MAGAZINE
juni 2015 jaargang 19 nummer 41
de
5 1 0 2 i n u j 0 2 g n i n e p o
1
Colofon
Zeg, ken jij...?
Magazine de Spil nr. 41 19e jaargang juni 2015 Uitgave van de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen i.s.m. Museum Vlaardingen en de Stichting Zeillogger Balder. Verschijnt driemaal per jaar, oplage 1.000 exemplaren.
Jan van Hemert
De kosten van lidmaatschap van de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen bedragen minimaal €17,50 per jaar, inclusief ontvangst van Magazine de Spil. Aanmelden als ‘Vriend’ kan het gehele jaar per e-mail aan:
[email protected] per brief aan Postbus 4002, 3130 KA Vlaardingen. Opzegging uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie of via een e-mail naar
[email protected] met inachtneming van vier weken opzegtermijn. Bestuur van de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen Bert Otto, voorzitter Niek van der Mark, secretaris Siem van der Marel, penningmeester Hans Bakker, John Boere, Jan van Hemert 2
In een artikel voor deze Spil kwam ik hem tegen, de ‘boomstamkistman’. Onwillekeurig moest ik denken aan het bekende kinderliedje: Zeg, ken jij …? Natuurlijk: “…samen kennen wij de mosselman, die woont in Scheveningen.” Maar de ‘boomstamkistman’, uit die andere vissersplaats, is die u ook bekend? En de Krabbeplasman en Dirk de Derde en Wilhem van Ruytenburch, Abraham van der Linden en burgemeester Heusdens en al die andere figuren uit de rijke stadshistorie van Vlaardingen, kent u hen ook? In deze of misschien een volgende Spil kunt u ze ontmoeten en wie weet, wordt uw nieuwsgierigheid geprikkeld. Als u nader met al die Vlaardingers uit het verre of recente verleden wilt kennismaken, hebt u vanaf 20 juni daarvoor volop de gelegenheid. Dan opent ons vernieuwde Museum Vlaardingen zijn deuren en kan ieder die geïnteresseerd is in de archeologie, de stadsgeschiedenis en het visserijverleden van onze stad, zich naar hartenlust daarin verdiepen. U en al die andere bezoekers uit Vlaardingen en van daarbuiten zullen, na één of meer bezoeken aan ons prachtige museum, op de vraag; “Zeg, ken jij… ?” volmondig kunnen antwoorden: “Ja, die ken ik!”
Bestuur Vrienden van Museum Vlaardingen. Staand: Siem van der Marel, Jan van Hemert, Hans Bakker. Zittend: John Boere, Niek van der Mark, Bert Otto.
Redactie Magazine de Spil Jan van Hemert, eindredacteur Frans Assenberg, Hans Bakker, Alex Poldervaart. Aan dit nummer werkten mee: Henk van Beek, John Boere, Henk Brobbel, Jan Huis, Siem van der Marel, Bert Otto, Annemarie Pothaar, Henk Ravensbergen, Jan P. van de Voort, Vormgeving: Hans Bakker, Klaas Bloem, Robert Kroon. Druk: Willem Spanjersberg. Productie: Stout Grafische Dienstverlening Museum Vlaardingen Bezoekadres: Westhavenkade 56, 3131 AG Vlaardingen Postadres: Postbus 4002, 3130 KA Vlaardingen Telefoon: 010 – 4348722. Openingstijden Museum vanaf 20 juni 2015: Dinsdag, woensdag en donderdag van 10 tot 17 uur Vrijdag van 10 tot 21 uur Zaterdag, zondag en feestdagen van 12 tot 17 uur Gesloten op eerste paasdag, eerste pinksterdag, eerste kerstdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag en nieuwjaarsdag.
Cover foto’s: Ingang Museum Vlaardingen. Foto Hans Bakker. Koopmanswoning familie Van Heijst 1905, collectie Jan Anderson. Achterpagina: De boomstamkano bijna op z’n plek. Foto Frans Assenberg.
Inhoud
Zeg, ken jij…? Klus geklaard! Museum Vlaardingen - 5000 jaar leven in de delta Boomstamkano veilig in het museum De ‘roots’ van Museum Vlaardingen De koe bij de horens pakken Jan Anderson en zijn Streekmuseum Gluren bij de buren Het nieuwe VVV-agentschap Vlaardingen ’t Schot is te boord Introductie nieuwe lidmaatschappen 2016 Hoogendijkprijs naar Katwijker Leendert de Vink Tom de Koning onderscheiden Het Loggerfestival De Maand van de Haring Naar Biberbunker en Droogdok Jan Blanken ‘Ting’ van de Balder In memoriam Dick Bos Eerbied voor de Balder De Balder weer terug en hoe nu verder… Balderagenda Informatie voor en over de Vrienden Contact
2 3 4 7 8 10 12 14 15 16 17 18 19 20 23 24 25 26 27 28 28 31 31
Klus geklaard!
Doorkijk via het oude pakhuisje.
Siem van der Marel, voorzitter bouwcommissie
Dit is de laatste bijdrage van de bouwcommissie voor de Spil met betrekking tot de voortgang van de ver- en nieuwbouw. Binnen twaalf maanden na de eerste paal is de klus geklaard en in februari is begonnen met de voorbereidingen voor de inrichting. Gelijktijdig worden door de aannemer de laatste aanpassing- en herstelwerkzaamheden uitgevoerd. De bouwcommissie (Jan Woudenberg, Ger Vermeer en ondergetekende) heeft dit project als een prachtige en unieke klus ervaren en is er trots op eraan te hebben mogen meewerken. De laatste loodjes zijn altijd zwaar en dat geldt ook voor de bouw. Door enkele vertragingen kon de oplevering van het gebouw niet meer voor Kerstmis 2014, maar pas in februari dit jaar plaatsvinden. Hierdoor is de beschikbare tijd voor de inrichting beperkter geworden, met als gevolg dat er veel druk (stress) op de inrichting staat. Maar nu zijn de renovatie en de nieuwbouw dan toch gereed en hebben een aantal belangstellenden, onder wie de sponsoren, al kennis kunnen nemen van het resultaat. De reacties waren heel bijzonder, zoals bijvoorbeeld: “Dit overstijgt Vlaardingen.” Houdijk Architecten is buitengewoon veel lof toegezwaaid en terecht. Twee gebouwen in één en toch los van elkaar. Het gebouw is al een bezienswaardigheid op zichzelf geworden en zal alleen al voor de nodige bezoekers zorgen. De combinatie van de restauratie/renovatie van een rijksmonument met nieuwbouw is een extra complexe
opdracht. Gezien het resultaat kan ook van de aannemerscombinatie Gebr. A. Verschoor, Van Galen en Slagboom gezegd worden, dat een prima en uniek stuk werk is geleverd. De aannemer heeft de gelegenheid geboden om gedurende de oplevering op de depots de vloerbedekking te leggen en de professionele keuken te plaatsen. Ook is de bouwplaats ontruimd en heeft de gemeente het achterterrein voorlopig aangeheeld, zodat de deuren aan de achterzijde bij de aanvoer van de objecten en bij de inrichting gebruikt kunnen worden. De ingang naar het achterterrein zal nog met een hek worden afgesloten. Voor meer informatie, zie de website www.museumvlaardingen.nl
3
Foto’s Hans Bakker.
Twee medewerkers van DeFine interactieve techniek monteren een display.
5000
JAAR LEVEN IN DE DELTA Museum Vlaardingen
4
Kodak Pony Premo camera uit de collectie van Jan Anderson. Foto Hans Bakker.
Alle verhalen komen tot leven in de topcollectie van het museum, met een boomstamkano, Middeleeuwse grafkisten, scheepsmodellen, gereedschap, schilderijen, prenten, kleding en nog veel meer. Het museum start dit jaar met vijf verhaallijnen, waarbij er in de toekomst ook gelegenheid is om deelverhalen te wisselen of aan te vullen. Daarnaast zijn er wisselexposities van eigen deelcollecties, maar ook in samenwerking met het Streekmuseum Jan Anderson. In dit stuk laten wij u in staccatovorm kennismaken met deze vijf hoofdlijnen van de verhalen in Museum Vlaardingen. In het museum zijn deze verhaallijnen aangevuld met filmmateriaal en kiosken, waar in de tentoonstelling het digitaal archief geraadpleegd kan worden. Goud uit water In ‘Goud uit water. Leven als een reder in de 18e eeuw’ maakt de bezoeker kennis met het leven in de 18e eeuw, de ‘Gouden eeuw’ van Vlaardingen, zoals deze werd gezien en beleefd door de Vlaardingse redersfamilie Van der Linden. De expositie wil bewerkstelligen dat de bezoeker inzicht krijgt in hoe in die tijd de elite woonde, leefde en werkte in een kleine Hollandse maritieme stad, door kennis te maken met de rijkste ingezetene, Abraham van der Linden. Zijn rijkdom is grotendeels verkregen door geërfd kapitaal, zakelijk inzicht en het spreiden van investeringen. Die
In Museum Vlaardingen beleeft u 5000 jaar leven in de delta van Rijn en Maas en maakt u kennis met Vlaardingers en andere deltabewoners. U ziet hoe zij overleven in de delta, met het water dat geeft en neemt. De ‘Krabbeplasman’ uit prehistorische tijden, de in een boomstamkist begraven immigrant en graaf Dirk III uit de Middeleeuwen, reder Abraham van der Linden en zijn vrouw Agneta van Reeuwijk uit de 18e eeuw, de zeeman Jan Pet, de activist Remi Poppe uit de vorige eeuw; allemaal vertellen zij in het museum hun verhaal en daarmee het verhaal van 5000 jaar leven in de delta. Annemarie Pothaar. rijkdom brengt ook verplichtingen met zich mee, Van der Linden was lange tijd een van de burgemeesters en bekleedde nevenfuncties bij sociale instellingen. In de ‘blauwe salon’ wordt verteld over de bloeitijd van de rederij; we zien het kasboek van de familie en de vroedschapskast. In de ‘rode salon’ gaat het over de familie, de stad Vlaardingen en de politieke onrust, gezien door de ogen van de dienstmeid. In de mooie kamer met de plafondschildering, staat het oorspronkelijke huis, de buitenplaats ‘De Lindeboom’ uit 1742, centraal. Deze kamer is de trots van Abraham. Hier is een poldergezicht uit de pastorie in Kockengen gereconstrueerd. In de tijd van Abraham was er waarschijnlijk ook een uitzichtkoepel, vanwaar hij graag zijn blik liet gaan over de haven én de polder. Het thema ‘Goud uit het water’ wordt gepresenteerd in het historische gedeelte van het museum. Vlaardingen vooruit! Stel een willekeurige Vlaardinger de volgende vragen: wat is Vlaardingen voor stad? Hoe ziet zij er nu en in de toekomst uit? Wat vind je van Vlaardingen? Wat is de Vlaardingse identiteit? ‘Vlaardingen Vooruit’ helpt de bezoeker bij de beantwoording . In deze verhaallijn maakt hij kennis met de historische ontwikkelingen die hebben geleid tot de stad zoals die er heden ten dage uitziet. De bezoeker neemt deel aan de discussie over hoe de stad leefbaar te maken en te houden voor de toekomst. Vlaardingen verandert na de Tweede Wereldoorlog ingrijpend van karakter, in de geest der vernieuwing. De neergang van de visserij en aanverwante bedrijvigheid valt samen met de opkomst van een zeer snel groei-
Brood uit het water Op de tussenverdieping, de vide in het museum, maakt u kennis met het thema ‘Brood uit het water’ en de ‘Haring uit Vlaring’. Centraal staan het feest van de Hollandse nieuwe, de stad Vlaardingen als voormalige maritieme gemeenschap, zeelieden en kans en kapitaal uit de visserij. Vlaardingen stond bekend als de belangrijkste haringstad van Nederland; vanuit hier werd eeuwenlang gevist op haring en verse vis. Dankzij de gunstige ligging aan waterwegen was niet alleen de lucratieve visserij, maar ook de koopvaardij, een belangrijke maritieme activiteit, maar helaas vanaf de 20ste eeuw van steeds minder betekenis. De bezoeker maakt kennis met tal van historische personen.
ende industrie. In deze periode van wederopbouw in Nederland heeft Vlaardingen het zo goed voor elkaar, dat heel Nederland naar Vlaardingen kijkt als voorbeeld van hoe het moet. Waar vóór de oorlog de visserij de belangrijkste activiteit was, worden handel en industrie in de jaren erna steeds belangrijker. In Vlaardingen wordt voor miljoenen tonnen aan goederen verwerkt in de havengebieden. Industrieën breiden zich snel uit, maar de traditionele ambachten verdwijnen langzaam. Er is in Nederland na 1945 een schrijnend tekort aan woonruimte. Dat geldt zeker voor de snel groeiende industriestad Vlaardingen. De Nederlandse overheid stimuleert het bouwen van woningen op allerlei manieren. Burgemeester Heusdens is zo handig, dat hij erin slaagt om zelfs voor bedrijven op Rotterdams grondgebied toestemming te krijgen in Vlaardingen woningen te laten bouwen. Deze welvaart en economische groei heeft een prijs. De vervuiling in en om Vlaardingen neemt in de loop van de jaren ernstig toe. Het leefmilieu komt onder druk te staan. Inwoners roeren zich en uiten hun ongenoegen; kleine milieu-initiatieven groeien uit tot een sterke milieubeweging.
In 1999 organiseert de gemeenteraad een stadsdebat, om te onderzoeken hoe plaatselijke organisaties en burgers denken over de toekomst van de stad en haar identiteit. Naar aanleiding hiervan is de ‘Stadsvisie 2020’ opgesteld. De bezoeker wordt uitgenodigd om mee te doen met een enquête over de ontwikkeling van Vlaardingen in de toekomst. Het thema ‘Vlaardingen Vooruit’ wordt gepresenteerd op de tweede verdieping van het museum.
Niets was zo belangrijk als de start van het haringseizoen. De feesten die gepaard gingen met het vertrek van de vloot en de aankomst van de eerste vaatjes haring, hadden een grote symbolische betekenis voor de stad. In de expositie vinden we de met hulp van de Vrienden van Museum Vlaardingen gerestaureerde haringsjees, waarmee het eerste vaatje van de Hollandse Nieuwe naar het koningshuis werd gebracht. In Vlaardingen leefden vele mensen van alle bedrijvigheid die de visserij met zich meebracht. Er bevonden zich droge en natte kuiperijen, scheepswerven, taanderijen, lijnbanen, hoek- en sneumakerijen, blokmakerijen, pakhuizen, haring- en
Abraham van der Linden in 1750, olieverfschilderij, onbekende schilder.
5
Vlaardingen kent een rijk maritiem verleden.
schap. Daarnaast reclame voor de haring, een haringkroon en een filmpje van de maquette van het Buizengat anno 1870, om maar een paar voorbeelden te geven.
Opgraving ‘gat in de Markt’. Foto Ellen Groen.
6
Burgemeester Heusdens, potloodtekening Meeuw van Rotterdam, collectie Streekmuseum Jan Anderson.
vishandels. Veel gebouwen in het Vlaardingen van nu herinneren nog aan de visserij: de visbank, pakhuizen, villa’s van reders. De lijnbaan is weer gereconstrueerd terug in het straatbeeld. Het museum is om een pakhuis en om een redershuis heen gebouwd. In de expositie vinden we persoonlijke objecten en verhalen van zeelieden, souvenirs, maar ook de rouwdracht van de vissersgemeen-
Vondsten uit de delta De museumbezoeker maakt op de bovenste verdieping kennis met de vroegste en latere bewoners van de delta die, door de eeuwen heen, het landschap zodanig wisten en weten te bewerken dat permanente en duurzame bewoning mogelijk was, en blijft. In dit thema staan de boomstamkano, de klepduiker, de Krabbeplasman, een vloedsteen, een vuurstenen bijl en de boomstamkistman centraal. De boomstamkano van 10,6 meter uit de ijzertijd is een echt blikvanger, opgesteld in de terrazzohal van het oude gebouw. Hij is gevonden door archeologen bij opgravingen in de polder ‘De Vergulde Hand-West’. De klepduiker bestaat uit twee uitgeholde boomstammen die deels in elkaar zijn geschoven. Door deze ingenieuze klep kan het water maar één kant op stromen. Hij werd gebruikt voor de afwatering in een dijk en dateert uit de Romeinse tijd. De Krabbeplasman is in 1990 door spelende kinderen gevonden. De politie vermoedde eerst nog een misdaad, maar na onderzoek bleek het lichaam 3300 jaar oud te zijn. Ook de man gevonden in het ‘gat in de markt’, begraven in een boomstamkist, spreekt tot de verbeelding. Hij bleek het Viking-Y DNA te bezitten en verwant te zijn met een hedendaagse Rotterdamse tandarts. Naast deze interessante vondsten is er ook nog het verhaal van de Vlaardingencultuur, ontdekt in de Westwijk. De vloedsteen ten slotte leidt het verhaal in van overstromingen en waterbeheersing en we maken kennis met het werk van het Hoogheemraadschap Delfland. Flardinga De laatste themalijn in het museum verhaalt over Vlaardingen als belangrijkste nederzetting van Holland in de Middeleeuwen. De tentoonstelling begint met de slag bij Vlaardingen in 1018 en eindigt rond 1400. De vestiging van een kerk, een burcht en een grafelijk hof en de ont-
ginningen maakten van Vlaardingen een bloeiende nederzetting; er werd in de loop van de 11e eeuw zelfs een eigen munt geslagen. Het water vormde echter ook een bedreiging en de overstroming van 1163 is de voorbode van ‘De Nedergank van Flardinga’. Andere plaatsen zoals Dordrecht, Haarlem en Leiden groeiden sneller en werden daardoor belangrijker. Of het nu voornamelijk de overstromingen zijn geweest, of het toch te maken heeft met andere ontwikkelingen, is moeilijk te bepalen. Maar feit is dat de graven van Holland hun interesse in Vlaardingen verloren. In 1206 verkochten zij hun hof in Vlaardingen en was Vlaardingen geen hofstad meer. In 1398 stond Vlaardingen in economisch belang en grootte op de 28e en laagste plaats in de rangorde van Hollandse steden, weten we uit de bronnen. In de expositie komt de graaf van West-Friesland Dirk III aan het woord en zien we gezichtsreconstructies, archeologische vondsten en een vooruitblik naar de viering van de slag bij Vlaardingen in 2018. Speciaal is het muntje dat uit Stockholm hierheen komt; het tot nu toe enige bekende exemplaar van een in de 11e eeuw in Vlaardingen geslagen muntje met opschrift ‘comes Flardiga’. In en rond Museum Vlaardingen is straks nog veel meer te zien, met de wisselexposities, de schilderijenwand, de collectiezolder, pop-up exposities, het Kennis & Informatie Centrum, het Erfgoed Lab en de VL 92 Balder aan de kade. Daarover berichten wij u graag een volgende keer! U komt ons toch ook (weer) bezoeken vanaf 20 juni? Leden van de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen hebben op vertoon van hun lidmaatschapskaart gratis toegang tot het museum.
Boomstamkano veilig in het museum Frans Assenberg. Het pronkstuk van het prachtige Museum Vlaardingen is nu, zij het na enkele strubbelingen, met de nodige omzichtigheid in de hal van het gebouw geplaatst. Alles leek eerst zo mooi op 31 maart: museummensen, verhuizers, genodigden, persmensen, iedereen was er klaar voor. Maar een fikse storm dacht er anders over en het Waaigat deed meer dan ooit zijn naam eer aan: de museummensen zagen geen andere uitweg dan het evenement af te blazen. Want, stel dat de kano vanwege die harde wind het ruime sop van de Oude Haven zou kiezen, het zou niet uit te leggen zijn. Op 21 april evenwel ligt het antieke vaartuig al veilig in de coulissen als we binnenstappen. Uiteraard is Carolien van Loon aanwezig als de belangrijke vondst een plekje krijgt toebedeeld. Zij werkt als archeologe bij de gemeente Vlaardingen en geeft de voorwerpen in bruikleen aan het museum. “Als iets dan hier een plek krijgt, ben ik er graag bij en kijk of alles goed verloopt. Ik zie ernaar uit dat het museum opengaat. Het is prachtig geworden.” Zij vindt de hele kano-operatie bijzonder spannend en zal ook “enorm blij zijn als hij straks netjes in de vide staat. Het is een hele onderneming als je al die mannen ziet die aan het werk zijn met allerlei constructies.” Het plaatsen van het vaartuig brengt wel bepaalde risico’s met zich mee. De kano komt niet in een vitrine, maar in de ‘lucht’ te staan, tussen de begane grond en de eerste verdieping. Daar is hij goed te bekijken. De geprepareerde kano is volgens Carolien heel kwetsbaar: “Het gaat natuurlijk wel om eikenhout van meer dan 2.000 jaar oud. Het hout is wel behandeld, maar als de boot met een beetje kracht neergezet wordt, dan zal hij breken. Een dergelijke kano moet kunnen ademen en mag zeker niet in een afgesloten vitrine worden geplaatst. In het museum is uiteraard een goede klimaatbeheersing.” De boomstamkano is ontdekt in 2005 tijdens opgravingen in een deel van de Aalkeet-Binnenpolder. Het terrein, bekend onder de naam De Vergulde Hand-West, ligt ten westen van Vlaardingen. De kano heeft een
lengte van bijna 11 meter en is in zijn geheel uit een eik gehakt. Aan stuurboordzijde valt een vierkant gat op dat waarschijnlijk gediend heeft om er een touw doorheen te steken om de kano vast te kunnen leggen of te kunnen trekken. Goed waar te nemen zijn sporen van een dissel of bijl. Archeologen vermoeden dat de boom waaruit het vaartuig is gemaakt eerst met een bijl is omgehakt en daarna verder bewerkt. Naast de kano komen diverse voorwerpen uit de archeologische collectie. “Er zijn topstukken bij, zoals de klepduiker en een opstelling rond de slag bij Vlaardingen van 1018. De volgende grote stukken zullen de grafkisten zijn. Die moeten nog in vitrines worden geplaatst. Die grafkisten zijn in 2001 uit de grond gekomen tussen de Markt en de Zomerstraat. In de kisten liggen de skeletten van de mensen die daar 1000 jaar geleden begraven zijn.” Carolien denkt dat de kano belangrijk zal zijn voor het museum en voor Vlaardingen: “symbolisch voor de plek waar wij ons in Nederland bevinden, midden in de delta omringd door het water waarvan wij leefden. 2000 jaar geleden wisten mensen zich hier te handhaven en het landschap naar hun hand te zetten. Het is voor het museum een heel promotioneel voorwerp, waarmee men kan uitpakken.” Nog even wachten nu op de bijl uit de Vlaardingen-cultuur, nog een pronkstuk. De boomstamkano is, na vele uren wachten, kijken, meten, zweten en manoeuvreren, door specialisten in dergelijke verhuizingen keurig op zijn plek gelegd. Weer een stap gezet.
7
Foto Frans Assenberg.
De ‘roots’ van Museu Jan P. van de Voort
Op 20 juni 2015 wordt Museum Vlaardingen (voorheen Vlaardings Museum en Visserijmuseum) weer geopend. Als instelling dateert het van 1962, maar zijn roots dateren van 1871. Toen werd er een Departement Vlaardingen van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid opgericht. Het telde 61 leden en was een soort IKV (Industriële Kring Vlaardingen) avant la lettre. Vlaardingen was toen ‘booming’. Het College voor de Zeevisscherijen noemde in zijn verslag over 1870 Vlaardingen de hoofdzetel ‘onzer grote visscherij’ en het kwalificeerde de ondernemingslust daar als volgt: ‘Zo ergens de oudvaderlandschen geest met vernieuwde kracht – en vrij van den verpestenden invloed der buitenlandsche weelde, werkzaam is – dan is het te Vlaardingen’. Het zij gezegd! De reders van de ‘grote zeevissche-
8
Het interieur van de eerste internationale visserijtentoonstelling te Amsterdam, 1861.
rij’, die van Vlaardingen voorop, hadden al enige museale ervaring. Zij leverden namelijk objecten voor de eerste internationale visserijtentoonstelling in 1861 in Amsterdam en bleven dat doen in de volgende halve eeuw. Deze ‘renaissance’ van de visserij veroorzaakte een tekort aan bemanningsleden, vooral vissers die met de nieuwe vistuigen en schepen konden omgaan. Daarom diende
het Departement Vlaardingen bij zijn moederorganisatie het voorstel in om een kweekschool voor de visserij te Vlaardingen op te richten. Als tweede prioriteit wilde men daaraan een museum voor visserij verbonden zien. De visserijschool kwam in Vlaardingen in 1889. Een visserijmuseum kwam er pas dertig jaar later. De visserijbioloog P.P.C. Hoek pleitte in 1900 opnieuw voor een visserijmuseum in IJmuiden, Vlaardingen of Den Helder. Onder de Nederlandse visserij-inzendingen naar de wereldtentoonstelling te Parijs bevond zich volgens hem de kern voor een nationale visserijcollectie. Ook zijn opvolger, bioloog H.C. Redeke, vond het in 1910 een vergissing, dat Nederland geen visserijmuseum had. De gemeente Vlaardingen had in 1911 het voortouw kunnen nemen. Uit de nalatenschap van mr. Simon van Gijn
eum Vlaardingen leidde onmiddellijk tot de Stichting Nationaal Visserijmuseum. Een soort crowdfunding bracht ƒ40.000 op, waarmee het museum in het ‘Reedershuis’ (Westhavenkade 45) ingericht kon worden. Het kreeg de naam Museum voor de Nederlandse Zeevisserij en werd op 14 juli 1962 geopend door de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz. De professionalisering kwam met de aanstelling van Joop van Dorp als directeur-conservator.
te Dordrecht kreeg de gemeente ca. 100 tekeningen en prenten en vele visserijvoorwerpen, waaronder het fraaie model van het bunhoekerschip Dammes Erve. De gemeenteraad ontving het geschenk in dank, maar deed verder niets. Vlaardingen mocht zich toen gelukkig prijzen dat de pas aangestelde stadsarchivaris M.C. Sigal al in 1919 het initiatief nam om de vereniging Vlaardingsche Oudheidkamer en Visscherijmuseum op te richten. Deze vereniging slaagde er in de in Vlaardingen aanwezige collecties onder te brengen in het gelijknamige museum, dat op 21 oktober 1920 werd geopend in het pand Lijnstraat 2. Het museum verhuisde in 1936 naar het Han-
delsgebouw aan de Parallelweg, maar vanwege de oorlogsdreiging werden de collecties in 1939-1940 overgebracht naar gemeentelijke zolders. Na de oorlog lukte het niet meer om de Oudheidkamer tot leven te wekken. De vereniging hief zich op in 1956 en deed de collectie over aan de gemeente Vlaardingen. Zoals op meer terreinen bracht de energieke burgemeester Jan Heusdens ook hier weer leven in de brouwerij. Tijdens Vlaggetjesdag 1959 opende hij een visserijtentoonstelling in het stadhuis. De grote belang¬stelling daarvoor
Het museum werd heropend door Prinses Beatrix en Prins Claus op 22 mei 1971 in het huidige pand ‘Het Huis met den Lindeboom’ aan de Westhavenkade 53-54, nu als Visserijmuseum. Instituut voor de Nederlandse Zeevisserij. Het wordt opnieuw geopend op 20 juni 2015 onder de naam ‘Museum Vlaardingen’. Behalve de visserij is nu – zoals bij de voormalige oudheidkamer – ook de stadsgeschiedenis onderdeel van de presentatie en bovendien de archeologie waaronder de bekende Vlaardingen-cultuur. Daarmee wordt de tijdbalk sterk verlengd, terwijl het museum minder nationaal en meer regionaal is geworden: ‘5.000 jaar wonen in de Delta’.
Scheepsmodel Dammes Erve, schenking mr. Simon van Gijn, 1911.
9
Begunstigerskaart Museum voor de Nederlandse Zeevisserij op naam van J. Pluimgraaff, 1969.
De koe bij de hoorns pakken Jan P. van de Voort
Het Museum Vlaardingen is gesloten sinds 1 september 2010. Op 20 juni 2015 wordt het heropend. In die jaren hebben er omvangrijke verhuizingen van collecties plaatsgevonden. Eén voorwerp met een aanvankelijk onduidelijk inventarisnummer is aanleiding om daarover een en ander
10
te vertellen en inspireerde ook tot de titel van ons verhaal. Behandeling en registratie van diverse materialen. Op de achtergrond René Prins, Joanna Minderop. Jan P. van de Voort achter de laptop en Monigue Bredero controleert de prenten.
De renovatie van het hoofdgebouw en de geplande nieuwbouw waren reden voor de totale verhuizing van de museale en documentaire collecties. Uiteindelijk zijn die op dertien verschillende opslagplaatsen terechtgekomen. Dikwijls was dat niet de ideale plek, zeker niet wanneer die collecties daar enige jaren moeten vertoeven. Helaas beschikt Vlaardingen tot op heden niet over geschikte bewaarplaatsen voor het Vlaardingse museale erfgoed. In het vernieuwde Museum Vlaardingen wordt dat wel beter. Niet alle onderdelen van de collecties zullen naar het nieuwe museum terugkeren. De scope van het Museum Vlaardingen is immers gewijzigd: 5000 jaar leven in de delta. Dat is Vlaardingen en de regio van Hoek van Holland tot Rotterdam en vandaar naar Pernis, Middelharnis, Zwartewaal en Brielle. Geografisch werd de omvang wat beperkter, maar inhoudelijk en in de tijd veel uitgebreider. De visserij blijft een van de belangrijkste pijlers van het museum, maar de aandacht gaat nu ook uit naar de koopvaardij, de stadsgeschiedenis, de stadsuitbreiding, de waterbeheersing, het milieu en de Vlaardingen-cultuur (archeologie). Prioriteit bij de inrichting hebben de collectiestukken die in de tentoonstelling komen. Die stukken moeten
op 20 juni fraai geëxposeerd zijn. Later komt de rest. Besloten is dat er geen enkel object het museum in mag dat niet eerst gecontroleerd is op schimmel, zilvervisjes en andere het erfgoed aantastende bedreigingen. Daarvoor is een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld: Helicon Conservation Support te Zoeterwoude. Zoals die naam al aangeeft is deze onderneming in staat om erfgoed-
uit de containers en de in andere verpakkingen aangevoerde objecten de ‘exposabelen’: de voorwerpen en andere items die in de expositie zouden komen. Dat kostte flink wat inspanning, want het inventarisnummer dat elk museumobject moet hebben, was lang niet altijd op de verpakking aangegeven. Daar had men eerder geen tijd genoeg voor gehad. Maar met behulp van het collectieregistratiesy-
Na een tijdje kwam ik op het idee om het plaatje om te draaien. En zo waar, ik zag aan het begin een 3 en aan het eind een 9. In het collectieregistratiesysteem Adlib kon ik het nu gemakkelijk identificeren: inventarisnummer 39009, een vethoorn.
Het inspirerende voorwerp: de vethoorn in vorm van een vogelbek. Foto Hans Bakker.
Een vethoorn is de hoorn van een koe, gevuld met vet. Zeilmakers dragen die om hun nek en hebben in de vethoorn hun zeilnaalden gestoken. Vettige zeilnaalden kan men gemakkelijker door het stugge zeil steken bij het zeilnaaien. ‘Onze’ vethoorn is versierd met de afbeelding van een vogelkop. Deze koehoorn inspireerde mij tot de titel ‘De koe bij de hoorns pakken’ (een moeilijk karwei flink aanpakken). En dat is wat Helicon doet met de collecties van Museum Vlaardingen.
Heliconmedewerkers Henk Raap en René Prins bezig met een scheepsmodel.
11
‘dat kostte flink wat inspanning’ collecties in goede staat te brengen en te houden. Ook adviseert het bij de inrichting van depots van culturele instellingen, zoals archieven, archeologische centra en niet in de laatste plaats bij musea. Zo ook bij Museum Vlaardingen, dat zowel intern als extern niet over ideale depots beschikte. De logistiek van deze enorme collectieverhuizing was als volgt: het Vlaardingse bedrijf Dijkshoorn Euromovers bracht de collecties uit de dertien verschillende opslagplaatsen naar een van hun hallen om ze daar te bewaren in containers. Medewerkers van Helicon en van Museum Vlaardingen haalden
steem Adlib van het museum kon het grootste deel toch geïdentificeerd en gevonden worden. Daarnaast kwamen er ook heel wat ‘exposabelen’ van de afdeling archeologie van de gemeente Vlaardingen, van het Stadsarchief en ook van Streekmuseum Jan Anderson. Dit museum zal ook een gasttentoonstelling Fotografica verzorgen. Helicon kwam een object tegen waarop met krijt iets geschreven was. Een nummer? Deels weggewist door gebruik. Een afbeelding, gemaakt met een mobieltje werd mij toegestuurd.
12
Jan Anderson en zijn Streekm
Frans Assenberg.
In een volle Bethelkerk nam Jan Anderson onlangs de honderden felicitaties in
ontvangst vanwege het 40-jarig bestaan van zijn Streekmuseum. Hij dacht dat
er ongeveer 120 mensen zouden komen,
maar die inschatting bleek niet juist: het waren er wel meer dan 300! Jan in één van zijn winkeltjes in het museumstraatje, de kruidenierswinkel (ca. 1920). Foto Frans Assenberg.
Enkele dagen later spreek ik Jan thuis in zijn woonkamer. Op de grote tafel liggen boeken, penningen, papieren. “Het is ongelooflijk wat ik allemaal dagelijks binnenkrijg aan spullen,” is zijn openingszin. Het zijn roerige tijden voor deze superverzamelaar. Zijn kort na ons gesprek overleden vrouw Rita is ernstig ziek, zijn goede vriend Paul Westerdijk onlangs plotseling gestorven, aan de vooravond van het jubileum van het museum en ook nog de uitgave van een jubileumboek. “Het is tegen de stroom op roeien. Ik heb eerst twintig jaar verzameld,
eigenlijk mijn hele leven al, voordat het museum kwam. Om het in een kader te plaatsen moest er een stichting komen. Het waren Joop van Dorp, Paul Westerdijk, Joop Stigter en Jan van de Voort die het eerste stichtingsbestuur vormden. Zij vonden het aardig als mijn collectie zou worden tentoongesteld. Van Dorp en Van de Voort waren beiden actief in het Visserijmuseum, dus wilden zij voorkomen dat er een tweede soortgelijk museum zou komen. En daarom blokkeerden zij de onderwerpen visserij, kuiperijen enzovoort in mijn verzameling. Ik had daarover wel veel verzameld. Ik was toen een beetje bevriend met Joop van Dorp (oud-directeur Visserijmuseum f.a.) en van hem leerde ik hoe je op een professionele manier moest verzamelen, zodat je verzameling ook kan worden ‘uitgedragen’. We spraken af dat Joop in zijn museum de visserij en aanverwante zaken zou laten zien. Hij stelde voor dat ik de historie van de streek zou afdekken. Zodoende ontstond het Streekmuseum. Ik heb toen sommige
collecties afgestoten en later ben ik ook voorwerpen gaan verzamelen uit geheel Nederland. Ik verzamel uit alle perioden. Hierdoor kunnen mensen later zien hoe de geschiedenis zich heeft afgespeeld.” Dat laatste blijkt Jans motivatie te zijn: bewaren en laten zien. “Er zijn in het verzamelen twee dingen van belang: dat is het verhaal en het voorwerp. Ik heb van de week een
‘Still going strong’ parachute voor een duif gekregen.” Hij toont een doos en een foto van een duif in een soort omhulsel met een kleine parachute eraan. Anderson legt uit: “De Engelsen dropten deze parachutes met duiven bijvoorbeeld in Zeeland. Er zat een kokertje bij met een papier waarop mensen gegevens konden schrijven, bijvoorbeeld over een dijk die men wilde bombarderen. De duif vloog dan met die informatie terug naar Engeland. Vroeger ging het alleen om het voorwerp, tegenwoordig is vooral het verhaal erachter interessant. Over 100 jaar is het bovendien nog interessanter dan nu.” Andersons vrouw Rita heeft in zijn verzamelleven een belangrijke
museum rol gespeeld: “Zij vond het altijd goed wat ik deed. Maar ze zei ook wel altijd dat de ‘zaak’ voorging.” Anderson was eigenaar van een drogisterijketen met winkels in en rondom Vlaardingen. “Als verzamelaar draaf je natuurlijk maar door. Als je dan een vrouw hebt die ervoor zorgt dat alles in goede banen wordt geleid, dan is dat prima. Daarnaast was ik boven-
dien heel vaak weg. We hadden toen wel het enorme voordeel dat voormalig boer Piet Oosthoek in die tijd schoolklassen ontving en als suppoost optrad. Rita zorgde er ook voor dat in het museum een bepaalde sfeer hing. Zo waren wij het eerste museum in Nederland dat snoep ging verkopen.” Rita verkocht snoepjes en Piet leidde kinderen rond. Ik bemoeide mij er verder niet mee.”
Boeken Tijdens de jubileumbijeenkomst in de Bethelkerk lanceerde Jan Anderson een fraai boek over zijn museum en hemzelf. Het veelkleurige werk draagt de opvallende titel ‘Tegen de stroom in...’ en is een soort weerspiegeling in beeld en tekst van zijn lange museumcarrière. Volgens de jubilaris, in het voorwoord van het boek, was in het begin niet iedereen erg content met zijn manier van werken. “Ook het gemeentelijk apparaat was niet altijd even behulpzaam om ons op het goede spoor te zetten. De aanvraag voor een parkeervergunning voor ons depot in de Willem Beukelszoonstraat werd afgewezen, we moesten maar een bedrijfsvergunning van 160 euro aanvragen. En dat om twee keer per week wat materiaal aan of af te voeren.” Het boek Tegen de stroom in… is tot stand gekomen in eendrachtige samenwerking met onze ‘eigen’ Spilredacteur Hans Bakker. De eerste foto laat zien dat Jan reeds in 1959 in een zaaltje op de Hoogstraat als bestuurslid van de vereniging De Verzamelaar ruilbeurzen organiseerde. Er volgt dan in het boekwerk een gezellige reeks opnames van openingen van tentoonstellingen, bezoeken van uiteenlopende personen en van de activiteiten buiten zijn museum aan de Kethelweg. Jan Anderson nadert de leeftijd der sterken, maar vertoont nog niet de tekenen van iemand die zijn werkzaamheden aan het afbou-
wen is. Gewoon doorgaan is zijn credo. Sterker, wie presenteert twee boeken in zeer korte tijd? Immers, naast het jubileumboek verscheen er enkele weken daarvoor, in de boekenserie van het Streekmuseum ‘van ‘t Oft naar ‘t Oofd’, een ander leuk boek, getiteld ‘Delta Hotel, Schouwburg van de wereldscheepvaart’, samengesteld door de museumdirecteur en Aad den
Jubileumboek 40 jaar Streekmuseum. Foto Hans Bakker.
Hoedt. Naast de vele foto’s vertellen de schrijvers het verhaal van het bekende hotel, dat dit jaar 60 jaar bestaat. Uiteraard komt de grote brand aan de orde, die in juni 2001 in de keuken ontstond en het gebouw teisterde. Een grote verbouwing was het gevolg, waardoor er meer ruimte ontstond, onder andere met de komst van 54 nieuwe kamers. Voorlopig zullen de namen Jan Anderson en Streekmuseum nog wel door het Vlaardingse klinken. Mensen brengen spullen, lenen voorwerpen, vragen om informatie, bekijken zijn tentoonstellingen. Kinderen zijn stil als hij vertelt over de oorlogen. Hij legt vast, combineert en lijkt onvermoeibaar. Goed gedaan Jan. Ga zo door, samen met Museum Vlaardingen de toekomst in. Bovengenoemde boeken zijn in het Streekmuseum en de boekhandel verkrijgbaar.
13
Eén van de eerste exposities in 1959, over de oorlog in de meidagen van 1940.
Gluren bij de buren Bert Otto. In deze rubriek wil ik onder het motto ’Gluren bij de buren’ enkele andere musea onder de aandacht van onze lezers brengen. Zowel als museum als vanwege de huidige exposities verdienen zij ten volle een bezoek. Nadat u Museum Vlaardingen heeft bezocht en daar de gerestaureerde Mesdag weer heeft gezien, is het aan te bevelen om de expositie ‘Holland op z’n mooist’ te bezoeken.
Holland op z’n mooist
14
Onder de titel ‘Holland op z’n mooist’ werken het Dordrechts Museum en het Gemeentemuseum Den Haag samen aan twee tentoonstellingen die naadloos op elkaar aansluiten en samen het complete verhaal van de Haagse School vertellen. In Dordrecht gaat het over het begin van de Haagse School en in Den Haag komt de latere periode aan bod. Weissenbruch, Mesdag, Gabriëls, Mauve en andere schilders van de Haagse School trokken eropuit en wisten het Nederlandse landschap op pakkende wijze vast te leggen. Zo pakkend zelfs, dat hun iconische taferelen de Nederlandse identiteit tot op de dag van vandaag bepalen. Ze schilderden Nederland op zijn mooist, met grazende koeien, molens en frisse wolkenpartijen. Daarbij worden verhalen verteld over de betekenis van en de veranderingen in het Hollandse landschap. De opkomst
van de Haagse School hangt samen met de toenemende waardering van de natuur in eigen land. Deze tentoonstellingen zijn gelijktijdig in het Gemeentemuseum Den Haag en in Dordrechts Museum. Openingstijden: Gemeentemuseum Den Haag: tot 30 augustus 2015 Dordrechts Museum: tot 6 september 2015. Bron: Gemeentemuseum Den Haag en Dordrechts Museum.
Strand bij Scheveningen’ Johan Hendrik Weissenbruch.
Het wad en zijn vissers Met onregelmatige tussenpozen geven de Leeuwarder Courant en het Fries Museum opdracht aan een gerenommeerd fotograaf om zijn of haar visie op Friesland te geven. Deze keer kreeg Kadir van Lohuizen de opdracht. Kadir heeft talrijke reportages in verre buitenlanden gemaakt en kijkt nu met ogen die de hele wereld hebben gezien naar Friesland. Het thema is ‘het wad en zijn vissers’. De Waddenzee staat sinds 2009 op de Werelderfgoedlijst. Dit onderstreept hoe uniek het gebied is. Hier komen mens en natuur samen en soms in botsing. De vissers vinden er hun broodwinning, maar ook natuurbehoud is in hun belang, vinden velen. Van Lohuizen koos voor het Friese wad en de vissers en dat om verschillende redenen. Hij is geïntrigeerd door de garnalenkotters, het vissen, de netten in de geulen. Daarbij vindt de fotograaf de Waddenzee een bijzonder fotogeniek gebied. Van Lohuizen voer in de zomer en winter van 2014 met zijn woonschip in het kielzog van vissers op de Waddenzee, fotografeerde,
filmde en sprak met de vissersmannen en -vrouwen van het wad. Openingstijd: tot 30 augustus 2015 Bron: Fries Museum
Dennis Ruyg van garnalenkotter TS2 op het wad. Foto Kadir van Lohuizen.
Het nieuwe
VVV-agentschap Vlaardingen Annemarie Pothaar.
Foto Annemarie Pothaar.
Sinds 1 mei is het VVV-agentschap, samen met de museumwinkel, geopend aan de Westhavenkade 56, de nieuwe bezoekersingang van Museum Vlaardingen. Echte blikvangers zijn de karakteristieke voorpui, een spannende opengewerkte keldervloer met glazen afdekplaat en het speciaal voor de entree ontworpen meubilair van Wilma Kuil en Houdijk Architecten. De museumwinkel en het VVV-agentschap zijn tijdens de openingstijden van het museum geopend. Vanaf 20 juni is dit op dinsdag, woensdag en donderdag van 10 tot 17 uur, vrijdag van 10 tot 21 uur en zaterdag, zondag en feestdagen van 12 tot 17 uur. Het museum is gesloten op maandagen en op eerste paasdag, eerste pinksterdag, eerste kerstdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag en nieuwjaarsdag.
In de museumwinkel tref je naast literatuur, kleine cadeautjes en souvenirs ook een selectie Made in Vlaardingen!-producten. Deze zijn gemaakt door plaatselijke (o.a. culinaire) creatievelingen en hebben een ‘eigenzinnige’ band met de stad. Op de speciale oproep voor deze producten heeft zich bijvoorbeeld Netty Roelofs gemeld met haar Schotse Hooglanders, geïnspireerd op de dieren in de Broekpolder. Wie volgt en wil ook zijn of haar zelfbedachte producten aanbieden via onze winkel? Meld je bij ons met je eigen streek- en Made in Vlaardingen!-producten en samen bekijken we of jouw product in het assortiment van de museumwinkel kan worden opgenomen. Zo vinden bezoekers straks in het museum niet alleen de geschiedenis van de stad, maar in de winkel ook de bijzondere voortbrengselen van de stad en helpt de VVV ze verder om de omgeving te ontdekken en te beleven! Meld je aan bij Leoni van der Burg via 010-4346666 of via
[email protected]
15
’t Schot is te boord Bert Otto. Het verschijnen van deze Spil valt bijna samen met de opening van ‘ons’ Museum Vlaardingen. Eindelijk is het zo ver. Straks gaan de deuren open en kan de ‘vangst’ van bezoekers gaan beginnen, of zoals de haringvissers vroeger zeiden: ’t Schot is te boord.
16
Vele Vrienden hebben al diverse malen een preview gehad en de reacties waren zeer enthousiast. Je hoorde opmerkingen van “wat mooi, die integratie van oud en nieuw” tot het “architectenbureau Houdijk moeten wij nomineren voor de jaarlijkse architectenprijs”. Tussen de situatie bij de eerste bezichtigingen en de toestand bij oplevering nu is er een wereld van verschil te zien. Sinds 1 mei is het VVV- kantoor gevestigd in het museumgebouw en kan eenieder een eerste indruk krijgen van de moderne museumwinkel. Er is hard aan getrokken om dit museum van de grond te krijgen; vele plannen en ideeën zijn er gepresenteerd en nu, na vijftien jaar is het zover. De Raad van Toezicht onder leiding van Jaap Hoogendijk heeft met veel volharding dit resultaat bereikt; de serieuze aanzetten werden gegeven door Eric Boele, Siem van der Marel, Arnoud van Aalst en de huidige directeur Mark van Hattem en zijn team. Als Vrienden hebben wij het voornemen het ‘nieuwe’ museum overal waar nodig en mogelijk te blijven ondersteunen. In de afgelopen periode hebben wij enkele aankopen mede mogelijk gemaakt en een substantiële financiële bijdrage geleverd aan de restauratie van de haringsjees. En nu wij willen naar binnen en dat kan dan ook in de maand juni. Deze maand staat volop in het teken van de opening van het museum en de Vriendenactiviteiten. Zie voor meer info de bijdrage van John Boere elders in deze Spil.
Zoals u ongetwijfeld bekend is, staat de afgelopen jaren zowel landelijk als plaatselijk het culturele leven onder druk, onder andere door een zich terugtrekkende overheid, met als gevolg minder subsidie, sluiting van theaters, musea etc. Aangezien een bruisend cultureel leven in een stad als Vlaardingen zeer belangrijk is voor zowel de huidige als de toekomstige bewoners, mag cultuur niet ergens ‘weggestopt‘ worden. Museum Vlaardingen, Kade 40, de Stadsgehoorzaal, de Kroepoekfabriek en talloze niet genoemde instellingen zijn onmisbaar voor onze stad. Na een drietal oriënterende gesprekken is op 21 april jongstleden door een aantal organisaties de Maatschappelijke Kring Vlaardingen (MKV) opgericht, met als doel meer samenwerking te zoeken en kennis te delen. Het thema van de oprichtingsavond was dan ook ‘Halen en Brengen’. In de komende weken gaat men een bestuur samenstellen en de eerste 30 participanten hebben zich al aangesloten bij de MKV in oprichting. Ons bestuur volgt dit initiatief met meer dan gemiddelde belangstelling.
Horloge familie De Jong van Heyst. Foto Hans Bakker.
Op 24 april bestond de partner van Museum Vlaardingen, het streekmuseum Jan Anderson, 40 jaar. Op een zeer druk bezochte receptie werd het boek ‘40 jaar Streekmuseum Tegen de stroom in…’ gepresenteerd. Namens de Vrienden hebben we een donatie overgemaakt t.b.v. de aankoop van een uurwerk, afkomstig van de familie De Jong van Heyst. Graag wil ik de nieuwe ‘gasten’ (actief bij o.a het VLAK, Helinium en de VVV) in het Museum welkom heten en hun vragen om Vriend van het Museum Vlaardingen te worden, zodat wij nog meer kunnen betekenen voor het Museum. In de laatst gehouden ALV van de Vrienden zijn er enkele aantrekkelijke vormen van Vriendenlidmaatschap geïntroduceerd. Nu is er de kans om voor een aantrekkelijke prijs Vriend te worden. Zie de toelichting elders in deze Spil en kom voor onze speciale openingsaanbiedingen naar het Museum. Tot ziens in ons nieuwe Museum.
Groepsfoto tijdens de oprichtings bijeenkomst van de Maatschappelijke Kring Vlaardingen. Foto Renske Verbeek.
Algemene ledenvergadering, 23 april 2015. Foto John Boere.
Introductie nieuwe lidmaatschappen 2016
Bert Otto
Op de algemene ledenvergadering van 23 april 2015 zijn de leden akkoord gegaan met het voorstel van het bestuur om de contributie jaarlijks aan te passen en drie nieuwe soorten lidmaatschap in te voeren. De afgelopen jaren is de contributie om de twee jaar aangepast en in 2020 willen wij de contributie brengen op € 25 euro per jaar. Vanaf 2016 voeren wij de verhoging stapsgewijs in. Dat komt neer op een jaarlijkse verhoging van € 1,50. De reden hiervoor is dat wij als Vrienden een aantal dingen in stand willen houden en daarnaast een aantal zaken willen faciliteren. Wij willen de Joon als ontmoetingsplek voor de Vrienden gaan gebruiken en de hoogwaardige kwaliteit van ons Magazine de Spil willen wij behouden. Daarnaast willen wij het museum conform
onze statuten ook financieel blijven ondersteunen bij onder meer het verwerven van objecten. Voor al deze zaken is geld nodig. Voor ons als Vrienden is het ook belangrijk dat wij de tentoonstellingen in het museum kunnen bezoeken . Voor 2015 hebben wij de oude regeling kunnen continueren en blijven wij vrij toegang houden tot het museum, samen met een introducé(e). Voor 2016 is er een nieuwe regeling afgesproken. Op vertoon van hun lidmaatschapskaart hebben Vrienden vrij toegang, maar het bestuur van de Vrienden betaalt voor ieder bezoek van een Vriend een vergoeding van ± 40% van de geldende toegangsprijs aan het museum. Na het eerste halfjaar bekijken wij het resultaat. Wij gaan ervan uit dat wij deze faciliteit in heel 2016 kunnen blijven bieden. Begin 2017 bekijken wij dan het resultaat over heel 2016 en komen
indien nodig in de ALV 2017 naar u toe om het huidige voorstel te continueren of om het aan te passen. Verder is afgesproken dat er in 2016 per lidmaatschapskaart één introducé(e) toegang heeft tegen een tarief van 50% van de voor de betrokken persoon geldende entreeprijs. Verder hebben wij drie nieuwe soorten lidmaatschappen geïntroduceerd: • jeugdlid Vriend, • gezinslid Vriend • gezinslid Vriend plus Uw lidmaatschapskaart 2015 kunt u afhalen bij de informatiebalie van het museum.
Vriendenlidmaatschap 2016 Jaar
2015 2016 2017 2018 2019 2020
Soort lidmaatschap Jeugdlid t/m 18 jaar
n.v.t.
€ 12,00
€ 13,00
€ 14,00
€ 15,00
€ 16,00
€ 17,50
€ 19,00
€ 20,50
€ 22,00
€ 23,50
€ 25,00
Gezinslid vriend
n.v.t
€ 36,00
€ 37,00
€ 38,00
€ 39,00
€ 40,00
Gezinslid plus
n.v.t.
€ 45,00
€ 47,50
€ 50,00
€ 52,50
€ 55,00
Vrienden lid
Vrienden lid = Vrij entree museum, 50% korting voor één introducé(e), Magazine de Spil, lezingen en films. Jeugdlid = Idem als Vrienden lid , geen introducé(e). Gezinslid Vriend = Idem als Vrienden lid, 2 volwassen personen gratis entree, geen introducé(e), correspondentie 1 maal op hetzelfde adres Gezinslid plus = Idem als Vrienden lid, 2 volwassen personen, en 2 personen t/m 18 jr. gratis entree
17
Hoogendijkprijs naar Katwijker Frans Assenberg
De Hoogendijkprijs 2014 is gewonnen door dr. L. de Vink uit Leiden. Hij schreef een belangwekkend boek over het leven op een bomschuit. De aanleiding daartoe was de vondst van een manuscript in de kluis van de Leidse Universiteits Bibliotheek. Dat lag er al een aantal eeuwen totdat bibliotheekmedewerker Leendert de Vink er lucht van kreeg. Hij maakte er een boek van dat de titel kreeg ‘Aan boord van een Katwijkse bomschuit in de achttiende eeuw’.
18
Familie Hoogendijk.
Verrassing De Vink: “Het is het enige en oudste handschrift van een bomschuitschipper uit de 18e eeuw voor zover bekend.” Hij deed er onderzoek naar en zijn werkstuk was voor de jury van de Hoogendijkprijs aanleiding hem deze niet geringe eer, het winnen van de prijs 2014, te gunnen. Het was voor Leendert de Vink een verrassing: “Ik ben er wel verguld mee en het is ook een erkenning voor mij. Het boek gaat over de visserij in de 18e eeuw. Er wordt gevaren met een vroeg model bomschuit. Het is een ‘missing link’ in de visserijhistorie, waarover we nog
niets wisten. Door het handschrift te onderzoeken is dit tevoorschijn gekomen.” Volgens De Vink vertelt Van der Plas in het manuscript heel nauwgezet hoe er op zee werd gevist met de bomschuit. Dat was een schip met een plompe voorkant en een vlakke bodem, waardoor de schuit het strand op kon schuiven geholpen door paarden; het schip was bedoeld voor kustplaatsen zonder haven, zoals Katwijk. Verhalen De Vink, die in 2004 promoveerde op het Katwijks dialect, legt uit hoe bijzonder het handschrift is. “Het Katwijks is het enige dialect langs de kust dat nog compleet bewaard is met heel veel bijzonderheden in grammatica, zinsbouw, verkleinwoorden en eigen taalregels,.” Het manuscript bevat twee verhalen over visserstochten. Eén voor de Engelse kust, waar met de vleet, een lang drijvend visnet, haring werd gevangen en één voor de Hollandse kust, waar gevist werd met een schrobnet, een zakvormig net dat over de bodem sleept. Juryrapport Prof. dr. Henk den Heijer is voorzitter van de jury. In zijn speech gaf hij aan “dat het handschrift van Leendert van der Plas het ten volle verdiende hertaald en geduid te worden. Het betekent een waardevolle aanvulling op onze kennis van de Nederlandse visserijpraktijk en -cultuur en de wijze waarop dit nu bezorgd is verdient alle
‘Ik ben er wel verguld mee’ lof. Zowel wat de transcriptie als hertaling en verklarende teksten betreft, maar ook de uitvoering ziet er aantrekkelijk uit.” Den Heijer vond wel dat de samensteller meer naar 18e-eeuws illustratiemateriaal had moeten zoeken. “Er zitten verschillende foto’s van vroeg 20eeeuwse bommen bij die beduidend forser en massiever waren dan hun 18e-eeuwse voorgangers. Voor de kenner en liefhebber biedt dit boek veel inzichten en vooral ook veel leesplezier.” De prijs De Hoogendijkprijs is vernoemd naar de Vlaardingse firma Hoogendijk, die sinds het midden van de 18eeeuw actief is in de visserij en vishandel en bovendien hoofdsponsor van de prijs, die bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag. In aanmerking komen zelfstandige publicaties of artikelen, die in de afgelopen twee jaren
Leendert de Vink
Lintje voor Tom de Koning Bert Otto.
zijn verschenen of langdurige reeksen en/of oeuvres betreffende de geschiedenis van de Nederlandse (zee) visserij. De prijs werd op 6 maart 2015 uitgereikt aan De Vink. Om de twee jaar reikt de Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen de Hoogendijkprijs uit aan één of meer auteurs. Aan boord van een Katwijkse bomschuit in de achttiende eeuw. Het handschrift van schipper Leendert Buijsertszoon van der Plas. Hertaald door Leendert de Vink, met medewerking van Korrie Korevaart en Jaap van der Marel en met illustraties van Bert van der Meij. Leiden, 2012. Uitgever: Primavera Pers. ISBN: 978-90-5997-128-8. Prijs: €17,50.
Leendert de Vink tijdens zijn dankwoord.
Foto’s Hans Bakker.
Het heeft Z.M de Koning behaagd om op 24 april jongstleden Tom de Koning te benoemen tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. Velen van ons kennen Tom van het vele werk dat hij voor de Vereniging Vrienden van het Visserijmuseum/ Museum Vlaardingen onder meer als voorzitter heeft gedaan en nog doet als een van de kerngroepleden, Zijn sociale betrokkenheid uitte zich in de afgelopen 15 jaar ook in zijn vrijwilligerswerk voor de VVV Vlaardingen en de stichting Trots op Vlaardingen. Ook zijn eerdere inzet voor de scouting, de KRO, het personeel van Exxon en voor het Plaswijckpark mogen niet onvermeld blijven. Namens de Vrienden hebben wij Tom en Helen een prachtig bloemstuk aangeboden. Tom, van harte gefeliciteerd!
Foto’s Bert Otto.
19
Evenementen zoals het Vlaardingse Loggerfestival, als evenknie van bijvoorbeeld de Brandersfeesten 20
in Schiedam en de Furieade in Maassluis, drukken duidelijk de behoefte uit om vorm te geven aan een jaarlijks te houden stadsfeest met een eigen identiteit. Een stadsfeest voor Vlaardingers, georganiseerd door Vlaardingers… we kijken er elk jaar weer naar uit. Henk Brobbel Het Loggerfestival, als opvolger van het vroegere Haring & Bierfeest verschilt in zijn huidige vormgeving niet zo heel erg met de vroegere stadsfeesten. Natuurlijk is het maritieme accent dat teruggekomen is na de laatste editie van het Haring & Bierfeest een niet te verwaarlozen onderdeel van het scala aan activiteiten die in de stad, maar vooral rondom de havens zijn georganiseerd. Toch is, na enige jaren het Loggerfestival te hebben gevierd, hierin helaas geleidelijk een zekere verschraling zichtbaar geworden. Gebrek aan interesse, gepaard gaande met een ter plaatse verminderd maritiem bewustzijn? Misschien! Feestvieren doen we immers in hoofdzaak aan de wal, alle inspanningen van bijvoorbeeld de Reddingsmaatschappij, Zeeverkenners en Scouting ten spijt. Rederijen, particulieren en stichtingen van ’elders’, die ooit in groten getale met hun historische schepen de havens vulden, slaan in
HET LO
‘een vleugje toenemende mate de Vlaardingse havenmond over. Daarmee houdt het festival in zekere zin gelijke tred met de vroegere Vlaardingse vlaggetjesdagen. Want de ware ontstaansbron van ons stadsfeest vinden we in de haringvisserij, eertijds het hoofdmiddel van bestaan in Vlaardingen, een item dat goeddeels gemakshalve wordt vergeten. Het is hier begonnen met het opsieren van de haringvloot die zeilree klaarlag om in het late voorjaar aan een nieuwe haringteelt te beginnen. Nog altijd zijn gegevens over de vroegere vlaggetjesdagen uiterst summier. Wijlen Jan Borsboom ontdekte in 1989 tijdens de voorbereiding op de door de Vereniging Vrienden van het Visserijmuseum georganiseerde vlaggetjesdagtentoonstelling “Laat vlag en wimpel zwieren”, een gezangenbundel uit 1818 van een Vlaardings muziekgezelschap, waarin een passage over een ’oude’ vlaggetjesdag was opgenomen. Tot op heden bevat deze bundel de oudst bekende publicatie over vlaggetjesdagen in Vlaardingen. Aangenomen mag worden dat dit feest zeker in de Franse tijd (1795-1813, met voor de hand liggende onderbrekingen vanwege de oorlogstoestand), maar mogelijk al ver daarvoor in Vlaardingen werd gevierd. Het korte bestek van dit verslag laat een uitgebreide verhandeling over de ontwikkeling van de vroegere, aanvankelijk sober gehouden vlaggetjesdagen niet toe, maar het zijn vooral de vlaggetjesdagen van na
de Tweede Wereldoorlog die menige oudere Vlaardinger nog goed in het geheugen liggen. Dat waren de feesten die klonken als een klok. In een poging het imago van de haringvisserij op te vijzelen en het bedrijf beter onder de aandacht van het publiek te krijgen, werden er vanaf 1949 voor de start van de nieuwe ‘teelt’ talloze activiteiten georganiseerd, aangestuurd door het comité ’Vlaggetjesdag’ onder voorzitterschap van P. de Goede. Naast de vlaggende haringvloot, fris geschilderd gemeerd in de Koningin Wilhelminahaven, namen grote en middenstandsbedrijven, sportverenigingen, zangkoren, muziekkorpsen, padvinderij en toneelgezelschappen alle op hun specifieke terrein aan de feestelijkheden langs de havenkaden deel. Het werd gebruikelijk om een productschapswimpel te hijsen op de logger die in het vorige haringseizoen de beste kwaliteit haring had aangebracht. Ook werd er (tot 1960) een vlootrevue gehouden op de rivier. De loggervloot, die in 1949 uit 39 eenheden bestond, werd tijdens de avonden voorafgaand aan buisjesdag in de schijnwerpers gezet. Het evenement trok zeer veel belangstelling, ook van buiten
1965 in Vlaardingen niet meer gevierd. In mei 1971 kwam nog even een klein beetje van de sfeer van weleer terug, toen het nieuwe Visserijmuseum werd geopend door Prinses Beatrix en Prins Claus, die aan boord van het koninklijk jacht Piet Hein hun opwachting maakten in de Oude Haven, die verder gevuld was met versierde schepen en bootjes van allerlei slag. Ook in de Koningin Wilhelminahaven kon, ondanks de regenval, genoten worden van gepavoiseerde vaartuigen, waaronder de 6 eenheden tellende vertegenwoordiging van de in dat jaar uit nog 15 schepen bestaande Vlaardingse trawlervloot. Met het nodige aan ceremonieel werd op de VL 105 Elisabeth de productschapswimpel voor de beste aangevoerde kwaliteit haring gehesen, in Vlaardingen voor de allerlaatste keer. Nadat op ‘buisjesdag’ (een kort nieuwsitem op het NOS-tv-journaal waard) de schepen ter haringvisserij waren uitgevaren, trok men in Vlaardingen een definitieve streep onder een rijke traditie, weliswaar met een gouden rand, want de trawler VL 1 Ursinus had in dat jaar de eer na een spannend verlopen haringrace de eerste Hollandse nieuwe aan te voeren.
Linkerpagina: Vlaggetjesdag 1886. Foto Henri de Louw. Collectie Henk Brobbel.
OGGERFESTIVAL vlaggetjesdag’ de stad. Hiermee werd Vlaardingen als haringstad nummer één in de jaren vijftig nog ruimschoots op de kaart gezet, hoewel die grote haringroem, tezamen met het teruglopen van het aantal schepen geleidelijk begon te verbleken. In 1960 telde de Vlaardingse vloot naast 7 zijtrawlers nog 16 vleetloggers. De oude, seizoensgebonden stoom- en motorloggers werden tussen 1955 en 1965 geleidelijk vervangen door enige moderne motortrawlers. In 1962 vond de laatste feestelijke vlaggetjesdag plaats, waarin het accent speciaal op Vlaardingen was gelegd. De edities 1963 en 1964 gaven een verschraald beeld van een verdwijnende traditie, temeer omdat er geen festiviteiten meer werden georganiseerd. Vanaf 1963 werd in verband met de landelijk afnemende betekenis van de haringdrijfnetvisserij vlaggetjesdag in het vervolg officieel betiteld als ‘Dag van de Nederlandse Zeevisserij’, een benaming die echter nooit populair is geworden. In 1964 was er nog maar weinig belangstelling voor de mondjesmaat bevlagde vloot die startklaar lag voor het nieuwe haringseizoen. Het uitvaren van de laatste 9 loggers op buisjesdag genoot slechts de aandacht van in hoofdzaak direct betrokkenen en nam nog maar weinig tijd in beslag. De tot dan toe origineel gebleven vlaggetjes- en buisjesdag werd na het saneren van de loggervloot alsmede wegens gebrek aan particuliere initiatieven sinds
Aan vlaggetjesdag hebben velen zoals gezegd een onuitwisbare herinnering. Elders in het land heeft men deze benaming met graagte aangegrepen voor een eigen jaarfeest, al dan niet met een maritiem sausje. Voor Scheveningen en IJmuiden (de thuishaven van de Katwijkse vloot) was deze betiteling niet onterecht,
Buisjesdag 1958. Foto A.Th. de Koning. Collectie Henk Brobbel.
21
Vlaggetjesdag 1953. Collectie Henk Brobbel. 22
Vlaggetjesdag 1959. Foto W.C. den Breems.
maar de Scheveningse vlaggetjesdag is ook al tal van jaren niet veel meer dan een maritieme braderie. Visserijdagen op bijvoorbeeld Urk, in Den Oever, Zoutkamp en Breskens, vissersplaatsen waar gemakkelijk over ‘hun’ vlaggetjesdag wordt gesproken, hebben niets uit te staan met de jacht op haring en de onlosmakelijk daaraan verbonden traditie van Vlaardingse vlaggetjesen buisjesdagen. Ook de nieuwe haring is helaas geen echt Hollands product meer, maar vormt desondanks een welkom gegeven om ter wille van de lokale sfeer een zweem van historie in leven te houden, door de logger VL 92 Balder traditioneel met nieuwe haring de Oude Haven binnen te laten komen bij wijze van startsein voor ons Vlaardingse volksfeest. Op naar het volgende Loggerfestival!
Geraadpleegd bronmateriaal: A. Hoogendijk Jz.: De Grootvisscherij op de Noordzee. A.G. Ligthart: De Vlaardingers en hun haringvisserij. A. van Roon: Halen maar. Drukkerij van Dooren: Vlaardingse kroniek 1954 t/m 1971. M.P. Zuydgeest: Ziet vlag en wimpel zwieren en Het zout verzouten. Dorsman & Odé: Naamlijst Ned.Vissersvaartuigen 1949. Handelsmij. Nautilus NV: Naamlijst Ned. Visserijvaartuigen 1960. H. Brobbel: ’t Was Vlaggetjesdag (niet gepubliceerd verslag).
De Maand
van de Haring ONS ‘NIEUWE’ MUSEUM ‘De toekomst zal nooit meer hetzelfde zijn’ (Joop den Uyl). Het leven gaat verder, het leven gaat door. Le roi est mort, vive le roi! John Boere. Was u ook zo benieuwd naar het nieuwe museum? Was u ook zo nieuwsgierig waar bijvoorbeeld onze scheepsmodellen zouden staan? Kortom, keek u ook zo uit naar het resultaat, dat zeker ons aller bewondering zal verdienen? Vlaardingen, gefeliciteerd met dit nieuwe museum. Het museum waar onze geschiedenis een plek heeft gekregen. Het museum waar onze identiteit te zien is. Het museum waar niet alleen te zien, maar ook te horen en te voelen en misschien zelfs te ruiken is, dat de visserij een wezenlijk deel uitmaakt van onze stadshistorie. Het museum waar ons verleden levend wordt gehouden voor ons nageslacht. Om dit alles te vieren gaan we ook in onze festiviteiten terug naar de tijd van haring en bier.
Namens de Vrienden van Museum Vlaardingen en de Stichting Zeillogger Balder nodigen wij u uit om de Maand van de Haring met ons mee te vieren. Vrijdagavond 12 juni wordt bij de Visbank officieel het Loggerfestival geopend. 23
Vrijdag 12 en zaterdag 13 juni is er in de Joon de expositie ‘More to Sea’ van de kunstenaars Hans Bakker, Cees Eykelenboom, Aad Hoogendijk en Bert Otto. Zaterdag 13 juni wordt om 10.00 uur het Loggerfestival voortgezet met het Stadsontbijt. Later op de dag, treden op of rond de Balder Shanty’s op en is er een heus bluesfestival. De Vrienden van het Museum zijn weer present met een kraam met boeken en andere zaken. Ook kan deze dag de gerestaureerde haringlogger VL 92 Balder bezichtigd worden en is de Joon open. Zaterdag 20 juni vindt de officiële opening van ons vernieuwde Museum Vlaardingen plaats Op de kade presenteren zich de Vrienden van het Museum. Ook dan is er de mogelijkheid om de VL 92
Werk van Bert Otto en Hans Bakker. Balder te bezichtigen en is de Joon open. Zaterdag 27 juni wordt de jaarlijkse reünie gehouden van Vlaardingse (oud-) visserijmedewerkers, in de Joon aan de Westhavenkade, tegenover het Museum. De aanvang is om 11.00 uur en de beoogde eindtijd 14.00 uur. Er is dus volop tijd om een ‘harinkie te happen’ en een biertje te drinken.
Kom naar Vlaring voor de Maand van de Haring!
Naar Biberbunker en Droogdok Jan Blanken 24
Foto Droogdok Jan Blanken.
‘Er kunnen slechts 40 mensen mee’ De excursiecommissie Tom de Koning en Frans Assenberg Na een lange tijd van afwezigheid is de excursiecommissie weer terug van weggeweest. Zij heeft het plan opgevat om op 5 september met de Vrienden naar Oostvoorne en Hellevoetsluis te gaan. We vertrekken dan met een comfortabele touringcar vanaf Museum Vlaardingen aan de Westhavenkade om 9 uur ’s morgens en rijden naar Oostvoorne, waar we een bezoek zullen brengen aan de Biberbunker. De Biberbunker is binnen de Duitse verdedigingswerken in WOII een unieke nog bestaande bunker die destijds deel uitmaakte van de Biberstelling. Direct na de mislukte aanval op Engeland en de daaruit voortvloeiende toenemende bombardementen vanuit dat land, was het duidelijk dat de Duitsers nu ook defensief moesten gaan denken.
tauratie in 2005 is het dok nog steeds in bedrijf en worden er regelmatig schepen gedokt. Een bekwame gids zal ons er rondleiden. Behalve aan het interessante dok kunt u desgewenst een bezoek brengen aan een drietal schepen, te weten het museumschip de Buffel, het Lichtschip 12 Noordhinder en de mijnenveger Bernisse, of aan het Brandweermuseum, het Stadsmuseum en natuurlijk de prachtige Vesting met haar historische bolwerk. Meldt u dus snel aan! Er kunnen slechts 40 mensen mee op deze bijzondere reisdag. Dit in verband met de beperkte ruimte in de Biberbunker. U kunt u aanmelden via e-mail op het e-mailadres:
[email protected]. De kosten zijn 30 euro p.p. en u kunt in de bus betalen. Met gepast geld, dat weer wel. Oh ja, er is binnen de vesting ook nog een fraaie molen te bewonderen: korenmolen De Hoop. Nog even op een rij:
We drinken koffie en krijgen daarna een uitgebreide rondleiding. Na de bezichtiging van deze bijzondere bunker rijden we naar Hellevoetsluis, waar we een ‘eenvoudige doch voedzame’ lunch zullen nuttigen. Daarna brengen we een bezoek aan Droogdok Jan Blanken in Hellevoetsluis. Dit dok is het enige dubbele, stenen droogdok in Europa. Een uniek monument en nog volop in bedrijf. Hellevoetsluis is van oudsher een belangrijke haven geweest voor de schepen van de marine en de koopvaardij. Schepen kregen hier hun onderhoudsbeurt. Van 1802 tot 1825 realiseerde Jan Blanken hier zijn dubbele, stenen droogdok, met bijzondere elementen als de schipdeur en de aquaducten. Mede door zijn bijzondere constructie is het een uniek monument. Na een grondige res-
Datum : 5 september 2015 Tijd : 9 uur vertrek vanaf het museum aan de Westhavenkade Kosten : 30 euro per persoon, in de bus contant betalen Eerst naar : Oostvoorne, de Biberbunker Dan naar : Hellevoetsluis voor lunch en bezoek Droogdok Jan Blanken. Terug : omstreeks 16:00 uur en ongeveer drie kwartier later weer in Vlaardingen Wij wensen u een mooie en leerzame dag.
TING
r e d l a B e d n a v Toen wij op 18 mei 2010 de Stichting Zeillogger Balder hadden opgericht, was het voornemen om de restauratie van de Balder in 2012 geheel te hebben afgerond. In dit jaar zou het 100 jaar geleden zijn dat de Balder te water werd gelaten. Een nobel streven, maar er is qua timing niets van terecht gekomen.
Van de voorzitter Henk van Beek De Stichting bestaat inmiddels vijf jaar en we zijn nog niet klaar, maar het belangrijkste deel van het project ligt achter ons. In de eerste jaren waren het voornamelijk de financiën die de voortgang beperkten. Ook het opstellen van de specificatie, in scheepstermen het bestek genoemd, had meer tijd nodig dan verwacht. De definitieve besluitvorming aangaande de restauratie c.q. nieuwbouw van het museum speelde hierbij ook een rol. Een Balder zonder museum was niet iets waar wij gelukkig van werden. Gelukkig kon eind 2013 een belangrijke stap worden gezet, het schip ging naar de werf en is, zoals we kunnen waarnemen, na ruim een jaar weer in de Vlaardingse haven teruggekeerd. Gelukkig zijn wij, zoals was te verwachten, nu in rustiger vaarwater terecht gekomen. Dit betekent geenszins dat het schip nu langs de kant ligt te wachten op de dingen die komen gaan. Uiteraard was het voor de vrijwilligers even wennen na ruim een jaar zonder de Balder voor de kade. Nu we inmiddels vier maanden verder zijn, zit de gang er weer goed in. Aan boord is niet alleen het werk aan dek, maar zeker ook onderdeks zichtbaar aan het worden. Op het moment dat de Balder de haven binnenvoer, was er toch enig commentaar dat het wel een jacht leek. Daarop waren we aan de ene kant wel trots, maar in vergelijking met het oude gebreeuwde dek was er een significant verschil. Het dek begint nu langzaam iets donkerder te worden en dat zal nog wel even doorgaan. Veel waardering voor het resultaat in algemene zin is er nog steeds. Soms hoor je wel eens dat het gemakkelijk is met zo’n
enorme pot geld dit resultaat te bereiken. Echter, er zijn in Nederland en daarbuiten heel veel projecten die ook een pot geld tot hun beschikking hadden, maar nu geen afgebouwd schip en wel een lege kas hebben. Dat wij op bepaalde momenten de goede besluiten hebben genomen, is enerzijds een gevolg van de gedegen voorbereiding, maar anderzijds ook van het gebruiken van de juiste vakkennis waarover wij konden beschikken. Uiteraard zijn ook wij trots op het resultaat dat de werf heeft geleverd, maar zeker ook op wat onze vrijwilligers aan het geheel hebben bijgedragen. Op dit moment wordt er iedere donderdag door de vrijwilligers met veel inzet en vakmanschap gewerkt. In deze fase moet er aan dek, maar vooral ook in het schip, nog veel werk worden verzet. Uiteraard blijft het ook nu nog steeds belangrijk dat de hiermee gemoeide financiën binnen het hiervoor beschikbare budget blijven. Voor ons rest er nog een belangrijke beslissing betreffende het restaureren van de sloep. De sloep staat nog steeds bij de firma Hop te drogen. Het beschikbare budget om een totale restauratie uit te voeren is er momenteel niet en dus kijken wij naar een tussenvariant, waarbij de sloep zover wordt opgeknapt dat deze kan worden teruggeplaatst op haar oude plek en voldoende is geconserveerd om nog een leven lang mee te gaan. Ook moet de Balder na het verkrijgen van een voorlopig certificaat nog voor de volledige certificering worden aangeboden. Dit betekent dat de zeilen erop moeten en ook een stabiliteitsproef met goed gevolg moet zijn afgelegd. Alles bij elkaar nog werk genoeg voor bestuur en vrijwilligers.
Rob Kempers en Aad Noels brengen de isolatie aan. Foto Hans Bakker.
25
In memoriam Dick Bos
Op 20 april jl. hing de vlag op de Balder halfstok ter nagedachtenis aan Dick Bos, die op 70-jarige leeftijd was overleden. 26
Ongeveer drie jaar geleden meldde Dick zich als vrijwilliger bij de Stichting Zeillogger Balder. Op dat moment waren we bezig met de voorbereiding van een grootschalige en financieel zeer omvangrijke restauratie van onze 100 jaar oude zeillogger. Al spoedig bleek dat Dick de technische kennis in huis had waar wij op dat moment behoefte aan hadden. Vanaf dat moment werd Dick een van ons. Het opzetten van de specificatie en het selecteren van de juiste werf waren de aandachtspunten van dat moment. Toen in december 2013 de Balder naar de werf ging, toonde Dick zich bereid als projectleider daar de restauratie te begeleiden. Eerst één dag, later twee en in vele gevallen drie dagen per week was hij er te vinden.
Toen pas werd duidelijk dat Dick niet alleen technische vaardigheden in huis had, maar dat hij ook de mensen waarmee hij moest werken op de juiste wijze kon benaderen. Of het nu de commerciële verstandhouding met de werf, de omgang met de vrijwilligers of de verantwoording aan het bestuur betrof. Nooit kwaad, wel eens teleurgesteld en verbaasd als iets niet ging zoals hij verwachtte, maar altijd weer wist hij het juiste compromis te vinden. Twee maanden voordat de restauratie zou zijn voltooid, werden wij geconfronteerd met de eerste gezondheidsproblemen van Dick. Uiteraard was iedereen blij dat hij na enige weken afwezigheid weer op de werf werd gesignaleerd. Op 24 januari van dit jaar, de dag dat de Balder feestelijk in de thuishaven werd binnengehaald, was Dick er weer bij. Trots en met een stralende blik reagerend op de complimenten over hoe het schip er uit zag. Een resultaat waaraan hij een belangrijke bijdrage had geleverd. Enige weken later hoorden wij van weer een ziekenhuisopname. Toen wisten we het zeker: zoals Dick zich heeft ingezet voor de Balder, zal hij dat nooit meer kunnen. Op 20 april, tijdens een drukbezochte uitvaartbijeenkomst, bleek duidelijk dat de Balder voor Dick nog meer heeft betekend dan wij dachten. De rouwkaart, foto’s en schilderijen, alles stond in het teken van de Balder. Wij zijn Dick veel dank verschuldigd en zullen hem in gedachten houden. Namens bestuur en vrijwilligers van de SZB, Henk van Beek, voorzitter.
EERBIED VOOR DE BALDER Henk Ravensbergen Had je het in het verleden over inwoners van Vlaardingen dan had je het over ‘haringkoppen’. Zei je ‘haringkoppen’, dan dacht je aan haringloggers. Zei je ‘haringloggers’ dan bedoelde je zeilloggers en één ervan was de ‘VL 92 Balder’, gebouwd in 1912. Als je het had over de bemanning van die zeilloggers, dan sprak je over de ‘maten’. De maten aan boord die zich bezig hielden met het boven water krijgen van de ‘maatjes’ haring (een verbastering van ‘maagdelijke’ haring, de jonge haring, waarvan de hom of kuit nog niet ontwikkeld was en die derhalve puik smaakte). Bij De Vlaerdingse maatjes moeten we dus niet denken aan jonge harinkjes, maar aan (oude) haringvissers. Weliswaar hebben ze de glorietijd van de VL92 Balder net niet meegemaakt, maar ze beleven het oude vissersgevoel. De Vlaerdingse maatjes houden deze tijd in ere. Bij de presentaties dragen onze ‘meiden’ de authentieke Vlaardingse klederdracht van vissersvrouwen uit het Baldertijdperk.
27 Wij als shantykoor De Vlaerdingse maatjes proberen de sfeer op te wekken uit die tijd en dit gevoel over te brengen op onze toehoorders. Daarom zijn we er ook zo groos op dat onze statiefoto 2015 weer gemaakt mocht worden aan boord van de Balder. Met gepaste vrees en toch ook wel met enige afgunst, betraden de maatjes op 21 april jongstleden de Balder. Meestal hebben ze het hoogste woord als het over de historie van de Vlaardingse visserij gaat, maar nu moesten ze toch echt hun meerdere erkennen in het drijvende symbool van de echte Vlaardingse visserijgeschiedenis. Meer dan een eeuw geschiedenis lag hier aan en even later onder hun voeten. Deze boot had van alles meegemaakt, maar aan het eind van haar werkzame leven was zij gered van de sloop. Generaties Vlaardingers heeft zij aan boord gehad. Eerst de beroepsmatige visserslui en nu de vrijwilligers, als bewakers van ons cultureel erfgoed en ook, zoals wij, bezoekers die de VL92 Balder hebben uitgekozen als achtergrond voor een statiefoto, om de link met de Vlaardingse visserij te bestendigen. Volgend jaar weer?
bied r e e t e m n e sprek s e j t a a m e s er g n ld i a d B r e e a l d V r e e v D st o n u g f a e j t e e en een b
Foto Antony van Gelder.
De BALDER weer terug
28
Jan Huis.
Na de uitgebreide rapportage in het februarinummer van de Spil over het wel en wee van onze eigen VL 92 gedurende haar succesvolle restauratie aan de werf in Delft, waarin geen technisch detail onbeschreven is gelaten, en na de koude maar voorspoedige thuisreis, blijven wij u op de hoogte houden van de verdere gang van zaken, want… het is nog niet gedaan, de klus is nog niet af!
BALDER AGENDA 13 juni Opendag Balder, Museumkade Vlaardingen. 4, 5 en 6 september Wereldhavendagen Maritiem Museum Rotterdam.
Onze zeer gewaardeerde vrijwilligers konden niet wachten tot de Balder weer op haar oude vertrouwde plek voor de kant lag en zij zijn inmiddels dolenthousiast aan de slag gegaan om er weer een volledig uitgeruste en ‘leefbare‘ haringlogger van te maken, die elke toets van kritiek kan doorstaan. Elke donderdag, de bekende ‘Balderiaanse’ vrijwilligersdag, wordt er gemeten, gezaagd, gesleept, gelast, gesjouwd, geboord, getimmerd, gemonteerd, gelijmd, gehesen en gevierd. Deze laatste twee inspanningen moet u overigens niet zien in het licht van een soort loggerfestival, maar zuiver ambachtelijk. Aan dek en ook onderdeks gonst het van de activiteiten, waarbij werklust, vakkennis en ervaring er vanaf spatten. Er wordt druk gependeld tussen de werkzolder en het schip, voor en met van alles en nog wat. Het aantal vrijwilligers groeit gestaag, het koffiezetapparaat maakt overuren en en het traditionele vis halen
rond het middaguur is een hele klus geworden, waarbij getracht wordt een iegelijk te bezorgen wat hij heeft besteld. De handen worden flink uit de mouwen gestoken, maar gelukkig wordt
en hoe nu verder... Linksboven: Duidelijk is te zien dat de Balder ver van de kade af ligt.
er, ondanks dat het werken aan ‘de oude dame’ een zeer serieuze aangelegenheid is, ook veel gelachen en heerst er een ontspannen sfeer, zoals dat hoort bij vrijwilligerswerk. Wat nog het meest opvalt, is dat er uitgebreid wordt gediscussieerd (want praten kunnen ze, de mannen) over de juiste oplossing voor een technisch probleem, over wat de beste keuze is voor materiaal dat moet worden aangeschaft, of over hoe één en ander uitgevoerd dient te worden, zodat het ‘werkt’, met een sterk gevoel voor authenticiteit. Het getuigt van een grote betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel, maar vooral van veel liefde voor de Balder. Om deze discussies in de hand te houden en om enige structuur in de nog uit te voeren werkzaamheden te verkrijgen en een planning te kunnen maken, is een werkschema ontwikkeld dat elke veertien dagen doorgesproken en bijgewerkt wordt door de voormannen van de verschillende disciplines en mensen uit het bestuur. Dit werkschema schept duidelijkheid in wie wat doet, wie
Linksmidden: Piet Maat op de werkzolder aan de zaagmachine. Hiernaast: Kees Westerdijk werkzaam in het ruim. Foto’s Hans Bakker.
verantwoordelijk is, wat er aan materiaal moet worden geleverd, zodat dit op tijd aanwezig is, hoe de volgorde van de diverse werkzaamheden is en wat de geschatte kosten zijn. Nadat we de renovatie aan de werf financieel goed zijn doorgekomen, willen we te allen tijde voorkomen dat we in deze afwerkfase alsnog het schip in dreigen te gaan, doordat we dingen hebben gemist of doordat het domweg gewoon tegenzit. Rest de vraag ‘Wat moet er nu eigenlijk nog worden gedaan?’
De Balder moet op veilige wijze toegankelijk worden gemaakt voor zowel de eigen bemanning als voor bezoekers. De bevestiging van onze nieuwe loopplank zal worden aangepast en aan weerszijden van de plank zullen afschermingen worden aangebracht die moeten voorkomen dat er iemand tussen wal en schip kan vallen. Het zal opgevallen zijn dat de Balder verder van de kant af ligt. Het aanbrengen van fenders, die het schip op afstand houden, is bewust gedaan om zoveel mogelijk ongewenst bezoek te
29
Drie vrijwilligers achter de Balder, Aad Noels, Kees Westerdijk en Jan Tump. Foto Jan Huis.
verhinderen. Ook is ervoor gezorgd dat bij onbemand voor de kant liggen de boel hermetisch op slot zit. Aan dek wordt door onze bekwame timmerlieden druk gewerkt aan het wederom aanbrengen van de krebben en geleiderollen. Verrot hout wordt hierbij vervangen en constructies worden licht aangepast in verband met het nieuwe dek. De speciale ‘Pot-kluis’ in de verschansing van het voorschip aan stuurboord wordt vernieuwd. Op dit moment wordt het plan voor een indeling van het ruim nader uitgewerkt. Omdat dit ruim een hoofdfunctie zal gaan vervul-
‘…want praten kunnen ze, de mannen’
worden aangebracht. Uiteindelijk zal op de bestaande werkvloer nog een definitieve vloer komen. Ook het vooronder, de meest indrukwekkende ruimte van het
30
len in het kader van de Balder als museumschip, zullen te exposeren onderdelen, een toilet, een kleine pantry en opslagruimten een plaats moeten krijgen. Ventilatie, elektra, watervoorziening en afvoeren dienen hierop te worden aangepast. Terwijl voor in het ruim de 13 ton stalen ballast wordt opgesloten om verschuiving bij scheefliggend schip tegen te gaan, is in het achterste gedeelte een begin gemaakt met het aanbrengen van de brandisolatie op het machinekamerschot. Het gehele ruim, zo’n 220 m2, zal verder thermisch geïsoleerd worden met 75 mm dik steenwol. Hierna zullen scheepshuid en schotten worden betimmerd en zal een plafond
schip, omdat dit nagenoeg het meest authentiek is gebleven, wordt eerst geïsoleerd, voordat de betimmering weer wordt aangebracht. Kachel en fornuis moeten worden teruggezet en de ruimte moet verder worden ingericht. Tientallen meters elektriciteitskabel moet in het schip worden geïnstalleerd en verlichtingsornamenten, wandcontactdozen en diverse installaties moeten op vakkundige wijze worden aangesloten, een omvangrijke uitdaging voor onze getalenteerde elektricien. Het anker is provisorisch opgehangen aan de davit, maar is nog niet presenteerbaar. Er wordt naarstig gezocht naar een bevredigende
ophanging en een oplossing om het anker op een min of meer eenvoudige maar betrouwbare manier weer thuis te krijgen. In de machinekamer worden de vloerplaten weer aangebracht en zal een luchtcompressor met vat worden geïnstalleerd, waarop de ‘stoom’spil weer kan draaien en zo beschikbaar is voor het hijsen der zeilen of het binnenhalen van het anker. De sloep wordt na reparatie teruggeplaatst en ook de zeilen moeten nog worden aangebracht. Er is een voorlopige stabiliteitsberekening gemaakt en binnen afzienbare tijd zal de bijbehorende hellingproef worden uitgevoerd. Ten slotte zal er voor het verkrijgen van een Binnenvaart Communautair Certificaat nog een veiligheidsinspectie en een proefvaart worden gehouden onder toezicht van Register Holland. Er is dus nog genoeg te doen, maar we hebben er alle vertrouwen in dat we straks een fiere Balder hebben varen, een graag geziene gast bij evenementen en de trots van de haven van Vlaardingen, met bijzondere dank aan al onze vrijwilligers ! Toen we aan de restauratie begonnen gingen er wel eens stemmen op om de Balder maar te slopen en goedkoop ergens een replica te laten bouwen. Blij dat we niet hebben geluisterd!
Informatie van en over de Vrienden op de website De laatste oproep heeft weer een aantal nieuwe e-mailadressen opgeleverd, maar het totaal is nog altijd onvoldoende om voor uitnodigingen e.d. volledig van e-mail gebruik te kunnen maken. Aan diegenen die dit nog niet hebben gedaan, maar wel over een e-mailadres beschikken, daarom nogmaals het verzoek dit (met vermelding van minimaal postcode en huisnummer) door te geven aan:
[email protected] Om snel en eenvoudig toegang tot de website te kunnen krijgen, is het verstandig om de volgende link in uw favorieten te zetten: http://www.museumvlaardingen.nl. Kijk onder ‘Vereniging Vrienden’ en u ziet al het laatste (en oude) nieuws.
Van de penningmeester De contributie voor dit jaar is door de meeste leden betaald. Aan degenen die het is ontgaan, bij dezen het verzoek om de contributie alsnog over te maken. De acceptgiro hiervoor is met de Spil van februari als bijlage meegezonden.
Maatjeswand In de Spil van februari is een oproep gedaan voor deelname aan de ‘Maatjeswand’. Het is een unieke gelegenheid om bij de opening van het nieuwe museum uw naam of die van iemand anders met het museum te hebben verbonden. Zie hiervoor de website van het museum: http://www.museumvlaardingen.nl/12-69-Namen-gezochtvoor-op-de-Maatjeswand Doe mee en geef het door aan anderen!
Contact
31
Museum Vlaardingen
Website: www.museumvlaardingen.nl
E-mail:
[email protected]
Facebook: www.facebook.com/museumvlaardingen
Stichting Zeillogger
Balder
Stichting Zeilloggerbalder
Website: www.zeilloggerbalder.nl
E-mail:
[email protected]
Facebook:
www.facebook.com/groups/SZBVL92
Twitter:
@SZBVL92
Vrienden Museum Vlaardingen
Website: www.museumvlaardingen.nl
E-mail:
[email protected]
Facebook:
www.facebook.com/groups/Vvmvl1988/
S pon sor s
32