Malawi 2011 Oppervlakte: Hoofdstad: Aantal inwoners: Officiële taal: Valuta: BBP per capita: Alfabetisering: % mensen met toegang tot veilig drinkwater: % kinderen tot 5 jaar met ondergewicht: Human development index: Human poverty index: Minder dan 1,25 US$ per dag: Minder dan 2 US$ per dag: Onder de National Poverty Line:
118.484 km2 (3.5 x Nederland) Lilongwe 14,3 miljoen (2008) Chichewa, Engels, Chitumbuka Malawi Kwacha (MK) US$ 761 (2007) 71,8% (2007) 76 % (2006) 19% (2000-2006) 160ste plaats (2009) 90ste plaats (2007) 73,9% 90,4% 65,3% (2000-2006)
Kanjazi
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken en UNDP
Land Malawi ligt in Zuidoost Afrika en ligt ingesloten tussen Mozambique, Tanzania en Zambia. De hoofdstad is Lilongwe. 20% van de oppervlakte van het land bestaat uit water. Malawi heeft 14,3 miljoen inwoners waarvan ruim vijftig procent onder de armoedegrens leeft. Malawi scoort daarom ook zeer laag bij de verschillende indexen en behoort tot de groep van de minst ontwikkelde landen van de wereld, de zogenaamde MOL’s. Daarnaast is het land hevig getroffen door aids/hiv. Ongeveer een zevende deel (14,2%) van de bevolking in de leeftijdscategorie van 15 – 49 jaar is geïnfecteerd (seropositief). De gemiddelde levensverwachting is onder meer daardoor 38 jaar (UNAIDS Report on the global AIDS epidemic, 2006). World Servants in Malawi Malawi is voor World Servants een tamelijk nieuw projectland. In 2005 ging voor het eerst een World Servants-groep naar Malawi om daar klaslokalen te bouwen. Ook dit jaar assisteert World Servants bij het verbeteren van de onderwijssituatie van kansarme kinderen in Malawi. Gebied Er wordt gewerkt in het Kasungu District. Dit is een plattelandsgebied met voornamelijk kleine gemeenschappen. De bevolking leeft van de landbouw, voornamelijk van de verbouw van tabak.
Malawi | Kanjazi Klaslokalen, woningen en latrines | MA311 Achtergrond project Malawi is één van de armste landen ter wereld. Door aids is de levensverwachting dramatisch gedaald. Een gevolg hiervan is het enorme aantal wezen. Ook de armoede neemt toe omdat veel mensen die het werk moeten verrichten overlijden. Armoede is een grote belemmering voor kinderen om onderwijs te volgen. Het gezin kan de bijkomende kosten (uniform, leermaterialen, transport e.d.) niet opbrengen. Met name meisjes maken hun school niet af omdat ze thuis moeten werken of al vroeg kinderen krijgen. Het basisonderwijs is sinds de overgang naar een meerpartijendemocratie in 1994 kosteloos. Er gaan sindsdien veel meer kinderen naar school. De faciliteiten zijn echter nog steeds ontoereikend. In Malawi zijn de projecten onderdeel van het gezamenlijke programma van de Malawiaanse partners en de ICCO alliantie. World Servants werkt hier samen met Edukans. Hoofdthema voor de periode 2011 – 2015 is ‘Strengthening School Systems’. De, in het kader van deze programma’s, door World Servants ondersteunde projecten werden in de periode 2007 - 2010 gefinancierd met gelden uit het MFS 1 (Medefinancieringsstelsel). Vanaf 2011 worden de projecten gefinancierd gelden uit MFS 2. World Servants zal zich samen met de partnerorganisatie CCAP richten op verbetering van de infrastructuur, zoals klaslokalen, woningen voor leerkrachten en sanitaire voorzieningen. Dit gebeurt op basis van een SIP (School Improvent Plan) (staat ook al hierboven) waar alle geledingen uit de gemeenschap bij betrokken zijn. Ook een aidsvoorlichting- en bewustwordingsprogramma maken hier deel van uit. In de periode 2007 – 2010 werden hierdoor vijftien gemeenschappen geholpen.
Doel van het project Kanjazi is een arme gemeenschap met een basisschool waar 460 kinderen les krijgen van 3 leerkrachten. De school heeft vier klaslokalen in gebruik. Twee daarvan zijn in goede staat; de andere twee moeten nodig vervangen worden. Dit geldt ook voor de acht latrines. De oudere meisjes moeten zich nu hier verschonen als ze ongesteld zijn. Naast dat dit onhygiënisch is, voelen ze zich onveilig en blijven ze vaker thuis. Drie van de vier lerarenwoningen is gemaakt van modder en gras. Door het School Improvement Plan (SIP) wordt onder andere de betrokkenheid van de ouders en de dorpshoofden vergroot en de Parents Teacher Association (PTA) en het School Management Committee (SMC) getraind. Hierdoor zullen ze beter toegerust zijn om hun voorzieningen, zoals de school, in stand te houden. Door middel van voorlichting en de aids club op de school wordt er gewerkt aan bewustwording en gedragsverandering bij de kinderen. Met de bouw van twee nieuwe klaslokalen, twee woningen, latrines en een verschoningruimte voor meisjes zal de situatie op school sterk verbeteren. De nieuwe lokalen worden voorzien van meubilair waardoor de leeromstandigheden verbeteren. Door de nieuwe woningen wordt de continuïteit van het lesgeven beter gewaarborgd. Met nieuwe latrines en een verschoningsruimte wordt de school aantrekkelijker met name voor de meisjes. Ook de hygiënische omstandigheden voor alle kinderen verbeteren.
Projectondersteuning programmapartner Met de komst van een nieuw schoolgebouw, woningen en latrines is een project nog niet geslaagd. Er zijn bijvoorbeeld goede leerkrachten nodig en de lesprogramma’s moeten aansluiten bij het niveau en de behoefte van het kind. Daarom ondersteunt World Servants met dit project de partnerorganisatie bij de opzet en uitvoering van dit programma. Zo wordt het resultaat van het gebouw voor de gemeenschap versterkt. Subsidieverstrekker MFS biedt deels de financiële middelen om dit programma mogelijk te maken. Het programma, het School Improvement Plan (SIP) van partnerorganisatie CCAP, bestaat uit verschillende onderdelen. Uitgangspunt is dat de gemeenschap zelf wordt gemobiliseerd en gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. CCAP motiveert ouders om kinderen, en dan met name meisjes, daadwerkelijk naar school te sturen. Het programma wordt uitgevoerd op scholen waar World Servants aan mee heeft gebouwd. Een voorbeeld van hoe CCAP het programma uitvoert, is de zogenaamde Best School Competition. Dit is een soort wedstrijd waarbij scholen, aan de hand van bepaalde criteria, uitgeroepen kunnen worden als beste school. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de kwaliteit van de leerkrachten en de materialen. Ook wordt er aids-voorlichting gegeven door middel van de EDZI Totoclub. Op sommige scholen zijn de leerkrachten niet zo goed. Ze gebruiken bijvoorbeeld alcohol of zijn handtastelijk richting de meisjes. Ook hiervoor wordt de gemeenschap weer getraind in het dragen van een eigen verantwoordelijkheid om de school hier op aan te spreken. CCAP zorgt ervoor dat er een ouderraad, een PTA in het leven wordt geroepen die zich richt op de kwaliteit van leerkrachten en het onderwijs in het algemeen. Daarnaast is er ook een soort ondernemersraad, de SMC, School Management Community, die ook bestaat uit mensen uit de gemeenschap. Deze zorgt ervoor dat financiële en bestuurlijke zaken op de school goed geregeld worden. Een ander onderdeel van het programma is dat de oudere kinderen, met leiderschapskwaliteiten, worden getraind om jongere kinderen te trainen bij ‘life skills’. Dat zijn vaardigheden voor de dagelijkse hygiëne zoals wassen en toiletbezoek. Door juist de oudere kinderen hiervoor in te zetten, worden zij weer getraind om als leider op te treden.
Activiteiten Bouw -
Als eerste zal de plaats waar de klaslokalen, woningen en latrines zullen komen bouwrijp gemaakt worden door de lokale bevolking. Dit zal afgerond zijn voordat het World Servantsteam ter plekke is. Dan zal de ruwbouw plaatsvinden in samenwerking met de lokale aannemer en lokale bouwvakkers. Tot slot zullen de klaslokalen door de lokale aannemer en de gemeenschap worden afgemaakt.
Capaciteitsversterking De Nederlandse deelnemers dragen op bescheiden wijze bij aan het versterken van de capaciteit van de lokale gemeenschap. Door de vele ontmoetingen en door samen te werken aan een gezamenlijk doel wordt er kennis en ervaring overgedragen. Door de manier van werken van het Nederlandse team (een goede organisatie, strakke planning, vrouwen bouwen mee) worden lokale mensen aan het denken gezet over de manier waarop zij zich organiseren en activiteiten uitvoeren. In de ontmoetingen en spontane gesprekken leert een gemeenschap hoe het in een andere cultuur gaat. Als Nederlandse jongens of mannen bijvoorbeeld meehelpen met koken of Nederlandse vrouwen of meisjes meehelpen met de bouw, geeft dit stof tot gesprek. Ook worden er verschillende bijeenkomsten georganiseerd met direct betrokkenen over aan het project gerelateerde onderwerpen. Hierbij kan onder andere gebruik gemaakt worden van een aids voorlichtingsprogramma of een schoolverbeteringsplan.
Bewustwording Tijdens de drie weken leeft het team intensief samen met de mensen uit de lokale gemeenschap. De onderstaande activiteiten bieden hen de mogelijkheid om meer inzicht in te krijgen in het dagelijkse leven van de mensen: - Profession Experience: deelnemers bezoeken een plek die hun interesse heeft. Bijvoorbeeld een HBO-V student helpt een dag in de kliniek. - Cultuurprogramma: met onder andere sporten, uitstapjes maken, meewerken met de bewoners op het land of het verkopen van goederen op de markt. Er worden ook huisbezoeken gedaan waarbij er bijvoorbeeld bij een gezin wordt overnacht of samen een maaltijd wordt bereid. Dit is afhankelijk van de lokale situatie. - Kinderwerkprogramma: in de omgeving wordt op alle werkdagen door de deelnemers een programma georganiseerd voor de kinderen. Er wordt een Bijbelverhaal verteld, geknutseld en er worden spelletjes gedaan.
Betrokkenen Partnerorganisatie De Church of Central Africa Presyterian (CCAP), Synod of Livingstonia, is de partner waarmee World Servants samenwerkt. Deze kerk is ontstaan uit het werk van de Scottish Missions in de 19de eeuw. Het onderwijsdepartement van de CCAP is verantwoordelijk voor 510 basis- en enkele middelbare scholen in het genoemde gebied. Het hoofdkantoor is gevestigd in Mzuzu. CCAP werkt nauw samen met het Ministerie van Onderwijs. Het programma wordt mede ondersteund door Edukans en partnerkerken uit Amerika, Canada, Ierland en Engeland. Programma CCAP CCAP heeft een programma opgezet dat tot doel heeft het onderwijs te verbeteren. De uitvoering hiervan wordt gedaan door de drie regiokantoren in het gebied. Er is een begeleidingsprogramma, waarbij ongeveer veertig lokale coördinatoren het contact onderhouden met een tiental scholen in hun directe omgeving. Deze coördinatoren worden aangestuurd door het betreffende regiokantoor. Tijdens bezoeken spreken de lokale coördinatoren met de leerkrachten, de ouders (die zich hebben verenigd in een zogenaamde Parents Teacher Association – PTA) en kerkleiders. Samen werken ze aan het zogenaamde School Improvement Plan (SIP). Er is met name aandacht voor onderwerpen als: de kwaliteit van het onderwijs, onderwijs voor meisjes, mensenrechten en hiv/aids. CCAP organiseert ook trainingen voor leerkrachten, schoolhoofden en PTA’s. Het programma bestaat uit het activeren van de bevolking om zelf hun situatie te verbeteren. Daarnaast worden er scholen, woningen voor leerkrachten, een verschoningsruimte voor de oudere meisjes en latrines gebouwd. Deelnemers Dit project wordt uitgevoerd door deelnemers van de PKN kerk in Vries. Zij assisteren bij dit project van 10 tot 31 augustus 2011. Van iedere deelnemer wordt een bijdrage van € 2.395,- verwacht. Vorming deelnemers Het motto van World Servants is ‘Bouwen aan jezelf door te bouwen voor een ander’. Deelnemers aan een World Servants-project krijgen de kans om te groeien op verschillende gebieden. Door de confrontatie met armoede en een andere cultuur leren deelnemers over de verschillen in de wereld en met name over de problemen in het Zuiden. Dit maakt mensen bewust van een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van de ander, die het veel minder heeft. Deelnemers groeien op het gebied van bouwen, cultuur, geloof en persoonlijke ontwikkeling. Niet zelden kiest een World Servants-deelnemer na terugkomst uit het projectland ervoor nogmaals een project op het gebied van ontwikkelingssamenwerking te doen. Daarnaast werken de enthousiaste verhalen van iemand die heeft deelgenomen aan een World Servants-project aanstekelijk. Een World Servants-project vormt deelnemers tot betrokken wereldburgers en goede ambassadeurs van ontwikkelingssamenwerking.
Begroting en financiering Projectfinanciering (op basis van 40 deelnemers) Met betrekking tot de financiering van de bouwprojecten hanteert World Servants een uniek concept. De deelnemers betalen hun eigen reis- en verblijfkosten en dragen daarnaast ook bij in de bouwkosten. Het restant tekort wordt door World Servants bijeengebracht via de premieregeling van Wilde Ganzen en subsidies van Prisma en eigen fondsenwerving. De deelnemers brengen hun bijdrage bijeen door het voeren van acties. Dit doen zij individueel of in een zogenaamde plaatselijke groep. Momenteel hebben wij 60 plaatselijke groepen in Nederland. Met deze acties bereiken zij hun eigen gemeenschap (achterban, kerk, bedrijfsleven, gemeente etc.) en zijn dus draagvlakversterkend. Projectkosten Deelnemerskosten Vaste bouwkosten Variabele bouwkosten Projectlandcoördinator Set-up kosten
18.909 5.519 4.417 1.000
Totaal bouwkosten Programma ondersteuning Vorming en training Uitvoeringskosten (Proj.)
29.845 11.939 5.478 9.564
Totaal projectkosten
56.825
Aangevraagde subsidies Bijdrage deelnemers projectkosten
26.451 24.765
Deelnemerskosten
57.916
Uitvoeringskosten (Dln.)
13.118
Totale deelnemerskosten
71.035
Deelnemersbijdrage
95.800
Bijdrage deelnemers aan project
24.765
51.216 Nog te financieren
€
5.609
Het kan voorkomen dat er gedurende het projectseizoen meer giften voor een specifiek project binnenkomen dan nodig is. World Servants behoudt zich in zo'n situatie het recht voor om giften in te zetten om een vergelijkbaar project te bekostigen. Giftgevers worden hierover door World Servants geïnformeerd. In totaal subsidieert MFS tweederde van de totale projectkosten van alle projecten in Ghana. Voor het overige deel wat hierboven genoemd staat als ‘nog te financieren’, werft World Servants via andere fondsen.
Millenniumdoelen In 2000 hebben regeringsleiders van 189 landen, waaronder Nederland, afgesproken om vóór 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. De afspraken die toen zijn gemaakt noemen we ook wel de millenniumdoelen. World Servants helpt mee aan het behalen van millenniumdoelen binnen de gemeenschappen waar ze actief is. Voor dit project zijn dat de volgende doelen:
Millenniumdoel 2: Alle kinderen naar de basisschool In 2015 gaan alle kinderen, zowel meisjes als jongens, in de hele wereld naar de basisschool.
Millenniumdoel 3: Gelijke kansen voor zowel vrouwen als mannen Bevordering van gelijke kansen voor vrouwen. Bijvoorbeeld: in 2015 gaan evenveel meisjes als jongens naar school.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Prisma, in samenwerking met de ICCO-Alliantie.