Radio 4 presenteert...
derde concert B-serie 48e seizoen • 13 december 2008 14.15 uur
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Nationaal Kinderkoor
B
Markus Stenz dirigent James Wood koordirigent Rozemarijn Kalis dirigent Nationaal Kinderkoor
Roland Hermann spreker Lani Poulson mezzosopraan Daniel Kirch tenor, evangelist Oliver Zwarg bas-bariton Mauricio Kagel 1931-2008
Sankt-Bach-Passion (1985)
geen pauze · einde concert ca. 16.00 uur na afloop van het concert zijn de buffetten open
Hans Schellevis repetitor Jan Panis versterking spreekstem Gratis openbaar vervoer binnen Amsterdam Het Concertgebouw is een voor Nederland unieke verbintenis aangegaan met het GVB, het Gemeentelijk Vervoersbedrijf. Thans is uw entreebewijs voor een concert in het Concertgebouw tevens
geldig als vervoersbewijs voor alle door het GVB aangeboden openbaar vervoersdiensten in Amsterdam (tram, bus, metro). Voor concerten die overdag plaatsvinden, zoals de ZaterdagMatinee, geldt deze nieuwe regeling vanaf drie uur vóór tot vier uur ná aanvangstijd.
Korting voor abonnementhouders Graag wijzen wij er op dat u, als u een abonnement heeft op een van de series van de ZaterdagMatinee, voor concerten in de andere series kaarten met korting kunt kopen.
Mauricio Kagel 1931-2008
2
3
Op 18 september jongstleden overleed Mauricio Kagel op 76-jarige leeftijd. Kagel zou zelf zijn Sankt-Bach-Passion komen dirigeren, een gebeurtenis waar reikhalzend naar werd uitgekeken door pers en publiek, maar ook door het team van de ZaterdagMatinee en het Muziekcentrum van de Omroep. Kagels uitspraak “An Bach glauben alle” werd zelfs de ‘slogan’ voor het thema van dit Matineeseizoen: Bach en de nieuwe muziek. De ZaterdagMatinee had een speciale band met Kagel. Nog op 16 december 2006 werd Kagels Mitternachtstück für Stimmen und Instrumente über vier Fragmente aus dem Tagebuch von Robert Schumann in de Matinee uitgevoerd door solisten, de Radio Kamer Filharmonie en Cappella Amsterdam o.l.v. Arild Remmereit. Markus Stenz zal vandaag Kagels partituur tot klinken brengen. Dit concert wordt ter Kagels nagedachtenis opgedragen.
Voor dit concert worden opnamen gemaakt voor het digitale themakanaal Cultura en www.bachleeft.nl. Wij hopen dat u ons wilt excuseren voor enig mogelijk ongerief als gevolg van de aanwezigheid van camera’s en belichting. Zie ook pag. 36.
eeuwengeleden zijn stempel drukte op de klassieke muziekgeschiedenis en die tot op de dag van vandaag generaties musici blijft inspireren. Kagel laat zich hier van zijn meest gevoelige kant zien: als een kunstenaar met historisch besef die de traditie koestert en de betreffende muziek in perspectief plaatst. Hooguit drijft hij de spot met de overdreven Bachverering, die uitgerekend in het Bachjaar 1985 een voorlopig hoogtepunt bereikte.
Ein’ feste Burg ist unser Bach
4
derde concert B-serie 48e seizoen • 13 december 2008 14.15 uur
Hoe goed kennen wij Mauricio Kagel? De dit najaar overleden componist had in de laatste twee decennia van zijn leven een warme band met Nederland, waardoor muziekliefhebbers in de concertzaal of via de radio naar talrijke werken van hem hebben kunnen luisteren. Kagel stond – en staat nog steeds – vooral bekend als een vrijbuiter die graag heilige huisjes omverschopte. Hij was inderdaad een meester in het ontregelen van het concertritueel en wist steeds opnieuw muziektheatrale middelen in te zetten om luisteraars en uitvoerenden een weinig vleiende spiegel voor te houden. Maar dit is maar één kant van het verhaal. Naast zijn aanleg voor ironie en sarcasme was Kagel ook een belezen mens met een brede culturele belangstelling, die er geregeld in slaagde ernstige thema’s op de muzikale agenda te zetten. Hij zocht bewust aansluiting bij de Europese culturele traditie, met name die van zijn tweede vaderland Duitsland, maar leverde daar tegelijkertijd scherp commentaar op.
In zijn omvangrijke oeuvre zijn legio voorbeelden van deze kritische benadering te vinden. Om er maar drie te noemen: in 1962 ging Kagel de confrontatie aan met de eeuwenoude orgeltraditie door in Improvisation ajoutée een prominente rol aan de registranten en daardoor aan de veranderingen in klankkleur te geven. Tien jaar later nam hij in Exotica onze fascinatie voor de niet-westerse muziek op de korrel. Hij liet daarbij westerse musici een groot aantal exotische instrumenten bespelen waar ze niet mee vertrouwd waren, met alle gevolgen van dien. Ook Zwei-Mann-Orchester uit 1973 bevatte een boodschap en een waarschuwing ineen. Kagel droeg deze compositie voor twee een-man-orkesten op “aan een instelling die op het punt van uitsterven staat: het orkest”. Zo zou je lang kunnen doorgaan. Niet voor niets omschreef de musicoloog Wieland Reich Kagels muziek als “klinkende duiding van de geschiedenis”. Beide facetten van Kagels esthetiek komen bijeen in de Sankt-BachPassion, het grootschalige werk voor
Alternatieve Bach-biografie vocale solisten, koor en orkest dat de Duits-Argentijnse componist van joodse afkomst in 1985 voltooide. In eerste instantie overheerst het gevoel dat Kagel opnieuw als een iconoclast te werk gaat. Sommigen zullen zijn provocerende invalshoek zelfs als onnodig grievend ervaren. Niet zozeer omdat Kagel in de titel het roomskatholieke predicaat aan een lutherse componist bij uitstek lijkt te willen verlenen, maar vooral omdat in de loop van het ruim anderhalf uur durende oratorium Bach de plaats van de gekruisigde Jezus Christus lijkt in te nemen. Was Kagel werkelijk uit op blasfemie? Het antwoord is een krachtig ‘nee’. De Sankt-Bach-Passion vormt een oprecht en uiterst verfijnd eerbetoon aan de componist die bijna drie
In zijn jarenlange dialoog met de muziekgeschiedenis heeft Mauricio Kagel zich vaker op één specifieke componist gericht. Onder meer Beethoven, Brahms en Stravinsky moesten eraan geloven, in respectievelijk Ludwig van (film, 1970), Variationen ohne Fuge (orkestwerk, 1972) en Fürst Igor, Strawinsky (voor basstem en instrumenten, 1982). In de meeste gevallen bleef de teller op één steken. Eén componist daarentegen kon zich verheugen in Kagels blijvende belangstelling: Johann Sebastian Bach. Recitativarie voor een zingende klaveciniste uit 1972 en Chorbuch voor vocaal ensemble en toetsintrumenten uit 1978, allebei gebaseerd op Bach-koralen, gelden achteraf als voorstudies voor de Sankt-Bach-Passion, die in omvang en complexiteit alle bovengenoemde werken ruimschoots overtreft.
5
6
Bach met de lijdende Christus. Toch bestaat er een wezenlijk verschil: als de musicus in 1750 aan de gevolgen van een mislukte oogoperatie overlijdt, is het echt afgelopen. Het abrupte einde van de compositie wijst erop dat een gewone mens heengegaan is, zonder dat er sprake kan zijn van wederopstanding, hemelvaart of aflossing van onze zonden.
7
Symboliek Kagel leidde de grote vorm direct af van Bachs Matthäus-Passion. Talloze details verbinden zijn compositie met Bachs ‘grote Passie’, van de aanwezigheid van een kinderkoor tot de koraaltekst ‘O Haupt voll Blut und Wunden’ die Bachs laatste maanden inleidt. Hoewel de muziek zelf uitgesproken hedendaags klinkt, herkent de luisteraar direct het stramien van de Matthäus, met een afwisseling van koralen, koorfragmenten, bewogen recitatieven en ‘aria’s’ door de bariton en de mezzosopraan. Het zal geen toeval zijn dat Bachs biografie al reciterend verteld wordt door een tenor. Afwijkend is wel de rol van Bach zelf, die zich uitsluitend als spreekstem manifesteert. Ook op het gebied van de symboliek treedt Kagel in de voetsporen van zijn grote voorganger. Als de tenor zijn relaas inzet met de woorden ‘Johann Sebastian Bach’, klinkt op het derde woord de notenopeenvolging bes-a-c-b, ofwel B-A-C-H. Deze vier
Mauricio Kagel
Frank van Rossum
Sinds 1975 speelde Kagel met het idee om een groot compositieproject aan de figuur van Bach te wijden. Toen hij in 1979 een opdracht van de Berliner Festwoche kreeg, was het onderwerp snel gekozen. Zoals gebruikelijk bereidde Kagel zich grondig voor. Hij dook in de oude en moderne literatuur over Bach en werkte drie jaar lang aan de schetsen voordat hij daadwerkelijk met het componeren begon. Voor het libretto baseerde hij zich op historische documenten zoals brieven, koraalteksten, officiële akten en vooral de necrologie van Bach die zijn zoon Carl Philip Emanuel samen met Johann Friedrich Agricola vanaf 1751 vervaardigde. Het libretto van de Sankt-Bach-Passion leest als een alternatieve biografie van Bach, gelardeerd met passages waarin de Bach-liefhebbers hun haast religieuze bewondering voor de Thomas-Cantor bezingen. In deze fragmentarische weergave van Bachs levensloop wisselen privézaken en beroepsmatige ontwikkelingen elkaar af. Kagel ruimt veel plaats in voor de beproevingen die de vrome componist in de loop der jaren heeft moeten doorstaan: starre werkgevers die geen oog hadden voor zijn genie, de vele kinderen die op jonge leeftijd kwamen te overlijden, leerlingen die weinig muzikaliteit aan de dag legden. Al deze tegenslagen rechtvaardigen in Kagels ogen de identificatie van
8
noten vormen ook de grondslag voor moet zingen. Aan dergelijke grappen de harmonische organisatie van de zal niemand aanstoot nemen. Bij hele compositie. Op basis van Bachs andere ingrepen ligt het gevoeliger. muzikale handtekening heeft Kagel Vooral de luchtige manier waarop duizenden notencombinaties naast Kagel met geloofszaken omgaat, elkaar gelegd, die op hun beurt alzal sommigen tegen het zere been lerlei (atonale) akkoorden hebben opzijn. Zelfs het belangrijkste lutherse geleverd. Hoewel deze verwantschap kerklied is daarbij niet veilig. Kagel voor de gewone luisteraar onhoorverandert de titel tot ‘Ein’ feste Burg baar blijft, is die voor Kagel van groot ist unser Bach’. belang. Dat gaat ver, Een verzeker in com“Kagel laat zich zien als een kunste gelijkbare binatie met vorm van het gezucht, naarmet historisch besef die de notengefluister en symboliek andere bijtraditiekoestert en de betreffende treedt op zondere vowanneer cale techniemuziek in perspectief plaatst. de mezzo ken waar de sopraan de koralen bol Hooguit drijft hij de spot met de voornamen van staan. van Bachs Zo ver zelfs, overdrevenBachverering.” kinderen dat sommige zingend voorleest. Op de naam ‘DoroDuitse concertgangers de grootste thea’ bijvoorbeeld klinken de noten moeite hadden met Kagels eigenwijd-e-a, afgeleid van de eerste medeklinze aanpak. Tijdens een uitvoering van ker en de laatste twee klinkers. Deze de Sankt-Bach-Passion in de Philharmoopsomming mondt uit in een koraal nie van Keulen in 1986 begon de zaal waarin al deze kinderen ‘Bach onze al na enkele minuten leeg te lopen, Vader’ bedanken dat hij ze verwekt blijkt uit een recensie in de Kölner heeft. Stadt-Anzeiger. Bijna twintig jaar Typisch kageliaanse humor komt ook later was weinig veranderd. Een onvoor tegen het eind, wanneer Bach line verslag in het Leipzig-Almanach zich beklaagt over het lage niveau vermeldt dat toeschouwers van het van zijn leerlingen in Leipzig. Op dat Gewandhaus tijdens een uitvoering moment laten de blazers ‘verkeerde’ van Kagels passie-oratorium in 2005 schommelingen horen, terwijl kort een officieus record ‘Aus-dem-Kondaarna het kinderkoor ‘onzuiver’ zert-Stürmen’ hebben gevestigd.
‘In Bach geloven ze allemaal’ Kagels eigen verhouding tot het geloof helpt om zijn aanpak in perspectief te plaatsen. De componist vatte zijn religieuze opvattingen in 1974 samen tijdens een gesprek met musicoloog Frans van Rossum: “Ik ben eigenlijk pantheist en ik wil even oprecht componeren als mijn ‘gelaagd’ geloof dat vereist. Ik zal nooit liturgische muziek ten gebruike van een bepaalde kerk componeren, maar wel religieuze muziek die de theologie akoestisch analyseert en activeert.” De Sankt-Bach-Passion, een reflectie op de muziek-theologische monumenten van Bach, past bij Kagels ruime interpretatie van het begrip ‘religieuze muziek’. Overigens niet specifiek vanwege de titel, die vooral verwijst naar de gewoonte in Kagels geboorteland Argentinië en in andere rooms-katholieke landen om de heiligenstatus van de betreffende evangelist te onderstrepen. Zo klonk tijdens het afgelopen Holland Festival de Pasión segun San Marcos van een andere joods-Argentijnse componist, Osvaldo Golijov. (Kagel zei wel vlak voor de eerste uitvoering van zijn eigen passie dat hij ernaar gestreefd had, de figuur van Bach “met de aura van een heilige te besmetten”, maar deze beeldspraak lijkt vooral op zijn libretto van toepassing.) Dat Kagel in zijn eigen pantheon een bevoorrechte plek aan Bach geeft, staat als een paal boven water. De
opdracht van de Sankt-Bach-Passion kan in eerste instantie nog dubbelzinnig overkomen: “IHM allerunterthänigst in tiefster Devotion verfertiget und zum Andenken gewidmet”, staat vooraan in de partituur. Maar de identiteit van ‘HEM’ wordt wel duidelijk aan de hand van het essay dat Kagel onder de titel “An Gott zweifeln – an Bach glauben” in datzelfde Bach-jaar 1985 schreef. Hij gaat hierbij in op de enorme invloed die Bach op componisten van allerlei stromingen heeft gehad, van de romantiek tot de twaalftoonsmuziek en van het neoclassicisme tot jazz en rock. Hij vermeldt er nog bij dat hij op het eerste schetsblad van zijn passie de volgende opmerking had genoteerd: “Het kan zijn dat niet alle musici in God geloven; in Bach geloven ze allemaal.” De Sankt-Bach-Passion is Kagels ultieme geloofsbelijdenis. Michel Khalifa
9
2
Sankt-Bach-Passion
10
Koraal: Für deinen Thron tret‘ ich hiemit mezzosopraan, bariton, koor Für deinen Thron tret’ ich hiemit, Bach, und dich demütig bitt: Dein genädig Angesicht Von mir blutarmen Sünder, nicht!
tekstboek
3
1 koor oa e a ia aoa e a ia aoa e a ia a o an eaian bach (o)n(a)n (e)n(a)n (ia)n (o)n(a)n
koor Abba, lieber Vater Bach Lieber Vater! bariton Abba! Wohl mir, daß ich dies Zeugnis habe,
bariton Dir, Dir, Sebastian, will ich singen, Denn, wo ist ein solcher Bach wie du? Dir will ich meine Lieder bringen, Ach! gib mir deines Gestes Kraft darzu, Verleih mir, Höchster, solche Güte, So wird gewiß mein Singen recht getan; Und so hebt dein Gesit mein Herz zu dir empor, Daß ich dir Psalmen sing’ im höh’ren Chor
bariton So bin ich voller Trost und Freudigkeit.
bariton, koor Abba, Vater Bach io e a io a e a ia
koor Ich bitt’! Ich bitt’! Nicht zu versagen Vater, Abba Abba bariton Und so hebt dein Geist mein Herz zu dir empor. Lob dir! itzt und in Ewigkeit.
tenor en koor Johann Sebastian Bach, gehöret zu einem Geschlechts, welchem Liebe und Geschicklichkeit zur Musick, gleichsam als ein allgemeines Geschenck, für alle seine Mitglieder, von der Natur mitgetheilet zu seyn scheinen. So viel ist gewiß, daß von Veit Bachen, dem Stammvater dieses Geschlechts, an, alle seine Nachkommen, nun schon bis ins siebende Glied, der Musik ergeben gewesen, auch alle, nur etwan ein Paar davon ausgenommen, Profession davon gemacht haben. Dieser Veit Bach war im sechzehnten Jahrhunderte, wegen der Religion aus Ungarn vertrieben worden, und hatte sich nachher in Thüringen niedergelassen. Unter vielen vom Bachischen Geschlechte, welche sich in der praktischen Musik, auch in der Verfertigung neuer Instrumente hervor gethan haben, sind sonderlich folgende, wegen ihrer Composition merkwürdig: Heinrich Bach, ein im Jahr 1692 verstorbener Organist in Arnstadt und dessen beyde Söhne: Johann Christoph, Hof- und Stadtorganist in Eisenach,
welcher 1703 verstorben, und Johann Michael, Organist und Stadtschreiber in Gehren, Johann Sebastians erster Schwiergervater: Johann Ludewig Bach Herzoglicher Meynungischer Capellmeister und Johann Bernhard Bach, Kammermusikus und Organist in Eisenach, welcher 1749 in die Ewig keit gegangen ist.
4 Koraal: Ach wie flüchtig, ach wie nichtig! koor Ach wie flüchtig, ach wie nichtig! Alles, alles, was wir sehen, Das muß fallen und vergehen. Wer Gott furcht‘, bleibt ewig steh-...!
5 tenor Kehren wir zur unserm Johann Sebastian zurück. Er wurde im Jahre 1685 am 21. März, in Eisenach gebohren. Seine Eltern waren: Johann Ambrosius Bach, Hof- und Stadtmusikus daselbst; und Elisabeth, gebohrne Lemmerhirtin, eines Rathsverwandten in Erfurth Tochter. Koraal: Das neugeborne Kindelein mezzosopraan, koor E e e e e e s bringt Das das das das rechte Ju ju ju ju Jubeljahr, Was trauern denn immerdar? Frisch auf! jetzt ist es Singenszeit, Er wird alles Leid wenden. geruisloos omslaan s.v.p.
11
6
12
mezzosopraan, kinderkoor Zwingt die Saiten in Cythara Und laßt die süße Musica Ganz freudenreich erschallen, Daß ich möge mit Sebastian, Dem wunderschönen Bräutgam mein, In steter Liebe wallen! Dafür: singet, springet, jubilieret, Dankt dem Herren! Auch mir gedämpften, schwachen Stimmen: Dankt dem Herren!
7 Koraal: Meine Seel erhebt den Herrn koor, kinderkoor Er lasse uns sein Antlitz leuchten, Geb uns [s]eine göttliche Musik.
8 tenor, kinderkoor Johann Sebastian war noch nicht zehen Jahr alt, als er sich, seiner Eltern durch den Tod beraubet sahe. Er begab sich nach Ohrdruff zu seinem ältesten Bruder Johann Christoph, Organisten daselbst, und legte unter desselben Anführung den Grund zum Clavierspielen. Die Lust unsers kleinen Johann Sebastians zur Musik, war schon in diesem zarten Alter ungemein. In kurtzer Zeit hatte er alle Stücke, die ihm sein Bruder freywillig zum Lernen aufgegeben hatte, völlig in die Faust gebracht. Ein Buch voll Clavierstücke, welches sein Bruder besaß, wurde ihm, alles
Bittens ohngeachtet, versaget. Sein Eifer immer weiter zu kommen, gab ihm folgenden unschuldigen Betrug ein. Das Buch lag in einem blos mit Gitterthüren verschlossenen Schrancke. Er holte es also, weil er mit seinen kleinen Händen durch das Gitter langen konnte, auf diese Art, des Nachts, wenn iedermann zu Bette war, heraus und schrieb es, weil er auch nicht einmal eines Lichtes mächtig war, bey Mondenscheine, ab. Nach sechs Monaten, war diese musicalische Beute glücklich in seinen Händen. Später, zu seinem größten Herzeleide, wurde sein Bruder dessen inne, und nahm ihm seine mit so vieler Mühe verfertigte Abschrift, ohne Barmherzigkeit, ab.
Grund zu der Ursache seines eigenen Todes geben müssen?
koor, kinderkoor Jo Jo Jo Jo Johann Sebastian Johann Sebastian Bach
10
tenor Ein Geiziger dem ein Schiff, auf dem Wege nach Peru, mit hundert tausend Thalern untergegangen ist, mag uns einen lebhaften Begriff, von unsers kleinen Johann Sebastians Betrübniß, über diesen seinen Verlust, geben. Er bekam das Buch nicht eher als nach seines Bruders Absterben, wieder. Aber hat nicht eben diese Begierde in der Musik weiter zu kommen, und eben der, an das gedachte Buch, gewandte Fleiß, zufälliger Weise vielleicht den ersten
9 Koraal: Bach, der uns selig macht bariton, koor [B]ach Daß wir dir stets untertan Der uns selig macht Deinen Tod und sein Ursach Kein Bös’ hat begangen. Dir Dankopfer schenken! bariton Bach, der uns selig macht, Kein Bös’ hat begangen, Der ward für uns in der Nacht Als ein Dieb gefangen, Und bestraft, verhöhnt, Wie denn die Schrift saget.
tenor Nachdem sein Bruder gestorben war, begab sich Johann Sebastian nach Lüneburg, auf das dasige MichaelsGymnasium. Dort wurde er, wegen seiner ungemein schönen Sopran stimme, wohl aufgenommen. kinderkoor Solange die edle Harmonie Noch Kinder schöner Stimmen zeiget, So wird sie alle Zeit Dein Lob und deinen Ruhm besingen.
tenor Einige Zeit hernach ließ sich einsmals, als er im Chore sang, wider sein Wissen und Willen, bey den Soprantönen, die er auszuführen hatte, auch zu gleicher Zeit die Octave tiefer mit hören. kinderkoor Schweigt! Schweigt! Ein Kleiner Ton tut Wunderwerke. Schweigt. Es klingt in mir Eine zarte Harmonie. tenor Diese ganz neue Art von einer Stimme behielt er acht Tage lang: binnen welcher Zeit er nicht anders als in Octaven singen und reden konnte. Hierauf verlohr er die Töne des Soprans, und zugleich seine schöne Stimme. kinderkoor Es klang in mir Eine zarte Harmonie.
11 Koraal: Den Vater dort oben koor Den Vater dort oben
12 mezzosopraan Johann, rücke deine Kehle In wohlgestimmte Falten! geruisloos omslaan s.v.p.
13
bariton Wenn der Ton zu mühsam klingt Und der Mund gebunden singt, So erweckt es keinen Scherz.
14
mezzosopraan Sobald dein Ton die Luft erfüllt, So hüpfen die Berge, so tanzet das Wild, So müssen sich die Zweige biegen. bariton Wer wie du die Kunst versteht, Seinen Ton unvergleichlich schön zu singen...
13 tenor Von Lüneburg aus reisete er zuweilen nach Hamburg, um den damals berühmten Organisten an der Catharinenkirche Johann Adam Reinken zu hören. Auch hatte er von hier aus Gelegenheit, sich durch öftere Anhörung einer damals berühmten Capelle, die mehrentheils aus Frantzosen bestand, im Frantzösischen Geschmacke fest zu setzen, welcher, in dasigen Landen, zu der Zeit was ganz Neues war.
14 tenor Im Jahre 1703 kam er nach Weymar, und wurde daselbst Hofmusikus. Das Jahr drauf erhielt er den Organistendienst an der neuen Kirche in Arnstadt. Hier zeigte er eingentlich
die ersten Früchte seines Fleisses in der Kunst des Orgelspielens, und in der Composition, welche er größtentheils nur durch das Betrachten der Wercke der damaligen berühmten und gründlichen Componisten und angewandtes eigenes Nachsinnen erlernet hatte. In Arnstadt bewog ihn einsmals (...) ein besonderer starker Trieb, (...) so viel von guten Organisten, (...) als ihm möglich war, (...) zu hören, (...) daß er, (...) und zwar zu Fusse, (...) eine Reise nach Lübek antrat, (...) um den dasigen berühmten Organisten an der Marienkirche (...) Diedrich Buxtehuden, (...) zu behorchen. Er hielt sich in Lübek nicht ohne Nutzen, fast ein vierteljahr auf, und kehrete alsdenn wieder nach Arnstadt zurück.
15 Koraal: In allen meinen Taten spreker, koor In allen meinen Taten Läßt du den Höchsten raten, Der alles kann und hat; Ich muß zu allen Dingen, Soll‘s anders wohl gelingen, Selbst geben Rat und Tat.
ganist in der Neuen Kirchen Bach vernommen, wo er unlängst so lange geweßen, und bey wem er deßen verlaub genommen? spreker Bin zu Lübeck geweßen, vm daselbst ein vnd anderes in meiner Kunst zu begreiffen, habe aber zu vorhrer von dem Herrn Superintendenten verlaubnüß gebethen. bariton Er hat nur auf vier Wochen solche gebethen, sey aber wohl vier mahl so lange außenblieben. spreker Hoffe (,) das orgelschlagen würde unterdeßen von deme, welchen ich hiezu bestellet, dergestalt seyn versehen worden, daß deßwegen keine Klage geführet werden können. bariton Wir halthen Ihm vor, daß er bißher in dem Koraal viele wunderliche variationes gemachet, ...
16
spreker Sie halten mir ... wunderliche variationes in dem Koraal vor...
tenor Urlaubsüberschreitung bei der Reise nach Lübeck. Nachlässigkeiten im Organistendienst. Am 21. Februar 1706 wird der Or-
tenor … uns viele frembde Thone mit eingemischet, daß die Gemeinde drüber confundiret worden.
koor ooooooooo! confundiret confundiret ooooooooo! mit eingemischt eingemischet ooooooooo! viele fremde fremde fremde ooooooooo! gemachet gemachet gemachet gemachet gemachet gemachet machet machet machet machet und gemacht gemacht ooooooooo! tenor, bariton Er habe ins künfftige wann er ja einen tonum peregrinum mit einbringen wolte, selbigen auch außzuhalthen, vnd nicht zu geschwinde auf etwas anders zu fallen, oder wie er bißher gehabt, gar einen Tonum contrarium zu spiehlen. tenor Außerdem sey gar befrembdlich, daß er bißher gar nichts musiciret worden, weiln mit den Schühlern er sicht nicht comportiren... spreker Künfftig jeden Durchgangston länger aushalten ... länger aushalten ... und nicht zu geschwind‘ wechseln ... keine Gegennoten ... und keine frembden Thone ... keine frembden ...
geruisloos omslaan s.v.p.
15
16
17
19
mezzosopraan Den 17. Oktober 1707, ist der Ehrenveste Herr Johann Sebastian Bach, ein lediger gesell und Organist zu Sankt Blasiiin Mühlhausen, mit der tugend samen Jungfer Marien Barberen Bachin, des Herrn Johann Michael Bachens, Organisten in Gehren Seelig nachgelaßenen jüngsten Jungfer Tochter, alhier in unserem Gottes Hause, auff Gnädiger Herschafft Vergünsti gung, copuliret worden. Die Accidentien wurden uns geschenket.
tenor Die mit der Stelle in Weymar verbundenen Verrichtungen, bestunden damals hauptsächlich darinn, daß er Kirchenstücke componiren, und sie aufführen mußte.
mezzosopraan, koor iooooooaaaaaaa sebastian bach sebastiannnnn joooooohannnnn copuliret
18 tenor Mühlhausen konnte das Vergnügen nicht haben, Bach lange zu behalten. Denn eine im folgende Jahre nach Weymar gethane Reise, und die daselbst gehabte Gelegenheit, sich vor dem damaligen Herzoge hören zu lassen, machte, daß man ihm die Kammer- und Hoforganistenstelle in Weymar antrug, von welcher er auch so gleich Besitz nahm. Das Wohlgefallen seiner gnädigen Herrschaft an seinem Spielen, feuerte ihn an, alles mögliche in der Kunst die Orgel zu handhaben, zu versuchen.
Koraal: Herzliebster Johann, was hast du verbrochen mezzosopraan, tenor, bariton, koor, kinderkoor Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe! Der gute Hirte leidet für die Schafe, Die Schuld bezahlt der Herre, der Gerechte, Für deine Knechte was hast Du verbrochen. Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe! Die Schuld bezahlt der Herre, der Gerechte, Der gute Hirte leidet für die Schafe.
20 spreker Magnifice, Hoch und WohlEdle, Hoch und Wohlgelahrte, Hoch und Wohlweise Herrn, Hochgeneigte Patroni und Herrn. ... verharre lebenslang ... Dero dienstgehorsamster Johann Sebastian Bach. Hochedler. Hochgeehrtester Herr ...; In der Hoffnung baldigen glücklichen Erfolges... Dero ergebenster Diener Johann Sebastian Bach. Weimar,
den 14. Januar 1714. Hochedler, Vest- und Hochgelahrter. Insonders hochgeEhrtester Herr ... erkenne mit gehorsahmen Danck, und versichere daß ich mir gröste Freude machen werde mich lebenslang zu nennen Euer HochEdlen gehorsamer Diener Johann Sebastian Bach. Concertmeister. Dem AllerDurchlauchtigsten, Großmächtigsten Fürsten und Herrn, Herrn Friedrich Augusto, König in Pohlen, Groß-Hertzog in Lithauen, zu Reußen, Preußen, Mazovien, Samogitien, Kiovien, Volhinien, Podolien, Podlachien, Lieffland, Smolenzkien, Severien und Zschernicovien etc. etc. Hertzog zu Sachsen, Jülich, Cleve und Berg, auch Engern und Westphalen; Des Heiligen Röm; Reichs Ertz-Marschalln und ChurFürsten, LandGraffen in Thüringen, MargGrafen zu Meißen, auch Ober- und NiederLau sitz, Burg-Grafen zu Magdeburg, Gefürsteten Grafen zu Henneberg, Graffen zu der Marck, Ravensberg und Barby, Herrn zu Ravenstein etc. koor O Herr, gib uns allzeit dein Wort!
spreker ... Vor solche allerhöchste Königliche Gnade werde lebenslang beharren Euer Königlichen Majestät und ChurFürstlichen Durchlaucht allerunterthänigstgehorsamster Johannes Sebastian Bach. Leipzig, den 14. September 1725. koor O Herr, dein Wort. spreker Solche gnädigste Gewehrung meines demüthigsten Bittens wird mich zu unendlicher Verehrung verbinden und ich offerire mich in schuldigsten Gehorsam, iedesmahl auf Euer Königlichen Hoheit gnädigstes Verlangen, in Componirung der Kirchen Musique sowohl als zum Orchestre meinen unermüdeten Fleiß zu erweisen, und meine ganzen Kräffte zu Dero Dienste zu widmen, in unauffhörlicher Treue verharrend Euer Königlichen Hoheit gehorsamer... gantz gehorsamer... gehorsamster... gehorsamst-ergebenster... gehorsamster Diener... votre très dédié serviteur... gantz gehorsamst-ergebenster Diener... gantz ergebener treüer, willigster Diener... unterthänig-gehorsamster... aller unterthänigst allergehorsamster... gantz gehorsamster Knecht... gantz gehorsamster und verbundenster Knecht... unterthänigst-gehorsamster Knecht: Johann Sebastian Bach.
17
21
18
Koraal: Ein feste Burg ist unser Bach koor Wort das Wort das Wort Sie sollen lassen stahn, Lassen stahn, Und kein Dank kein Dank Und kein Dank und und kein Dank dazu haben. Er ist Er Er ist bei uns Er is wohl auf dem Plan Er ist ... Mit mit seinem seinem Geist und Gaben Gaben Geist und Gaben. Nehmen sie uns den Leib, Kind und Weib, Laß fahren dahin, Sie habens kein‘ Gewinn; Das Reich das das Reich muß uns doch muß uns doch uns bleiben.
22 tenor Das 1717. Jahr gab dem bereits berühmten Bach eine neue Gelegenheit noch mehr Ehre einzulegen. Der in Franckreich berühmte Clavierspieler und Organist Marchand hatte sich vor dem Könige in Dreßden mit so besonderm Beyfalle hören lassen, daß ihm Königliche Dienste mit einer starken Besoldung angeboten wurden. Der damahlige Concertmeister in Dreßden, Volumier, schrieb an Bachen und lud ihn ein, ohne Verzug von Weymar nach Dreßden zu kom-
men, um mit dem hochmüthigen Marchand einen musikalischen Wettstreit zu wagen. Bach nahm diese Einladung willig an. Volumier empfing ihn mit Freuden, und verschaffete ihm Gelegenheit seinen Gegner erst verborgen zu hören. Bach lud hierauf den Marchand durch ein höfliches Handschreiben, zum Wettstreite ein, in welchem er sich erbot, alles was ihm Marchand musikalisches aufgeben würde, aus dem Stegreife auszuführen. Gewiß, eine grosse Verwegenheit! Marchand bezeigte sich dazu sehr willig. Tag und Ort, wurde, nicht ohne Vorwissen des Königes, angesetzet. Bach fand sich zu bestimmter Zeit auf dem Kampfplatze in dem Hause eines vornehmen Ministers ein, wo eine grosse Gesellschaft vom hohen Range, beyderley Geschlechts, versammelt war. Marchand ließ lange auf sich warten. Endlich schickte man jemand’ in Marchands Quartier, um ihn zu erinnern, daß es nun Zeit sey, sich als einen Mann zu erweisen. Man erfuhr aber, zur größten Verwunderung, das Monsieur Marchand an eben demselben Tage, in aller Frühe, abgereiset sey:
Der du bist drei Du bist drei Eeeeeeeeeee In Einigkeit
und mußte die erworbene Ehre, als die einzige Belohnung meiner Bemü hungen mit mir nach Hause nehmen.
tenor Bach, nunmehr allein Meister des Kampfplatzes, hatte folglich Gelegenheit genug, die Stärcke, mit welcher er bewafnet war, zu zeigen. Er that es auch, zur Verwunderung aller Anwesenden.
Koraal: 0 Mensch, bewein dein Sünde groß mezzosopraan, bariton, koor O Mensch, O Mensch, O Mensch, O Mensch, O Mensch, O Mensch, O bewein Mensch, bewein Bewein o Mensch Bewein dein Sünde, Bewein dein Sünde groß O Mensch, bewein Groß o Mensch, O Mensch O Mensch O Mensch Dein Dein Dein Sünd‘ Groß groß groß groß Bewein, o Mensch.
Koraal: Der du bist drei in Einigkeit koor Eeeeeeeeeee Der du bist Der du bist drei Eeeeeeeeeeeeeeee
spreker Sonderbahres Schiksal! Der König von Dreßden hatte für mich ein Geschenk von 500 Thalern bestimmet: allein durch die Untreue eines Bedienten wurde ich drum gebracht,
koor ooooh !aaaaaaaa ooooh !aaaaaaaa ooooh !aaaaaaaa ooooh !aaaaaaaa ooooh !aaaaaaaa ooooooooooooh! tenor, bariton, koor Zerreißet, zersprenget, zertrümmert die Gruft, Die unserm Wüten Grenze gibt! Durchbrechet die Luft, Daß selber die Sonne zur Finsternis werde, Durchschneidet die Fluten, durchwühlet die Erde, Daß sich der Himmel selbst betrübt!
23
24 tenor Staatsarchiv Weimar, Dokument 8995, folio 78 verso (Reinschrift): bariton Am 6. November 1717 ist der bisherige Concert-Meister und Hof-Organist in Weymar, Bach, wegen seiner Halßstarrigen Bezeugung und zu erzwingenden dimission auf der Land-
19
20
Richter-Stube arrêtiret und endlich den 2. December darauf mit angezeigter Ungnade, Ihme die Entlassung aus den Diensten des Herzogs durch den HofSecretär Theodor Benedikt Bormann angedeütet, und zugleich des arrests befreyet worden.
25 Koraal: O Traurigkeit, o Herzeleid mezzosopraan, koor Ooooooo! O Trau ... O Traurigkeit, O Herzeleid Ooooooo!
26 mezzosopraan, spreker (afwisselend) Catharina Dorothea: Siebzehnhundertacht, Wilhelm Friedemann: Siebzehnhundertzehn, Johann Christoph und Marie Sophie, Zwillinge: Siebzehnhundert dreizehn, Carl Philipp Emanuel: Siebzehnhundertvierzehn, Johann Gottfried Bernhard: Siebzehnhundertfünfzehn, Leopold Augustus: Siebzehnhundertachtzehn spreker Nach meiner Rückkunft von einer Reise, mit meinem Fürsten nach dem Carlsbade, im Jahre 1720, wiederfuhr mir in Cöthen der empfindli-
che Schmerz, meine Frau todt und begraben zu finden; ohngeachtet ich sie bey der Abreise gesund und frisch verlassen hatte. mezzosopraan Doch ein Jahr später, am 3. December 1721, ebenso in Cöthen, ist Herr Johann Sebastian Bach mit der Jungfer Anna Magdalena Wülckelns, auf Fürstlichen Befehl in Hause copuliret worden. spreker, mezzosopraan (afwisselend) Siebzehnhundertdreiund zwanzig: Christiane Sophie Henrietta, Siebzehnhundertvierund zwanzig: Gottfried Heinrich, Siebzehnhundertfünfund zwanzig: Christian Gottlieb, Siebzehnhundertsechsundzwanzig: Elisabeth Juliane Friederica, Siebzehnhundertsiebenundzwanzig: Ernestus Andreas, Siebzehnhundertachtund zwanzig: Regina Johanne, Siebzehnhundertneunundzwanzig: Christiane Benedicta Siebzehnhunderteinunddreißig: Christiane Dorothea,
Siebzehnhundertzweiunddreißig: Johann Christoph Friedrich, Siebzehnhundertdreiunddreißig: Johann August Abraham, Siebzehnhundertfünfunddreißig: Johann Christian, Siebzehnhundertsiebenunddreißig: Johanne Caroline, und Siebzehnhundertzweiundvierzig: Regina Susanna.
27 Koraal: Das walt’ unser Vater Bach kinderkoor Das walt’ unser Vater Bach Unser Vater und Heilger Geist, Der uns erschaffen hat, Uns Leib und Seele gegeben, In Mutterleib das Leben, Gesund ohne allen Schad.
28 tenor Die Stadt Leipzig erwählte Bach im Jahre 1723, zu ihren Musikdirector und Cantor an der Thomasschule. Er folgte diesem Rufe; obgleich er seinen gnädigen Fürsten von Cöthen ungern verließ, bei dem er das Amt des Capellmeisters fast 6 Jahr’ lang verwaltet hatte.
spreker ... Comme je remarquai alors, que Votre Alteße Royalle prennoit quelque plaisir aux petits talents que le Ciel m’a donnés pour la Musique, j’ai donc pris la liberté de rendre mes tres-humbles devoirs par les presents Six Concerts de Brandenbourg; La priant de ne vouloir pas juger leur imperfection, mais de tirer plutot en benigne Consideration, le profond respect, & la tres-humble obéissance que je tache à Lui temoigner par là. (mit französischer Aussprache:) Jean Sébastien Back. tenor Anordnung des GottesDienstes in Leipzig am 1. Advent 1723, Sontag frühe. tenor, bariton, koor Erstens: Praeludieret. Zweitens: Motetta. Drittens: Praeludieret auf das Kyrie, so gantz musiciret wird. Viertens: Intoniret vor dem Altar. koor Non sa Non sa che sia dolore Dolore aaaaaaaaaaaaahl Non sa Chi dall’ amico suo parte e non more E non more aaaaaaah!
geruisloos omslaan s.v.p.
21
22
tenor, bariton Fünftens: Epistola verlesen. Sechstens: Wird die Litaney gesungen. Siebtens: Praeludieret auf den Koraal. Achtens: Evangelium verlesen. Neuntens: Praelu dieret auf die HauptMusic. Zehntens: Der Glaube gesungen. Elftens: Die Predigt. Nach der Predigt – Zwölftens – wie gewöhnlich einige Verse aus einem Liede gesungen. Dreizehn: Verba Institutionis. koor ...nis tutionis tu tio institutionis tu tionis tutionis tu... verba... insti... bariton Und Vierzehn: Praeludieret auf die Music. Nach selbiger wechselweise praeludieret und Choräle gesungen, biß die Communion zu Ende & sic porrò.
29 Koraal: Erhalt uns, Herr, bei deinem Wort mezzosopraan, tenor, bariton, koor Beweis dein Macht, Der du Herr bist; Beschirm dein arme Christenheit, Daß sie dich lob in Ewigkeit.
30 spreker Der Dienst in Leipzig ist bey weitem nicht so erklecklich als mann mir Ihn beschrieben, ein sehr theürer Orth und eine wunderliche und der Music
wenig ergebene Obrigkeit, so daß ich mithin fast in stetem Verdruß, Neid und Verfolgung leben muß. Von den qualitäten und musicalischen Wißenschafften der zur Kirchen Music bestellten Persohnen – vier StadtPfeifern, drei KunstGeigern und einem Gesellen – verbietet mir die Bescheidenheit etwas nach der Warheit zu erwehnen. Koraal: Du, o schönes Weltgebäude kinderkoor Komm, o Tod, du Schlafes Bruder, Komm und führe mich nur fort; Löse meines Schiffleins Ruder, Bringe mich an sichern Port! spreker O nein, nein. O nein. kinderkoor Es mag, wer da will, dich scheuen, Du kannst uns vielmehr erfreuen; Denn durch dich kommen wir herein Mmmmmmmmmmmmmmmmm spreker, kinderkoor (afwisselend) Hiernechst kan nicht unberühret bleiben, daß durch bißherige reception Drum danken wir so vieler untüchtigen und zur music sich gar nicht schickenden Knaben, Mit Herz und Mund, die Music nothwendig sich hat vergeringern und ins abnehmen gerathen
müßen. Denn es gar wohl zu begreiffen, daß ein Knabe, so gar nichts von Dir, Bach, der Music weiß, ja nicht ein mahl eine secundam im Halse formiren kan, auch kein musicalisch naturel haben könne; consequenter niemahln Für alle Güte, Treu und Gnad. zur Music zu gebrauchen sey. Von den itzigen alumnorum sind demnach 17 zu gebrauchende, 20 noch Drum danken dir. nicht zu gebrauchende, und 17 untüchtige.
31 tenor Im Jahre 1747 that er eine Reise nach Berlin, und hatte bey dieser Gelegenheit die Gnade, sich vor Seiner Majestät dem Könige von Preusen, in Potsdam hören zu lassen. Seine Majestät spielten ihm selbst ein Thema vor, welches Bach so gleich, zu Höchstderoselben besondern Vergnügen, auf dem Pianoforte ausführete. Hierauf verlangten Seine Majestät eine Komposition mit sechs obligaten Stimmen über ein selbst erwähltes Thema zu hören, welchen Befehl, Bach so gleich, zur Verwunderung des Königes, erfüllete.
32 Koraal: Die Nacht ist kommen koor Die Nacht ist kommen, Die Nacht ist kommen, Drin wir ruhen sollen, Wir sollennnnnnnnnnnn tenor Bachs von Natur etwas blödes Gesicht, wurde durch seinen unerhörten Eifer zunehmend geschwächet und brachte ihm, in seinen letzten Jahren, eine Augenkrankheit zu Wege. mezzosopraan, bariton, koor Gott walts zu Frommen, zu Frommen, Nach seinem Wohlgefallen, gefallen, tenor Erwolte sein Leiden, theils aus Begierde, Gott und seinem Nächsten ferner zu dienen, theils auf Anrathen einiger seiner Freunde, welche auf einen damals in Leipzig angelangten englischen Arzt, viel Vertrauen set zeten, durch eine Operation heben. mezzosopraan, tenor, bariton Daß wir uns legen, koor In seinem Gleit und Segen Der Ruh zu pflegen, pflegen. geruisloos omslaan s.v.p.
23
24
bariton »Leipziger Zeitung«,1. April 1750. Am verwichenen Sonnabend hat der Herr Okulist, Ritter John Taylor, auf dem Concertsaale öffentlich Vorlesung gehalten. Es ist ein erstaunlicher Zulauf von Leuten bey ihm, welche seine Hülfe suchen. Unter andern hat er dem Capellmeister Bach mit dem erwünschtesten Erfolge operiret, so daß er die völlige Schärfe seines Gesichts wieder bekommen hat; welches unschätzbare Glück diesen weltberühmten Componisten viel tausend Menschen von Herzen gönnen und dem Herrn Taylor nicht genug verdanken werden.
spreker Doch diese Operation, ungeachtet sie noch einmal wiederholet werden mußte, lief sehr schlecht ab. Ich konnte nicht nur mein Gesicht nicht wieder brauchen: sondern auch mein überaus gesunder Cörper; er wurde durch hinzugefügte schädliche Medicamente, und Nebendinge, gäntzlich ruiniret.
Koraal: O Haupt voll Blut und Wunden mezzosopraan, bariton, koor O Haupt voll Blut und Wunden, Voll Schmerz und Voller Hohn! Koraal: Es ist genug! tenor, koor (afwisselend) Wenige Wochen später, wurde er von einem Schlagflusse überfallen; Es ist Auf diesen erfolgte ein hitziges Fieber, an welchem er, Genug! am 28 Julius 1750, Es des Abends is ... nach einem Viertel auf 9 Uhr, … nug im sechs und sechzigsten Jahre seines Alters, besser... auf das Verdienst seines Erlösers ...
Uitvoerenden
derde concert B-serie 48e seizoen • 13 december 2008 14.15 uur
Philharmonisch Orkest en de orkesten van Boston, Chicago en Los Angeles. Hij trad op als operadirigent in La Scala, La Fenice, de Bayerische Staatsoper in München, Glyndebourne, en bij de festivals van Salzburg en Edinburgh.
Roland Hermann
Marcus Stenz
Catrin Moritz
Koraal: Gelobet seist du? koor Hallelujah! Dank in Ewigkeit! Das hat er uns getan. Hat alles getan. Hallelujah! Hallelujah! Das hat er uns getan. Kyrie eleis!
33
Markus Stenz Markus Stenz is Generalmusikdirektor van de stad Keulen, waarmee hij zowel muzikaal leider van de Opera van Keulen als chef-dirigent van het Gürzenich-Orchester is. Vanaf volgend seizoen is hij bovendien vaste gastdirigent van het Hallé Orchestra. Eerder had hij de leiding over het Montepulciano Festival, London Sinfonietta en het Melbourne Symphony Orchestra. Markus Stenz dirigeerde orkesten als het Gewandhausorchester, de Berliner Philharmoniker, het Orchestre de Paris, het Rotterdams
De Duitse bariton Roland Hermann was van 1968 tot 1999 aangesloten bij het Opernhaus Zürich. Hij zingt zowel de bekende klassieke rollen als grote karakterrollen in minder bekende opera’s uit de negentiende en twintigste eeuw. Hij zong wereldpremières van werken van onder anderen Wolfgang Fortner, Christóbal Halffter, Hans Werner Henze, Ernst Krˇenek en Hans Zender. Mauricio Kagel schreef vier werken voor hem. Daarnaast heeft Roland Hermann grote affiniteit met het werk van Schönberg en Orff. Als liedzanger richt hij zich op de volledige breedte van het repertoire. Bijzonder vruchtbaar was zijn samenwerking met pianist Geoffrey Parsons. Hermanns uitvoeringen werden opgenomen
25
26
27
Roland Hermann
voor zestig cd- en plaatuitgaven en zo’n honderd radio-uitzendingen. Roland Hermann doceert sinds 1989 aan de Staatliche Hochschule für Musik in Karlsruhe. Eerder in de Matinee: Wagner Götterdämmerung (1989).
Lani Poulson Lani Poulson, geboren in Utah, maakte vooral carrière in Europa. In het Brusselse Munttheater trad zij vele malen op, als Geschwitz in Lulu, Octavian in Der Rosenkavalier en Ramiro in La finta giardiniera. Bij de Semperoper in Dresden zong zij zes seizoenen lang de rollen van Sesto (La clemenza di Tito) en Octavian, in Stuttgart de rol van Moeder in Nono’s Al gran sole carico d’amore en bovendien de wereldpremières van Sciarrino’s Perseo ed Andromeda en Rolf Riehms Das Schweigen der Sirenen. Verder zong
Lani Poulson
Lani Poulson Charlotte in Zimmermanns Die Soldaten, Brigitta in Korngolds Die tote Stadt en de hoofdrol in Viviers Kopernikus in Amsterdam, de wereldpremière van Im Spiegel wohnen van Andreas Breitscheid in Stuttgart, Beethovens Negende symfonie in Berlijn, Sonjetka in Lady Macbeth van het district Mtsensk bij De Nederlandse Opera en in Parijs, Dvorˇáks Requiem in Leipzig, Beethovens Missa solemnis in Maastricht en Maagd in Elektra in Barcelona. Eerder in de Matinee: Van Vlijmen Monumentum (1998), Berlioz liederen & Grisey L’icône paradoxale (2003), Schönberg Die Jakobsleiter (2004), Schreker Der ferne Klang (2004).
Daniel Kirch De tenor Daniel Kirch studeerde acteren, zang, dans en directie in zijn geboortestad Keulen, onder
Daniel Kirch
andere bij Hans Sotin. De laatste seizoenen zong hij ondermeer bij de Deutsche Oper Berlin in Die Frau ohne Schatten onder Christian Tielemann, bij de Staatsoper Unter den Linden in Griselda onder René Jacobs, als Leander in Nielsens Maskerade tijdens de Bregenzer Festspiele (2005), als Belmonte in Die Entführung aus dem Serail bij de Wiener Staatsoper, Tamino in Die Zauberflöte in Toulouse en Max in Der Freischütz in Warschau. In de concertzaal was Daniel Kirch te horen in samenwerking met ondermeer Eliahu Inbal, Marek Janowski en Claudio Abbado. Daniel Kirch zingt vandaag voor het eerst in een Zaterdagmatinee.
Oliver Zwarg De Duitse bas-bariton Oliver Zwarg studeerde in Stuttgart bij Julia Hamari en Konrad Richter en nam deel aan
Oliver Zwarg
masterclasses van Andreas Schmidt, Harald Stamm, Mechtild Gessendorf, Kurt Moll en Nancy Argenta. Hij zong onder meer bij de Staatsoper München en de Komische Oper in Berlijn, in Hamburg en Barcelona, tijdens de Wiener Festwochen en het Edinburgh Festival. Als vaste medewerker van de Staatsoper Hannover zong hij rollen als Leporello in Don Giovanni, Figaro in Le nozze di Figaro, Golaud in Pelléas et Mélisande, Bartolo in Il barbiere di Siviglia, Papageno in Die Zauberflöte, Achilla in Giulio Cesare in Egitto en Frank in Die Fledermaus. Daarnaast zong hij in 2005 in de door het tijdschrift Opernwelt als wereldpremière van het jaar beoordeelde jOPAL Grosse Oper van Hans Joachim Hespos. Sinds 2006 is Oliver Zwarg free-lance actief en zong onder andere Leporello, Golaud en Kaspar (Der Freischütz) in Stuttgart en Kurwenal in Tristan und
Isolde in Toulouse. Het optreden van vandaag is zijn eerste in de ZaterdagMatinee.
Radio Filharmonisch Orkest 28
Het Radio Filharmonisch Orkest werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte, een protégé van Arthur Nikisch met bijzondere belangstelling voor hedendaagse muziek. In de loop der jaren is het orkest geleid door respectievelijk Paul van Kempen, Bernard Haitink, Willem van Otterloo, Jean Fournet, Hans Vonk, Sergiu Comissiona en Edo de Waart. Sinds september 2005 is Jaap van Zweden chef-dirigent en artistiek leider. Het Radio Filharmonisch Orkest werkte samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrasjin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennadi Rozjdestvenski, Valery Gergiev en Vladimir Ashkenazy. Het orkest staat hoofdzakelijk in dienst van de Publieke Omroep en is prominent aanwezig in de series van de ZaterdagMatinee en het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, evenals De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht. Al deze concerten zijn rechtstreeks te beluisteren op Radio 4. Het Radio Filharmonisch Orkest ontving verschillende prijzen voor opnamen van hedendaagse muziek van onder meer Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen. An-
dere cd-opnamen zijn de symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Nog lopende projecten zijn de Bruckner-cyclus onder leiding van Jaap van Zweden voor het label Exton en de complete symfonieën van Sjostakovitsj onder Mark Wigglesworth voor het label Bis. Op QuattroLive verscheen de driedelige versie van Mahlers Das klagende Lied door het Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en vocale solisten onder leiding van Jaap van Zweden. www.radiofilharmonischorkest.nl
Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor telt 74 vocalisten en is daarmee het grootste en meest flexibel inzetbare professionele koor in Nederland. Het koor werkt in ensembles van verschillende omvang. In seizoen 2008-2009 beweegt het repertoire van het koor zich tussen a cappellawerken van Schnittke, Ligeti en Brahms, de Nederlandse première van de St. John Passion van James MacMillan onder leiding van Sir Colin Davis, Šarka van Janácˇek, Kagels-Sankt-Bach-Passion, Wagners Meistersinger onder leiding van Jaap van Zweden, Mendelsohns Elias met Philippe Herreweghe, Gounods Roméo et Juliette met Giuliano Carella, Dvorˇáks Svatá Ludmila, The Tempest van Adès en Canticum Sacrum van Stravinsky. Het koor werkt
samen met het Radio Filharmonisch Orkest, de Radio Kamer Filharmonie en het Koninklijk Concertgebouworkest. Een groot deel van de concerten van het Groot Omroepkoor speelt zich af binnen de twee series van de publieke omroep – Vrijdag van Vredenburg en ZaterdagMatinee – en is live te beluisteren op Radio 4. Ook op cd is het koor te beluisteren. In juni 2007 verscheen de live opname van Mahlers Das klagende Lied met het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden op QuattroLive, het cd-label van de Nederlandse Publieke Omroep. Op RCO-live, het label van het Koninklijk Concertgebouworkest, verscheen onder meer het Gloria van Poulenc o.l.v. Mariss Jansons. In het voorjaar van 2009 wordt op dit label Szenen aus Goethes ‘Faust’ van Schumann onder Nikolaus Harnoncourt uitgebracht. Op BIS verscheen onder meer de Dertiende symfonie (‘Babi Jar’) van Sjostakovitsj. Het Groot Omroepkoor rekent het tot zijn taak een rol te vervullen bij het opleiden van een nieuwe generatie koordirigenten. Mede op initiatief van het koor werd in 2001 de ‘Eric Ericson Masterclass’ voor jonge koordirigenten opgericht. In juni 2009 zal deze Masterclass weer plaatsvinden in Haarlem. Docenten zijn Jos van Veldhoven en Stephen Cleobury. Voor jonge, getalenteerde koordirigenten is bij het koor de post van assistentdirigent beschikbaar, die regelmatig
door een van de deelnemers aan de Masterclass wordt bezet. WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL
Nationaal Kinderkoor Het Nationaal Kinderkoor werd opgericht in 1989 en bestaat uit kinderen in de leeftijd van tien tot zestien jaar, de leden zijn afkomstig uit heel Nederland. Het koor zingt klassieke koormuziek, zowel a cappella als met orkest. Regelmatig wordt medewerking verleend aan producties van bekende Nederlandse orkesten. Het koor zong onder leiding van onder andere Bernhard Haitink, Riccardo Chailly, Jukka-Pekka Saraste, Mstislav Rostropovitsj en Simon Rattle. Het koor was ook te zien op televisie bij de doop van H.K.H. Prinses CatharinaAmalia. Om het zingen door jongens te stimuleren werd in 2006 het Nationaal Jongenskoor opgericht. Dirigent is Suzanne Verburg. De na audities geselecteerde kinderen ontvangen wekelijks les in stemvorming, solfège, algemene muziekleer, ensemblezang en repertoirestudie in één van de negen lesplaatsen in Nederland. De koren worden georganiseerd door Vocaal Talent Nederland, die als missie heeft om Nederlands jong vocaal talent tot bloei te brengen. Sir Simon Rattle is beschermheer van de stichting. Wilma ten Wolde is artistiek leider van Vocaal Talent Nederland.
29
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
chef-dirigent Jaap van Zweden
30
eerste viool
altviool
Arkadi Gutnikov Mitcho Dimitrov Fred Gaasterland Alexander Baev Cobi Berculo Alberto Johnson Mariska Godwaldt Wouter den Hond Kerstin Kendler Anna Korpalska Theo Ploeger Pieter Vel Ankie van Ommeren Alla Kim Sjaan Oomen Alexander de Blaeij
Francien Schatborn Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Connie de Dreu Ben Joles Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Petr Muratov Joke van Raalten Ewa Wagner Anne Melse
tweede viool
Casper Bleumers Eveline Trap Esther de Bruijn Odilia Fiedler Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Dana Mihailescu Guido Muller Renate van Riel Alexander van den Tol Steven Rose Johan Olof Françoise van Varsseveld Jane Piper
fluit
Carla Meijers Thies Roorda
chef-dirigent Celso Antunes
trompet
sopraan
ALT
TENOR
bas
Hessel Buma Jacco Groenendijk Hans Verheij
Esther Beima Reina Boelens Annelie Brinkhof Daphne Druijf Willemijn van Gent Loes Groot Antink Margriet van der Hucht Marianne van Laarhoven Judith Petra Maja Roodveldt Annette de Rozario Josie Ryan Jolanda Sengers Henda Strydom Helen Thomson Orlanda Velez Dorien Verheijden Esther de Vos Sabine Wüthrich
Yvonne Benschop Elisabeth Bosch Nicoline Bovens Christl Briels Ans van Dam Ananda Goud Els Liebregt Susanne Meessen Maria de Moel Annemieke van de Ploeg Anjolet Rotteveel Lisinka de Vries Harda van Wage ningen Anneloes Volmers Anke Zuithoff Pierrette de Zwaan
Alan Belk Cor van den Berg Kevin Doss Boguslaw Fiksinski Henk Gunneman Gerben Houba Peter-Paul Hout mortels Marius Kwaks Falco van Loon Ioan Micu Geraint Roberts Anthony Robins Jaap Smit Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt Steven de Vries
Gert-Jan Alders Donald Bentvelsen Joep Bröcheler Marcel van Dieren Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Kees van Hees Henk van Heijns bergen Palle Fuhr Jørgensen Hans Pootjes Menno van Slooten Lars Terray Luuk Tuinder Hans de Vries Nanco de Vries
piccolo
Maike Grobbenhaar hobo
Maarten Dekkers Robert Tempelaar Yvonne Wolters
trombone
Jaume Gavilan Agullo Victor Belmonte Albert bastrombone
althobo
Cyril Scheepmaker
Gerard van Andel tuba cello
klarinet
Bernard Beniers
Arturo Muruzabal Wim Hülsmann Harm Bakker Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Eveline Kraayenhof Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard Jozien Jansen
Harmen de Boer Nanette Bakker
pauken
Paul Jussen Es-klarinet
Diede Brantjes
slagwerk
basklarinet
Noël Diederen
Mark Haeldermans Henk de Vlieger Harry van Meurs
fagot
harp
Jos Lammerse Annet Karsten
Ellen Versney Saskia Rekké
contrafagot
Piano/klavecimbel
Desirée van Vliet
Stephan Kiefer
hoorn
Celesta/klavecimbel
Christiaan Beumer Peter Janosi Laurens Otto Anneke Vreugdenhil
John Snijders
contrabas
Rien Wisse Walter van Egeraat Edward Mebius Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Guus Grentzius Wim van der Beek
Orgel
Richard Ram
Nationaal Kinderkoor Nicky de Bie Maäyan Daniël Marsha Haneveld Hanneke Hommes Tobias Hulsker Marjolijn Katerberg Dzifa Kusenuh Violet Mank
Leonie Masselink Pitou Nicolaes Siri Qvist Nine Roest Abigaël van Rooijen Tal Shasha Ida Vis Brechje van Vliet
Machteld Vossen Sophie van Weeren Eline Welle Lauren Wessel Francesca Wiersma Marthe Wouters Hilde van Zandbergen
31
32
Een mooie Italiaanse mis rond Kerst
Liederen van Orpheus
vrijdag 19 december 20.15 uur • Vredenburg Leidsche Rijn * uitverkocht zondag 21 december 11.00 uur Concertgebouw Amsterdam
vrijdag 23 januari 20.15 uur • Vredenburg Leidsche Rijn zondag 25 januari 11.00 uur • Concertgebouw Amsterdam
33
Radio Kamer Filharmonie John Nelson dirigent Ronald Brautigam piano Ernest Rombout hobo naam
Isabelle van Keulen
Marco Borggreve
Respighi Vetrate di chiesa Puccini Messa da gloria
Liszt Orpheus Laman* Canti d’Orfeo, voor hobo en orkest (wereldpremière) Gluck Balletsuite uit Orfeo ed Euridice Beethoven Pianoconcert nr.4 * niet in Zondagochtend Concert
Orpheus
Coronation Anthems vrijdag 30 januari 20.15 uur • Vredenburg Leidsche Rijn
De wonderbaarlijke mandarijn vrijdag 16 januari 20.15 uur • Vredenburg Leidsche Rijn zondag 18 januari 11.00 uur • Concertgebouw Amsterdam
De Nederlandse Bachvereniging Richard Egarr dirigent
Radio Filharmonisch Orkest Cappella Amsterdam Roberto Minczuk dirigent Daniel Reuss koordirigent
Blow God spake sometime in visions; Let thy hand be strengthened; Behold, O God our defender & Let my prayer come up Purcell My heart is inditing Händel Coronation Anthems voor de kroning van George II in 1727: Zadok the Priest; My heart is inditing; Let thy hand be strengthened & The King shall rejoice
Dvorˇák Heldenlied* Mahler/Gottwald Ich bin der Welt abhanden gekommen Dvorˇák/Janácˇek Moravische liederen Bartók De wonderbaarlijke mandarijn Béla Bartók in 1924
* in Zondagochtend Concert vervangen door Ouverture Carnaval
Georg Friedrich Händel
Osip Zadkine
Felipe Rojas Velozo tenor Piero Terranova bariton
fotograaf
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Jaap van Zweden dirigent
Volgende concerten in dein ZaterdagMatinee Volgende concerten de ZaterdagMatinee
a
b 34
zaterdag 20 december 14.15 uur derde concert in de B-serie
Radio Kamer Filharmonie Olli Mustonen dirigent en pianosolist
Pekka Kuusisto viool Candida Thompson viool Elisabeth Perry viool Bach Derde orkestsuite BWV1068 Mustonen Tripelconcert voor drie violen en orkest (eerste uitvoering in Nederland) Kokkonen ...durch einen Spiegel... Mozart Pianoconcert nr.24 KV491
Een combinatie van oud en nieuw, én van concert en suite. De Derde orkestsuite van Bach is een prachtig, feestelijk stuk met in de ouverture een glansrol voor de viool. En natuurlijk de beroemde Air. De Fin Olli Mustonen, klavecinist, pianist en componist, toont in veel composities een voorkeur voor barokke, polyfone technieken. Kenmerkend genoeg begint het Tripel concert voor drie violen en orkest met een ouverture. Van zijn in 1996 overleden landgenoot Joonas Kokkonenhoort u een van diens laatste composities ...Durch einen Spiegel..., ‘Metamorfosen voor twaalf strijkers en klavecimbel’. Refereert Mustonen in zijn concert aan de suite, Kokkonen schreef een verkapt klavecimbelconcert. Tot slot klinkt Mozarts barokke, naar het muzikaal verleden terugblikkende Pianoconcert in c. Met een intens eerste deel vol chromatiek en stijlcitaten à la C.Ph.E. Bach, een veel vriendelijker langzaam deel en een zeer inventief variatiedeel dat qua sfeer terugkeert naar het eerste deel. (gvdl)
foto’s: Joonas Kokkonen © Maarit Kytöharju; Olli Mustonen
zaterdag 10 januari 14.15 uur vierde concert in de A-serie
Radio Filharmonisch Orkest Hans Graf dirigent Benjamin Schmid viool Webern Passacaglia op.1 Berg Vioolconcert ‘Dem Andenken eines Engels’ Sjostakovitsj Tiende symfonie
Webern en Berg bewonderden Bach zeer. De Passacaglia van Webern is niet voor niets zijn opus 1. Op het bondige, door de strijkers pizzicato voorgedragen thema volgen 23 variaties en een coda op dat thema. Nog geen tien minuten muziek, maar wat voor muziek! Berg schreef zijn Vioolconcert onder de indruk van de dood van Manon Gropius, de dochter van Gropius en Alma Mahler, die aan kinderverlamming overleed. Het is zijn laatste werk en kent tal van toespelingen op zijn eigen leven. Hoe mooi de rest van het werk ook is, toch zit menigeen te wachten op de inzet van het Bach-koraal Es ist genug. Sjostakovitsj schreef zijn Tiende symfonie kort na de dood van Stalin. Een somber werk met een zonnige finale. In de laatste twee delen citeert Sjostakovitsj ‘zijn’ thema, een pendant van het B-a-c-h-thema: D-S-c-h, in noten D-es-c-b, naar de Duitse spelling Dmitri Schostakowitsch. (gvdl)
foto: Benjamin Schmid
35
ZaterdagMatinee op radio, tv en het web
36
radio, televisie en internet
Rechtstreeks op Radio 4 De ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. De uitzending begint om 13.02 uur met Het eerste uur, een programma dat thematisch samenhangt met het concert. Vlak voor het concert wordt overgeschakeld naar het Concertgebouw in Amsterdam.
Rechtstreeks op Cultura Dit concert wordt rechtstreeks uitgezonden via het digitale themakanaal Cultura. Abonnees met een digitaal abonnement kunnen Cultura in het gehele land ontvangen. De beelden zijn ook via www.cultura.nl beschikbaar.
Bach leeft Dit seizoen presenteert de Zaterdag Matinee twintig concerten rond Bach. Op de speciaal rond deze concerten opgezetten website bachleeft.nl vindt u meer achtergrondinformatie, programmatoelichtingen, een audio- en videoarchief, blogs, een prijsvraag... En u kunt laten zien en/of horen wat ú met Bach hebt.
Herhaling op 16 december Het concert wordt op dinsdag 16 decemberom 20.00 uur opnieuw uitgezonden in het programma ZaterdagJongstleden op Radio 4.
NPS Matinee TV Vanaf zondag 4 januari 2009 zendt NPS Matinee TV op Ned.2 een nieuwe serie programma’s uit over composities uit de ZaterdagMatinee. Elke zondag in NPS Matinee om 13.00 uur. De concertregistratie van het betreffende stuk wordt uitgezonden op de maandag daarna rond middernacht in NPS Klassiek. Op www.npsmatinee.nl kunt u ook oude televisieuitzendingen terugkijken.