Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
18 jan 2006 | nr 7 | 17de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age —
alumnikrant pagina’s 10 tot 13
15
2
Leven na Leuven STEF WAUTERS, ROMANIST EN HOOFDREDACTEUR VTM-NIEUWS
Eredoctores 2006 MARY-CLAIRE KING EN VALENTIN MUDIMBE
Het poppetje
Beckham Voetballers zitten niet graag stil, maar voor dit kiekje maakt David Beckham graag een uitzondering. De man achter de camera helemaal rechts op de foto is Dirk Callaerts, CEO van Eyetronics. Dat spin-offbedrijf maakt op basis van digitale foto’s driedimensionale modellen. De technologie wordt onder andere gebruikt voor special effects in Hollywoodfilms, en — zoals in dit geval — om merchandise-poppetjes van voetballers te maken. Het interview met Dirk Callaerts leest u op pagina 9.
(© Eyetronics)
“Ontwikkelen heeft pas zin als je ontwikkelingen ook kan testen”
Stamcellen kunnen hartinfarct verkleinen
N
“
ee hoor, zover zijn we nog lang niet,” tempert professor Janssens ons enthousiasme. “Ons onderzoek vormt eigenlijk slechts een beginpunt: er moet nog een lange weg worden afgelegd. Een geneesmiddel is dus nog niet voor morgen, maar we zijn hoopvol voor de toekomst.” “Maar laat ik eerst even de achtergrond van ons onderzoek schetsen. Sinds een jaar of vijf wijzen steeds meer data in het preklinische onderzoek erop dat bepaalde cellen in het beenmerg, de beruchte stamcellen, méér kunnen dan enkel zorgen voor de aanmaak van bloedcellen. Dat ze ook een rol kunnen spelen bij het herstel van andere organen, zoals de skeletspieren en de hersenen, is ondertussen al aangetoond. Wij wilden nagaan of stamcellen ook mensen kunnen helpen die herstellen van een hartinfarct.” Dubbelblind en gerandomiseerd “De eerste experimenten dateren van een vijftal jaar geleden. In Amerika werd toen bij muizen met een experimenteel infarct een verbetering vastgesteld na het toedienen van stamcellen. Later werden in Europa kleinschalige tests bij patiënten uitgevoerd, en ook daar was er telkens een verbetering in hun toestand merkbaar. Door het ontbreken van een controlegroep kon men echter niet met zekerheid zeggen waaraan die verbetering te danken was, want als een infarct Verschijningsdata Campuskrant 2005–2006 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
De mailbox van UZ-cardioloog professor Stefan Janssens zit overvol, en ook zijn telefoon stond de afgelopen dagen roodgloeiend. Van over de hele wereld komen er felicitaties. De reden? De publicatie — mét ‘editorial’ — in het gezaghebbende medische tijdschrift The Lancet van zijn paper over het baanbrekende onderzoek naar het effect van het toedienen van stamcellen aan patiënten met een hartinfarct. Is er alweer een nieuwe stamceldoorbraak in de maak? Campuskrant trok naar Gasthuisberg en vroeg de professor of hij nu elk hartinfarct zomaar kan genezen. Tim Vuylsteke goed behandeld wordt — ook zonder stamcellen — treedt die sowieso op.” “Onze studie was een dubbelblind, gerandomiseerd en gecontroleerd experiment. Dat betekent dat we elk van onze 67 patiënten optimaal behandelden, en bij iedereen een beenmergpunctie uitvoerden. Achteraf kregen ook alle proefpersonen een inspuiting, maar noch zij noch wij wisten wie de stamcellen kreeg, en wie een wateroplossing. Daarna moesten we het herstel meten, en daarvoor hebben we gebruik gemaakt van het grote potentieel van de UZ. De diensten Cardiologie, Hematologie, Radiologie en Nucleaire geneeskunde werkten samen om met de nieuwste technologieën alle soorten veranderingen te meten. Deze multidisciplinaire analyse zorgde voor een maximaal inzicht.” nr. Verschijningsdatum
8 8 februari (PK)
“De belangrijkste conclusie is wellicht dat de behandeling met stamcellen volledig veilig is, maar niet voor elke hartinfarctpatiënt nuttig in zijn huidige vorm. Wat het herstel betreft, is het immers niet zo dat er bij elke stamcelpatiënt een spectaculaire verbetering merkbaar was. Wel was er een duidelijk verschil bij de personen met de grootste infarcten: zij haalden het meeste voordeel uit de therapie. Het litteken daarentegen genas wel beter bij de patiënten die behandeld waren met stamcellen, en opnieuw was het verschil het duidelijkst bij de grootste infarcten.” Financiële hulp “De grote verdienste van ons onderzoek is dat we nu een beter inzicht hebben in wat wel en niet kan. We weten waar 9 1 maart (AK)
10 22 maart (PK)
we ons in de toekomst vooral op moeten focussen, en dat zijn dus de grote infarcten. Dat werd trouwens ook gesuggereerd in de editorial van The Lancet, en er zijn plannen om binnenkort in Europees verband een grootschalig onderzoek met 1.200 patiënten op te zetten.” “Daarnaast mogen we het preklinische onderzoek niet uit het oog verliezen, en in dat opzicht worden we met het Stamcelinstituut Leuven (SCIL) van professor Verfaillie verwend. Daar wordt momenteel onderzocht of stamcellen zich ook kunnen ontwikkelen tot echte hartspiercellen, en mocht dat lukken, dan zou dat kunnen leiden tot een nieuwe doorbraak voor ons. Ten slotte werken we ook verder aan het optimaliseren van de omstandigheden van de stamcelbehandeling.” “Vooral voor de UZ is deze publicatie belangrijk. We blijven bewijzen dat we ook wat het klinische onderzoek betreft met de besten meekunnen. Meer nog, we hebben in Vlaanderen iets bereikt wat in Amerika niet lukte, en dat zonder enige extra financiële hulp. De overheid heeft de laatste jaren terecht heel wat geld geïnvesteerd in het preklinische onderzoek, zoals dat van onze partners, het SCIL en het VIB (Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie), maar nu verdient ook het toegepaste onderzoek zijn deel van de koek. Ontwikkelen is broodnodig, maar het heeft pas zin als je je ontwikkelingen achteraf ook kan testen.” 11 19 april (AK)
12 10 mei (PK)
2
Inhoud Unief binnenkort beter toegankelijk voor dyslectici
4
Rector Vervenne blikt terug en vooruit
5
Certificaat voor Gynaecologische Oncologie
6
Campuskrantquiz: de winnaar!
6 7
Onderzoek in Europa
Interview: minister Moerman & EU-commissaris Potocnik
8
Gelijke kansen en diversiteit Eyetronics: het 3D-idee Alumni Lovanienses & Permanente Vorming Leerstoelen-op-naam Living Stone: duurzaam ondernemen Kringnieuws 30 jaar Universiteit Derde Leeftijd
9 10 11 12 12 13
‘Ontdek jezelf’... en de nieuwe imagocampagne
13
Wetenschap & Ethiek
14 14 15
Minder last van mest Leven na Leuven: nieuwsanker Stef Wauters Leren solliciteren Spoorzoekers
16 16
Studie(traject)begeleiding na de flexibilisering De biotopen van het Ecolab
17
Gids Beroepsethiek
17
Interview psychotherapeute Mia Leijssen
Associatie: interview voorzitter Oosterlinck
18
De toekomst van Toledo
18
Valvas
19 20
Vragevuur Karel Vinck
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
eredoctores 2006
18.1.2006
campuskrant
Eredoctor Valentin Mudimbe, dichter en denker
Wat is anders zijn? Hij is een van de belangrijkste Afrikaanse wetenschappers van zijn tijd, spreekt meer dan tien talen — waaronder Nederlands! — en heeft een omvangrijk literair en academisch oeuvre bij elkaar geschreven. Valentin Mudimbe, 64 en nu literatuurprofessor aan de Amerikaanse Duke University, blijft echter erg bescheiden bij zijn indrukwekkende palmares. “Mijn ideeën zijn niet origineel; ik zorg er enkel voor dat de traditie wordt doorgegeven aan de volgende generatie.” Katrien Steyaert
M
udimbe werd in 1941 geboren in wat toen nog Belgisch Congo was, en werd er opgevoed door Belgische paters. Hij trad zelf toe tot de Benedictijnse Orde van Maredsous, iets wat hij een ‘prereflectieve keuze’ noemt. Mudimbe: “Dat is een keuze die je vroeg in je leven maakt en die later bepalend blijkt voor je parcours. Het is geen toeval dat ik me onderworpen heb aan het gebod ‘ora et labora’, denk en werk. Ook wanneer ik later lesgaf, was dat vanuit een soort roeping. De filosoof Pierre Bourdieu maakte een onder“Toen ik in 1998 scheid tussen na twintig jaar twee soorten terugkeerde naar i nt e l l e c t u e len: de profeCongo was ik een tische figuren vreemdeling in eigen zoals Freud land. Het was het beste en Marx en de ‘lectores’, zij bewijs dat identiteit die geen orieen constructie is en ginele ideeën p r o d u c e r e n het was een goede les in maar ervoor nederigheid.” zorgen dat de traditie wordt doorgegeven. Ik behoor tot het tweede type.” In het Kinshasa van de jaren zestig behaalde Mudimbe een licentiaatsdiploma in de romanistiek waarna hij toegepaste linguïstiek ging studeren in Parijs. In 1970 voegde hij een doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan de universiteit van Louvain-la-Neuve aan dat lijstje toe. In het decennium dat volgde gaf hij zijn kennis door aan studenten van de universiteiten van Parijs, Leuven, Lubumbashi en Kinshasa. Mudimbe verliet begin jaren tachtig voorgoed zijn geboorteland vanwege het moeilijke politieke klimaat. Vreemdeling in eigen land Ondertussen woont Mudimbe ruim vijfentwintig jaar in de Verenigde Staten waar hij een vaste stek gevonden heeft aan de Duke University in North Carolina. Zijn vakgebied is heel uitgestrekt; hij doceert zowel literatuur, Romaanse en klassieke talen als Afrikaanse thema’s, oud-Griekse geografie en filosofie. “Ik zie mezelf als een leraar geschiedenis van ideeen.” Daarnaast schreef Mudimbe tal van filosofische essays en bouwde hij een aardig literair oeuvre op met drie dichtbundels en een viertal romans. “Mijn intellectuele activiteiten zijn heel divers, maar ik zie continuïteit. Altijd keert het motief van de taal terug en de manier waarop we ons bestaan uitdrukken.” Vanuit zijn Afrikaanse ‘roots’ en zijn positie tussen de filosofische en sociale wetenschappen gaat Mudimbe op zoek naar de betekenis van ‘anders zijn’. “Mijn romans vertrekken vanuit perifere ervaringen in Afrika. In de Amerikaanse instituten waar ik werkte, heb ik me verder over die notie van marginaliteit gebogen. Ik heb al tal van seminaries georganiseerd die me uitdagen om posities in de marge te begrijpen. Zo ging een ervan over ‘de fenomenologie van de waanzin’, een ander over immigratie. De meesten van ons zijn immigranten in de Verenigde Staten. Wat betekent dat en hoe gaan we ermee om?” Zulke fundamentele vragen over de Afrikaanse identiteit komen ook aan bod in het meest invloedrijke werk van Mudimbe, The Invention of Africa uit 1988. Die bekende publicatie bevat opvallend veel autobiografische details. Niet verwonderlijk als je weet dat leven en werken voor Mudimbe door elkaar lopen. “Toen ik in 1998 na bijna twintig jaar terugkeerde naar Congo was ik een vreemdeling in mijn eigen land. Ik was een andere persoon die zijn geboorteland als een nieuwe ruimte ontdekte. Het was het beste bewijs dat identiteit een constructie is en
het was bovenal een goede les in nederigheid.” Overleven Mudimbe, vader van twee kinderen, is een bezadigd man met een witte baard. Hij nadert de vijfenzestig. “Ik ben realistisch en weet dat ik te oud ben om nog in Congo aan de slag te gaan. Ik wil wel hier blijven lesgeven; dat is een echte uitdaging op mijn leeftijd. Sinds enige tijd blik ik regelmatig terug op mijn leven. Zo heb ik net voor mijn vijftigste verjaardag in het boek Les Corps Glorieux des Mots et des Êtres een soort ps yc hoa na ly t ische analyse gemaakt van al die jaren van rond de wereld gaan.” En hij houdt er nog niet mee op. “In de toekomst zal de notie van ‘diversiteit’ in onze veranderende wereld me blijven bezighouden. Samen met onder meer mijn Latijns(© ingezonden) Amerikaanse collega’s verdiep ik me in het onderwerp. De filosoof Marshall McLuhan kondigde onze postmoderne informatiemaatschappij al aan met zijn concept van de global village. Daarin speelt de wereldwijde economie een grote rol. We stellen vast dat de afgelopen vijftig jaar de economische ratio inderdaad de politieke heeft verdrongen. De economie dicteert alles, ook in de derde wereld. Ik en mijn gelijkgezinden staan voor een eenvoudige vraag: ‘Hoe kunnen we in zo’n situatie overleven?’ In de dictatuur van de economie dringen ethische vragen zich op. “Het zijn vragen over menselijke waardigheid. Bijvoorbeeld, wat zijn de gevolgen van de globale economie als we het over ‘het kwaad’ hebben? Ik onderscheid premoreel kwaad van het soort kwaad dat de menselijke waardigheid aantast. Bij het eerste denk ik aan natuurrampen, sterven, etcetera. Maar kunnen we ook armoede of een gebrek aan opvoeding afdoen als louter objectief kwaad? Het zal er in de toekomst op aankomen die vragen te blijven stellen en een goede grond te vinden voor een ethische ratio.” Mudimbe is nog lang niet uitgezongen, maar kent zijn grenzen. “In de korte tijd die ik nog heb, zal ik het probleem niet kunnen oplossen. Maar ik ben niet alleen; ik geloof in een collectieve zoektocht”. Flabbergasted Met Leuven heeft Mudimbe een speciale band. “Ik ben mijn opleiding begonnen aan de universiteit van Lovanium in Kinshasa die halfweg de jaren vijftig door de K.U.Leuven in het leven is geroepen. Dat ik een mondje Nederlands spreek, heb ik te danken aan mijn Leuvense leerkrachten van toen. Mede dankzij de koloniale aanwezigheid van natuur- en sociale wetenschappers in Centraal Afrika is de studie van Afrika goed uitgebouwd aan jullie universiteit. Vandaag zet onder meer het Departement Antropologie die lijn voort. Ik heb ook een tijdje in Leuven verbleven toen ik er een thesis schreef over 19de-eeuwse semantiek.” Het eredoctoraat van deze universiteit beschouwt Mudimbe als een erkenning voor zijn manier van werken. “Toen ik het nieuws vernam, was ik flabbergasted (van zijn stuk gebracht — red.). Het is een grote eer die ik met dankbaarheid aanvaard. Maar ik zie het niet als een persoonlijke prestatie; het is de erkenning voor een nieuw perspectief in de humane en sociale wetenschappen.” Professor Mudimbe geeft een lezing rond het thema ‘What is a line? Paradoxes about allegories on identity and alterity’. 3 februari, 14u, auditorium Michotte, Tiensestraat 102, Leuven.
campuskrant
eredoctores 2006
18.1.2006
Eredoctor Mary-Claire King, genetica met sociaal bewustzijn
“Niet alle Amerikanen zijn schapen” In het laboratorium van professor Mary-Claire King in Seattle staat een rek vol postkaarten van mensen van over de hele wereld die haar bedanken voor haar hulp. De Amerikaanse onderzoekster in de genetica is een wereldautoriteit; ze ontdekte onder meer het eerste borstkankergen BRCA1. Maar wat haar echt groot maakt, is haar engagement. King werkte mee aan verschillende humanitaire projecten. “Als je de kennis hebt, moet je ze gebruiken.” Katrien Steyaert
D
at Mary-Claire King kankerspecialiste werd, is geen toeval. Toen ze vijftien was, stierf haar beste vriendin Debby aan nierkanker. “Het was afschuwelijk. Ik reageerde heel Amerikaans op haar dood: ik zei bij mezelf ‘Hier moet ik iets aan doen’. Sinds 1975 leg ik me toe op de studie van kanker, meer specifiek borstkanker.” De jonge King had een wiskundeknobbel en ging ervan uit dat ze dat vak zou gaan onderwijzen. “In die tijd gingen meisjes niet vaak naar graduate schools (het vervolg op een bacheloropleiding — red.); ik wist nauwelijks dat ze bestonden.” Onder impuls van haar wiskundeleerkracht ging King genetica studeren aan de universiteit van Berkeley. “Ik heb het geluk gehad dat ik in zo’n progressieve omgeving terechtkwam op een erg vruchtbaar moment. Het was het einde van de sixties, een woelige tijd met onder meer de oorlog in Vietnam. Ik participeerde in de vrouwenbeweging die voortvloeide uit de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.” Ze verwaarloosde ondertussen haar studies. Het was Kings mentor, professor Allan Wilson, die haar bleef aanzetten om haar doctoraat (PhD) af te werken. “Ik heb mijn studies een jaar onderbroken maar Wilson heeft me overtuigd om de draad weer op te nemen. Hij maakte me duidelijk dat ik veel nuttiger werk zou kunnen verrichten als ik de wetenschappelijke bagage had. Wilson heeft mijn PhD-project helpen ontwikkelen met eenvoudige technieken. Sommigen kunnen de meest complexe experimenten uitvoeren maar mijn handen zijn niet geweldig. Ontwerpen en analyseren zijn meer mijn ding. Toen ik mijn PhD voortzette, was dat met een onderzoek naar het genetische verschil tussen chimpansees en mensen, echt een project naar mijn hart. Het heeft een tijdje geduurd, maar toen ben ik echt in de wetenschap gerold.” Tel Aviv meets Betlehem Kings eerste wetenschappelijke resultaten waren meteen raak. “Ik kon aantonen dat de DNA-code van mensen en chimpansees voor 99% identiek is. Ik ben nog altijd geïnteresseerd in evolutionaire genetica maar ik ben uiteindelijk toch de weg van de menselijke genetica ingeslagen.” Ondertussen wordt de bescheiden Mary-Claire King alom gerespecteerd voor haar bijdrage aan het kankeronderzoek. In 1990 ontdekte ze het borstkankergen BRCA1. Ze toonde daarmee aan dat, in tegenstelling tot wat wetenschappers altijd hadden gedacht, borstkanker bij sommige vrouwen terug te brengen is tot een mutatie op een enkel gen. “Ik zal mijn hele leven het complexe probleem van erfelijke borstkanker bestuderen.” Maar ondertussen werkt ze ook aan andere projecten. Zo zette King acht jaar geleden een haast ondenkbare samenwerking op: die tussen Israël en de Palestijnen. “Samen met mijn collega’s in Tel Aviv (Israël) en Bethlehem (Palestina) onderzoek ik het genetische verhaal achter erfelijk gehoorverlies. Het project, dat gefinancierd wordt door de Amerikaanse nationale gezondheidsinstellingen, is erg succesvol.”
Kings sociale bevlogenheid is sinds haar studententijd niet getaand. “Mijn politiek bewustzijn werd verder gevormd toen ik aan het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig werkte als uitwisselingslerares aan de universiteit van Santiago in Chili. Het misbruik van de Amerikaanse macht was erg duidelijk en de doorsnee Chileen kon niet terugvechten omdat hij geen middelen had. De coup van 1973 betekende de dood of arrestatie van heel wat van mijn studenten en collega’s.” ‘Abuelas’ King beschouwt haar humanitair werk als een van de belangrijkste verwezenlijkingen in haar carrière. “Ik heb heel vroeg in mijn leven geleerd dat je het meest bereikt als je rechtstreeks met
Moord Het eredoctoraat van de K.U.Leuven vindt King een ongelooflijke eer. “Wetenschap is een internationale activiteit en deze bekroning benadrukt dat. Dat het een Europese onderscheiding is, maakt haar nog belangrijker. De rol van mijn land houdt me erg bezig. De Amerikaanse houding is: ‘Is iets kapot? Dan zullen we het herstellen.’ Onze imperiale regering moet ook hersteld worden. Het raakt me diep dat de Europeanen desondanks de heterogeniteit van de Amerikaanse bevolking zien. We zijn niet allemaal schapen.” Naast politiek en wetenschap heeft
“Elke generatie moet zijn eigen concept van sociaal engagement bepalen. Wat ik kan doen is voor bagage zorgen.” lokale mensen samenwerkt. Het heeft geen zin even tussenbeide te komen als expert; de belangrijkste en meest bruikbare ideeën komen van de mensen op de eerste rij. Zo heb ik in de jaren tachtig in Argentinië gewerkt waar tijdens de burgeroorlog heel wat kinderen zijn gekidnapt of geboren in gevangenschap. De generatie van hun grootmoeders, de Abuelas de Plaza de Mayo, kwam op het idee om de kinderen weer met hun familie te matchen. Zij hebben het probleem heel duidelijk gesteld, ik heb voor de technologie gezorgd. Elke moeder geeft een bepaald type DNA, het mitochondriaal DNA, door aan haar kinderen. Dankzij die code kan elke mens zijn stamboom langs moeders zijde reconstrueren en heb ik weeskinderen en grootouders kunnen herenigen. Zulke persoonlijke ervaringen zijn het krachtigst.” Mary-Claire King is een hartelijke, wijze vrouw die met vuur over haar ervaringen praat. Maar ze dringt haar ideeën niet op. “Ieder moet zijn eigen weg vinden. En elke generatie moet zijn eigen concept van sociaal engagement bepalen. We leven nu in een andere tijd dan de jaren zestig en zeventig. Wat ik kan doen, is voor bagage zorgen. Als ik lesgeef, geef ik mijn studenten het wetenschappelijke ‘gereedschap’ in handen, maar tot sociaal bewustzijn moeten ze zelf komen. Teaching is not preaching.” Ook voor haar eigen dochter, de nu dertigjarige Emily, had King geen vooropgesteld plan voor ogen. “Ze maakt prachtige quilts (gestikte sprei — red.) en heeft een hondenopvangcentrum. Ze is gelukkig en dat is het enige dat telt. Toen ze vijf was, kwam ik er als moeder alleen voor te staan. Ik nam haar mee naar het laboratorium waar ze zich dan in stilte moest bezighouden. Maar een kind moet kunnen rondrennen en met vriendjes spelen. Daarom ijver ik er hard voor dat vrouwen hun carrière met het moederschap kunnen combineren. Het is een blijvende uitdaging maar ik geloof dat we ons doel bijna bereikt hebben.”
(© ingezonden)
Mary-Claire King nog twee passies in haar leven: kamermuziek — zowel klassiek als hedendaags — en misdaadromans. “Een goede, moeilijke misdaadroman is zoals de genetica: een puzzel die je moet oplossen. De vraag wie de moord gepleegd heeft, lijkt erg op de vraag welke genmutatie de aandoening heeft ‘gepleegd’.” Toch zal de wetenschap nog lange tijd het leeuwendeel van Kings leven uitmaken. “Ik ben net begonnen met een onderzoek naar de genetische achtergrond van schizofrenie. Mijn denkwijze is anders en kan daardoor misschien iets bijdragen. Ik ben nu 59 en wil werken tot mijn honderdste. Zolang je kan denken, kan je aan wetenschap doen.” Professor King geeft een research seminar rond het thema ‘Genomic Analysis of Inherited Breast Cancer’. 3 februari, 14u30, auditorium GA3, Gasthuisberg O&N1, Leuven.
Programma Patroonsfeest 2006 9u Ontvangst van de professoren in de Jubileumzaal van de Universiteitshal 9u45 Stoet van de togati Ontvangst van de genodigden in de Sint-Pieterskerk 10u Eucharistieviering in de SintPieterskerk: Kardinaal Godfried Danneels gaat voor en houdt de homilie 11u30 Uitreiking van de eredoctoraten in de Promotiezaal van de Universiteitshal 13u Receptie in de Jubileumzaal van de Universiteitshal http://www.kuleuven.be/ patroonsfeest/2006/
3
“ ” geciteerd Knushalte
De Morgen, 15.12.2005 —
Antropologe Ruth Soenen bestudeert in opdracht van het project stedenbeleid van de Vlaamse Gemeenschap vluchtige contacten in Vlaamse steden. (…) Hoe kan een babbel over het weer aan de tramhalte even interessant zijn als een goed gesprek met een vriend? “Vluchtige ontmoetingen zijn interessanter dan gesprekken met vrienden vanwege hun grote diversiteit. Je vriendenkring bestaat meestal uit mensen uit een gelijkaardig milieu met gelijkaardige interesses. In het shoppingcentrum of bij de bushalte heb je contact met mensen met wie je anders nooit zou praten. Dat is de grote waarde van die vluchtige contacten: ook al zijn het onbekenden, als je samen zucht omdat de bus te laat is, dan krijg je toch een wij-gevoel. Die tijdelijke verbondenheid bepaalt de sfeer van een stad, geeft je het gevoel er thuis te zijn.”
De averechtse ‘shoperonne’ Het Nieu wsbl ad, 4.1.2006 —
“Veel mensen zijn opgevoed met het idee dat ze geen geld mogen verspillen en op zoek moeten naar goede deals. Als je in de winkelstraat met kortingen om de oren wordt geslagen, reageren koopjesjagers heel direct”, zegt marketingprofessor Luk Warlop van de K.U.Leuven. (…) De enige manier om niet voor verrassingen komen te staan, is vooraf een boodschappenlijstje op te stellen. “Het is net als bij de wekelijkse boodschappen: je zou het lijstje moeten opstellen terwijl je rustig voor je koelkast staat. Maar in de praktijk beland je met honger in de pralinewinkel.” (…) Een vriend of vriendin meenemen als extra ‘controlemiddel’ werkt niét. “In de praktijk werkt zo’n chaperonne net averechts. Dikwijls tonen ze je extra spullen met de boodschap ‘dat is echt iets voor jou!’ Zo ontstaat er opnieuw sociale druk om te kopen want je wil de smaak van je gezelschap niet in twijfel trekken.”
De media spelen stokebrand Het Bel ang van Limburg, 12.1.2006 —
“Ik heb Sanda aan mijn vrouw voorgesteld”, titelt Story deze week op zijn cover. Voor de duidelijkheid: Sanda is de nieuwe liefde van Peter Van Heirseele, alias Herr Seele, die binnenin het weekblad verduidelijkt: “Binnenkort zal ik alleen gaan wonen, maar mijn vrouw Ines en ik denken er voorlopig niet aan om te scheiden.” (…) Sanda: “Ines en Peter zijn verbonden door een hechte, warme vriendschap, maar de passie is weg.” Seksuologe Frida Bogaerts: “Verliefdheid moet weggaan. Verliefdheid is hetzelfde als verblinding. En als die wegvalt, krijg je ofwel een juist beeld van je partner — met al zijn beperkingen én troeven, ofwel is de verliefdheid weg en is het gedaan. Verliefdheid doet de motor aanslaan, maar is niet de basis van liefde. Passie is dan weer een gevaarlijk element. Als een relatie één en al passie wordt, wordt de situatie levensgevaarlijk. Een leven vol passie is niet leefbaar. Het is beter dat je een klein vuurtje onderhoudt, er af en toe een houtblok opgooit zodat die vlam geregeld oplaait, dan dat je een héél groot vuur stookt met het risico dat je heel je kot opfikt. Tegenwoordig dromen we allemaal van hoge vlammen en daar spelen de media een grote rol, maar je mag niet in die val trappen.”
4
nieuws
18.1.2006
KORTNIEUWS Biologische klok De onderzoeksgroep van professor Liliane Schoofs (Afdeling Dierenfysiologie en Neurobiologie) heeft bij het fruitvliegje een gen ontdekt dat de schakel vormt tussen de biologische klok en de rest van het lichaam. Bij de mens is een gen aanwezig dat daar heel erg op lijkt. Onze zogenoemde circadiane of biologische klok — die onze hormoonproductie, lichaamstemperatuur, slaapbehoefte en eetbehoefte regelt — houdt ons wakker overdag en zet ons aan tot slapen ’s nachts. Als er op moleculair niveau iets fout gaat, kan dat leiden tot symptomen van diverse slaapstoornissen. En als we onze interne klok negeren, zoals bij nachtarbeid in ploegen, kunnen er ook problemen opduiken. Wetenschappers zijn er meer en meer van overtuigd dat die ‘gebroken klokken’ hersteld kunnen worden. Daarom zoeken ze de jongste jaren intensief naar het moleculaire werkingsmechanisme van de biologische klok. Bij dat onderzoek is de fruitvlieg (Drosophila melanogaster) heel belangrijk. Het circadiaan systeem van de fruitvlieg werkt eigenlijk net zoals dat van de mens en net zoals het menselijke genoom is ook de genetische code van de fruitvlieg bekend. Dat is een enorm voordeel om gedragingen op moleculair niveau te bestuderen. Fruitvliegen hebben in de ochtend en de vroege avond een activiteitspiek. Als de diertjes in constante duisternis worden geplaatst, blijven die twee pieken behouden, met weliswaar een kleine faseverschuiving. Daarvoor zijn vooral de genen belangrijk die in de hersenen de biologische klok draaiende houden. En vergelijkbare genen komen dus ook voor bij de mens. Over hoe de biologische klok communiceert met de rest van het lichaam was nog niet veel geweten. Dr. Inge Mertens (Laboratorium voor Ontwikkelingsfysiologie, Genomics en Proteomics) ontdekte nu wel het gen voor een receptoreiwit dat in dat proces een sleutelpositie inneemt. Dat receptoreiwit bindt een signaalmolecule in de hersenen, Pigment Dispersing Factor (PDF) genoemd, die instaat voor de overdracht van informatie van de centrale klok naar het gedrag van de vliegjes. Als het PDF-receptorgen met genetische technieken wordt uitgeschakeld, leidt dat tot een verstoord ritmisch gedrag. Het gen is dus een schakel tussen biologische klok en gedrag. De ontdekte receptormolecule wordt bijna in alle delen van de hersenen teruggevonden maar vooral in delen die in de buurt liggen van de centrale klok. Heel belangrijk voor toekomstig onderzoek is dat de PDF-receptor een treffende gelijkenis vertoont met een menselijk receptoreiwit, VPAC2. Ook muizen met een verstoorde VPAC2-receptor zijn niet in staat om een normaal circadiaan ritme te onderhouden. Dit lijkt een doorbraak te zijn in het zoeken naar een oplossing tegen slapeloosheid door een falende biologische klok.
campuskrant
Aangepaste software en verbeterde eAccessibility
K.U.Leuven en IBM samen in de bres voor mensen met dyslexie Om de universiteit verder toegankelijk te maken voor studenten en personeel met dyslexie, gaat de K.U.Leuven samenwerken met technologiegigant IBM. Beide partijen sloten daartoe eind vorig jaar een akkoord. Het belangrijkste doel is het aanschaffen van gespecialiseerde software en het meer gebruiksvriendelijk maken van informatiesystemen. Philippe Van Marcke
C
ursussen doorworstelen kan een lastige taak zijn, maar voor studenten met dyslexie is het nog een stuk moeilijker. Computers kunnen daarbij helpen. “Maar dan moet je over gespecialiseerde software beschikken”, vertelt Annemie Van Diest van de Werkgroep Gehandicapte Studenten. De werkgroep werd in 1973 opgericht om studenten met een functiebeperking te begeleiden. “Een dyslectische student moet veel meer aandacht en tijd steken in het lezen van een tekst. Een computer zou die tekst bijvoorbeeld kunnen voorlezen. Er bestaat software die dat doet, maar die is vooral ontwikkeld voor het lager of middelbaar onderwijs. Die software bevat vaak niet het technische vocabularium dat aan de universiteit gebruikt wordt. IBM zal samen met de K.U.Leuven een aantal softwarepakketten voor mensen met dyslexie onderzoeken, en zal de aanschaf van nuttige software financieren.” IBM zal de K.U.Leuven ook ondersteunen bij het verbeteren van haar ‘eAccessibility’. eAccessibility houdt in dat informatiesystemen zoals websites zo toegankelijk mogelijk zijn, ook voor wie een functiebeperking heeft. “IBM beschikt, net als de K.U.Leuven, over heel wat knowhow op dat vlak”, meent Gaspar Haenecaert, eveneens van de Werkgroep Gehandicapte Studenten. “IBM zorgt ervoor dat mensen met dyslexie of een andere beperking even makkelijk toegang hebben tot informatie binnen het bedrijf. Aan de K.U.Leuven is dat momenteel nog niet zo. De website van de universiteit is bijvoorbeeld nog onvoldoende aangepast aan mensen met een visuele functiebeperking of dyslexie. Het is de bedoeling om die
(© Rob Stevens)
toegankelijkheid te verbeteren.” Talent Dat beide partners elkaar vonden, is niet zo verwonderlijk. Zowel de K.U.Leuven als IBM hebben een traditie opgebouwd wat betreft gelijke kansen en diversiteit (zie ook artikel over diversiteit op pagina 8). “IBM verwelkomt alle talentvolle mensen ongeacht hun achtergrond, leeftijd, religie of eventuele functiebeperking”, zegt Yves Veulliet, Program Manager for Persons with Disabilities bij IBM. “Onze samenwerking met de K.U.Leuven past in die diver-
siteitspolitiek. Daarnaast zijn wij op zoek naar hoog opgeleide mensen en er zijn heel wat bekwame mensen die minder mobiel zijn, minder goed zien of horen of die dyslectisch zijn. Door samen te werken met universiteiten en gehandicapte studenten stages aan te bieden, komen we ook die talenten op het spoor.” Het samenwerkingsakkoord loopt tot eind 2007. “Daarna bekijken we hoe we dat voort kunnen zetten”, licht Gaspar Haenecaert toe. “Maar beide partijen hebben zeker de intentie om ook na 2007 met elkaar door te gaan.”
vlnr: CEO Bart Van Den Meersche, rector Marc Vervenne en algemeen beheerder Koen Debackere bij het ondertekenen van het samenwerkingsakkoord tussen IBM en de K.U.leuven. (© Rob Stevens)
campuskrant
nieuws
18.1.2006
Creatief consolideren
Rector Vervenne, een halfjaar later Professor Marc Vervenne staat nu bijna een halfjaar aan het roer van de K.U.Leuven. Voelen we dat, meneer de rector? Ludo Meyvis
D
“
e termijn is te kort om nu al een balans op te maken. Ik ondervind openheid en vertrouwen. Er is een sterk elan voelbaar. Dat stemt mij gerust. Maar ik ben me ook bewust van de hoge verwachtingen die overal in de universiteit en het ziekenhuis leven. Samen met de nieuwe bestuursploeg ben ik vol goede moed en in sterke teamgeest begonnen aan de uitvoering van het aangekondigde beleid. We werken op langere termijn en bouwen daarvoor geleidelijk op, samen met de hele universitaire gemeenschap. Bezonnenheid en geduld zijn daarvoor onmisbaar. De universiteit is immers een complexe academische organisatie die gevat zit in de spanning tussen vrijheid en rendement. In dat spanningsveld moeten we aan de gang blijven in de uitvoering van onze kernactiviteiten van wetenschapsbeoefening en vorming van de hoogste kwaliteit. We trachten te consolideren wat met de inspanning van zovelen is opgebouwd. Tegelijk sturen we bij waar nodig, leggen we nieuwe accenten of openen we mogelijkheden die we gaandeweg ontdekken.” “De afgelopen jaren heeft het hoger onderwijs in Europa ingrijpende veranderingen ondergaan. De effecten daarvan hebben we duidelijk gevoeld. De interne veranderingen die daarmee samenhangen, zijn erg belastend geweest. Er zijn zoveel complexe processen in gang gezet waar zowat iedereen lange tijd bij betrokken was: bama, internationalisering, evaluaties, associatie, structuurhervormingen en ga zo maar door… Die opstapeling heeft geleid tot vermoeidheid. Nu is de tijd gekomen om wat is opgebouwd duurzaam te maken, de hervormingen groei- en bloeikansen te geven, maar ook durven toetsen en bijsturen waar dat nodig is.” Nieuwsgierig “Op onderzoeksvlak streven we naar een evenwicht tussen verschillende onderzoekstypes. Het nieuwsgierigheids-
KORTNIEUWS Longkanker door cadmium Inwoners van Overpelt, Lommel en Balen lopen ruim vier keer meer kans op longkanker omdat ze in een gebied wonen dat vervuild is door cadmium. Dat blijkt uit een studie die de K.U.Leuven uitvoerde met de universiteiten van Louvain-La-Neuve en Hasselt en die verschenen is in The Lancet Oncology. “Voor het eerst kunnen we met harde cijfers aantonen dat er een verband bestaat tussen longkanker en milieuvervuiling met cadmium”, zegt professor Jan Staessens, die het onderzoek leidde. Tussen 1985 en 1989 namen de onderzoekers bodemstalen en urinemonsters van bijna 1.000 mensen. Het testgebied met hoge cadmiumblootstelling lag in de onmiddellijke omgeving van de drie Umicore vestigingen van Lommel, Balen en Overpelt. Een controlegroep woonde een eind van de zinkfabrieken vandaan in Hechtel-Eksel, waar de cadmiumblootstelling laag is. In de urine van de mensen die in de buurt van de Umicore-vestigingen woonden, werd gemiddeld 60 % meer cadmium gemeten. In de daaropvolgende vijftien jaar noteerden de onderzoekers het aantal kankergevallen. In het zwaar door cadmium vervuilde gebied kwamen 19 longkankers voor, waarvan 18 dodelijke. In de controlegroep registreerden de artsen slechts 3 longkankergevallen. “Volgens overlijdensstatistieken van de Vlaamse Gemeenschap mag je in die periode in elk van de onderzochte populaties ongeveer 5 gevallen verwachten. Wij noteerden er in de vervuilde zone maar liefst 19. Inwoners van de Umicore-gementen hebben dus vier keer zoveel kans op longkanker”, zegt Staessens. “Ze lopen bijna evenveel risico als iemand die rookt”.
(© Rob Stevens)
zeker niet minder waard.” “Verder maken we ruimte voor diversiteit. Naast de ondersteuning van grootschalige excellentiepolen willen we ook alle kansen geven aan beloftevolle en goed presterende kleinschalige onderzoeksgroepen en individuele onderzoekers. Als rode draad in het onderzoeksbeleid zie ik resultaatgerichtheid als beleidsstijl en hoofdprincipe in het bepalen van keuzes. Belangrijk daarin is dat het onderzoeksbeleid
“Daarmee heb ik een belangrijk thema van de verkiezingscampagne aangesneden: administratieve vereenvoudiging. Het spreekt vanzelf dat je die noodzakelijke ingreep niet op een klein halfjaartje kunt realiseren. Er zijn heel wat interne en externe factoren die administratieve overlast en bureaucratisering in de hand werken. De vereenvoudiging moet er onder meer komen door de dienstverlening van de administraties te professiona-
“De klemtoon moet nu weer komen te liggen op onderwijs géven, niet op onderwijs hervórmen. onderzoek is en blijft de basis van onze wetenschapsbeoefening. Dat was vroeger overigens ook zo. Vergeten we niet dat de middelen voor fundamenteel onderzoek de afgelopen jaren zelfs aanzienlijk gestegen zijn in onze universiteit. Dat is van vitaal belang voor onze toekomst. Voor een universiteit is fundamenteel onderzoek letterlijk het fundament. Als daar economisch valoriseerbare toepassingen uit voortkomen, is dat des te beter. We moeten daar zeker oog voor hebben. Ze kunnen het natuurlijke gevolg zijn maar zijn niet het prioritaire doel. En onderzoek dat daar niet toe leidt, is alleen dààrom
5
door een zo breed mogelijke groep gedragen wordt. Om dat te kunnen, moét je diversiteit bevorderen, niet alleen van onderzoekstypes en schaalgroottes maar ook van personen. Dat laatste zie je aan de nieuwe samenstelling van de Onderzoeksraad, die sinds 1 januari niet alleen zeven vrouwelijke hoogleraren telt maar eveneens verjongd is. Verder is een begin gemaakt met de vereenvoudiging van de administratie. Het aanvragen van een postdoctoraal mandaat, bijvoorbeeld, kost aanzienlijk minder papierwerk. Maar ik geef toe dat er nog heel wat te vereenvoudigen is.”
liseren en door knelpunten sneller te signaleren, maar ook door met de expertise die aanwezig is in de algemene diensten van de universiteit tot bij de ‘eindgebruikers’ te gaan, want die dienstverlening is voor hen bestemd. In dat verband werken we aan de ontwikkeling van administratieve ondersteuningscellen. Die cellen, bevolkt door specialisten, in een eerste fase met betrekking tot financiën, zullen vlot bereikbare aanspreekpunten zijn voor de gebruiker van administratieve processen. In dat verband is het ook belangrijk dat we ons administratief en technisch personeel erkennen
UZ bekroond De ‘Gert Noël Prijs’ bekroont jaarlijks een project van een Belgisch ziekenhuis dat heeft geijverd voor de kwaliteit van de ziekenhuiszorg op het vlak van luisteren naar, informeren en begeleiden van patiënten en hun families. Dit jaar bekroont het Fonds Gert Noël uitzonderlijk twee laureaten die elk de prijs ter waarde van 25.000 euro zullen ontvangen. De UZ Leuven is laureaat met het project ‘Koesterende en ontwikkelings-ondersteunende zorg op de neonatale intensieve afdeling’.
en waarderen voor hun professionele deskundigheid en inzet. Ik heb heel bewust de hele universitaire gemeenschap, dus ook het ATP, uitgenodigd op de openingsceremonie en de kerstreceptie, omdat ik dat een veelzeggend symbool vond voor die beweging naar een integratie van het volledige personeel van de universiteit. Alleen als we sàmen naar een bepaald doel werken, zonder achterhaalde grenzen en beschotten, kan het volle potentieel van onze mensen aangeboord worden.” pagina 6
6
nieuws
18.1.2006
campuskrant
Afdeling al tien jaar bij de grootste van Europa
Gynaecologische Oncologie krijgt belangrijk Europees certificaat Dat de Leuvense artsen en specialisten in heel wat domeinen tot de wereldtop behoren, is al lang geen nieuws meer. Ze hebben in de loop der jaren dan ook al heel wat prijzen en officiële erkenningen in de wacht gesleept. Daar heeft het multidisciplinair team Gynaecologische Oncologie nu nog eentje aan toegevoegd: hun dienst heeft onlangs het prestigieuze ESGO-EBCOG-certificaat kunnen behalen.
D
iensthoofd professor Ignace Vergote: “De European Society of Gynaecological Oncology reikt, in samenwerking met de European Board and College of Obstetrics and Gynaecology, sinds mei 2004 officiële erkenningen uit aan opleidingscentra Gynaecologische Oncologie over heel Europa. We zijn heel trots, want onze Leuvense dienst is nog maar de tweede die deze eer te beurt valt. In feite is dit certificaat een soort kwaliteitslabel, want zowel onze dienstverlening als onze opleiding werd grondig onderzocht. Bovendien werden we aan een visitatie onderworpen door buitenlandse experts. Je krijgt
zo’n erkenning dus niet zomaar in de schoot geworpen.” “De opleiding Gynaecologische Oncologie is bedoeld voor afgestudeerde gynaecologen. Na zeven jaar Arts en vijf jaar specialisatie Gynaecologie kunnen ze bij ons nog drie jaar verder studeren, waarna ze alles weten over de verschillende soorten kanker in hun specialisatiedomein. Vroeger kregen deze artsen na afloop van de opleiding enkel een attest van de K.U.Leuven, maar nu kunnen we ze een heuse titel met Europese uitstraling meegeven, wat natuurlijk alleen maar positief is voor hen.” “Of we verwacht hadden dat we het certificaat zouden halen? Eigenlijk wel.
Tenslotte zijn we al meer dan tien jaar één van de grootste en meest actieve centra in Europa op dit gebied. Waar we vooral om bekommerd waren, was of de visitatiecommissie ook de opleiding zelf goed zou vinden. Gelukkig waren ze heel enthousiast. Uiteraard gaan we nu heel hard ons best doen om het programma nog verder te optimaliseren, en daar kunnen onze artsen-in-opleiding van meeprofiteren. Over vijf jaar worden we opnieuw gecontroleerd, en we willen dat de kwaliteit dan nóg hoger ligt. Hoe dan ook is het goed voor de K.U.Leuven dat ze, als eerste Europese universiteit na Freiburg, ook deze pluim op haar hoed kan steken.” (tv)
vervolg pagina 5 Rector Vervenne, een halfjaar later CAMPUSKRANTQUIZ
EN DE WINNAAR IS… In elke Alumnikrant vond u het voorbije jaar drie vragen. Het antwoord op twee van die vragen kon u in de krant zelf vinden, het derde antwoord moest u elders gaan zoeken. Wie alle vragen correct beantwoordde, maakte kans op een prijs. Wie zes keer deelnam, en daarbij een foutloos parcours aflegde, maakte bovendien kans op de hoofdprijs: een vakantiecheque ter waarde van 500 euro. De juiste antwoorden op de vragen van vorige keer waren: 1. Het versturen van frauduleuze mails wordt phishing genoemd. 2. Op de eerste fossielenkeuringsdag kwam Tom Janssen met een ichtyosauriër aanzetten. 3. De naam van de studentenresidentie met adres Schapenstraat 37 is Holleberg. Uit de juiste inzendingen trok een onschuldige hand deze keer het deelnemingsformulier van Els Mols. Zij mag op de redactie een cheque van Vlaanderen Vakantieland ter waarde van 150 euro komen afhalen. In de vorige editie van onze quiz was er maar één deelnemer die aan alle afleveringen meedeed én alle vragen juist beantwoordde. Dit jaar waren er 26 lezers die dat klaarspeelden. Ook hier moest dus een onpartijdige hand aan te pas komen, en die trok de naam van Brecht Sabbe. Hij mag op de redactie een reischeque ter waarde van 500 euro komen oppikken. Gefeliciteerd!
“Daar komt bij dat we willen verderwerken aan een goede begeleiding van het personeel, onder meer door de functies goed in kaart te brengen, en door een betere opvang bij de indiensttreding. Dat laatste wordt vooral door het AAP/BAP zeer op prijs gesteld. Wat het bevorderingsbeleid betreft, willen we zorgvuldig letten op persoons- en domeinspecifieke aspecten en de juiste erkenning van de volledige opdracht die men behartigt. Ook het gelijke kansenbeleid krijgt expliciete aandacht. Een stuurgroep van deskundigen werkt aan een concreet plan voor het diversiteitsbeleid, dat trouwens zowel voor het personeel als de studenten zijn belang heeft.” Spurten “Iedereen heeft de afgelopen jaren een toegenomen werkdruk ervaren. Dat was vooral duidelijk op het vlak van het onderwijs. Er zijn veel initiatieven genomen, voornamelijk decretaal opgelegd, hoewel niet allemaal, met als gevolg een grote werkbelasting voor onze professoren, assistenten en medewerkers. Die druk kan alleen voelbaar afnemen als de onderwijsdiensten van de universiteit echt faciliterend optreden. Er is nu grote behoefte aan tijd en ruimte voor inhoudelijke zaken die onderwijs en vorming betreffen. Ook de correcte waardering van onderwijsprestaties moet de volle aandacht krijgen. Verder moeten de onderwijsdiensten zo goed mogelijke randvoorwaarden scheppen die de administratieve belasting doen afnemen. Je kunt misschien de vergelijking maken met een wielerwedstrijd. De afgelopen jaren hebben we constant gespurt. Nu wordt het tijd om het tempo wat te matigen, maar zonder uit de kop van het peloton te verdwijnen… Ik bedoel: we moeten duurzaam maken wat we hebben, en verbeteren waar nodig. De klemtoon moet nu weer komen te liggen op onderwijs géven, niet op onderwijs hervórmen.” IJzersterk “Een van de belangrijkste vernieuwingen van de afgelopen jaren was ongetwijfeld de oprichting van de Associatie. Die kan alleen succesvol zijn als de universiteit er de motor van is — de stuwende kracht dus, maar zonder het stuur alleen te willen vasthouden. Ik constateer dat er in de universiteit en de hogescholen een grote en spontane bereidheid bestaat om een reeks initiatieven in de schoot van de Associatie te doen slagen. Er zijn al heel wat samenwerkingsplatformen gegroeid,
vormen van interactie in de domeinen van onderwijs en onderzoek, waar alle betrokkenen hun voordeel uit zullen halen. Met de hogescholen en hun directies willen we op een volwaardige partnerbasis ernstig werken aan de opbouw van onze Associatie tot een echt web dat het hoger onderwijs op middellange termijn voelbaar ten goede zal veranderen. Bij die evolutie zullen niet alleen studenten en onderzoekers baat hebben maar ook de overheid die het hoger onderwijs financiert. Denk in dat verband maar aan de veel minder versnipperde onderwijsstructuren die mogelijk worden, aan het opstellen van gemeenschappelijke kwaliteitsnormen enzovoort. Dat heeft ook minister Vandenbroucke goed begrepen. Zijn nieuwe financieringsmodel-in-opbouw, waarin een rationele, op aantoonbare kwaliteit gebaseerde besteding van de middelen centraal staat, ontstaat overigens in nauw overleg met specialisten van de universiteit en de hogescholen. Binnen de Associatie moet synergie het leidende begrip zijn. Als ze die echt weet te realiseren, creëert ze een ijzersterke meerwaarde. Die kan natuurlijk verschillende vormen aannemen. Ik denk aan bepaalde onderwijsinitiatieven, aan de oprichting van de geassocieerde faculteit Industriële en Bio-wetenschappen, aan een intense wisselwerking tussen het fundamenteel gerichte onderzoek van de universiteit en het vraaggestuurd onderzoek van de hogescholen. Wat het toegepast onderzoek betreft, wijs ik er nog op dat K.U.Leuven R&D ook binnen de Associatie actief is, op zoek naar een verbinding van de mogelijkheden van het onderzoek met de noden van samenleving en bedrijfswereld.” Vertrouwen “In het studentenbeleid is de meest opvallende realisatie van de voorbije maanden wellicht het feit dat de sinds lang geuite wens om volwaardig te kunnen participeren aan het universiteitsbestuur realiteit is geworden. Er zetelen nu studenten in de Raad van Bestuur, de Groepsbesturen en de Faculteitsbesturen. De eerste ervaringen met onze student-bestuurders zijn trouwens zonder meer positief, in Leuven zowel als in Kortrijk. Daarnaast zijn projecten opgestart rond het in kaart brengen van de psychotherapeutische noden van studenten alsook projecten over de reële studiekost.” “De K.U.Leuven engageert zich ten volle voor haar Kortrijkse Campus. Het eigen onderwijsprofiel van deze
campus moet sterk gehouden worden. Kortrijk heeft ook een eigen roeping op onderzoeksgebied. De inbedding in de regio, die ook Henegouwen en NoordFrankrijk omvat, is van groot belang voor het opnemen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar de Campus Kortrijk is en blijft een integraal deel van de K.U.Leuven, zij het met gedelegeerde bevoegdheden, en met een duidelijk wederzijds engagement — en ik beklemtoon ‘wederzijds’. De groepen en faculteiten in Leuven zijn verantwoordelijk voor de subfaculteiten in Kortrijk.” “Wat onze ziekenhuizen betreft, wijs ik op de verdere structurele integratie van de Groep Biomedische Wetenschappen en in het bijzonder de Faculteit Geneeskunde en de UZ. Door gekruiste lidmaatschappen in elkaars bestuursorganen wordt een verdere optimalisering van de samenwerking haalbaar, wat voor iedereen beter is. Fundamenteel onderzoek, klinisch onderzoek, klinische expertise, opleiding interageren sterker. Die vertaling van diverse vormen van medische informatie ontwikkelt zich trouwens ook op onderzoeksvlak tot een afzonderlijk specialisatiedomein, de translationele geneeskunde. Het samengaan van een pluridisciplinaire aanpak, flexibiliteit en de verweving van bestuursstructuren, bevolkt door geresponsabiliseerde medewerkers die ook mede-bestuurders zijn, moet leiden tot een opgedreven kwaliteit in de dienstverlening, de opleiding en het onderzoek.” “Met betrekking tot de internationalisering van de K.U.Leuven is een stuurgroep opgericht, onder andere met vertegenwoordigers van de drie groepen. Daarnaast denk ik aan bepaalde ontwikkelingen binnen de universitaire ontwikkelingshulp, en op administratief vlak aan een clustering van de expertises van de Dienst Internationale Relaties en het Bureau Internationaal Onthaal, die samen een geïntegreerde dienst Internationale Relaties zullen vormen.” “Er zijn allicht nog beleidsgebieden die ik hier niet heb genoemd. In het korte bestek van dit gesprek heb ik slechts een aantal krachtlijnen kunnen vermelden. Maar het mag duidelijk zijn dat de nieuwe bestuursploeg gestadig aan het opbouwen is. Als we er tegelijk voor kunnen zorgen dat de universiteit een warme omgeving blijft, zowel voor de studenten als voor het personeel en onze buitenlandse gasten, dan mogen we de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien.”
campuskrant
onderzoeksbeleid
18.1.2006
7
EU-onderzoekscommissaris Potocnik en minister Moerman over de kansen van het Europese onderzoek
(© ingezonden)
Internationaliseren, mobiliseren, investeren
(© ingezonden)
Op 26 januari brengen Janez Potocnik (foto rechts), Europees commissaris voor onderzoek en wetenschap en Fientje Moerman (foto links), Vlaams viceminister-president en Vlaams minister voor economie, ondernemen, wetenschap, innovatie en buitenlandse handel, een bezoek aan de K.U.Leuven. Campuskrant legde hen vooraf enkele vragen voor over de toekomst van het Europese onderzoek. Het zal bijzonder moeilijk worden om de Lissabon-doelstellingen voor 2010 te halen. Wat zijn de grootste obstakels? Moerman: “De Vlaamse Regering heeft substantiële inspanningen gedaan om het overheidsbudget voor onderzoek en ontwikkeling geleidelijk aan op te trekken naar de 1 procent die voorzien was voor 2010. Maar het is duidelijk dat we dat doel tegen dan niet zullen halen. Ik maak me echter vooral zorgen over de afname van privé-investeringen in R&D, die we in de statistieken beginnen te zien. Voor Vlaanderen is het erg belangrijk om de juiste omgeving te creëren voor investeringen in R&D, ook voor buitenlandse bedrijven. De geografische concentratie van academisch talent in Vlaanderen is een belangrijk voordeel, dat we optimaal moeten benutten.” Potocnik: “Het klopt dat er wat ontgoocheling is ontstaan over de Europese Lissabon-strategie. Maar zonder die strategie zouden we er slechter aan toe zijn. Ik zie een mooie toekomst voor Europa als het kan evolueren van een resource-based, post-WOII economie naar een kenniseconomie. Die kennismaatschappij was al de kern van de Lissabonstrategie in 2000, maar toen was ze onderdeel van een ruim programma met hervormingen op zoveel vlakken dat het nog moeilijk was om te zien waar we naartoe wilden. Vorig jaar heeft de Europese Commissie voorgesteld om de Lissabon-strategie opnieuw scherp te stellen, door een echt partnerschap van de lidstaten te maken voor groei en jobs. Op 25 januari zal de Europese Commissie een eerste analyse van de werking van die nieuwe strategie publiceren.” Welke bijdrage verwacht u van de onderzoekswereld en meer bepaald van de Europese universiteiten zoals de K.U.Leuven? Moerman: “Universiteiten spelen een erg belangrijke rol in onze kennismaatschappij. Ik verwacht dat ze meer investeren in de economische en maatschappelijke valorisatie van hun onderzoek, en dat ze de belangrijke mogelijkheden die internationale samenwerking biedt ter harte nemen.” Potocnik: “Universiteiten integreren de drie pijlers van de kennismaatschappij: de verspreiding van kennis door onderwijs, het creëren van kennis door onderzoek, en de toepassing van kennis door innovatie. Maar het volstaat niet langer om die functies alleen maar te vervullen: men moet er uitmuntendheid in nastreven, om zo te tonen dat men kan beantwoorden aan de behoeften van de economie en de verwachtingen van de maatschappij.” “Eén van de manieren om excellentie te bevorderen, zeker op het vlak van
R&D, is competitie. Er kan een nieuwe dynamiek ontstaan door die competitie op Europees niveau te creëren. Daarom is er ook zoveel steun voor de oprichting van een Europese Onderzoeksraad, een revolutionair initiatief op Europees niveau. Deze Raad, geleid door tweeëntwintig eminente wetenschappers, zal de beste onderzoeksteams financieren, gebaseerd op peer review met maar één criterium: wetenschappelijke uitmuntendheid.” Stel: we slagen erin een onderzoeksgemeenschap met briljante onderzoekers tot stand te brengen. Hoe zou u hun enthousiasme aanwakkeren en welke concrete voorstellen zou u doen op het vlak van statuten en salaris? Potocnik: “Er is geen onderzoek zonder onderzoekers. Al ons gepraat over een kenniseconomie zou nutteloos zijn als we de onderzoekers niet het gevoel
sen geven om hun HR-beleid te veranderen, bijvoorbeeld door nationale en internationale mobiliteit te stimuleren, en vacatures internationaal te publiceren. Heel wat ongeschreven regels met eerder negatieve gevolgen zouden verminderd moeten worden. Ik wil de academische autoriteiten en de onderzoekers zelf actief betrekken bij deze veranderingen.”
Chinezen
Hoe denkt u dat onderzoekers denken over brain-gain en het beleid rond mobiliteit? Moerman: “Toen ik in oktober de VS bezocht voor een ontmoeting met Vlaamse onderzoekers die daar werken, was ik erg onder de indruk van hun potentieel én van hun actieve interesse om terug te keren naar Vlaanderen. Met het Odysseus-programma hebben we een eerste belangrijk instrument gecreëerd om die terugkeer te vergemakkelijken
Potocnik: “Er lijkt een zekere aversie voor groei te zijn in Europa.” Moerman: “Het is mijn bedoeling om van internationale mobiliteit een hoeksteen van de academische carrière te maken.” zouden geven dat ze waardevol werk verrichten. Dat doen we door middel van financieringsprogramma’s voor individuele onderzoekers, de populaire Marie Curie Acties. Maar we doen meer dan dat. We hebben een Europese portaalpagina voor onderzoeksvacatures in de hele EU. Er is een netwerk van meer dan tweehonderd mobiliteitscentra die onderzoekers helpen als ze op een andere plaats gaan werken. En we reiken Descartes Prijzen uit om onderzoekers te belonen die samenwerken op Europees niveau en voor succesvolle communicatie over wetenschap. Verder ondersteunen we tal van initiatieven die wetenschap en maatschappij dichter bij elkaar brengen, en die een wetenschappelijke carrière aantrekkelijk maken voor jonge mensen. De Commissie heeft ook een European Charter of Research en een European Code of Conduct voor de recrutering van onderzoekers gepresenteerd, die tot mijn genoegen steeds meer toegepast worden door Europese onderzoeksorganisaties in de hele Europese Unie. Moerman: “Ik ben een grote voorstander van dat Europese charter, dat de basisrechten- en plichten van onderzoekers bepaalt. De toepassing van de principes ervan zal de status van een onderzoekscarrière in Vlaanderen verbeteren en Vlaanderen aantrekkelijker maken voor internationale onderzoekers. Ik wil onze universiteiten impul-
en te financieren. Het is mijn bedoeling om van internationale mobiliteit een hoeksteen van de academische carrière te maken, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat onderzoekers die naar het buitenland trekken alle mogelijkheden krijgen om terug te keren naar Vlaanderen en geen nadeel ondervinden bij hun thuiskomst. Vanuit mijn eigen ervaringen kan ik alleen maar benadrukken dat een periode in het buitenland onverwachte nieuw horizonten opent en de onderzoeker in contact brengt met nieuwe methodes en culturen. Mobiliteit moet zoveel mogelijk aangemoedigd worden.” Hoewel er in Europa uitmuntend onderzoek verricht wordt, slaagt het er niet in meer innovatieve groeibedrijven op te richten. Waarom zien we in Europa niet meer start ups door Chinezen en Indiërs? In de VS is één op vier high tech bedrijven door een Chinese of Indische onderzoeker opgestart. Potocnik: “Het probleem ligt niet zozeer bij de opstart, maar bij de groei. Ondernemingskapitaal lijkt makkelijk beschikbaar voor nieuwe bedrijven met veelbelovende toepassingen of diensten. Maar de problemen beginnen vaak bij de financiering van de volgende fase. Daar zijn verschillende redenen voor, waarvan er één van culturele aard is: er lijkt een zekere aversie voor
groei te zijn in Europa. Er is wel heel wat politieke en publieke steun voor kleine en middelgrote bedrijven, ook in de onderzoeksprogramma’s van de EU. Dat is goed, want KMO’s, en zeker hightech KMO’s, zijn heel belangrijk voor een dynamische economie. Maar de belangrijkste motoren van innovatie zijn toch de grotere bedrijven. Hun rol op het vlak van R&D wordt echter minder ondersteund in Europa. Trouwens, het lage aantal middelgrote tot grote innovatiebedrijven in Europa vergeleken met de VS is één van de verklaringen voor de befaamde Europese paradox: dat we relatief goed zijn in onderzoek, maar slecht in het commercialiseren van de resultaten.” “De reden waarom we in Europa minder Chinese en Indische onderzoekers een bedrijf zien opstarten heeft te maken met het integratiebeleid. In de VS zijn geïmmigreerde onderzoekers verantwoordelijk voor een groot deel van het onderzoek. De Commissie heeft onlangs een beleidsdocument gepresenteerd waarin gepleit wordt voor een actiever immigratiebeleid gericht naar hoogopgeleiden, waaronder onderzoekers. Het verschil met de VS zal waarschijnlijk zijn dat de EU altijd meer aandacht zal besteden aan de terugkeer van die mensen naar hun land van origine. Daarom hebben we het ook liever over brain circulation dan over brain drain of brain gain.” Tot slot: als u zelf onderzoeker zou zijn, welk probleem zou u dan willen onderzoeken? Moerman: “Ik zou me richten op de oorzaken van de toename van het aantal gevallen van borstkanker bij vrouwen, en de conclusies voor het preventiebeleid.” Potocnik: “Ik ben onderzoeker geweest en heb aan het hoofd gestaan van een instituut voor macro-economisch onderzoek in Slovenië. Tegen die achtergrond en in functie van mijn huidige verantwoordelijkheden lijkt het me interessant om het verband tussen onderzoek en de algemene evolutie van de economie en onze maatschappij te onderzoeken.” “Daarnaast ben ik onder de indruk van de wetenschappers die oplossingen zoeken om het leven op deze planeet houdbaar te maken. Om een voorbeeld van een nijpend probleem te noemen: het energievraagstuk. Het Europese onderzoek naar kernfusie is goed georganiseerd en staat wereldwijd aan de top. Maar we zitten nog niet verder dan het niveau van beloftevol onderzoek. De dag waarop we met kernfusie de zuivere energie kunnen produceren die we nodig hebben, zal iets van een copernicaanse revolutie hebben.” http://www.kuleuven.be/potocnik/
8
diversiteit
18.1.2006
campuskrant
Vice-rector Maex en Gelijkekansenadviseur Van Huffel stellen plannen voor
“Bewustwording belangrijker dan quota”
Sabine Van Huffel (© Rob Stevens)
P
rofessor Karen Maex kent haar rectoraal adviseur Sabine Van Huffel al jaren — beiden zijn verbonden aan de ingenieursfaculteit. Nu aan de titel van rectoraal adviseur voor gelijke kansen de bevoegdheid ‘diversiteit’ werd toegevoegd, moeten beide dames de komende jaren het beleid uittekenen voor drie doelgroepen: gender, personen met functiebeperkingen en allochtonen. “Maar we willen het toch ook breder zien dan die drie groepen”, zegt Karen Maex meteen. “De cultuur van de organisatie moet veranderen, we willen af van de oude bedrijfscultuur. Het moet bij iedereen doordringen dat diversiteit een rijkdom is, zodat er overal, bij elke commissie, automatisch rekening mee wordt gehouden. Ons uiteindelijke doel is een inclusief beleid, dat het werken met doelgroepen overbodig heeft gemaakt.” Sabine Van Huffel: “We merken bijvoorbeeld nog vaak dat mannen de gender-initiatieven als een drukkingsmiddel tégen hen zien, en dus gaan ze die soms tegenwerken. Zij moeten beseffen dat zo’n diversiteitsbeleid voor iederéén een meerwaarde kan zijn: flexibiliteit voor persoonlijke noden is niet alleen voor vrouwen interessant, ook mannen kunnen daar, voor mantelzorg, voor deeltijds werken, enzovoort, hun voordeel uit halen. En de universitaire gemeenschap als geheel vaart er wel bij. Nu wordt een vrouwelijk ZAP-lid dat vier vijfde gaat werken nog vaak scheef bekeken. Men denkt: ‘Die haakt af.’ Maar als je als vrouw deeltijds gaat werken, bijvoorbeeld voor ouderschapsverlof, dan voel je je veel beter in je vel, en werk je bijgevolg veel efficiënter.” “Het voordeel van de uitbreiding van mijn bevoegdheid van gender naar de drie doelgroepen heeft alleen maar voordelen. De studenten bijvoorbeeld waren zes jaar lang nauwelijks betrokken bij de gender-problematiek omdat dat voor hen geen heet hangijzer was. Nu willen ze wél heel actief meewerken: acties rond personen met functiebeperkingen en allochtonen liggen bij hen ook heel gevoelig.” Maex: “Er zal nu zeker niet minder aandacht naar de genderproblematiek gaan, zoals sommigen vrezen, omdat er twee doelgroepen zijn bijgekomen. Integendeel, ik ben ervan overtuigd dat de wisselwerking tussen de verschillende problematieken net een versterkend effect zal hebben op het geheel, het zal de samenhorigheid versterken.” De juiste deuren Zolang er maar specifieke acties voor de verschillende doelgroepen opgezet worden. Sabine Van Huffel: “Jong academisch personeel moet bijvoorbeeld gestimuleerd worden om deel te nemen aan bevorderings- en benoemingsprocedures. Samen met Sein (Universiteit Hasselt) hebben we een coaching-programma
Tijdens zijn eerste openingstoespraak als rector maakte Marc Vervenne het meteen duidelijk: gelijkheid van kansen en diversiteit zijn geen loze woorden voor de nieuwe beleidsploeg. De man/vrouwverhouding moet — vooral binnen het ZAP — meer in evenwicht raken, en er moet meer aandacht komen voor allochtonen en voor personen met functiebeperkingen. Wat dat nu concreet inhoudt, vroegen we aan de tandem Karen Maex en Sabine Van Huffel, respectievelijk vice-rector bevoegd voor diversiteit en rectoraal adviseur Gelijke Kansen en Diversiteit. “De nieuwe bestuursploeg staat voor een beleid dat de mens centraal stelt. Dat beleid is voor ons geslaagd als de universitaire gemeenschap diversiteit als een verrijking gaat beschouwen.” Wouter Verbeylen specifiek voor vrouwen uitgewerkt — vier sessies met concrete en handige tips — dat al uitgetest is en succesvol gebleken. Daarom herhalen we dit programma maar tegelijk werken we samen met de personeelsdienst ook aan een coachingprogramma dat zowel voor vrouwen als voor mannen openstaat: ook mannen vinden vaak hun weg niet. We willen bijvoorbeeld een netwerk van mentoren verder uitbouwen: dat zijn ervaren ZAPleden die jongere collega’s wegwijs maken, die hen behoeden voor misstappen uit onwetendheid, die hen leren netwerken, enzoverder. Dat soort acties bewijst ook hoever je al kan geraken met enthousiasme alleen: die mentoren kosten niets, zij doen dat op vrijwillige basis.” Maex: “Bovendien kunnen we, omdat ik zowel voor diversiteit als voor personeelsbeleid bevoegd ben, dat soort maatregelen nu veel gemakkelijker op elkaar afstemmen.”
“We moeten er wel rekening mee houden dat we binnen ons doelgroepenbeleid niet overal even ver staan. Op vlak van gender hebben we al een hele weg afgelegd, maar voor personen met functiebeperkingen is dat minder het geval. Vooral de implementatie van concrete voorstellen liet vaak te wensen over. Er bestond bijvoorbeeld een coördinatiegroep rond toegankelijkheid van gebouwen die er in ’99 mee is opgehouden omdat ze te weinig steun hadden. Nu ze merken dat het universiteitsbestuur volledig achter hen staat, springen ze weer mee op de kar.” Van Huffel: “Over allochtonen zijn we het meest onwetend, dat moeten we durven toegeven. Maar tegelijkertijd merken we daar net een heel grote nieuwsgierigheid: we willen allemaal de ervaringen en problemen van allochtone studenten leren kennen, we hebben de experts in huis die het beleid
Karen Maex (© Rob Stevens) wetenschappelijk kunnen ondersteunen.” “We willen vooral aan de juiste deuren aankloppen, mensen bij het beleid — de adviesraden, de werkgroepen, de stuurgroep — betrekken die constructief en enthousiast bezig zijn, ongeacht waar ze op de ladder staan binnen de hierarchie van de universiteit, ongeacht of ze student, ATP-lid of professor zijn.” Waarop mogen we het diversiteitsbeleid van de huidige bestuursploeg afrekenen? Meer vrouwelijke professoren, meer allochtonen? Maex: “Ik hou niet van het vooropstellen van quota, dat is in het verleden altijd nefast gebleken. Voor gender geloof ik bijvoorbeeld in de werkwijze die we nu hanteren: zoek waar de competente vrouwen zitten en betrek hen bij het beleid, bij de samenstelling van raden. Dat heeft meteen effect, dat verandert meteen de sfeer. En in het algemeen moeten we het besef kweken dat diversiteit geen probleem is, maar een verrijking. Zoals ik al zei: het bewustzijn veranderen is volgens mij veel belangrijker dan quota vastleggen. Opvolgen, dat moeten we uiteraard wel doen!”
Erasmus Mundus in Adapted Physical Activity
“Ik wil de ontwikkeling van kinderen met hiv helpen verbeteren” Dit academiejaar startten 32 studenten uit 23 verschillende landen met het Erasmus Mundus Master programma in Adapted Physical Activity, georganiseerd door vier Europese universiteiten, waaronder de K.U.Leuven. Deze opleiding richt zich op de verschillende aspecten van aangepaste fysieke activiteiten voor patiënten met een handicap. Eén van de buitenlandse studenten die het programma volgt, is Oswell Khondowe uit Zambia. Hij studeerde eerder al in Zuid-Afrika en voor het Erasmus Mundus programma verbleef hij ook een semester aan de universiteit van Oslo. Sara Reymen
O
swell heeft zo zijn redenen om voor dit programma te kiezen: “Ik ben erg geïnteresseerd in de motorische en cognitieve ontwikkeling van kinderen. De zuidelijke regio’s in
Afrika kennen het hoogste aantal hivbesmettingen ter wereld. Eind 2002 waren er al meer dan een miljoen kinderen geboren met hiv. Kinderen die besmet zijn, kunnen motorische en cognitieve achterstand oplopen. Daaromtrent zijn nog weinig of geen studies gevoerd. Ik wil graag een programma uitwerken dat zich richt op de verbetering van de ontwikkeling van kinderen die met hiv geboren zijn. Dankzij deze opleiding ben ik alvast in staat om dat op een academisch gefundeerde manier te doen.” Oswell is heel positief over de verwelkoming en de gastvrijheid in Leuven: “Je krijgt hier veel hulp en bijna alles is geregeld als je aankomt. Je weet waar je naartoe moet. Ook de voorzieningen zijn zeer goed. Ik ben ook enthousiast over de kwaliteit van het onderwijs: alle lessen worden gegeven door zeer bekwame proffen. Bovendien worden alle behandelingen goed uitgelegd en is de opleiding heel praktisch.” En zijn er ook negatieve kantjes aan zijn verblijf hier? “De bibliotheek sluit wel heel erg vroeg! In Zuid-Afrika kan je er tot in de late uurtjes blijven studeren.” Met de Belgische studenten in zijn residentie heeft Oswell een goede relatie. Onder zijn studiegenoten is er maar één Belg. Zijn eerste indruk van onze land-
(© Rob Stevens)
genoten was wel een beetje gekleurd: “Ik wist niet echt wat ik van de Belgen moest verwachten… Een eerste probleem bleek toch wel de communicatie te zijn… Dat merkte ik al op de luchthaven. Mensen willen je wel helpen, maar de taal is duidelijk een grote barrière.” http://www.erasmusmundus.be/
campuskrant
spin-off
18.1.2006
9
3D-technologie van spin-off steeds populairder in filmindustrie
Eyetronics geeft Hollywood een extra dimensie Madame Tussaud’s in digitale vorm: zo beschrijft CEO Dirk Callaerts de 3D scanning solutions van Eyetronics, een spin-off van het Departement Elektrotechniek. Op een eenvoudige en snelle manier zet Eyetronics digitale 2D-foto’s om in 3D-beelden. De technologie heeft tal van toepassingen, waarvan die in de filmindustrie het meest in het oog springen. Hollywood maakt namelijk gretig gebruik van de diensten van het bedrijf: Eyetronics stond op de credit list van recente topproducties als Batman Begins, Charlie & The Chocolate Factory en The Legend of Zorro. En binnenkort in a theatre near you: de rampenfilm Poseidon en de sciencefictionfilm Zathura, beide mét Eyetronics-bijdrage. Reiner Van Hove
D
rie jaar geleden (Campuskrant jg. 14, nr. 11) beschreef Callaerts in Campuskrant de ShapeSnatcher-technologie van Eyetronics. De 2D-beelden worden gemaakt met een ShapeCam: een draagbaar frame waarop één digitale camera en twee flashes gemonteerd zijn, één gewone flash, en één gridflash die een fijn rooster projecteert op de persoon of het object. De vervormingen van dat rasterpatroon worden met ShapeMatcher-software in 3D-beelden omgezet, die in een volgende stap geanimeerd kunnen worden. Het systeem is makkelijk verplaatsbaar en levert bliksemsnel resultaten. Logisch dus dat de special effects-bedrijven in Hollywood, waar time nog meer dan elders money is, interesse toonden. Bovendien kan het bedrijf anno 2006 nog beter inspelen op die vraag naar efficiënt tijdsgebruik. Callaerts: “We hebben een nieuwe, snellere techniek ontwikkeld. De persoon die ingescand moet worden, neemt plaats op een platform dat rondgedraaid kan worden. Van op acht vaste posities wordt er met een beamer een patroon geprojecteerd en vervolgens een serie foto’s genomen. Zo krijgen we acht puzzelstukjes die we — doordat we de foto’s nu vanaf geijkte punten nemen — nog sneller dan vroeger tot een 3D-beeld kunnen omvormen.” “Ook het scannen zelf gaat veel sneller. Met de ShapeCam nam een full body scan een kwartier in beslag, met de platformtechniek nog maar twee minuutjes. Dat betekent dus nog meer luxe voor de acteur. De meeste acteurs die we scannen, reageren sowieso wel positief, maar we hebben er toch ooit eentje gehad — ik ga zijn naam niet noemen — die klaagde: ‘Dit is het stomste dat ik ooit heb moeten doen: gewoon stilstaan.’ Een ander voordeel is dat we nu sneller een grote groep mensen fotograferen. Voor Poseidon, een remake van de rampenfilm The Poseidon Adventure, hebben we op één dag maar liefst 95 mensen gescand.” Zoo gekiekt Een aloude Hollywood-regel zegt dat je nooit mag werken met kinderen of dieren, omdat je je daarmee onvermijdelijk een hoop moeilijkheden op de hals haalt. Maar digitale 3D-modellen van die kinderen en dieren zijn uiteraard al een pak makkelijker te regisseren. Voor The Legend of Zorro maakte
langs hebben we wel al meegewerkt aan de clip voor de Clouseau-single Ik zie de hemel. We maakten scans van Koen en Kris Wauters, die in de clip als marionettenpoppen door verschillende decors vliegen.”
Voor de film Racing Stripes — over een zebra die een racepaard wil worden — kiekte Eyetronics een halve dierentuin: acht paarden, zes zebra’s, een pony, een geit, een hond en een pelikaan. (© Eyetronics)
Eyetronics niet alleen scans van hoofdacteurs Antonio Banderas en Catherine Zeta-Jones, maar ook van Zorro’s paard Tornado, dat daardoor zowaar in volle galop op een rijdende trein kon
getraind om ja te knikken, terwijl wij natuurlijk net wilden dat het zijn hoofd stilhield. Je moet ook opletten waar je gaat staan als je foto’s maakt van dieren. Paarden kunnen je een achter-
“Als iemand een orthodontische ingreep moet ondergaan — verplaatsing van het kaakbeen of correctie van een hazelip bijvoorbeeld — dan kan een 3D-simulatie een idee geven van hoe die persoon er na de operatie zou uitzien.” springen. En voor de film Racing Stripes — over een zebra die een racepaard wil worden — kiekte Eyetronics een halve dierentuin: acht paarden, zes zebra’s, een pony, een geit, een hond en een pelikaan. “Ook voor ons is werken met dieren een pak moeilijker”, vertelt Callaerts. “We gebruiken flitsen en daar reageren die dieren natuurlijk op. Er is meestal wel een trainer aanwezig om het dier stil te houden. Maar dan nog kom je soms voor onverwachte problemen te staan. Eén van de paarden die we voor Racing Stripes scanden, was bijvoorbeeld
waartse trap verkopen, en zebra’s zelfs zijwaartse trappen, die ze in de natuur gebruiken om aanvallen van leeuwen af te ketsen. Een bijkomende moeilijkheid bij de zebra’s was dat we de beelden die we maakten heel nauwkeurig op elkaar moesten plakken om het strepenpatroon te doen kloppen.” Op het cv van Eyetronics staat inmiddels een hele rist Hollywood-films, en mogelijk komen daar binnenkort ook enkele Belgische titels bij: “We hebben gesprekken met een drietal Belgische filmmakers, maar daar kan ik momenteel nog niets meer over vertellen. On-
Romance in 3D De dienstverlening in Hollywood is voor Eyetronics een manier om cashflow en naamsbekendheid te genereren. In 2001 werd een eenmansbijhuis in Los Angeles opgericht, dat vijf jaar later twaalf mensen tewerkstelt. Het moederhuis in Leuven concentreert zich verder op onderzoek en productontwikkeling. Callaerts: “De voorbije jaren hebben we een aantal toepassingen voor specifieke markten ontworpen. Voor de body correction studio InfraLigne hebben we een scanner gemaakt waarmee — accurater dan met een lintmeter — verschillende lichaamsmaten berekend kunnen worden. En er zijn nog andere applicaties in de medische wereld. Als iemand een orthodontische ingreep moet ondergaan — verplaatsing van het kaakbeen of correctie van een hazelip bijvoorbeeld — dan kan een 3D-simulatie een idee geven van hoe die persoon er na de operatie zou uitzien.” “Verder hebben we ook een FaceScanner ontwikkeld waarmee we binnen de minuut een scan van een gezicht kunnen nemen. Het resultaat kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor computergames, of om glazen sleutelhangers met een ingebrand 3D-model of merchandise-poppetjes te maken. Dat laatste hebben we al gedaan met David Beckham en andere spelers van grote voetbalclubs als Barcelona, Real Madrid en Manchester United.” De ontmoetingen met sterren van het kaliber Beckham zijn leuke extratjes voor Callaerts, en hij suggereert dat die beroemdheden er soms ook zelf hun voordeel mee doen: “Voor de film Lara Croft – Tomb Raider II hebben we een 3D-versie van Angelina Jolie gemaakt. Toen we later Brad Pitt moesten scannen voor Troy, hebben we hem de beelden van Jolie getoond, en wij denken graag dat de romance tussen die twee zo begonnen is (lacht).” http://www.eyetronics.be Op http://www.ftchamps.com/ is te zien hoe de merchandise-poppetjes van voetballers tot stand komen (klikken op ‘El secreto de los FT Champs’).
Ontdek jezelf. Begin bij de infodagen K.U.Leuven Zaterdag 11 maart, 18 maart en 25 maart 2006.
10
zeswekelijkse
bijlage voor oud-studenten
18.1.2006
campuskrant
– alumnikrant –
11 l e e r s t o e l e n - o p - n a a m – 12 l i v i n g s t o n e – 13 u n i v e r s i t e i t d e r d e l e e f t i j d
Alumni Lovanienses vzw
Beste Alumni, Campuskrant, het tijdschrift van de K.U.Leuven voor studenten, personeelsleden en alumni, wordt één keer per jaar verstuurd naar alle oud-studenten. Deze editie, met een oplage van 125.000, richt zich tot zowel de ongeveer 28.000 oudstudenten die in 2005 aangesloten waren bij één van onze alumniverenigingen als tot de andere 97.000 oud-studenten. Hiermee laat de K.U.Leuven zien dat zij de band met haar afgestudeerden erg belangrijk vindt en dat zij hen graag op de hoogte wil houden van de wetenschappelijke, onderwijskundige, sociale en culturele ontwikkelingen binnen de Alma Mater. U was als student nauw betrokken bij de belichaming van de universiteit, en deze oude band wensen we opnieuw aan te halen. Indien u lid wenst te worden van één van de alumnikringen, kunt u daarvoor terecht op http://www. alum.kuleuven.be/verenigingen. htm. Op http://www.alum.kuleuven.be/lidworden.htm of elders op deze pagina verneemt u welke voordelen het lidmaatschap van Alumni Lovanienses inhoudt. Uw lidmaatschap stelt Alumni Lovanienses in staat haar acties uit te voeren, en betekent voor de K.U.Leuven een sterke ondersteuning in haar ambitie om één van de beste universiteiten van Europa te zijn en te kunnen blijven. De vereniging Alumni Lovanienses hoopt dat we op uw steun mogen rekenen en wenst u veel succes bij de realisatie van uw wensen in het jaar 2006, namens het Dagelijks Bestuur van Alumni Lovanienses vzw – K.U.Leuven Karel Vinck, voorzitter Prof. ir. Yvan Verbakel, algemeen en financieel beheerder Professor Mart Buekers, afgevaardigde van de rector Professor Toni Lerut, bestuurslid Erik Gobin, secretaris
Omdat oud-studenten belangrijk zijn Alumni Lovanienses, de overkoepelende oud-studentenvereniging van de K.U.Leuven, groepeert 32 alumniverenigingen, en houdt al sinds 1968 de inmiddels meer dan 129.000 oud-studenten op de hoogte van het reilen en zeilen aan de universiteit.
D
e K.U.Leuven beschouwt haar afgestudeerden als ambassadeurs van de universiteit, en vindt het heel belangrijk dat het contact wordt onderhouden, niet alleen tussen de alumni onderling maar eveneens tussen de universiteit en de oud-studenten. Alumni Lovanienses beheert het adressenbestand van de oud-studenten, coördineert de contacten tussen de 32 alumniverenigingen en werkt mee aan informatiesessies voor aspirant-studenten. Daarnaast organiseren de alumniverenigingen en Alumni Lovanienses allerlei activiteiten om de band tussen de oud-studenten en de Alma Mater te versterken, zoals concerten, reünies en reizen. Ook verzorgt Alumni Lovanienses de administratie voor Universiteit Derde Leeftijd Leuven. Permanente vorming staat bovenaan in het dienstenpakket dat de verschillende alumniverenigingen aanbieden, naast het organiseren van bijeenkomsten waarop je je oude studiegenoten terug kan ontmoeten. Voor een overzicht
van de verschillende mogelijkheden kan je terecht op http://alum.kuleuven. be. Alumni Lovanienses beschikt ook over een afgeschermde portaalsite op internet (http://alumni.kuleuven.be), die het mogelijk maakt om jaargenoten op te zoeken in het alumnibestand. Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in je vakgebied, het wetenschappelijk onderzoek aan de K.U.Leuven, de aanpassingen aan de studieprogramma‘s en de alumniwerking? Dat kan via de facultaire tijdschriften en via Campuskrant, het tijdschrift van de K.U.Leuven, dat je als alumnilid zeven keer per jaar ontvangt. In totaal verschijnt Campuskrant 14 keer per jaar, en zowel leden als niet-leden kunnen zich opgeven om na het verschijnen van élk van die 14 nummers een link te ontvangen naar de elektronische versie van Campuskrant (
[email protected]) via de driewekelijkse elektronische nieuwsbrief (http://alum.kuleuven.be/nieuwsbrief) met nieuws van de K.U.Leuven en de facultaire alumniverenigingen.
Info: Erik Gobin, Coördinator Alumni Lovanienses vzw, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (t) 016 32 40 01,
[email protected] of Alumni.
[email protected], http:// www.alum.kuleuven.be. Iedere oud-student van de K.U.Leuven kan lid worden via de verschillende alumnikringen, raadpleeg hiervoor http://alum.kuleuven.be/verenigingen.htm. Giften van 30 euro of meer worden dankbaar aanvaard. Zij kunnen worden gestort op de rekening van de K.U.Leuven 432-0000011-57, met vermelding van ‘gift Alumni Lovanienses’. Een attest voor fiscale vrijstelling wordt u toegestuurd.
Alumni in cijfers Alumni Lovanienses is de koepelvereniging voor 32 facultaire alumniverenigingen Aantal alumni in het centrale adressenbestand: 154.474 Aantal bereikbare alumni: 128.681 Aantal betalende leden: 27.669 Aantal e-mailadressen: 42.274
Voordelen Alumnileden Lid worden van Alumni Lovanienses biedt een aantal interessante voordelen:
een abonnement op de edities van Campuskrant met alumnibijlage (ofwel 7 van de 14 nummers per jaar)
20% korting op cursussen in het LUDIT (Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica)
toegang tot universiteitsrestaurant Faculty Club in het Groot Begijnhof ((t) 016 32 95 00)
een lidkaart voor de universiteitsbibliotheek (i.p.v. 25 euro per bibliotheekbezoek)
sportkaart van de K.U.Leuven voor 50 euro i.p.v. 85 euro
korting voor sommige concerten van het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant STUK-kaart van Kunstencentrum STUK voor 9 euro i.p.v. 15 euro
korting voor culturele activiteiten georganiseerd door de K.U.Leuven
korting voor concerten van het Leuvens Alumni Orkest
driewekelijkse elektronische nieuwsbrief
toegang tot de alumnidatabank (via http://alumni.kuleuven.be/) waarin u uw eigen gegevens kan aanpassen én uw jaargenoten opsporen
Permanente vorming: een selectie De K.U.Leuven biedt heel wat mogelijkheden om ook na je studies op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen in je vakgebied. Permanente vorming maakt het mogelijk je kennis te actualiseren, te verdiepen of te verbreden. We zetten alvast enkele langlopende vormingsprogramma’s in de kijker die dit semester van start gaan. Wie na zijn studies in de openbare sector belandde, kan bij het Instituut voor de Overheid vanaf deze maand terecht voor de opleiding Personeelsmanagement bij de overheid. Het programma is bedoeld voor iedereen die verantwoordelijk is voor personeelsmanagement in een openbaar bestuur, of voor wie een dergelijke functie ambieert. Tijdens zeven opeenvolgende vrijdagen krijg je in-
zicht in de basisvisie en de belangrijkste instrumenten van het Human Resources Management, met aandacht voor de mogelijkheden en beperkingen die eigen zijn aan de sector. Er wordt uitgegaan van de HRM-cyclus: selectie, prestatie, beoordeling, beloning en ontwikkeling, die meteen ook de basismodules van het programma vormen. Het Centrum voor Postacademische vorming Lucina zorgt dan weer voor een aanvullende opleiding tot coördinator voor preventieadviseurs (in maart). In deze opleiding gaat de aandacht niet alleen uit naar het juridisch kaderen van het veiligheidsdenken, maar leert men ook werken met concrete coördinatie-instrumenten. Aan de hand van theoretische denkkaders en praktijkgetuigenissen worden nuttige aandachtspunten en goed hanteerbare praktische tools aangebracht. De organisatoren richten zich tot iedereen die coördinator wil worden voor tijdelijke of mobiele werkplaatsen. Het Departement Computerweten-
schappen organiseert in februari een week lang een intensieve en geavanceerde cursus Secure Application Development. Deze opleiding is bedoeld voor deelnemers met een degelijke achtergrond in software ontwikkeling: zowel software architecten, programmeurs en ontwerpers als testers en projectbeheerders dus. Experts uit de academische wereld en het bedrijfsleven zullen aandacht besteden aan beveiligingstechnologieën, de veiligheid van software infrastructuur en de impact van beveiliging op het ontwikkelingsproces. Het Universitair Pastoraal Navormingscentrum kaapt alvast de prijs voor het mooiste decor weg: zij organiseren een intensieve vormingsweek volwassenencatechese in de abdij van Chimay. Iedereen met een sterke interesse kan zich inschrijven, maar vooral begeleiders van catechesegroepen, pastoraal verantwoordelijken en vormingsmedewerkers worden verwacht. De week staat in het kader van de zoektocht naar een kwaliteitsvolle volwassenencatechese
in een context van bezinning en gebed. De nadruk zal liggen op participatie en interactie tussen de deelnemers en er wordt nagedacht over de toepasbaarheid van de reflecties voor de Vlaamse kerk. Ook de wetenschappers komen niets te kort. Het Universitair Centrum voor Statistiek biedt verschillende praktijkgerichte cursussen aan die modulair zijn opgebouwd, zodat men zelf een gepast programma kan samenstellen. In de basiscursus ligt de nadruk op het kiezen van geschikte statistische methodes en het trekken van concrete conclusies uit de verkregen resultaten. Na de basiscursus kan men kiezen uit een vervolgcursus statistiek toegepast met Statistica of toegepast met SAS. Iedereen die op een praktische manier zijn kennis van statistiek wil bijschaven of opfrissen, is welkom. (sr) Voor meer informatie over permanente vorming: Dienst Permanente Vorming K.U.Leuven, Krakenstraat 3 http://www.dpv.kuleuven.be
campuskrant
–alumnikrant –
18.1.2006
Inhuldiging van de Huub en Imelda Spierings Leerstoel. (© Rob Stevens)
11
Inhuldiging van de Serono Chair.
Inhuldiging van de Varian Chair.
(© ingezonden)
(© Rob Stevens)
Nieuwe leerstoelen-op-naam ingehuldigd
Drie keer een ‘perfect match’ Sinds 1982 kunnen bedrijven en privé-personen aan de K.U.Leuven een leerstoel-op-naam oprichten. Ze schenken aan de universiteit een bedrag, dat de titularis van de leerstoel, die benoemd wordt door de rector, kan aanwenden voor onderwijs of onderzoek. Zulke leerstoelen kwamen de afgelopen twintig jaar geregeld voor, maar sinds een paar jaar kunnen we spreken van een echte ‘leerstoelenboom’. De laatste weken van 2005 werden er liefst drie ingehuldigd. Campuskrant peilde bij titularissen én schenkers naar het hoe en waarom. Tim Vuylsteke 17 november: De Huub en Imelda Spierings Leerstoel in de Thoracale- en Slokdarm Heelkunde Titularis professor Toni Lerut: “Onze leerstoel is vrij uniek, in die zin dat hij er gekomen is dankzij een patiënt. Huub Spierings is een Nederlander die een succesvolle carrière in de zakenwereld had uitgebouwd, tot hij een viertal jaar geleden getroffen werd door slokdarmkanker. Via een paar omwegen langs grote ziekenhuizen over de hele wereld, is hij uiteindelijk in Gasthuisberg terechtgekomen, waar wij hem hebben geopereerd. Toen een tijdje later tijdens een gesprek toevallig het woord ‘mecenaat’ viel, besloot hij een jaarlijks symposium te sponsoren, een lezingop-naam, waar telkens een expert een voordracht zou geven.” “Dit jaar besliste Huub Spierings onze dienst nog verder te ondersteunen. Mede onder impuls van professor Lieve Dralands van het leerstoelenprogramma, besloot hij dat het financieren van een leerstoel de beste manier was om dat te doen. In de geneeskunde worden zowat alle leerstoelen bekostigd door bedrijven, en vooral daarom is deze leerstoel heel bijzonder: de heer Spierings gebruikt enkel zijn persoonlijke fondsen.” “We beogen een drietal grote doelen. Ten eerste is er een educatief doel, dat we willen realiseren door het jaarlijkse symposium — met de Huub en Imelda Spierings lecture — te blijven organiseren. Daarnaast is er een wetenschappelijke pijler: Huub Spierings wil ook het onderzoek in het gebied van de slokdarmaandoeningen stimuleren. Binnenkort wordt wellicht een project goedgekeurd dat de circulerende tumorcellen bij slokdarmkanker wil bestuderen. Ten slotte wil deze leerstoel — voornamelijk onder impuls van echtgenote Imelda — ook instaan voor vormingswerk in ontwikkelingslanden. Concreet zal het in ons geval gaan over accidentele slokdarmverbranding bij kinderen in Guinée, in Afrika. Vergiftiging door loog komt daar veel vaker voor dan in het Westen, en met het geld van de leerstoel kunnen, bijvoorbeeld, preventiecampagnes bekostigd worden, en heel misschien zullen later ook kinderen naar hier worden gehaald voor een operatie.” Schenker Huub Spierings: “Als je in je leven plots geconfronteerd wordt met een ziekte waarbij je statistisch gezien
nauwelijks een kans hebt om te overleven, en je haalt het dan toch, dan ga je toch wel anders tegen het leven aankijken, en gemakkelijker bepaalde beslissingen nemen dan voorheen. Vandaar dat mijn vrouw en ik besloten hebben deze leerstoel te financieren. Maar we zouden het niet gedaan hebben, mochten we niet zo onder de indruk geweest zijn van professor Lerut en zijn team, en de hele staf van de UZ Gasthuisberg. Ze hebben allemaal fantastisch werk geleverd toen ik er verbleef, en het maakt ons dan ook alleen maar gelukkig op deze manier iets terug te kunnen doen.” 6 december: Serono Chair in Reproductive Medicine Titularis professor Thomas D’Hooghe: “De Serono Chair omvat een breed domein binnen de verloskunde-gynaecologie. Concreet houden we ons in het Leuven University Fertility Center bezig met klinisch en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar de gynaecologische aandoening endometriose, en met het optimaliseren van ons programma in medisch begeleide bevruchting. Ook Serono is in deze domeinen actief. Bovendien heeft het bedrijf ons op verschillende momenten fantastisch gesteund, bijvoorbeeld bij het behalen van het ISO-certificaat voor kwaliteitsmanagement – het eerste in deze sector in de Benelux. Daarenboven staat de algemene visie van Serono op de samenwerking tussen de medische wereld en de farmaceutische sector ons wel aan; hun hoogste doel is immers kwaliteit.” “Het geld van de leerstoel zal enerzijds worden gebruikt voor onze klinische onderzoekslijn — het onderzoek waar ik het net al over had — en anderzijds worden geïnvesteerd in het preklinische onderzoek aan het Institute of Primate Research in Nairobi, waar we — uiteraard op een ethisch volledig verantwoorde en officieel goedgekeurde manier — meer risicovolle behandelingswijzen op bavianen uittesten om hun veiligheid en effectiviteit na te gaan.” “We bewaren uiteraard onze volledige onafhankelijkheid wat betreft de therapeutische keuzes voor onze patiënten. En ook over wat wel en niet zal worden gepubliceerd, kunnen we volledig zelf beslissen. Anderzijds zullen we Serono natuurlijk ook niet moedwillig benadelen. Ik vind het uiteraard niet
onaangenaam om geassocieerd te worden met zo’n belangrijk bedrijf, en ben dan ook trots op deze leerstoel, de eerste in de verloskunde-gynaecologie in Leuven. Ik hoop dat er nog veel zullen volgen!” Brigitte Demunter van schenker Serono: “Hoewel Serono een modern farmaceutisch bedrijf is — we zijn het grootste biotechbedrijf in Europa en nummer drie wereldwijd — dat voortdurend op zoek is naar nieuwe en vernieuwende producten, is het ondertussen bijna honderd jaar oud. Ruim dertig jaar geleden begonnen we met het ontwikkelen van infertiliteitsbehandelingen. Eerst zochten we de hormonen die daarvoor nodig waren in de urine van ‘gemenopauzeerde’ vrouwen, later zijn we ze op een biotechnologische manier gaan produceren, omdat we zo gegarandeerd medicijnen van een betere kwaliteit kunnen afleveren.” “Serono ontwikkelt ook producten voor de behandeling van groeihormoonstoornissen, multiple sclerose en binnenkort ook van de huidaandoening psoriasis. In tegenstelling tot heel wat andere farmabedrijven beperken wij ons dus vooral tot kleine doelgroepen. Het is er ons dan ook helemaal niet om te doen om via de Serono Chair onze producten zo ruim mogelijk te verspreiden — daar zijn onze niches veel te klein voor. Wat echter vooral belangrijk is, is dat we ons met deze leerstoel openlijk associëren met de mensen die aan de top staan in het onderzoek, zoals professor D’Hooghe. Het persoonlijk contact met hem is voor ons zeer verrijkend. Bovendien zijn we onder de indruk van zijn samenwerking met het Institute of Primate Research, en maakt hij voor Serono — ook in het buitenland — deel uit van heel wat adviescommissies. Wat ons betreft is deze schenking een ‘perfect match’.” 13 december: Varian Chair in Radiobiology Walter Frei van schenker Varian Medical Systems: “Varian is de wereldmarktleider op het vlak van het ontwerp en de productie van geïntegreerde systemen voor de bestraling van kankercellen. De laatste jaren hebben we een enorme vooruitgang geboekt wat accuraatheid betreft. Op dit moment zijn we, dankzij onze lineaire versnellers, in staat om een precies afgemeten stralingsdosis op de exact juiste plaats in het lichaam
van de patiënt toe te dienen. Anderzijds is het nog steeds moeilijk om het biologische gedrag van de tumor op de bestraling te voorspellen. Wat zijn de gevolgen van de bestraling voor de kankercellen, en waarom lukt de behandeling niet altijd? Op die vragen zoeken we nog een antwoord, en daarom proberen we het onderzoek in de radiobiologie te stimuleren via deze leerstoel.” “Sommige projecten lijken weinig van doen te hebben met ons bedrijf, maar hoe meer inzicht we hebben in de biologische eigenschappen van kankercellen, hoe beter onze apparatuur wordt, en dat is in het voordeel van iedereen. De resultaten van het onderzoek dat in het kader van de Varian Chair zal worden gevoerd, zal niet binnen de twee jaar tot nieuwe machines leiden. Wel verwachten we van de K.U.Leuven informatie over de richting die we moeten uitgaan de komende jaren. We geven de onderzoekers alle vrijheid, en kijken vol vertrouwen uit naar hun resultaten.” Titularis professor Karin Haustermans: “De nadruk heeft bij ons in het Laboratorium Experimentele Radiotherapie altijd gelegen op translationeel onderzoek, dat de brug slaat tussen fundamenteel laboratoriumonderzoek en de kliniek. Met andere woorden, we zijn vooral geïnteresseerd in projecten die uiteindelijk de patiënt ten goede komen, en deze Varian-leerstoel helpt ons daar zeker bij. We wéten dat Varian onze resultaten gebruikt om hun producten nog beter te maken, en dat is voor ons zeer belangrijk. Bovendien stelt de leerstoel ons in staat om nauw samen te werken met de onderzoeksafdeling van het bedrijf, wat alleen maar verrijkend kan zijn.” “De fondsen van de Varian Chair zullen volledig worden geïnvesteerd in ons laboratorium. We willen vooral nagaan wat een kankercel precies resistent maakt tegen bestraling, want sommige tumoren reageren goed op radiotherapie, terwijl er bij andere nauwelijks iets gebeurt. De resultaten van ons radiobiologisch onderzoek zullen ons hopelijk in staat stellen de patiënten een ‘persoonlijker’ behandeling aan te bieden, een therapie die als het ware op maat gemaakt is. Daardoor wordt het aantal ongewenste neveneffecten kleiner, en, vooral, de kans op genezing nog groter.” http://www.kuleuven.be/mecenaat/leerstoelen
–alumnikrant –
12 KORTALUMNI
Benefiet voor de universiteit van New Orleans De Werkgroep Gehandicapte Studenten K.U.Leuven werkt sinds meer dan vijftien jaar samen met het Training Resource and Assistivetechnology Center (TRAC) van de universiteit van New Orleans. De universiteit en de dienstverlening aan studenten met functiebeperkingen zijn zwaar getroffen door de orkaan Katrina. Daarom doet de Werkgroep Gehandicapte Studenten een oproep voor uw geldelijke steun. Op 10 maart heeft ook een benefietavond plaats, Jazz uit Orleans. Giften op rekeningnummer 4320000011-57 van de K.U.Leuven met vermelding ‘gift New Orleans 1PAPATEI1-P3610’. Giften van minstens 30 euro zijn fiscaal aftrekbaar.
Alumnireis naar Polen Vanwege het grote succes wordt de alumnireis naar Polen herhaald, van 12 tot 25 juni. Het gaat om een cultuur-historische reis met bijzondere aandacht voor de Tweede Wereldoorlog en de holocaust. Voor info en inschrijvingen: reisagentschap Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00,
[email protected].
Alumnireis naar Vietnam en Cambodja Tijdens de tweede helft van juli (16 dagen) wordt een alumnireis georganiseerd naar Vietnam en Cambodja. Voor info en inschrijvingen: reisagentschap Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00,
[email protected].
Toerisme: hefboom voor duurzaam ondernemen Joker Toerisme, met zijn netwerk van ViaVia Reiscafés, werd steeds vaker geconfronteerd met vragen van lokale ondernemers om hen te ondersteunen bij het opzetten van duurzame activiteiten. Daarom zocht de reisorganisatie een samenwerkingsverband om op lange termijn duurzaam ondernemerschap op basis van interculturaliteit uit te bouwen. De K.U.Leuven werd partner en samen richtten ze Living Stone op: de Coöperatie (LSC) steunt ondernemers en het Fonds (LSF) doet aan onderzoek. “Dit engagement past in de brede visie van de K.U.Leuven”, zegt algemeen beheerder Koen Debackere, “Ondernemen en onderzoek zijn bovendien ook elkaar versterkende complementen. Met Living Stone vergroten we onze expertise rond ondernemerschap vanuit een duidelijk maatschappelijk perspectief.” Jaak Poot
H
et initiatief tot de samenwerking komt van reisorganisatie Joker. “Vooral in de buurt van ons netwerk van Viavia Reiscafés ontluiken kleine en grote sociale projecten. Toerisme is immers een belangrijke hefboom voor sectoren als transport, ziekenzorg, landbouw. En de lokale ondernemers komen bij ons aankloppen voor raad en steun”, zegt Bob Elsen van Joker. Op hun zoektocht naar een structuur voor deze begeleiding, belandden ze bij algemeen beheerder Koen Debackere: “De universiteit doet veel aan ondernemen, via Leuven Research and Development (LRD), het Gemma Frisiusfonds en een reeks spin-offs. Daarnaast organiseren wij ook een interfacultair college ‘Initiatie tot Ondernemen’. Ik was dan ook meteen gewonnen voor de idee om met de universiteit een wetenschappelijke onderbouw te geven aan dit project rond intercultureel duurzaam ondernemen. Ik verwacht dat we via deze weg internationaal visibiliteit en expertise kunnen opbouwen.” Opleiding en koffieafval Professor Patrick Develtere leidt het Living Stone Fonds dat werd opgericht met medewerking van het Leuvens Universiteitsfonds (LUF). Dat bouwt een kennis- en onderzoekscentrum uit en ondersteunt de kernactiviteiten van LSC. Het activeert ook internationale samenwerking met andere academische- en onderzoeksinstellingen. “Wij doen al veel onderzoek rond duurzame
Citytrip naar Bologna Van 20 tot 24 oktober heeft een citytrip plaats naar Bologna, met naast een bezoek aan de universiteit en aan het historische centrum ook een excursie naar Mantua, Verona en Ravenna. Voor info en inschrijvingen: reisagentschap Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00,
[email protected]. Meer informatie over de alumnireizen: http://alum.kuleuven. be/reizen-alumni.htm
bedrijfsvoering”, zegt Develtere. “Tot nu gebeurde dat vooral voor overheden en ngo’s. In een eerste fase diepen we nu met het LSF de elementen van de driehoek ‘ondernemerschap — duurzaamheid — interculturaliteit’ verder uit en onderzoeken we wat duurzaam ondernemen oplevert vanuit het perspectief van die driehoek.” In een eerste periode ondersteunt de coöperatie LSC een aantal projecten die rond ViaVia Reiscafés ontstonden. Daarbij gaat het voor een groot deel om de vorming van kaders voor ruraal toerisme in landen zoals Nepal, India, Argentinië en Rwanda. Andere projecten mikken op verwerking en commercialisering van landbouwproducten
en professionalisering van ontwikkelingswerk. “Wij steunen zowel lokale ondernemers als Belgische zakenlui die een project in ontwikkelende landen willen opstarten”, zegt afgevaardigd bestuurder Raph Verbruggen. “De eersten hebben opleiding en begeleiding nodig rond beheer, budgettering, langetermijnbeleid, enzovoort. De tweede groep heeft nood aan een betere kennis van de culturele eigenheid van deze landen. Voor hen plannen we onder meer interculturele vormingsreizen waarop ze als bedrijfsleider kennis maken met culturele omgevingsfactoren.” Meer informatie: http://www.lscoop.com,
[email protected], (t) 015 40 75 60.
Wil u meer informatie over de mogelijkheid van een gift aan de K.U.Leuven? Vraag de brochure ‘Geef om kennis’ aan op onderstaand adres of lees meer op http://www.kuleuven.be/mecenaat
Alumnireis naar Turkije Van 10 t/m 22 augustus (13 dagen) organiseert Alumni Lovanienses een cultuur-historische reis naar Turkije. Centraal staat een bezoek aan het opgravingsproject van Sagalassos onder leiding van professor Marc Waelkens. Info: reisagentschap Uniglobe Axon Travel, Margarethaplein 6, 3000 Leuven, (t) 016 23 11 44,
[email protected]
campuskrant
K.U.Leuven en Joker Toerisme slaan handen in elkaar
Leerstoelen voor jonge academici in Congo Het Fonds Leerstoelen voor jonge Academici in Congo heeft vorig jaar 56.000 euro verzameld, met dank aan 450 alumni. Daarmee kunnen twee van de tien geplande leerstoelen voor vijf jaar gerealiseerd worden. We rekenen op uw steun om dit jaar een gelijkaardig en zelfs beter resultaat te bereiken om de vergrijzing en brain drain in Congo tegen te gaan. Schenkingen op rekeningnummer 432-0000011-57 van de K.U.Leuven met vermelding ‘gift UNIKIN - 1PACONGO1-P3610’. Giften van minstens 30 euro zijn fiscaal aftrekbaar.
18.1.2006
Leuvens Universiteitsfonds Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven (t) 016 32 41 44, (f) 016 32 37 40
[email protected]
Nos Iungit Academia Philippe Bollen, Advisor sectie Personal Finance (Fortis Bank), houdt een causerie over ‘Vermogensbelasting: realiteit?’ Hoewel het fiscale landschap in België tot vandaag nog geen echte vermogenstaks kent, zijn er verschillende vormen van belastingen die daar in feite op neerkomen: roerende en onroerende voorheffingen, registratie- en successierechten, beurstaksen, de voorgestelde premietaksen bij de intekening van verzekeringscontracten, … 27 januari, 20u30, clublokaal, Muntstraat 1, Leuven Contactpersoon: Annemie Wollants,
[email protected], (t) 016 48 18 21
Wijndegustatie geleid door Michel De Cuyper. Onder de deskundige leiding van deze fijnproever genieten we van een zestal witte en rode Siciliaanse wijnen en een dessertwijn. Deelnemers schrijven per persoon 8 euro over op 310-0270846-11 (‘Siciliaanse wijnen’) en bellen penningmeester Philippe (t) 016 25 42 80 voor 7 februari. 10 februari, 20u30, clublokaal, Muntstraat 1, Leuven Contactpersoon: Annemie Wollants, sec@chello. be, (t) 016 48 18 21
G KRIN WS U E I N
VILV Forum-avond: RFID, Radio Frequency IDentification. In de toekomst zullen waren (van voedings-
waren tot en met treintickets) niet meer met barcodes bestempeld worden, maar zullen ze voorzien worden van een etiket, dat draadloos kan worden uitgelezen. Zowel de technologische als de beveiligingsaspecten en een aantal interessante toepassingen zullen belicht worden. 7 februari, 19u, Kasteelpark Arenberg, 3001 Heverlee, Arenbergkasteel, auditorium Contactpersoon: emmanuel.
[email protected], (t) 016 32 11 13 URL: http://www.vilv.be
Ekonomika Alumni 16 februari: Bonded Warehouse & paperless customs
[email protected] 21 februari: De invloed van IFRS op de bank- en verzekeringswereld
[email protected]
campuskrant
–alumnikrant –
18.1.2006
13 KORTALUMNI
Universiteit Derde Leeftijd viert dertigste verjaardag
“Senioren brossen ook wel eens” Wie denkt dat studeren alleen voor twintigers is weggelegd, heeft het mis. Dat bewijst de Universiteit Derde Leeftijd (UDL). Intussen is UDL al aan haar dertigste cursusjaar toe, en dat kon niet onopgemerkt voorbij gaan.
D
e viering van het dertigjarige bestaan van UDL — met muziek, poëzie en toespraken van onder meer rector Marc Vervenne en burgemeester Louis Tobback — kon op heel wat belangstelling rekenen. Voorzitter professor Emma Vorlat: “Het doet deugd om te zien dat er zoveel interesse is. Ook de inschrijvingen zijn elk jaar zeer behoorlijk. Jaarlijks tellen we toch zo’n negenhonderd senioren. De aula zit ook telkens goed vol, soms moeten er zelfs mensen op de treden zitten. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een lezing van professor Catherine Verfaillie. Iedereen wil haar wel eens horen spreken natuurlijk.” Uit de jaarlijkse bevraging blijkt dat vooral de domeinen geneeskunde, ge-
schiedenis, muziek en politiek populair zijn bij de senioren. “Zelf doceerde ik vroeger Engelse taalkunde”, zegt Emma Vorlat. “Maar nu wil ik vooral veel over geschiedenis te weten komen. Het leuke is dat je volledig vrij bent in de keuze van de lessen die je volgt. Scheikunde heeft mij bijvoorbeeld ook al enkele keren verrast. Ik heb dat vroeger nooit echt goed begrepen, het is dan fijn als je op latere leeftijd plots weet waarover het gaat. Trouwens, een les die goed gegeven wordt, blijft sowieso bij.” Sinterklaas Dat de senioren veel interesse aan de dag leggen, blijkt uit de discussies na de lezingen. “Vaak blijft er na een les wel een groepje zitten. Er kunnen dan vragen ge-
steld worden aan de lesgever, dat levert soms pittige gesprekken op. Ik krijg ook wel eens de vraag of er na de lezingen niet kan nagekaart worden bij pot en pint in de gebouwen van de K.U.Leuven. Maar dat lijkt me niet zo’n goed idee. Ik merk dat heel wat mensen na de les samen nog iets gaan drinken in een café, op die manier vinden ze elkaar toch wel.” Zelf volgt Emma Vorlat al meer dan tien jaar les aan UDL. Al is ze niet elke week aanwezig. “Senioren brossen ook wel eens. Soms ben je wel eens moe of komen de kleinkinderen op bezoek. Dan blijf ik thuis. Je merkt dat heel goed: met sinterklaas of in de krokusvakantie zit de aula minder vol.” (re) http://alum.kuleuven.be/3deleeftijd/index.htm
Univercity Oud-studenten vinden bij dit nummer van Campuskrant ook een exemplaar van Mozaïek, het magazine van de stad Leuven over stadsvernieuwing. Deze editie is gewijd aan de invloed van de universiteit op het uitzicht van de stad. Zowel plannen als realisaties komen aan bod.
Lezingen Sagalassos Professor Marc Waelkens houdt lezingen over de door hem geleide opgravingen in Sagalassos (Turkije). 21 februari, 2 en 15 maart, in aula PDS, Leuven, telkens om 20u, gratis.
Leuvens Alumni Orkest Het Leuvens Alumni Orkest (LAO) voert Die Schöpfung van J. Haydn uit samen met het Filharmonisch Koor van Antwerpen en de solisten Anne Cambier (sopraan), Anne Van Reeth (alt), Philip Defrancq (tenor), Wilfried Van den Brande (bas), onder leiding van dirigent Hans Casteleyn. 9 april, 15u, Grote Zaal, Lemmensinstituut, Leuven, 15 euro (normaal), 13 euro (alumni en personeel), 10 euro (studenten). Tickets via http://www.lao.be of Cultuurcoördinatie van de K.U.Leuven, Kunstencentrum STUK, Naamsestraat 96, 3000 Leuven, (t) 016 32 03 40.
Laureaat eindverhandeling Sociale Wetenschappen 2006 Vanaf dit academiejaar reikt Politica Alumni een jaarlijkse prijs uit voor de eindverhandeling met de hoogste academische en maatschappelijke waarde. De laureaat van dit jaar wordt bekend gemaakt tijdens een academische zitting op zaterdag 25 maart, 17u, Aula Max Weber.
K.U.Leuven pakt uit met nieuwe imagocampagne
‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’ Drie jaar geleden zette de K.U.Leuven als eerste Vlaamse universiteit een heuse campagne op poten om haar imago beter bekend te maken bij haar doelpubliek. De campagne werd positief onthaald. “Na drie jaar was ze echter toe aan een nieuwe creatieve impuls. Het reclamebureau Darwin legde het beste ontwerp voor, dus gingen we met hen in zee”, vertelt Isabelle Van Geet van de Marketingcel. Ines Minten
O
nderzoek en verwondering blijven de belangrijkste sleutelwoorden van de campagne. “Studeren is onderzoeken. Daarvan gaan we uit”, zegt Isabelle Van Geet. “Onderzoek staat centraal in de identiteit van onze universiteit en ook ons onderwijs is erdoor geïnspireerd: wie bij ons zijn opleiding krijgt, is al meteen een beetje onderzoeker. We refereren ook aan de wetenschappelijke verwondering van elke onderzoeker én aan de algemene nieuwsgierigheid van jongeren die zichzelf ontdekken, hun leven opbouwen en experimenteren op allerlei vlakken.” Die filosofie heeft geleid tot de baseline: ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld.’ In de nieuwe campagne komen studenten zelf aan het woord. Ze hebben net de meest verbazende dingen meegemaakt en zijn daarvan enorm onder de indruk. Niet alleen hebben ze er een ruimere blik op de wereld door gekregen, ze hebben ook allerlei emoties ontdekt bij zichzelf en zijn daardoor ‘rijkere’ mensen geworden. “We hebben gekozen voor licht vervreemdende beelden; ze zijn lichtjes afgerond, wat de suggestie oproept dat je op een wereldbol zit. De hoofdpersonen staan of zitten in de weidse natuur en verwerken wat ze net hebben gezien en gehoord. Op het eind komen ze weer met beide voeten op de
grond terecht — midden in het studentenleven.” Het startschot voor de campagne is gegeven in de kerstvakantie, met bioscoopaffiches in alle Kinepoliscomplexen in Vlaanderen. “Er komen ook nog posters in de middelbare scholen, affiches op busflanken, advertenties in Humo, Knack en Flair en radiospots op Q en StuBru”, legt Isabelle Van Geet uit. De imagocampagne geeft een stevige basis aan de algemene communicatie van de universiteit. “We vinden het belangrijk om met een eenvormige communicatie naar buiten te komen. Daar hebben we het afgelopen jaar ook hard aan gewerkt. Verscheidene diensten en alle faculteiten hebben zich intussen een beeld of stijl eigen gemaakt, passend bij die uit de campagne.” “Uiteindelijk moet het met één blik op wat voor publicatie ook — van brochures van de Dienst Studieadvies over websites en personeelsadvertenties tot folders van de diensten studentenvoorzieningen — duidelijk zijn dat ze van de K.U.Leuven komen. Het is een positieve evolutie. Hoe meer geledingen binnen de universiteit ons weten te vinden, hoe meer we kunnen werken aan die geïntegreerde communicatie, die het imago van de K.U.Leuven alleen maar kan versterken.”
Ik ging aan wal op plaatsen waarvan ik nooit eerder had gehoord, deelde het leven van vreemde volkeren en luisterde naar hun eeuwenoude verhalen. Toen moesten we van aula veranderen. Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.
www.kuleuven.be
14
ONDERZOEK
18.1.2006
campuskrant
Wetenschap en Ethiek
De waarheid, niets dan de waarheid In zijn openingstoespraak wees rector Vervenne op het fundamentele belang van waarheidsgetrouw onderzoek. Dat inspireerde het Overlegcentrum voor Ethiek om, in het kader van het al enkele jaren lopende universiteitsbrede project ‘Wetenschap en Ethiek’, een reeks initiatieven te coördineren die de ethische bezorgdheid ten aanzien van de wetenschap moet verwoorden. Ludo Meyvis
B
art Pattyn van het OCE situeert die initiatieven in een slingerbeweging. “Na een aantal jaren waarin de objectiveerbaarheid van het wetenschappelijk onderzoek centraal stond, groeide het besef dat dit weliswaar van groot belang is, maar niet de totaliteit van het wetenschappelijk streven omvat. Niet alles kàn gekwantificeerd of empirisch benaderd worden. Zolang we dat dachten, voelden bijvoorbeeld de geesteswetenschappen of de zuivere wetenschappen zich in het defensief gedrukt.” “Dat fenomeen is overigens niet typisch Leuvens, verre van. Op dit ogenblik ervaren veel wetenschappers dat een puur technische, kwantitatieve manier van wetenschapsbeoefening niet alleen-zaligmakend is. Als je je beperkt tot een louter kwantitatieve wetenschapsbeoefening en -evaluatie, stuur je de wetenschap uitsluitend in de richting van steeds diepere expertise in een steeds kleiner terrein. Expertise is natuurlijk van eminent belang, maar wetenschap moet ook in de breedte gaan. En die bredere oriëntering, die het eigen specialisme overstijgt maar ook situeert, heeft ethische implicaties. Je wordt dan immers onvermijdelijk geconfronteerd met vragen rond de verantwoordelijkheid van de wetenschapper en van wetenschappelijke instellingen. Als je alleen ‘in de diepte’ werkt, stellen dergelijke vragen zich niet.” “De ingediende projecten behandelen een veelheid aan thema’s. Ik licht er slechts enkele uit. Bij Sociale Wetenschappen richt men zich op waarheidsgetrouw onderzoek in de multiculturele samenleving. Er worden vragen gesteld bij de druk van de ‘politieke correctheid’, die zover kan gaan dat onderzoeksresultaten niet langer onbevangen naar buiten gebracht kunnen worden. Bij Letteren komt een tentoonstelling over falsificaties en plagiaat in de geschiedenis en de literatuur. De faculteiten Wetenschappen, Godgeleerdheid en Ingenieurs- en Bio-ingenieurswetenschappen organiseren een gezamenlijk initiatief rond waarheidsgetrouwe informatie over wetenschap en techniek. Er staan nog heel wat andere voordrachten, tentoonstellingen enzovoort op stapel. Daarnaast publiceren we bij het afsluiten van de cyclus ook een bundel over ethische aspecten van wetenschapsbeoefening, die de weerslag is van enkele jaren reflecteren.” ‘Onderzoek heeft uitgewezen dat…’ “Incidenten zoals dat met de frauderende Koreaanse stamcelspecialist Hwang illustreren hoe kwetsbaar de wetenschapsbeoefenaar is. Indien de trouw aan de waarheid niet onvoorwaardelijk en onbetwist is, verliest wetenschap haar waarde. Niet elk voorval is zo spectaculair, maar ook kleinere ‘vergrijpen’ kunnen erge gevolgen hebben. Met een paar stijltruukjes kan je een vraag omzeilen. Met een beetje gevoel voor parafrase kan je een ontdekking van een ander stelen. Met een wat handige pen kan je onwelkome conclusies verbloemen.” “Onvoorwaardelijke trouw aan de waarheid kan alleen gedijen in een klimaat waarin de externe druk op de wetenschap afneemt, de druk om altijd maar te publiceren, ook al is het resul-
taat betwistbaar of zelfs ronduit fout. De angst die daardoor ontstaan is, angst om de eigen carrière te beschadigen, is funest. Hetzelfde geldt voor wetenschappers die niet durven ingaan tegen gevestigde autoriteiten of heilige huisjes, uit
de hand werkt, ondermijnt zichzelf. Het is immers niet de waarheid die we moeten vrezen, maar juist de onwaarheid, de vertekening, de omzeiling, de bewuste fout: dàt zijn de zaken die de vooruitgang en de vrijheid in de weg staan.
“Het gaat ook om dingen als het irritante zinnetje ‘Studies hebben uitgewezen…’ dat je zo vaak in de pers terugvindt. Vaak hebben studies helemaal niks uitgewezen, of iets heel anders of iets veel genuanceerders dan de media voorhouden.” angst voor de eigen loopbaan. Die dingen zorgen voor een soort dubbele agenda bij wetenschappers, en in elk geval niet voor een bevordering van de waarheid.” “Een systeem dat dergelijke zaken in
Onwaarheid bevordert bevoogding, onvrijheid dus, niet alleen wanneer het gaat om flagrante gevallen als plagiaat of vervalsing, maar ook in zachtere vorm — bijvoorbeeld het irritante zin-
netje ‘Studies hebben uitgewezen…’ dat je zo vaak in de pers terugvindt. Vaak hebben studies helemaal niks uitgewezen, of iets heel anders of iets veel genuanceerders dan de media voorhouden. Ook daar ligt een taak voor de ethisch bezorgde wetenschapper, om zich daartegen te verzetten, zonder vrees voor de publieke opinie of de eigen loopbaan.” “Je mag dit verhaal natuurlijk niet veralgemenen. De grote meerderheid van de wetenschappers werkt héél ernstig, met een goed oog voor ethische principes en met de meest belangeloze drijfveren. Maar het kan geen kwaad om die noodzaak voortdurend te blijven belichten. En dat is wat we met deze initiatieven precies willen doen.” http://www.wetenschap-en-ethiek.be
Landbouwer wordt manager van complex bedrijf
Mestprobleem aanpakken met gedoseerde voeding Nu Europa heel Vlaanderen wil klasseren als kwetsbaar gebied, is het mestprobleem belangrijker dan ooit. Leuvense wetenschappers verrichten al jaren fundamenteel en praktijkgericht onderzoek hierrond. Eén onderzoekslijn werkt aan het verbeteren van de dierenvoeding om zo de hoeveelheid milieubelastende stoffen in de mest drastisch te verminderen. Tegelijk zoekt men procédés om de mest efficiënt te verwerken, onder meer door biologische zuivering die stikstof omzet in onschadelijk stikstofgas. Het Zoötechnisch Centrum in Lovenjoel zorgt voor praktijkervaring. Jaak Poot
E
uropa stuurt onze milieuwetgeving. “De nitratenrichtlijn regelt de bescherming van grond- en oppervlaktewater. Maar dat is een richtlijn, de concrete uitvoering krijgt pas vorm in de specifieke wetgeving van elke lidstaat”, zegt professor Geert van Calster, specialist milieurecht. “Milieuminister Peeters wil een grotere verantwoordelijkheid leggen bij de landbouwer die de vervuiling veroorzaakt, met flexibelere normen voor wie resultaat boekt. En het probleem opentrekken: niet alleen landbouwers hebben een taak, maar ook mestvervoerders en de fruit- en groentesector. Maar Europa wil heel Vlaanderen eerst tot kwetsbaar gebied uitroepen en pas later over flexibiliteit praten.” Cowboys “Ik maak graag de vergelijking met de afvalverwerking”, gaat Van Calster verder. “Tot in de jaren tachtig misbruikten
heel wat cowboys achterpoortjes in de wetgeving. Reglementering en controle werden verscherpt en dat leidde tot minder, maar grotere spelers die de regels naleven. Ik denk dat de landbouwsector dezelfde weg opgaat: de wetgeving wordt zo complex dat de gewone boer dat niet meer kan bijhouden. We evolueren naar grotere bedrijven met een specialist die zich bijna alleen met de naleving van de wetgeving bezighoudt.” Professor Hilde Vandendriessche, docent aan de Afdeling Plantenbiotechniek, is ook manager bij de Bodemkundige Dienst van België, een ‘spinoff avant la lettre’ van de K.U.Leuven. “Onze dienst krijgt elke dag stalen van land- en tuinbouwers die een detailanalyse wensen van bedrijfseigen of aangevoerde dierlijke mest. Tien jaar geleden gebeurde dat niet: men werkte met gemiddelde mestwaarden. Nu kent de landbouwer de reële bemestingswaarde en kan hij zijn planten optimaal bemesten. Zo werkt hij economisch én vermijdt hij milieuschade. Elk jaar hebben we praktijkgerichte projecten en proefvelden, onder meer samen met het Zoötechnisch Centrum in Lovenjoel.” Kuikens en biggen “Wij spitsen ons de laatste vijf à tien jaar meer en meer toe op de relatie tussen voeding en mest”, zegt Vandendriessche. “Wij proberen de voeding evenwichtig te doseren, zodat de dieren even lekker
vlees en eieren of evenveel melk produceren, maar toch minder fosfaten en stikstof achterlaten in de mest. Voeding op maat dus: kostenbesparend én goed voor het milieu.” Daarnaast is er onderzoek naar de efficiënte verwerking van dierlijke mestoverschotten, bijvoorbeeld door drijfmest via persen of centrifugeren te scheiden in een dikke fractie die naar het land gaat, en een dunne fractie die biologisch wordt gezuiverd of gebruikt voor bepaalde specifieke teelten.” Het Zoötechnisch Centrum in Lovenjoel heeft prachtige plannen in de lade liggen voor de verwarming van stallen met pasgeboren kippen en varkens via vergisting van mest gemengd met groenen keukenafval. Ze wonnen er in 2004 het Milieucharter Vlaams-Brabant mee. De realisatie laat echter op zich wachten: het gebruik van keukenafval stuit op wettelijke bezwaren en de financiële investering ligt te hoog voor de universiteit. “Allicht gaat die kostenstructuur er anders uitzien met de fors gestegen olieprijzen”, zegt professor Rony Geers. “Belangrijk is dat wij hier proefondervindelijk aantonen dat de gehanteerde mestnormen dringend aan herziening toe zijn. Wij verfijnen de voedingsdosissen steeds nauwkeuriger. Er is geen overvoeding meer en dat leidt tot resultaten die tien tot vijftien procent lager liggen dan de huidige normen.” http://www.kuleuven.be/milieu/index.htm
campuskrant
interview
18.1.2006
(© Rob Stevens)
Leven na Leuven
“ Wij van Veto zagen onszelf graag als de enige échte journalisten van Leuven ”
Stef Wauters, romanist en hoofdredacteur Het nieuws In oktober 2005 was het precies twintig jaar geleden dat Stef Wauters Romaanse ging studeren: “Ik wilde die verjaardag eigenlijk vieren met een feest in Fakbar Letteren, maar door de drukte is het er nog niet van gekomen.” “Ik heb ruim de tijd genomen voor mijn studies want ik was in die jaren vooral bezig met Veto, als redacteur en als redactiesecretaris. Ook omdat ik een jaar preses was van Romaanse bracht ik veel tijd door in de ‘s Meiersstraat: ik was dus heel intensief bezig met de studentenbeweging.” “Na Romaanse volgde ik wat toen nog het Baccalaureaat Wijsbegeerte heette, en daarna begon ik een Postgraduaat Media en Communicatiewetenschappen, wat ik nooit heb afgerond. Maar die opleiding stelde me wel in staat een stage te doen bij de VRT-nieuwsdienst. Vandaar regelde ik dan weer een stage bij de sportredactie, en zo ging de bal aan het rollen.” Vetovetes “Campuskrant werd opgericht tijdens het rectoraat van Dillemans, die trouwens rector werd in het jaar dat ik mijn studies begon. Volgens ons was het duidelijk dat Campuskrant een beleidsblad moest worden, een tegengewicht voor de kritische stem van Veto. Ideologisch stond Campuskrant in onze ogen lijnrecht tegenover ons, de zelfverklaarde ‘geëngageerde’ journalisten. We zagen onszelf — niet zonder pretentie — als de enige échte onafhankelijke journalisten in Leuven. Campuskrant was wél een te duchten concurrent. Ze hadden meer middelen dan wij — al kwamen onze middelen uit dezelfde pot: dat verloren we wel eens uit het oog. Ook Veto werd gefinancierd door de universitaire overheid. Dillemans citeerde daarover ooit voorganger De Somer: ‘een democratie moet zijn eigen criticasters ondersteunen’.” ”Die spanning tussen Veto en de officiële lijn werd soms echt op de spits gedreven. Het strafste wat ik me herinner was wel dat de unief een bepaald nummer van Veto volledig uit de verdeelbakken haalde. In dat nummer stond een column van Walter Pauli waarin hij de extase van Paus Johannes Paulus II beschreef bij een blik onder de rokken van Moeder Theresa - De universiteit vreesde kennelijk voor de relatie met
15
de kerkelijke overheid en reageerde furieus. Walter Pauli werd op audiëntie ‘ontboden’ bij Dillemans. De relatie met de universiteit was toen echt helemaal verzuurd. De universiteit zag de humor van de column niet in en wij vonden dat met alles gelachen mocht worden. De tijd dat Veto-medewerkers ‘overliepen’ naar Campuskrant was nog veraf!” “Een ander memorabel moment in de Vetogeschiedenis had te maken met een decreet over hoger onderwijs: het latere Plan-Dillemans. Veto volgde dat op de voet, en analyseerde het voorstel van Dillemans in een speciale editie onder de titel Veto Decreto. Toen het nummer uitkwam werd het de belangrijkste informatiebron voor de parlementsleden: heel het parlementaire halfrond las plotseling Veto! Daarop volgde het verwijt dat wij de intentie hadden de K.U.Leuven te schaden, terwijl wij vóór alles democratisering nastreefden.” Nieuws volgens de regels “Mijn professionele loopbaan begon ik bij de VRT als researcher voor een praatprogramma en later voor De Droomfabriek. Na een zijsprong langs Supersport kwam ik uiteindelijk op de VRT-nieuwsredactie terecht. Op dat moment was dat een heel dynamische omgeving: er liepen heel wat nieuwe jonge mensen rond, de redactie lanceerde met het middagjournaal een nieuw concept, en hoofdredacteur Leo Hellemans was een man met een duidelijke visie. TV1 was al marktleider, maar Het journaal was altijd een beetje het kneusje geweest: niemand had er wat aan. Onder impuls van Hellemans kwam Het journaal wat dichter bij de modale Vlaming te staan: het werd toegankelijker, minder highbrow.” “Mijn uitspraak dat een nieuwsuitzending aan dezelfde wetten moet gehoorzamen als een entertainmentprogramma wordt in die context vaak fout geïnterpreteerd. Met die wetten van een entertainmentprogramma doel ik gewoon op oude retorische technieken, ingrepen in de opbouw die ervoor zorgen dat mensen geboeid blijven. Als je aan het begin van een uitzending vijf zware, droge items na elkaar zet, jaag je iedereen weg. Dat moet je voorkomen door ‘pauzemomenten’ in te lassen met minder zware, herkenbare situaties. Ik bedoel dus zeker niet dat het
Ondanks zijn verleden als hoofdredacteur bij studentenblad Veto is het met Stef Wauters (38) toch goed afgelopen. We ontmoeten hem in het VTM-hoofdkwartier aan de Medialaan, waar bekentenissen over een paarse baby en dito relatie het gesprek even onderbreken. De opwinding is een perfecte illustratie van het Veto-adagium dat Wauters net had aangehaald: “Met alles mag gelachen worden.” Interview Els Spaas onderscheid tussen entertainment en informatie of nieuwswaardige inhoud opgeheven moet worden.” “Het oude tv-nieuws was te weinig een tv-programma met een centrale rol voor het beeld. Dat zag je ook al in de redacties: het werd gemaakt door mensen die hun strepen hadden verdiend in de geschreven pers of op de radio, maar die eigenlijk nooit hadden geleerd hoe je met beeldtaal werkt. Sommige van die journalisten lazen gewoon een tekst in, en gaven hun monteur de opdracht om daar wat beeldjes op te plakken. Op televisie moet het beeld juist het verhaal vertellen. De tekst ondersteunt alleen nog als dat nodig is.”
“Een nieuwsuitzending moet aan dezelfde wetten gehoorzamen als een entertainmentprogramma” Mensen en intellectuelen “In die hele discussie over de zogenaamde verbreding leek het alsof er twee kampen tegenover elkaar stonden die hun eigen nieuws wilden: de gewone mensen versus de intellectuelen. (lacht) Maar de kern van de zaak — en soms nog altijd het probleem van de VRT — is dat journalisten te gemakkelijk hun eigen peergroup van intellectuelen als referentie nemen. Een goede redactie moet ook ogen hebben op straat, zonder daarom uitsluitend populair nieuws te brengen. Bij Het nieuws hebben we een goed evenwicht gevonden: de belangrijkste groei realiseerden we trouwens bij hoogopgeleiden.” “Het succes van Het nieuws zie je ook aan de kijkcijfers. We hebben Het journaal op twee jaar tijd bijgebeend. Dat heeft niets met een nieuwe meetmethode te maken, want we zijn heel geleidelijk gegroeid. Ook de programmering levert ons weinig voordeel op: Blokken op één haalt het dubbel van de kijkcijfers van onze trekker, het Rad van Fortuin, en de cijfers van het Rad kalven nog af. Het nieuws blijft dus grotendeels op eigen kracht overeind, al is de situatie zonder populaire trekker zeker niet ideaal.” De overstap “De commotie rond mijn overstap naar VTM was op zijn zachtst gezegd niet ple-
zant. Ik werkte heel graag voor de VRT. Maar toen ik het aanbod van VTM gekregen had, werd ik er bijna bedreigd: ‘Doe dat en we maken van u een geldwolf! En we zullen daarvoor de bevriende pers gebruiken!’ en: ‘Je weet wat er met Jacques Vermeire is gebeurd’. Toen was de knop snel omgedraaid. Ik was nog niet weg uit het gebouw of de roddels over mijn loon gingen al de wereld rond. Dat belet gelukkig niet dat ik nu nog altijd goede contacten heb met collega’s bij de VRT.” “Die rancune was nergens voor nodig: er waren intussen zoveel voorbeelden van mensen die waren overgestapt naar VTM. Het omgekeerde gebeurt overigens ook: op de VRT-nieuwsredactie werken mensen die bij Het nieuws begonnen zijn. Ik heb gewoon de kans gegrepen die me werd aangeboden. En de redactie van het VTM-nieuws stond op dat moment voor dezelfde uitdaging als de VRT twee jaar eerder. Het beloofde opnieuw een leuke periode te worden met veel vernieuwing. Net als bij de VRT toen was er een gedreven ploeg die zo goed mogelijk werk wou leveren.” Brave New World “Nu Het nieuws de kloof met Het journaal heeft gedicht is het een uitdaging om nog verder door te groeien. Een goede trekker kan daarbij zeker helpen, maar we moeten ook zelf blijven verbeteren: we moeten nog sneller werken, en onze journalisten nog beter maken door ze beter op te leiden.” “Ik kijk eigenlijk nooit verder dan twee jaar vooruit, want er staat in de onmiddellijke toekomst al genoeg op stapel: digitale tv en de gsm-nieuwsdiensten zullen het medialandschap zonder twijfel ingrijpend veranderen.” “Engeland is op dat vlak een voorloper: daar zijn nu al tienduizenden abonnees met derdegeneratiegsm’s. Die nieuwe technologieën worden booming business: de Brave New World komt eraan! En wij zijn pioniers in Vlaanderen: sinds deze week kan je ook hier al Het Nieuws op je 3G-gsm bekijken.” “Maar we zijn nog veel ambitieuzer: binnen het jaar beginnen we met de eerste 24-uren nieuwszender in Vlaanderen, met nieuws, duiding, debatprogramma’s en cultuur. Dat wordt een geweldig project, waar we de komende maanden onze handen meer dan vol mee hebben.”
16
studenten
18.1.2006
Dienst Studieadvies leert je solliciteren
“Geen halve seconde twijfelen!” Knikkende knieën, een bibber in je stem — solliciteren is meestal geen pretje. “Nochtans heb je tijdens het gesprek alles in de hand”, zegt Carine Chisu, directeur van de Dienst Studieadvies. Zij organiseerde in december een vijftigtal individuele simulatie-interviews voor studenten die wilden leren solliciteren. Wij keken mee tijdens zo’n sessie. Katrien Steyaert
J
e kan er niet vroeg genoeg mee beginnen, het moet zowat Carine Chisu’s lijfspreuk zijn. “Studenten moeten niet alleen aan hun academische maar ook aan hun professionele competenties schaven. Ze beseffen nog veel te weinig dat ze al van in het tweede jaar aan hun carrière moeten werken. Er moet een mentaliteitswijziging komen. Daarom heb ik de vroegere ‘kerncel tewerkstelling’ van de Dienst Studieadvies omgedoopt tot ‘career development center’, naar het model van de Amerikaanse universiteiten.” Chisu, die ruim een jaar aan het hoofd staat van de Dienst Studieadvies, weet waarover ze spreekt. Ze rekruteerde jarenlang geschikte kandidaten voor bedrijven die daarom vroegen. “Zo ben ik op het idee gekomen om simulatie-interviews te organiseren voor studenten. Samen met enkele van mijn vroegere collega’s heb ik een vijftigtal jongeren kunnen laten oefenen in solliciteren.” Een van hen is Karolien Vermeulen, een gediplomeerd verpleegster en criminologe die haar aggregaatsopleiding aan het afronden is. “Ik moet binnenkort gaan solliciteren, maar weet niet hoe ik eraan moet beginnen.” Ze heeft haar cv meegebracht, en Chisu neemt het onder de loep. “Je hebt een knap curriculum maar het mag beknopter. Een professionele rekruteerder moet in één oogopslag zien waarom jij interessant bent. Een
goed cv is een ‘teaser’: het moet de werkgever nieuwsgierig maken. Geef dus niet alles weg, maar zorg ervoor dat je uitgenodigd wordt om de rest te komen vertellen. Vermeld ook studentenjobs. Zo ziet men dat je weet wat het is om dagelijks vroeg op te staan en acht uur op kantoor te zitten, en dat je je haar moet kammen voor je gaat werken.” Schminken op de parking Volgende stap: de motivatiebrief. Chisu: “Pik vijf sleutelwoorden uit de jobomschrijving die jou het meest aanspreken en selecteer uit het profiel vijf eigenschappen waar jij aan beantwoordt. Bouw daarrond een brief waarin je je persoon-
su onaangekondigd over naar het Frans of Engels. “Het is heel erg gesteld met de talenkennis van de studenten”, verzucht ze. “Wat je niet goed kan, moet je opkrikken. Ga een zomercursus volgen en lieg vooral niet op je cv. Tijdens een interview val je genadeloos door de mand.” Karolien doorstaat de test met glans, maar moet haar troeven meer uitspelen. Chisu: “Wat je in huis hebt, moet je zeker vermelden. Zoals zovelen moet je je leven meer structureren in je hoofd. Op die manier kan je de werkgever bij de hand nemen en hem een beknopt maar duidelijk verhaal vertellen. Hij zal veel minder lastige vragen kunnen stellen. Het zorgt er ook voor dat je intona-
“Sta je niet nog te schminken op de parking en wees vriendelijk tegen de receptionistes. Zij zeggen het door als je arrogant bent geweest.” lijkheid laat zien. Zo kan ik mijn talenkennis concreet maken door te zeggen dat ik in het Italiaans en het Frans ben opgevoed maar in het Nederlands school heb gelopen. En vermijd woorden als ‘geinteresseerd’, dat is weinig origineel.” Chisu kruipt moeiteloos in de rol van rekruteerder tijdens een gesprek met Karolien die wil aangenomen worden bij de Liga van de Rechten van de Mens. Om haar talenkennis te testen, schakelt Chi-
tie gevarieerder is en dat je oogcontact maakt, iets wat je nog te weinig doet.” Chisu geeft geen complimentjes maar Karolien is blij met de constructieve feedback: “Ik voel me nu beter gewapend.” Ze krijgt nog een aantal gouden tips mee. “Vraag tijdens je eerste gesprek niet naar je loon, maar weet wel wat te antwoorden als ernaar gevraagd wordt. Kom op tijd en zorg ervoor dat je de dag voordien al eens bent langsgeweest. Zo
Studie(traject)begeleiding na de flexibilisering
Nog betere bijstand voor de spoorzoekende student Ze hebben de voorbije tijd zelf stevig moeten blokken, de studiebegeleiders op de Dienst Studieadvies. De flexibilisering van het hoger onderwijs resulteerde immers in een gewijzigd opleidingenaanbod, dat zij van A(ccountancy) tot Z(iekenhuisapotheker) moeten kennen. Maar nu is het weer de beurt aan de studenten. Helaas is de examenperiode voor sommige studenten niet het verhoopte succes. De studiebegeleiders staan klaar om met hen te bekijken hoe het beter kan, of welke richting hen beter zou liggen. Om er mee voor te zorgen dat studenten ook in hun faculteit optimaal opgevangen worden, heeft de Dienst Studieadvies samen met het Medisch en Psychotherapeutisch Centrum een vormingsreeks voor facultaire studie(traject)begeleiders op poten gezet. Reiner Van Hove
J
aarlijks maken zo’n 1.500 studenten gebruik van het aanbod aan studiebegeleiding van de Dienst Studieadvies.
Joke Vanhoudt is één van de adviseurs die hen opvangt: “Wij ondersteunen studenten die tot de vaststelling gekomen zijn dat ze geen optimale studiekeuze gemaakt hebben, of dat er iets schort aan hun studiemethode. De eerste stap is een intake-gesprek — eventueel gevolgd door meerdere, wekelijkse gesprekken — met één van onze adviseurs. Dat kan indien nodig aangevuld worden met computertesten waarin we een aantal factoren nagaan die de studie beinvloeden: het gebruik van intellectuele capaciteiten of van studievaardigheden, interesses, persoonlijkheidsaspecten… Eerder dit jaar hebben we een upgrade van ons computersysteem doorgevoerd. Het is nu gebruiksvriendelijker, en het bevat tientallen testen en vragenlijsten die voor meer verschillende doeleinden worden gebruikt: diagnose van studieproblemen, heroriëntering, assessment voor bepaalde groepen die een studie willen beginnen…” “Studenten durven veranderen van studierichting wel eens als een oplossing zien voor slechte resultaten. In werkelijkheid is er vaak meer aan de hand. Die mindere prestaties kunnen immers ook wijzen op problemen in de studiemethodiek. Na het gesprek wordt de student eventueel doorverwezen naar de twee trainingsreeksen die we in de loop van het tweede semester organiseren. In de training ‘Doelgericht Studeren’ wordt er in groep gewerkt rond topics
als concentratie, het structureren van tekstmateriaal, het onderscheiden van hoofd- en bijzaak, geheugengebruik en het inschatten van exameneisen. In de training ‘Studiemanagement’ begeleidt een adviseur de studenten bij het maken van een evenwichtige studieplanning.” Uit de spreekkamer De flexibilisering van het hoger onderwijs had logischerwijs een grote impact op studie(traject)begeleiding. Vanhoudt: “Er zijn bijvoorbeeld meer keuzemogelijkheden, en er is een grotere instroom van niet-traditionele studenten: werkstudenten, oudere studenten, studenten zonder diploma secundair onderwijs… Bovendien blijken studenten steeds vaker te vragen naar psychologische begeleiding rond studiestress en studiefalen. Daardoor krijgen niet alleen wij, maar ook de begeleiders op de faculteiten meer vragen te verwerken.” De Dienst Studieadvies en het Medisch en Psychotherapeutisch Centrum (MPTC) spelen nu in op die ontwikkelingen door samen een vormingsinitiatief voor facultaire studiebegeleiders te organiseren. Johan Vereycken is diensthoofd van het MPTC: “In november zijn we van start gegaan met een vormingsreeks waarin we de expertise van onze twee diensten samenbrengen. De reeks bestaat uit vijf sessies: studietrajectbegeleiding, psychische problemen en gesprekstechnieken, leerprocesbege-
campuskrant
ontdek je de ‘dresscode’ van het bedrijf en rijd je niet verloren. Van zodra je het bedrijfsterrein betreedt, ben je bezig met solliciteren. Sta je niet nog te schminken op de parking en wees vriendelijk tegen de receptionistes. Zij zeggen het door als je arrogant bent geweest. En wees beleefd! Ik wil niet prekerig doen, maar het is de realiteit. Sommigen hangen in hun stoel of geven niet eens een hand aan het panel. Eens je de overstap maakt van de studenten- naar de volwassen wereld koestert men verwachtingen wat taal, kledij en houding betreft.” Nog meer weten? De Dienst Studieadvies plant in het tweede semester bedrijfsbezoeken, groepssessies ‘Eerste Hulp bij Solliciteren’ en een grote inhaalsessie in mei. Chisu: “Je mag je niet laten ontmoedigen door afwijzingen of werkloosheidscijfers. Schaaf je gebreken bij en ga met een positieve ingesteldheid naar een gesprek. Twijfel geen halve seconde dat je de job zal krijgen. Als je vertrouwen inboezemt, zal de baas geloven dat hij geen risico neemt door je aan te nemen. Uitgenodigd worden is het moeilijkst, daarna heb je alles zelf in de hand. Weg met de underdog!” Carine Chisu, Dienst Studieadvies, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (t) 016 32 43 10,
[email protected]. Bedrijven kunnen contact opnemen i.v.m. bedrijfsbezoeken of de vacaturedatabank.
www.kuleuven.be/ vacaturedatabank Op zoek naar een job? Of naar een nieuwe medewerker? Als student of oud-student selecteer je in de vacaturedatabank van de K.U.Leuven vacatures of stages op basis van je afstudeerrichting, de bedrijfssector of de geografische regio waar je wilt werken, voer je eventueel je cv-gegevens in en ontvang je via mail de nieuwste vacatures of stages. Als werkgever kun je na aanvraag van een gratis account zelf vacatures en stages invoeren en cv’s van afgestudeerden inkijken. Geregistreerde werkzoekenden, afgestudeerd aan de K.U.Leuven, krijgen automatisch je vacature of stage doorgestuurd mits overeenkomstig diploma.
leiding, studiegebonden problemen en studenten met functiebeperkingen.” Vanhoudt: “Het opzet is interactief. Elke sessie begint wel met een theoretisch gedeelte, maar het grootste stuk is praktijk: we maken twee groepen van vijftien deelnemers, waarmee we simulaties en rollenspellen doen, casussen bespreken en ervaringen uitwisselen. Extra voordeel is dat er een informeel netwerk ontstaat. Tijdens de broodjesmaaltijd achteraf raken de deelnemers aan de praat over situaties en problemen in hun eigen faculteit. Daartoe krijgen ze anders vaak de kans niet.” Vereycken: “Omdat we dat interactieve aspect zo belangrijk vinden, hebben we het aantal inschrijvingen tot dertig beperkt. Die plaatsen waren, tot onze tevredenheid, in een mum van tijd volzet. Inmiddels hebben we al twee sessies achter de rug, en de commentaren zijn bijzonder positief. Het initiatief is ook leerzaam voor onszelf: we krijgen een zicht op hoe mensen onze dienst bekijken. Onze therapeuten komen op deze manier ook eens uit hun spreekkamer, en ze moeten weer in de studieboeken duiken, waardoor ze hun eigen werk nog eens vanuit een andere hoek bekijken.” http://www.kuleuven.be/studieadvies/ begeleiding.htm http://www.kuleuven.be/studiebegeleiding/ studeren.htm
campuskrant
maatschappij
18.1.2006
17
Zes hectare met waaier aan biotopen in Kortrijk
Grasduinen in het Ecolab (© Patrick Holderbeke)
Wie de Campus Kortrijk kent, weet ongetwijfeld dat het een heel ‘groene’ campus is. Letterlijk, vanwege de vele grasvelden en plantsoenen, maar sinds enkele jaren nog meer, dankzij het Ecolab van de Kortrijkse afdeling biologie. Hoe dat lab er gekomen is, en waarvoor het precies wordt gebruikt, lieten we ons vertellen door professor Paul Busselen, de bezieler van het project. Sara Callens
B
usselen: “De Campus Kortrijk beschikt al heel lang over zo’n tien hectare grond die vroeger door landbouwers werd bewerkt. Zestig procent daarvan hebben we omgevormd tot een ecologisch laboratorium, het Ecolab. Dat bestaat uit een aantal kleine biotopen die in abiotische factoren verschillen. Abiotische factoren zijn, letterlijk, niet-levende factoren, zoals de helling van het terrein, de belichting, de zuurtegraad, de vochtigheid…”
“Het Ecolab heeft verschillende doelstellingen. Allereerst biedt het onze biologiestudenten de mogelijkheid de effecten van de abiotische factoren wetenschappelijk te testen. Ze kunnen de theorie uit hun cursussen hier in de praktijk toepassen. Daarnaast kunnen we continue observaties uitvoeren. Het lab kan ook de determinatieoefeningen ondersteunen — dat zijn oefeningen waarbij namen en verwantschap van planten en dieren worden afgeleid uit allerlei kenmerken. Ten slotte kan het
lab ook bij doctoraatsonderzoek goed van pas komen, zowel Kortrijks als Leuvens.” “De biotopen van het Ecolab omvatten onder meer stukjes bos, enkele percelen grasland, een aantal poelen, ruigten, en ook een akker, die door ons bewerkt wordt volgens het traditionele drieslagstelsel. Dat betekent dat we, bijvoorbeeld, in het eerste jaar vlinderbloemige soorten zoals erwten of bonen kweken, in het tweede jaar graan zaaien, en in het derde jaar het terrein
Psychotherapeute Mia Leijssen schrijft Gids Beroepsethiek
Morele dilemma’s in de hulpverlening Naar aanleiding van het Canvasprogramma Het Verloren Paradijs beschreef Anna Luyten haar in Focus Knack als een ‘verlichte geest’ die ‘weet hoe het brein werkt’. Ons gesprek met professor Mia Leijssen gaat hoofdzakelijk over haar onlangs verschenen Gids Beroepsethiek, maar we wachten op het juiste moment om haar die uitspraak voor te leggen. Els Spaas
E
en grote verdienste van de Gids Beroepsethiek is dat de publicatie inspeelt op een reële vraag. Leijssen: “Bijna dagelijks krijg ik mails en telefoontjes van mensen uit de praktijk — vooral van therapeuten maar ook van leerkrachten en verpleegkundigen — die met vragen zitten over beroepsethiek. Een typisch dilemma waarmee ze geconfronteerd worden is bijvoorbeeld een patiënt die met zelfmoordplannen zit, of iemand die wraak wil nemen na ernstig misbruik. De therapeuten voelen in die gevallen dat ze moeten ingrijpen, maar de cliënt rekent op geheimhouding.” “Daarnaast stellen cliënten en patiënten me steeds vaker vragen over hun rechten. Hulpverleners zien die rechten als een bijkomende belasting, en ze laten daarom na hun cliënten erover in te lichten. Het inzagerecht in het dossier is daarvan een duidelijk voorbeeld. Door de overbevraging is dat voor hulpverleners geen prioriteit, en de dossiers zijn dan ook navenant. En ze willen uiteraard vermijden dat de cliënten dat ook vaststellen.” “Een andere reeks vragen van cliënten heeft te maken met twijfels over de therapeut of over de adviezen die deze geeft. De term ‘psychotherapeut’ is een vlag die vele ladingen dekt: tussen therapeuten vind je grote verschillen in achtergrond, opleiding, kwaliteit en methode. Cliënten hebben weinig inzicht in die verschillen.”
“Het zou inderdaad een oplossing zijn om psychotherapeut tot een beschermde titel te maken en therapeuten te verplichten zich bij een beroepsorganisatie aan te sluiten. Maar de wetgeving daarover laat al jaren op zich wachten. Je kan trouwens niet alle heil verwachten van de ethische codes en regels van een beroepsorgani-
“Een typisch dilemma is een patiënt die met zelfmoord- of wraakplannen zit: de therapeuten willen ingrijpen, maar de cliënt rekent op geheimhouding.” satie. Het belangrijkste om te komen tot een goede beslissing is een zorgvuldige afweging van alle elementen.” Goed en kwaad “In de Gids Beroepsethiek concretiseer ik een aantal basishoudingen die in zo’n afweging niet mogen ontbreken: respect, integriteit en verantwoordelijkheid. Deskundigheid, een vierde en overkoepelende basishouding, houdt — naast professionele bekwaamheid — in dat een therapeut de ethische aspecten in zijn werk herkent. Bij de keuze voor een bepaalde behandeling bijvoorbeeld zou een therapeut niet uit het oog mogen verliezen of die behandeling nadeli-
(© Rob Stevens)
ge gevolgen voor anderen kan hebben.” “De Gids speelt zeker in op een vernieuwde aandacht voor ethische kwesties. In de psychotherapie hangt dat sterk samen met een groeiende mondigheid van de burger en een toegenomen regelgeving.” Maar die tendens naar meer aandacht voor morele thema’s blijft niet beperkt tot de sector van de hulpverlening. Niet voor niets stond de eerste aflevering van Het Verloren Paradijs in het teken van goed en kwaad. “Voor die eerste aflevering heb ik uitgebreid verteld over de ethische ontwikkeling bij kinderen. Maar uit het gesprek, dat anderhalf uur duurde, werden maar tien minuten echt gebruikt — en dat geldt eigenlijk voor elke aflevering. De programmamakers selecteren dus wat er voor hen uitsteekt. En als psychotherapeute was ik de enige van de geïnterviewden die iets kon vertellen over de fysiologische en chemische processen in het brein. Het zijn vooral die stukjes die zijn uitgezonden, al heb ik meer affiniteit met andere aspecten. Vandaar waarschijnlijk die beschrijving van Anna Luyten.” Mia Leijssen, ‘Gids Beroepsethiek. Waarden, rechten en plichten in psychotherapie en hulpverlening’, Leuven, Acco, 2005. De laatste aflevering van ‘Het Verloren Paradijs’ wordt op 22/1 en 23/1 uitgezonden op Canvas.
braak laten liggen. We gebruiken uiteraard geen pesticiden. Het gevolg daarvan is natuurlijk dat er veel ‘onkruid’ staat. Het aantal interessante wilde plantensoorten neemt daardoor in belangrijke mate toe. Omdat we ons graan niet maaien, trekken we bovendien - en vooral in de winter — veel zaadetende vogels aan, waaronder enkele zeldzame soorten. Dat is dan weer interessant voor vogelliefhebbers.” “Ons lab kan profiteren van een gunstige ligging tussen verschillende kleine natuurzones in het Kortrijkse. Daardoor wordt de natuurlijke ontwikkeling nog meer gestimuleerd. Vogels en dieren kunnen zich verspreiden, en ook plantenzaden kunnen gemakkelijk verhuizen van de ene natuurzone naar de andere. In het erg verstedelijkte Vlaanderen is er maar weinig ruimte voor wilde planten. Het is dan ook belangrijk dat er plaatsen – hoe klein ook – bestaan waar de natuur haar gang kan gaan.” Het Ecolab heeft, naast een algemene website, ook een uitgebreide plantengids, die met een zevenhonderdtal plantensoorten en meer dan vierduizend foto’s, allemaal genomen door professor Busselen zelf, tot vierduizend bezoekers per dag lokt. Het voornaamste doel van die website is de biologiestudenten te helpen bij hun determinatieoefeningen. Maar de foto’s worden ook gebruikt in wetenschappelijke publicaties over de hele wereld, in het onderwijs en door natuureducatieve instellingen. De website is voor iedereen toegankelijk, en het is zeker de bedoeling hem in de toekomst nog verder uit te breiden.’ Ecolab: http://www.kulak.be/facult/wet/ biologie/pb/kulakbiocampus/ecolab/ Plantengids: http://www.kulak.be/bioweb/
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van Mevrouw Lydia Mees medewerkster van de Centrale Bibliotheek geboren op 27 maart 1956 en overleden op 28 december 2005
Dom Ambroos Wilhelmus Verheul emeritus docent aan de Faculteit Godgeleerdheid (1963-1981) geboren op 4 november 1916 en overleden op 31 december 2005
18
associatie
18.1.2006
campuskrant
Voorzitter Oosterlinck blikt vooruit na vier jaar werking
“We worden een tweede Guimardstraat”
(© Rob Stevens)
Voorzitter André Oosterlinck kijkt vol optimisme naar de toekomst van de Associatie K.U.Leuven. Niet alleen omdat de processen van academisering en accreditatie positief en volgens schema verlopen, maar ook omdat hij ziet welke belangrijke rol de associatie kan vervullen als hefboom voor een tweede democratiseringsgolf in het onderwijs: “We merken al een aantal jaren dat het percentage 18-jarigen dat zich voor de universiteit inschrijft, niet toeneemt. Maar er blijft een groep bekwame studenten die meestal om sociale redenen de stap niet zet. De intense samenwerking tussen universiteit en hogescholen moet er op termijn toe leiden dat tien tot twintig procent van de hogeschoolstudenten na hun bachelor via een brugprogramma alsnog overstapt naar een academische master. Bovendien moet een betere screening in het eerste jaar ervoor zorgen dat studenten die geen kans op slagen maken, meteen overschakelen naar de hogeschool. Lukt het daar? Dan kunnen ze later misschien opnieuw de overstap zetten.” Jaak Poot
D
e Bologonaverklaring dateert van 1999. Zij vormt de basis voor de hervorming naar de bachelor-masterstructuur en in Vlaanderen voor de oprichting van de associaties van hogescholen en universiteiten. Voorzitter Oosterlinck frist graag het geheugen op: “De wortels van die hervorming liggen wel een eind vroeger. In 1988 was rector Dillemans penhouder van de Magna Charta van de Europese universiteiten. Dat was het begin van de hechte samenwerking die leidde tot de Erasmus-uitwisseling en later tot de stichting van de EUA (European University Association) in 1999. Het resultaat was dat wij met één stem naar het overleg met de Europese regeringen trokken en een ernstige impact hadden op de inhoud van de Bolognaverklaring.” Donkergroen Vlaanderen “Waarom heeft die verklaring een grote impact? Ik denk vooral omdat het hier niet gaat om een bindend verdrag, maar om een intentieverklaring. Dat legt een interne druk op de lidstaten en op de onderwijsinstellingen om zich goed te positioneren. Wij vergaderen ook om de twee jaar om een stand van zaken op te maken en de evolutie op te volgen. Dan wordt er ook een ‘scoreboard’ opgesteld. De Vlamingen mogen trots zijn, want bij de laatste stand van zaken kreeg Vlaanderen de donkergroene kleur van ‘zeer goed’. Vlaanderen koos immers verstandig: de formule van de ‘associatie’. Dat is een ruim begrip en maakt zowel losse samenwerking mogelijk als een echte fusie. Maar wel met één constante: de kern ervan is een universiteit die de verantwoordelijkheid draagt voor academisering en de accreditatie ondersteunt.” “In onze associatie wordt er hard gewerkt aan de academisering. De wetgever koos wijselijk voor een overgangsperiode van acht jaar. Dat maakt een geordende integratie met voorbereidingstijd mogelijk. Ik vergelijk onze integratie graag met een fusie zoals die van Kredietbank en CERA tot KBC. Daar heb je vele jaren voor nodig want dat waren concurrenten met een andere bedrijfscultuur, andere klanten, methoden en verloningspolitiek die nu één geheel vormen. Dat geldt ook voor ons. Daarom kiezen we voor een gecontroleerde evolutie, wel met voldoende druk, maar ook met de mogelijkheid dat bepaalde stappen niet meteen lukken. Met de ‘Geassocieerde Faculteit Industriële en Biowetenschappen’ waar hogescholen met ingenieursopleiding nauw overleggen met de betrokken faculteiten zitten we bijvoorbeeld op de juiste weg. De Associatie K.U.Leuven heeft natuurlijk het grote voordeel dat wij een samenwerkingsverband vormen tussen allemaal ‘vrije’ instellingen: wij vertrekken van een zelfde kwaliteitsdenken en beleidsstructuur.”
Verbreding en kwaliteit “Voor iedereen gaat het om een verbreding. Neem nu onderzoek. Hogescholen krijgen nu uitdrukkelijk een onderzoeksopdracht in samenwerking met de universiteiten. En wij bevruchten elkaar: als de hogeschool in haar praktijkgericht onderzoek op fundamentele vragen stuit, legt ze contact met ons. Fundamenteel onderzoek kan dan weer
ben als rector drie keer naar alle faculteiten getrokken met als doel: iedereen overtuigen van het belang ervan. Ook als voorzitter wil ik slagen. In een fusie moet je stapsgewijs gaan. En veel overleggen. Al vier jaar vergadert het bestuur van de K.U.Leuven maandelijks met de algemeen directeurs van de hogescholen. Constant bespreken wij: waar staan we? Wat moet er nu gebeu-
“Ik zeg wel eens dat wij op weg zijn om een tweede ‘Guimardstraat’ te worden, een koepel voor vrije instellingen voor hoger onderwijs.” gemakkelijker toetsen of de bevindingen ook werken in de praktijk of nieuwe vragen oproepen. Universiteiten krijgen dankzij de associatie ook vlotter toegang tot KMO’s en hogescholen tot grote bedrijven.” “Op dit ogenblik is onze taak vooral: stimuleren. Tegen 2015 moeten we gegroeid zijn tot een echte koepelorganisatie met twee grote groepen: universitaire en professionele opleidingen. Samen onder één dak. Ik zeg wel eens dat wij op weg zijn om een tweede ‘Guimardstraat’ te worden, een koepel voor vrije instellingen voor hoger onderwijs. Zelf ben ik voorstander van een klein aantal grotere universiteiten. Daarom heb ik me van bij het begin volop geëngageerd voor de associatie. Ik
ren? Zo groeien we tot één geheel van instellingen die elkaar niet beconcurreren, maar samenwerken aan één doel: kwaliteit in onderwijs en onderzoek en democratische toegang voor zoveel mogelijk studenten.” Flexibel en levenslang Ere-rector Oosterlinck ziet de associatie als motor voor een tweede democratiseringsgolf in het onderwijs. Daarbij rekent hij op een betere doorstroming van bekwame kandidaten na een professionele bachelor. Maar hij denkt ook aan de rol van de associatie in het levenslang leren. “Flexibel hoger onderwijs is er minder nodig voor de studenten in dagonderwijs. Het is niet onze opdracht om hen de kans te geven de
studie over te veel jaren te spreiden. Maar de flexibilisering is wel belangrijk omdat het mensen die werken, al dan niet deeltijds, de kans biedt bijkomende vakken te sprokkelen en zo hun vorming voort te zetten of aan te vullen.” “Een tweede aspect van het levenslang leren is de permanente vorming. Daar zie ik duidelijk een aparte opdracht voor hogeschool en universiteit. Eén element is het opfrissen van kennis. Dat vraagt vooral om een uitstekende didactische aanpak en daarvoor hebben de hogescholen dikwijls meer troeven in handen. Zij kunnen bovendien een beroep doen op de universiteitsprofessoren in situaties waar het erom gaat kennis te maken met de laatste innovaties uit de wetenschap.” “De Associatie K.U.Leuven is een ledenorganisatie. Wij treden nooit in de plaats van de leden, maar brengen bestaande initiatieven samen. Zo bieden wij als grote verbruikersgroep bijvoorbeeld mogelijkheden voor samenaankoop. Maar niemand is verplicht om die weg te volgen. Dat geldt ook voor de alumniwerking. Je bent alumnus voor zover je een opleidingsinstituut erkent als de plaats waar je graag studeerde. De kans bestaat dat alumniverenigingen naar elkaar toegroeien naarmate de deelnemende leden nauwer samenwerken. Als zij willen samenwerken, ondersteunen wij dat natuurlijk met veel plezier.”
“Meer mogelijk dankzij bundeling van krachten”
Toledo verovert Vlaanderen Voor veel studenten en docenten lijkt het alsof Toledo – en dan bedoelen we uiteraard de leeromgeving – altijd al heeft bestaan, maar in werkelijkheid is dit pas het vijfde academiejaar dat het systeem in gebruik is. Tijd voor een round-up, zo dachten wij, en samen met projectmanager Leen Van Rentergem wierpen we een blik in het verleden, het heden, en uiteraard ook de toekomst van Toledo. Leen Van Rentergem: “Toledo is in september 2001 van start gegaan als een centraal ondersteunde elektronische leeromgeving, die het nieuwe onderwijsconcept van de K.U.Leuven, met als belangrijkste pijler de begeleide zelfstudie, moest helpen realiseren. We begonnen klein, maar
vandaag maken meer dan 60.000 docenten en studenten uit tien verschillende instellingen gebruik van het platform, en dagelijks loggen er meer dan 20.000 verschillende gebruikers aan.” “Toledo is geen leeromgeving in de strikte zin van het woord, maar eerder een totaalconcept waarin een waaier van tools aangeboden wordt aan studenten en docenten. Toledo is echter meer dan een verzameling tools: steeds proberen we de leeromgeving in te bedden in de totale ICT-omgeving waarin studenten en docenten zich bewegen. De leeromgeving fungeert als een onderwijsportaal, waarin onderwijsinformatie, leermateriaal en de benodigde ICT-functies gepersonaliseerd worden aangeboden. Bovendien wordt voortdurend, in samenspraak met de gebruikers, gezocht naar nieuwe mogelijkheden, en die zoektocht wordt vooral gestuurd door het veranderende onderwijslandschap. Zo zorgt bijvoorbeeld de onderwijsflexibilisering ervoor dat Toledo in de toekomst nog meer student-
gericht wordt, en zoeken we ook naar betere tools voor het ondersteunen van groepswerk.” Scholen “Al die ontwikkelingen kosten natuurlijk tijd en geld. Gelukkig heeft men binnen de Associatie ingezien dat we alleen als we onze krachten bundelen, alle uitdagingen zullen aankunnen. In september 2004 werd Toledo dan ook officieel de Gemeenschappelijke Digitale Leeromgeving voor de Associatie K.U.Leuven. En we gaan nog verder! Sinds september werken we ook intens samen met het VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs). Tweehonderd scholen maken nu al gebruik van eloV (elektronische leeromgeving Vlaanderen), dat door het Toledo-team gehost wordt. En ook hier is de achterliggende gedachte weer dezelfde: er wordt meer mogelijk als we onze krachten bundelen.” (tv) http://toledo.kuleuven.be
campuskrant
valvas
18.1.2006
Doctoraten Wetenschappen 19 dec. Greet Ruysschaert, Spatial and Temporal Variability of Soil Losses Due to Crop Harvesting. 19 dec., Dimitri Vanpeteghem, Kwantumdynamische entropie: klassieke limiet, robuustheid en schaling. Ingenieurswetenschappen 15 dec., Konrad Purchala, Modelling of Technical and Economical Interactions in Meshed High Voltage Grids Exhibiting Congestion. 15 dec., Joris Soens, Impact of Wind Energy in a Future Power Grid. 19 dec., Maria Claudia Diaz Martinez, Anonymity and Privacy in Electronic Services. 21 dec., Bruno Bolsens, EMC Problems and Possible Solutions in High Frequency Power Electronic Converters. 21 dec., Teresa Laudadio, Deelruimte gebaseerde kwantificatie van magnetische resonantie signalen met inbreng van biochemische voorkennis. 21 dec., Rodica Tirtea, Integration at Middleware Level of Fault Tolerance for Distributed Systems. 21 dec., David Vaes, Optimal Static Decoupling for Multivariable Control Design. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 19 dec., Wim Weymans, The Limits of Indeterminacy: Lefort, Gauchet and Rosanvallon on Democracy and Political Representation.
20 dec., Peter Verhezen, Gifts and Bribes. An Essay on the Limits of Reciprocity. Geneeskunde 16 dec., Marina Marechal, Tissue Engineering for Bone Augmentation by Means of Osteoprogenitor Cells. 16 dec., Lieven Thorrez, Gene Therapy for Hemophilia A and B Using Different Viral Vectors. 20 dec., Tom Rossenbacker, Phenotypic Characterisation, Genotypic Identification and Molecular Mechanisms of Primary Cardiac Electrical Diseases. 20 dec., Katinka Stoffels, Immune Regulation of 1a-Hydroxylase in Monocytes. 20 dec., Karolina Szlufcik, The N-Terminal Suppressor/ Coupling Domain of Inositol 1,4 ,5-Trisphosphate Receptor: Molecular Mechanism and Cellular Function. Bio-Ingenieurswetenschappen 15 dec., Iesel Van der Plancken, Effect of Process Parameters on the Physicochemical and Functional Properties of Egg White Solutions. 19 dec., Stijn Quanten, Integratie van on-line bioresponsmetingen in transportsystemen. 20 dec., Trung Anh Nguyen, Modelling of Moisture Transport in Pear Tissue. 20 dec., Maarten Uyttebroek, Onderzoek naar de ecologische niche van polycyclische aromatische koolwaterstof (PAK)-afbrekende Mycobacterium spp. in PAK-vervuilde bodem. 21 dec., Hans Aerts,
Catalytic Functionalization of Olefinic Fats and Oils. Farmaceutische Wetenschappen 16 dec., Jose Diana Di Mavungu, Improvement of Liquid Chromatographic Methods for the Analysis of Selected Antibiotics and Mass Spectrometric Investigation of Unknown Impurities. Sociale Wetenschappen 19 dec., Vital Put, Normen in performance audits van rekenkamers. Een casestudie bij de Algemene Rekenkamer en het National Audit Office. Letteren 16 dec., Nico Van Hout, Functies van Doodverf. De onderschildering en andere onderliggende stadia in het werk van P.P. Rubens. 20 dec., An Paenhuysen, De nieuwe wereld. Avant-garde en cultuurkritiek in België tijdens het interbellum. 21 dec., Pieter Dhondt, Een tweevoudig compromis. Discussies over universitair onderwijs in het negentiendeeeuwse België. 21 dec., Kris Heylen, Zur Abfolge (pro)nominaler Satzglieder im Deutschen. Eine korpusbasierte Analyse der relativen Abfolge von nominalem Subjekt und pronominalem Objekt im Mittelfeld. 21 dec., Nathalie Kremer, ‘Le vrai peut quelquefois n’être pas vraisemblable’. La notion de vraisemblance au XVIIIe siècle.
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 21 dec., Fabio de Oliveira Pitta, Assessment of Activities of Daily Living in Patients with Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD). Godgeleerdheid 16 dec., Quy Lam, Die Menschheit Jesu in den Werken Augustins. Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 19 dec., Frederick Sarfo,
Developing Technical Expertise in Secondary Technical Schools in Ghana: The Effect of Powerful Learning Environments with and without ICT and the Moderating Effect of Instructional Conceptions. 20 dec., Sebastian Onah, From Migrants to Transnationals: Cosmological and Religious Fundamentals among Igbo Migrants in Belgium. 21 dec., Hermina Van Coillie, Behaviors Associated with Anger.
Benoemd of onderscheiden Professor Henk Meert, verbonden aan het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Faculteit Wetenschappen, is voor een periode van drie jaar herbenoemd tot coördinator van het European Observatory on Homelessness (EOH). Het EOH, opgericht in 1991, wordt gefinancieerd door de Europese Commissie en gecoördineerd door een driekoppig team. Het produceert Europees vergelijkend onderzoek aangaande sociale uitsluiting en woonnood. Henk Meert coördineerde het EOH reeds van 2001 tot en met 2005, samen met Bill Edgar (University of Dundee) en Joe Doherty (University of St Andrews). Thijs Rommens, student politieke wetenschappen, ontving de prijs van de Leerstoel InBev - Baillet Latour voor zijn licentiaatsthesis De rol van de islam in het conflict in Tsjetsjenië. De prijs bekroont de beste eindverhandeling over
de actuele ontwikkelingen in EU-Rusland-relaties en wordt tweejaarlijks uitgereikt. Doctor Linos Vandekerckhove, verbonden aan de Afdeling Moleculaire Geneeskunde, won op het jaarlijks congres van de Belgian Society of Internal Medicine de Investigator’s award voor het beste fundamenteel wetenschappelijk werk. Doctor Vandekerckhove combineert momenteel een specialisatieopleiding in de interne geneeskunde met een doctoraat in de Afdeling Moleculaire Geneeskunde. Het onderzoek van doctor Vandekerckhove en zijn collegae onder leiding van professor Zeger Debyser betreft de ontdekking van LEDGF als een nieuwe cellulaire co-factor van hiv-integratie. Dit werk biedt perspectieven voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie geneesmiddelen tegen hiv-infectie.
– advertentie –
Faculty Club 16 vergaderzalen, van 10 tot 124 p imposante feestzaal 200 p lunch of diner in aparte zaal mogelijk gratis parking voor 200 wagens Groot Begijnhof 14 I B-3000 Leuven T +32 (0)16 32 95 00 I F +32 (0)16 32 95 02 www.facultyclub.be I
[email protected]
Faculty Club en Begijnhof Congres Hotel
BEGIJNHOF CONGRES HOTEL
19
viersterren hotel, stijlvolle suites middenin een oase van rust en groen zicht op prachtige begijnhoftuinen copieus ontbijtbuffet Tervuursevest 70 I B-3000 Leuven T +32 (0)16 29 10 10 I F +32 (0)16 29 10 22 www.bchotel.be I
[email protected]
Begijnhof Congres Hotel
20
de buitenkant
18.1.2006
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Karel Vinck (69), topondernemer en voorzitter van Alumni Lovanienses
“Machtig aan de top? Integendeel!”
(© Rob Stevens)
Tafel manieren Het pingpongballetje hierboven zal eeuwig blijven hangen op deze pagina, maar tijdens het tafeltennistornooi van de Sportdienst vlogen de witte projectieltjes pijlsnel over en weer. Deze tweede editie bereikte met een opkomst van 120 deelnemers — studenten, personeel en “derden” — haar maximumcapaciteit. Naast de vele recreatieve spelers waren er ook enkele nationale (sub)toppers van de pingpongpartij. Een handicapformule — lager geklasseerde spelers kregen een voorsprong — zorgde voor een eerlijk verloop van het tornooi.
— Wat wilde u worden toen u klein was? ‘Ik ben altijd van plan geweest ingenieur te worden, zoals mijn vader. Pas na mijn studie heb ik weleens bedacht dat rechten ook wel interessant was geweest.’ — Wat is het grootste misverstand dat over uw vakgebied bestaat? ‘Veel mensen denken ten onrechte dat je macht hebt als je aan de top staat van een onderneming, dat je dan doet wat je wilt. Het tegendeel is waar: net in zo’n functie ben je gedwongen om als team beslissingen te nemen, om steeds naar een consensus te zoeken.’ — Wat is echt belangrijk in het leven? ‘Ik heb iets heel belangrijks geleerd aan de universiteit, van professor Van Laethem. Hij zei dat je als universitair niet de arrogantie of zelfs de ambitie moet hebben om alles te weten of te kunnen, maar dat je moet zorgen dat je ergens in uitblinkt.’ — Wat wilt u nog leren in dit leven? ‘Veel.’ (lacht) ‘En ik heb nog steeds geen tijd. Fysica en astrofysica bijvoorbeeld. Ik ben gefascineerd door het heelal en zou het graag beter begrijpen. En ik zou een antwoord willen zoeken op de existientiële vragen die bovenkomen als je dat probeert te doen.’ — Wie of wat betekende de belangrijkste wending in uw professionele leven? ‘Toen ik pas afgestudeerd was, ging ik werken bij Fina in Gent. Na drie weken gaf de directeur-generaal me de opdracht een project te bestuderen en het aan hem voor te stellen. De laatste vijf minuten sprak ik over zaken als prijs en kwaliteit. Daarvoor had ik het over de technische kant van de zaak gehad. Toen ik was uitgepraat, zei mijn baas: ‘Vinck, je hebt me veertig minuten van mijn tijd doen verliezen.‘ Door hem heb ik ingezien dat techniek niet voldoende is, dat beslissingen in het bedrijfsleven genomen worden op basis van economische gegevens. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor. Mede daardoor ben ik naar Cornell gegaan om er een MBA te halen.’ — Welk boek ligt er op uw nachtkastje? ‘De Da Vinci Code. Dat heb ik cadeau gekregen. Eurostar (Vinck is mede-bestuurder van Eurostar — red.) is betrokken bij de PR-campagne voor de verfilming, vandaar. En verder een werk over het menselijk genoom, van een Brits journalist, en een boek over teamwork bij het besturen van een organisatie.’ — Wat zou u veranderen als u leider werd van dit land?’ ‘Ik zou het kiesstelsel hervormen: langere mandaten, meer continuïteit. En een systeem waarbij men niet onvermijdelijk in coalities verzandt met slechte compromissen als gevolg. Ik zou ook streven naar betere communicatie met de burger: ik denk dat de problemen waar Vlaanderen zich mee geconfronteerd ziet, opgelost kunnen worden als men de mensen ertoe kan overtuigen inspanningen te leveren, door hen uit te leggen wat de uitdagingen zijn en wat de mogelijke oplossingen.’ — Wat zou u doen als u meer tijd had? ‘Meer reizen vooral. Deelnemen aan congressen, lezen,… En deel uitmaken van denkgroepen – dat is trouwens de enige bijdrage die je op mijn leeftijd nog kan leveren.’ — Welke vraag wilt schrappen? ‘Welk boek ligt er op uw nachtkastje?’ — Welke nieuwe vraag wilt u erin? ‘Welke rol speelt humor in uw leven?’
(© Rob Stevens)
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Sara Callens, Riet Evers, Ines Minten, Jaak Poot, Sara Reymen, Els Spaas, Katrien Steyaert, Philippe Van Marcke, Tim Vuylsteke
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 131.000 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 8 februari. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Ine Van Houdenhove