Maintenance Magazine
VA K B L A D O V E R O N D E R H O U D S - & I N S TA L L AT I E T E C H N I E K
Spare parts 3D-printen «We zijn er nog lang niet»
ALSTOM CHARLEROI IN RECORDTIJD
5x per jaar maart, mei, juni, september, december
D
A
MAINPRESS PUBLICATIE
M
JAARGANG 21 - NR 125 - mei 2015 - P409091 - Afgiftekantoor Antwerpen x
ITSMAG
INE
KWA
E IT
AZ
L
QR-code smart phones
M
Katalysator in minder dan 12 uur gewisseld
HERSTELT DOEL 4 TURBINE I EI N BELG
U
Evonik Antwerpen
VOLG ONZE DAGELIJKSE NIEUWSBLOG
WWW.ENGINEERINGNET.BE
Integraal beschikbaarheid en veiligheid verbeteren
“De inzet van Ultimo maakt het mogelijk om de beschikbaarheid van assets te verbeteren en de kosten van onderhoud beheersbaar te houden. Bovendien zijn we in staat om onze strakke bedrijfspolicy op het gebied van veiligheid, milieu en kwaliteit mede dankzij de software, stipt na te leven.” Fons Van Dyck, supervisor maintenance en Frank Beckers, manager plant engineering van Total/Arteco
Maintenance Management
IT Service Management
Total/Arteco profiteert net als andere organisaties van de gebruiksvriendelijke en modulaire mogelijkheden van Ultimo Maintenance Management. Ook op het gebied van HSE, indienststellingen en IT Service Management verschaft de software passende oplossingen. En dat in één systeem. Lees meer over de toepassing van Ultimo bij Total/Arteco via www.ultimo.com/totalarteco
ENGINEERINGnet.BE & NL VOORWOORD COLUMN
Meer en beter uitbesteden? Ik hoef u dit niet meer te vertellen, de economische context voor onze bedrijven is de voorbije jaren grondig is gewijzigd. Wisselingen op de financiële markten en speculatie zorgen er voor dat de prijzen van grondstoffen steeds minder stabiel zijn.
Beter uitbesteden
Het M4C-onderzoek toonde ook aan dat er ook in de manier van uitbesteden aanzienlijke verschillen zijn tussen Nederland en België. Uitbesteden kan immers op verschillende manieren: � In regie, waarbij geen overeenkomst bestaat, en elk gepresteerd uur door de contractor wordt � Afroep-contract: een (raam)contract met evolg hiervan is dat bedrijven door deze vaste (uur) tarieven en berekening na oplevering toenemende instabiliteit hun productie � Unit rate contract: een overeenkomst met moeilijker op lange termijn kunnen planvaste tarieven voor een bepaalde eenheid werk nen. Bovendien worden productiecycli steeds (bv. per m²) korter, reduceren bedrijven de opslag van (half) � Resultaatscontract: de leverancier bereidt afgewerkte producten en zien we ook een tendens alle onderhoudsactiviteiten voor en voert ze uit naar kleinere geïntegreerde productiesystemen. In binnen bepaalde periode voor bepaalde prijs Maintenance Evangelist Wim elk geval zijn in voor veel bedrijven de goede oude � Prestatiecontract: aanvulling op het resuldagen waar alles van tevoren voor een lange tijd Vancauwenberghe taatscontract: de leverancier krijgt een (gezais directeur kon worden gepland, al een tijdje achter de rug. menlijke) verantwoordelijkheid voor de verbetevan Bemas, ‘Flexibiliteit’, ‘Agility’ en ‘Lean’ zijn dan ook ring van de prestaties van een asset. de Belgian sleutelbegrippen in het hedendaagse productiebeUit de M4C-studie blijkt dat in België in een Maintenance heer. Voor wie dit mocht vergeten: een dergelijke kwart van de gevallen in regie wordt uitbesteed, Association modus operandus vergt wel degelijk een hoge techwaarbij dus vaak de prijzen en afspraken tussen nische beschikbaarheid en betrouwbaarheid van opdrachtgever en opdrachtnemer snel kunnen de installaties. Er moet immers kunnen geproduceerd worden veranderen en het engagement van beide partijen beperkt is. In wanneer dat rendabel is en de klant dit vraagt. Een storing heeft Nederland is dit nog slechts in 4% van de gevallen het geval. op dat moment een belangrijke financiële impact. Toch willen Daar wordt dubbel zo vaak gebruik gemaakt van een 'unit rate' asset owners de volatiliteit in de productie (en de inkomsten) met standaard prijsafspraken voor een bepaalde genormaliook doorvertalen naar een variabiliteit van het onderhouds- seerde prestatie. budget. Wanneer de (korte termijn) productie-outlook er goed uit ziet, is er budget voor onderhoud. Als de productie daalt, Is het de moeite waard om te streven naar een hoger matumoet ook het onderhoudsbudget zo snel mogelijk omlaag. Als riteitsniveau in uitbesteding? Dit is een complexe vraag. We maintenance evangelist kan ik hier wel wat kanttekeningen bij zien wel dat de beste leerlingen uit onze M4C-benchmark (hoge plaatsen, maar dit neemt niet weg dat de directiekamer in heel technische beschikbaarheid bij lage onderhoudskosten) net iets wat productiebedrijven momenteel zo redeneert. vaker gebruik maken van unit rate-, resultaats- en prestatiecontracten. Maar we kunnen absoluut niet stellen dat het gebruik Uitbesteden van onderhoud van meer mature contractvormen, zich voor de opdrachtgever Met voormelde volatiliteit als uitgangspunt, wordt met name gegarandeerd vertaalt in lagere onderhoudskosten en hogere de flexibiliteit bij het uitbesteden van onderhoud wel bijzon- betrouwbaarheid van de installaties. Twee andere inzichten uit der aantrekkelijk. In de rendabele productieperiodes (waarin de studie: er bestaat een correlatie tussen de grootte van het budget voor onderhoud beschikbaar is), kan dan een (groot) bedrijf en de mate van uitbesteden. Grote bedrijven besteden stuk van de onderhoudstaken door externe partijen worden dus meer uit. Daarnaast is er ook en correlatie met de gemidverzorgd. Hoeveel wordt er momenteel dan uitbesteed in delde leeftijd van de medewerkers van de technische dienst. België en Nederland? Dankzij het Europese MORE4CORE- Hoe ouder de populatie van medewerkers is bij een asset owner, project (waarvoor Bemas één van de projectpartners is) kunnen hoe meer er uitbesteed wordt. we hier enkele cijfers op kleven: gemiddeld 15% van het onderhoudsbudget in de voedings- & farma-industrie, meer «Hoe zie je uitbesteding van onderhoud verder evoluedan 20% in manufacturing tot bijna 50% van het onderhouds- ren?» is een vraag die me vaak wordt gesteld. Deze is jammer budget in de processindustrie. Als we weten dat het jaarlijks genoeg niet eenduidig te beantwoorden, maar als we kijken onderhoudsbudget gemiddeld ongeveer 4,5% bedraagt van naar de megatrends: nood aan flexibiliteit door meer volatiele de vervangingswaarde van een fabriek, is het duidelijk dat er markten, samen met de ‘vergrijzing’ van zowel de assets als de in het uitbesteden zeer grote bedragen omgaan. Wat trouwen onderhoudsmedewerkers, dan durf ik vandaag wel voorspelopviel is dat in Nederland beduidend meer onderhoud wordt len dat onderhoud in de toekomst meer en beter zal worden uitbesteed. << uitbesteed dan in België.
G
MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
3
ontwerp Studio
ONDERHOUD EN RENOVATIE 360° VAN UW INDUSTRIËLE SITE U kan bij Suerickx Industrial terecht voor totaalprojecten van onderhoud en renovatie van uw industriële site en gebouwen. De continuïteit van uw processen wordt gegarandeerd door een efficiënte planning en een bewezen track record van werken tijdens shutdowns.
Oplossingen op maat. Doorgedreven specialisatie. Integriteit. Onze klanten weten waarom ze voor Suerickx Industrial kiezen.
DAKWERKEN BURGERLIJKE BOUWKUNDE VLOERSYSTEMEN SCHILDERWERKEN EN COATINGS GEVELWERKEN WATERDICHTINGSSYSTEMEN
www.suerickx-industrial.be
IN THE FIELD CROSSMEDIA NIEUWSPLATFORM PRINT • WEB • MOBILE Uitgeverij Mainpress n.v. Diamantstraat 5 - B-2275 Lille Tel. 0032 (0)3 326.56.16 Fax 0032 (0)3 326.56.36 Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers door CIM gecontroleerde oplage CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19
Drager van het Prof B to B press Quality Label Officiële Publicatie van Belgian Maintenance Association
Hoofdredacteur: Bert BELMANS
[email protected] Redactie: L. DE SMET G. LEYSEN E. JONCKHEERE L. HEIDA A. CALDERS Y. ANTOINE K. MORTELMANS
3 8 12 22
Klantendienst: Marleen WUYTS
[email protected] Verant. uitgever: Bert BELMANS Diamantstraat 5 B-2275 Lille Coverfoto: Alstom
Visit us at: www.engineeringnet.be www.engineeringnet.nl
Meer en beter uitbesteden? Bij Alstom Charleroi Hogedrukturbine Doel 4 supersnel gerepareerd Voor metingen & inspecties Think 3D: met een drone van binnen naar buiten «Niet voor morgen» 3D-printen voor de wisselstukkenlogistiek
pumps, water & process
17
Advertenties Herwig VAN LIMBERGEN
[email protected] Abonnementen: Marleen WUYTS
[email protected] door storting van 41 op rekening 415-9055911-06 van Mainpress n.v. IBAN BE85 4159 0559 1106 BIC KRED BEBB
Voorwoord
20
Actualiteit AkzoNobel investeert in organische peroxidenplant in Mons Havenbedrijf Gent saneert voormalig stort La Floridienne Kersverse CEO van ORI blaast sector nieuw leven in Opvolging onderhoud pompinstallatie via QR-code Offertes gevraagd voor proefboringen geothermieproject in Mol
Bij Evonik in Antwerpen Katalysator in minder dan 12 uur gewisseld
columns 15 16 25 27
Rendement van uw productielijnen kan via ‘slim monitoren’ omhoog 'Olifantenpaadjes' Staat uw bedrijf er ook bol van? Wat is genoeg onderhoud? Onderhoudsoptimalisatie is een complexe materie Wetgeving Uw bedrijf overstroomt: bent u wel verzekerd? MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
5
ENGINEERINGNET.BE & NL NIEUWSLIJN
Eerste Maintenance HR Award voor Alpro Tijdens de beurs Maintenance 2015 reikte BEMAS samen met VOKA, Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, voor de eerste keer de Maintenance HR Award uit.
H
et bedrijf Alpro uit Wevelgem werd bekroond als aantrekkelijkste werkgever voor technisch talent. Actemium en Geysen werden respectievelijk tweede en derde. Er namen in totaal een twintigtal bedrijven deel. Met een uitgebreide vragenlijst werd gepeild naar de werktevredenheid van de technici en naar verbeterpunten op gebied van onderhoud en de onderhoudsdienst. Meer dan 300 technici vulden de enquête in, en hun input zorgde voor een ranglijst van de deelnemers op basis van verschillende 'magneetfactoren': relatie (onderhouds)technici en operations, onderhoudsmanagement en ondersteuning, visie op kwaliteitszorg, adequate voorziening van middelen, materialen en gereedschap, bottom-up participatie. Na analyse van de resultaten door BDO Adforum kwamen Actemium, Alpro en Geysen als finalisten uit de bus. De vakjury bracht een bezoek aan deze
bedrijven om de scores uit het onderzoek kwalitatief te kaderen. Alpro, het Nederlandse Nedtrain en het Duitse Evonik kwamen daarnaast in aanmerking om de Europese Maintenance
Opening fonkelnieuwe pilootgieterij in Zwijnaarde
Sirris heeft in Zwijnaarde een fonkelnieuwe pilootgieterij geopend. De investering hiervoor bedraagt 550.000 euro en kon gerealiseerd worden in samenwerking met OCAS en CRM.
D
e installatie zal gebruikt worden door gieterijen en afnemers om aan te leren first time right gietproducten te bekomen en nieuwe gespecialiseerde gietlegeringen uit te testen. Het gaat om twee nieuwe luchtgietovens 6
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
die bestemd zijn voor legeringsontwikkeling en procesoptimalisatie. Hybride gietlegeringen, 3D print-technologie voor beperkte en complexe series, topologie-optimalisatie en functie-integratie (smart castings) zijn enkele van de thema’s waarrond de experts van Sirris naar verluidt de komende maanden aan de slag gaan. Wat is een gieterij eigenlijk? Het gaat om bedrijven die met smeltovens en gietvormen metalen onderdelen produceren, op maat. Het kan gaan om kleine onderdelen voor auto’s en bouwproducten, maar evengoed enorme grote onderdelen van windmolens op zee. Ook zijn ze gespecialiseerd in precisiestukken voor de elektronische en medische sector. Zo speelt deze sector als toeleverancier een strategische rol in het economisch weefsel. In ons land wordt er jaarlijks 140.000 ton gietwerk per jaar geproduceerd
HR Award in de wacht te slepen.Deze award werd uiteindelijk door Evonik gewonnen. << (Guy Leysen) (foto: BEMAS)
De sector kampt met tal van problemen • De gieterijsector heeft het moeilijk om nieuwe jonge medewerkers aan te trekken. • De milieuverplichtingen die de verschillende overheden opleggen wegen zwaar en verhogen de kosten. • De productiviteit stijgt, maar de rendabiliteit is fors gedaald sinds de crisis door de hoge druk op de prijzen.
waarvan de helft voor export. Er werken bijna 3000 mensen, goed voor een totale omzet van zowat 420 miljoen euro. De wereldwijde vraag naar gietwerk zal in de komende jaren naar verwachting overigens fors toenemen. Via de nieuwe pilootgieterij willen Sirris en Agoria de Belgische gieterijen ondersteunen in hun uitgroei naar gieterijen van de toekomst en internationalisering. << (Guy Leysen) (foto: screenshot YouTube - Sirris)
ENGINEERINGNET.BE & NL NIEUWSLIJN
Investering van 35 miljoen euro bij Soudal Turnhout Soudal zet zijn uitbreidingswerken in Turnhout verder. De eerste fase van het totale investeringsbudget van 35 miljoen euro dat geïnvesteerd zal worden in 2015, is nu in uitvoering.
T
ijdens de eerste fase van de werken werd er een gloednieuwe parking voor 250 wagens aangelegd langs de kantoorgebouwen aan de Everdongenlaan. Hierdoor komt er naast het fabriek een stuk terrein vrij, wat tot op heden diende als parkeerplaats. Dit terrein zal tijdens fase twee van de werken gebruikt worden om de productiecapaciteit van deze fabrieken te verhogen door de bouw van een gloednieuwe productiehal. Sinds kort is plant 3 operationeel in gebruik genomen. In deze fabriek worden er een aantal specifieke productielijnen ondergebracht voor onder andere lijmen en silicones. Ook de uitbreiding van plant 2, waar dagelijks 200.000 bussen PU
Typhoon gaat samenwerken met Midden-Oosten Tijdens de Belgische handelsmissie in Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten heeft Typhoon verschillende commerciële samenwerkings overeenkomsten ondertekend met lokale partijen.
I
n het verleden was het bedrijf al actief in het Midden Oosten via verschillende partners voor de verkoop van industriële ventilatoren voor ontgeuringsinstallaties.
schuim worden geproduceerd, is reeds in gang gezet. Zowel de productiecapaciteit als het magazijn zullen hier worden vergroot. Soudal telt momenteel 2.200 werknemers en heeft 14 productievestigingen in 4 continenten. << (Guy Leysen) (foto: Soudal)
Mainnovation wint BEMAS Innovation Award 2015
Op de vakbeurs Maintenance 2015 werd voor de vijfde keer de BEMAS Innovation Award uitgereikt. Mainnovation won de award, ook UE Systems en DroneworX waren genomineerd.
36
exposanten stuurden een dossier in voor deelname aan de BEMAS Innovation Award. Deze kandidaten werden door een vakjury gescoord op een reeks factoren om het innovatiegehalte en de concrete toepasbaarheid te evalueren. Dit leverde 3 finalisten op: DroneworX Technology met een oplos-
sing voor luminescentie-inspecties van PV-cellen, Mainnovation met een app, en UE systems met een smeeroplossing. Tijdens de beurs brachten de leden van de jury een bezoek aan de stands van de finalisten om het eindoordeel te kunnen vellen. Juryvoorzitter Wout Theuws maakte de winnaar bekend. << (Guy Leysen) (foto: BEMAS) Op de foto: vlnr: Wout Theuws, Michèle De Coninck en Patrick Staes van DroneworX, Deola Baauw-Jonker van Mainnovation en Marcel Rutgers van UE Systems. <<
Nu gaat het bedrijf ook industriële ventilatoren en andere luchttechnische componenten afzetten. Ook turn-key projecten naar stofafzuiging, pneumatisch transport en afscheidingstechnieken zitten in de overeenkomst. Frederic Bulcaen, gedelegeerd bestuurder Typhoon: «De ondertekening van deze samenwerkingsakkoorden en bijhorende verkooporders is het resultaat van onze strategie om als niche-speler zaken te doen in het buitenland». Hun oplossingen worden gebruikt in alle sectoren waar de robuustheid van de producten een toegevoegde waarde heeft (recyclageindustrie, afvalverwerking, ontginning van mineralen, cementindustrie, houtverwerkende industrie, voedingsnijverheid, biomassa en biogaswereld). << (Guy Leysen) (foto: Typhoon)
Over Typhoon
Het bedrijf is gevestigd in BeverenLeie (Waregem) en is een internationaal milieutechnologiebedrijf actief in luchttechniek.
MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
7
ENGINEERINGNET.BE & NL OMSLAGVERHAAL
Alstom Charleroi
REPAREERT hogedrukturbine Doel 4 in super korte tijd In elk debat rond kernenergie wordt het straal genegeerd: als pionier in nieuwe technologieën, was België ook een voortrekker in de ontwikkeling en de constructie van kerncentrales. ACEC, intussen Alstom geworden, dat – als de Europese instanties ermee akkoord gaan – weldra mogelijk een onderdeel wordt van GE, heeft enorm veel expertise en materiaal geleverd aan de Belgische kerncentrales. Vooral dan voor het secundaire deel van de kerncentrales: het stoomcircuit met de turbines en de alternator. Ze leverde ook speciale pompen voor het koelcircuit in het primaire deel, zeg maar het deel onder het reactorkoepel. DOOR Alfons Calders, Maintenance Magazine 8
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
B
ij de nucleaire centrales komen steeds de reactorvaten in het nieuws. Wat vergeten wordt is dat het grootste deel van een kerncentrale een ‘klassieke’ stoomcentrale is. Het onderhouden van dat gedeelte is de specialiteit van Alstom Charleroi. Bij de grote stilstanden in de kerncentrales - om de 18 maanden om de kernbrandstof te vervangen - verricht ze onder meer de controle op de staat van de turbine-as en de turbinebladen. Daarnaast zijn er de voorziene revisies van de alternator... elke 30 jaar, met de vervanging van de geïsoleerde koperen baren. Op dit ogenblik gebeurt in Charleroi bijvoorbeeld de vernieuwing van de alternator van Tihange 3: 1000MW, een job van vier maanden werk, drie shiften per dag,
ENGINEERINGnet.BE & NL OMSLAGVERHAAL
«In 80% van de Belgische centrales is Alstom-equipment terug te vinden» totaal 8.000 uren. Maar doordat uitbaters van centrales steeds over minstens één reserve-alternator beschikken, hoeft de plant geen vier maanden stil te liggen. Men demonteert tijdens een geplande stilstand de te herstellen alternator en plaatst er de reserve in. De centrale kan direct terug opstarten. Naast deze mechanische klussen zijn er ook de regelmatige moderniseringen van de meet- en regelsystemen, zodat deze tot de modernste stand van de techniek blijven behoren. Al deze interventies zijn noodzakelijk om de beschikbaarheid van de centrales te verzekeren. Deze dienstververlening zelf steunt volledig op de kennis die Alstom in het verleden opbouwde tijdens de ontwikkeling en de fabricage van uitrustingen. Vandaar ook het belang voor de elektriciteitssector – en dus ook voor de Belgische energievoorziening – van het overleven van een activiteit zoals die van Alstom Charleroi, waar nog de archieven over de ontwikkeling en ook de correcte bouwplannen van dit equipment beschikbaar zijn. Maar het is opboksen tegen een krimpende markt: centrales worden gesloten, er is steeds minder zware industrie aanwezig in ons land... en de oude ACEC-machines raken hoe langer hoe meer vervangen door moderner apparatuur, die niet steeds afkomstig is van Alstom als leverancier.
Helaas is het leveren van (nieuw) materiaal voor kerncentrales bij Alstom vandaag bijna opgedroogd. Van het vroegere ACEC is enkel nog de Alstom-onderhoudsafdeling in Marchienne-au-Pont nabij Charleroi overgebleven. Charleroi staat binnen de groep te boek als één van de competence centers voor het onderhoud van ‘draaiende machines’ in elektrische centrales in het algemeen, zoals alternatoren, stoomturbines, pompen en compressoren. Het center in Charleroi is gevestigd in de hal van de oude fabriek van Acec, waarop in de jaren 1970 -1980 de hallen met de productielijnen uitkwamen. De rest van de fabriek staat te vervallen. De activiteiten bestaan er voornamelijk uit onderhoud, herstellingen, uitbalanceren van rotoren, en revamping van de ACEC-machines en onderdelen die vandaag nog steeds de kern van de meeste en de grootste centrales uitmaken. Opmerkelijk: in 80% van de Belgische centrales is Alstom-equipment terug te vinden. Daarenboven zijn er de activiteiten voor de industrie, zoals onderhoud, herstelling en herbouwen van zware stoominstallaties voor bijvoorbeeld papierfabrieken, de metallurgie.... Er werken in Charleroi vandaag nog zo’n 160 mensen, op een toaal van de 1.210 mensen die het bedrijf in heel België tewerk stelt. Hiervan zijn er een 30-tal technici aan de slag in de werkplaats zelf. Deze vestiging hield onlangs een open deur voor de pers, waarbij ze logischerwijze refereerde naar de spoedreparatie van de hogedrukturbine van 1.000 MW van de centrale Doel 4. Ze werkt nu ook mee aan de vernieuwing van een alternator van 1000 MW in Tihange 3. <<
Snelheid in het uitvoeren van opdrachten Dat Alstom binnen afzienbare tijd misschien GE wordt, zou Charleroi de kans bieden zich te herbronnen. In dat geval verwerft GE onderhoudsdiensten die in België vrij centraal gelegen zijn tussen een belangrijk aantal grote centrales. Charleroi zou dan bijkomende merken kunnen servicen. «Het wordt dan een zich richten op 'de specialiteit' eerder dan op de eigen merken», aldus het management van Alstom Charleroi tijdens ons bezoek. En die 'specialiteit' is dienstverlening rond zware uitrusting, waarbij de snelheid van uitvoering enorm belangrijk is. Hiertoe is de hele organisatie structureel op meerploegenwerk gebaseerd, wat voor een atelier geen evidentie is. De snelheid van de herstelling voor Doel 4
Een 1000 MW alternator van Tihange 3 in de werkplaats van Charleroi MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
9
ENGINEERINGnet.BE & NL OMSLAGVERHAAL
mag dan ook als een referentie voor die toekomstige profilering gezien worden. Even de herstelling voor Doel 4 situeren. Op 5 augustus 2014 liep de kerncentrale zware schade op aan de stoomturbines. Deze liepen vast doordat het olievat voor de smering van de stoomturbines (65.000 liter olie) in 37 minuten leegstroomde. Even terzijde: de olietank is dus leeggelopen met een snelheid van 29 liter/minuut, wat later veroorzaakt bleek te zijn door een openstaande manuele leeglaatafsluiter. Deze staat op de olie-evacuatieleiding, een leiding die – bijvoorbeeld bij brand – de olie afleidt naar een veilig noodreservoir. Het dalende olieniveau genereerde ogenblikkelijk een alarm in de controlekamer en de onderhoudsmensen waren ook snel bij de leeglopende olietank, maar zagen geen oorzaak. Dus werden de turbines uitgeschakeld, wat automatisch een noodstop van de kernreactor genereerde. Er werd verder gezocht naar de oorzaak van het lek, maar deze werd niet tijdig gevonden. En het reservoir liep té snel leeg om de tonnen wegende turbines – lagedruk- en hogedrukturbine – vanaf 1.500 toeren tot stilstand te brengen. De turbines hebben dus drooggelopen en liepen warm, waardoor onderdelen beschadigd raakten. De centrale lag daarop zes maanden stil voor de nodige herstellingen. De kosten worden op zowat 30 miljoen euro geschat, en de verliezen aan inkomsten door de onbeschikbaarheid op 1 miljoen euro per dag...
Systematische aanpak Het was Alstom dat daarna mocht instaan voor de herstelling van de 1000 MW-hogedrukturbine. Door het bruusk vastlopen waren onderdelen – zoals de rotorbladen – beschadigd. Dat vereiste een volledige demontage van de turbine. De machine werd met speciaal vervoer naar Charleroi overgebracht, waar in drie shiften per dag werd gewerkt. De technici ontmantelden de turbine en gingen na of de as – het centrale stuk – krom was getrokken of op een andere wijze was beschadigd. Dat bleek het geval te zijn. Ook de as werd in Charleroi hersteld.
De 1000 MW turbine van Doel 4 tijdens controle in de werkplaats van Charleroi.
Inspectie van een industriële DC-motor.
Er werden in ijltempo 2.500 schoepbladen binnen de groep geproduceerd, in 4 fabrieken: Zwitserland, Italië, Slovakije en China. Charleroi heeft geen voldoende grote vacuümmachine om de turbine – een gigant van 70 ton – te equilibreren op een toerental van 1.500 toeren/minuut. Daarom werd beroep gedaan op Alstom Berlijn. Deze vestiging zorgde voor de montage van de turbine (schoepschijven met de schoepbladen) en het uitbalanceren van het geheel. Zij deden eveneens
het nodige frees- en slijpwerk voor het monteren van de rollagers. De volledig herstelde turbine werd – binnen een termijn van vier maanden – geleverd aan de centrale van Doel, waar ze door mensen van Alstom in het geheel werd gemonteerd en waarbij het bedrijf assistentie verleende bij de opstart, die op 19 december 2014 plaatsvond. Een huzarenstukje: de herstelling zelf bij Alstom duurde nauwelijks 20 weken. << (foto's: Alstom) MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
11
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
In 2010 ging landmeter Liesbeth Buyck (33) met Think 3D van start om nauwkeurige laserscans te verzorgen voor industriële klanten. Aanvankelijk als een afdeling van E&I Projects, het bedrijf dat haar partner in 2007 oprichtte. Maar straks, àls de ‘drone-wetgeving’ erdoor komt, het bedrijf gecertificeerd is en Buyck en collega’s hun pilootbrevet halen, gaat de bvba ‘solo’ om 3D-laserscans uit te voeren van op een drone of multicopter.
Met een drone van binnen naar buiten
door Luc De Smet, Engineeringnet
uidige toepassingen vindt Think 3D in het nauwkeurig opmeten van allerlei structuren -tankparken, piperacks, analyses van torsingen, genereren van iso’s,... De meeste industriële gebouwen zien er al lang niet meer uit zoals ze ooit op plan werden gezet. De laserscanner reconstrueert hoe de zaken er vandaag bij staan. Dat is o.a. nuttig bij het verplaatsen van installaties, uitbreidingen en shutdowns. Is er voldoende ruimte? Zijn er risico’s op clashes? Voordeel voor de klant? Die hoeft geen stellingen te bouwen om op te meten en vaak hoeft de productie niet eens stilgelegd te worden. De lat van de industrie ligt echter zeer hoog en vergt millimeterwerk. Daarom focust Think 3D zich op deze niche. De Faro-laserscanner, die Buyck gebruikt, meet doorgaans van op een vaste plek op de grond met een nauwkeurigheid van 1 à 2 mm. Dat geeft zelfs aan of een leiding sloop ligt of niet. Een goed beeld hebben van de installatie is een kwestie van veiligheid, nodig voor de verzekeringen,... De scanner combineren met een drone trekt de toepassingen wijd open. Metingen in het kader van een bouwaanvraag, bijvoorbeeld. Volumemeting van bulk voor inventaris,... Klanten als Total, Monsanto, Indaver,... wil ze nu ook aanspreken voor 3D-scans vanuit de lucht. Think 3D zal naast de scandrone eveneens een multidrone en thermodrone inzetten. Think 3D biedt reeds diensten aan voor inspecties in binnenruimtes zoals productiehallen en tanken.
H
Grootste drone van het land Eind 2013 deed Buyck via het Vlaams Agentschap Ondernemen en de KMO-portefeuille Technologieverkenning een beroep op drone12
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
Liesbeth Buyck en Michaël Daris expert Jon Verbeke - die doctoreert aan de KULeuven en doceert in Oostende - voor een haalbaarheidsstudie. «Mijn marktstudie vond maar twee geschikte drones. Een derde optie was zelf een multicopter te bouwen en de apparatuur om de scanner daarop te monteren te ontwerpen. En te zien hoever je komt met bestaande componenten». Op die manier zou men alvast goedkoper van start kunnen en basisapplicaties uittesten om later, afhankelijk van de marktrespons, uit te breiden. Een mooi voorbeeld van hoe universiteiten via dienstverlening bedrijven helpen innoveren. De keuze van Think 3D voor deze derde weg resulteerde tegelijk in een IWTinnovatieproject. «De combinatie van drone-3D laserscanner staat in Europa
nog nergens op punt», aldus Buyck die in zee gaat met Michaël Daris en RC Take Off uit Overijse om nu de grootste drone van het land te bouwen. De multicopter heeft een diameter van 2,35 m en weegt 12 kg inclusief de twee batterijen van 2,5 kg elk. Zonder extra gewicht kan hij een uur vliegen. Elke kilogram erbij vermindert de vliegtijd exponentieel. De laserscanner weegt 5 kg. De gimbal weegt een extra 5 kg. Deze drone kan een payload van 25 kg tillen. Aan elk van de vier armen stuwen twee borstelloze, driefasige motoren twee carbonschroeven van 26 inch (66 cm) aan. Contra-rotatief. Dat creëert een vacuüm tussen beide schroeven waardoor het hele toestel stabieler vliegt. De meerlagige car-
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
bonvezeltubes en platen leveren zowel de nodige rigiditeit van de structuur als een eerste trillingsdemping.
Veiligheid en nauwkeurigheid Alle elektrische leidingen in de buizen zijn geïsoleerd tegen externe storingen. Het elektronisch circuit is bovendien volledig redundant. De multicopter blijft in de lucht ook al valt er één of zelfs twee motoren uit... «Alles mag uitgenomen het uitvallen van twee motoren op dezelfde arm», stelt bouwer/integrator Daris. Opdat de scanner, die in een gimbal -een zelfstabiliserende gondel onder de drone- meegedragen wordt, een volledige 360° in het horizontale vlak zou kunnen scannen, worden beide landingsbenen in de vlucht met traploze motoren opgetrokken. «Wij doen aan frequentie hopping om niet te interfereren met de kanalen van kranen of zo», zegt Daris. Meestal gebruikt zijn afstandsbediening de 2,4 GHz UHF-band. De typische WiFiband. Maar ook de 5,8 GHz band die weliswaar een korter bereik heeft maar meer bandbreedte. Voor het doorsturen van live camerabeelden wordt een Full HD downlink opgezet. «De klant staat dan naast ons. Wij lopen een traject af en houden de drone stil als de klant
Wetgeving: «Het is wachten tot er iets mis gaat» stop roept. Dan kunnen we onmiddellijk inzoemen op een bepaald punt en er beelden van nemen». Het is de bedoeling het laserscannen via drone ‘binnenshuis’ te beginnen. Haalt men met de vaste laserscanner een nauwkeurigheid van enkele millimeters, dan schuift dit in de lucht snel naar 2 à 3 cm, o.a. afhankelijk van wind/turbulenties. In mist, stoom, regen of sneeuw is de laserscanner minder efficiënt. Het laserlicht bots immers op de waterdruppels. Met RTK-Real Time Kinematics-gps en grondstations kan een nauwkeurigheid gehaald worden van zo’n 40 cm, het toestel schommelt tot 20 cm links, rechts, voor of achter in zijn vlak. Met sensoren op de drone en borstelloze motoren op de gimbal wordt de camera stabiel gehouden -tot 0,02° nauw-
Alles staat of valt met de wetgeving Vandaag is het gebruik van drones en onbemande multicopters voor commerciële doeleinden in principe verboden in België. Veiligheid -denk luchtvaart maar ook kerncentrales en industriële installaties- maar ook privacy zijn belangrijke consideraties. Het mag bij wijze van uitzondering voor wetenschappelijke doeleinden. Drones worden hier voor de rest gelijk geschakeld met bemande vliegtuigen... Toch telt België zo’n 125 bedrijven die drones bouwen en of ermee vliegen. Maandelijks zouden er zo’n duizendtal kleinere drones -die toch een paar kilogram wegenverkocht worden. «Het is wachten tot het eens mis gaat», horen we bij gesprekspartners. Er is al even een wetgeving in de maak. In 2012 was er een poging tot KB maar het vooruitstrevende totaalpakket werd danig afgezwakt en geraakte niet verder. Het blijft ook nu onder federaal minister Jacqueline Galant nog even wachten. Verschillende partijen worden gehoord. Het Bestuur van de Luchtvaart, Belgocontrol en de Luchtmacht maar ook de ‘gebruikers’ die niet stilzitten ondertussen. De Belgische Vereniging voor Onbemande Luchtvaart of BEUAS telt organisaties en bedrijven als Flying-Cam maar ook Septentrio, Symbiosys en zelfs Sonaca, INBO, ILVO en KMA,... Ten vroegste zou er iets in de herfst komen. Vorig jaar verduidelijkte ook de Europese Commissie zijn standpunt inzake ‘remotely piloted aircraft systems’ (RPAS). << keurig. Dat is tot 3 cm nauwkeurig op 20 m. «Dat kunnen we verder finetunen door verschillende technieken te combineren». Er kunnen ook referentiepunten in de omgeving aangebracht worden. Dat vergt wel een extra activiteit. De scanresultaten, de puntenwolken die op verschillende plekken werden opgenomen, kunnen softwarematig geregistreerd
worden om afwijkingen uit te balanceren. Uiteindelijk zet Think 3D de puntenwolk om naar een CAD-bestand.
De uitdaging «Onze uitdaging bestaat er in de drone te integreren in de industrie», zegt Buyck. Het gaat o.a. om technische procedures, veiligheidscertificaten, een vuur- of MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
13
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
werkvergunning, het afbakenen van het terrein, afstanden respecteren van technische installaties, het gebruik van bepaalde frequenties... Je moet VCAgecertificeerd zijn. Wat zal de klant opleggen inzake persoonlijke veiligheidsmiddelen? «Zo wordt de vraag naar ‘explosievrij’ wel gesteld maar het was nog geen struikelpunt», zegt Buyck. Kan er in de vliegzone tegelijk nog gewerkt worden? De eerste testvluchten gebeuren nu bij klanten boven braakliggend terrein. De testvluchten met 3D-scanning in binnenruimtes komen er aan. Het traject kan ‘automatisch’ afgevlogen worden maar hier houdt de piloot toch liever de touwtjes in handen. «Als we de werken starten hebben we steeds een vluchtplan. Tijdens het vliegen mag ook niemand tegen de piloten spreken om afleiding te voorkomen», zegt Buyck die zelf een vliegcursus volgt: 32 uren theorie en 12 uren praktijk. Vervolgens examen op de droneschool. Slaagt ze, dan is het wachten op de uitnodiging om ook bij de
Vliegen op je zesde... RC Take Off -RC staat voor Radio Commanded- is een firma waarmee Michael Daris (34) in 2010 van start ging, er werken nu drie mensen. In mei opent Michael zijn nieuwe dronewinkel en -atelier. Daarmee zoekt hij het moeilijker werk op. «We bouwen nu twee à Drie drones per week op maat van klanten». Daris is licentiaat Lichamelijke Opvoeding. Hij studeerde ook drie jaar verpleegkunde, deed twee jaar spoed en intensieve, één jaar rampengeneeskunde en heeft verschillende brandweerbrevetten op zak. Hij is ook privé-piloot. Voor de speciale drones zoals deze van Liesbeth doet hij , voor de berekeningen althans, beroep op een burgerlijk ingenieur in de luchtvaart Jean Philip Vandamme. «Ik vlieg sinds ik zes was». Eerst met modelvliegtuigen maar nu ook op Cessna. Hij is instructeur voor telepiloten aan de droneschool ‘EspaceDrone’ op de ULModrome in het Waalse Liernu. Daris is ook actief in het servicebedrijf Drone Media Services bvba dat drie medewerkers telt. Het blijkt een moeilijke niche om mensen met de nodige expertise te vinden. Het vergt technische profielen met ‘vleugels’. Die vindt hij al eens bij modelbouwers. <<
luchtmacht examen af te leggen. «In België is er nu niet echt concurrentie op 3D-laserscanning in de lucht. Uit het buitenland is die nihil». Als de drone-wet erdoor komt, zal er een prijsconcurrentie ontstaan voor ‘doorsnee’ opdrachten met drones, verwacht Buyck. Toegang tot de industrie is
echter minder evident. Buyck hoopt er als eerste de opgebouwde voorsprong met 3D-scannen een nieuwe dimensie te geven. Nu alvast in binnenruimtes en vandaar -hoopt ze met een gunstige wetgeving- ook buiten. Think 3D werkt ondertussen met zes mensen. << (foto's: Think3D, LDS)
Hoezo, je bent nog geen gebruiker van
techpost de sociale ledensite van Engineeringnet BE en NL ? Bezoek snel
http://techpost.engineeringnet.eu 14
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
ENGINEERINGnet.BE & NL COLUMN
Duivels dilemma voor technische managers
staat uw bedrijf ook bol van de «olifantenpaadjes»? Een olifantenpad is een niet-officieel fiets- of wandelpad dat in de loop van de tijd wordt gecreëerd. Meestal ontstaat zo’n pad in een stuk groen om een deel van de officiële route of een hindernis af te snijden. Ook bedrijven kennen zo hun olifantenpaadjes.
overeenkomt met de bedachte werkelijkheid. Ik heb veel audits uitgevoerd. Een van de puzzels was dan het in kaart brengen hoe processen verliepen. Uiteraard waren er handboeken, en procedures, vastgelegd in proces-stroomschema’s. De werkelijkheid bleek weerbarstiger. Een wir-war van werkwijzen die, afgebeeld in processchema’s, al snel het beeld opriepen van een uitbundig Italiaans feest met veel spaghetti. Uiteindelijk werd ten einde raad vaak gekozen om nieuwe werkwijzen te ontwerpen. Met de hoop dat medewerkers zo verstandig zouden zijn die voortaan wél strikt te volgen.
A
an de Technische Universiteit Eindhoven studeren veel Limburgers. In mijn tijd zaten de meesten daarvan niet op kot. Ze spoorden elke dag van en naar het dorp waar hun familie woonde. Zo ontstond over een groot grasveld een pad dat de meest rechtstreekse verbinding vormde tussen campus en station. Het pad reduceerde de afstand voor onze Limburgse vrienden met ongeveer 250 meter. Bij een nominale studieduur kon door dit olifantenpaadje in totaal zo’n 90 uur lopen worden bespaard. Die uren kon men besteden aan het drinken van extra pinten bij de plaatselijke harmonie in het bronsgroen eikenhout. Of aan de studie. Van zodra het pad zichtbaar werd, kreeg deze geul de naam Limbopad. Bij een herontwerp van de campus in 2002 werd het pad officieel gemaakt, en geplaveid. Het kreeg toen ook een échte straatnaam: Limbopad. Uiteraard.
door Eric Rensen, BraintainEr
En duivels dilemma Vakmensen vragen om autonomie en wensen weinig bemoeienis met hun werk. In een tijd die van managers vraagt om méér te controleren zijn de vakman en autonomie lastige dossiers. Want vertrouwen is goed, maar als het bijvoorbeeld om veiligheid gaat: moet dat vertrouwen dan niet ook bevestigd worden door controle? Technische managers kampen met een duivels dilemma: er zijn afspraken, procedures, en handboeken. Waarin is vastgelegd hoe de bedrijfsprocessen moeten verlopen. En wie, wat doet en wanneer. Er is een theoretisch model van de werkelijkheid, vaak gecertificeerd door externe deskundigen. En ook informatiesystemen dwingen ogenschijnlijk medewerkers te handelen volgens een bedacht model. Maar controle blijft lastig. Inmiddels beschikken veel bedrijven over miljarden gegevens, opgeslagen in databases, waaruit we wellicht kunnen afleiden of de echte werkelijkheid
Eric Rensen van BraintainEr adviseert organisaties waarvoor techniek belangrijk is. Hij is gespecialiseerd in onderhoudsmanagement, asset management en productiviteitsverhoging.
Ze staan er bol van... Organisaties staan bol van de olifantenpaadjes. We kunnen er drones boven laten vliegen. Die zullen ons die paadjes niet openbaren. Ze zijn te diep in de organisatie verborgen. Maar er zijn nieuwe, passender ontwikkelingen. Het vakgebied ‘Process Mining’ is tot wasdom gekomen, ondersteund door theorie en schitterende software. Met process mining kunnen processen in kaart worden gebracht, op basis van gegevens uit onze databases. We zien bottlenecks, bijvoorbeeld medewerkers die het zo druk hebben dat zij voor vertraging zorgen in het afhandelen van werk. Of autorisatiestappen die voor oponthoud zorgen. En ook: medewerkers die activiteiten uitvoeren die zij niet zouden mogen uitvoeren, of die beslissingen nemen die zij niet mogen nemen, en stappen die worden overgeslagen. Tegen de afspraken in. Dat zijn de olifantenpaadjes. Sommigen om effectiviteit en efficiency te bevorderen, en verstandig. Sommigen gevaarlijk. Met process mining is voor managers een instrumentarium beschikbaar gekomen waarmee ontdekt kan worden hoe processen in werkelijkheid verlopen, waarmee conformiteit kan worden gecontroleerd , en vooral: waarmee verbetermogelijkheden kunnen worden geïdentificeerd. U gaat er nog veel over horen. Totdat u aan process mining gaat doen kunt u misschien uw medewerkers eens vragen naar de olifantenpaadjes in uw organisatie. En naar het waarom ervan. Want olifanten zijn slim, Limburgers ook, en uw medewerkers zeer zeker. << MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
15
ENGINEERINGNET.BE & NL COLUMN
Rendement productielijnen kan via «slim monitoren» omhoog Sinds de jaren '70 zijn productieprocessen geautomatiseerd. Mét succes, want in de procesindustrie staan nog maar weinig medewerkers aan de lopende band. Toch kan het rendement van productielijnen nog verder worden verbeterd. Bedrijven hebben tot op de dag van vandaag weinig informatie over de oorzaken van een lijnstilstand. Doodzonde want hier is nog veel te halen.
O
verall Equipment Efficiency (OEE) is bedacht door de Japanse automobielindustrie. OEE is een getal tussen 0 en 100, waarmee kan worden uitgedrukt hoe een productielijn presteert. Om de OEE van een machine te bepalen, zijn drie factoren essentieel. Draait de machine of niet (beschikbaarheid, 1), hoe snel draait de machine (snelheid, 2) en hoeveel producten voldoen aan de gewenste specificaties (kwaliteit, 3). OEE = beschikbaarheid x snelheid x kwaliteit. Als de lijn slechts de helft van de voorziene productietijd actief is, is de beschikbaarheid gelijk aan 0.5. Als de lijn slechts op 70% van de voorziene snelheid draait, is de factor snelheid gelijk aan 0.7. En kwaliteit staat voor het percentage goede producten. De theorie is zeer eenvoudig, de uitvoering is meestal complexer.
Kosten besparen Elke maandagochtend komen er dikke rapporten op tafel bij het wekelijkse managementoverleg tussen hoofd productie, hoofd techniek en hoofd logistiek. Meestal is bekend hoe lang een lijn uit productie is geweest, maar de exacte oorzaken zijn onbekend. Was de motor stuk? Was er niet genoeg productaanvoer? Heeft de operator de lijn stil gezet omdat
de kwaliteit van het product niet acceptabel was? Vermoedens zijn er vaak wel, maar het blijft vaak koffiedik kijken.
Monitoren oorzaken
door Marcel Laes, CimPro
Marcel Laes is general manager van de leverancier van open besturingssystemen Cimpro.
Elke maandagochtend komen er dikke rapporten op tafel bij het wekelijkse managementoverleg tussen hoofd productie, hoofd techniek en hoofd logistiek. Meestal is bekend hoe lang een lijn uit productie is geweest, maar de exacte oorzaken zijn onbekend. Was de motor stuk? Was er niet genoeg productaanvoer? Heeft de operator de lijn stil gezet omdat de kwaliteit van het product niet acceptabel was? Vermoedens zijn er vaak wel, maar het blijft vaak koffiedik kijken.
Meten is weten Met de huidige technologie is het vrij eenvoudig om aan een operator een gebruiksvriendelijke terminal ter beschikking te stellen. Met een aantal sneltoetsen kan hij de oorzaak van een storing meteen vastleggen. Deze gegevens kunnen samen met een aantal automatische metingen zoals de lijnstatus en lijnsnelheid worden opgeslagen in een online database. Zo krijgt het management nauwkeurige en correcte informatie over lijnstoringen en kan het adequate maatregelen treffen. Ook grote plasmaschermen op de productievloer die real-time de rendementen tonen, geven de operator meteen feedback. Bijvoorbeeld over een oververhitte motor of een te lage temperatuur van een te verwerken grondstof. Een operator kan op basis van die informatie het productieproces bijsturen en meer uitval voorkomen. Het invoeren van een OEE-systeem is meestal niet moeilijk en het heeft ook een zeer snelle terugverdientijd. Waarom gebeurt het dan zo weinig? <<
VINDT U DIT EEN GOED magazine? Abonneer via > http://www.engineeringnet.be/belgie/abonneeservice.asp 16
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
Water & Process
DOSSIER BEST PRACTICES: • POMPTECHNIEK • WATERBEHANDELING • PROCESUITRUSTING IN ELK NUMMER VAN MAINTENANCE MAGAZINE
AkzoNobel investeert in organische peroxidenplant in Mons AkzoNobel wil meer dan 20 miljoen euro gaan investeren in zijn fabrieken voor organische peroxiden in Mons en in Houston. In Mons gaat het om nieuwe technologieën die de fabriek efficiënter moeten maken en de capaciteit verhogen.
D
e investering in Mons is onderdeel van een plan om een moderne, gecentraliseerde hub op te zetten waarmee AkzoNobel de Europese en wereldwijde klanten effectiever en beter kan bedienen. In Houston wordt de hele fabriek uitgerust met een nieuw systeem voor procesbeheersing dat naar verwachting niet alleen de capaciteit aanzienlijk zal verhogen, maar ook de operationele efficiëntie moet verbeteren. Hiermee kan de locatie aan de toenemende vraag van Amerikaanse klanten voldoen. Een grotere efficiëntie van de fabriek in Pasadena zal de concurrentiepositie van AkzoNobel in de Verenigde Staten versterken. Werner Fuhrmann, lid van het Executive Committee van AkzoNobel, verantwoordelijk voor Specialty Chemicals, hierover: «De productie van organische peroxiden is een stabiele factor in ons chemicaliënaanbod. Onze marktpositie in combinatie met een sterk productie-
AkzoNobel is 's werelds belangrijkste producent van organische peroxiden, een grondstof die te vinden is in een brede reeks toepassingen, waaronder plastic films en thermoplasten, natuurlijk en synthetisch rubber, PVC-buizen en farmaceutische producten.
netwerk zorgen ervoor dat wij aan de vraag van de internationale markt kunnen voldoen. Deze gerichte investeringen hebben tot doel om op meerdere terreinen vooruitgang te boeken, met inbegrip
Havenbedrijf Gent saneert voormalig stort La Floridienne voormalige stort werd ingekapseld. Eind Om verdere vervuiling van het afvoerwater van het voormalige stort La Floridienne tegen te gaan, is het Havenbedrijf Gent begonnen met de verdere sanering van het terrein.
B
ij de bouw van het Kluizendok werd aan de zuidkant het terrein van het toenmalige chemische bedrijf La Floridienne gesaneerd. Dit
2010 stelde men vast dat met arseen vervuild water in het kanaal werd geloosd. Het met arseen vervuilde afvoerwater bleek afkomstig uit de afdeklaag. In mei 2012 werd een zuiveringsinstallatie gestart. Die vangt het regenwater op dat anders in de afdeklaag zou terechtkomen en zuivert het alvorens het in het kanaal geloosd wordt. Ook het grondwater dat van onder het terrein wordt opgepompt
van grotere operationele efficiëntie, waarmee we onze onderneming sterker kunnen positioneren voor verdere groei in de polymeerindustrie». << (foto: Akzo Nobel)
wordt hiermee gezuiverd. Inmiddels is het grondwater voldoende gezakt. Het Havenbedrijf Gent is nu onlangs van start gegaan met de aanleg van een bevloering bovenop de zandlaag. Hierdoor wordt verder vermeden dat regenwater in aanraking komt met de zandlaag en deze eventueel zou vervuild geraken. Deze werken, uitgevoerd door Aswebo, kosten het Havenbedrijf 2,5 miljoen euro en zullen tot oktober 2015 duren. << (GL) MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
17
Pumps, Water & Process Kersverse CEO van ORI blaast sector nieuw leven in ORI, de sectorfederatie voor advies- en ingenieursbureaus, heeft de functie van CEO in het leven geroepen. Een rol die Jan Bosschem op het lijf geschreven is.
A
dvies- en ingenieursbureaus in België staan onder grote druk door de huidige ongunstige economische en administratief-juridische context, zo blijkt uit een recente sectoranalyse uitgevoerd door ORI. De aanstelling van Jan Bosschem als nieuwe CEO kadert in dit opzicht binnen een ruimere, toekomstgerichte strategie waarin ORI de grootste pijnpunten die de gehele sector bedreigen wil aanpakken. «De strategie is opgebouwd rond drie pistes. Ten eerste moet het algemeen belang en de meerwaarde van de sector gerevaloriseerd worden. Als onafhankelijke partij staan advies- en ingenieursbureaus namelijk garant voor de creatie van een duurzaam gebouwde en veilige omgeving volgens de principes van de circulaire economie», verduidelijkt Jan Bosschem zelf. «Ten ProMinent 0121001 an Sigma 185x130 tweede beknotten bepaalde aspecten
DOSEREN
I
van de zakelijke context een optimale professionele werking en moeten deze dringend aangepakt worden. Zo primeert momenteel een moordende concurrentiestrijd en een niets ontziende prijzenslag met een dreigende impact op de goede dienstverlening en de noodzakelijke ruimte voor innovatie. Daarnaast laten eveneens de aanbestedingsprocessen en de betalingscondities te wensen over. Tot slot, moet ook de slagkracht van ORI vergroot worden via het aantrekken van nieuwe leden, een uitbreiding van de dienstverlening, een verruiming van de middelen, enz.» «Dankzij zijn meer dan 30 jaar operationele ervaring op het hoogste niveau bij verschillende toonaangevende bureaus, alsook zijn voorzitterschap bij de Europese Federatie voor Advies- en NL : 12/10/12 Ingenieursbureaus (EFCA), vormt Jan
METEN EN REGELEN
I
BEHANDELING
10 doseerprofielen. 1 meerlagig membraan. 0 problemen. Focus op oplossingen : De nieuwe motoraangedreven doseerpomp Sigma.
Of het nu om distributie-, proces- of afvalwater gaat – de nieuwe Sigma kan het allemaal. De verschillende doseerprofielen passen zich perfect aan uw behoeften. Dankzij zijn meerlagig membraan, garandeert de nieuwe Sigma een waterdichtheid voor een langere periode. Als gevolg hiervan zal de vervanging van het membraan niet altijd nodig zijn bij elk onderhoud. Door deze geavanceerde technologie kunt u tot 10% extra energie besparen. Meer info op : www.prominent.be
I
Jan Bosschem Bosschem ongetwijfeld de geknipte kandidaat voor deze positie», aldus Bernard Gilliot, Voorzitter van ORI. «Het strategisch meerjarenplan van ORI zal in combinatie met Bosschems visionaire leidinggevende capaciteiten ongetwijfeld een belangrijk keerpunt markeren voor de sector. << (foto: ORI)
DESINFECTIE
I
I M P L E M E N TAT I E
Pumps, Water & Process Opvolging onderhoud pompinstallatie via QR-code KSB Service Belgium ontwikkelde de tool ‘Easy Maintenance’ om de historiek en de opvolging van het onderhoud van pompinstallaties snel, efficiënt en overzichtelijk te laten verlopen.
N
a een onderhoud aan de pompinstallaties wordt een QR-code afgedrukt op een label van gemetalliseerd pvc en aangebracht op de pompen. Bij het inlezen van die code op een tablet of smartphone komt alle relevante informatie tevoorschijn: plaatsing, kenmerken, de historiek van het onderhoud, compleet met testrapporten, foto's en het onderhoudsplan. Marc Herman, hoofd van KSB Service: «In één oogopslag hebben de gebruiker en onze onderhoudstechnici de nodige informatie bij de hand». Zo kan bijvoorbeeld een servicerapport niet afgesloten worden zonder dat alles werd ingevuld, waardoor onvolledige rapporten verleden tijd zijn. De technicus kan het rapport ter plaatse opmaken en laten valideren door de klant. Daarnaast kan deze laatste, via een beveiligde internettoegang, de status van zijn pompen in real-time checken en onmid-
dellijk ingrijpen bij afwijkingen. Dat kan natuurlijk schade en zwaardere kosten achteraf voorkomen. De tool kan zelfs met een gps-functie worden uitgerust, die via Google Maps tot op 50 cm de pomp lokaliseert. Dat kan van pas komen bij grote bedrijven
die pompen dikwijls van de ene naar de andere site moeten verhuizen. Hij werd naar verluidt al bij meer dan 20 klanten geïnstalleerd, waaronder de Intercommunale Brabant-Wallon (IBW) Locarail, Veolia en GlaxoSmithKline. << (Guy Leysen) (foto: KSB)
Offertes gevraagd voor proefboringen geothermieproject in Mol VITO lanceert een internationale offerteaanvraag voor de grond boringen tot 4 km diep naar warm water op de Balmatt-site. De eerste proefboring moet nog voor het jaareinde gerealiseerd zijn.
H
et onderzoeksinstituut VITO heeft de diepe ondergrond van de regio Mol in kaart gebracht tot op een diepte van meer dan 4 km. Volgens de resultaten van de metingen verwachten de onderzoekers op ca. 3,5 kmdiepte warm water te vinden, mogelijk zelfs 124°C warm. Via 2 boorputten willen ze dit warm water oppompen en het afgekoelde water terugpompen. De onttrokken warmte zal worden gebruikten voor onder meer de verwarming van de hun gebouwen.
Indien het water warm genoeg is, zal in een tweede fase getracht worden hiermee ook elektriciteit te produceren. Voor de eerste proefboring zette de raad van bestuur het licht nu op groen. Voor de tweede fase wordt nog gekeken naar passende externe (bank) financiering. Om nadien elektriciteit te produceren zijn namelijk nog meer bijkomende middelen vereist, die zullen gezocht worden bij partijen die bereid zijn om risicodragend kapitaal te investeren. Daarom wordt het onderzoeksproject van bij het begin opgezet middels een SPV - een Special Project Vehicle - zodat externe investeerders kunnen toetreden. Met een aantal potentieel geïnteresseerde partijen worden hierover naar verluidt reeds verkennende gesprek-
Seismisch onderzoek om de diepe ondergrond in kaart te brengen tot op een diepte van meer dan 4 km.
ken gevoerd en ook andere potentieel geïnteresseerde partijen kunnen zich hiervoor nog aanmelden, voor de closing van de SPV die voorzien is op 1 september 2015. << (Guy Leysen) (foto: VITO) MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
19
Pumps, Water & Process
Bij Evonik in Antwerpen
Katalysator in minder dan 12 uur gewisseld «Wissel op 30 meter hoogte twee katalysatoren van verticale reactorvaten», zo luidde de opdracht van de chemische multinational Evonik aan Voith Industrial Services. «En dat niet alleen, belangrijk is ook nog dat er geen lekkages optreden, zoals in het veleden vaak het geval was, en dat er in geen geval concessies gedaan worden aan de veiligheid». In nauwe samenwerking met AnMaTECH ging het bedrijf aan de slag om de klus te klaren ... in minder dan 12 uur. door Henriëtte van Norel 20
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
E
en katalysator van een verticaal reactorvat is gevuld met katalyst. Dit is een stof die de snelheid van een bepaalde chemische reactie tussen twee producten beïnvloedt op een zodanige wijze dat ze met elkaar reageren, zonder dat de stof daarbij zelf wordt verbruikt. In het kader van preventief onderhoud moeten één keer in de twee tot drie jaar twee katalysatoren, die beide op 30 meter hoogte hangen, bij Evonik in Antwerpen worden vervangen. Voith Industrial Services werd hiervoor ingeschakeld. Als onderhoudsspecialist is Voith Industrial Services van oudsher gespecialiseerd in machining on site, lekdetectie, torquen, tensionen en vonkerosie. Met een team van een 50-tal zeer ervaren vakmensen en een machinepark met mobiele
Pumps, Water & Process Wereldmarktleider
machines voor on site-machining mag Voith zich rekenen tot één van de grootste van Europa. Dirk Boeykens, Technisch-Commercieel Directeur bij Voith Industrial Services: «Op basis van jaarcontracten voeren we voor veel verschillende multinationals als BASF, Esso, Total, Deme en Jan de Nul dag in, dag uit onderhoud uit op locatie».
Moeilijkheidsfactoren Behalve dat de katalysator bij Evonik op 30 meter hoogte hing, was ook de tonnen wegende kop van de reactor die er voor het verwisselen van de katalysator moest worden afgehaald, een factor die het proces enorm bemoeilijkte. Boeykens vertelt: «In totaal werd in de planning van dit project 4 uur per katalysator ingeruimd voor het loshalen en 8 uur om het geheel weer te vast te zetten. En dat natuurlijk zonder concessies te doen aan de veiligheid van de mensen die erbij betrokken waren en zonder dat er lekkage optreedt. De eis was immers ‘industrieel lekvrij’. Om dit torquetensioning-project succesvol te kunnen uitvoeren is daarom gestart met een kick off-meeting. Bij deze bijeenkomst is helder en duidelijk uiteengezet wie verantwoordelijk is voor wat, hoe de planning eruit ziet en hoe de veiligheid te allen tijde gewaarborgd kan worden Als Voith Industrial Services kregen wij de totale verantwoordelijkheid voor het complete bolting-traject en de daarbij benodigde randapparatuur».
Voorbereiding «Samen met AnMaTECH zijn we toen met de voorbereidingen begonnen. Gestart zijn we met het inrichten van een tool-container. Deze container bevat gereedschappen, verbruiksartikelen en (kritische) reservedelen, om de klus binnen de gestelde tijd te kunnen uitvoeren. Terwijl wij druk waren met de inrichting van de tool-container liet Evonik ondertussen een bordes plaatsen
Evonik is één van de wereldmarktleiders in speciaalchemie, actief in meer dan 100 landen ter wereld. Met meer dan 33.500 medewerkers behaalden ze in 2013 een omzet van circa 12,9 miljard euro. De Evonik-vestiging in Antwerpen telt circa 1.000 medewerkers en heeft een oppervlakte van 109 hectare met 11 productie-eenheden. Daarmee is Antwerpen één van de grootste vestigingen van de Evonik-groep. In Antwerpen worden producten gemaakt voor een brede waaier aan toepassingen: van grondstoffen voor siliconen voor de elektronica- en communicatiemarkt tot voor dierenvoeding. <<
om de werkzaamheden op hoogte op een veilige en verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren. Voor het eraf tillen van de kop, van het tonnen wegende reactorvat, stond een kraan klaar. Boeykens vervolgt: «Nadat alle voorbereidingen aan onze zijde en bij Evonik waren afgerond, kon gestart worden met de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden.»
Krappe ruimte André Nijnatten, directeur AnMaTECH vervolgt: «De zware koppen van de beide reactorvaten waren met behulp van 72 M56 bouten door middel van flenzen verbonden met de reactoren. De beschikbare ruimte tussen de bollende kop en de bouten was dermate gering, dat het extreem lastig was om met behulp van
het torquegereedschap de momentsleutel op de moeren te plaatsen, om de bouten los te draaien en vast te zetten. In overleg met Voith Industrial Services hebben we daarom besloten om te werken met de extra dunne hydraulische ringsleutel, HexPro geheten, van TorsionX. Uitgaande van het feit dat elke bout vast zat met een kracht van circa 8.500 NM, slaagden we erin om met een 80 mm dikke, 4x8 HexPro casette en een hydraulische pomp met een persdruk van 700 bar alle bouten van de flens los te draaien in circa 2,5 uur. Terwijl medewerkers van Evonik daarna het katalyst wisselde, hebben wij de losgehaalde bouten gereinigd, gereviseerd (indien nodig) en opnieuw gekalibreerd. Klaar om weer opnieuw gemonteerd te worden». Boeykens vertelt: «Het vastzetten van de bouten ging in razend tempo. Om de flens te kunnen aantrekken moest namelijk met 4 torquegereedschappen tegelijk gewerkt worden. En dat leverde niet alleen een aanzienlijke kostenbeparing, maar ook een forse tijdsbesparing op».
Tenslotte Op de vraag in hoeverre de service van Voith Industrial Services gaat, antwoordt Boeykens: «In principe zijn wij verantwoordelijk voor de complete uitvoering van het bolting-project. Elk project begint eigenlijk met werktekeningen, die in de meeste gevallen door de klant zelf worden aangeleverd. Op dit soort werktekeningen staat per bout aangegeven wat het gewenste aanhaalmoment is. En die informatie vormt voor onze organisatie de basis om het project conform specificaties te kunnen uitvoeren. Indien gewenst, kunnen wij voor onze klanten de berekeningen ook in eigen huis maken en zelfs de verantwoordelijkheid nemen voor de engineering. Welke aanpak ons team ook kiest, in alle gevallen is het doel van onze projecten altijd ‘industrieel lekdicht’ en oplevering binnen de gestelde tijd». << (foto's: Evonik) MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
21
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
3D-printen voor wisselstukkenlogistiek
«We zijn er nog LANG niet» Verschillende industrieën wenden 3D-printing technologieën met succes aan. VIL -het Vlaams Instituut voor de Logistiek- onderzocht met 13 verladers en logistieke dienstverleners of dat ook reeds het geval is voor de wisselstukkenlogistiek. Conclusie na één jaar: «We zijn er nog niet.» Verslag van het slotevent, in Boom. DOOR Luc De Smet, Maintenance Magazine
A
llerlei rapporten voorspellen een dijkbreuk in 3D-printen en de additieve maakindustrie. McKinsey verwacht dat 3D-printers tegen 2025 zo’n 30 tot 50% van alle onderdelen en wisselstukken zullen opbouwen en dat dit gepaard zal gaan met een kostenbesparing van 40 à 55%. De huidige $4 miljard dollar omzet in deze business -waarvan 28% in functionele onderdelen!- zou tegen 2021 groeien naar $10 miljard en tegen 2025 zelfs $230 à 550 miljard. Uiteraard heeft dat een impact op het logistieke gebeuren.
Maar... nauwelijks 1% Het onderzoek van VIL besluit echter dat vandaag nauwelijks 1% van alle onderdelen en wisselstukken in aanmerking komen voor 3D-printing. Ook al kan men
wisselstukken 3D-printen, het betekent niet altijd dat het ook efficiënter is qua kostprijs, snelheid en printkwaliteit of dat zelfs de nodige materialen beschikbaar zijn. Voor de meeste onderdelen is het nog niet rendabel. De vraag wordt: voor welke wel? Daarvoor testte het VIL verschillende criteria uit. Het ziet mogelijkheden voor wisselstukken die weinig volume halen en ook nauwelijks roteren. Dan kan er bespaard worden op opslagruimte, transportkosten en kapitaalbeslag. Opportuniteiten doen zich voor als er breuken ontstaan in de toelevering. Wanneer de leverancier verdwijnt of wanneer een mal of matrijs vervangen moet worden. Wanneer levertermijnen van belangrijke onderdelen zo lang worden dat de productie dreigt stil te vallen. VIL ontwik-
kelde met Berenschot een softwaretool die bedrijven helpt om precies die onderdelen er uit te filteren die economisch rendabel 3D-geprint kunnen worden. Dat vergt echter een input van data die bedrijven vandaag vaak niet hebben noch systematisch bijhouden: exacte productafmetingen, samenstelling, 3D-bestand, certificatie-eisen, IP,...
België wereldtop «We staan in België aan de top van de wereld in additive manufacturing», zei Stijn Lambrechts van het technologische centrum Sirris enthousiast, wijzend naar Materialise, Layerwise - ondertussen deel van het Amerikaanse 3D Systems - en Sirris zelf dat al 25 jaar ervaring heeft terzake. «Bovendien zijn industriële toepassingen met 3D-printen al de dip nà de hype voorbij!», wijzend op de grafiek die de 'tocht door de woestijn' illustreert. Vier drivers sporen concrete toepassingen aan: materiaal-efficiëntie (lichtgewichtstructuren), de optimalisering van flows (bijvoorbeeld conformal cooling) die op een klassieke manier niet te realiseren zijn, massa customizaties (zoals hoorapparaten, chirurgische geleiders, tandimplantaten). Hij wees naar GE die dit jaar injectienozzles voor de reactiemotor van het Leaf-passagiersvliegtuig in 3D zal printen. De 3D geprinte nozzle integreert 18 componenten in één, weegt 25% lichter en heeft een vijf keer langere levensduur. «Je kan vandaag functionele onderdelen maken met 3D-printing».
Succesvolle businessmodellen
Denis Loncke - ASML
Onno Pontfoort - Berenschot
Namen deel aan de studie: Atlas Copco, Basf, Bpost, Carglass, DHL, Eriks+Baudoin, Facil, GC Europe, H.Essers, SDV, Siemens, Van Hool en Volvo. Het rapport 'Opportuniteiten van 3D printing voor de wisselstukkenlogistiek' is verkrijgbaar bij het VIL. <<
22
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
Logistieke dienstverleners of verladers denken op drie manieren voordeel te halen uit 3D-printen. Via rationalisaties, betere bruto marges - door producten te maken die beter aan de behoeften van de klant beantwoorden - en door in te spelen op nieuwe business en opportuniteiten. «Bij welke processen kan 3D-printen de grootste impact hebben?» vroeg Onno Pontfoort, senior management adviseur bij Berenschot die op zoek ging naar succesvolle businessmodellen. De studie
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
komt uiteindelijk tot 9 businessmodellen en 3 gebruikscases op basis waarvan een selectietool - een stappenplan - ontwikkeld werd om de opportuniteit van 3D-printen in de logistiek te bepalen. De assortimentsrationalisatie vergt eerst een kosten-batenanalyse. «Start ermee als je het nog niet doet. Maar besef dat elk wisselstuk een eigen leerpad heeft». Want niet alle nodige informatie is steeds aanwezig in het bedrijf. Het WMS kent wellicht wel het formaat van de verpakkingsdoos maar niet de maten van het product zelf. Het al dan niet hebben van de 3D-files bepaalt of je prijs concurrentieel kan zijn. 3D-printen erbij halen om te rationaliseren ziet hij vooralsnog als ‘toekomstmuziek’. Ongetwijfeld zullen 3D-print technologieën een grote impact hebben op de logistieke keten maar het vereist gepaste business modellen om er efficiënt mee om te gaan. Een adequate selectie van de printbare stukken is nodig. Daarin kan men inpikken op ‘opportuniteiten’ maar het vergt wel investeren in 3D-printing competenties.
ASML optimaliseert zijn procesflow en kosten Voor de productie van chips bouwt ASML machines die tot 0,25 nanometer nauwkeurig zijn, versnellingen halen van meer dan 15 G en dat 300 keer per minuut. Het is geïnteresseerd in 3D-printing omdat je er componenten mee kunt bouwen die de huidige stoorkrachten kunnen verminderen, een lichter én stijver design realiseren en ook het thermisch gebeuren beter beheersen. Vandaag maakt het bedrijf met 3D-providers als Melotte, Layerwise en Materialise al 30 verschillende stukken via 3D-printing via SLM (selective laser melting), SLS (selective laser sintering) en FDM (fused deposition modeling). Zo heeft het een 3D-geprinte manifold/ verdeelstuk dat 90% minder stoorkrachten kent doordat de koelkanalen niet recht gefreesd zijn maar een vloeiender ontwerp kregen. Een uniformer verdeling van de koelkanalen in een ander stuk verbeterde de temperatuursvariatie met een factor 6. «Met deze technologie kan je nu ook al naast de functionele toepassingen je procesflow en kosten optimaliseren», zei Denis Loncke, manager development precision mechanics. Hij gaf een voorbeeld van een box met koelkanelen waarvan de productie typisch 34 processtappen vergde en 21 weken. 3D- printen
Stijn Lambrechts - Sirris
Jurgen De Wever - Siemens
bracht dat terug tot 9 processtappen en 6 weken, met bovenop een kostenreductie van 20%. «En dat alles met een één op één replicatie zonder 3D-optimalisaties». Je kan sneller op de markt komen met een product omdat de 'design' cyclus sneller doorlopen kan worden. «Het ontwerp van de manifold kende 5 iteraties op 10 à 12 weken vooraleer het product optimaal was. In een klassieke productie kom je op die tijd slechts door één iteratie». De vernieuwde manifold kan anderzijds wel ‘duurder’ zijn, maar met een hogere bouwsnelheid en accurater productie die minder nabewerking vergt, kan ook de prijs beter.
«Vandaag vervallen meerdere patenten waardoor de concurrentie toeneemt en er mogelijkheden geschapen worden», zei Walter Bogaerts, vice-president technical operations bij GC Europe in Haasrode waar sinds 2013 een researchgroep op digitale beeldvorming focust. Aanvankelijk werden in de sector guides, kronen en bruggen geprint maar nu zijn er ook al ‘tijdelijke’ esthetische producten: tanden. Maar het hele proces begint met het scannen van de mond van de patiënt. Bogaerts heeft het over ‘intra-orale scanners’ die mettertijd de klassieke afdrukken zullen vervangen. Vandaag werkt GC nog met een scanner die (manuele) afdrukken van de mond scant en daarmee STL-bestanden bouwt om 3D te printen. Hij verwacht dat eerst de dentale gipsen en dan de manuele afdrukken verdwijnen. GC Europe heeft
GC Europe zet tanden in 3D-printing De dentale markt kende 15 jaar geleden al zijn eerste 3D geprinte realisatie.
MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
23
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
in Leuven enkele kleinere testmachines. De R&D-groep wordt uitgebreid. «We hebben het aanleren van de software voor 3D-printen onderschat. Er zijn al enkele realisatie maar we testen materialen en machines om te leren. Wel wordt 3D printen in onze strategie voor het komende jaar belangrijk».
Atlas Copco: one-off parts, specials en spare parts «We begonnen klein, met prototyping», vertelde Jan Corne, projectleider AIRnet bij Atlas Copco. «De focus ligt nu op one-off parts, specials en spare parts». Atlas Copco heeft zo’n 250.000 SKU’s waarvan er 150.000 bewegen. In stock zitten er 45.000 waarvan slechts 10% elke week verkocht worden... Atlas Copco gebruikte de tool van Berenschot/VIL en paste het aan zijn ERP-systeem aan om na te gaan welke stukken in aanmerking kwamen voor 3D-printen. Het filterde commodities weg die niet 3D-printbaar waren, off-the-shelf verkrijgbaar en makkelijk te produceren waren. Van de oorspronkelijke 82 stukken bleven er 17 over. Van die 17 schrapte het stukken die ‘approvals’ vergen. Toen bleven er nog 13 stukken over. «We focussen op castings, smeedstukken en plastic onderdelen». Een beveiligingskap voor een scharnier, waarvan de mal verdwenen was, werd met SLS 3D-geprint in PA12. Deze ‘opportuniteit’ was alvast goed voor een kostenreductie van 35%. Er wordt nu ook onderzocht of de drie componenten van een ventilatorkap in één stuk geïntegreerd en 3D-geprint kan worden in PP. Metalen stukken bleken anderzijds zeer duur te worden. Een aluminium spuitstuk dat zandgegoten wordt, kost 335 euro maar als je het 3D-print stijgt het kostenplaatje naar 3.225 à 4.900 euro. Een messingkoppeling die in de markt niet meer beschikbaar was, werd reverse ge-engineered via 3D-scanning en in titanium geprint met EBM (Electron Beam Melting). Deze elleboog die tegen 350 bar druk opgewassen was, kostte zo’n 320 euro. Via klassieke bewerking zou maar een derde kosten. «We zien een positieve case vooral voor end-of-life stukken en producten met een heel hoge opportunity cost». Maar het is niet zonder uitdaging. «Het vergt heel veel engineering om de STL-bestanden te creëren. Ook de creatiekost zelf moet getest worden». 24
MAINTENANCE MAGAZINE
MEI 2015
Walter Bogaerts - GC Europe Siemens: brug naar Industrie 4.0 «Intern passen we additive manufacturing al sinds 1989 toe», zegt Jurgen De Wever, business development manager bij Siemens. Binnen het bedrijf was men op een 7-tal plaatsen en met enkele tientallen medewerkers bezig met 3D-printen. «We brengen die competenties nu samen in een internationale groep.» Kost, tijd en kwaliteit zijn de criteria waartegen getoetst wordt. «Al heel gauw wordt het zeer complex». Er zijn snel zoveel competenties aan te spreken dat je wel moet samenwerken met anderen. Voorbeelden van producten zijn oordoppen voor hoorapparaten, een motorstoel voor een droogkast,... Vandaag produceert Siemens via 3D printen statische bladen voor gasturbines. «Om een grotere efficiëntie te halen kunnen we via deze weg de design van de schoepen verbeteren en de koeling optimaliseren». 3D-printen
Jan Corne - Atlas Copco zorgt er voor een vier maal sneller rapid prototyping proces. De techniek wordt ook aangewend voor ‘snelle herstellingen’. De afgesleten tip van een brander wordt 8 cm diep weggefreesd en op die basis wordt de tip er weer op geprint. De herstelling bespaart een 30% in kostprijs en is ook 90% sneller uitgevoerd. Op 48 uur in de plaats van 6 maanden. «Dergelijke business case gaat er door bij de klant». In spoorwegtoepassingen heeft de producent veel maatwerk, geen al te grote series maar wil de klant 25 tot 40 jaar lang zijn wisselstukken gegarandeerd hebben. «Added manufacturing helpt de kost van die garantie te realiseren». De Wever ziet in de technologie een brug naar de zogenaamde Industrie 4.0. Een uitdaging. «Momenteel is de technologie niet te integreren als je een kwaliteit wil van slechts 11 dpm (defects per million). Die integratie moet perfect zijn». << (foto's: GE, Siemens, LDS)
ENGINEERINGnet.BE & NL COLUMN
Wat is genoeg onderhoud?
Onderhoudsoptimalisatie is en blijft een complexe materie Een heel relevante vraag, met een op het eerste zicht voor de hand liggend antwoord: genoeg is niet te veel, maar ook niet te weinig. Dit roept natuurlijk de vragen op: wanneer doe je te weinig onderhoud en wanneer doe je te veel onderhoud?
ven zit. Het water tussen de twee is jammer genoeg nog steeds vrij diep. Minder diep dan pakweg 25 jaar geleden, maar nog steeds diep. Ook is er data nodig, we willen immers evidence-based werken en niet louter vertrouwen op ons buikgevoel.
T
e weinig onderhoud leidt tot onverwachte storingen, die mogelijks secundaire schade kunnen veroorzaken, en die grote reparatiekosten meebrengen. Bovendien sturen ze de geplande productie in de war, wat tot ontevreden klanten kan leiden of tot extra kosten om de klanten tevreden te houden door bv. producten vanuit een andere vestiging te beleveren. Te veel onderhoud leidt tot onnodige kosten, teveel uren gepresteerd en teveel wisselstukken verbruikt. Ook kan er door veelvuldige stops voor preventieve interventies kostbare productietijd verloren gaan. Het lijkt er dus op dat de optimale hoeveelheid onderhoud bepaald wordt door kostenminimalisatie, waarbij we er gemakkelijkheidshalve maar vanuit gaan dat de installatiebeschikbaarheid ook in euro’s is uit te drukken. Hoe bepalen we dat optimum nu? We stoppen de juiste data in een geschikt mathematisch model, wachten even tot de computer het antwoord uitspuwt en gieten dit antwoord dan in een schedule voor de techniekers. Juist? Ja en neen. Ja, principieel is er geen speld tussen te krijgen. Neen, want zo simpel is het niet. Het bouwen van een mathematisch model, dat geschikt is voor de specifieke situatie, is geen sinecure. Machines of installaties bestaan uit verschillende onderdelen die op een bepaalde manier interageren en bovendien vormen ze zelf vaak een stuk van een grotere productielijn. Deze structuren modelleren met net genoeg details om realistisch te zijn met een redelijke rekeninspanning vraagt niet alleen de nodige mathematische skills, maar ook - vooral technisch inzicht en ervaring. Nu zijn deze beide meestal wel aanwezig, alleen niet op één plek verenigd. Mathematisch modelleren gebeurt vooral aan de universiteit, terwijl technisch inzicht en ervaring vooral in de bedrij-
door Liliane Pintelon, KU Leuven Centrum Industrieel Beleid
Even abstractie makend van het feit dat CMMS’en zelden perfect zijn en het feit dat historische onderhoudsdata vaak inaccuraat en onvolledig is, blijft er het probleem dat historische data niet alles vertellen. Het blijft aartsmoeilijk om in te schatten wat de impact van het al dan niet doen van een onderhoudsinterventie zal zijn, zeker als we dat over een langere periode willen bekijken. Dit laatste is niet onredelijk, gezien het feit dat machines en installaties toch een levensduur van meerdere jaren hebben en we onze kostenminimalisatie toch liefst niet op een kortzichtige korte termijn, maar wel op een duurzame lange termijn willen doen. Dit is nog niet de hele lijdensweg van het optimaliseren. Het gaat tegenwoordig immers niet langer over het bepalen van de meest geschikte preventieve onderhoudsfrequentie, het afwegen van onderhoudskosten (bv. wisselstukken) ten opzichte van onderhoudsgerelataeerde kosten (bv. schade). Tegenwoordig is er ook condition monitoring. Condition monitoring in de basisvorm leidt tot predictief onderhoud, van zo gauw een trigger - dit kan eenvoudig weg een temperatuur zijn, maar ook een afwijkend vibratiepatroon - bereikt wordt, wordt een onderhoudsinterventie gepland. In een meer gesofistikeerde vorm leidt dit tot prognostisch onderhoud, waarbij voorspellingsmodellen worden ingeschakeld om te bepalen hoe lang er redelijkerwijze nog mag gewacht worden met onderhoud. Bepalen of condition monitoring een interessant alternatief is dat moet meegenomen worden in de optimalisatie-queeste is een verhaal op zich.
Liliane Pintelon is professor aan de KU Leuven. Ze is auteur van o.a. het boek 'Asset management: the maintenance perspective'.
realiseer me net dat je misschien deze column als zwartgallig zou kunnen ervaren, maar niets is minder waar. Het besef - in academia en in bedrijven - dat onderhoudsoptimalisatie een complexe materie is, waarbij het globale plaatje niet uit het oog mag verloren worden, komt er steeds meer en meer. En dat stemt ons positief, zei Confucius al «he who cannot describe the problem will never find a solution to it». << MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
25
The Bright World of Metals
De meest geavanceerde ultrasone detector voor uw inspectierondes
TECHNOLOGIES PROCESSES APPLICATIONS PRODUCTS
www.tbwom.com
Een aanzienlijke voorsprong… • Ongeëvenaarde nauwkeurigheid in detectie en metingen • Trillingsmetingen: versnelling en snelheid • Registratie van dynamische data (.wav files) • Twee ingangskanalen • Ingebouwde pyrometer en laser tachometer • Ingebouwde SQL database • Dataoverdracht via USB connector en IP adres • Gebruiksvriendelijke software • Upgradable programma en toepassingskits.
Tal van toepassingen voor directe besparingen: • Detectie van persluchtlekken • Controle van condenspotten • Conditiebewaking van lagers • Efficiëntiecontrole tijdens het smeerproces • Detectie van pompcavitatie
worldwide
• Dichtheidscontrole van afsluiters, e.d. • Dichtheidscontrole van scheepsluikdeksels • Localisatie van elektrische defecten.
ll 1 G Ex ia llC T3/T2 Ga
Internationale beurzenkwartet – uw toegang tot de wereldmarkt Beleef vier innovatieve concepten: de internationaal toonaangevende beurzen in het hart van Europa tonen in optimale samenstelling de synergie van de gieterij-, metallurgie- en thermprocesstechnologie.
Ervaar de synergie Talrijke vooraanstaande technologieforums rond de thema’s van ‘Bright World of Metals’ bieden aanknopingspunten voor een overkoepelende knowhow-overdracht.
Laat het ons bewijzen! Laat ons één of twee toepassingen naar keuze in de praktijk brengen op de installaties van uw bedrijf.
Welkom in Düsseldorf!
Gratis en zonder enige verplichting.
SDT International NV Humaniteitslaan 415 - B-1190 Brussel -
[email protected] - www.sdt.eu
Voor meer informatie: Fairwise BVBA Hubert Frère-Orbanlaan 213 _ B-9000 Gent Tel. +32 (9)245 01 68 _ Fax +32 (9)245 01 69
[email protected]
ENGINEERINGnet.BE & NL COLUMN
Uw bedrijf overstroomt: bent u wel verzekerd? De afgelopen maanden deden er zich vaak zware onweders en regenbuien voor. Hierdoor worden niet alleen particuliere woningen, maar ook bedrijven getroffen. Uw bedrijf loopt onder, de productie komt stil te liggen, de goederen opgeslagen in het magazijn zijn verloren, enz… Vragen die bedrijfsleiders zich hierbij stellen zijn of zij ertoe verplicht zijn om dit regenwater op te vangen en of zij wel voldoende verzekerd kunnen worden tegen dergelijke regenval.
I
ndien u als bedrijfsleider de pech hebt dat het perceel waarop uw bedrijf gevestigd is, lager ligt dan omliggende percelen, dan zal u inderdaad niet blij zijn met zware regenval. Het ergste is dan wellicht dat onze wetgeving (artikel 640 Burgerlijk Wetboek) bepaalt dat lager gelegen erven ten opzichte van hoger liggende eigendommen, ertoe gehouden zijn om het water dat daarvan buiten het toedoen van mensen natuurlijk afloopt, te ontvangen! De eigenaar van het lager gelegen erf mag geen dijk opwerpen waardoor de afloop verhinderd wordt. Anderzijds mag ook de eigenaar van het hoger gelegen erf niets doen waardoor deze erfdienstbaarheid van het lager gelegen erf verzwaard wordt. Concreet gaat het om een 'natuurlijke erfdienstbaarheid'. Een 'erfdienstbaarheid' is een last dat op een erf gelegd wordt tot gebruik en tot nut van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort. In ons geval betekent dit dat de bedrijfsleider het water dat op een natuurlijke manier op zijn perceel terecht komt, zal moeten opvangen. OPGEPAST: alleen dus het water dat er op natuurlijke wijze op terecht komt. Heeft een nabij gelegen buur buizen of dakgoten aangelegd waardoor zijn water op de eigendom van het bedrijf terecht komt, dan zal dit niet moeten getolereerd worden!
Moet u ook modder opvangen? De laatste tijd komen bij dergelijke zware regenbuien vaak ook modderstromen op gang. De vraag stelt zich of men ook deze modder moet opvangen? De praktijk leert ons dat er hierover zeer vaak meningsverschillen ontstaan tussen naast elkaar gelegen eigendommen en er dikwijls naar de rechter wordt gestapt. Ons Hof van Cassatie heeft
zich recentelijk over deze vraag uitgesproken. Het Hof oordeelde dat het lager gelegen erf er wel toe gehouden is om het natuurlijk afvloeiend water van het hoger gelegen erf op te vangen, maar niet de modderstroom dat het met zich meebrengt!
door Solange Tastenoye, zelfstandig juriste
OPGEPAST: kijk steeds de eigendomsakte van het goed in kwestie na, want het is best mogelijk dat daar melding gemaakt wordt van een dergelijke erfdienstbaarheid. In sommige eigendomsakten leest men bijvoorbeeld als volgt: «het verkocht goed moet de overtollige regenwaters opnemen voortkomende van de eigendom van … (de eigenaars van het hoger gelegen erf)». Ook ten tijde van een geschil zal de rechter nagaan of er dergelijke erfdienstbaarheden opgenomen zijn in de eigendomsakten. Wees altijd alert voor dergelijke erfdienstbaarheden vooraleer u een bedrijfspand aankoopt. Eens u het compromis ondertekend hebt, bent u er door gebonden!
Bent u verzekerd?
Als zelfstandig juriste verzorgt Solange Tastenoye algemene juridische dienstverlening voor bedrijven, particulieren en zelfstandigen en verenigingen. Haar specialisatie is burgerlijk recht.
Sinds enige tijd (2007) is men sowieso gedekt voor natuurrampen door de brandverzekering. Dit betekent dat indien men bij zware regenval schade lijdt, deze door de brandverzekeraar verplicht zal gedekt zijn. Men moet dan echter wel een dergelijke brandpolis hebben en geen variant erop! Bovendien dekt de brandverzekering alleen maar de materiële schade die men opliep ten gevolge van de overstroming (bv. schade aan machines, aan stockgoederen, aan het gebouw, enz…). Waar u hier vooral moet op letten is dat uw brandverzekering geen dekking verleent indien u bijvoorbeeld uw bedrijf gedurende een bepaalde tijd moet sluiten. Dit is dan een zware dobber, want u hebt geen inkomen maar u moet wel uw facturen blijven betalen. U kan dit euvel echter gemakkelijk opvangen door hiervoor een specifieke verzekering voor 'bedrijfsschade' af te sluiten. Deze verzekering zal in geval van schadegeval uw lopende, vaste kosten voor haar rekening nemen (bv. lonen, leningen, enz…). OPGEPAST: ga na welke de premie zal zijn die u voor een dergelijke bijkomende verzekering zal moeten betalen. Hebt u bijvoorbeeld weinig vaste kosten of hebt u de mogelijkheid om deze tegenslag met uw beschikbare financiële middelen op te lossen, dan is een dergelijk bijkomende verzekering misschien minder interessant. Bekijk dit dus met uw verzekeraar. << MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
27
MAINTENANCE MAGAZINE
BELGIAN MAINTENANCE ASSOCIATION
Online opleiding Plant Reliability Improvement bij BEMAS Om de doelstellingen van uw bedrijf te halen is er één factor van levensbelang: de betrouwbaarheid van uw installaties. Alleen een doorgedreven Reliability Engineering, ingebed in maintenance en asset management van hoog niveau, zal de winstgevendheid en competitiviteit van uw bedrijf op lange termijn waarborgen.
O
m daar naartoe te werken is het belangrijk dat u de best practices uit de industrie kent en kan toepassen. Om deze kennis op een flexibele manier aan te bieden heeft BEMAS een samenwerking opgezet met het Mobius Institute (bekend van trainingen en certificatie rond reliability improvement en vibratie-analyse). In 2013 heeft het Mobius Institute een uitgebreid platform opgezet onder de naam iLearnReliability.
Wat is iLearnReliability? iLearnReliability is een online reliability training (in het Engels) voor individuen of bedrijven die kennis over reliability willen verwerven of vergroten. Dankzij het online platform kunnen ze dit op eigen tempo doen, eender waar en eender wanneer.
De voordelen Hoogstaande
Informatie voor drie niveaus: • Korte technische briefings voor (top) management of kaderleden • Gedetailleerde training voor maintenance en reliability managers en -engineers • Gedetailleerde training voor uitvoerend personeel op gebied van vaardigheden en bewustzijn. De mogelijkheid dat verschillende mensen gelijktijdig, maar op eigen tempo, kennis opdoen. Ingebouwde online testen om vooruitgang te meten.
Welke onderwerpen worden behandeld? iLearnReliability is opgebouwd uit modu-
les die zich richten op de verschillende betrokkenen bij reliability improvement: Voor Senior Managers Korte en gefocuste modules gericht op hoger management om snel kernaspecten van reliability improvement te verduidelijken. Conditon based maintenance vs. preventive maintenance The benefits of reliability & condition based maintenance Classical reliability centered maintenance (RCM) … Voor Maintenance en Reliability Managers/Engineers Gedetailleerde informatie voor iedereen die betrokken is bij een programma rond predictief onderhoud. Roadmap to Reliability Setting KPI's, bechmarking & continuous improvement Building a Master Asset list Establishing the Asset Criticality Ranking Determining an asset maintenance strategy Root Cause Failure Analysis ... Voor uitvoerend technisch personeel Een gedetailleerd overzicht van condition monitoring technieken, tot op het niveau van de toepassing ervan. Vibration fundamentals Accurate and repeatable data collection Diagnosing common faults with spectrum analysis ...
Voor operators en frontline Toolbox Talks (TT) zijn gericht op operatoren en uitvoerende technici. Ze bieden een overzicht van de technieken, zonder hierbij in detail te gaan en zijn vooral bedoeld om het belang van reliability en condition based onderhoud te onderstrepen. Condition monitoring & reliability Vibration analysis Ultrasound Thermography ...
Prijs Onderstaande prijzen exclusief BTW geven 12 maanden toegang tot alle 38 modules van iLearnReliability (deze prijzen zijn onder voorbehoud van wijzigingen ten gevolge van schommelingen in de wisselkoers EUR/USD): Individueel: € 1.125 (leden) / € 1.320 (niet-leden) Corporate 1-10 gebruikers: € 2.970 (leden) / € 3.495 (niet-leden) Corporate 11-20 gebruikers: € 6.750 (leden) / € 7.945 (niet-leden) Corporate 21-50 gebruikers: € 8.775 (leden) / € 9.995 (niet-leden) Ga naar www.bemas.org/nl/ ilearnreliability-online-opleidingplant-reliability-improvement voor meer informatie, of contacteer ons onmiddellijk via
[email protected] om uw demo-account aan te vragen.
MAINTENANCE MAGAZINE
BELGIAN MAINTENANCE ASSOCIATION
Opleiding in de kijker: KPI’s for maintenance & reliability Key Performance Indicators zijn vandaag de beste manier om cijfers in uw bedrijf te gebruiken om in de juiste richting te blijven evolueren. Tijdens deze Engelstalige opleiding leert u kerncijfers en KPI's analyseren en ontwikkelen om uw doelen beter te bereiken. Leerdoelstellingen
Reliability Engineers Maintenance Engineers Maintenance Managers Maintenance supervisors Planners
Over de docent Mike Gelhoff heeft 20 jaar ervaring in technische onderhoud en reliability. Zijn specialiteiten liggen in het menselijke aspect
KPI's
analyseren, opstellen en verder ontwikkelen; Leading en lagging KPI's maken die specifiek voor uw organisatie het juiste gedrag helpen sturen; Begrijpen wat de de best practices zijn voor KPI's in de context van onderhoud en betrouwbaarheid; Rollen ontwikkelen en definiëren met behulp van een RACI-rooster.
van onderhoudswerk, meer bepaald in werkcontrole (maintenance planning and scheduling), operator care, en management systemen. Hij heeft lang in de staalindustrie gewerkt en is daar onder andere reliability engineer geweest. Daarnaast heeft hij ervaring in de mijnindustrie, food & beverage, olie & gas, elektriciteitsproductie, steeds met een sterk resultaatsgedreven aanpak. Mike is zeer effectief in zijn sturing van teams, waarbij er ook een verandering moet komen in de mentaliteit om tot groepen van werknemers te komen die zichzelf geschikt vinden om veranderingen in de onderneming te dragen en uit te dragen.
Praktische informatie Dinsdag 16 en woensdag 17 juni 2015 van 8u30 tot 17u00 in Antwerpen.
Deelname 1.595 voor werknemers van BEMAS-lidbedrijven € 1.795 voor niet-leden €
Doelpubliek Deze workshop richt zich tot:
BEMAS Maintenance Manager van het Jaar 2015 Enkele vroege vogels hebben zich nu al ingeschreven voor de BEMAS Maintenance Manager van het Jaar 2015. Wie kan hen ongelijk geven? Zo zijn ze zeker van hun plaats tijdens de 18de uitreiking van deze prijs voor meest verdienstelijke maintenance manager van België.
N
oteer dus zeker donderdag 11 juni 2015 in uw agenda, we spreken opnieuw af in Wolubilis in Sint-LambrechtsWoluwe. Of beter nog: registreer al op www.bemas.org. Leden van BEMAS mogen dit evenement gratis bijwonen, niet-leden betalen € 95.
Programma 17u30 Ontvangst 18u30 Welkom door Philippe Deneve, voorzitter van BEMAS 18u50 Keynote Presenatie 19u30 Presentatie van de strategie door de finalisten
Diamant Building - Bd. A. Reyers-laan 80 - B-1030 Brussels T 02 706 85 41 - F 02 706 85 42 - E-mail:
[email protected]
20u15
Proclamatie van de Maintenance Manager van het jaar 2015 20u30 Walking dinner
LEVERANCIERS
TECHNISCH AANBOD Beoordeling van de staat van lagers door ultrasone meting: van opsporing tot diagnose De staat van lagers is de belangrijkste oorzaak voor beschadiging van draaiende machines en blijft dus een prioriteit in een preventieve onderhoudsstrategie. Ultrasone bewaking is een methode die erkend wordt voor de opsporing van dergelijke defecten. Ze laat een veel diepgaandere analyse toe om de onderliggende diagnose van het probleem te ontdekken. Spanningsgolven en defecte lagers De slijtage van een lager vertaalt zich door het optreden van contact tussen metaal en metaal van de bewegende onderdelen. Bijvoorbeeld wanneer een rolelement over een aantasting loopt. De resulterende impact is de oorsprong van een drukgolf die zich specifiek in het ultrasone frequentiegebied (> 20 kHz) in het desbetreffende metaal voortplant. Repetitieve impacten In het gekozen voorbeeld zullen de impact en drukgolf zich telkens opnieuw voordoen wanneer een rolelement over een aantasting loopt. Algemener kan men stellen dat een defect van een binnenring, buitenring, kooilager of rolelement
een repetitieve impact zal hebben. De berekening van de frequentie of herhalingsperiode gebeurt op basis van de lagerspecificaties en de rotatiesnelheid. De ultrasone methode De ultrasone techniek bestaat uit het gebruik van een contactsensor waarvan de frequentie afgestemd is op de impactfenomenen. Door het ontwerp reageert de sensor op elke drukgolf door te oscilleren op zijn resonantiefrequentie die typisch 37 kHz is. Het signaal wordt vervolgens voor de meting gefilterd rond deze frequentie om de parasietgeluiden en -trillingen die van nature door de machine voortgebracht worden uit te sluiten.
Van opsporing tot diagnose De staat van het lager wordt bepaald door een globale meting waarin 3 indicatoren gecombineerd worden: de RMS-waarde, de piekwaarde en piekfactor. De weergave van de dynamische meting via de SDT Ultranalysis Suite-software geeft
de aanwezigheid van impacten, hun herhalingsperiode en dus de oorzaak van het probleem aan. Tenslotte kan men aan de hand van de amplitude en demping van het signaal de ernst van het gevonden defect beoordelen. <<
Sensor geactiveerd door een drukgolf die herhaalde schokken aantoont over een periode van 0,138 seconden overeenkomend met een defect van een buitenring op een N204-lager met een rotatiesnelheid van 50 rpm.
Deze praktijktip wordt u aangeboden door:
B(NL)-1047-drylin Übersicht 90x130_B(NL)-1047-drylin SDT International - HumaniteitslaanÜbersicht 415 - 119090x130 Brussel21.04 - T.: +32 (0)2 332 32 25 -
[email protected] - www.sdt.eu
Smeringsvrije geleiding wordt eenvoudig Web: Online zoekfunctie 3D-CAD Levensduur
T-rails drylin T
Ronde assen drylin R
®
®
Vlakke geleiding drylin N
Vierkante geleiding drylin Q
®
®
...drylin lineaire geleiding ®
Kosten dalen met kunststof lineaire geleidingen Resistent tegen vuil, slijtvast, smeermiddelvrij. Ruime keuze met moduleerbaar systeem drylin W. Online gaan, eenvoudig de juiste geleiding vinden en direct bestellen. Na 24 uur verzendklaar. dry-tech – niet smeren: igus.be/drylin ®
®
plastics for longer life
®
Moduleerbare drylin W Vraag naar een gratis monster: Tel. 016-31 44 31 Fax 016-31 44 39
Betaalbare en veelzijdige warmtebeeldcamera De Elektro Lijn THT45 is een ultralichte en compacte thermografische camera. De uitstekende specificaties en uitgebreide functionaliteit van dit instrument maken het onder andere geschikt voor inspectie van elektrotechnische, mechanische, HVAC- en PV-installaties. De thermische resolutie van 80 x 80 pixels, het meetbereik van -20 tot +350 °C en de beeldfrequentie van 50 Hz zijn ongekende eigenschappen in zijn prijsklasse. De THT45 legt zowel warmtebeelden als 'normale' beelden vast en biedt de mogelijkheid om deze over elkaar heen weer te geven (PIPFusion). Zowel stilstaande beelden als MPEG4-video’s kunnen worden opgeslagen op een MicroSDkaart. De camera heeft zelfs een HDMI-uitgang voor directe uitvoer van videobeelden. De THT45 biedt veel gebruiksgemak dankzij het 2,8” kleurenscherm met menugestuurde
bediening, de voorgeprogrammeerde tabel met emissiefactoren van veelgebruikte materialen, de oplaadbare Li-Ion accu, de ingebouwde laserpointer en de LED verlichting. Het toestel wordt geleverd met THTLink software voor analyse en professionele rapportage. <<
®
De begrippen "igus, drylin, dry-tech, plastics for longer life" zijn in de Bondsrepubliek Duitsland en deels internationaal beschermd als handelsmerk.
Euro-Index - Leuvensesteenweg 607 - 1930 Zaventem T. +32 (0)2 757 92 44 -
[email protected] - www.euro-index.be
TECHISCH AANBOD
Proactieve productontwikkeling bevordert veiligheid Bij Brand Energy & Infrastructure Services staat het creëren van toegevoegde waarde voor klanten centraal. BRAND werkt volgens het Brand Operating System dat gebaseerd is op de kernwaarden Safety First, Productivity en Best People. Veiligheid komt altijd op de eerste plaats. Alle medewerkers van BRAND spelen hierin een actieve rol.
O
ok met productontwikkeling en innovaties richt BRAND zich primair op het verbeteren van veiligheid en productiviteit. BRAND maakt gebruik van het stellingsysteem Cuplok, destijds ontwikkeld door SGB en inmiddels onderdeel van de nieuwe BRAND-organisatie. BRAND heeft dan ook veel expertise in huis op het gebied van stellingsystemen. In tegenstelling tot andere access dienstverleners, die voor productontwikkelingen afhankelijk zijn van externe leveranciers, ontwikkelt de eigen Engineering afdeling van BRAND zelf productverbeteringen die gebaseerd zijn op de behoeften in de markt. Succesvolle voorbeelden van productontwikkelingen gericht op verbetering van veiligheid zijn het veiligheidshek, de opzetleuning en het stellingslot. De meeste van deze producten zijn universeel toepasbaar, en worden door BRAND zelf toegepast in het Cuplok-stellingsysteem. Cuplok is een compleet en bijzonder veilig systeem. Cuplok heeft het sterkste en stijfste knooppunt in de markt. Het typerende compacte bolvormige knooppunt heeft geen scherpe of uitstekende delen, waardoor het gevaar op letsel minimaal is. De continue productontwikkeling door BRAND zorgt ervoor dat Cuplok aan blijft sluiten op de actuele (veiligheids-)behoeften in de markt.
Opzetleuning
Een succesvolle innovatie is de opzetleuning, wat het risico op valgevaar tijdens de op- en afbouw van stellingen minimaliseert. De aluminium opzetleuning wordt aan de
Vlnr. 1. de opzetleuning is een veiligheidsoplossing bij op- en afbouw van stellingen, 2. veilige toegang tot stellingvloeren door toepassing van het veiligheidshek, 3. hetstellingslot voorkomt ongewenst betreden van stellingen. stelling gemonteerd en verplaatst zich met de monteur mee naar boven of beneden. Het is een tijdelijke leuning waarvan de monteur het speciale vergrendelingsysteem met de voet of hand bedient. Een ergonomische oplossing, die bukken overbodig maakt en voorkomt dat de leuning onbedoeld loskomt.
Veiligheidshek
Een andere geslaagde productontwikkeling van BRAND, en inmiddels breed toegepast in de markt, is het veiligheidshek. Deze aanvulling op stellingsystemen zorgt voor een veilige toegang tot stellingvloeren. Het hek is zelfsluitend, waait niet open en is links- én rechtsdraaiend.
Brand Energy & Infrastructure Services
In november 2013 is Harsco Infrastructure onderdeel geworden van Brand Energy & Infrastructure Services. In september 2014 is ook de naam van de organisatie veranderd. Door deze overname is een internationaal sterke dienstverlener ontstaan voor industrie en bouw met een jaaromzet van circa 3 miljard dollar en 370 vestigingen wereldwijd. De nieuwe organisatie levert onder meer werkplekken op hoogte, preventief corrosieonderhoud, coaten, isoleren, brandwerend isoleren, fireproofing, mechanical services en aanvullende specialistische diensten. <<
Stellingslot
De meest recente innovatie is het stellingslot. Het is een effectief middel om duidelijk te maken dat de stelling nog niet gereed is. Het stellingslot is volledig uit robuust kunststof vervaardigd en weegt slechts 2,2 kg. Het is, naast de scafftag, een additionele veiligheidsvoorziening die verhindert dat derden de stelling betreden.
Brand Energy & Infrastructure Services NV/ SA. E:
[email protected] - W: www.beis.com T: +32 (0)3 - 23 12 197 MEI 2015 MAINTENANCE MAGAZINE
31
Laat uw gebruikte smeerolie ophalen door een geregistreerd inzamelaar en alles loopt gesmeerd.
Eén druppel gebruikte olie kan maar liefst 1000 liter water vervuilen. Mede daarom bent u als professionele oliegebruiker verplicht uw gebruikte olie te laten ophalen door een geregistreerd inzamelaar. Let er evenwel op dat dit correct gebeurt. Immers: alleen als uw olie volgens de door OVAM, het BEL of OWD voorgeschreven procedure is opgehaald, kan deze op een milieuvriendelijke manier worden gerecycleerd. Meng uw olie bijvoorbeeld niet met andere afvalstoffen, want dat maakt recyclage een heel stuk moeilijker. Uw gebruikte olie laten ophalen is ook goed voor uw portemonnee. Voor kleine hoeveelheden hebt u namelijk onder bepaalde voorwaarden recht op een forfaitaire vergoeding. Zo lopen de zaken pas echt gesmeerd …
EERST SMEREN, DAN RECYCLEREN De gehomologeerde Valorlub inzamelaars vindt u op www.valorlub.be Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven met de steun van de drie gewesten.