt gebruikt als DHCP is uitgeschakeld. Dit adres wordt niet gebruikt als DHCP is ingeschakeld. De standaardwaarde is 0.0.0.0. Subnetmasker: Het subnetmasker dat wordt gebruikt als DHCP is uitgeschakeld. Dit adres wordt niet gebruikt als DHCP is ingeschakeld. De standaardwaarde is 255.255.255.0. DNS-server-IP: De DNS-server (Domain Name System) die moet worden gebruikt als DHCP onwaar is. De standaardwaarde is 0.0.0.0. Aangepaste NTP-tijdserver: De hostnaam of het IP-adres van de externe of interne SNTP-tijdserver die wordt gebruikt. Dit veld is vereist. De server wordt benaderd via UDP op poort 123. Als u een externe server gebruikt, dient u de juiste firewall-uitzonderingen op te geven om toegang mogelijk te maken. De zomertijdmodus Per dag instellen - voorbeeld U kunt deze voorbeeldnetwerkinstellingen gebruiken als de zomertijd in uw regio op een bepaalde dag van de week begint vívohub instructies
en eindigt. Stel bijvoorbeeld dat de klok een uur vooruitgaat en de zomertijd begint om 02:00 uur op de tweede zondag in maart en eindigt om 02:00 uur op de eerste zondag in november. • Selecteer de optie Per dag als de waarde voor Zomertijdmodus. • Selecteer Sunday als de waarde bij Zomertijd - eerste dag. • Selecteer second als de waarde bij Zomertijd weeknummer eerste dag. • Selecteer Sunday als de waarde bij Zomertijd - laatste dag. • Selecteer first als de waarde bij Zomertijd - weeknummer laatste dag. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - eerste dag in maand. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - laatste dag in maand. • Selecteer March als de waarde bij Zomertijd - eerste maand. • Selecteer November als de waarde bij Zomertijd - laatste maand. • Typ 02:00 als de waarde bij Zomertijd - begintijd in dag. • Typ 02:00 als de waarde bij Zomertijd - eindtijd in dag. • Typ 60 als de waarde bij Zomertijdafwijking.. De zomertijdmodus Per datum instellen -voorbeeld U kunt deze voorbeeldnetwerkinstellingen gebruiken als de zomertijd in uw regio op een bepaalde datum begint en eindigt. Stel bijvoorbeeld dat de klok een uur vooruit gaat en de zomertijd begint om 02:00 uur op 30 maart en dat de zomertijd eindigt om 03:00 uur op 26 oktober. • Selecteer de optie Per datum als de waarde bij Zomertijdmodus. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - eerste dag. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - weeknummer eerste dag. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - laatste dag. • Selecteer geen waarde bij Zomertijd - weeknummer laatste dag. • Selecteer 30 als de waarde bij Zomertijd - eerste dag in maand. • Selecteer 26 als de waarde bij Zomertijd - laatste dag in maand. • Selecteer March als de waarde bij Zomertijd - eerste maand. • Selecteer October als de waarde bij Zomertijd - laatste maand. • Typ 02:00 als de waarde bij Zomertijd - begintijd in dag. • Typ 03:00 als de waarde bij Zomertijd - eindtijd in dag. • Typ 60 als de waarde bij Zomertijdafwijking.
OAuth-waarden laden Het vívohub configuratieprogramma laadt de vereiste OAuthwaarden uit een gecodeerd bestand. Garmin genereert het gecodeerde bestand en verschaft het aan de vívohub beheerder. 1 Download en installeer het vívohub configuratieprogramma. 2 Selecteer Laad OAuth. 3 Selecteer het .enc-bestand dat is verschaft door Garmin. De OAuth-aanmeldgegevens worden ingevuld in het configuratieprogramma.
Het toestel aansluiten op een externe voedingsbron 1 Sluit de micro-USB-connector aan op de micro-USB-poort op het toestel.
3
2 Sluit de USB-connector aan op een netadapter of USB-hub. OPMERKING: Zie vívohub specificaties voor voedingsvereisten. 3 Sluit de netadapter aan op een standaard stopcontact. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld.
Verbinding maken met een bestaand draadloos netwerk 1 Netwerkinstellingen configureren (Netwerkinstellingen
configureren). 2 Sluit het toestel aan op een externe voedingsbron. 3 Wacht tot het rode statuslampje niet meer brandt en het groene statuslampje herhaaldelijk dubbel knippert. Het toestel maakt verbinding met een bestaand draadloos netwerk en is gereed om gegevens te ontvangen van compatibele activiteiten-trackers.
Gegevens draadloos ontvangen Het toestel ontvangt gegevens van compatibele activiteitentrackers via energiezuinige ANT draadloze technologie. Het toestel zoekt de periodieke bakens van de activiteiten-trackers binnen het bereik (10 m). Dit zijn unieke bakens die verschillen van andere draadloze toestellen in de buurt. Wanneer een compatibele activiteiten-tracker wordt gedetecteerd, brengt het toestel een verbinding tot stand en downloadt het de bijgewerkt tijd- en instellingsgegevens naar de activiteiten-tracker. Het toestel uploadt activiteitbestanden van de activiteiten-tracker en brengt deze via een draadloos netwerk over naar Garmin Connected Services. Het toestel verbreekt de verbinding met de activiteiten-tracker wanneer de gegevensoverdracht is voltooid. Het zoeken naar andere compatibele activiteiten-trackers wordt dan hervat.
bijvoorbeeld op een T-splitsing die gebruikers vanuit drie richtingen benaderen.
Synchronisatietijden De synchronisatietijden zijn afhankelijk van de afstand tussen de gebruiker en het toestel en van de hoeveelheid tijd die is verstreken sinds de vorige synchronisatie met het toestel. OPMERKING: De synchronisatietijden zijn afhankelijk van het type activiteiten-tracker. Hieronder ziet u de gemiddelde synchronisatietijden voor het vívokí™ toestel. Verstreken tijd sinds de laatste synchronisatie
Gemiddelde synchronisatietijd
1 dag
3 seconden
3 dagen
5 seconden
14 dagen
10 seconden
28 dagen
20 seconden
Problemen oplossen Het toestel herstellen 1 Koppel de mini-USB-connector los van het toestel. Het toestel wordt uitgeschakeld. 2 Sluit de mini-USB-connector weer aan op het toestel. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld.
De statuslampjes gebruiken om problemen op te lossen De statuslampjes kunnen u helpen problemen op te lossen. Lampje Status
Mogelijk probleem
Groen
Uit
Het toestel ontvangt geen stroom.
Rood
Snel knipperend
Het toestel kan het geconfigureerde draadloze netwerk niet vinden. Het toestel heeft niet de goede SSID of het juiste wachtwoord voor het geconfigureerde draadloze netwerk. Het toestel kan het DHCP-proces niet voltooien (indien geconfigureerd).
Constant brandend
Het toestel wordt geïnitialiseerd. Het toestel kan via het geconfigureerde draadloze netwerk geen toegang krijgen tot internet. Controleer of de juiste uitzonderingen zijn ingesteld (Hoe communiceert het toestel en wat kunt u doen om zeker te zijn van connectiviteit?). De OAuth-aanmeldgegevens van het toestel zijn niet geldig. OPMERKING: Als u het toestel niet hebt ontvangen van Garmin, dient u uw wellnesspartner te vragen of het toestel wellicht eerder is geregistreerd met gebruik van andere OAuthaanmeldgegevens. Er kan slechts één set OAuth-aanmeldgegevens tegelijkertijd voor een vívohub toestel worden geregistreerd. TIP: Controleer of u de meest recente firmware gebruikt. Vraag Garmin of uw wellness-partner om de meest recente versie van de firmware.
Aandachtspunten bij installatie Aantal benodigde vívohub toestellen Het aantal benodigde toestellen is afhankelijk van de lay-out van uw gebouw en van de vraag hoe vaak gebruikers verwachten activiteitgegevens te synchroniseren. Garmin raadt u aan één toestel te installeren voor elke 50 tot 100 gebruikers. Meerdere vívohub toestellen kunnen verbinding maken met hetzelfde draadloze netwerk.
Gebruikersverwachtingen Gebruikers die direct feedback verlangen, dienen te weten waar de vívohub toestellen zijn geïnstalleerd, zodat ze naar wens kunnen synchroniseren.
Plattegrond van het gebouw en gebruikersverkeer De toestellen dienen te worden geïnstalleerd op een locatie waar gebruikers minstens één keer per dag langslopen. Garmin raadt u aan op een plattegrond van het gebouw de mogelijke installatielocaties te markeren waar gebruikers regelmatig langslopen. Als gebruikers vaak langere tijd niet op hun werkplek zitten, dienen de toestellen te worden geïnstalleerd in bijvoorbeeld kantines waar gebruikers langer dan 20 seconden blijven (Synchronisatietijden).
Synchronisatiebereik De installatie is het meest effectief wanneer de toestellen een duidelijke zichtlijn hebben naar gebruikers die erlangs lopen. De toestellen dienen binnen 10 m (30 ft.) van passerende gebruikers te worden geïnstalleerd, en wel op locaties waar gebruikers naar de toestellen toe lopen. Het synchronisatiebereik van compatibele activiteiten-trackers wordt beïnvloed door het lichaam van de gebruiker. TIP: U bereikt de beste resultaten als de toestellen worden geïnstalleerd op een plaats waar gebruikers binnen 5 meter (16 ft.) vanuit meerdere richtingen langslopen. Installeer het toestel 4
OPMERKING: De rode statuslampjes knipperen als volgt: Snel knipperend, gevolgd door rood brandend, gevolgd door de uitstatus. In dergelijke situaties geeft het brandende rode statuslampje aan dat het toestel is aangesloten op het draadloze netwerk en dat het DHCP-proces is uitgevoerd (indien geconfigureerd).
vívohub instructies
Garmin , het Garmin logo en ANT zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Garmin Connect™, vívohub™ en vívokí™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. ®
®
Wi‑Fi is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars. ®
®
© 2014–2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
www.garmin.com/support